Hks12.0214 DyslexieDyscalculieprotocolCSW
Protocol dyslexie en dyscalculie Christelijke Scholengemeenschap Walcheren per 1 augustus 2012
1. Definities dyslexie en dyscalculie, doelstelling protocol Centraal in de visie van CSW staat het leren en de ontwikkeling van de leerling (Schoolplan CSW 2007-2011). CSW leidt haar leerlingen op met het doel dat zij a. vanuit de christelijke identiteit: - een hoopvol perspectief meenemen voor de toekomst - gevormd zijn in waarden, normen en competenties - betrokkenheid bij de medemens tonen b. verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen voor zichzelf, de ander, de maatschappij en de natuur c. gediplomeerd en goed voorbereid zijn op het vervolgonderwijs d. hun individuele talenten en mogelijkheden optimaal ontplooien e. zelfredzaam zijn in de informatiemaatschappij. Definities Dyslexie (= slecht kunnen lezen) volgens de Stichting Dyslexie Nederland (2008): “Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.”
Dyscalculie (= slecht kunnen rekenen) volgens Ruijssenaars, Van Luit & Van Lieshout (2004): “Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken-wiskundekennis (feiten/afspraken).”
Het doel van dit protocol is het vastleggen van een integrale aanpak voor leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie op CSW. 2. Uitgangspunten De stoornissen dyslexie en dyscalculie worden alleen erkend op basis van een rapport opgesteld door een orthopedagoog of psycholoog met een erkende bekwaamheidsregistratie. Een dergelijk rapport is onbeperkt geldig. De handelingsgerichte adviezen moeten soms aangepast worden en er zal in de loop van het VO bekeken moeten worden of er bijstellingen door de deskundige nodig zijn. Faciliteiten en hulpmiddelen gedurende de schoolloopbaan en het examen worden alleen toegestaan indien deze expliciet vermeld worden in de handelingsgerichte adviezen in het rapport en realiseerbaar zijn door de school. De ruimte voor voorzieningen bij het centraal examen wordt begrensd door de exameneisen (zie 5.4). Protocol dyslexie en dyscalculie CSW, vastgesteld 14 februari 2012
1
Leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie - mogen de opleiding volgen waartoe ze op grond van hun cognitieve capaciteiten in staat zijn, mits hun functionele taal- en/of reken-wiskundevaardigheid voor hun opleiding toereikend is, zo nodig met toegestane hulpmiddelen en remedial teaching - moeten leren omgaan met hun dyslexie en/of dyscalculie. 3. Dyslexie en dyscalculie Dyslexie verschilt in zijn aard met dyscalculie. Dyslexie is een technisch en geen inhoudelijk leesprobleem: als dyslectische leerlingen een tekst voorgelezen krijgen, hebben ze geen moeite met de inhoud. Dyscalculie heeft zowel met de technische kant (rekenprocedures) als met de inhoudelijke kant (betekenis getallen en hoeveelheden) van het rekenen te maken. Ook leerlingen met dyslexie kunnen problemen hebben met rekenen-wiskunde, bijv. doordat ze een tekst niet volledig begrijpen (rekenen-wiskunde is vaak erg talig en een juist begrip van elk woord is van belang) of getallen en bewerkingen onjuist interpreteren/noteren. Dyslexie en dyscalculie zijn complexe stoornissen, van blijvende aard en met grote individuele verschillen. Niet onderkennen van dyslexie of dyscalculie kan leiden tot emotionele problemen, bijvoorbeeld faalangst. 4. Samen sterk De belangrijkste rol is weggelegd voor de leerling zelf, die zich (vergeleken met zijn klasgenoten) extra zal moeten inspannen om de leerstof onder de knie te krijgen. Hij zal daartoe passende strategieën moeten leren en mogelijk gebruik moeten maken van hulpmiddelen. Van bijna even groot belang is de rol van de leraren en de mentor, die rekening houden met handicaps en waar mogelijk hun leerlingen steunen. De mentor is de spil in de begeleiding en onderhoudt de contacten met de ouder(s)/verzorger(s), samen met de coördinator en coach dyslexie/dyscalculie. Op elke locatie is er een coördinator dyslexie/dyscalculie, die de intake van leerlingen verzorgt, de faciliteitenkaarten opstelt, het signaleringsonderzoek dyslexie organiseert en met de mentor de dossiervorming bewaakt. De coördinator dyslexie/dyscalculie werkt nauw samen met: a. een psycholoog of orthopedagoog gespecialiseerd in het diagnosticeren van leerstoornissen b. de coach dyslexie/dyscalculie, belangenbehartiger en vertrouwenspersoon van de leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie, die contactbijeenkomsten belegt; de taken van coördinator en coach van een locatie kunnen door eenzelfde persoon vervuld worden c. remedial teachers (RTers), aangetrokken door CSW, die in samenwerking met de leraren, leerlingen de best bij hen passende strategieën aanleren om met hun stoornis om te gaan. Zie ook het ‘Protocol screening dyslexie’ Protocol dyslexie en dyscalculie CSW, vastgesteld 14 februari 2012
2
5.
Begeleiding leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie
5.1
Faciliteitenkaart De leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie krijgen zonodig van de coördinator dyslexie/dyscalculie een faciliteitenkaart, waarmee zij een beroep kunnen doen op bijzondere faciliteiten en/of hulpmiddelen. Dit voorkomt dat de leerlingen steeds uitleg moeten geven omtrent hun handicap. De kaart is gebaseerd op de handelingsadviezen in het rapport van een deskundige, aangepast aan wat de leerling zelf als zinvol ervaart en aan wat de school kan en mag realiseren. Op basis van een onderbouwde indicatie in het onderwijskundig rapport van de basisschool of van een zorgcoördinator, kan een tijdelijke faciliteitenkaart verstrekt worden, in principe voor de duur van maximaal een jaar. De coach dyslexie/dyscalculie evalueert regelmatig, in ieder geval in de loop van leerjaar 1 en 2, samen met de leerling of de verleende faciliteiten en hulpmiddelen nog steeds volstaan of gewenst zijn. Zonodig wordt de kaart, in overleg met de coördinator, bijgesteld. De coördinator dyslexie/dyscalculie maakt voor de leraren een overzicht van de leerlingen met een faciliteitenkaart.
5.2
Aanwijzingen voor leraren In het algemeen kunnen leraren geen remediale hulp geven, maar wel kunnen ze rekening houden met de stoornis en ondersteuning bieden. Leerlingen met dyslexie hebben extra baat bij a. een duidelijke lay-out en een schreefloze letter van voldoende grootte (Arial 12) bij uitgereikt materiaal b. gestructureerde leerstof: zoveel mogelijk expliciet aangeven wat hoofdzaken, bijzaken en voorbeelden zijn; bij een bespreking een overzichtelijk schema op het bord; geeft regels (spelling, grammatica, enz.) c. extra uitleg, dictaten en oefeningen zoveel mogelijk op papier of in de elektronische leeromgeving (ELO) (het overschrijven van het bord of het noteren van een dictaat gaat vaak fout) d. variatie in de wijze van aanbieden van de leerstof: auditief, visueel en handelend e. niet hardop (laten) voorlezen, zeker niet onverwacht. Leerlingen met dyscalculie hebben extra baat bij a. gestructureerd onderwijs, eenduidige instructie b. steun bij het leren kiezen van een passende rekenprocedure en het opschrijven van tussenstappen c. pre-teaching (bijv. vooraf de moeilijkheidsgraad voor de leerling aangeven van de opgaven, zodat deze eerst de eenvoudige onderdelen maakt). Leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie hebben extra baat bij a. het huiswerk ruim voor het eind van de les op het bord, met een mondelinge toelichting of studiewijzers op papier of in de ELO b. mogelijkheid tot het bespreken van de toets en het gemaakte werk met RTer of ouders/verzorgers (bijv. meegeven in een gesloten envelop) c. emotionele ondersteuning, positieve feedback (om vertrouwen te krijgen in eigen kunnen). Protocol dyslexie en dyscalculie CSW, vastgesteld 14 februari 2012
3
Afhankelijk van de invulling van de faciliteitenkaart mogen leerlingen rekenen op: Bij dyslexie: a. niet meetellen van spelfouten bij repetities en s.o.’s, voor zover ze niet relevant zijn voor de desbetreffende toets b. minder zwaar meetellen van spelfouten bij de talen (geldt niet bij het examen) c. auditieve ondersteuning (Daisy-speler, spraaksynthese of voorleeshulp); CSW heeft voor spraaksynthese als standaard gekozen voor de tekstspraak software van Kurzweil 3000 v12; schoolboeken in KES (voor Kurzweil) of voorgelezen op CD (voor Daisy) kunnen door school aangevraagd worden bij Dedicon, voorgelezen leesboeken op CD door ouder(s)/verzorger(s) bij het loket Aangepast-lezen d. vermindering aantal te lezen boeken e. in de onderbouw VMBOk of MAVO: naast het verplichte vak Engels, een aangepast programma voor Frans en/of Duits (Frans of Duits is als tweede moderne vreemde taal verplicht; vrijstelling voor Frans én Duits is niet mogelijk) f. in de bovenbouw van het atheneum: naast het verplichte vak Engels, vrijstelling van een tweede moderne vreemde taal; de leerling moet in plaats van de vrijstelling een vervangend vak kiezen uit het aanbod van de school met een normatieve studielast van ten minste 440 uren. Bij dyscalculie: a. gebruik maken van een rekenapparaat, behalve wanneer het juist om het rekenen zonder rekenmachine gaat b. in de leerjaren 1 en 2: het gebruik van een formulekaart en/of strategieënmap (rekenregels, rekenstrategieën, aandachtspunten, geheugenkaarten e.d.) verstrekt door een docent en/of RTer; voor de bovenbouw moet overwogen worden een profiel te kiezen zonder wiskunde (in het VWO niet mogelijk) en evt. zonder economie. Bij dyslexie en dyscalculie: a. extra tijd (20%) of minder opdrachten bij repetities of s.o.’s b. bij twijfel aan het niveau van schriftelijke prestaties, zo nu en dan een mondelinge toets. Als een leerling meent dat er, ondanks overleg, onvoldoende rekening gehouden wordt met zijn handicap, kan hij terecht bij zijn coach dyslexie/dyscalculie. 5.3
Overgang onderbouw-bovenbouw Als een leerling dyslectisch is kan de rapportvergadering bij de overgang van klas 2 naar 3 VMBO/MAVO of van klas 3 naar 4 HAVO/VWO besluiten het cijfer van Frans en/of Duits niet mee te tellen. Bij een leerling met dyscalculie kan de rapportvergadering bij de overgang van klas 2 naar 3 VMBO/MAVO of van klas 3 naar 4 HAVO besluiten het cijfer van wiskunde niet mee te tellen. In de bovenbouw van VWO is wiskunde verplicht.
Protocol dyslexie en dyscalculie CSW, vastgesteld 14 februari 2012
4
Voorwaarde voor het niet meetellen van Frans, Duits of wiskunde is dat met inzet voor het betreffende vak is gewerkt. Het betreffende vak kan dan in de bovenbouw niet meer worden gekozen. 5.4
Het centraal examen Het afwijken van de wijze van examineren is vastgelegd in artikel 55 van het Eindexamenbesluit. In het eerste lid staat dat de directeur van een school een gehandicapte leerling toestemming kan geven om het examen op aangepaste wijze af te leggen. In het tweede lid is vastgelegd dat a. er een deskundigenverklaring moet zijn, die door een ter zake kundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld b. de aanpassing in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de examenduur met 30 minuten c. een andere aanpassing is mogelijk als deze in de deskundigenverklaring wordt vermeld en als de aanpassing aantoonbaar aansluit bij het begeleidingsadvies in deze verklaring. Voor het centraal examen geldt dat a. de vorm zo gekozen moet worden dat de kandidaat het maximale uit zichzelf kan halen, in aanmerking genomen de voorwaarden van artikel 55 en de mogelijkheden van de school (auditieve ondersteuning, 30 minuten tijdverlenging, enz.) b. aan de inhoud niet getornd mag worden (geen vragen overslaan, onderdelen anders beoordelen of spellingeisen anders toepassen; formulekaarten en strategieënmappen zijn niet toegestaan) c. digitale woordenboeken niet zijn toegestaan, alleen spellingcontrole en papieren woordenboeken mogen gebruikt worden d. als een leerling hulpmiddelen gebruikt, hij daar al in een eerder stadium mee gewerkt moet hebben (met Kurzweil minstens het hele examenjaar) e. voor leerlingen met dyscalculie bij de onderdelen waar het rekenwerk een stevige rol speelt alleen 30 minuten verlenging van de examentijd is toegestaan (naast het rekenapparaat dat iedere kandidaat mag gebruiken) f. de directeur de toegestane faciliteiten en hulpmiddelen zo spoedig mogelijk meldt bij de inspectie; centraal geleverde hulpmiddelen (bijv. Daisy-CD’s, PDF- of KES-bestanden) moeten voor 1 november worden besteld.
6.
Kosten De remediale hulp en evt. benodigde hulpmiddelen komen in beginsel voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s). Schoolboeken op CD/DVD en de verdere begeleiding (zie 5) zijn voor rekening van de school.
7.
Actuele informatie Voor de officiële regelingen zie het ‘Inrichtingsbesluit W.V.O.’ (de artikelen 21, 22, 26e en 26n) op www.wetten.nl en het Eindexamenbesluit (kies het juiste examenjaar) op www.examenblad.nl. Nadere informatie is te vinden op www.steunpuntdyslexie.nl en www.masterplandyslexie.nl. Protocol dyslexie en dyscalculie CSW, vastgesteld 14 februari 2012
5