Protestantse gemeente Michaëlkerk Leersum zondag 27 maart 2016 - Eerste Paasdag ds. Pieter Goedendorp VOORAF samenzang en muziek - 'Jezus leven van ons leven' Lied 575 - 'Christus onze Heer verrees' Lied 624 - 'Daar juicht een toon' Ev. Liedb. 122 woord van welkom en enkele mededelingen OM TE BEGINNEN binnendragen paaskaars we zingen: "Licht dat ons aanstoot" Lied 601: koor 1 en allen 2 paasbegroeting votum en groet psalm van de zondag we zingen: "Laat ieder 's Heren goedheid prijzen" Psalm 118: 1 en 6 bij de dienst loflied we zingen: "De Heer is waarlijk opgestaan" Lied 617: 1, 2, 3 en 19 ROND DE SCHRIFTEN gebed van de zondag lezing: Jesaja 51: 9-11 (BGT) zangsolo: "Met niets van niets" Lied 602 evangelielezing: Johannes 20: 1-18 we zingen: "Sta op! Een morgen ongedacht…" Lied 630: 1, 3 en 4 preek - "Open je ogen…" Het was avond - het werd morgen. Een nieuwe dag... Paasdag na een week waarin angst en ongerustheid de boventoon voerden na de zelfmoordaanslagen in Brussel en Zaventem. Paasdag na een week waarin in Syrië en Irak honderden mensen om het leven kwamen. Een
wereld vol slachtoffers: door terreur, door bombardementen, door verdrinking op de vlucht. Paasmorgen na een week vol extremisme, tumult en harde taal... Een morgen, ongedacht. Het verhaal dat tweeduizend jaar na dato ook vandaag nog overal op aarde mensen aanspreekt en moed geeft, vertelt dat tegen al die harde taal, dreiging en einde een ongedacht andere toekomst staat. Maar pas op... De manier waarop die zich laat zien spreekt niet vanzelf. Terwijl bij ons het hart nog in de keel klopt en alles om ons heen bij wijze van spreken nog natrilt, zou je het zomaar over het hoofd kunnen zien. Na wat er op die dramatische Goede Vrijdag in Jeruzalem is gebeurd, is het bericht van Christus’ opstanding puur verrassend. Tegenover het geweld rond het kruis, is het geen geschiedenis vol groot vertoon. Tegenover alle beroering waar wij mee te maken hebben haalt God in een adempauze van de grote geschiedenis gewoon zijn gelijk. Heel onopvallend - tussen de regels - zonder omhaal of kabaal. De nacht ging voorbij en zonder dat iemand het zag is er intussen eenvoudigweg iets doorslaggevends gebeurd... Een nieuwe dag. De eerste dag van die eerste nieuwe week na de dood van Jezus. Maria van Magdala zoekt nog vóór het krieken van de dag de laatste rustplaats van haar meester en vriend op. Ze is in de hele geschiedenis de vrouw op de achtergrond. Ze doet in alle vroegte en ontdekking, meldt dat geschrokken - en wat er dàn op gang komt! Wàt een drukte ontwikkelen die discipelen met elkaar! Het wordt een rennen en draven. Niet naar binnen durven of toch wel. Kijken, inzien en geloven. Maar daarmee is ze niet de spil geworden van het hele Paasevangelie. Ze heeft niet het hardst gerend. Ze geloofde niet als eerste wat daar was gebeurd. Ze is, nadat alle herrie weer is verstomd, gewoon degene die het meest van allemaal met lege handen achterblijft. Degene die zonder zoveel woorden het meest trouw was. Maria van Magdala. Ze heeft alles te danken aan Jezus. Ooit was ze bezeten geweest van zeven boze geesten, heeft het evangelie over haar verteld. Haar leven was ooit één zwart gat. Een tunnel waar ze niet uit kon komen. Maar mèt dat Jezus in haar leven kwam veranderde dat. Hij bevrijdde haar van machten die haar in de greep hielden en zette haar in het licht. De zon brak weer door in haar leven. Jezus is die zon. En je kunt je voorstellen wat voor ongelofelijk impact dat heeft gehad. Is het vreemd dat ze daarna steeds in zijn buurt gebleven. Ze had haar vertrouwen in hem gesteld. Ze gelooft in hem. Hij is haar redder! Is het verwonderlijk dat ze niet meer van hem wilde wijken? Nee, van wijken wil ze niet weten. Zo blijft ze in dat allervroegste ochtendgloren alleen achter daar in die tuin en geeft ruimte aan haar verdriet. Wat zou je anders wanneer je weer terug bent bij af. Ze laat haar tranen de vrije loop. Haar tranen wassen de ogen. Maar moederziel alleen blijkt ze daar toch niet te zijn. Door de tranen heen heeft ze... een gestalte voor ogen... iemand... een mens... Ze ziet... ze meent: een tuinman? Veel kunstenaars hebben geprobeerd dat moment waarvan het evangelie vertelt vast te leggen. Maar hoe vang je dat? Rembrandt
probeerde het. Een tuinman, getooid met zonnehoed en de spade in de hand. Maria inéén gehurkt met een pot vóór zich. Dat is de pot van de dure nardusolie waar ze Jezus voor z’n dood al mee gezalfd had - en waar ze wellicht die morgen nog de balsem in mee had genomen om hem een laatste eer te bewijzen... Hoe langer je kijkt hoe meer erin verborgen zit. Rembrandt probeert dat moment open te leggen waarop Maria nog niet weet wie ze voor zich heeft. Ze zeeg van wanhoop door de knieën. De kruisiging werkt nog in alle kracht door: kijk, op de achtergrond zie je die opgerichte kruisen nog staan. Dat ben je niet zomaar kwijt. Denk maar niet dat de mensen die in Zaventem of in Ankara of in Parijs of in Grand Bassam, Aleppo of Mosul waren daar één twee drie overheen komen. Zoveel vragen... In dat kruis zit alle rauwheid die mensen elkaar aandoen samengepakt. Dat kruis drukt haar naar beneden. Het maakt Maria zo klein en kwetsbaar als maar kan. Niet anders dan wij zelf klein en kwetsbaar zijn en stil vallen wanneer het onvoorstelbare toch gebeurt. Bij The Passion op het Eemplein in Amersfoort waren we donderdagavond vóór de live-uitzending begon een minuut stil. De regisseur stond op het toneel en vroeg ons erom. En 20.000 mensen werden muisstil en realiseerden zich het verdriet van de slachtoffers van de aanslagen in Brussel. En niet alleen daar in Brussel - maar al die andere plekken daarvóór. Het was voor mij nog vóór de hele geschiedenis van The Passion het meest aangrijpend moment. Waar menselijk kwaad toe kan leiden. En dan toch geloven dat het laatste woord niet aan het kwaad is. Liefde sterker dan haat... Een minuut stilte is altijd te kort... Door haar tranen heen ziet Maria uiteindelijk een gestalte voor zich. Ze meent de hovenier te zien. ‘Waarom huil je? Wie zoek je?’ Bevangen door -, gevangen in verdriet om haar verloren redder zien we haar wel opkijken, maar tegelijk: wie ze voor zich heeft dringt bij het zien van de tuinman nog niet tot haar door. Rembrandt richt haar blik op de spade. Ze ziet vooral de hovenier. Maar herkennen? Zo dicht bij en toch op een afstand nog. Je kunt het Maria niet kwalijk nemen. Zou het ons anders vergaan? Is dat bij ons ook vaak niet zo, dat we misschien wel dicht bij Jezus zijn zonder dat we het beseffen? Dat de Heer zelf in onze nabijheid is, maar wij Hem niet zien? Misschien is het wel de tragiek van de moderne mens. Jezus is wel in de buurt, maar we merken het niet op. We zien over het hoofd hoe hij zich meldt in ons midden. We doen ons best - in de kerk bijbel lezend, zingend en biddend. Maar tegelijk worden we meegezogen en spreekt gewoon geloven steeds minder vanzelf. Of erger: lukt het ons minder om gewoon over ons geloof te spreken. Maar mèt dat we die vaardigheid verleren, dreigen we zomaar het contact met de bron van ons geloof te verliezen wordt Jezus een vreemde... Eerlijk, zouden we Christus herkennen wanneer we hem voor ogen hadden? We denken een hovenier te zien; een tuinman; een vreemdeling; iemand anders; iemand die anders is; buiten ons plaatje valt... Zouden we Christus herkennen? Zouden we het verstaan wanneer hij ons aanspreekt? Troost? Bemoedigt? Of een beroep op ons doet? “Maria!” zegt Jezus. Over dat ondeelbaar moment waarop Jezus Maria’s naam in de mond neemt kun je niet spreken zonder het tekort te doen. Het is het keerpunt van de hele geschiedenis. Een bekend theoloog-dichter schreef eens dat het hem nooit lukte om dit bijbelvers met vaste stem te lezen. “Hier houdt alles op. Hier begint alles.” (Willem Barnard: “Stille omgang” p. 314). Hier hoor je begin en einde - het reikt van de Hof van Eden tot aan het Nieuw Jeruzalem. Hier scharniert het: God zelf roept je bij je naam - en in een ondeelbaar moment krijg je zicht op het hele zinsverband van je leven. “Maria” zegt de Heer - en ik hoor al die namen meeklinken waarmee we op de dag van onze geboorte zèlf liefdevol voor het eerst werden genoemd - Maria - ... - ... - ... “Ik noem je bij je naam, je hoort bij mij! Moet je
door het water gaan - ik ben bij je; of door rivieren – je wordt niet meegesleurd...” (Jesaja 43: 1-2). “Maria!” Het is niet alleen die stem, die liefdesverklaring. Dat is het ook. Maar is het is ook die vertrouwde stem die je wegroept uit de verwarring en meeneemt naar... een nieuw begin. Een herstart, een nieuwe start, het leven begint opnieuw. De wereld ligt -als ooit voor het eerst - helemaal open! Het wordt een nieuwe dag... Dichteres Ida Gerhardt zag in haar jeugd een schilderij van Rembrandt over ditzelfde tafereel. De herinnering eraan stond in het geheugen gegrift - en bij het ouder worden ontdekte ze iets belangrijks... In “Christus als hovenier” schrijft ze erover... Eén Rembrandt kende als kind ik goed: de Christus met de grote hoed wandelend in de ochtendstond. En, naar erbij geschreven stond: Hij was de hovenier.
En nòg laat ik mijn tranen gaan als in de gaarde ik Hem zie staan, en - wat terzijde - in stille schrik die éne, zij die dacht als ik: Het was de hovenier. O kinderdroom van groen en goud -géén die ontnam wat ik behoud. De laatste hoven naderen schier en ijler wordt de ochtend hier. Hij is de hovenier. ('De hovenier' 1961)
Ondanks de tranen van haar rouw en verdriet in de ogen heeft Maria zich niet vergist in de gestalte die ze voor zich zag, die vroege morgen van de eerste Paasdag. Ze meende een hovenier te zien? Christus is die hovenier! Die graftuin werd haar Hof van Eden. Ze was daar met haar Heer. Daar riep door Hem God haar bij de naam: “Maria! Open je ogen!” Daar begon haar leven opnieuw. Het daglicht als voor het eerst in haar ogen. Die hovenier is haar redding. Haar toekomst. Onze toekomst. En hoe het er ook voorstaat: onze redding... Open je ogen! zangsolo: "Open je ogen voor mij" met de kinderen (we sluiten het project van Veertigdagentijd en Pasen af) de kinderen zingen: "Jouw naam maakt me blij" GEBEDEN EN G AVEN intenties in gesprek met Bashar & Maha en met Firas. dankgebed voorbeden stil gebed ‘Onze Vader’ solo / koor: "Onze Vader" Lied 369-B
collecte tenslotte... WEER OP WEG slotlied we zingen: "U zij de glorie" Lied 634 zending en zegen