Protetantse gemeente Michaëlkerk Leersum zondag 19 mei 2013 - Eerste Pinksterdag doop van Levi Clarijs en Fabian Bakker ds. Pieter Goedendorp
welkom OM TE BEGINNEN opmaat we zingen: "Dank u..." 1, 2 en 4 (mel. "Dank u voor deze nieuwe morgen") moment van inkeer, bemoediging en groet psalm van de zondag zingen: “Looft, alle volken...” Psalm 117 bij de dienst gebed om ontferming loflied "Ere zij aan God, de Vader" Gezang 255: 1, 3 en 4 ROND DE BIJBEL gebed bij de opening van het Woord lezing: Joël 3 = Joël 2: 28-32 we zingen: "De wijnstok bloeit" Gezang 39: 2, 4, 5 en 9 lezing: Handelingen 2: 1-11 we zingen: "Onbestemde dagen en nachten" solo 1, allen 2 en 3 preek "En toen de Pinksterdag aanbrak waren ze allen bij elkaar..." Pinksteren. Dat is het feest van de vijftigste Paasdag. Het geboortefeest van de kerk. Toen Jezus’ leerlingen voor het eerst naar buiten kwamen met de verkondiging van de opstanding van hun Heer, zetten zij een beweging in gang die de wereld veranderde. Pinksteren. In Israël werd en wordt het feest van de eerste oogst gevierd. En ook de kerk viert de oogst van Pasen. De kracht van Christus’ opstanding waaiert uit, wervelt rond en vindt een weg in ieder die zich erdoor laat aanspreken. Pinksteren. Het feest van de steun in je rug, de uitgestoken hand in moeilijke tijd, het blijde gevoel waarvan je opveert, de verbondenheid die goed doet, de
nieuwe ingeving die ruimte schept, het vooruitzicht dat richting geeft om te gaan, de kracht die je zómaar krijgt om te doen wat gedaan moet worden... We vieren feest vandaag. We zijn blij bij elkaar als gemeente van de Heer, samen met Marian en Martijn en Irene en Martijn, om de doop van hun kinderen straks te vieren. En dan bedenk ik me hoe voor de één Pinksteren het mooiste is van de feesten van de kerk. En tegelijk kan om allerlei reden voor een ander datzelfde feest het moeilijkste van alle feesten zijn. Voor de één is het een dag waar het hart vol van is en de mond van overloopt. De één zou het liefst de handen omhoog heffen om in een prachtige praise te getuigen van wat deze dag ‘m doet. Maar waar de één van overtuigd is, dat kan bij een ander zomaar vragen oproepen en een derde merkt maar met moeite onder woorden te kunnen brengen wat ‘ie nou merkt van Gods kracht in eigen leven. Pinksteren: waar de één vol vuur van is, is een ander misschien maar verlegen mee. Pinksteren. De vijftigste Paasdag. Het feest van Gods Geest óver en tót en ín ieder die daarvoor open staat. Het feest dat tegelijk uitbundigheid èn verlegenheid oproept. Dat geldt in de kerk... Maar ik schat zo in dat, zoals we hier zitten, we allemaal wel weet hebben van de enquêtes die uitwijzen dat het feest dat wij hier vrolijk vieren voor een volksmassa een groot vraagteken werd... (we zien een video met straatinterviews over Pinksteren - 1 minuut) Tja... Vraag je voorbijgangers op straat naar Pinksteren, dan zie je ze hulpeloos kijken. “Waar hééft u het over?” Of de schouders worden opgehaald. Weifelend of afwijzend zelfs: “Kijk ‘ns, dat hadden we toch gehàd?” Er is eerder op straat eerder een stilzwijgen dan een spraakverwarring over Pinksteren. In ons werelddeel heeft de kerk heeft vandaag een probleem! Het is lastig, ja, om te vertellen wat God je doet. Wat Jezus voor je betekent... Waar een menigte vreemdelingen destijds in Jeruzalem door het lopende vuurtje werd aangestoken, lijkt bij ons op straat eerder een schrale wind van ongeïnteresseerdheid de vlam uit te blazen. We staan oog in oog met de kracht van de ontkerkelijking. Als kerk, als gemeenschap die hoopt zo lang mogelijk een plek van betekenis in te kunnen nemen voor het dorp. Maar het geldt ieder van ons voor zich ook: we staan allemaal voor die uitdaging het geloof relevant te laten zijn in het leven. En onze cultuur maakt het ons daarbij niet gemakkelijk. Er is om ons heen iets van “hoe moderner je bent, hoe minder religieus je hoort te zijn”. Het gure klimaat van de secularisatie heeft veel geloof, gedrevenheid, vrijmoedigheid, verbondenheid en andere onmisbare bouwstenen van gemeenschap de kerken uitgeblazen... Het is lastig... En tegelijk... Tegelijk is er géén weldenkend mens meer die volhoudt dat met al de ontkerkelijking en secularisatie God en het geloof helemaal uit onze samenleving verdwijnen. Ja, er is wat aan het verànderen. Beslist. Maar ‘geloven’ is nog lang niet weggespeeld. Geen mens kan zonder oriëntatie, zonder richting, zonder zingeving in het leven staan. En wie er oog voor heeft ziet daarbij de religie in de straat. Of langs de weg. Of in tijdschriften, op TV en sociale media. Bijvoorbeeld de vraag naar het ‘waarom’ in een klein monumentje voor een verkeersslachtoffer langs de Rijksweg. Het gezamenlijke ‘nee, zó niet’ tegen de vragen die de verdwijning van twee kinderen oproept in de spontane zoekacties in de afgelopen week langs de hele Heuvelrug. Of bijvoorbeeld het maandblad dat je bij een jaarabonnement “een jaar lang geluk” toezegt - het antwoord van Happinez op de vraag naar het ‘waartoe’. Of je herkent het in de drang die jonge mensen voelen om aan het begin van hun huwelijk op één of andere manier een zegen ‘van boven’ over hun relatie te vragen. Ja, verandert een boel. Maar tegelijk:
de kansen zijn nog niet verkeken voor de kerk. En nog belangrijker: vanuit bijbels perspectief bekeken, is het geen onbegonnen werk! Daar vertelt Pinksteren van. Het visioen van Joël, van de nieuwe kansen tegen alle feiten in. Maar vooral: de geschiedenis van Pinksteren, die we net opsloegen... "En toen de Pinksterdag aanbrak waren ze allen bij elkaar..." schrijft het boek van de Handelingen van de apostelen. Ze waren allemaal bij elkaar gekomen, die Pinksterdag. In Handelingen 1 staat dat het er in die tijd zo'n 120 moeten zijn geweest. Ze waren er allemaal. Niemand ontbrak. En mag ik er een gooi naar doen? Ik denk dat zij tóen net zo verschillend waren als wij, hier in de kerk van nú! Mensen die ferm en overtuigd in de schoenen staan naast zoekers die de tijd nodig hebben om de gedachten te ordenen. Mensen voorop en degenen die volgen. Ze hebben daar in Jeruzalem elkaar in de weken na Pasen vast vaak moed moeten inspreken. Elkaar moeten overtuigen. En vast en zeker verschilden ze wel eens van opinie over hoe het nu verder zou moeten. Maar met alles wat hen bezig hield en de verschillen die er waren: ze hielden elkaar vast: “Toen de Pinksterdag aanbrak waren ze allemaal bij elkaar...” Het werd Pinksteren. Pentèkostè in het Grieks. De vijftigste dag, zeven weken na Pasen, komt de tijd voor het joodse Wekenfeest. Een vrolijk feest. Na het zaai-feest van Pesach is het tijd voor het voorjaarsfeest van de eerste oogst: de gerste-oogst. En de eerste schoof wordt naar de tempel in Jeruzalem gebracht om daarmee de hele oogst aan God te wijden. Daarom was het op die Pinksterdag weer een drukte van belang in de oude stad. Allemaal pelgrims met hun eerstelingen van de oogst. Ze bieden het graan aan als gave. En van de nieuwe oogst getuigen de eerste geurige broden. Zo roept in dat spoor een speciaal gebakken prachtig gevlochten feest-brood op de tafel het ons hier te binnen. Een signaal: het leven kan dóórgaan. Dankzij God. God zij dank! Pinksteren: de oogst van wat met Pasen werd gezaaid. Dat geldt voor de pelgrims in de stad. En het blijkt met een ongedachte wending óók op te gaan voor de eerste volgelingen van Christus! Wat in Jezus Christus als het zaad van de opstanding werd gezaaid, wordt met Pinksteren door de leerlingen geoogst. "Wie z'n leven verliest zal het behouden" heeft de Heer eens gezegd. En dat wordt deze dag voor de discipelen de kern van een hele nieuwe godservaring, een openbaring van God! De ervaring dat Christus’ opstanding tastbare, voelbare, aan elkaar dóór te geven werkelijkheid is. De ervaring dat God z’n mensen niet in hun eentje aan hun lot overlaat, maar doorlopend z’n best doet om ons te bereiken. De ingeving dat God altijd weer kracht geeft om verder te gaan. Dat we zelfs in onzekerheid de vastigheid kunnen vinden om verder te gaan. De leerlingen toen in Jeruzalem, christenen de tijden door èn wij hier in Leersum. God geeft kracht. We leven in het krachtveld van de Geest! De symbolen waarmee in Handelingen de Geest wordt aangeduid liegen er niet om. Vuur en wind zijn in de bijbel de symbolen van kracht, bezieling, beweging, vernieuwing. Vuur en wind zijn de manier waarop God zichzelf toont als de vernieuwer die een vastgelopen wereld naar zijn Koninkrijk wil loodsen. Vuur en wind zijn als de bakens die schepen door de vaargeul begeleiden. Ze zijn de manier waarop God roept, uitnodigt, vernieuwt. En als Handelingen dan verhaalt van wat er in vuur en wind gebeurde, dan is dat de neerslag van wat die leerlingen van Jezus Christus in Jeruzalem hebben ervaren aan ‘opstandingskracht’ in hun eigen bestaan. De neerslag van hun ontdekking dat God vernieuwend en bevrijdend aan het werk is. Dat God zijn getrouwen hun beperkingen, hun grenzen, hun verlegenheid voorbij helpt.
De verlegenheid voorbij... Ja, misschien is dàt op de keper beschouwd wel waar Pinksteren ons vandaag vooral bij kan bepalen. Er is géén reden om verlegen te zijn met het geloof dat we aangereikt kregen en met ons dragen, de één wat mooier verwoord en een ander wat meer op gevoel of in een notendop. Wees er maar niet verlegen mee. Er is geen reden voor de kerk van Christus om zich terug te trekken binnen de eigen muren. Wees niet verlegen. Er is geen reden om stil te zijn over de kracht die we krijgen. Wees niet verlegen. Er is geen reden om ons het optimisme, de gedrevenheid en de vrolijkheid van het geloof te laten ontzeggen. Wees niet verlegen... Voorbij de verlegenheid zijn we blij en dankbaar vanmorgen dat Marian en Martijn hun Levi en dat Irene en Martijn hun Fabian in ons midden willen opdragen aan God en hen laten dopen. Ze getuigen zo, op een manier die bij hen past, van hun dankbaarheid aan God, de Schepper van het leven. Ze laten zien hoe het evangelie van Jezus Christus ook voor hen de weg door het leven wijst. Ze hopen op de kracht van de Geest, op Gods nabijheid, in het leven van hun zonen. Dat is -de verlegenheid voorbij- een hartelijke gelukwens waard. En we mogen onszèlf feliciteren vandaag, want door de doop van Levi en Fabian worden ook wij er weer bij bepaald dat er die kracht is die ons nu eens drijft en dan weer trekt naar Gods toekomst. Die steun in de rug, de hand die ons leidt, de kracht die ons doet leven: de Geest van God zelf. we zingen: "Wij leven van de wind" Gezang 249 DE DOOP inleiding op de doop we zingen: "Heer ik kom tot U" Ev. Liedb. 226 (solo / allen) bij de doop... gebed voor de doop de kinderen zingen: "God kent jou vanaf het begin" Opwekking Voor Kinderen 77 doopvragen bediening van de doop en handoplegging Levi Marinus Willem Clarijs Fabian Dirk Jens Bakker ontsteken van de doopkaarsen vraag aan de gemeente we zingen: "Jij kleine nieuwe mens" duo 1, allen 2 en 3, duo 4 overhandiging van de kinderbijbel de doopstenen worden op de aandachtstafel gelegd
(1 maart 2013) (7 maart 2013)
GEBEDEN EN GAVEN dank- en voorbeden, stil gebed, ‘onze Vader' collecte tenslotte... WEER OP WEG slotlied we zingen: "Heer, uw licht en uw liefde schijnen" Ev. Liedb.382: 1 en 3 zending en zegen
De wind, wij zien hem niet, zijn stem klinkt in ons oor, een briesje of een storm die alle rust verstoort. De Geest, wij zien haar niet, toch horen we haar stem die goede woorden spreekt als ik verdrietig ben. De wind, wij zien hem niet, maar toch trekt hij zijn spoor: de golven in de zee, het lange gras buigt door. De Geest, wij zien haar niet, maar zij waait alles schoon ik ben weer opgelucht, als na een enge droom. Vanuit de overkant, een land dat niemand ziet, ontvangen wij een kracht, de Geest die uitzicht biedt. (uit: het nieuwe Liedboek)