Projectrapportage inspectieproject Facilitaire diensten in de zorg
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
1
Aanleiding, doelstelling, doelgroep en communicatie
4
Aanleiding
4
Doelstelling
4
Doelgroep
4
Communicatie
4
2
Projectopzet
5
2.1 Projectopzet, uitvoering en generaliseerbaarheid
4
2.2 Onderwerpen
5
3
Projectresultaten
6
3.1 Zaken, instrumenten en zorgsectoren
6
3.2 Resultaten per inspectieonderwerp
7
3.3 Nadere toelichting per onderwerp
7
4
Conclusies
10
5
Follow up/anbevelingen
11
Bijlage 1 Inspectieonderwerpen nader toegelicht
12
1. Fysieke belasting
12
2. Algemene veiligheid
12
3. Gevaarlijke stoffen en biologische agentia
12
4. Zwangerschapsbeleid
13
5. REACH
13
Voorwoord Van 1 maart 2009 t/m 30 april 2010 heeft de Arbeidsinspectie facilitaire diensten van zorginstellingen geïnspecteerd om de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet te controleren. In dit inspectieproject is specifiek aandacht besteed aan de facilitaire diensten van diverse zorginstellingen, waaronder de keuken, technische dienst en schoonmaak. De reden om voor facilitaire diensten te kiezen is dat daar de afgelopen jaren bij inspecties nog geen gerichte aandacht aan was besteed. Ook de werknemersorganisaties hebben op het belang van goede arbeidsomstandigheden voor ondersteunend personeel gewezen. In het inspectieproject is vastgesteld welke risico's actueel zijn en hoe het daarbij met de naleving van de wettelijke bepalingen gesteld is. Er is geïnspecteerd op een breed scala aan onderwerpen, namelijk fysieke belasting, gevaarlijke stoffen, algemene veiligheid, inrichting arbeidsplaatsen, biologische agentia en zwangerschapsbeleid. Inspecteurs hebben een redelijk positief beeld gekregen van de situatie in de geïnspecteerde zorginstellingen. Geconstateerd wordt dat de sector duidelijk aandacht heeft voor arbeidsomstandigheden. Bijna overal heeft men beleid geformuleerd op de geïnspecteerde onderwerpen. De arbocatalogi spelen daarbij een belangrijke rol. Toch zijn tijdens de inspecties op teveel locaties teveel overtredingen geconstateerd. De meeste overtredingen hadden betrekking op de algemene veiligheid (onvoldoende afscherming bewegende delen/ontbreken adequate beveiligingen), op gevaarlijke stoffen (ontbreken van maatregelen bij blootstelling) en op het geven van adequate voorlichting. Grote misstanden werden daarbij overigens niet aangetroffen. De intenties zijn dus goed, maar het schort aan doorvertaling van het geformuleerde beleid naar concrete maatregelen op de werkvloer bij de facilitaire diensten. Ik waardeer het dat de zorgsectoren, in hun facilitaire diensten, op de goede weg zijn en wil hen graag stimuleren om op de ingeslagen weg voort te gaan en daarmee de naleving te vergroten. Met de betrokken sociale partners zal overleg worden gevoerd om op basis van de projectresultaten te komen tot concrete afspraken ter verbetering van de naleving, waarbij de prioriteit komt te liggen bij de algemene veiligheid en gevaarlijke stoffen. De Arbeidsinspectie zal de nog te maken afspraken kritisch volgen en na twee jaar bezien of opnieuw inspecties nodig zijn. Utrecht, 17 augustus 2010 De inspecteur-generaal inspectiedienst SZW, mr. J.A. van den Bos
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg | 3
1 Aanleiding, doelstelling doelgroep en communicatie Aanleiding
Bij inspecties in de zorgsectoren is de laatste jaren veel aandacht uitgegaan naar de zorgverleners in de verpleging en de verzorging van patiënten/bewoners/ cliënten. Daarom was het nu belangrijk om ook de arbeidsomstandigheden van het ondersteunend personeel weer eens onder de loep te nemen. Ook de werknemersorganisaties waren van mening dat deze doelgroep nu extra aandacht nodig had. De Arbeids inspectie vindt het belangrijk te weten of de maatregelen uit de arboconvenanten en de arbo catalogus ook voldoende zijn voor de beheersing van de risico's in de ondersteunende diensten. Gegevens dan wel kennis omtrent de situatie bij de Facilitaire Diensten is niet voorhanden. De grootste arbeidsrisico's bij de ondersteunende diensten hebben betrekking op fysieke belasting, algemene veiligheid, blootstelling aan biologische agentia en aan gevaarlijke stoffen. Verwacht werd dat bij inspecties ook schoonmaak personeel zou worden aangetroffen dat niet in dienst is bij de zorginstelling, maar bij ingehuurde schoon maakbedrijven. Dat bood tevens de mogelijkheid om via dit project zicht te krijgen op de arbeidsomstan digheden van schoonmaakpersoneel zoals die door de schoonmaakbedrijven zijn georganiseerd. De goedgekeurde arbocatalogus van de sociale partners in de schoonmaaksector (RAS) gold daarbij als referentiekader voor de inspecties van de AI.
Doelstelling
De belangrijkste doelstelling voor dit project was het vergroten van de naleving van de wettelijke bepalingen met betrekking tot: a. de aanpak van de fysieke belasting; b. de bescherming van de werknemers tegen (algemene) veiligheidsrisico's;
4
| Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg
c. de bescherming van de werknemers tegen biologische agentia en gevaarlijke stoffen; d. de aanwezigheid van beleid op het gebied van zwangerschap Daarnaast werd gemonitord in hoeverre de Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen (REACH) al wordt uitgevoerd binnen de instellingen.
Doelgroep
De doelgroep voor dit inspectieproject bestond uit de ondersteunende (facilitaire) diensten van: • ziekenhuizen (algemene en academische) • verplegings- en verzorgingsinstellingen • gehandicaptenzorginstellingen en • geestelijke gezondheidszorginstellingen Onderdelen van facilitaire diensten die specifiek werden geïnspecteerd zijn: • de keukens • de technische diensten • de schoonmaak in meest brede zin van het woord. Per instelling kon op meerdere locaties worden geïnspecteerd.
Communicatie
De sector werd benaderd via de sociale partners. Dit project werd besproken met sociale partners. De betrokken brancheorganisaties waren: NVZ, NFU, ActiZ, VGN en GGZ-Nederland. Daarnaast waren er de vakorganisaties ABVAKABO FNV en CNV Publieke zaak. Dit inspectieproject is opgenomen in het gezamenlijke jaarplan 2009 van de frontoffice Ziekenhuizen, waarin rijksinspectiediensten (IGZ, AI, VROM-I, VWA en IVW) samenwerken.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
2 Projectopzet 2.1 Projectopzet, uitvoering en generaliseerbaarheid Het inspectieproject werd uitgevoerd bij 204 instellingen in de zorg, op 280 locaties: Instelling
Aantal
Bezochte locaties
Ziekenhuizen (algemeen en academisch)
18
19
Instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg
19
31
Instellingen voor Gehandicaptenzorg
22
30
136
191
9
9
Instellingen voor Verpleging en Verzorging Overige instellingen
Werkwijze bij externe schoonmaakbedrijven Indien de schoonmaakwerkzaamheden waren uitbesteed aan een extern schoonmaakbedrijf, vond de handhaving, als overtredingen werden geconstateerd, plaats bij dat externe schoonmaakbedrijf. Werkte het schoonmaakbedrijf landelijk en troffen we dat specifieke schoonmaakbedrijf ook aan bij andere geïnspecteerde instellingen, dan werd de concernbenadering (via de hoofdvestiging) toegepast.
2.2 Onderwerpen
In bijlage 1 staan de onderwerpen waarop werd geïnspecteerd, nader toegelicht. Hierbij werd in principe uitgegaan van de maatregelen die in de arbocatalogi van de diverse zorgsectoren zijn beschreven.
Kern van de bedrijfsbezoeken vormden de inspecties op de werkvloer en de contacten met de medewerkers daarbij. Telkens werd een vertegenwoordiger van de Ondernemingsraad in de gelegenheid gesteld om de inspecteurs bij hun inspectie te vergezellen. Generaliseerbaarheid Gezien de omvang en de samenstelling van de steekproef zijn de resultaten niet generaliseerbaar voor de verschillende subsectoren. De resultaten geven wel een indicatief beeld van de aard en omvang van de overtredingen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg | 5
3 Projectresultaten 3.1 Zaken, instrumenten en zorgsectoren Er zijn 280 locatiebezoeken gebracht bij totaal 204 hoofdinstellingen, daarbij zijn er 521 overtredingen geconstateerd.
Het aantal aangetroffen overtredingen is groot. Ook al zijn er geen misstanden of zorgwekkende situaties gecon stateerd, de hoeveelheid overtredingen geeft aan dat de facilitaire diensten nog het 'ondergeschoven - onderbelichte - kindje' zijn gebleven. De algemene indruk is dat de zorgsectoren goedwillende sectoren zijn, waar men zich bewust is van de risico's die het werk in de sector met zich meebrengt. Voor wat betreft de facilitaire dienstonderdelen is er echter nog de nodige ruimte voor verbetering.
De verdeling over het bezochte aantal zorginstellingen Sector
Totaal aantal geïnspec teerd
Aantallen in orde
18
4
14
Ziekenhuizen Gehandicaptenzorg Verpleging & Verzorging
22
7
15
136
59
77
19
3
16
9
2
7
204
75
129
Geestelijke gezondheidszorg Externe schoonmaak Totaal
Aantallen met over tredingen
Per locatie konden meerdere afdelingen bezocht worden. De verdeling over de bezochte facilitaire afdelingen is: Keukens 136 Technische diensten 132 Schoonmaak intern 118 Schoonmaak extern 13
Bij 30% van de inspecties (85 locaties) zijn geen overtredingen geconstateerd op de geïnspecteerde onderwerpen. Bij 70% van de inspecties (195 locaties) was wèl sprake van overtredingen. In die gevallen is met een waarschuwing, eis of stimulering gehandhaafd. De meeste tekortkomingen die zijn aangetroffen hadden te maken met Algemene Veiligheid en Gevaarlijke Stoffen. Verdeling van de ingezette instrumenten naar zorgsectoren met handhaving Sector
Stimulering
Eis
Waarschuwing
Stillegging
Totaal
Ziekenhuizen
14
10
2
38
4
54
Gehandicaptenzorg
15
5
1
67
1
74
Verpleging & Verzorging
77
79
19
218
4
320
Geestelijke gezondheidszorg
16
9
0
57
0
66
Externe schoonmaak Totaal
6
Instellingen met overtreding
| Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg
7
3
0
4
0
7
129
106
22
384
9
521
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
3.2 Resultaten per inspectieonderwerp Ingezette instrumenten (521) op de volgende inspectieonderwerpen Inspectie onderwerpen
Algemene veiligheid
Fysieke belasting
Waarschuwing
102
39
Stimuleringen
20
15
Eisen
44
Gevaarlijke stoffen
Biologische agentia
Zwanger schapsbeleid
67
37
6
89
384
41
1
1
28
106
12
22
10
Stillegging Totaal
Inrichting arbeidsplaats
6
1
1
1
128
65
45
109
Bij ruim 100 overtredingen heeft de inspecteur ervoor gekozen om een stimulering in te zetten, omdat de instellingen al op de goede weg waren. Vooral voor de handhaving op gevaarlijke stoffen werd regelmatig gekozen voor dit instrument. Voor
RIE, V&O, PBM
Totaal
9 38
7
129
521
de handhaving op veiligheid werd relatief vaak gekozen voor een zwaarder instrument en was de situatie in een aantal gevallen zodanig dat er niet meer gewerkt mocht worden met een bepaalde machine, totdat deze in goede staat was gebracht.
Verdeling van het aantal overtredingen naar onderwerp en sector Zorgsector (met overtreding/ totaal aantal) Inrichting arbeidsplaats
Ziekenhuizen (14/18)
GHZ (15/22)
V&V (77/136)
GGZ (16/19)
Overig (7/9)
Totaal (129/204)
9
10
22
4
0
45
Gevaarlijke stoffen
10
12
70
13
4
109
Biologische agentia
1
3
29
5
0
38
Fysieke belasting
10
11
32
11
1
65
Veiligheid
11
22
75
20
0
128
Arbobeleid
11
15
89
12
2
138
2
1
3
1
0
7
54
74
320
66
7
521
3,85
5
4,15
4
1
4
Zwangerschapsbeleid Totaal Gemiddelde per instelling met overtreding
Bij de Gehandicaptenzorg, Verpleging & Verzorging en Geestelijke Gezondheidszorg werden gemiddeld meer overtreding per instelling geconstateerd dan bij de Ziekenhuizen . In het algemeen hebben de Ziekenhuizen het beleid goed voor elkaar, maar zijn er nog wel duidelijk enige aandachtspunten. Bij de Verpleging & Verzorging, Gehandicaptenzorg en Geestelijke gezondheidszorg is het beeld wisselend. Bij een groot aantal locaties werden geen overtredingen geconstateerd. Daar waar wel overtredingen werden geconstateerd waren deze ook meer van structurele aard. Hoewel het aantal geïnspecteerde commerciële schoonmaakbedrijven klein is, hadden deze hun arbeidsomstandigheden beter voor elkaar dan de interne schoonmaakdiensten binnen de Verpleging & Verzorging, Gehandicaptenzorg en andere tehuizen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
Dit geldt niet voor Ziekenhuizen. Binnen de externe schoonmaak werden veel minder overtredingen geconstateerd.
3.3 Nadere toelichting per onderwerp Algemeen en Machineveiligheid: De risicoinventarisatie voor de werkzaamheden van de Technische Diensten (TD's) is minder goed uitgevoerd dan voor de werkzaamheden in de keukens en schoonmaak. De meest voorkomende overtreding was het niet afschermen van bewegende delen en het ontbreken van de noodzakelijke beveiligingen op bijvoorbeeld kolomboren, zaagmachines en metaalbewerkingsmachines. Daarnaast werden de machines ook niet altijd (meer) gekeurd en werd vooral klein elektrisch materieel
Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg | 7
slecht onderhouden. Ook ontbraken regelmatig de gebruiksaanwijzingen. Vaak betrof het dan oude machines die weinig werden gebruikt. Wel waren er nog altijd oude ladders of ladders zonder keuring te vinden (zonde om weg te gooien!).
• gebruik schoonmaakmiddelen met microvezeldoekjes • schoonmaakmiddelen wc's (ontkalkers), linoleumstrippers en • professionele vaatwasmiddelen
Er is binnen de technische diensten van instellingen een professionalisering gaande voor de veel voorkomende werkzaamheden. Grote klussen en veel voorkomende werkzaamheden besteedt men steeds vaker uit. Daar waar sprake was van HKZ (kwaliteitsmanagementsysteem zorginstellingen) gecertificeerde bedrijven waren de TD's niet vergeten. Een systematische aanpak van bijvoorbeeld gekeurde rolsteigers is een goed voorbeeld van deze professionalisering. Maar voor wat betreft de resterende klussen blijft juist de eigen TD met oude machines en oude restjes verf en chemicaliën werken.
In het algemeen zijn de risico's van biologische agentia nog niet goed geïnventariseerd. Enkele voorbeelden van werkzaamheden waarbij de technische dienst in aanraking kan komen met biologische agentia zijn vuilnisafvalverwerking en rioleringswerkzaamheden. In slechts één geval werd een naaldcontainer aangetroffen. Door bezuinigingen maakt steeds vaker personeel van schoonmaakbedrijven de bedden op. In incidentele gevallen bestaat het risico dat dit personeel in aanraking komt met besmette of met cytostatica behandelde patiënten. Hierop moet de voorlichting nog worden aangepast. Wel worden bij 82% van de instellingen afspraken gemaakt over vaccinatie voor schoonmaakpersoneel. Dit is inclusief de afspraken met de extern ingehuurde schoonmaak.
Overigens moet er verschil worden gemaakt tussen de TD's van grote instellingen zoals ziekenhuizen en kleine instellingen als verpleeg- of verzorgingshuizen. Personeel binnen TD's van ziekenhuizen moet meer weten dan dat van een TD en is vaak hoger opgeleid en wat professioneler georganiseerd dan de TD van een V&V-instelling. Het technisch personeel van een V&V-instelling bestaat vaak uit klusjesmannen. Binnen de GGZ zijn redelijk grote groenafdelingen aangetroffen, waar ook de cliënten werkzaam zijn. Inspecteurs hebben een redelijk tot goed beeld overgehouden van de TD's binnen de GGZ. Gevaarlijke stoffen Ondanks vele kleine overtredingen is het beeld toch positief, hoewel Reach nogal een onbekend onderwerp blijkt te zijn. Veiligheidsinformatiebladen zijn vaak wel aanwezig. Voorlichting en Onderricht is binnen de TD's op het gebied van gevaarlijke stoffen niet altijd goed geregeld. Men is vaak nog niet goed op de hoogte welke risico's spelen met betrekking tot het werk op de TD-afdelingen. De focus ligt veelal toch op de patiënt. Op verschillen plekken worden nog gevaarlijke stoffen gebruikt. Genoemd worden: • onderhoud bij machines (thinners) • verven op basis van oplosmiddelen • middelen bij zwembaden • incidenteel opslag in grote vaten • vloerreinigers
8
| Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg
Fysieke belasting Het belangrijkste aandachtspunt bij fysieke belasting is de voorlichting van de medewerkers. Hier kan de informatie van ergocoaches een belangrijke rol spelen. In diverse instellingen zijn opmerkingen gemaakt om de werkplek, werkmethode of hulpmiddelen aan te passen. Er kunnen echter ook zeker een aantal goede voorbeelden genoemd worden, zoals een schoonmaakbedrijf dat lichte karren heeft ontwikkeld. Ook zijn oplossingen bedacht voor het vervoer van zware waszakken. In algemene zin kan worden gesteld dat het onderwerp fysieke belasting de aandacht heeft en dat deze aandacht doorsijpelt van de zorg naar de facilitaire diensten. Arbobeleid, Voorlichting en Onderricht Als er overtredingen werden geconstateerd werd ook nagegaan of het risico onderkend was in de RI&E en of er maatregelen waren voorgesteld. Daarbij bleek dat juist de risico's voor de technische dienst niet structureel werden geïnventariseerd. Nog te vaak ging men ervan uit dat de risico's daar wel meevallen, zonder dit expliciet na te gaan. Daar waar overtredingen werden geconstateerd werd de relatie gelegd naar het onderwerp voorlichting & onderricht. Structurele voorlichting werd, bij de facilitaire diensten, vaak nog niet met voldoende regelmaat gegeven. Bij technische diensten was het belangrijk
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
dat de TD zelf op basis van zijn kennis van de risico's een goede inschatting kon maken voor de eigen gezondheid. Het is essentieel om de TD's meer voorlichting te geven over de zorg die geleverd wordt en de risico's die daaraan vast kunnen zitten, zodat ze een gefundeerd risicobewustzijn kunnen ontwikkelen voor bijvoorbeeld biologische agentia, of dat men meer alert moet zijn om een ergocoach in te schakelen met betrekking tot fysieke belasting. Zwangerschapsbeleid Het vastleggen van een goed zwangerschapsbeleid voor de ondersteunende diensten vraagt nog de aandacht. In 85% van de instellingen is het zwangerschapsbeleid beschreven. Er is geen systematische aandacht voor zwangerschapsbeleid met betrekking tot de medewerkers van de facilitaire diensten, welke risico's zij bij welke werkzaamheden tegen kunnen komen tijdens de zwangerschap of in de periode dat iemand zwanger wil worden, en welke maatregelen dan genomen kunnen of moeten worden. Veel wordt in de dagelijkse praktijk opgelost. Hieronder worden de risico's genoemd waaraan aandacht wordt geschonken in het zwangerschapsbeleid, waarbij maatregelen ter voorkoming werden aangegeven (in aantallen instellingen): Blootstellingsrisico Chemische stoffen
Aandacht in beleid
Maatregelen beschreven
Geen aandacht
85
77
48
Niet van toepassing 15
Fysieke belasting
106
98
33
9
Biologische agentia
103
98
33
12
8
23
116
0
Radioactieve stoffen
In 80% van de instellingen is een ruimte beschikbaar voor borstvoeding en krijgt de werkneemster voldoende tijd voor borstvoeding en voor het nemen van een extra rustpauze binnen een tijdsbestek van zes maanden na bevalling. Slechts in 20% van de instellingen is in het zwangerschapsbeleid aandacht voor de risico's voor mannen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg | 9
4 Conclusies De Ziekenhuizen hebben, voor wat betreft de facilitaire diensten, de arbozaken redelijk tot goed op orde. De Verpleging & Verzorging, de Geestelijke Gezondheidszorg en de Gehandicaptenzorg laten voor deze diensten een minder positief beeld zien. Vooral werd geconstateerd dat het geformuleerde beleid niet goed is doorgedrongen tot op de werkvloer bij de facilitaire diensten. Fysieke belasting in de facilitaire diensten is nog steeds een onderbelicht onderwerp gebleven, waar nog meer aandacht aan moet worden besteed. De aandacht voor fysieke belasting van het zorgpersoneel wordt, als uitvloeisel van de resultaten van de arboconvenanten, wel steeds vaker doorvertaald naar het ondersteunend personeel. De inzet van ergocoaches voor ondersteunend personeel in de instellingen kan daarbij nog sterk verbeterd worden, vooral ook om de fysieke belasting van de technische dienst beter in kaart te brengen.
De interne schoonmaakdiensten blijven nog achter in de aandacht voor goede arbeidsomstandigheden. Verder blijkt dat er meer aandacht nodig is voor voorlichting. Een groot aantal overtredingen heeft hierop betrekking. Hier blijkt vooral een link te liggen met de structurele beoordeling van de risico's. Nog te snel gaat men ervan uit dat een bepaalde doelgroep geen risico's loopt, waardoor deze doelgroep de basale voorlichting mist . Ten slotte blijkt het onderwerp REACH nog niet voldoende bekend te zijn in de zorgsectoren.
De kleinere Technische Diensten blijken wat betreft zorg voor goede arbeidsomstandigheden onvoldoende in beeld te zijn in. Risicoinventarisaties zijn daar veelal niet toegeschreven op hun risico's. Verder worden er gevaarlijke stoffen aangetroffen in de vorm van veel oude restjes verf en chemicaliën. Feitelijk zou er een grote schoonmaakactie binnen de TD's plaats moeten vinden om de restanten op te ruimen. Voor wat betreft algemene veiligheid worden veel verouderde machines zonder de gewenste beveiliging aangetroffen. Inspecteurs constateren wel dat er, mede als gevolg van uitbesteding van werk aan gespecialiseerde bedrijven, een professionaliseringsslag gaande is van TD-werkzaamheden. Aan de andere kant blijft de technische dienst toch al die kleine klusjes doen waar ze zo af en toe die bepaalde oude spullen nog voor nodig (denken te) hebben. Positieve uitzondering, voor wat betreft de naleving, is de uitvoering van de werkzaamheden door de externe schoonmaakdiensten. Hierbij speelt de Arbocatalogus voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche en de impact daarvan op de werkzaamheden in de zorgsectoren een positieve rol.
10 | Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
5 Follow up/aanbevelingen Gebleken is dat de meeste overtredingen direct verholpen werden door de instellingen. Dat gebeurde nu ad-hoc. Binnen alle instellingen moet actie worden ondernomen om de aandacht voor de facilitaire diensten en de daarmee verbonden risico's structureel in de organisatie in te bedden. Er moet duidelijk actie worden ondernomen om de Arbocatalogi verder concreet in te vullen. In het overleg met de sociale partners zullen hieromtrent en over de naleving met betrekking tot REACH en een doelmatiger invulling van de RIE en voorlichting in de facilitaire diensten nadere afspraken gemaakt worden. Het verbeteren van de voorlichting gericht op facilitaire diensten, zal een positieve uitwerking hebben op de naleving met betrekking tot de geïnspecteerde onderwerpen gevaarlijke stoffen en biologische agentia. De Arbeidsinspectie zal de nog te maken afspraken kritisch volgen en na twee jaar bezien of opnieuw inspecties nodig zijn.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg | 11
Bijlage 1 Inspectieonderwerpen nader toegelicht 1. Fysieke belasting
Goed (til)beleid is onontbeerlijk bij het voorkomen van fysieke overbelasting. Voorkomen is beter dan genezen, dus het beleid moet vooral op preventie gericht zijn. In de arbocatalogi is een aantal goede instrumenten opgenomen, bijvoorbeeld de Rug of RisicoRadar, waarmee een medewerker van een ondersteunende dienst zijn of haar eigen werk kan beoordelen op fysieke overbelasting. Ook een instrument als het Rugboekje speelt een belangrijke rol bij de bewustwording van medewerkers van nietcliëntgebonden taken: wat zijn rugklachten eigenlijk en wat kan ik zélf doen om deze te voorkomen. Blootstellingsrisico's waar tijdens de inspectie op gelet is zijn: • tillen • duwen en trekken • (onjuiste) werkhouding en statische belasting • hand-armtaken en repeterende bewegingen
2. Algemene veiligheid
Facilitaire diensten in zorginstellingen verzorgen een breed scala van diensten, met uiteenlopende werkzaamheden op verschillende plaatsen in de instelling. Op het inspectieonderwerp Algemene Veiligheid werd geïnspecteerd bij de keukens/catering en technische diensten, waarbij naast de veiligheid van de arbeidsplaats in het bijzonder de machines in de technische dienst en de apparaten in de keuken geïnspecteerd zijn.
3. Gevaarlijke stoffen en biologische agentia Bij werkzaamheden in technische dienst (TD) en keuken/catering kan blootstelling aan gevaarlijke stoffen optreden. Die stoffen, zoals schoonmaak- en ontvettingsmiddelen en vaatwasmiddelen, kunnen een gevaar opleveren voor de veiligheid en gezond heid van werknemers. Of, en in welke mate, dit aan de orde is hangt af van de gevaarseigenschappen van de stoffen, de wijze waarop men er mee werkt en de omstandigheden waaronder dat gebeurt. De
12 | Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg
omstandigheden kunnen sterk afhangen van de, al dan niet, genomen beheersmaatregelen op de werkplek. Het belang hiervan is dat de werkgever daarvan een goede inschatting maakt in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie. Voor de technische dienst geldt dat de werkplek variabel is. TD-medewerkers kunnen in principe 'overal' in de zorginstelling worden ingezet om werkzaamheden uit te voeren. Dat kan, als gevolg van de wisselende omstandigheden, ook verschillende risico's met zich meebrengen. Tijdens schoonmaakwerkzaamheden kunnen schoonmakers worden blootgesteld aan de stoffen waarmee ze werken (schoonmaakmiddelen, desinfectantia) maar ook aan de stoffen die ze moeten verwijderen of aan andere stoffen/agentia die aanwezig zijn in de ruimte die wordt gereinigd. Het overgrote deel van de gebruikte schoonmaak middelen bevat minder schadelijke bestanddelen dan voorheen, waardoor ze een stuk mens- en milieu vriendelijker zijn geworden. Daarnaast is de hoeveelheid gebruikte middelen tegenwoordig aanmerkelijk kleiner vanwege de toepassing van microvezel-systemen. Daarbij zijn geen schoonmaak middelen meer nodig. Tijdens de inspectie werd verder aandacht besteed aan biologische agentia, waarbij specifiek gekeken werd naar de, via prik- of snij- of spatincidenten, bloedoverdraagbare agentia. In de Schoonmaak- (en Glazenwassersbranche) is de Arbocatalogus Schoonmaak- en Glazenwassers branche van kracht. Deze catalogus, die een goede invulling geeft van de doelvoorschriften m.b.t. cytostatica en bloedoverdraagbare aandoeningen, beschrijft 4gedetailleerd op welke wijze de risico's moeten worden beheerst. Tevens is er in deze catalogus specifieke aandacht voor het belang van goede samenwerking tussen de zorginstelling en schoonmaakbedrijf. In de Zorg wordt schoon maakwerk immers niet alleen door eigen personeel uitgevoerd maar vaak ook (deels) uitbesteed aan schoonmaakbedrijven. Voor het goed in kunnen schatten van de risico's en het bepalen van de te nemen beheersmaatregelen, is het schoonmaak
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
bedrijf mede afhankelijk van informatie van de zorginstelling.
4. Zwangerschapsbeleid
Met betrekking tot het Zwangerschapsbeleid werd nagegaan in hoeverre de werkgever een beleid van voorlichting en onderricht heeft ten aanzien van mogelijke risico's beschreven. Nagegaan is of de geïdentificeerde risico's bij het werk van de facilitaire diensten te weten chemische stoffen (cytostatica, schoonmaakmiddelen, desinfectantia waaronder ethanol), fysieke belasting (zoals tillen en lang staan), biologische agentia (kans op infecties door prikaccidenten) en mogelijke radioactieve stoffen omschreven zijn in het zwangerschapsbeleid in de organisatie. Ook is nagegaan of er er, als de blootstelling niet kan worden voorkomen, andere maatregelen in het zwangerschapsbeleid zijn beschreven zoals aanpassing van het werk, het aanbieden van ander werk of een tijdelijke vrijstelling van werk. Van belang is ook om te controleren of de werkgever een afgesloten ruimte beschikbaar en ingericht heeft waar de werknemer borstvoeding kan geven dan wel kan kolven, en of de werknemer voldoende tijd krijgt om dit te doen. Een vaak vergeten aspect is de aandacht in het zwangerschapsbeleid aan de risico's voor mannen ten aanzien van fertiliteit en effecten op het ongeboren kind.
informatieblad (VIB, in het Engels; Material Safety Data Sheet of MSDS) opstellen. Daarin moet staan hoe men zonder risico's voor veiligheid en gezondheid met de stof kan werken. Als professionele gebruiker van chemische stoffen moeten de zorginstellingen de veiligheids- en gezondheidsmaatregelen nemen die in een dergelijk Veiligheidsinformatieblad zijn beschreven. De leverancier is verplicht dit blad op papier of langs elektronische weg te verstrekken. Het accent bij de inspecties lag vooralsnog op voorlichting over de verplichtingen van REACH. Er werd een aantal vragen gesteld over onder meer de bekendheid met REACH en het gebruik van veiligheidsinformatiebladen. Meer informatie over REACH en de controles van de Arbeidsinspectie is te vinden op www. arbeidsinspectie.nl (klikken op de REACH-button op de homepage).
5. REACH
In dit inspectieproject besteedt de Arbeidsinspectie, door middel van monitorvragen, aandacht aan REACH; de Europese verordening voor chemische stoffen die vanaf 1 juni 2007 gefaseerd in werking treedt. REACH staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen. De kern is dat alle bedrijven die te maken hebben met chemische stoffen er voor moeten zorgen dat er zo veilig mogelijk met die stoffen wordt gewerkt. Dat geldt dus ook voor professionele/industriële gebruikers van bepaalde stoffen, zoals ook bij de keukens en technische diensten van zorginstellingen en om schoonmaakwerkzaamheden in het algemeen. In deze sector gaat het dan bijvoorbeeld om het gebruik van schoonmaak- en ontvettingsmiddelen en chemicaliën in het zwembad of in het laboratorium. Wat wordt er nu van zorginstellingen verwacht? Volgens REACH moeten fabrikanten of importeurs een stof laten registreren in een Europees systeem en voor iedere geregistreerde stof een Veiligheids
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
Projectrapportage facilitaire dienstverlening in de zorg | 13
Colofon Projectnummer A 904 Inspectieonderwerpen • Fysieke belasting • Biologische agentia • Algemene Veiligheid • Inrichting Arbeidsplaatsen • Gevaarlijke stoffen • Zwangerschapsbeleid Landelijk projectleiders Jacques van der Pols en Anita Hertogh Landelijk projectsecretaris Fred van de Kamp Correspondentieadres Postbus 820 3500 AV Utrecht vijfkeerblauw | S08-281651