Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Project A860
Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven
Inhoudsopgave Voorwoord
5
1. Aanleiding en doel
7
1.1. Aanleiding
7
1.2. Doelstellingen project
7
2. Resultaten
9
2.1. Basis
9
2.2. Totaalbeeld
9
2.3. Resultaten per onderwerp
11
3. Conclusies en aanbevelingen
17
3.1. De conclusies
17
3.2. Aanbevelingen
17
Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven
Voorwoord
Veilig en gezond werken is voor werknemers in autoschadeherstelbedrijven een belangrijk onderwerp, gezien de risicovolle apparatuur en stoffen die worden gebruikt bij de werkzaamheden. De FOCWA, de brancheorganisatie voor deze bedrijven, besteedt met regelmaat aandacht aan arbeidsomstandigheden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het ontwikkelde KAMM-systeem waar leden toegang toe hebben en waarin ook de branche-RI&E is opgenomen. De FOCWA heeft ook deelgenomen aan het in 2006 afgesloten arboconvenant mobiliteitsbranche. In dit convenant zijn afspraken gemaakt om fysieke belasting en de geluidsbelasting terug te dringen, maar ook om het gebruik van oplosvrije middelen te stimuleren. In deze rapportage is vanzelfsprekend aan deze onderwerpen aandacht besteed, evenals aan machineveiligheid en de (veilige) inrichting van de werkplek. Voorafgaand aan het inspectieproject zijn alle bedrijven door de Arbeidsinspectie geïnformeerd over de vijf belangrijkste risico’s binnen de branche, door middel van de arbobrochure “ Arbeidsrisico’s in de autoschadeherstelbranche”. Hierin zijn alle hierboven genoemde risico-onderwerpen omschreven evenals de regels waaraan de werkgever moet voldoen en de wijze waarop de Arbeidsinspectie daarop inspecteert. Ondanks dit scala aan acties, is het teleurstellend om te moeten constateren dat in ruim de helft (57%) van de 767 bezochte bedrijven tekortkomingen zijn waargenomen. Ik roep de branche daarom op om, naast de al bestaande activiteiten, na te denken over andere manieren om de arbeidsomstandigheden onder de aandacht van de leden en hun werknemers te brengen. Bijvoorbeeld door in het opleidingstraject van aankomende autoschadeherstellers een module arbeidsomstandigheden in te lassen. Jong geleerd is immers oud gedaan. De Arbeidsinspectie van zijn kant, zal op niet al te lange termijn de branche opnieuw op de inspectieagenda zetten. Gezien het geringe aantal bedrijven in deze branche, circa 1600, moet het mogelijk zijn om ook de zogenoemde ‘nietweters’ en eventuele ‘niet-willers’ te stimuleren om aandacht te gaan schenken aan veilige en gezonde arbeidsomstandigheden voor hun werknemers.
Den Haag, november 2008 Drs. A. van Dijk De waarnemend algemeen directeur van de Arbeidsinspectie.
Voorwoord
1
Aanleiding en doel Samenvatting
1.1. Aanleiding
1.2. Doelstellingen project
Uit eerder uitgevoerde inspecties bij garagebedrijven en de banden- en wielenbranche kwam naar voren dat de veiligheid bij arbeidsmiddelen niet altijd even goed geregeld was. Bij autoschadeherstelbedrijven wordt deels met dezelfde arbeidsmiddelen gewerkt en de vraag was of ook daar de veiligheid voldoende gewaarborgd was. Daarnaast wordt binnen de autoschadeherstelbedrijven gewerkt met gevaarlijke stoffen, dienen daarvoor ook adequate maatregelen te zijn genomen én dient men aan de vervangingsregeling voor oplosmiddelhoudende lakken te voldoen. Ook hier de vraag, hoe het daarmee staat binnen de branche? Verder was geluid een onderwerp waaraan in het arboconvenant Mobiliteitsbranches speciale aandacht werd gegeven, maar is dat ook tot op de werkvloer doorgedrongen? Ook al omdat de branche lange tijd niet was geïnspecteerd bestond er alle aanleiding om in 2008 een inspectieproject bij de autoschadeherstelbedrijven uit te voeren.
Doel van het project was om de bedrijven binnen de branche en vooral de achterblijvers op het gebied van een goed arbeidsomstandighedenbeleid te stimuleren om aan arbeidsomstandigheden meer aandacht te schenken. Enerzijds door te handhaven bij overtredingen en daardoor de naleving van de wettelijke regelingen te vergroten, anderzijds door stimulerend op te treden bij bedrijven die het grotendeels al goed voor elkaar hebben.
Ruim voor het inspectieproject van start ging is de arbobrochure “Arbeidsrisico’s in de autoschadeherstelbranche” naar alle bedrijven toegestuurd. In de brochure wordt ruim aandacht geschonken aan de belangrijkste risico’s binnen de branche en wordt aangegeven hoe de Arbeidsinspectie daarop inspecteert. De verwachting was dat de bedrijven daarvan nota zouden nemen en eventueel maatregelen zouden nemen om die risico’s te beperken of te voorkomen. De belangrijkste risico’s uit de brochure die ook bij de inspecties werden meegenomen waren: gevaarlijke stoffen, explosiegevaar, veiligheid bij het werken met machines (o.a. hefbruggen), veiligheid op het gebied van elektriciteit, persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), fysieke belasting en geluid.
Aanleiding en doel
Deels gaat het ook om inzicht te krijgen of de bedrijven de afspraken uit het arboconvenant nakomen. Worden er voldoende maatregelen genomen om fysieke belasting en geluid binnen de bedrijven te beperken? Is er al een verbetering zichtbaar? Door het project breed uit te voeren in de branche –er is bijna de helft van het aantal bedrijven bezocht- is de verwachting dat: Er meer aandacht voor de arbeidsomstandigheden in autoschadeherstelbedrijven ontstaat; Het arboniveau wordt opgetrokken bij de achterblijvers; Niet-weters zich meer bewust worden van de risico’s.
2
Resultaten
2.1. Basis Er zijn 767 bedrijven bezocht. Dit is bijna de helft van de ongeveer 1.600 autoschadeherstelbdrijven in Nederland. Het overgrote deel van de bedrijven behoort tot de kleine bedrijven: 66% van de bezochte bedrijven had minder dan 10 werknemers in dienst, 25% tussen de 10 en 20 werknemers en de rest 20 of meer. In 23% van de bedrijven had men ook werknemers beneden de 18 jaar in dienst. Alle bezochte bedrijven waren aangesloten bij een brancheorganisatie. 79% is aangesloten bij de FOCWA, 20% bij de BOVAG en 1% bij beide organisaties. In 90% van de bezochte bedrijven werden autoschadeherstelwerkzaamheden uitgevoerd. (autospuiterijen en –plaatwerkerijen of een combinatie hiervan). Daarnaast voerde 12% ook nog onderhoud en reparaties uit en 6% APK-keuringen. Vooraf is de gehele branche geïnformeerd door de Arbeidsinspectie d.m.v. de brochure “Arbeidsrisico’s in de autoschadeherstelbranche”. Hierin staat exact beschreven wat de Arbeidsinspectie als de vijf grootste risico’s in de branche beschouwd, hoe er wordt geïnspecteerd en wat het bedrijf zelf voor maatregelen kan nemen. 419 bedrijven hebben aangegeven bekend te zijn met deze brochure waarvan 83% aangaf de brochure (deels) gelezen te hebben. De bezoeken zijn verder onaangekondigd door de inspecteurs uitgevoerd. Binnen het project is gekeken naar alle beroepsgroepen die zich bezig houden met werkzaamheden in de werkplaatsen van autoschadeherstelbedrijven en die geconfronteerd kunnen worden met onveilige
Resultaten
of ongezonde situaties tijdens het uitvoeren van die werkzaamheden. De startdatum van het project was 1 januari 2008. De einddatum was 31 mei 2008. Bij het opstellen van de brochure zijn de prioritaire inspectieonderwerpen al vastgesteld. Deze risico’s zijn allemaal meegenomen in het project. De bedrijven zijn vooraf a-select geselecteerd. Bij uitval is er door de inspecteur zelf naar een vervangend adres gezocht. 2.2. Totaalbeeld De resultaten na de eerste inspectie spreken voor zich zoals onderstaande taartdiagram laat zien. Resultaat na eerste bezoek (N=767)
in orde
niet in orde
43%
57%
Ondanks het afsluiten van een convenant, het vooraf informeren van de bedrijven d.m.v. een brochure zijn er in 57% van de bedrijven een of meer overtredingen geconstateerd. In totaal zijn er 981 overtredingen geconstateerd bij 439 bedrijven. Dit is gemiddeld 2,2 overtreding per bedrijf. In bijgaande grafiek is te zien hoe de overtredingen zijn verdeeld over de inspectieonderwerpen.
Overtredingen per onderwerp 300
282
250
217
200 144
150
117
116
100 53
50
26
26
0 gevaarlijke stoffen
arbeidsmiddelen
RI&E e.a.
explosiegevaar
algemene vereisten arbeidsplaatsen
persoonlijke beschermingsmiddelen
fysieke belasting/geluid
overig
De meeste overtredingen zijn geconstateerd m.b.t. blootstelling aan en gebruik van gevaarlijke stoffen, nl. 29%. Het aantal overtredingen geconstateerd t.a.v. arbeidsmiddelen en PBM’s ligt op 27% Bij 124 bedrijven van de 767 geïnspecteerde bedrijven (16%) was iets mis met de RI&E. Daaraan gerelateerde overtredingen betroffen o.a. voorlichting en onderricht, deskundige bijstand en het arbobeleid in zijn geheel. Om de werkgever te bewegen iets aan de geconstateerde overtredingen te doen zijn de volgende handhavingsinstrumenten1 ingezet. Ingezette handhavingsinstrumenten
Stimulering (kennisgeving) eis Arbo Waarschuwing Stillegging+Boeterapport
2% 28%
In totaal werden 556 waarschuwingen gegeven. 18 keer werd het werk stilgelegd incl. 1x met boete omdat de situatie een direct gevaar vormde voor de werknemer. In dit geval was er sprake van het verkeerd gebruiken van een heftruck. Stilleggingen waren vooral preventief o.a. voor mogelijk valgevaar, gebruik van niet toegestane vluchtige organische stoffen, het gebruiken van een machine waarvan de schermen of beveiliging bij bewegende delen ontbrak. Daarnaast werd een directe boete aangezegd voor een ondeugdelijke elektrische installatie en voor het ontbreken van een RI&E terwijl er wel tekortkomingen waren geconstateerd. 132 keer werd een (kennisgeving) eis gesteld. Hiervan waren er al 117 omgezet in een definitieve eis. Daarbij ging het o.a. 65 keer om maatregelen (zowel organisatorisch als technisch) om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen c.q. te beperken en 43 keer om het ontbreken van een periodieke keuring/onderhoud van arbeidsmiddelen.
57% 13%
1 Gebruik handhavingsinstrumenten: Bij de handhaving kan indien een lichte overtreding wordt geconstateerd worden volstaan met een stimulerende opmerking in de brief. Omdat het bedrijf op een enkele overtreding na het arbobeleid goed op orde heeft, wordt er vanuit gegaan dat die overtreding door de werkgever wordt opgeheven. Een waarschuwing wordt gegeven als het voor de werkgever gelijk duidelijk is hoe de overtreding moet worden opgeheven. Bij een stillegging mag er op dat moment niet meer worden gewerkt aan een bepaalde machine of in een bepaalde omgeving tot de gevaarlijke situatie is opgeheven. In een eis wordt gesteld hoe de werkgever een bepaalde overtreding moet opheffen. Welk resultaat van hem wordt verwacht. Bij controle van overtredingen dient de werkgever alle maatregelen genomen te hebben anders wordt er alsnog een boete opgemaakt. Een boeterapport wordt direct opgemaakt indien de inspecteur een werknemer aantreft in een gevaarlijke situatie
10
Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven
2.3. Resultaten per onderwerp Onderstaand worden de bevindingen van de inspecties per onderwerp weergegeven. Daarbij is uitgegaan van de risico’s benoemd in de arbobrochure plus enkele onderwerpen die tijdens de inspecties nog naar voren kwamen. Gevaarlijke stoffen Bij autoschadeherstelbedrijven wordt veel gebruik gemaakt van gevaarlijke stoffen. Bij het herstel van auto’s wordt gebruik gemaakt van primers, coatings en oppervlaktereinigers en verdunners met Vluchtige Organische Stoffen (VOS) of diisocyanaten. Bij de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen kunnen
acute risico’s optreden. Lekkende chemicaliën kunnen bijvoorbeeld brandwonden of vergiftigingsverschijnselen veroorzaken. Bij vluchtige organische stoffen kunnen zich veiligheidsrisico’s voordoen, zoals brand- en explosiegevaar. Hierbij moet gedacht worden aan dampen die kunnen vrijkomen bij het gebruik van (licht) ontvlambare stoffen en die een explosief mengsel kunnen vormen. In de autoschadeherstelbranche geldt een vervangingsplicht voor vluchtige organische stoffen (VOS) door producten die minder (VOS) bevatten, zoals watergedragen lakken. Het maximale gehalte aan VOS dat de vervangende producten mogen bevatten is wettelijk vastgelegd.
Voor het spuiten moeten oplosmiddelvrije lakken worden gebruikt
Er zijn 282 overtredingen geconstateerd die te maken hebben met gevaarlijke stoffen. De belangrijkste overtredingen waren: niet altijd was de blootstelling aan gevaarlijke stoffen voldoende beperkt, hetzij door een gebrek aan organisatie van de werkzaamheden, hetzij door het ontbreken van goede arbeidsmiddelen, of omdat niet ordelijk of zorgvuldig werd gewerkt. Ook ontbrak het aan maatregelen om ongewilde gebeurtenissen te voorkomen. In een aantal gevallen was de blootstelling niet vastgesteld waardoor ook niet duidelijk was of er voldoende adequate maatregelen waren genomen. Daarnaast was er sprake van het werken met kankerverwekkende of mutagene stoffen of werd niet voldaan aan de vervangingsregeling voor vluchtige stoffen. Eveneens werden overtredingen geconstateerd met betrekking tot het ontbreken van Resultaten
een goede etikettering, opslag, onvoldoende informatie over en kennis van de producten, het niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen en onvoldoende afvoer van vervuilde lucht. Brand- en explosiegevaar Vanaf 1 juli 2006 moeten volgens de ATEX regelgeving (ATmosphères EXplosives) op alle arbeidsplaatsen maatregelen zijn getroffen om gas- en stofexplosie te voorkomen. De werkgever moet daarvoor de brandbare stoffen, risicovolle situaties en blootgestelde werknemers inventariseren. Gezien de aard van de stoffen die in de branche gebruikt worden is het mogelijk dat er een gevarenzone-indeling nodig is. Ook fijnstof dat vrij komt bij schuurbewerkingen en lasrook tijdens laswerkzaamheden moeten onder
11
bepaalde omstandigheden gezien worden als gevaarlijke stoffen. Dit betekent ook dat werknemers goed voorgelicht dienen te zijn en indien nodig persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Een overzichtelijke opslag leidt tot een snelle inventarisatie van de stoffen.
Bij het schuren komt fijnstof vrij. Hier wordt de stof gelijk afgezogen. De werknemer draagt desondanks toch een mondkapje.
die aan deze machines en arbeidsmiddelen kleven. Er is sprake van knel- en pletgevaar bij o.a. hefbruggen ten gevolge van onvoldoende onderhoud, een niet goed functionerende borging of een ontbrekende afrijdbeveiliging. Oogschade kan ontstaan als gevolg van niet of onjuist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen bij las-, slijpwerkzaamheden e.d.
Te denken geeft het feit dat slechts 19% van de bedrijven bekend is met de ATEX-regeling. Er zijn 117 overtredingen geconstateerd die betrekking hadden op explosiegevaar. Daarbij ging het vooral om maatregelen die een explosieve atmosfeer moeten voorkomen (afzuiging/ventilatie). Ook ontbrak het soms aan waarschuwingsborden. Slechte elektrische installaties kunnen de oorzaak zijn van een explosie. Op dit gebied werden 15 overtredingen geconstateerd. Arbeidsmiddelen Binnen de Autoschadeherstelbedrijven wordt bij de diverse herstelwerkzaamheden gebruik gemaakt van een diversiteit aan machines en arbeidsmiddelen variërend ondermeer van hefbruggen, lasapparatuur, pneumatisch handgereedschap, hydraulische trek- en/of richtbanken enz. Tevens wordt gebruik gemaakt van verfmengmachines en spuitcabines. Ongevallen met handgereedschappen en zware ongevallen met hefwerktuigen getuigen van de risico’s
12
Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven
Een goed onderhouden en periodiek gekeurde hefbrug is van levensbelang voor de werknemer.
De meeste overtredingen die zijn geconstateerd hadden te maken met arbeidsmiddelen. Een groot deel (118x) daarvan had betrekking op het niet periodiek keuren van arbeidsmiddelen zoals hefbruggen, heftrucks, hijsmiddelen e.d. of het ontbreken van een keuringsbewijs. Ook uit gesprekken die werknemers voerden met inspecteurs bleek dat een veel voorkomend euvel te zijn: hefbruggen die niet meer gezekerd waren, kabels die versleten waren e.d. waardoor een hefbrug spontaan naar beneden kon zakken. Verder werd o.a. 35 keer geconstateerd dat arbeidsmiddelen niet meer deugden, waaronder magazijnstellingen waarbij het gevaar bestond dat de opgeslagen goederen of materialen konden gaan schuiven. 24 keer ontbrak het aan goed onderhoud en 23 keer waren bewegende delen van machines niet goed afgeschermd. Persoonlijke beschermingsmiddelen Niet altijd werden persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld of gedragen bij werkzaamheden waar dit wel noodzakelijk is; 48 keer was dit het geval. Verder waren persoonlijke beschermingsmiddelen niet altijd in goede staat of werden ze op een verkeerde manier gebruikt.
Resultaten
RI&E e.a. Ieder bedrijf in Nederland dient een risicoinventarisatie en – evaluatie (RI&E) te hebben waarin alle risico’s, knelpunten zijn aangegeven met een plan van aanpak waarin staat aangegeven wanneer knelpunten opgelost worden en de verantwoordelijke persoon daarvoor. Bij 124 bedrijven (16%) was de RI&E niet in orde. Veelal was de RI&E niet compleet. Of het plan van aanpak ontbrak, of er moesten nog nadere inventarisaties worden uitgevoerd en in een aantal gevallen was de RI&E verouderd. Uit de monitoring komt naar voren dat 22% van alle bevraagde bedrijven( 740) géén RI&E heeft en bijna 10% weet niet of men een RI&E heeft. Dit betreft vooral de bedrijven met minder dan 10 werknemers. Uit eerdere projecten kwam naar voren dat 35% niet over een RI&E beschikte. De FOCWA heeft en branche-RI&E voor de autoschadeherstelbranche ontwikkeld welke door 256 bedrijven wordt gebruikt. Vooral de kleinere bedrijven met minder dan 25 werknemers hebben de FOCWA branche RI&E in huis.
13
Een nette en overzichtelijke opslag voor gereedschappen.
Algemene vereisten arbeidsplaatsen Ook met betrekking tot de inrichting van de arbeidsplaats werden de nodige overtredingen geconstateerd. 28 keer voldeed de arbeidsplaats niet aan de vereisten voor een veilige werkomgeving, 37 keer is opgetreden tegen valgevaar waarbij het vaak ging om instabiele trappen en bordessen die niet beveiligd waren. 21 keer bleken vluchtwegen of nooduitgangen niet goed bereikbaar te zijn of niet te openen. In de meeste gevallen waren er obstakels op de vluchtweg of voor de nooduitgang geplaatst. Ook bleken brandblusmiddelen niet altijd goed bereikbaar te zijn doordat er goederen voor waren geplaatst, in een enkel geval waren er niet voldoende brandblusmiddelen aanwezig. Fysieke belasting/geluid In het convenant van de mobiliteitsbranche welke is afgesloten eind 2006 zijn eveneens de onderwerpen fysieke belasting en geluid opgenomen. Deze worden door de branche als een knelpunt gezien. Fysieke (over)belasting komt binnen autoschadeherstelbedrijven veel voor en kan leiden tot klachten aan het bewegingsapparaat tot gezondheidsschade en zelfs tot uitval uit het arbeidsproces. Overbelasting kan optreden bij tillen, duwen en trekken, maar ook bij repeterende bewegingen. Ook vindt fysieke belasting plaats bij het innemen van een ongunstige werkhouding, vaak veroorzaakt door een niet-ergonomische ingerichte werkplek.
14
Bijna alle werknemers geven aan regelmatig in gedwongen houdingen te werken. Soms kan dit niet anders, maar vaak kan de werkplek ergonomisch worden ingericht zodat een werknemer zijn taken in een goede werkhouding kan verrichten. T.a.v. fysieke belasting zijn “slechts” 6 overtredingen geconstateerd. Maar dat wil niet zeggen dat alle knelpunten t.a.v. fysieke belasting zijn opgelost binnen de branche. De inspecteur kon namelijk lang niet altijd bepalen in hoeverre bij fysieke belasting gezondheidsnormen werden overschreden. Daarom is met terughoudendheid op dit onderwerp geïnspecteerd. Neemt niet weg dat dit onderwerp niet minder serieus moet worden genomen. 5 overtredingen betroffen het inventariseren van de gevaren van fysieke belasting om deze te voorkomen dan wel te beperken. Daarnaast worden in autoschadeherstelbedrijven relatief veel medewerkers blootgesteld aan geluidsniveaus die risico’s opleveren voor het gehoor. Langdurige blootstelling aan lawaai boven de 80 decibel kan lawaaidoofheid tot gevolg hebben. Deze gehoorbeschadiging is blijvend en heeft ook grote sociale gevolgen. Zo zijn gesprekken in gezelschap nauwelijks meer te volgen.
Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven
Met het uitdeuken staat de werknemer wel eens in een ongunstige lichaamshouding; dit is niet altijd te voorkomen.
Dat geluid een belangrijk risico is blijkt binnen de branche genoegzaam bekend. Toch werden in 20 gevallen nog overtredingen geconstateerd. Zo was o.a. geluid niet altijd in de RI&E beoordeeld, niet altijd
waren voldoende maatregelen genomen om geluid te beperken en niet altijd werd in een audiometrisch onderzoek voorzien of was voldoende voorlichting en onderricht gegeven. Deze werknemer is in het bezit van een op maat gemaakt oordopje.
Resultaten
15
3
Conclusies en aanbevelingen
3.1. De conclusies Ondanks alle inspanningen van de FOCWA, zoals het invoeren van een branche-RI&E, de ontwikkeling van het KAMM-systeem en de inzet van ‘tools’ welke zijn ontwikkeld voor o.a. de inventarisatie van gevaarlijke stoffen, en ondanks de toezending door de AI van de arbobrochure “Arbeidsrisico’s in de autoschadeherstelbranche”, is de conclusie dat de inspectieresultaten teleurstellend zijn. In 57% van de 767 geïnspecteerde bedrijven zijn overtredingen aangetroffen. Van de in totaal 981 aangetroffen tekortkomingen hadden er bijna 400 te maken met het op onverantwoordelijke wijze werken met gevaarlijke stoffen, inclusief de daaraan verbonden risico’s van brand- en explosie. Er wordt nog steeds gewerkt met oplosmiddelhoudende lakken, ontvetters, primers en schoonmaakmiddelen, terwijl er op de markt genoeg aanbod is om oplosmiddelvrij of –arm te werken. Werkgevers zijn zich veelal in onvoldoende mate bewust van risico’s die deze stoffen met zich meebrengen en hebben deze niet in kaart gebracht. Daarnaast zijn er nog 282 overtredingen aangetroffen betreffende de machine(on)veiligheid. In 118 gevallen betrof dit het niet (tijdig) laten keuren van hefbruggen, heftrucks en andere risicovolle arbeidsmiddelen. Dit zijn naar de mening van de AI toch zaken die vrij eenvoudig zijn in te plannen. Het verdient in dit verband aanbeveling om met de leveranciers af te spreken dat zij hier periodiek contact over opnemen. Dit geldt eveneens voor het onderhoud aan de machines. Ook schort het op de werkplek nogal eens aan het nemen van maatregelen om de veiligheid te bevorderen. Voorbeelden zijn het blokkeren van nooduitgangen en het niet onderkennen van valgevaar bij trappen en bordessen (vaak in combinatie met de opslag van materialen). In veel gevallen lijkt dit geen onwil van de werkgever te zijn, maar vanwege een zekere mate van
Conclusies en aanbevelingen
gewenning ziet men het gevaar niet meer. De gevolgen hiervan kunnen aanzienlijk zijn. Dat de branche zich manifesteert als een groep van ‘doeners’ ofwel ‘producenten’ en niet van ‘regelaars’ mag uit het volgende voorbeeld duidelijk zijn. Bij 124 bedrijven was de RI&E nog niet in orde. De toetsing ontbrak veelal, het plan van aanpak was er niet, of bepaalde risico’s waren niet geïnventariseerd. T.a.v. de fysieke belasting kunnen nog geen harde conclusies worden getrokken. Dit risico zal op een andere wijze onder de aandacht van werkgevers en werknemers moeten worden gebracht. De werkgever zal zich bewust moeten worden van de kosten die het met zich meebrengt als bij voorbeeld een werknemer uitvalt met rugklachten (wat had hij bijvoorbeeld voor de kosten die daarmee gepaard gaan, niet aan maatregelen kunnen nemen?). Aan de geluidsproblematiek is wel het een en ander gedaan. De meeste bedrijven hebben deze geïnventariseerd en de benodigde maatregelen genomen, en middelen verstrekt om geluidsoverlast te beperken. 3.2. Aanbevelingen Aan de branches en de vakbonden zal de Arbeidsinspectie vanzelfsprekend verslag van haar bevindingen doen. Als de branches er in slagen om het thema ‘arbeidsomstandigheden’ op constructieve wijze in het lesprogramma van de opleidingscentra onder te brengen, zou dit het bewustzijn binnen de branche zeker bevorderen. Het FOCWA- en BOVAG-garantsysteem impliceert dat klanten een zekere kwaliteit kunnen verwachten. Veilige en gezonde arbeidsomstandigheden voor werknemers zouden toch ook onderdeel van dit systeem kunnen worden.
17
Daarnaast is het belangrijk dat de Arbeidsinspectie de vinger aan de pols houdt. Door de bedrijven gedurende een bepaalde periode intensief te blijven inspecteren, zal binnen afzienbare tijd zeker resultaat worden geboekt. De ervaring van de inspecteurs in dit project is, dat het gros van de overtreders niet moedwillig zijn zaakjes niet op orde heeft. De ‘niet-willers’ echter, zullen met een boete van de AI in het vooruitzicht meer genegen zijn om de geconstaeerde tekortkomingen dan toch maar op te gaan pakken. Tenslotte zullen de pers en de vakbladen worden benaderd om de resultaten van dit project onder de aandacht van de doelgroep te brengen.
Colofon Projectnummer A860 Projectleider De heer drs. R.H.M. Peltzer Projectsecretaris Mevrouw J.M.M. Geurts Oudenoord 6 Postbus 820 3500 AV Utrecht Telefoon 030 - 2305600
18
Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven
Postbus 90801 2509 WV Den Haag Projectnummer A860
AI 75P933
Vormgeving en productie Directie Facilitaire Zaken