PROJECTPORTFOLIO
AGENTSCHAP ONDERNEMEN NIEUW INDUSTRIEEL BELEID
Industrie/Sectorspecifiek Bewustmaking Maakindustrie Vlaggenschepen voor Fabrieken van de toekomst Agoria Vlaanderen Jos Pinte
Ervaring Snelheid als competitief wapen Agoria Vlaanderen Jos Pinte
Studie
Bedrijfsbenadering
Flanders Wind Farm – Offshore Wind Testsite Agoria Vlaanderen Freek Couttenier
Via 7 sleuteltransformaties naar de waarde-ketens voor de maakindustrie vd toekomst Agoria Vlaanderen Jos Pinte
Doorbreken in productietechnologie voor een Vlaamse maakindustrie met toekomst Agoria Vlaanderen Jos Pinte
De FACtory Federatie Aluminium Contstructeurs Etienne Clinquart
iMade Plan C Karel Van Acker OMC-OPC Open Manufacturing Campus Paul Peeters
Chemie
Buildchem Federplast.be Petri Ven
Textiel en hout
Texchem: Duurzame chemie in textiel Fedustria Vlaanderen Bruno Eggermont
Watrasist Federplast.be Geert Scheys
Symbiose Essenscia Frans Dieryck
Bluechem Essenscia Frans Dieryck
Open innovatie cluster voor de transitie naar een biogebaseerde economie Ghent Bio-Energy Valley Wim Soetaert
Ontwikkeling businessplan voor TINA-fonds: “Ghent Syngas Cluster & Demonstration Plant” Ghent Bio-Energy Valley Wim Soetaert
CORE BUSINESS to create new value chains of downstream users of thermoplastics FEBEM Werner Annaert
Roadmap naar de textiel-, hout-, en meubelfabriek van de toekomst Fedustria Vlaanderen Chris De Roock
Zeetex – Textielproducten voor de zee Centexbel Jan Laperre
Voedselverlies FEVIA Vlaanderen Claire Bosch
Foodinofra FEVIA Vlaanderen Claire Bosch
Netwerk vermarkting van innovatieve producten Fedustria Vlaanderen Katja De Vos
Voeding
Innovatieve hub voor de agro-voedingsindustrie POM – West-Vlaanderen Stefaan Matton
Sectoroverschrijdend Bewustmaking Nieuwe Fabriek van de Toekomst VKW Limburg Raf Sluismans Smart Energy Solutions VSGP / Smart Grids Flanders Heidi Lenaerts
Ervaring
Studie Waterstof Waterstofnet Adwin Martens
Bedrijfsbenadering De KMO 2.0 UNIZO Geert Eggermont Lead Plants & Lead Companies VOKA Antwerpen-Waasland Erik Van Imschoot Kracht ConnAct Geert Van Hootegem Interdisciplinaire clusters als opstap naar een kennisgedreven economie POM – West-Vlaanderen Stefaan Matton FabLabXL: Fabriek van de Toekomst Erasmushogeschool Brussel Luc Van de Velde
MAAKINDUSTRIE
Vlaggenschepen voor Fabrieken van de Toekomst Transformatietraject – Bewustmaking - 24 maanden Dit project wil Vlaamse bedrijven uit de maakindustrie met herkenbare voorbeelden aanzetten om zelf concrete stappen te ondernemen om zich te transformeren naar de “Nieuwe Fabriek voor de Toekomst”. Goede voorbeelden van de “ultieme” FvT zijn schaars – maar vele succesvolle bedrijven blinken vandaag al uit in één of meerdere deelfacetten van de FvT. Deze voorlopers zullen als “vlaggenschip” optreden om aan andere Vlaamse bedrijven de weg naar succes voor te tonen. “The future is already here - it’s just not very evenly distributed” (William Gibson) Door al deze individuele best practices samen te leggen zal er een tastbaar en herkenbaar totaalbeeld ontstaan voor de diverse aspecten van de “Nieuwe Fabriek voor de Toekomst”. Het project zal bedrijven stimuleren door hun transformatiedoelen concreet en herkenbaar te maken, door aan te tonen dat dergelijke voorbeelden echt werken en door handvaten aan te reiken om gericht aan de slag te gaan. Op basis van de individuele best practices zal het project de verschillende succes-drivers in kaart brengen en bundelen tot een “framework voor transformatie” dat enerzijds gebaseerd is op real-life praktijkervaringen en anderzijds gekoppeld wordt aan actuele denkkaders rond strategische business-innovatie. Het project wil een 40-tal best practice-bedrijven opsporen, documenteren en in de spotlight zetten. Op basis daarvan wil het vele honderden bedrijven sensibiliseren. Het zal bovendien een 30-tal bedrijven ondersteunen om een eigen concreet transformatietraject op de rails te zetten. Promotor
Agoria Vlaanderen heer Jos Pinte general manager A Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
Snelheid als competitief wapen Transformatietraject – Ervaringsuitwisseling – 24 maanden Met snelheid kan je in een geglobaliseerde wereld duurzaam de concurrentie verslaan. Dit is de visie achter een tijdsgedreven organisatie, waarbij het verkorten van de tijd voor het bedenken, ontwikkelen, produceren en vermarkten van producten de dominante drijfveer voor de ganse organisatie is. Voorlopers bewijzen de kracht van een focus op snelheid om bedrijven écht te transformeren. Vernieuwende methodieken, kennis en ondersteunde technologie zijn beschikbaar, maar zijn in Vlaanderen nog maar bij enkelingen doorgedrongen. Met ervaringsuitwisseling zet dit project Vlaamse bedrijven uit de maakindustrie ertoe aan om hun eerste stappen te zetten en helpt het hen om te transformeren naar “Fabrieken voor de Toekomst” die excelleren qua snelheid en snelheid benutten als competitief wapen. Dit project richt zich op de Vlaamse maakindustrie, een 800-tal productiebedrijven uit de technologische industrie binnen de sectoren “Automobiel”, “Elektrotechniek en ICT”, “Kunststoffen en Composieten”, “Mechatronica”, en “Metalen, Materialen en Metaalproducten”. Deze doelgroep bestaat voor 95% uit kmo’s. Vertrekkende van de opgebouwde ervaring in dit thema bij de twee adviseurs van dit project, realiseert het project een substantiële impact op de toekomst van doelgroepbedrijven door: Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
4
• • • • •
200 industriëlen te sensibiliseren over de kracht van ‘tijdsgedreven denken’ als visie. 100 industriëlen te stimuleren om transformatietrajecten op te zetten door hen ervaringen te laten uitwisselen met voorlopende bedrijven. 25 kruisbestuivingen tussen de bedrijven die starten met transformeren op te zetten en te faciliteren om zo hun transformatie te versnellen. 20 bedrijven te begeleiden naar derden die bedrijven ondersteunen bij het realiseren van de transformatie, waar nodig met inschakeling van bvb. het TINA-fonds. 8 tastbare succesverhalen te realiseren binnen het tijdsbestek van dit project van bedrijven die een transformatie doormaken.
Promotor
Agoria Vlaanderen heer Jos Pinte general manager A Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
Flanders Wind Farm - Offshore Wind Testsite Transformatietraject - Studie - 12 maanden Offshore windparken zijn de duurzame energiecentrales van de toekomst, met groot potentieel inzake het invullen van de ambitieuze 2020 (en post 2020) energiedoelstellingen, maar vooral ook met groot economisch potentieel voor de Vlaamse industrie. De komende jaren zijn cruciaal voor de doorgroei van offshore windenergie tot een mature en concurrentiële energievorm met grote industriële impact. Vlaanderen beschikt vandaag over een aantal wereldspelers in de waardeketen van de offshore windenergie. Daarnaast is een brede waaier ontstaan van toeleveranciers, van bedrijven die heel specifieke – vaak sterk kennisgedreven - activiteiten hebben ontwikkeld in een bepaalde niche of die de eerste stappen zetten in deze markt. Het gaat hier zowel om bedrijven die actief zijn in de productie en ontwikkeling/bouw van offshore windparken (investeringsfase) alsook om bedrijven die zich richten op de operationele fase (exploitatie en onderhoud). Vandaag wordt de tewerkstelling geschat op 3.175 directe jobs in 2009, met het potentieel om uit te groeien tot een sector van 13.000 jobs in 2020 (bron: Agoria studie 2009). Voorwaarde is dat de Vlaamse bedrijven een significant marktaandeel kunnen behouden en/of verwerven. Testsites in reële omstandigheden (offshore) en op industriële schaal, spelen bij deze doorgroei een centrale rol. De praktijk heeft uitgewezen dat goed uitgeruste experimentele faciliteiten onontbeerlijk zijn voor industriële kennisopbouw en referenties. Dit speelt bij uitstek in de offshore windenergie, waar de noodzaak van innovatie om de totale Cost of Energy heel sterk leeft, maar investeerders in windparken tegelijkertijd de risico’s willen beperken in hun uitbatingsmodel en OEM’s vaak terughoudend zijn ten aanzien van (uitvoerige) testing op (componenten) operationele turbines. Het kunnen testen van Vlaamse innovatieve oplossingen is uitermate belangrijk in die context. Specifiek voor de Vlaamse leveranciers van componenten van offshore windturbines, aanbieders van diensten (O&M), onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen, exploitanten en lokale entrepreneurs, de Vlaamse havens alsook potentiële nieuwe buitenlandse investeerders is de ontwikkeling van een offshore testveld (of testing at site) een heel belangrijke ‘enabler’ om een sterke positie van Vlaanderen in de zich snel ontwikkelende Europese en mondiale offshore windenergiesector te bereiken, te handhaven en te versterken. De grote nood aan testcapaciteit wordt ook internationaal erkend. De studie Flanders Wind Farm – Offshore Test Site (ingediend door Agoria en haar partners Sirris, 3E, Rebel en Stibbe) beoogt concreet de transformatie Vlaamse industrie via het het maximaliseren van de industriële return voor Vlaanderen ingevolge de internationale groei van de markt van de offshore windenergie, en dit door middel van het opzetten van een Vlaamse state-of-the-art offshore testsite (kennisverankering en commerciële referenties) met geïntegreerde en gerichte aanpak over de volledige waardeketen. De beoogde testsite kadert in het bredere Flanders Wind Farm project, dat werd ingediend in het kader van de Staten Generaal voor de Industrie door Agoria samen met het innovatieplatform Generaties. Promotor
Agoria heer Freek Couttenier adviseur Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
5
A Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
Doorbreken in productietechnologie voor een Vlaamse maakindustrie met toekomst Transformatietraject - Studie - 18 maanden Dit studieproject beoogt om voor de Vlaamse maakindustrie meer specifieke visieteksten (als aanvulling op de visietekst “Witboek Nieuw Industrieel Beleid”) op te stellen waarmee Vlaamse bedrijven en gerelateerde organisaties een belangrijke transformatie op het gebied van World Class Productiemiddelen kunnen initiëren. De studie start met het uitklaren van de state-of-the-art en toekomstvisies voor 5 categorieën van productietechnologieën met grote impact op de Vlaamse maakindustrie: afnemende bewerkingen, opbouwende (additieve) productie, omvormende bewerkingen, assemblage en hybride technologieën. Aan de hand van Technology Readiness Levels (TRL) wordt de ontwikkelingsstatus van een technologie beoordeeld. Vanuit het overzicht van productietechnologieën worden verschillende werkgroepen opgestart om samen met doelgroepbedrijven de opportuniteiten binnen de Vlaamse Maakindustrie te detecteren. Binnen de studie wordt het scoringsmechanisme Market Readiness Level (MRL) ontwikkeld waarbij het valorisatiepotentieel voor Vlaanderen van een technologie in kaart gebracht wordt. Het toekennen van TRL en MRL niveau’s leidt tot de selectie van een groep technologieën met grootste potentieel voor de Vlaamse maakindustrie. Dit leidt tot één overkoepelend actieplan “World Class Productiemiddelen”. Promotor
Agoria Vlaanderen heer Jos Pinte general manager A Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
Via 7 sleuteltransformaties naar waardetekens voor de maakindustrie van de toekomst Transformatietraject - Bedrijfsbenadering - 36 maanden Een studie van Agoria identificeerde samen met toonaangevende bedrijven zeven sleuteltransformaties voor de Vlaamse Maakindustrie. Om deze sleuteltransformaties succesvol in praktijk om te zetten, wordt de Maakindustrie geconfronteerd met grote uitdagingen: 1. 2. 3.
Niet enkel individuele bedrijven dienen te transformeren maar wel de gehele waardeketen. De ‘abstracte’ transformaties moeten omgezet worden in concrete businessplannen. Transformeren vraagt om een totaalaanpak (technologie, bedrijfsmodel en arbeidorganisatie)
Het project hanteert de aanpak Collectief Transformeren waarbij bedrijven en waardeketens samen een Strategisch TransformatiePlan (STeP) uitbouwen. Via een FvT bedrijfsscan wordt de kloof tussen de huidige situatie en de Fabriek van de Toekomst duidelijk voor zowel individuele bedrijven als waardeketens. De collectieve aanpak via boot camps, een ondernermersclub en interactief ervaringsplatform laat toe dat bedrijven van elkaar leren en elkaar inspireren. Bedrijven zullen zo versneld en succesvol transformeren. Binnen het project werken Sirris, Flanders Synergy en Universiteit Antwerpen samen om via de ‘magische driehoek’ (technologie – bedrijfsorganisatie – arbeidsorganisatie) bedrijven te ondersteunen in een totaalaanpak van de transformatie(s).
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
6
Het project heeft tot doelstelling 40 bedrijven te voorzien van een STeP waarvan er 20 tijdens of kort na afloop daadwerkelijk transformeren tot topondernemingen of ‘lead plants’ binnen de Maakindustrie. Deze succesverhalen zullen inspirerend werken voor de verder transformatie van de Maakindustrie. Promotor
Agoria Vlaanderen heer Jos Pinte general manager A Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
De FACtory Open productie - Bedrijfsbenadering - 36 maanden De FAC wil met de FACtory de bedrijven actief in de gevelbouw en gevelbekleding een platform aanbieden om open innovatie succesvol te stimuleren en te implementeren. De FACtory zal een kader creëren waar een wisselwerking ontstaat tussen de hoogtechnologische industrie, de verwerkende industrie en de voorschrijvers om pro-actiefvernieuwingen te stimuleren en de sector te wapenen voor de toekomst. Deze oplossingen moeten leiden tot richtlijnen gerespecteerd door de gevelbouwer en van dien aard zijn dat ook voorschrijvers en controleorganismen er naar verwijzen. De FACtory zal een katalysator zijn in het innovatieve ecosysteem en ervoor zorgen dat de ondernemers actief in deze sector de technologische uitdagingen waar ze in de directe toekomst voor staan niet uit de weg gaan en hun bedrijven nog beter wapenen tegen concurrentie uit (niet)- Europese landen en zo hun verankering in Vlaanderen versterken en de tewerkstelling vrijwaren. De Vlaamse constructeur staat momenteel zwak t.o.v. de buitenlandse concurrentie, zeker als op innovatievermogen aankomt. Het is slechts door de handen in elkaar te slaan, de problemen te delen en oplossingen samen te implementeren dat de Vlaamse gevelbouwers inhaalbewegingen kunnen uitvoeren. In een later stadium is het de bedoeling deze richtlijnen ook te laten gebruiken door de brede doelgroep van bouwbedrijven en de verandabouw. Dit wordt belangrijk eens innovaties uit de industriële gevelbouw, geheel of gedeeltelijk overgenomen worden door de particuliere bouw of verandabouwers. Op dat moment zal een disseminatie naar deze doelgroep ook mogelijk zijn. Promotor
Federatie Aluminium Constructeurs (FAC) heer Etienne Clinquart voorzitter Rozenlaan 36 8460 Oudenburg
[email protected]
iMade Open productie – Bedrijfsbenadering – 24 maanden iMade is een project dat als doelstelling heeft het vormen van een regionaal netwerk waarbij cutting edge technologie en gedeelde infrastructuur flexibel worden ingezet om lokale productie-op-maat en snelle, veelvuldige productie van kleine volumes mogelijk te maken. Het geeft aanleiding tot het veel beter inspelen op de reële lokale vraag, met meer oog voor sociaal-maatschappelijk trends. Daarom luidt de centrale probleemstelling van iMade: hoe kan de industriële productie in Vlaanderen lokaal en duurzaam worden ingebed voor een productie-op-maat? Een belangrijk aandeel toekomst van de Vlaamse maakindustrie ligt volgens PLAN C dus in de meervoudige nicheproductie (Long Tail) waarbij snel en flexibel wordt ingespeeld op de lokale vraag. Maar dat moet ook duurzaam kunnen. Van meet af aan zet iMade in op een duurzaam materialengebruik. Het sluiten van de kringlopen is van strategisch belang voor Vlaanderen. Voor iMade start dat proProjectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
7
ces bij de design van producten die lokaal kunnen worden gemaakt door slimme verbindingen te maken tussen rapid manufacturing en het inzetten van doelgroepmedewerkers. Daarom is iMade een ‘B-2-B-2-C’ project omdat het er op is gericht de slimme en duurzame productie van nicheproducten die inspeelt op de lokale vraag van consumenten (massa customisatie) mogelijk te maken in een regionaal en sociaal verankerd open productiemodel. Zo ontstaat er een nieuwe relatie tussen de klant en het bedrijf. Het open productie model staat ook veel sneller een activiteit in de maakindustrie op te starten en op te schalen. Zo geeft iMade Vlaanderen een geheel nieuw, inclusief en uitdagend perspectief voor de maakindustrie. Promotor
Plan C heer Karel Van Acker voorzitter Stationsstraat 110 2800 Mechelen
[email protected]
OMC-OPC (Open Productie Concepten) Open productie – Bedrijfsbenadering – 36 maanden Vzw OMC ambieert een cruciale rol in de transitie van de Vlaamse industriële productie. Hiertoe zullen verschillende invullingen gegeven worden aan het concept van Fabriek van de Toekomst (FvT). Meer specifiek wordt zeer sterk ingezet op de creatie van een dynamiek bij de bedrijven door deze te inspireren, te motiveren én te overhalen om nieuwe productieconcepten te introduceren. Het uittekenen van productieconcepten en deze op een actieve wijze ingang doen vinden bij de bedrijven, daar wenst vzw OMC zich met dit project op toe te leggen. In een eerste fase worden technische evoluties en marktmogelijkheden op nationaal en internationaal vlak in kaart gebracht. Deze combinatie – een zicht op vraag én aanbod – vormt de basis voor de tweede fase in het project. Tijdens deze fase zoekt vzw OMC op systematische wijze naar nieuwe, waar mogelijk crosssectorale, invalshoeken die moeten resulteren in vernieuwende open productieconcepten. We hanteren daarbij 4 verschillende methodieken: • • • •
Ontwikkeling van actuele productieconcepten Ontwikkeling van clusters Versnellen van industriële productie vanuit onderzoeks/kennisinstellingen (spin offs) Ontwikkeling van gemeenschappelijke productiesites.
Alle productie concepten zullen tegen het licht gehouden worden om na te gaan of ze toets van duurzaamheid doorstaan. Ecodesign vormt een inherent deel van het ontwikkelproces. Meer nog: duurzaamheid zal een driver zijn in het zoeken naar nieuwe productieconcepten. Tot slot wenst vzw OMC uitdrukkelijk een prominente rol te vervullen als showcase waarbij de behaalde resultaten en kennisopbouw verder kunnen benut worden in Vlaanderen. Promotor
Open Manufacturing Campus heer Paul Peeters directeur Slachthuuisstraat 96 2300 Turnhout
[email protected]
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
8
CHEMIE BUILDCHEM Transformatietraject - Bewustmaking - 24 maanden Het project rond het thema “Kunststoffen en bouwchemicaliën voor duurzamere bouwwerken”, kortweg BUILDCHEM, wil bedrijven, met nadruk op kmo’s, uit de hele waardeketen ‘bouw’ actief en intensief begeleiden om voorbereid te zijn voor de transitie naar een Fabriek van de Toekomst waarin open innovatie en samenwerking doorheen de keten centraal staan. Hierbij wordt door de fabrikanten van kunststof bouwmaterialen (Federplast.be) en bouwchemicaliën (Detic, IVP) samengewerkt met Essenscia en de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB). Hierdoor is de hele waardeketen van producent van grondstoffen tot en met eindgebruiker betrokken. BUILDCHEM wil door intensieve begeleiding van bedrijven het kennisniveau van de bedrijven uit de bouwsector over materiaalkringlopen en duurzame productinnovatie met kunststoffen en bouwchemicaliën op peil brengen en samenwerking tussen producent, leverancier, professionele gebruikers en voorschrijvers stimuleren via Demonstration Labs, proeftuinen en het ontwikkelen van Advanced Market Concepts. Hierdoor wordt een economische verankering van deze belangrijke, maar kwetsbare sector in Vlaanderen verzekerd, die 10% vertegenwoordigt van de omzet van de ‘chemiesector’ (5 miljard euro). Promotor
Federplast.be heer Petri Ven sr advisor bouw en normalisatie Auguste Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
WATRASIST Transformatietraject - Studie - 13 maanden Het studie-project/voorstel WATRASIST (WAARDEKETEN-TRANSFORMATIE VIA/ MET KUNSTSTOF/RUBBER/ (K+R) OPLOSSINGEN VOOR ASSISTIEVE TECHNOLOGIE (AT) (EIND)PRODUCTEN ) Het betreft een 15 maand lopend project (studie) , gericht op het detecteren , prioritiseren , detailleren en daadwerkelijk coachen van waardeketen-partnering opportuniteiten ( dit laatste via een 10-tal concrete cases ) tussen de Kunststof-en Rubberverwerkende bedrijven in Vlaanderen en eindmarkten m.b.t. Assistieve Technologie ( accent op fysieke producten ).Tevens worden hieruit bredere “lessons learned” en aanbevelingen gegenereerd voor de betrokken sectoren en voor de beleidsmakers desbetreffend .Het project wordt gezamenlijk aangepakt door federplast.be, Flanders’ PlasticVision en InHam vzw. Promotor
Federplast.be heer Geert Scheys secretaris-generaal A Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
BLUECHEM Open productie - Studie - 18 maanden De studie BLUECHEM onderzoekt of een groene chemie incubator/accelerator op de Blue Gate Antwerp site (het vroegere Petroleum Zuid) de geschikte locatie is en technisch en economisch haalbaar is. De studie wordt uitgevoerd door essenscia (de industriefederatie Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
9
voor chemie, life sciences en kunststoffen) en stad Antwerpen. Er wordt overlegd met alle Vlaamse stakeholders en maximaal internationaal gebenchmarkt. De studie zal na 1,5 jaar een realiseerbaar businessplan met een implementatie actieplan afleveren dat de incubator/accelerator eind 2016 moet realiseren. Promotor
Esscenscia heer Frans Dieryck gedelegeerd bestuurder A Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected]
Ghent Syngas Cluster & Demonstration Plant Transformatietraject - Studie - 12 maanden Het doel van het project omvat het ontwikkelen van een businessplan voor het TINA-fonds en het opvolgen van de aanvraag bij PMV. Dit project heeft als doel het ontwikkelen en demonstreren van een nieuwe innovatieve technologie om syngas, een mengsel van koolmonoxide en waterstofgas, om te zetten naar groene chemicaliën, duurzame brandstoffen en groene stroom. Hiertoe zal een demonstration plant worden gebouwd in de Bio Base Europe Pilot Plant te Gent om het proces te optimaliseren, op te schalen en te demonstreren op pilootschaal. Een consortium van verschillende bedrijven zal de nieuwe technologie ontwikkelen en demonstreren binnen het “Ghent Syngas Cluster” in de haven van Gent. Het ontwikkelde proces zal de uitstoot van CO2 aanzienlijk reduceren en zo de opwarming van de aarde tegengaan. De technologie kan zeer breed worden toegepast en moet leiden tot commercialiseerbare technologie die wereldwijd kan worden toegepast. Promotor Ghent Bio-Energy Valley heer Wim Soetaert voorzitter Coupure links 653 9000 Gent
[email protected]
SYMBIOSE Vlaams Verbindingsplatform voor de duurzame valorisatie van hulpbronnen Transformatietraject - Bedrijfsbenadering - 24 maanden “ SYMBIOSE creëert in Vlaanderen eindelijk een door alle stakeholders gedragen matchmaking service platform voor de valorisatie van, in eerste instantie, industriële afval- en nevenstromen maar in een later stadium alle andere resources (restwarmte, (innovatie) infrastructuur, logistiek, reservematerialen, personeel, …). SYMBIOSE creëert een permanent Vlaams Platform dat maximaal onafhankelijk moet worden van publieke (subsidie)inkomsten. Het zal een grote internationale hefboom creëren naar de EU programma’s en daarbuiten rond resource effectiveness (OESO en EU Horizon 2020 Resource Management projecten). Verschillende EU landen ambiëren bovendien een ‘Industrial Symbiosis’ afdeling (KIC) in het Europees Instituut voor Technologie, waaraan SYMBIOSE zal kunnen participeren.” Promotor
Essenscia heer Frans Dieryck gedelegeerd bestuurder Reyerslaan 80 1030 Brussel
[email protected] Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
10
Open innovatie cluster voor de transitie naar een biogebaseerde economie (BIOCLUSTER) Transformatietraject - Bedrijfsbenadering - 36 maanden Het doel van BIOCLUSTER is de transitie van de Vlaamse industrie naar een duurzame, biogebaseerde economie. Het project wordt gedragen door Ghent Bio-Energy Valley, FlandersBio en essenscia en technologisch ondersteund door de Bio Base Europe Pilot Plant. Dit project richt zich voornamelijk op bedrijven uit de agro-industrie (suikerindustrie, zetmeelindustrie, vetverwerkers, plantaardige olie-industrie), de technologieontwikkelaars (industriële biotechnologie, groene chemie), en de traditionele chemiesector. Centraal in het project staat de ontwikkeling van nieuwe economisch en ecologisch rendabele waardeketens rond productgroepen die een sleutelrol vervullen in de biogebaseerde economie: bioplastics, biodetergenten, biomaterialen, biosolventen en biosmeermiddelen. Hiervoor zal sectoroverschrijdend gewerkt worden in thematische werkgroepen, waarbinnen de bedrijven op zoek gaan naar nieuwe waardeketens die op korte termijn kunnen geïmplementeerd worden en een meerwaarde bieden voor de deelnemende bedrijven. De werkgroepen zullen op technologisch gebied ondersteund worden door een ‘open innovatie campus voor de biogebaseerde economie’, die ook tijdens dit project zal opgericht worden. Voor het uitbouwen van deze campus zullen strategische partnerschappen aangegaan worden met kennisinstellingen en technologieleveranciers, zodat op elk moment snel en gericht oplossingen kunnen aangeboden worden. Deze open innovatie campus zal fungeren als katalysator voor de ontwikkeling van nog meer nieuwe biogebaseerde waardeketens in Vlaanderen en zal tevens zorgen voor de continuïteit van BIOCLUSTER na afloop van het project. Het project wordt ondersteund door brede sensibiliseringsacties rond de biogebaseerde economie, en de behaalde resultaten zullen via verschillende communicatiekanalen breed verspreid worden. Het voorstellen van succesverhalen uit het project moet andere bedrijven motiveren om ook de omschakeling naar de biogebaseerde economie te maken. Promotor
Ghent Bio-Energy Valley heer Wim Soetaert dagelijks bestuurder Coupure Links 653 9000 Gent
[email protected]
CORE BUSINESS to create new value chains of downstream users of thermoplastics Transformatietraject - Bedrijfsbenadering - 36 maanden Dit bedrijfsgericht benaderingsproject beoogt de transitie binnen de industriële waardeketens die gerecycleerde materialen aanleveren en/of inzetten voor de productie van kunststoffen en/of textielvezels. Kenmerkend voor deze transitie is het integraal beheer en de beheersing van de diverse zorgaspecten (productkwaliteit, productveiligheid en milieu) bij de diverse processen (ophalen, zuiveren, recycleren, produceren, toepassen) en dit niet alleen op individueel bedrijfsniveau maar ook binnen en tussen de toelevering- en waardeketens. Het integraal beheer en beheersen op ketenniveau zijn essentiële elementen binnen het “CORE BUSINESS MODEL”. Dit model steunt op het “COntrolled REecycling”-model binnen de volledige waardeketens. De transparantie en het volledig naspeurbaar maken en van de doorgevoerde product- en procescontroles op ketenniveau zijn noodzakelijk voor het waarborgen van de productkwaliteit en voor het reduceren van de milieu-impact van de industriële activiteiten. Het beter en vollediger karakteriseren en exploiteren van de verschillende materiaalstromen zijn daarbij zeer belangrijke parameters. Door het toepassen van het CORE BUSINESS MODEL kan het vertrouwen in polymere producten, waarin gerecycleerde grondstoffen op een gecontroleerde wijze verwerkt zijn, sterk toenemen, kunnen de materiaalketens optimaal gesloten worden en kunnen er ook Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
11
nieuwe waardeketens ontstaan. Door het implementeren van het CORE BUSINESS MODEL wordt een duurzame vergroening van het productiesysteem mogelijk. Promotor
FEBEM heer Werner Annaert algemeen directeur Esplanade 1-bus 87 1020 Brussel
[email protected]
TEXTIEL EN HOUT TEXCHEM Transformatietraject - Ervaringsuitwisseling – 24 maanden Met het project “TEXCHEM: duurzame chemie in textiel” wil Fedustria, samen met Essenscia Vlaanderen en Centexbel, de versnelde transitie naar een “duurzame” chemie bij de Vlaamse textielproducenten initiëren en ondersteunen met het oog op de productie van duurzame textielproducten. Door de intersectorale aanpak van dit project, via enerzijds de chemiesector en anderzijds de textielsector, kan er gerichter ingespeeld worden op de concrete vergroening van het productengamma binnen textiel, alsook van het textielproductiesysteem. De doelstellingen van TEXCHEM weerspiegelen de drie kerntaken die leiden tot duurzame chemie in textiel, namelijk: duurzame keuze van chemicaliën en textielproductieprocessen, duurzaam omgaan met chemicaliën en de transitie naar een duurzame chemie binnen het textielbedrijf als bedrijfsvoering, bij de afnemers en gebruikers van textielproducten. Het project is een transformatieproject, met als doelstelling duurzame chemie bij textielbedrijven te ondersteunen, te begeleiden en te stimuleren en dit vooral door ervaringsuitwisseling. De voorgestelde activiteiten binnen de drie doelstellingen zullen het ondernemerschap in de textielbedrijven en bij hun chemietoeleveranciers stimuleren en faciliteren. De begeleiding- en bewustmakingsactiviteiten zijn gericht op een breed georiënteerde ervaringsuitwisseling die moet leiden tot transitie naar de textielindustrie van de toekomst. Hoewel het project hoofdzakelijk is gericht op ervaringsuitwisseling, kent het ook beperkt, maar niet te verwaarlozen, een ondersteunende bewustmaking. De transitie speelt in op eco-innovatie en specialisatie, beide zijn duidelijk gelinkt aan facetten binnen de innovatieknooppunten. De vooropgestelde transitie leidt uiteindelijk tot een concurrentievoordeel voor de betrokken chemieen textielbedrijven en naar een duurzame werkgelegenheid naar de toekomst toe. Verder speelt deze transitie in op diverse nieuwe businessmodellen zoals onder andere het toepassen van het principe van kringloopsluiting en duurzame productontwikkeling bij het ontwerp en de realisatie van textielproducten, waarbij de keuze van de duurzame chemicaliën en het gebruik ervan centraal staat. Promotor
Fedustria heer Bruno Eggermont adviseur Montoyerstraat 24 1000 Brussel
[email protected]
Netwerk vermarkting van innovatieve producten Transformatietraject - Ervaringsuitwisseling - 36 maanden Ondanks de vele inspanningen inzake innovatie in België, is er nog al te vaak een probleem om innovatieve producten efficiënt en effectief op de markt te brengen. Zo kan men in een recent persartikel met als titel “België net niet bij top innovatie in Europa” uit De Tijd van 8 februari 2012 lezen: “De zwakke punten liggen enerzijds bij de investeringen en anderzijds bij het naar de markt brengen Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
12
van innovaties. Wat het vermarkten’ van innovatie betreft, scoort België onder het gemiddelde. De verkoop van innovatieve producten of diensten daalt zelfs relatief. Belgen zijn ook geen kampioenen in het zoeken van bescherming voor intellectuele eigendom.” Daarom willen wij onze bedrijven de mogelijkheid bieden om middels een doordachte aanpak en de nodige begeleiding te komen tot een meer efficiënte en meer effectieve vermarkting van hun innovaties. Concreet beoogt dit project de oprichting van een netwerk voor ervaringsuitwisseling met als thema “vermarkting van innovatieve producten”. Dit project zal worden geleid door Fedustria, de aanvrager en coördinator van het project. Fedustria zal hiertoe een projectcoördinator aanstellen (Katja De Vos). Het project zal in onderaanneming worden begeleid door de Vlerick Leuven Gent Management School, die een grote expertise heeft opgebouwd rond dit thema. Binnen de Vlerick Leuven Gent Management School bestaat er een competentiecel “marktstrategie en innovatie”, geleid door Prof. dr. ir. Marion Debruyne. Vanuit deze partnerorganisatie zal een projectmedewerker ter beschikking worden gesteld (Bart Devoldere). Het project zal worden gesuperviseerd door Chris De Roock (directeur economisch departement Fedustria, secretaris-generaal Optimo) en Prof. dr. ir. Marion Debruyne (die binnen de Vlerick Leuven Gent Management School de competentiecel “marktstrategie en innovatie” leidt). Beiden hebben een ruime ervaring met het thema. Het belangrijkste vernieuwende element in dit project is ongetwijfeld de keuze van de thematiek “vermarkting van innovatieve producten”. Uit de jarenlange ervaring van Fedustria en haar innovatiecel Optimo met projecten van innovatiestimulering weten wij dat deze problematiek zeer reëel is. Jammer genoeg zien wij nog al te vaak innovatieprojecten van bedrijven sneuvelen bij de overgang van ontwikkeling naar vermarkting. De additionaliteit van dit project is bijzonder groot. Tot op heden was er binnen het Vlaamse overheidsinstrumentarium weinig ruimte om deze problematiek op een collectieve manier aan te pakken. Met deze projectoproep Nieuwe Fabriek van de Toekomst reikt de Vlaamse overheid voor het eerst een instrument aan waarmee deze problematiek kan worden aangepakt. Dit project kan in geen enkele andere projectoproep van bestaande reguliere steunkanalen worden ingediend. De aanpak is eveneens vernieuwend. De ervaringsuitwisseling zal immers dubbel zijn: • tussen de doelgroepbedrijven onderling; • tussen de doelgroepbedrijven en experts in het thema, o.m. bij Fedustria en de Vlerick Leuven Gent Management School. 30 bedrijven zullen aldus via ervaringsuitwisseling een verhoogde kennis hebben over het vermarkten van innovatieve producten. Op basis van de input verzameld tijdens de operationele fase zal het projectteam overgaan tot de redactie en de opmaak van een praktische handleiding. Dit moet een gebruiksvriendelijke, handige, maar kwaliteitsvolle handleiding worden met daarin o.m. een aantal praktijkcases (op basis van getuigenissen van de deelnemers aan de groepen), naast handige tips, checklists en mogelijke oplossingen voor concrete problemen. Deze handleiding blijft dus ook inzetbaar na afloop van het project. Promotor
Fedustria Vlaanderen mevrouw Katja De Vos communicatieverantwoordelijke Hof-ter-Vleestdreef 5 bus 1 1070 Brussel
[email protected]
Roadmap naar de textiel-, hout- en meubelfabriek van de toekomst Transformatietraject - Studie - 18 maanden Met het studieproject “Roadmap voor de textiel-, hout- en meubelfabriek van de toekomst” wil Fedustria komen tot een concreet stappenplan waarmee de (reeds grotendeels uitgewerkte) sectorstrategie kan worden geïmplementeerd, zowel op collectief (sector, deelsectoren) als individueel niveau. De implementatie zelf valt buiten het bestek van dit project. Dit studieproject zal zoveel mogelijk vertrekken van bestaande strategische oefeningen. Dit studieproject zal de bestaande strategische oefeningen enkel inventariseren en waar nodig actualiseren naar de context van 2012. Deze studie moet er vooral toe bijdragen dat de strategische doelstellingen worden omgezet naar een concrete oplijsting van eventuele knelpunten, te ondernemen acties en vast te leggen mijlpalen.
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
13
De resultaten van dit project zullen worden geborgd via volgende leverbaarheden: • de roadmap: een concreet stappenplan (op sectorniveau) dat de strategische doelstellingen omzet naar een concrete oplijsting van eventuele knelpunten, te ondernemen acties en vast te leggen mijlpalen; • een tool, waarmee ieder individueel bedrijf uit de doelgroep de roadmap kan vertalen en verfijnen op bedrijfsniveau. Deze tool moet voor de bedrijven een strategisch kompas vormen, waarmee de meest opportune individuele transformatieprojecten kunnen worden gedetecteerd. • het eindrapport: alle resultaten van het studieproject (projectbeschrijving, desk research, resultaten bevraging bevoorrechte getuigen, enquêteresultaten, in kaart gebrachte waardeketen(s), roadmap, tool,…) zullen worden gebundeld in een eindrapport. Alle geïnteresseerde doelgroepbedrijven hebben recht op een exemplaar van het eindrapport. De kennisborging wordt ook verzekerd door de kennisoverdracht: roadmap en tool zullen door de externe expert worden overgedragen aan Fedustria, dat eigenaar wordt van de resultaten. Binnen Fedustria zullen meerdere adviseurs worden opgeleid die deze tool kunnen (helpen) toepassen in individuele bedrijven. Op deze manier is de kennisborging gegarandeerd en zullen de resultaten ook verder worden gebruikt na de einddatum van het studieproject. Dit project moet een unieke stimulans vormen voor strategisch ondernemerschap in de Vlaamse textiel- hout- en meubelindustrie. Promotor
Fedustria Vlaanderen heer Chris De Roock directeur Economisch Departement Hof-ter-Vleestdreef 5 bus 1 1070 Brussel
[email protected]
ZEETEX: Textielproducten voor de zee INTERREG - 24 maanden Vlaanderen en Nord-Pas de Calais en de Somme hebben, mede door hun geografische ligging, een sterk uitgebouwde maritieme industrie met activiteiten over de hele wereld. Boulogne-sur-Mer is de grootste Franse vissershaven en het belangrijkste Europese platform voor de logistiek en de verwerking van zee-en aquacultuurproducten.Nord-Pas de Calais heeft ook een belangrijke havenactiviteit betreffende goederen (Dunkerque) en passagiers (Calais). Om de competitiviteit te verhogen in een steeds meer geglobaliseerde economie, is de maritieme sector, zowel in Frankrijk als in Vlaanderen op zoek naar synergiemogelijkheden met andere sectoren. Hiervoor werd in Vlaanderen Flanders’ Maritime Cluster (FMC) opgericht, en in Frankrijk Aquimer. Zowel in Noord-Frankrijk als in het westen van Vlaanderen/België is er een belangrijke textielsector, die vooral de laatste jaren, een belangrijke omschakeling kent van de productie van kledij-en decoratiestoffen, naar meer technische producten voor toepassing in de bouw, automotive, agro-industrie, geo, indutech, … . Om de ontwikkeling van technische textielproducten verder mogelijk te maken, is het belangrijk voor de textielindustrie om synergieën aan te gaan met andere sectoren. Twee belangrijke actoren die de innovatie in de textielsector propageren en stimuleren zijn Centexbel (Vlaanderen) en Uptex (Frankrijk). Deze twee centra hebben reeds hun krachten gebundeld in twee projecten om de textielbedrijven in hun regio nieuwe mogelijkheden te laten ontdekken voor textieltoepassingen voor duurzame bouwmaterialen (TEX4SCO) en medisch toepassingen (DIMETEX). De recente technologische ontwikkelingen in de textielindustrie, zowel op het gebied van de grondstoffen, additieven, functionaliseringsproducten en processen, vormen een sterke ondersteuning voor de omschakeling van traditionele textielproducten naar technische textielproducten: • door een gerichte selectie van grondstoffen (vezels, garens, …), additieven en de mogelijk te ontwikkelen processen, kunnen heel performante textielproducten ontwikkeld worden die aan strikte technische specificaties beantwoorden; • textielmaterialen zijn sterk, soepel, licht, (ver)vormbaar en zijn veelzijdig te functionaliseren; dit zijn zeer sterke troeven voor technische toepassingen; bovendien is er in beide regio’s een belangrijke textielexpertise aanwezig betreffende de diverse textielfabricagetechnieken (spinnen, extrusie, weven, breien, finishen, …). De maritieme sector is een sector waarmee de textielindustrie momenteel geen structurele contacten onderhoudt. Er zijn slechts sporadische, beperkte contacten, waarbij eerder klassieke textielproducten zoals visnetten, mossel-en meertouwen, beschermkledij voor vissers, zeilen en kabels gegenereerd worden. Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
14
Om synergieën tussen de maritieme sector en de textielindustrie op korte tot middenlange termijn mogelijk te maken, willen FMC, Aquimer, Uptex en Centexbel een consortium vormen om een Interreg project uit te voeren, met de bedoeling beide sectoren samen te brengen om de noden en nieuwe toepassingsmogelijkheden van textielmaterialen voor maritieme toepassingen te exploreren, te identificeren en uit te breiden. Het mariene milieu is een grote consument van technisch textiel (zeilen, touwen, beschermingsmiddelen, composieten, filters om pollutie tegen te gaan, filters van aquacultuur…), gelijkgesteld aan segmenten van toepassingen zoals landbouw, individuele bescherming, geotextiel en industrie. Dat maakt van de maritieme sector in grote lijnen één van de meest dynamische velden van toepassing, met groeicijfers boven het gemiddelde van technisch textiel. Op basis van, zowel in Vlaanderen als in Frankrijk, nog lopende of net afgelopen onderzoeks-projecten, en naar aanleiding van diverse manifestaties (technolgiedagen betreffende “textiel voor filtratie” , “persoonlijke beschermingsmiddelen” en “textielcomposieten”, georganiseerd door UP-tex en Clubtex in 2010 en 2011), kan men stellen dat de volgende vier kanalen duidelijke opportuniteiten kunnen bieden voor de bedrijven in beide regio’s: • veiligheid en bescherming voor de maritieme beroepen (beschermkledij), • visserij en aquacultuur (visnetten, kweek van schelpdieren, filtratie, verpakking, …), • bescherming en inrichting van de kustzone (kustbescherming, baggerwerken, sanering van bodem en zee, …), • zeevaart en scheepsbouw (composieten, zeilen, touwen, windmolens, off-shore, …). Deze 4 deelgebieden vertegenwoordigen in beide regio’s samen een markt met een groot economisch potentieel. • Nord-Pas de Calais: tweede Franse regio betreffende de handel in visserijproducten (zal in de komende jaren 6% van de internationale handel vertegenwoordigen), de omzet van persoonlijke beschermingsmiddelen neemt jaarlijks met 3% toe en er wordt een groei van 7% verwacht voor de activiteiten betreffende milieubescherming; • Vlaanderen: Zeebrugge is een van de belangrijkste Europese havens voor goederentransport en voor de import van gas; bakermat van enkele wereldspelers in baggerwerken; De complementariteit van de kust ten noorden van Frankrijk / Vlaanderen zal de Europese- en wereldzichtbaarheid verbeteren van de cluster ZEETEX. Het ZEETEX project heeft tot doel de clusters over de grens heen te verenigen en deze 4 deelgebieden met groot economisch potentieel te exploreren en te exploiteren. De primaire doelgroep wordt gevormd door de kmo’s (breiers, wevers, vlechters, veredelaars, ) die zich willen onderscheiden en groeien in de markten van de zee, alsook de kmo’s die reeds actief in deze gebieden en die willen innoveren. In het kader van dit Interreg dossier willen de partners een cluster creëren die uniek is in Europa, gebaseerd op textielontwikkelingen voor maritieme toepassingen. Die cluster zal de noden van de professionelen uit de maritieme sector bepalen en innoverende textieloplossingen ontwikkelen. Promotor
Centexbel heer Jan Laperre directeur-generaal Technologiepark 7 9052 Zwijnaarde
[email protected]
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
15
VOEDING
VOEDSELVERLIES Transformatietraject - Studie - 18 maanden Voedselverlies is een thema dat steeds meer in de kijker komt en een grote bezorgdheid veroorzaakt. Over voedselverlies doen echter uiteenlopende cijfers de ronde, waarvan verscheidene op beperkte tot zelfs onbetrouwbare gegevens gebaseerd zijn. Met name voor de voedingsindustrie is er een gebrek aan voldoende kennis en cijfermateriaal. Dergelijke kennis is noodzakelijk om zicht te krijgen op de problematiek: om de werkelijke omvang van het probleem te kunnen inschatten en daaruit volgend ook de oorzaken, hotspots en mogelijke maatregelen. FEVIA Vlaanderen heeft zich voor doel gesteld deze kennis op te bouwen voor de Vlaamse voedingsindustrie en dit met hulp van de voedingsindustrie zelf. Het voorgestelde project voor de oproep Fabriek van de Toekomst bestaat er dan ook in om de voedselverliezen bij de Vlaamse voedingsindustrie te inventariseren qua omvang en oorzaken, om de haalbaarheid van maatregelen na te gaan en om de wisselwerking tussen voedingsbedrijven en andere schakels in de voedselketen nader te bekijken in het licht van het thema voedselverlies. Het is hierbij van belang dat een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen het werkelijke voedselverlies en nevenstromen (deze laatste zijn niet-consumeerbaar voor de mens). FEVIA-Vl zal voor dit opzet worden bijgestaan door een extern adviesbureau. Praktisch gezien zal de inventarisatie van het voedselverlies in eerste instantie gebeuren aan de hand van audits door het adviesbureau bij een selectie van voedingsbedrijven (richtcijfer 30). Dit gebeurt parallel met het rondsturen van een vragenlijst aan alle Vlaamse voedingsbedrijven, waarvan de verwerking door FEVIA-Vl gebeurt (richtcijfer 100). In een volgende fase van het project worden verscheidene workshops georganiseerd (1 inleidende sessie en 5 workshops) voor een 10 à 15 tal Vlaamse voedingsbedrijven (onder begeleiding van het adviesbureau) waarbij de inventarisatie, oorzaken en maatregelen stapsgewijs, praktisch en onderling besproken worden. Finaal worden de resultaten verwerkt in een brochure die verspreid zal worden onder de Vlaamse voedingsbedrijven en stakeholders en worden de resultaten ook voorgesteld tijdens een themadag rond voedselverlies die specifiek voor de voedingsbedrijven zal georganiseerd worden. Uiteindelijk zal dit project de voedingsbedrijven sensibiliseren omtrent de problematiek van voedselverlies, en zal het de noodzakelijke kennis opleveren om hen verder op weg te helpen naar een efficiënter en duurzamer productieproces en management van grondstoffen, waardoor ze verder kunnen evolueren naar Fabrieken van de Toekomst. Promotor
FEVIA Vlaanderen mevrouw Claire Bosch secretaris-generaal Kunstlaan 43 1040 Brussel
[email protected]
FOODINOFRA Open productie - Bedrijfsbenadering - 24 maanden Het project wordt aangevraagd door FEVIA Vlaanderen met Flanders’ FOOD (de competentiepool van de Vlaamse voedingsindustrie) als partner met ervaring op het vlak van kennisontwikkeling, kennistransfer en bedrijfsinteractie. Het project wenst via gerichte bedrijfsbenadering met de voedingsindustrie als doelgroep product- en proces innovatie in die sector te stimuleren. Hiervoor zullen bedrijfsbezoeken aan de bedrijven met de nadruk op de kmo’s worden gepland. De bedrijven zullen op maat innovatie infrastructuurconcepten worden aangereikt. Daarnaast zal ook bij de bedrijven (zowel productiebedrijven als machinebouwers) gepeild worden naar de mogelijkheid om beschikbare bedrijfsinfrastructuur te delen met andere bedrijven. Ook de pilootapparatuur van de kennisinstellingen wordt hierbij betrokken. Naast de gerichte bedrijfsbezoeken zullen ook demonstraties en workshops worden georganiseerd rond innovatieve (piloot)concepten in de voedingsindustrie. Naast de gerichte bedrijfsbenadering beoogt het project ook de kennisverspreiding via opleidingen te verzorgen, zowel voor het reguliere dagonderwijs als voor herscholing en bijscholing van werknemers. De mogelijkheden van de open innovatie infrastructuur en van de demonstraties, workshops en opleidingen zullen worden verspreid via de deelname aan beurzen, flyers en de website.
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
16
Het project beoogt om een open innovatie infrastructuur voor de voedingsindustrie op te richten. Deze bestaat uit de mogelijkheden van zowel labo-infrastructuur als de mogelijkheid tot het uitvoeren van testen op piloot en semi-industriële schaal. Hierbij zullen de Food Pilot piloot- en labo infrastructuur en de pilootinfrastructuur van andere kennisinstellingen en de apparatuur beschikbaar in de bedrijven (zowel productiebedrijven als machinebouwers) worden geïntegreerd. De bedoeling is om zo te komen tot het faciliteren van een gemeenschappelijke industriële open innovatie infrastructuur (clustervorming) rond voeding waar ook collectieve innovatieconcepten een plaats kunnen vinden via bestaande financieringskanalen (cfr. IWT). Deze aanpak zal de transitie van de voedingsbedrijven richting 2020 sterk bevorderen. Promotor
Fevia Vlaanderen mevrouw Claire Bosch secretaris-generaal Kunstlaan 43 1040 Brussel
[email protected]
Innovatieve hub voor de agro-voedingsindustrie EFRO - 24 maanden Gestoeld op zowel wetenschappelijk onderzoek als op de concrete behoefte vh economisch werkveld, beoogt het project de realisatie van noodzakelijke, flankerende maatregelen t.b.v. een reëel clusterbeleid voor de Vlaamse agro-voedingssector in brede zin, met zwaartepunt in Midden-W-Vl. Het project beoogt concreet de uitbouw van 2 cruciale elementen zonder dewelke een reëel clusterbeleid onmogelijk is, m.n. (1) de uitbouw van een toegepaste, kmo-gerichte kennishub met materiële en immateriële componenten en (2) de bestaffing en uitbouw, complementair met een performante faciliteit via het Vlaams huis vd voeding aldaar gevestigd, van een knooppunt voor de agro-voedingscluster. Het via P460 gerealiseerde doe- en belevingscentrum staat immers reeds borg voor de laagdrempelige ‘branding’ van de sector, onderhavig project focust op de industriële stakeholders van de sector. Het promotorschap vd POM kadert in de stimulerende en federerende rol die de provincie opneemt i.k.v. haar Economisch Impulsplan. Rekening houdend met het belang van het centraal in W-Vl gelegen agrocomplex, zowel op provinciaal, Vlaams als internationaal niveau, kadert dit project volledig in de missie en visie van de ontwikkelingsmaatschappij, met speerpunten als ondernemerschap, internationalisering en kennisgedreven ontwikkeling. De rol vd copromotoren ent zich op de 2 pijlers voormeld, m.n. de kennisontwikkeling en de knooppuntcreatie. Beide copromotoren maken voorts deel uit vh ruime netwerk van partners dat, onder regie vd provincie, gezamenlijk het Impulsplan en haar uitvoering schraagt. Promotor
POM – West-Vlaanderen heer Stefaan Matton directeur Koning Leopold III-laan 66 8200 Brugge
[email protected]
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
17
SECTOROVERSCHRIJDEND Nieuwe Fabriek van de Toekomst Transformatietraject - Bewustmaking - 24 maanden Het algemene doel van de Nieuwe Fabriek van de Toekomst is het inzetten van een productiviteits- en concurrentie-offensief voor Vlaanderen. Het type project waarvoor gekozen is door het consortium VKW Limburg - Brainport Development NV, is een ‘bewustmakingsproject’. Afhankelijk van de markt waarin een bedrijf opereert, de producten of diensten die het verkoopt/verleent en de manier waarop een bedrijf is georganiseerd, zijn er andere principes van toepassing en kan transformatie op andere manieren worden gerealiseerd. Daarom is het project inhoudelijk opgehangen aan drie dimensies: • Open Innovatie: Transitie door R&D samenwerkingsverbanden; • Co-creatie: Transitie door samenwerking met (potentiële) klanten en leveranciers; • Organisatie innovatie: Transitie door samenwerking met het eigen personeel/intrapreneurship; Pijler 1 en 2 gaan over nieuwe samenwerkingsmodellen tussen bedrijven. Pijler 3 gaat over samenwerkingsmodellen binnen een bedrijf zelf. Door middel van de acties die worden ontplooid trachten we bedrijven te informeren over wat transitie is; hen concrete handvaten aan te reiken over de manieren waarop een bedrijf over transitie kan nadenken; en de vertaalslag te maken van deze (nieuwe) bedrijfsprincipes naar wat dit voor individuele bedrijven kan betekenen opdat ze geactiveerd worden om hier wat mee te doen. Dit project sensibiliseert bedrijven voor transformatie, maar hangt dit op aan praktische en laagdrempelige voorbeelden en toepassingen die elders succesvol zijn gebleken. Promotor
VKW Limburg heer Raf Sluismans directeur Cresco Kunstlaan 16 3500 Hasselt
[email protected]
Smart Energy Solutions Transformatietraject - Bewustmaking - 24 maanden Smart Energy Solutions wil de Vlaamse industriële ondernemingen aanzetten om een sleutelrol op te nemen in de energiemarkt van de toekomst. De energiekost is één van de belangrijkste kostendrijvers voor industriële ondernemingen. Het optimaliseren van het energiebeheer zal het concurrentievermogen van de Vlaamse industrie verhogen. Smart grids vormen de ideale hefboom om tot een efficiënt energiebeheer te komen. Te veel Vlaamse bedrijven zijn zich nog te weinig bewust van de mogelijkheden die smart grids ook hen kunnen bieden. Iedere onderneming is immers energieconsument, maar velen zijn ondertussen ook producent door de installatie van een lokale (al dan niet hernieuwbare) energieproductie-installatie. Door middel van smart grids wordt het voor elk bedrijf, in het bijzonder voor de zeer energie-intensieve bedrijven, mogelijk om flexibeler in te spelen om de vraag en het aanbod op de energiemarkten. Dergelijke flexibiliteit qua verbruik en productie van (hernieuwbare) energie zal in de toekomst economisch gevaloriseerd worden. Smart grids zullen er wel toe leiden dat iedere betrokkene in de energiemarkt, zowel de energieproducent, als iedere industriële energieverbruiker, groot en klein, een andere rol zal opnemen dan vandaag het geval is. Ook de infrastructuur, de energienetwerken zullen ingrijpend aangepast moeten worden en voorzien moeten worden van nieuwe (ICT-gebaseerde) technologieën. Uiteraard openen smart grids ook enorme kansen op het uitbouwen van nieuwe economische activiteiten. Niet enkel de uitrol van de slimme netten, maar ook de ontwikkeling van nieuwe exporteerbare producten en diensten op dat vlak kunnen een boost geven aan de Vlaamse werkgelegenheid. Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
18
Smart Energy Solutions wil daarop inspelen en wil (industriële) ondernemingen die nog niet vertrouwd zijn met de energienetten van de toekomst wegwijs maken in en voorlichten over de opportuniteiten en concrete kansen die die intelligente energienetten of smart grids ook voor hen kunnen betekenen. Door middel van doorgedreven kennis- en informatieverspreiding, wil Smart Energy Solutions Vlaamse bedrijven aanzetten om een actieve speler te worden op het slimme energienet van de toekomst. Daartoe zal Smart Energy Solutions drie soorten activiteiten aanbieden: 1. Infoverspreiding en netwerken: meerdaagse cursus, studienamiddagen, nieuwsbrieven, website 2. Expertseminaries en partnermatching: seminaries, bedrijfsbezoeken, … 3. Strategische en projectondersteuning: individuele gesprekken, workshops, crea-events… Promotor
VSGP/Smart Grids Flanders mevrouw Heidi Lenaerts algemeen directeur Brouwersvliet 5, bus 4 2000 Antwerpen
[email protected]
Waterstof Transformatietraject - Studie - 18 maanden Internationaal gezien is er een toenemende aandacht voor het gebruik van duurzame waterstof in early-market toepassingen als openbaar vervoer, logistiek en voor het “balancen” van hernieuwbare elektriciteit. Japan en de Verenigde Staten van Amerika lopen voorop, maar ook Europa zet nogal wat middelen in om deze ontwikkelingen mee te volgen. Op vlak van waterstof heeft Vlaanderen een aantal unieke technologiebedrijven, die goed verdeeld zijn over de waardeketen van de productie van waterstof tot het eindgebruik. Zo zijn recent de grootste brandstofcelplant op restwaterstof ter wereld (1 MW) en een uniek tankstation voor duurzame waterstof in bedrijf genomen, gebruik makend van unieke Vlaamse technologie. Gezien de internationale aandacht voor waterstof en de uitgangspositie in Vlaanderen biedt waterstof een perspectiefrijke positie om hierin leidend te worden in Europa op voorwaarde dat enkele lead-markets rond waterstof zeer gedetailleerd in kaart worden gebracht. In deze studie wordt een roadmapping voor de markten ‘logistiek’, ‘openbaar vervoer’ en ‘balancen van hernieuwbare elektriciteit’ opgesteld voor de periode tot 2020, waaruit het ideale lead-cluster wordt afgeleid, waaruit op hun beurt dan weer Vlaamse leadplants worden gedefinieerd en geactiveerd. De studie naar de uitwerking van de mogelijke verankering van deze technologieontwikkeling in Vlaanderen op basis van een marketpull strategie en de implementatiescenario’s om de thuismarkt rond waterstof uit te rollen vormen de kern van deze studie. De studie moet de reeds nu aanwezige troeven in Vlaanderen rond waterstof verzilveren in een unieke economische activiteit op vlak van duurzame ontwikkeling in Vlaanderen en daarbuiten. Promotor
WaterstofNet heer Adwin Martens directeur Campus Blairon 711 2300 Turnhout
[email protected]
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
19
De KMO 2.0 Transformatietraject - Bedrijfsbenadering - 36 maanden Het doel van het project “de KMO 2.0” is “het ontwikkelen en implementeren van een begeleidingsmethodiek op kmo-maat die de transformatie van low tech bedrijven in Vlaanderen begeleidt.” Op basis van een concrete samenwerking tussen kmo-ondernemers, een aantal kmo beroepsorganisaties, deskundigen en kennisinstellingen, wordt input verzameld vanuit 4 trendgestuurde ervaringswerkgroepen (vergroening van de economie, creativiteit en innovatie, digitalisering, tekort aan personeel) hoe transformatie binnen het ‘fabriek voor de toekomst’ en het ‘open innovatie’ concept voor de low tech bedrijven in Vlaanderen concreet kan gemaakt worden. De informatie wordt geëvalueerd en gevalideerd door het op te richten kmo industrie platform (fase 1 & 2). Met de resultaten vanuit de trendgestuurde groepen en het platform wordt een begeleidingsmethodiek uitgewerkt (fase 3) om de transformatie in de Vlaamse kmo te implementeren. In de afsluitende pilootfase (fase 4) wordt in maximaal 10 bedrijven, onder begeleiding, de methodiek uitgetest en verder verfijnd. Met het eindrapport, het handboek en het slotevent worden de resultaten verder verspreid naar alle betrokkenen. Promotor
UNIZO heer Geert Eggermont coördinator projecten Spastraat 8 1000 Brussel
[email protected]
Lead Plants & Lead Companies Transformatietraject - Bedrijfsbenadering - 36 maanden De doelstelling van het project is om potentiële lead plants en potentiële lead companies te begeleiden bij het transformeren naar effectieve lead plants en lead companies. Dit op basis van peer-to-peer workshops gecombineerd met individuele mentoring en begeleiden door ervaringsdeskundigen en andere experten. Op basis van deze methodologie, zal tijdens het eerste deel van het programma de deelnemende bedrijven begeleid worden bij het opstellen van een lead-strategie. Dit is een strategie die hun bedrijf kan volgen om effectief een lead plant te worden. Deze lead strategie is onder andere gebaseerd op de 6 determinanten van lead plants zoals zij zijn geïdentificeerd door professor Ann Vereecke (Vlerick), aangevuld met enkele andere relevante topics. Tijdens het tweede deel van het programma zullen de deelnemers dan gecoached worden bij de eerste stappen van de implementatie van hun lead-strategie. Het huidige projectvoorstel focust voor 100% op zaken (determinanten van lead plants/lead companies), waarover de bedrijven zelf impact hebben. Er wordt geen aandacht besteed aan de omgevingsfactoren of andere knelpunten waarop de individuele bedrijven geen impact hebben en waar enkel een overheidsbeleid een verandering in kan betekenen. Dit omdat er momenteel reeds lead plants zijn in Vlaanderen, wat wil zeggen dat de omgevingsfactoren niet prohibitief zijn. Wij zijn ook overtuigd dat de kracht om lead plant of lead company te worden, bij de bedrijven zelf gezocht moet worden en niet in het algemeen kader. Via dit project willen we die kracht ondersteunen om de transformatie succesvol te doorlopen. Promotor
VOKA Antwerpen-Waasland heer Eric Van Imschoot administratief directeur Markgravestraat 12 2000 Antwerpen
[email protected] Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
20
KRACHT: Keten Redesign Activeren Cocreëren door Herontwerp van Toeleverketens Transformatietraject - Bedrijfsbenadering - 36 maanden Het KRACHT-project verbindt in haar activiteiten twee op het eerste zicht onafhankelijke vaststellingen. Langs de éne kant dreigen demografische en economische ontwikkelingen de komende jaren tot een alsmaar nijpendere personeelsschaarste te leiden in tal van sectoren. Langs de andere kant is het zo dat grote groepen precaire arbeidskrachten moeilijk hun weg vinden naar een duurzame en waardevolle job. Door het arbeidspotentieel dat kansengroepen aanbieden beter te benutten kan aan het probleem van personeelsschaarste in tal van sectoren tegemoet gekomen worden. De sleutel hiertoe ligt op het niveau van ketensamenwerking. Centraal in het KRACHT-project staat de overtuiging dat een intelligente toeleverketen niet enkel steunt op hooggeschoolde werknemers, maar net ook een waardevolle productieve plaats weet te bieden aan kansengroepen. Door ketens te gaan herontwerpen, rekening houdend met de waardevolle bijdrage van organisaties die kansengroepen tewerkstellen, wil het KRACHT-project terzelfdertijd een industriële innovatie-agenda en een agenda van sociale integratie realiseren. Naast het ontwikkelen van een breed toepasbaar instrumentarium voor het herontwerp van ketens, wordt in elke fase van het KRACHT-project een inventaris gemaakt van blokkerende randvoorwaarden op institutioneel vlak, en op vlak van infrastructuur. Promotor
ConnAct heer Geert Van hootegem hoogleraar Heinsbroek 9 2860 Sint-Katelijne-Waver
[email protected]
Interdisciplinaire clusters als opstap naar een kennisgedreven economie EFRO - 24 maanden Inspelend op de opportuniteit van het Nieuw Industrieel Beleid, wil West-Vlaanderen via dit project de noodzakelijke voorbereidende stappen realiseren voor de uitbouw van 2 Fabrieken voor de Toekomst, op het vlak van nieuwe & intelligente materialen & producten/ industrial design en op het vlak van cleantech. Het betreft in concreto de uitbouw van unieke economische samenwerkingsverbanden van complementaire actoren (ondernemingen, overheid, kennis- en innovatieactoren,…), die gestalte geven aan een NIB in een interdisciplinaire context, met een beperkt aantal concrete doelstellingen en prioritaire acties op de domeinen van infrastructuur, branding, dienstverlening & netwerking, onderzoek & innovatie en opleiding, en met bijzondere aandacht voor de aspecten internationalisering, duurzaamheid en innovatie. Om de oprichting van slagkrachtige FvT’s te kunnen realiseren, dient extra te worden ingezet op het versterken van de betrokken kennisinstellingen i.s.m. de kenniscentra op zowel materieel als immaterieel vlak, op de toeleiding van ondernemingen en in het bijzonder van kmo’s naar deze FvT’s en op de uitbouw van sterke samenwerkingsverbanden tussen alle actoren die relevant zijn voor de 2 vooropgestelde clusters. Om deze projectdoelstellingen te realiseren, werd gekozen voor een sterk en gevarieerd partnership bestaande uit de provinciale overheid (vertegenwoordigd via de POM West-Vlaanderen), uit kennisinstellingen met impact op West-Vlaanderen en uit kenniscentra en -faciliteiten die in West-Vlaanderen actief zijn in de 2 vooropgestelde clusters. Promotor
POM – West-Vlaanderen heer Stefaan Matton directeur Koning Leopold III-laan 66 8200 Brugge
[email protected]
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
21
FabLabXL: Fabriek van de Toekomst INTERREG - 24 maanden Met het project “FabLabXL: Fabriek van de Toekomst” willen wij – Erasmushogeschool Brussel in samenwerking met VDAB en UNIZO – het ambitieus ondernemerschap bevorderen met het oog op creatie van meerwaarde en gericht op groei in de maak- en creatieve industrie. In het FabLabXL brengen we hoogtechnologische machines, ontwikkeltools en expertise samen tot een innovatieplatform waar kmo’s, micro-ondernemingen en starters beroep kunnen op doen bij het design en prototyping van innovatieve toepassingen (producten/diensten) met een hoge toegevoegde marktwaarde. Met dit platform willen we open innovatie in de praktijk brengen via een netwerk waarin bedrijven, zelfstandigen, onderzoeksgroepen en studenten samenwerken om kennis, technologie en competenties uit te wisselen. Dit initiatief is een antwoord op de vaststelling dat er Vlaanderen slecht scoort op gebied van ambitieus ondernemerschap. Concreet implementeren we in dit project enkele aanbevelingen zoals die in het Nieuw Industrieel Beleid zijn voorgesteld. De activiteiten kunnen verdeeld worden over de volgende projectdoelstellingen: • Rapid Prototyping dienstverlening. • Creatie van multidisciplinaire netwerken om de samenwerking tussen ondernemingen en kenniscentra te bevorderen. • Realiseren van een creatief open innovatiecentrum en het inrichten van een FabLabXL BOOTCAMP voor high-potentials. Promotor
Erasmushogeschool Brussel Vlaamse autonome hogeschool Centrale diensten Dept. industriële wetenschappen en technologie heer Luc Van de Velde algemeen directeur Nijverheidskaai 170 1070 Anderlecht Tel: 02/5233737
[email protected]
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
22
Projectportfolio Agentschap Ondernemen - Nieuw Industrieel Beleid
23
Agentschap Ondernemen Koning Albert II-laan 35 bus 12 1030 Brussel T 0800 20 555
[email protected] www.agentschapondernemen.be