Molenwei 2 Postbus 63 5680 AB Best tel: 030 693 60 00 fax: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 E:
[email protected] I: www.atrive.nl
Projectplan zonnig huren – Publieke versie
corporaties samen voor collectieve inkoop zonne-energie
Eppie Fokkema Maarten Corpeleijn M.m.v. woningcorporaties en agentschapNL
31 januari 2012
Blad 1
Inhoudsopgave
Samenvatting
3
1
Achtergrond en vraagstelling
4
2
Gewenst resultaat 2.1 Juridische haalbaarheid en marktomvang 2.2 Financeel - inkoopprijs 2.3 Financieel - opbrengsten 2.4 Exploitatieconstructie
3
Werkwijze en planning 3.1 Sessie 0: definitie projectplan en inschrijving: februari 3.2 Sessie 1: juridisch kader en product-marktcombinaties: maart 3.3 Sessie 2: marktaanbiedingen: mei 3.4 Sessie 3: vermarkting en organisatie: juni 3.5 Sessie 4: presentatie en verspreiding: juli
11 11 11 11 12 12
4
Organisatie
13
5
Kosten en financiering
14
6
Publiciteit
14
7 8 9 9 10
Bijlage 1 Atrivé en betrokken adviseurs
15
Bijlage 2 Betrokken corporaties
16
Blad 2
Samenvatting Zonne-energie is dé kandidaat om de woonlasten van huurders als gevolg van elektraverbruik (gemiddeld € 770,-- per jaar) in toom te houden en op termijn te verlagen. De prijzen van panelen worden steeds lager, terwijl de prijzen voor elektra al jaren stijgen. We zien steeds meer geslaagde initiatieven in o.a. de eigenaar/bewonerssector, terwijl de corporatiesector hierin toch voorop zou kunnen lopen, gezien de potentie om massa en marktmacht te maken. Maar in deze sector lukt dat nog niet als gevolg van: • kleine schaal, dus hoge inkoopprijs • toepassing op complexniveau, terwijl niet iedereen interesse heeft; dit leidt ertoe dat er gewerkt moet worden met lage vergoedingen om een meerderheid te halen • organisatorische vraagstukken (willen we wel leverancier zijn?) en juridische onduidelijkheden/belemmeringen. Er is overduidelijk enthousiasme om dit te doorbreken. Adviesbureau Atrivé vond in twee maanden 30 corporaties bereid om na te denken over een collectief traject gericht op: • lagere prijzen door volume-inkoop • het eventueel wegzetten van de exploitatie bij een geschikte partij en • het wegnemen van juridische belemmeringen door een collectieve deal met de overheid. Dit projectplan beschrijft een traject om in gezamenlijkheid met de markt, overheid en bewonersvertegenwoordiging te komen tot een businessplan. Dit gebeurt op een interactieve manier tussen adviesbureau Atrivé, de voorlopers in de sector en branchevereniging Aedes, marktpartijen en de rijksoverheid (met AgentschapNL als vooruitgeschoven post). Dit • • •
businessplan moet primair: onderzoeken of en zo ja, aannemelijk maken dat het kan verschillende routes schetsen corporaties concreet op directieniveau uitnodigen om gezamenlijk serieus werk te maken van zonne-energie.
Alle partijen (Atrivé, de betrokken corporaties, AgentschapNL en Aedes) leveren een financiële bijdrage om dit businessplan op te stellen. Atrivé is als adviesbureau 100% onafhankelijk en richt zich puur op het opstellen van de businesscase en het bij elkaar brengen van partijen. Betrokken corporaties: zie persbericht
Blad 3
1
Achtergrond en vraagstelling
Zonne-energie: de enige optie om elektriciteitslasten van huurders in toom te houden Corporaties voelen zich meer en meer verantwoordelijk voor de totale woonlasten van de huurder. Om het gasverbruik en de daarmee samenhangende kosten te controleren, is isolatie van woningen en het aanbrengen van zuinige installaties het devies. Het gasverbruik van huurwoningen loopt beperkt, maar duidelijk, terug als gevolg van verscherpte eisen bij nieuwbouw en inspanningen bij renovatie. Anders is dit voor het elektragebruik, dat een gemiddeld huishouden zo’n € 770,-- per jaar kost1 (bron; milieucentraal). Weliswaar worden apparaten steeds zuiniger, maar er komen er ook steeds meer bij, dus per saldo neemt het verbruik niet af. Het promoten van energiezuinig gedrag is vaak een tijdelijk effect en elektraprijzen blijven stijgen. Zonnepanelen lijken het enige alternatief om de lasten te bewaken.
1
Dit is het gemiddelde verbruik van 3500 kWh. Er zijn wel aanwijzingen dat sociale huurwoningen gemiddeld min-
der energie gebruiken, maar hoeveel precies is bij ons niet bekend. Daarbij moet aangetekend worden dat bij het huidige rendement bij veel woningen het dakoppervlak onvoldoende zal zijn om het volledige elektragebruik op te wekken met zonne-energie.
Blad 4
Zonne-energie al concurrerend (?), initiatieven van marktpartijen Door stijgende elektriciteitsprijzen enerzijds (maal 2 in 10 jaar) en een spectaculaire daling in kosten van zonnepanelen anderzijds (gedeeld door 2 in 10 jaar), daalt de terugverdientijd van zonne-energie sterk. Steeds meer marktpartijen spelen hier op in en wereldwijd steeg het opgestelde vermogen in 6 jaar met een factor 10. Enkele recente Nederlandse initiatieven: • Stichting Urgenda lanceerde een succesvolle actie voor particulieren, zonder subsidie en op basis van free publicity. In een collectieve inkoop namen duizenden huishoudens deel. Wijwillenzon.nl. • Vereniging Eigen Huis lanceerde een vergelijkbare actie: www.123zonne-energie.nl. 10.000 mensen schreven zich binnen een periode van 2 maanden in. • Greenchoice (energieleverancier) biedt klanten aan om 20 jaar een vast elektratarief te betalen en daarbij gratis zonnepanelen op hun dak te krijgen. • Het stadsdeel West van de gemeente Amsterdam opende op 20 januari 2012, naast een bestaande subsidieregeling voor eigenaar-bewoners, een regeling ten behoeve van huurwoningen (Westerzon). • Diverse lokale energie-coöperaties worden opgericht om o.a. zonne-energie betaalbaar te maken.
Blad 5
Corporaties nog weinig succesvol Corporaties installeren zonne-energie nog vooral op eigen flats (voor het collectieve verbruik) en incidenteel bij nieuwbouw en renovatie voor bewoners. Vaak gehoorde belemmeringen van corporaties zijn: • Inkoopprijzen: Hoog op de (vaak kleine) schaal van de projecten. • Interesse: de interesse van bewoners om de opbrengst van de panelen te verrekenen in de huur is, in projecten waar 70% toestemming nodig is, te laag. Het wordt niet geloofd door de meerderheid. Daardoor staat de te vragen huurverhoging onder druk. • Juridische belemmeringen rond o.a. teruglevering aan het net en salderen. • Organisatie en risico: het exploiteren van zonnepanelen en de administratieve verwerking daarvan past niet bij de competenties, bedrijfsprocessen en cultuur van de corporatie. De corporatie wil niet altijd energieleverancier zijn. Een vergelijkbare discussie is er over de warmtekoudeopslagsystemen. Daarmee is de markt voor zonnepanelen in de corporatiesector vooralsnog een markt van subsidies en kleine projecten met een hoog PR-gehalte.
“De terugverdientijd is nu nog net te lang.” De Alliantie, over de projecten
Doel: gezamenlijke actie om belemmeringen te doorbreken en groot volume zonnepanelen te introduceren In november 2011 pakte Atrivé (bijlage 1) de handschoen op. Zeer snel werden 30 geïnteresseerde corporaties gevonden voor een collectieve actie (zie bijlage 2). Tijdens een bijeenkomst in januari 2012 werd Atrivé door de 14 aanwezige corporaties gevraagd een projectplan te maken voor het opstellen van een businessplan. Dit projectplan gaat ervan uit dat de bovengenoemde hobbels (deels) overwonnen kunnen worden: • Inkoopprijzen kunnen verlaagd worden door collectieve inkoop. • Interesse van bewoners zal er wel zijn bij individuele aanbiedingen (niet-complexgebonden); 5% deelname van bewoners is ook voldoende voor een flinke order en een ‘steen in de vijver’. • Juridische belemmeringen rond o.a. teruglevering aan het net en salderen kunnen besproken worden met de rijksoverheid door een collectief van corporaties. • Organisatie en exploitatie kunnen collectief tegen goede voorwaarden worden uitbesteed door de corporaties die dat willen. Businesscase Tijdens de eerdergenoemde bijeenkomst in januari vroegen de aanwezige een plan van aanpak te maken voor een businesscase. Dit plan van aanpak vindt u bijgevoegd.
“Bij ons komen steeds meer vragen binnen over de (on-)mogelijkheden voor huurders.” Volkshuisvesting Arnhem
Blad 6
2
Gewenst resultaat
Het resultaat van het traject is een rapportage rond een businesscase die: • de haalbaarheid van grootschalige uitrol van zonne-energie beschrijft, zowel voor flats als voor huurders die hiervoor te interesseren zijn • concreet is in de zin dat er een ruwe selectie is gemaakt van partijen met wie de businesscase uitgevoerd kan worden • concreet is in de zin dat er financiële businesscases onder liggen in verschillende segmenten, conform de financiële spelregels in de corporatiesector • gedragen en geloofd wordt door de betrokken corporatiemedewerkers, omdat deze samen met hen is opgesteld. De onderstaande tabel geeft de scope van het onderzoek en de voornaamste vragen en marktsegmenten weer. Product-marktcombinaties
Op flats voor collectief gebruik (en levering aan huurders?)
Op eengezinswoningen voor levering aan huurders
Potentiële marktomvang Juridische haalbaarheid Financieel: • Inkoopprijs per Wp • Bijkomende kosten • Opbrengst kWh per jaar • Verkoopprijs zittende huur, mutatie-effect hoger energielabel • Financiering • Bruto marge Exploitatie: • Marketing • Installatie • Onderhoud • Monitoring • Administratie • Financiering Risico’s Esthetiek Tabel 2.1: productmarktcombinaties en scope onderzoek We richten ons op bovengenoemde 2 marktsegmenten. We nemen de ontwikkeling rond zonneenergie op een alternatieve locatie (bijvoorbeeld weiland) voor levering aan huurders (solarplant/parkconstructie) verder niet mee. De gedachte is dat deze businesscase zeer sterk hangt aan de mogelijkheid tot salderen. Hierover wordt de komende jaren ervaring opgedaan in parallel lopende trajecten, een samenwerking tussen corporaties biedt hier op dit moment geen meerwaarde.
Blad 7
2.1
Juridische haalbaarheid en marktomvang
Wat betreft de juridische haalbaarheid liggen er vraagstukken rond: • (virtueel) salderen • de elektrawet • verwerking van zonnestroom in de servicekosten • noodzaak van een kwalitatieve meerderheid • verwerking van kosten na mutatie (komst van een nieuwe huurder) • recht van opstal indien de eigenaar van de panelen niet de eigenaar van het vastgoed is. Afhankelijk van de juridische context kan de opbrengst van de stroom hoger worden en daarmee de rentabiliteit van verschillende varianten. Afhankelijk van de plaatsing en het verdienmodel is de juridische context meer of minder aan de orde. Van belang is hier: • de status quo in kaart te brengen als kader voor de businesscases: welke problemen zijn er, hoe worden die opgelost, waar is dat al gedaan? • in kaart te brengen welke vraagstukken er nog zijn en een verkenning te maken of deze oplosbaar zijn. Zonodig en zo mogelijk kan het gesprek met de rijksoverheid aangegaan worden. Bijvoorbeeld in het kader van een green deal2. Gesprekspartners hier zijn de rijksoverheid en netbeheerders. Van belang is om blokkades die weggenomen kunnen worden, weg te nemen of in ieder geval het overleg hierover te starten. In deze is een taak weggelegd voor Aedes als belangenbehartiger (tijdens en/of na dit traject).
“ “Eén van de hindernissen is regelgeving op het terrein van saldering. Ik kan mij voorstellen, dat wanneer er voldoende corporaties bereid zijn om fors te investeren in zonne-energie dan wel hun daken beschikbaar willen stellen voor andere investeerders, de sector een deal kan maken met de maar overheid nodig als pilot voor salderings-regeling rijksoverheid.” Woonfriesland idee wonion, samen met alliander via green deal regelen?
2
De rijksoverheid helpt burgers, bedrijven, organisaties of andere overheden bij het realiseren van duurzame initiatieven die moeilijk van de grond komen. Bijvoorbeeld projecten voor energie-isolatie of duurzamer omgaan met water. Ze doet dit door een Green Deal af te sluiten. Tot en met 29 februari 2012 kunnen nieuwe initiatieven worden aangemeld.
Blad 8
2.2
Financeel - inkoopprijs
Wat betreft de financiële haalbaarheid gaat het in eerste instantie om prijs/kwaliteit voor de zonnepanelen (en omvormers en materialen). De vraag is simpelweg: • Welke prijzen van de panelen zijn te halen bij een te definiëren kwaliteitsniveau (keurmerk, MVOeisen, onderhoudseisen)? o hoeveel volume is hiervoor nodig? o eventueel: hoe verandert dit naar verwachting in de tijd en wat is een instapmoment? • Welke afspraken zijn te maken rond monitoring, administratie en verzekering? • Welke kosten zijn reëel voor een goede installatie? Er loopt op dit punt een certificeringstraject. Relevant is om na te gaan wat er in het verleden mis is gegaan (diverse corporaties melden ervaringen op dit punt) en hoe dit voorkomen kan worden. 2.3
Financieel - opbrengsten
Daarnaast is de opbrengstenkant relevant: • Wie doen er mee? Waar zonnepanelen nu op projectniveau worden aangeboden kan dit in een grote businesscase gedaan worden aan individuele huurders, met eventueel een opschaalkorting bij voldoende respons (als u meedoet betaalt u …, als de buren ook meedoen …, als in de wijk 40% meedoet …). Vereniging Eigen Huis werkt op een vergelijkbare manier: zij bundelen eerst de vraagkant (in hun geval eigenaars, in geval van de corporaties huurders), om op basis van dat volume in te gaan kopen op de markt. • Kunnen eigenaar-bewoners en andere organisaties ook meeliften? En wat is dan het verdienmodel voor corporaties? Hier zijn goede ervaringen mee met isolatiepakketten. • Wat is een reëel en aantrekkelijk verdienmodel voor de huurder en welke prijs is daarbinnen haalbaar? Hier kan een prijsmodel worden gemaakt, waarin de jaarlijkse kosten geïndexeerd worden op basis van de huurindexering (minder dan de verwachte elektriciteitsstijging). • Welke prijzen kunnen gerekend worden vanaf het mutatiemoment? Door verwerking van de zonnepanelen in het energielabel kunnen corporaties bij mutatie meer huur vragen. Een rekenexercitie voor enkele corporaties met verschillende zonne-energiepakketten kan uitwijzen hoeveel huurverhoging bij mutatie in theorie te realiseren is, hoe dit zich verhoudt tot de huurgrenzen (aftopping en dergelijke) en de verwachte besparing voor de huurder. • Kan in gevallen waar aftoppingsgrenzen een probleem vormen, een andere constructie voor verrekening van de zonne-energie bedacht worden? • Is (in geval van de flat-variant) in 2013 weer SDE te verwachten? De Woonbond is hierin een belangrijke stakeholder om het verhaal naar huurders toe geloofwaardig te maken.
Blad 9
2.4
Exploitatieconstructie
Vergelijkbaar met de discussie rond warmte-koudesystemen roept een grootschalige introductie van zonne-energie ook de vraag op of corporaties deze systemen zelf moeten willen exploiteren. • “Als er een ontzorging komt, dan zou ik die interessant vinden als de onderhoudskosten omlaag gaan ten opzichte van eigendom, de huurder er profijt van heeft in lage woonlasten en wij de zonnepanelen in het energielabel kunnen meenemen.” Woonbron. • Wij zien graag een constructie waarbij wij hier helemaal in ontzorgd worden. Motto: “Wij faciliteren in het dakvlak, een andere partij moet de panelen en levering op zich nemen.” de Alliantie. Een aantal varianten kunnen onderzocht worden op haalbaarheid, de onderstaande tabel noemt er een aantal. Exploitatiescenario
Relevante marktpartij
Business as usual
Corporaties kopen ieder voor zich op projectniveau in en exploiteren zelf of besteden uit
Installateur Energiebedrijf
“Inkoopscenario”
Corporaties kopen collectief panelen in en kiezen individueel voor zelf exploiteren of uitbesteden
Fabrikanten zonnepanelen, andere inkoopcollectieven (vereniging eigen huis)
“Ontzorgscenario”
Corporaties sluiten gezamenlijk een deal met een partij die inkoopt en exploiteert
Energiebedrijven Financiers (investeerders, banken) coöperaties, fabrikanten, ontwikkelaars, esco’s
“Inkoop- en ontzorgscenario
Corporaties kopen panelen in bij A en sluiten deal over exploitatie met B
Fabrikanten Installateurs Energiebedrijven
“Branchescenario”
Corporaties richten een organisatie op die de individuele corporaties ontzorgt (zoals woonenergie)
Aedes
Tabel 2.2: exploitatiescenario’s (nb. ders/eigenaren optreden als exploitant)
extra
model
is
de
bewonerscoöperatie,
waarbij
huur-
Blad 10
3
Werkwijze en planning
De voornoemde rapportage willen we op interactieve wijze tot stand brengen. Uitgangspunten daarbij zijn: • Inbreng van relevante kennis door de deelnemers (corporaties, AgentschapNL, Aedes). • Atrivé voegt samen en vult aan op de onderdelen die ontbreken. • Samen interactief op zoek, ondersteund via internetuitwisseling en 3 bijeenkomsten. • Oplevering van de businesscase voor de zomer. 3.1
Sessie 0: definitie projectplan en inschrijving: februari
Direct na de start onderneemt Atrivé de volgende acties: • beschikbare kennis bij corporaties verzamelen • benaderen overheid voor spoor juridische haalbaarheid • longlist opstellen van relevante marktpartijen en analyseren van bestaande aanbiedingsconstructies voor zover relevant, informeren marktpartijen • opstellen “request for information” (rfi) aan marktpartijen waarin zij gevraagd worden hun visie te geven op collectieve uitrol, in een vast format. 3.2
Sessie 1: juridisch kader en product-marktcombinaties: maart
De juridische hobbels bij gezamenlijke actie dienen goed te worden bekeken/ beoordeeld. Onze reële verwachting is dat dit geen obstakel zal vormen (individuele projecten slagen immers nu ook, zij het met subsidie en/of verliesgevend). Dit onderzoek zal gericht moeten zijn op de volgende aspecten: • Wat is bij het huidige juridische speelveld de slimste aanpak? • Welke blokkades liggen er en welke daarvan zijn eventueel weg te nemen in een afspraak met de overheid? In maart organiseren we een bijeenkomst om de juridische haalbaarheid van de verschillende productmarktcombinaties te bezien. Resultaat van deze sessie is een keuze voor hoe we doorgaan met de 2 product-marktcombinaties, vanuit welk juridisch kader. Daarbij hoort een potentieelschatting (wat kan er in theorie?) en een potentiële marktvraag (realistisch potentieel voor een eerste inkoop). Parallel bespreken we de beschikbare informatie over de markt, de rfi en de longlist van marktpartijen. Na de sessie stuurt Atrivé de rfi uit. 3.3
Sessie 2: marktaanbiedingen: mei
Op basis van de antwoorden op de rfi selecteert Atrivé in overleg met de corporaties marktpartijen voor een presentatie- en uitwisselingssessie. De marktpartijen presenteren hun voorstellen voor businesscases. De interessante voorstellen worden uitgewerkt door Atrivé en de marktpartijen.
Blad 11
3.4
Sessie 3: vermarkting en organisatie: juni
In de derde sessie bespreken we de concept-businesscases. We staan expliciet stil bij de voorkeuren van de deelnemende corporaties. In dit stadium analyseren we ook de opgave voor marketing van het aanbod onder huurders en de prijsniveaus. We bespreken de weg om te komen tot voldoende volume en tot een definitieve keuze. 3.5
Sessie 4: presentatie en verspreiding: juli
In juli presenteren we een rapportage. In overleg met alle geïnteresseerde corporaties met zo mogelijk bestuurlijke vertegenwoordiging verzorgen wij deze presentatie bij voorkeur op een aansprekende locatie (bij Aedes? Op een locatie met een zonne-energieproject? …). Centraal staan op dit evenement de uitkomsten van het onderzoek en de wensen om dit initiatief een passend vervolg te geven. Hierbij kan mogelijk de samenwerking met AgentschapNL worden gezocht, gezien hun ervaring met bijvoorbeeld Solartours. Na de sessie verzorgt Atrivé de verslaglegging en ondersteunt zo mogelijk bij bestuurlijke besluitvorming rond een vervolg. NB PLANNING SCHUIFT WELLICHT IETS DOOR
Blad 12
4
Organisatie
De voorgaande vraagstelling wordt aangepakt door de volgende partijen. Aedes branchevereniging van woningcorporaties, als opdrachtgever. Aedes treedt namens het consortium op als opdrachtgever voor Atrivé. Aedes zorgt voor de bestuurlijke terugkoppeling van de resultaten en voor de afstemming met het netwerk energiebesparing. Ook kan Aedes de resultaten van de juridische analyse (eventuele knelpunten) meenemen in de belangenbehartiging naar de overheid (lobby voor kleinschalige energieopwekking). René van Genugten, senior belangenbehartiger huurzaken en duurzaamheid, is contactpersoon. Een collectief van actieve corporaties met kennis en ambitie rond zonne-energie. De rol van de corporaties bestaat uit het inbrengen van hun ervaringen en het kritisch meedenken in de loop van het traject, AgentschapNL als kennispartner en subsidiënt. AgentschapNL stimuleert de doorbraak van zonne-energie met onderzoek en voorlichting. Een aantal sporen van Agentschap rond onderzoek komen mooi samen: • Een adviesbureau brengt reeds het potentieel voor zonne-energie in flats voor collectieve voorzieningen in beeld. Dit mondt uit in een workshop in april. • Een studie naar de prijsontwikkeling van zonnepanelen en technische ontwikkeling is af rond de zomervakantie/voor de zomer. • De uitgevoerde grootschalige inkoopacties worden nu geëvalueerd door Stichting Zonnestroom. Rond de zomer zijn de resultaten gereed. Sporen rond kennisuitwisseling: • De solartours zijn gepland in mei, dit betreft een rondreis langs zonnepanelen-projecten. Agentschap kan corporaties hiervoor uitnodigen en/of een specifiek programma aanbieden. Dit kan meegenomen worden in het publiciteitsplan (zie verder). Agentschap kan dit faciliteren. • Sunday betreft een groot zonne-energiecongres in oktober. Dit zou een moment kunnen zijn om, 3 maanden na de oplevering van de businesscase, een volgende stap te zetten. De toegevoegde waarde van AgentschapNL qua inhoudelijke kennis ligt met name rond het in contact brengen met relevante partijen (inter)nationaal. Atrivé als adviseur Atrivé is een bureau met 50 maatschappelijk betrokken adviseurs, die adviseren op een breed vlak over wonen in relatie tot maatschappelijke vraagstukken. Het bureau heeft zijn grondvesten in de corporatiesector en adviseert over o.a. vastgoedbeleid, financieel beleid, bewonersparticipatie, bouwkosten en duurzaamheid. Atrivé opereert 100% onafhankelijk van marktpartijen. Atrivé heeft dan ook geen enkel belang bij de keuzes die gemaakt worden in dit traject. Atrivé heeft dit initiatief genomen en treedt op als adviseur (zie bijlage 1).
Blad 13
5
Kosten en financiering
De advieskosten worden gedragen door de corporaties, agentschap en aedes.
6
Publiciteit
Voorgesteld wordt om publiciteit als volgt in te richten. Bij start geven Aedes en AgentschapNL een gezamenlijk persbericht uit. Atrivé zal periodiek een nieuwsbericht plaatsen op het energienetwerk van Aedes en verspreiden onder geïnteresseerde corporaties. Mede afhankelijk van de resultaten (hoe kansrijk is de businesscase?) geven Aedes, AgentschapNL en Atrivé in overleg de verspreiding vorm.
Blad 14
Bijlage 1 Atrivé en betrokken adviseurs Atrivé rendement op wonen Atrivé is een bureau met 50 maatschappelijk betrokken adviseurs, die adviseren op een breed vlak over wonen in relatie tot maatschappelijke vraagstukken. Het bureau heeft zijn grondvesten in de corporatiesector en adviseert over o.a. vastgoedbeleid, financieel beleid, bewonersparticipatie, bouwkosten en duurzaamheid. Atrivé opereert 100% onafhankelijk van marktpartijen. Atrivé heeft dan ook geen enkel belang bij de keuzes die gemaakt worden in dit traject. Maarten Corpeleijn is 12 jaar werkzaam rond corporaties en energiebesparing en nu businessleader Duurzaamheid bij Atrivé. In 2001 studeerde hij af aan de Universiteit van Utrecht op een onderzoek naar de doorbraak van zonnepanelen, “rijk van de zon”. De conclusie destijds was dat het nog te vroeg was en hij is vervolgens eerst met andere businesscases aan de slag gegaan. Vanaf 2006 richtte hij zijn eigen adviesbureau Smart Energy Consult op. Hij kocht voor 25 corporaties energielabels in, controleerde de kwaliteit en adviseerde corporaties en rijksoverheid over energiebeleid. In 2010 verkocht hij Smart Energy Consult (vijf medewerkers) aan Atrivé om duurzaamheid beter te kunnen inbedden in de bedrijfspraktijk van corporaties. Maarten adviseert nu over diverse businesscases, waaronder voor warmte-koudeopslag en geothermie. Maarten heeft zelf recent zonnepanelen aangeschaft en is initiatiefnemer van dit traject. Eppie Fokkema werkt 17 jaar bij Atrivé, waarvan 7 jaar als directeur-bestuurder. Eppie is bekend in de markt als adviseur en interim-manager. Hij publiceert over strategische vraagstukken betreffende woningmarkt, vastgoed, geld en organisatieontwikkeling. Hij richt zich op het ontwikkelen en bouwen aan nieuwe en duurzame oplossingen. Hij doet dit veel in netwerken en wordt vaak gevraagd energie en perspectief te brengen in vastgelopen vraagstukken of situaties.
Blad 15
Bijlage 2 Betrokken corporaties Zie persbericht.
Blad 16