ZORGACADEMIE PARKSTAD LIMBURG PROJECTPLAN HPBO IA09217
VERSIE 27 NOVEMBER 2009
PROJECTPLAN a.
Projectgegevens
Titel project
Zorgacademie
Projectnummer
IA09217
Begin- en einddatum van het project
1 september 2009 – 31 augustus 2012
b.
Gegevens aanvrager
Onderwijsinstelling Naam
Hogeschool Zuyd
Postadres
Postbus 550
Postcode
6400 AN
Bezoekadres
Nieuw Eyckholt 300
Postcode
6419 DJ
Plaats
Heerlen
Plaats
Heerlen
Brinnummer
25 JX
Gegevens Financiële Administratie Naam instelling /afdeling
Open Universiteit Nederland
Postadres
Postbus 2960
Postcode
6401 DL
Bankrekeningnummer
65.30.21.399
Ten name van
Open Universiteit Nederland
Naam bank
ING
Projectplan HPBO IA09217
Plaats
Plaats
versie 27 november 2009
Heerlen
Heerlen
1
Contactpersoon (is werkzaam bij de aanvragende instelling) Naam
H.A.E. Thomas
V
Functie
Projectmanager/ - adviseur
Telefoon
045-4006105
E-mailadres
[email protected]
Projectleider Naam
H.A.E. Thomas
Functie
Projectmanager/ - adviseur
Telefoon
045-4006105
E-mailadres
[email protected]
Naam instelling
Hogeschool Zuyd
Postadres
Postbus 550
Postcode
6400 AN
Bezoekadres
Nieuw Eyckholt 300
Postcode
6419 DJ
Projectplan HPBO IA09217
V
Plaats
Heerlen
Plaats
Heerlen
versie 27 november 2009
2
c. Gegevens van partners in samenwerkingsverband Bijdrageoverzicht per partner aan de cofinanciering
Naam samenwerkingspartner (plaats)
Type organisatie
Hogeschool Zuyd
Hoger Beroeps Onderwijs
€ 582.179
€
€ 125.543
Open Universiteit Nederland
Wetenschappelijk onderwijs
€ 132.179
€
€ 125.543
Atrium MC
Zorginstelling
€ 64.845
€
€ 125.543
Stichting Mondriaan
Zorginstelling
€ 64.845
€
€ 125.543
Arcuscollege
ROC
€ 64.845
€
€ 125.543
SVOPL
Voorgezet Onderwijs
€ 133.400
€
€
UWV
Werkbedrijf
€ 8.573
€
€
Zorg aan Zet
Stichting samenwerkende zorginstellingen € 150.000 Limburg
€
€
POAZ
Samenwerking
€ 80.000
€
€
€
€
€
€
€
€
€ 1.280.867
€
€ 627.717
GekapitaliGekapitaliseerde loon- seerde facili- Geld kosten teiten
Totale bijdrage cofinanciering
d. Financiering van het project Totale projectkosten
€ 1.908.583
Gevraagde subsidie op grond van deze regeling
€ 763.433
Totale bijdrage aan de cofinanciering
€ 1.145.150
Elders gevraagde/verstrekte subsidie te weten:
nvt
Soort subsidie en naam subsidieverlener: ………………………………………………………………
€
Soort subsidie en naam subsidieverlener: ………………………………………………………………
€
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
3
e. Ondertekening Ondergetekende verklaart namens alle deelnemers van het samenwerkingsverband dat alle voor de aanvraag benodigde stukken zijn bijgevoegd en dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures van de Regeling Innovatiearrangement 2006 tot en met 2009. Aldus naar waarheid ingevuld. Naam ondergetekende
Drs. C.M.A. van Rosmalen
Functie
Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Zuyd
Plaats
Heerlen
Datum
(dd)
(mm)
(jj)
Handtekening
Zie pdf-bestand in de bijlagen
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
4
Onderdeel A: Uitgangspunten van het project Hoofdstuk 1 Aanleiding voor het project De zorgsector is een van de grootste werkgevers in Nederland en is sterk in beweging. Zorgafnemers wensen steeds meer, betere en snellere zorg, zowel op het gebied van cure als care. De zorginstellingen moeten hiervoor oplossingen bieden. Daarbij moeten zij rekening houden met kostenreglementering door overheid en verzekeraars, met de effecten van marktwerking en met arbeidsmarktontwikkelingen. In het Prismantrapport van september 2009 “regioportret Zorg en Welzijn Zuid-Limburg” wordt aangegeven, dat de regio Zuid-Limburg de komende jaren te maken krijgt met een daling in de beroepsbevolking. Er wordt een krimp van 5 % verwacht, tegenover een groei van het landelijk gemiddelde van 1 %. Om in de regio Zuid-Limburg in de toekomstige vraag naar zorg en welzijn te voorzien is een robuuste personeelsvoorziening noodzakelijk. De vraag naar zorg en welzijn groeit, de beroepsbevolking gaat krimpen. Om aan de vraag naar zorg te kunnen voldoen, moeten voldoende mensen opgeleid worden (initieel of via zijinstroom) die de competenties bezitten om direct in de beroepspraktijk aan de slag te gaan, moeten de werknemers in de zorg blijvend geschoold worden om aan de eisen van de beroepspraktijk te kunnen blijven voldoen, en moet geïnvesteerd worden in innovaties in de zorg om kwalitatief goede zorg te kunnen leveren met minder menskracht. Een aantal zorgaanbieders, opleiders voor de zorgsector, en instellingen werkzaam op het terrein van zorginnovatie en onderwijsinnovatie in de regio Parkstad willen door bundeling van krachten in de zorgacademie de in de nabije toekomst verwachte frictie tussen vraag naar en aanbod van zorg oplossen.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
5
Hoofdstuk 2 Doelen, resultaten en effecten Hoofddoel van het project is het voorkomen van / terugdringen van het tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel in de zorg. De samenwerkende partners in de zorgacademie willen dit doel bereiken door het uitvoeren van een aantal projecten, die gezamenlijk focussen op drie aspecten, te weten: a. Onderwijsinnovatie. Binnen de zorgacademie worden producten en methoden ontwikkeld om de opleiding en scholing van studenten van zorgopleidingen, en de scholing van medewerkers in de zorg, maximaal op maat maken. Dit betekent dat er per persoon een passend onderwijsaanbod samengesteld wordt, waarbij gekeken wordt naar de competenties die die persoon al heeft verworven via eerdere opleiding of (werk)ervaring (EVC). Er worden blended learning modules ontwikkeld. Dit betekent dat er een passende mix wordt gemaakt van contact -en afstandsonderwijs (E-Learning). Er wordt een virtuele leer- en werkomgeving ontworpen ter ondersteuning. Verder wordt er gewerkt aan het creëren van doorlopende leerlijnen VMBO-MBO en MBO-HBO, en worden er platforms ingericht ter ondersteuning van dat proces. Daarnaast worden er (studie)loopbaancoachingsinstrumenten ontwikkeld. Binnen de zorgacademie willen de partners een zo nauw mogelijke aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk bereiken. Hiertoe wordt onder meer een zorginnovatiecentrum ingericht. b. Zorginnovatie. De partners in de zorgacademie zijn ervan overtuigd dat ook innovatieve zorgconcepten, bijvoorbeeld op basis van moderne technologie, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de problemen ten aanzien van de personeelsvoorziening. De zorggerelateerde lectoraten van de hogeschool Zuyd (Autonomie en Participatie van chronisch zieken, zorginnovaties voor kwetsbare ouderen en Technologie in de zorg) werken al langer, in samenwerking met zorgaanbieders in de regio, aan zorginnovaties. De implementatie daarvan vereist vaak intensieve scholing en training van medewerkers. Vanwege deze relatie tussen zorginnovatie en scholing worden de zorginnovatiegerichte activiteiten van partners in de zorgacademie geïntegreerd. Dat betekent dat de genoemde lectoraten daar gevestigd worden en dat er een regionaal innovatieprogramma ontwikkeld wordt waarin de zorgaanbieders in de regio, de kennisinstellingen (Hogeschool Zuyd, Arcus college, Open Universiteit Nederland) en bedrijven in de regio samenwerken. Het te ontwikkelen innovatieprogramma moet een antwoord bieden op de knelpunten en problemen die in de zorgsector spelen. Het scholingsaanbod moet werkenden in de zorg op de hoogte brengen van actuele innovaties en moet de implementatie van „eigen‟ zorginnovaties ondersteunen. Een deel van de activiteiten zal plaatsvinden op de werkplek en binnen het skillslab. (de activiteiten rond het skillslab vallen niet onder dit projectplan/deze subsidieaanvraag. Om een volledig beeld te schetsen wordt in het vervolg van dit document een summiere beschrijving gegeven) c. Strategisch personeelsbeleid. De samenwerking binnen de zorgacademie biedt de partners de mogelijkheid om de activiteiten op het terrein van strategisch personeelsbeleid, die tot nu toe op het niveau van de individuele instelling ondernomen werden, naar een sectoraal niveau te tillen. Dit betekent niet alleen interactie van de zorginstellingen onderling, maar ook met de educatieve infrastructuur, en met bedrijven die zich richten op innovaties in de zorg.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
6
Op de terreinen van onderwijsinnovatie, zorginnovatie en strategisch personeelsbeleid zijn er binnen het project zorgacademie 7 deelprojecten te onderscheiden. Project Project Project Project Project Project Project 1
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
EVC ten behoeve van Maatwerk; Blended learning modules; Doorlopende leerlijnen; Virtuele omgeving; Skillslab (valt niet binnen deze aanvraag); Zorginnovatie; Strategisch personeelsbeleid;
EVC ten behoeve van Maatwerk
Doel: De zorgacademie wil (toekomstige) werknemers van de zorginstellingen scholen door middel van optimaal maatwerkonderwijs dat aansluit bij de behoeften en wensen van het werkveld en de beroepspraktijk. Om dit maatwerk mogelijk te maken wordt in dit deelproject een EVCinstrumentarium ontwikkeld. Resultaten: een transparante en eenduidige EVC-procedure ten behoeve van instroom, doorstroom en afstroom; eenduidige competentiebeschrijvingen om te komen tot een match van vraag en aanbod voor twee tot drie veel voorkomende functies in de zorg en voor het valideren van BIGvereisten zijn er adequaat functionerende EVC-instrumenten operationeel; een EVC-procedure voor werkenden en zij-instromers, op basis waarvan een programma op maat gemaakt kan worden; een plan van aanpak voor de doorontwikkeling naar een structureel EVC-centrum voor de zorg onder regie van de kennisinstellingen. Effecten: Toekomstige studenten van zorgopleidingen en medewerkers in de zorg hebben een helder beeld van de competenties die ze al bezitten en van de competenties die nog ontwikkeld moeten worden voor de functie die zij (willen gaan) bekleden. Door gebruikmaking van dezelfde set competenties door werkveld en onderwijs hebben organisaties snel zicht op competenties van hun medewerkers. Hierdoor is een goede match te maken tussen vraag en aanbod. 2
Blended learning modules
Doel: Het ontwikkelen van flexibele maatwerkmodules volgens het principe van blended learning. Dit betekent: waar mogelijk (digitaal) afstandsonderwijs, waar nodig contactonderwijs. Resultaten: module verpleegkundige vaardigheden: Primaire doelgroep zijn alle studenten en medewerkers die op verpleegkundig gebied (bij)geschoold moeten worden. Secundaire doelgroep zijn externe deelnemers die zich op verpleegkundig gebied willen bijscholen; modules Basic Life Support (BLS) en Bedrijfshulpverlening (BHV); Primaire doelgroep zijn alle studenten en medewerkers die op het gebied van BLS/BHV (bij)geschoold moeten worden. Secundaire doelgroep zijn externe deelnemers die zich op het gebied van BLS/BHV willen bijscholen.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
7
Effecten: Studenten van zorgopleidingen en (toekomstige) medewerkers in de zorg kunnen door het gebruik van blended learning modules hun studie tijd – en plaatsonafhankelijk plannen. Het klassikaal volgen van de lessen kan worden beperkt tot het noodzakelijke minimum (dit verschilt weliswaar per doelgroep). Cursisten die reeds verdergaande kennis hebben opgebouwd op onderdelen van de blended learning cursus, zullen de cursus sneller kunnen doorlopen. Het toetsen van de lesmaterie hoeft niet per instelling te worden geregeld. Door het gezamenlijk ontwikkelen van de cursussen, het exploiteren en het gezamenlijk toetsen ervan kunnen er meer toetsmomenten en toetslocaties ontstaan. Dit vermindert het aantal verleturen en verlaagt de uitvoeringskosten van de opleiders. 3
Maatwerkonderwijs en doorlopende leerlijnen
Op dit moment ervaren leerlingen nog vaak een sterke „knip‟ tussen de niveaus in de beroepskolom. Dit deelproject wil opleidingen beter op elkaar afstemmen en de leerlingen via een „warme‟ overdracht en goede aansluiting in de beroepskolom een doorlopend traject bieden naar de zorgberoepen. Voor werkenden worden maatwerktrajecten ontworpen, die aansluiten bij de reeds verworven competenties en die hen sneller naar de benodigde competenties leiden. Doel: De (toekomstige) werknemers van de zorginstellingen doeltreffend, doelmatig, up to date, competentiegericht en praktijkgericht scholen door middel van een flexibel systeem van maatwerkonderwijs dat aansluit bij de eindcompetenties vereist in het werkveld en eerder verworven competentie van medewerkers. Resultaten: op maat gesneden trajecten die aansluiten bij de competenties van werkenden en de competenties die in het specifieke het werkveld vereist worden; doorlopende leerlijnen van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO (ook voor paramedische beroepen); een zorginnovatiecentrum (ZIC) in de divisie verslavingszorg van Mondriaan, volgens het model van het ZIC van Sevagram; zorginnovatie, waaronder toepassen van technologie in de zorg, maakt onderdeel uit van de opleiding van (toekomstige) medewerkers; doorlopende loopbaancoaching voor de gehele beroepskolom. Effecten: medewerkers en zij-instromers stromen sneller door, omdat zij een programma op maat krijgen aangeboden, na het doen van een EVC-procedure. Onderdelen waarin zij al competent zijn, hoeven zij niet nogmaals te doen; door een betere aansluiting tussen de opleidingen stromen studenten sneller door van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO en neemt de studieduur af; leerlingen van het VMBO lopen het laatste jaar van hun opleiding gedeeltelijk mee in het MBO, waardoor de overgang naar het MBO geleidelijk verloopt. Ditzelfde geldt voor de overgang van MBO naar HBO; studenten (MBO-HBO) die in het ZIC werken maken in een eerder stadium kennis met de beroepspraktijk en werken in een lerende gemeenschap van medewerkers en studenten van alle niveaus, waardoor ze praktijkgericht en actueel (o.a. toepassing van principes van Evidence Based Practice (EBP)) worden opgeleid; loopbaancoaching en studieloopbaanbegeleiding vinden plaats in één doorlopend traject van VMBO via MBO naar HBO; omdat studenten direct kennismaken met de innovaties in de zorg en ze up to date en praktijkgericht opgeleid zijn, zijn ze beter toegerust voor de eisen die het werkveld nu en in de toekomst stelt. Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
8
4
Virtuele omgeving
Doel: Het realiseren van een eigen virtuele infrastructuur voor de zorgacademie, waarmee de activiteiten van de overige deelprojecten worden ondersteund. Deze virtuele infrastructuur moet transparant zijn voor alle gebruikers en moet aansluiten op de infrastructurele voorzieningen die al bij partnerinstellingen in gebruik zijn. Resultaten: de „Portal zorgacademie‟ als gebruikersomgeving voor studenten, werkgevers en werknemers; een virtuele leeromgeving ter ondersteuning van online en blended learning; kennisbanken ter ondersteuning van competentieontwikkeling en beroepshandelingen in de praktijk en als naslag voor studenten; online communities ter ondersteuning van kennisuitwisseling, ondersteuning, coaching, etc. tussen professionals in de zorg; online instrumentarium ter ondersteuning van competentie-assessment, persoonlijk portfoliobeheer, EVC-procedure, etc; een „Marktplaats zorgacademie‟ waar vraag en aanbod in brede zin bij elkaar komt: op het gebied van opleidingen, stageplaatsen, vacatures, etc;
Virtuele Zorgacademie Elektronische
EVC workflow
leeromgeving
tools
Competentiemanagement
Kennisbanken
Professionele
ZAP portal
communities
tools
ZAP
E-portfolio
marktplaats
Effecten: een virtuele omgeving verhoogt de (zelfstandige) toegankelijkheid van onderwijs, het zelfstandig leren en de toegankelijkheid van informatie voor alle partijen.
5
Skillslab
De skillslabs worden in een andere subsidieaanvraag opgenomen en maken derhalve geen deel uit van deze aanvraag. Vanwege de brugfunctie en de aansluiting op de andere projecten worden de onderlinge verbanden voor de helderheid kort genoemd.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
9
Doel: In het gebouw van de zorgacademie komen de gezamenlijke skillslabs van alle partijen. In skillslabs wordt de praktijksituatie zo realistisch mogelijk nagebootst. De rol van de patiënt wordt ingenomen door een proefpersoon of een dummy. In een veilige omgeving kunnen complexe situaties worden nagebootst om diverse vaardigheden van verschillende professionals te oefenen. In deze ruimten werken zowel de leerlingen van het MBO als de werknemers van de zorginstellingen samen. Deze samenwerking leidt tot actueel onderwijs en de uitwisselingen van praktijk docenten geeft hier een meerwaarde voor studenten. In het skillslab komen ook de onderwijs- en zorginnovatie samen. Nieuwe technologische ontwikkelingen van het zorginnovatiecentrum worden in het skillslab getest samen met studenten, medewerkers van de zorginstellingen en bedrijven. De toekomstige gebruiker wordt hierin geschoold en getraind. Innovaties zijn daardoor sneller inzetbaar in de praktijk en de innovaties zijn afgestemd op de daadwerkelijke praktijk. 6
Zorginnovatie
Doel: De kern van de zorgacademie ligt op het gebied van optimale scholing. Het is echter niet de enige oplossing. De partners in de zorgacademie zijn ervan overtuigd dat ook innovatieve zorgconcepten een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de problemen. De implementatie van die zorgconcepten vereist vaak intensieve scholing en training van studenten en medewerkers. Vanwege deze relatie tussen zorginnovatie en scholing worden de op zorginnovatie gerichte activiteiten van partners in de zorgacademie geïntegreerd. Resultaten: een regionaal innovatieprogramma waarin de zorgaanbieders in de regio, de kennisinstellingen en bedrijven in de regio actief samenwerken aan innovatieve oplossingen voor de problemen en knelpunten in de zorg; deze projecten hebben betrekking op kansrijke innovaties in de (langdurende) zorg die een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de arbeidstekorten in de zorg; in deze projecten participeren studenten van zowel MBO als HBO (en WO) actief, in de vorm van afstudeerprojecten en stages. De zorginnovatiecentra (ZIC‟s) van SEVAGRAM en straks ook van Mondriaan zullen hier pilotafdelingen voor zijn; de resultaten van de uitgevoerde innovatieprojecten worden vertaald in een scholingsaanbod voor werkenden in de zorg, en in scholingsmateriaal voor de initiële opleidingen van het Arcus College en de Hogeschool Zuyd. Er worden (blended) modules ontwikkeld op tenminste de volgende onderwerpen: zorg op afstand en zorgTV, monitoring van fysiologische parameters en gedrag in de eigen leefomgeving; de toepassing van robottechnologie; werken met elektronische patiëntendossiers. Een deel van de activiteiten zal plaatsvinden op de werkplek en binnen het skillslab. Effecten: Innovaties in de zorg worden snel in de praktijk toegepast. Studenten zijn state-of-the-art opgeleid. 7
Strategisch personeelsbeleid
De HRM activiteiten van de deelnemende instellingen van de zorgacademie zullen niet enkel binnen maar vooral ook tussen instellingen worden gerealiseerd (sectorale aanpak). De sectorale aanpak kenmerkt zich door het in kaart brengen van de gemeenschappelijke (kenmerken in) functies, opleidingsniveaus en competentieclusters, om daarmee te kunnen sturen op instroom, doorstroom en uitstroom binnen zorgorganisaties in deze regio. Op regionaal niveau betekent dit dat door het aanleggen van gezamenlijke competentieprofielen, de Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
10
uitwisselbaarheid (employability) van het personeel en de aansluiting met het reguliere en (post-)reguliere onderwijs kan worden versterkt.
Diagnose zorginstelling zorginstelling zorginstelling
Sectorale competentieagenda Nieuwe medewerkers
EVC/EVP
Zittende medewerkers
Doorlopende leerlijnen
Strategisch personeelsplan loopbaan
mobiliteit Plan
matchingsmethodieken
Interventies
bijscholing
Resultaten: een overzicht van competenties die de zorg in de toekomst nodig heeft; afstemming tussen zorginstellingen en onderwijs over en verbetering van in- door- en uitstroom; een gezamenlijk arbeidsmarkt- en competentiebeleid van zorginstellingen en opleidingen waarmee een Leven lang leren beter gericht wordt door toenemend inzicht in toekomstige competenties, zowel op individueel als op instellingsniveau; meer werkgarantie in de zorg voor aankomend personeel. Effecten: voor allen die willen gaan werken in de zorg is de arbeidsmarktbehoefte helder het is duidelijk in welke beroepen de meeste perspectieven zitten; toekomstige en huidige medewerkers en studenten hebben een goed inzicht in de voor de zorg benodigde competenties, waardoor zij gericht kunnen toewerken naar een functie met toekomstperspectief; een werknemer of student kan gerichte loopbaanpaden uitstippelen en die koppelen aan zijn of haar competentieontwikkeling. Door deze loopbaanperspectieven kan verbeterde werkgarantie worden gerealiseerd, zowel naar de werknemer (loopbaan) als de werkgever (arbeidsvoorziening).
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
11
Hoofdstuk 3 Doelgroepen van het project zorgacademie De primaire doelgroepen van het project zijn: - (toekomstige) werknemers in de zorg: - instromers initiële opleidingen VMBO, VO, MBO en HBO; - zij-instromers, herinstromers; - doorstromers van lager naar hoger niveau, met name VMBO naar MBO, niveau 2/3 naar 4 MBO of niveau 4 MBO naar HBO. - zittend personeel van zorginstellingen: - naar andere functie (loopbaanperspectief); - doorstroom naar hogere functie; - BIG vereisten; - vereisten BHV / BLS. Als secundaire doelgroepen worden onderscheiden: - docenten aan scholen (VMBO, VO, MBO en HBO); - praktijkbegeleiders van zorginstellingen; - opleiders van zorginstellingen; - ondersteuners op het gebied van ICT en e-learning; - werkgevers in de zorg; - P&O-functionarissen in de zorg.
Hoofdstuk 4 De inhoud van het project zorgacademie De partners in het project zorgacademie hebben zich gerealiseerd dat de krimp van het aantal beschikbare arbeidskrachten in de regio Parkstad, gecombineerd met een toenemende vraag naar zorgdiensten, tot problemen zal leiden. Tegelijkertijd hebben zij zich gerealiseerd dat zowel onderwijs- als zorginstellingen, maar ook bedrijven die zich bezig houden met innovaties in de zorg, een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van die problemen, en dat de bundeling van krachten meerwaarde heeft. Het feit, dat in de regio Parkstad op een gebied van enkele vierkante kilometers 10.000 medewerkers in de zorg Atrium Medisch Centrum, Mondriaan Zorggroep, Sevagram) werkzaam zijn ( de Zorgvallei), en dat ook onderwijs- en kennisinstellingen als de Hogeschool Zuyd, Het Arcuscollege, en de Open Universiteit Nederland vlak bij deze Zorgvallei gevestigd zijn, biedt een unieke kans om opleiding en praktijk samen te brengen en te innoveren. Om de personeelsvoorziening in de zorg op een hoger plan te tillen, leggen de partners in de zorgacademie de focus op drie onderwerpen: onderwijsinnovatie, zorginnovatie en strategisch personeelsbeleid, die onderling sterk samenhangen. Om de in hoofdstuk 2 beschreven doelen te behalen is het project onderverdeeld in 7 deelprojecten. De projectinhoud ziet er, geordend per deelproject, als volgt uit: 1. EVC ten behoeve van Maatwerk Een eerste stap naar maatwerkonderwijs is het bepalen van het beginniveau van de (toekomstige) werknemer in de zorg. In deze projectgroep wordt een EVC-procedure ontworpen die geschikt is voor alle (toekomstige) medewerkers, dus ook studenten, in de zorg. In een zevental stappen wordt bepaald over welke competenties de kandidaat al beschikt. Een mondeling beoordelingsgesprek, op basis van het portfolio van de kandidaat, maakt hier onderdeel van uit. De assessments worden door getrainde assessoren afgenomen volgens een gestandaardiseerde procedure. De training van de assessoren vindt plaats tijdens de projectperiode. Een voorwaarde voor het ontwikkelen van deze EVC-procedure zijn geüniformeerde competentiebeschrijvingen, gebaseerd op landelijke beroepsprofielen/kwalificatiedossiers. Deze Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
12
worden eveneens ontwikkeld in de projectgroep. De basis van het assessment zijn de standaarden van de verpleegkundige niveaus 1 tot en met 6. De EVC-procedure mondt uit in een opleidingsplan voor de cursist, dat in een digitaal portfolio wordt gezet. De cursist wordt eigenaar van dit portfolio dat hij voortdurend kan actualiseren en dat dient als hulpmiddel voor zijn leven lang leren. Op deze wijze wordt helder voor de cursist waar hij staat en kan hij gericht en sneller aan zijn ontbrekende competenties gaan werken, in plaats van een standaard opleiding te volgen. Het digitaal portfolio wordt ontworpen door projectgroep 4. Via pilots worden in het laatste jaar van de projectperiode ervaringen opgedaan met de EVC-procedure met (toekomstige) werknemers en studenten in de zorg van de deelnemende instellingen en wordt, zo nodig, de procedure bijgesteld. Dit project heeft een grote samenhang met project 7: strategische personeelsplanning 2. Blended Learning Om het leren te versnellen en cursisten de gelegenheid te bieden tijd- en plaatsonafhankelijk en op hun eigen niveau te laten leren, wil de zorgacademie steeds meer gebruik maken van blended learning modules. In deze projectgroep worden 3 proef blended learning modules voor dit doel uitgewerkt samen met de partners. Het gaat hierbij de modules Basic Life Support (BLS), Bedrijfshulpverlening (BHV) en verpleegkundige vaardigheden. Deze modules worden in 2010 en 2011 op de portal geplaatst (zie projectgroep 4) en ter beschikking gesteld aan de deelnemende partners. De gekozen modules zijn alle drie direct inzetbare in de initiële opleiding voor studenten en voor de her- en bijscholing van medewerkers van de partners. De module BLS wordt vanaf het begin ook landelijk beschikbaar gesteld. Daarna wordt geëvalueerd of deze wijze van blended learning voldoet aan de gestelde eisen t.a.v. o.a. leereffect, bruikbaarheid, tevredenheid van de student en aantrekkelijkheid. Op basis van de evaluatie worden de modules bijgesteld. Deze werkwijze fungeert vervolgens als model voor meer blended learning modules voor de zorgopleidingen, die na de projectperiode worden uitgewerkt. 3. Maatwerkonderwijs en doorlopende leerlijnen Om een soepele doorstroming door de beroepskolom heen te bevorderen, worden via een „dakpanmodel‟ de opleidingen VMBO - HBO en MBO – HBO op elkaar afgestemd. Leerlingen zullen een soepele doorstroming ervaren in het zorgonderwijs. Leerlingen van verpleegkunde en assisterende beroepen (MBO) kunnen op dit moment niet doorstromen naar de paramedische beroepen in het HBO terwijl daar wel behoefte aan is. In dit deelproject wordt deze doorstroommogelijkheid gecreëerd en een goede aansluiting gemaakt tussen deze opleidingen. Voor degenen die al werkzaam zijn in de zorg wordt een procedure ontworpen voor maatwerkonderwijs, die aansluit op de EVC-procedure van projectgroep 1. Deze cursisten volgen dan een programma dat grotendeels in de praktijk plaatsvindt en waar hij die competenties kan verwerven die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van de gewenste functie. Aan het eind van de projectperiode wordt met een nader aantal te bepalen (toekomstige) werknemers dit model in een pilot uitgeprobeerd en geëvalueerd. Binnen de binnenkort op te zetten afdeling klinische detox van de divisie verslavingszorg van Mondriaan wordt een Zorginnovatiecentrum geïmplementeerd. In totaal worden binnen deze krachtige leeromgeving 10,5 fte stagiaires MBO-V en HBO-V per jaar in staat gesteld om de vereiste competenties te behalen door middel van lerend werken en door mee te werken aan innoveren van patiëntenzorg. Voor alle cursisten wordt een doorlopende loopbaancoaching/ studieloopbaanbegeleiding ontworpen, die onafhankelijk is van de gekozen leerroute en die door alle niveaus heenloopt. Het e-portfolio neemt hier een belangrijke rol in. Deze loopbaancoaching moet aan het eind van de projectperiode operationeel zijn.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
13
4. Virtuele omgeving De virtuele omgeving van de zorgacademie is voorwaardenscheppend voor de andere producten. In dit project worden de afzonderlijke leeromgevingen van de partners op elkaar afgestemd zodat eenieder gebruik kan maken van dezelfde producten. Er wordt onder andere een portal ingericht met de volgende opties: vacature- stagebank, kennisbank, kenniscommunities, e-portfolio, een toegangspoort tot de blended learning modules en andere cursussen en een online ondersteuning bij lesplanning. Studenten en cursisten krijgen via deze virtuele omgeving (portal) toegang tot meerdere handige opties: - De doorstroomprogramma‟s van de opleidingen en cursussen en de initiële opleidingen. - Voor studenten en medewerkers is de e-portfolio beschikbaar. De EVC en de digitale Personal Development Planner (PDP) zijn middelen die een betere functiekeuze en beroepskeuze mogelijk maken. De student en medewerker kan zijn eigen gegevens invullen en bekijken welke competenties hij/zij al bezit. In de PDP is opgenomen waar welke competentie kan worden verworven cq worden bijgespijkerd. - Geselecteerde kennisbanken waarin de achtergrondkennis betreffende de zorg is gerubriceerd en verzameld. - Communities waar de medewerkers en studenten vragen kunnen stellen aan anderen over vakgerelateerde vragen. - Een stagebank en een vacaturebank waardoor het aanbod en de vraag beter wordt geordend en kwalitatief beter is. De studenten kunnen de zorginnovatieve ontwikkelingen via dit platform volgen. Hierdoor worden ze al in een vroeg stadium geïnformeerd over de nieuwste technieken waar ze kort daarop in de opleidingen en daarna in hun beroep mee in aanraking zullen komen. Nieuwe ontwikkelingen worden zo op een vroeg moment bij de studenten gebracht, via deze portal en in het gezamenlijke skillslab in de daadwerkelijke praktijk. - De digitale blended learning modules kunnen via deze site worden gevolgd en maken de opleiding interessanter en aantrekkelijker voor studenten en medewerkers. - Vanuit het platform wordt ook doorgelinkt naar de afzonderlijke partners. Het docentstudent contact of het plannen en inschrijven voor een cursus van één van de afzonderlijke partners zal via deze portal geschieden. 5. Skillslab (nvt) 6. Zorginnovatie centrum (ZORG Inc) De huidige generatie zorgverleners heeft een achterstand op het gebied van innovatie in de zorg. Ook in onderwijsprogramma‟s, zowel in MBO als HBO, komen innovaties onvoldoende aan de orde, waardoor studenten niet up-to-date zijn opgeleid. Ten behoeve van de zorgacademie worden in dit deelproject scholings- en trainingsprogramma‟s ontwikkeld rond de volgende thema‟s: zorg op afstand en zorg-TV, monitoring van fysiologische parameters en gedrag in de eigen leefomgeving; de toepassing van robottechnologie; werken met elektronische patiëntendossiers. Dit betekent dat studenten in de zorgacademie al tijdens de opleiding kennismaken met deze innovaties. (Toekomstige) medewerkers in de zorg krijgen door de directe aanwezigheid (skillslabs en virtueel) van de nieuwe innovatieve ideeën in de zorg meteen de gelegenheid om eigen inbreng en wensen in het ontwikkelproces in te brengen. Niet enkel een geselecteerde testgroep kan de ontwikkelingen volgen maar nu door de fysieke en virtuele aanwezigheid veel meer werkenden in de zorg. De vrees om nieuwe technieken te gaan gebruiken in de zorg wordt dan ook minder. Studenten van opleidingen in de zorg krijgen via de zorginnovatie de kans om in de zorginnovatieprojecten te participeren via stages en afstudeeropdrachten. Hierdoor blijven ze al in een vroeg stadium geïnformeerd over de nieuwste technieken waar ze verderop in de opleidingen en daarna in hun beroep mee in aanraking zullen komen. Nieuwe ontwikkelingen worden zo op een vroeg moment bij de studenten gebracht. Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
14
Voor studenten wordt de opleiding interessanter en zeer realistisch. De drempel tussen opleiding en beroepspraktijk wordt zo tot een minimum beperkt. Het bedrijfsleven profiteert optimaal van het zorginnovatie centrum. Hun innovatieve ideeën worden meteen in de praktijk ingezet en uitgeprobeerd met de daadwerkelijke gebruikers en patiënten. Een betere ontwikkel- en testomgeving is niet denkbaar. Voor zorginstellingen gaat de kwaliteit van de zorg voor de patiënt en de kwantiteit van inzetbaar personeel via de inzet van zorginnovatie vooruit. Zonder nieuwe technieken is deze garantie niet af te geven. 7. Strategisch personeelsbeleid Het ontbreekt bij veel zorginstellingen aan strategisch personeelsbeleid voor de korte en langere termijn. Gelet op de komende tekorten in de zorg is het noodzaak in kaart te brengen bij welke functies en competenties tekorten gaan ontstaan. Om te komen tot een gezamenlijke probleemdefinitie en oplossingsrichtingen te verkennen, stemmen de partners de behoeften voor de langere termijn op elkaar af. Daarna wordt bezien welke initiële opleidingen en her- en bijscholingstrajecten dienen te worden heringericht c.q. te worden afgestemd op elkaar. Het resultaat van dit project moet leiden tot een functie- en competentieagenda voor de zorg met als concrete kenmerken: - de sector aantrekkelijker te maken voor nieuwe en zittende medewerkers door meer variatie in loopbaanmogelijkheden en mobiliteit te bieden; - beter inzicht in de kwantiteiten en kwaliteiten van het benodigd personeel voor de korte en langere (3 tot 5 jaar) termijn voor zowel instellingen als (toekomstige) werknemers; - vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen van opleidingen naar zorginstellingen en tussen zorginstellingen onderling; - een sectoraal personeelsplan met als doel mobiliteit tussen organisaties; - leertrajecten, die kwalitatief en kwantitatief beter toegesneden zijn op de arbeidsmarkt; - activerend beleid ontwikkelen op het vlak van arbeidsvoorziening (aandacht voor langer doorwerken en nieuwe loopbaanarrangementen). De bovenstaande doelen realiseerbaar maken door: - continue professionalisering in combinatie met EVC en EVP als een belangrijk middel om in de verwachte functies en competentietekorten te voorzien, zowel voor nieuwe als zittende medewerkers; - toekomstige personele behoeften afstemmen met de opleidingen, middels EVC, doorlopende leerlijnen en een flexibel onderwijsaanbod VMBO–MBO-HBO. Delen van dit model zullen tijdens de projectperiode uitgetest en geëvalueerd worden.
Hoofdstuk 5 De innovatie in het project a. Hoe heeft het samenwerkingsverband zich georiënteerd op relevant onderzoek en/of vergelijkbare projecten en hoe is gebruik gemaakt van deze resultaten? Hogeschool Zuyd heeft een belangrijke rol op het gebied van EVC-procedures. In 2009 is de EVC-procedure van de hogeschool geaccrediteerd. De EVC-procedure van de zorgacademie borduurt hier op voort. De Open Universiteit heeft een jarenlange ervaring op het gebied van het ontwikkelen van afstandsonderwijs en blended learning modules. In het ontwerpen van de virtuele werkomgeving wordt voortgebouwd op trends en recente ontwikkelingen binnen de zorgsector, in het domein van Leven Lang Leren, en bij technologische (ICT) innovaties. Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
15
Binnen de zorgsector gaat het hierbij vooral om demografische ontwikkelingen (vooral de vergrijzing, welke in de regio een aantal jaren voorloopt op de rest van Nederland); arbeidsmarktontwikkelingen (een groeiende vraag in de zorg, gekoppeld aan afnemende vraag in vele andere sectoren); de continue innovatie in de zorg (behoefte aan constante bijscholing en „opscholing‟); en de toenemende behoefte aan mobiliteit, zowel binnen als tussen instellingen. Binnen het domein van Leven Lang Leren wordt aangesloten bij de trend tot erkenning van eerder verworven competenties in zowel opleidingstrajecten (relevant voor zijinstroom, vrijstellingen, en maatwerktrajecten) als bij het opbouwen van ervaringsdossiers; het ondersteunen van continue competentieontwikkeling door het werken met competentieprofielen, (zelf-)assessment, en ondersteuning in het opstellen van persoonlijke ontwikkelplannen; en het inrichten van doorlopende leerlijnen VMBO-MBO-HBO op basis van een competentiegebaseerd trainings- en opleidingsaanbod (maatwerktrajecten). Relevante ICT ontwikkelingen betreffen e-learning ter ondersteuning van duaal leren, onafhankelijk van plaats en tijd; e-portfolio‟s (TENCompetence)voor iedere werkende in de zorg, zowel ter ondersteuning van de eigen competentieontwikkeling als voor het bevorderen van mobiliteit binnen de sector; online (competentie)assessment ter oriëntatie op opleiding en beroep; het opbouwen en aanbieden van beroepsspecifieke kennisbanken; en online professionele communities voor onderlinge kennisuitwisseling. Tenslotte maken nieuwe netwerktechnologieën en integratietechnieken het mogelijk applicaties van instellingen met elkaar te verbinden en te integreren, waarbij de toegang voor verschillende gebruikersgroepen wordt verzorgd via een portal. Het samenwerkingsverband heeft zich verder georiënteerd op ontwikkelingen t.a.v. het ZIC bij Sevagram. Het ZIC Mondriaan maakt gebruik van de verworvenheden van dit project. Het projectmanagement heeft kennisgemaakt met diverse initiatieven voor een „zorgacademie‟ in den lande, o.a. bij het ROC Eindhoven, bij de zorgacademie Radboud Nijmegen en bij de zorgacademie Leiden. Deze initiatieven zijn in het algemeen kleinschaliger van aanpak en gericht op bv. praktijkleren of doorlopende leerlijnen en niet op een integrale aanpak. Er heeft een oriëntatie naar doorlopende leerlijnen plaatsgevonden, zowel op nationaal als internationaal terrein. Zo heeft Hogeschool Zuyd samen met een Fontys en Avans een bijdrage geleverd aan een conferentie rondom doorstroomprogramma‟s in het najaar van 2009 en heeft men zich georiënteerd op ideeën rondom maatwerkonderwijs, studentbegeleiding en intake in de Verenigde Staten, waar een groot succes geboekt wordt met het verminderen van de uitval. Ook zijn er contacten met de LOI, die ervaring hebben met afstandsonderwijs in de zorg. Met Avans zijn contacten met het project “Zorg en Technologie”. Het samenwerkingsverband heeft kennis genomen van het eindrapport van Calibris rondom de verkenning van de behoefte aan paramedische opleidingen op MBO-niveau Voor strategisch personeelsbeleid worden ervaringen uit andere sectoren zoals de technische sector van het bedrijfsleven meegenomen. In deze sector wordt het strategische personeelsbeleid de laatste tijd succesvol toegepast. De aan Hogeschool Zuyd verbonden lectoraten Technologie in de Zorg en Autonomie en Participatie van ouderen volgen de nieuwste internationale ontwikkelingen in de zorg en deze kennis wordt gebruikt in de zorgacademie. b. Wat maakt het project experimenteel en innovatief? Het project is experimenteel en innovatief omdat zorgaanbieders en opleidingen, samen met kenniscentra, een werkvoorzieningbedrijf, overheden en bedrijven de kwaliteit van de opleidingen en scholing van medewerkers en leerlingen/studenten wil verbeteren en de tekorten in de zorg willen terugdringen.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
16
Dit gebeurt door een totaalpakket te bieden van instroom tot Leven Lang Leren, zodat meer en goed opgeleide krachten voor de zorg beschikbaar komen. Ook een realistische personeelsplanning door zorginstellingen wordt hieraan gekoppeld. E-learning en een krachtige digitale leer- en kennisomgeving nemen hier een belangrijke plaats in. Ook wil het project innovatieve technologie, innovatieve zorgconcepten en een skillslab gezamenlijk ontwikkelen en te dienste stellen aan onderwijs en zorg. De zorgacademie Parkstad Limburg is een regionaal innovatief initiatief met landelijke uitstraling dat kan worden uitgezet naar meerdere regio‟s binnen Nederland door de vergelijkbare problematiek. Het project vindt plaats in het zich snel ontwikkelend domein van de gezondheidszorg(opleidingen). In dit opzicht biedt het project ook een „laboratorium‟ voor onderwijsinnovatie en zorginnovatie. Innovatie vindt plaats in de twee hoofddomeinen onderwijs innovatie en zorginnovatie. De voordelen voor de afzonderlijke deelnemers van de zorgacademie op het gebied van innovatie zijn hieronder beschreven. Vanuit het oogpunt van de studenten: Studenten krijgen in hun onderwijs te maken met blended learning modules hetgeen resulteert in interactief onderwijs voor de studenten waarbij zij plaats- en tijdsonafhankelijk kunnen studeren. Dat vereenvoudigt hun lesindeling en snelheid waarmee er kan worden gestudeerd. Daarnaast zijn de modules ontworpen en ingericht samen met de zorginstellingen zodat de nieuwste ontwikkelingen in de zorg worden geleerd. De afgestudeerde studenten krijgen geen verouderde methoden aangeleerd en zullen zo sneller in de beroepspraktijk kunnen worden ingezet. Ten aanzien van de zorginnovatie worden de studenten betrokken bij het uitproberen van de nieuwe technieken in de zorg. Het bedrijfsleven en de zorginnovatoren zijn op dezelfde locatie c.q. afdeling gevestigd als het onderwijs. Vanuit het oogpunt van de medewerkers: Daar waar de medewerkers vaak de lessen volgende (inclusief herhalingen) waren zij afhankelijk van tijd en plaats. Ook de snelheid van studeren was afhankelijk van de snelheid van de groep. Met blended learning kunnen de medewerkers zelf bepalen wanneer ze hun lesstof tot zich nemen. Ervaren medewerkers kunnen voorts met eerder verworven competenties een korter leertraject c.q. opleidingstraject volgen en kunnen kijken in de digitale personal development planner (PDP) op welk gebied zij tekort komen op het gebied van nieuwe of hogere meer gekwalificeerde functies. De medewerkers worden ook nauwer betrokken bij nieuwe zorginnovaties. In het gezamenlijke gebouw liggen de opleidingen en de zorginnovatieafdeling naast elkaar. Vanuit het oogpunt van de docenten en opleidingen: De docenten van de zorginstellingen en de opleidingen ontwikkelen en geven samen het onderwijs aan de studenten en de medewerkers van de zorginstellingen. Zo is er een gedeelde inzet (en dus minder capaciteit) en een optimale afstemming van het onderwijs. De blended learning modules worden gezamenlijk ontwikkeld en de docenten zijn betrokken bij de nieuwste ontwikkelingen van de zorginnovatie. Vanuit het oogpunt van de zorginnovatie: De zorginnovatiemedewerkers zijn gehuisvest in de opleidingsgebouwen. Dat betekent dat zij hun nieuwe ontwikkelingen kunnen uittesten samen met de medewerkers van de zorginstellingen en de studenten en docenten van de opleidingen. Ook de bedrijven gaan ruimtes huren in hetzelfde gebouw. Zo is een optimale samenwerking tussen bedenkers, ontwikkelaars, afnemers en gebruikers gewaarborgd. Door deze groeperingen allen samen te brengen in een gebouw kan de zorginnovatie zeer snel in de praktijk worden gerealiseerd.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
17
Vanuit het oogpunt van de zorginstellingen: De zorginstellingen krijgen nu meer maatwerkopleidingen voor de medewerkers. Ook de nieuwe studenten zijn meer en sneller toegerust voor hun taken in de zorg dan voorheen. Zij krijgen door de samenwerking deels dezelfde opleidingen als de hercertificerings opleidingen van de medewerkers. De zorginnovatie en het bedrijfsleven wordt nadrukkelijker afgestemd op de wensen van de gebruikers en zo wordt er efficiënter en effectiever gewerkt. De kosten voor het ontwikkelen van opleidingen worden gedeeld met de onderwijsinstellingen door het gezamenlijke gebruik. Medewerkers zijn optimaler geschoold en zijn sneller inzetbaar op de werkplek na een opleiding. De verleturen worden drastisch teruggebracht. Vanuit het oogpunt van de bedrijven: Het bedrijfsleven kan haar producten beter afstemmen en uittesten bij de gebruiker en afnemer. Hierdoor zijn ook voor het efficiëntere werken flinke kostenbesparingen en doorlooptijden realiseerbaar. c. Hoe zijn docenten, werknemers, management en studenten bij de innovatie betrokken? De medewerkers van de organisaties: De medewerkers worden nauw betrokken bij de ontwikkelingen in de zorginnovaties. In het gezamenlijke gebouw worden de ideeën van de zorginnovatieafdeling samen met de medewerkers uitgetest. Voorts worden de medewerkers betrokken bij de ontwikkeling van het onderwijs van de nieuwe lichtingen studenten. De onderwijsinstellingen en hun docenten: De docenten van de zorginstellingen en de opleidingen ontwikkelen en geven samen het onderwijs aan de studenten en de medewerkers van de zorginstellingen. Zo is er een gedeelde inzet (en dus minder capaciteit) en een optimale afstemming van het onderwijs. Docenten zijn betrokken als inhoudelijk specialist, als ontwikkelaar van blended learning modules en bij de vormgeving van de doorlopende leerlijnen. Voorts worden de docenten betrokken bij de nieuwste ontwikkelingen van de zorginnovatie. De zorginnovatie: De zorginnovatiemedewerkers kunnen hun nieuwe ontwikkelingen uittesten met de medewerkers van de zorginstellingen en de studenten en docenten van de opleidingen. De bedrijven gaan ook ruimtes huren in hetzelfde gebouw. Zo is een optimale samenwerking tussen bedenkers, ontwikkelaars, afnemers en gebruikers gewaarborgd. De zorginstellingen: De zorginstellingen krijgen de nieuwe studenten meer op de werkvloer zodat deze sneller toegerust zijn voor hun taken in de zorg dan voorheen. De zorginnovatie wordt beter afgestemd op de wensen van de gebruikers en zo wordt er efficiënter en effectiever gewerkt. Het bedrijfsleven: Het bedrijfsleven is meer betrokken bij de instellingen en kan zijn producten beter afstemmen en uittesten bij de gebruiker en afnemer. Het management van de betrokken instellingen heeft een cruciale rol. Zij zijn de dragers van de innovatie vanuit hun organisatie. Hun steun is van essentieel belang voor het behalen van de geplande resultaten. Hun rol is: Hun visie op innovatie uitdragen en het project daarin inkaderen, de kwaliteit van het project te waarborgen, het realiseren van draagvlak voor de innovatie binnen hun instelling en daarbuiten en het verspreiden van de resultaten van het project.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
18
De studenten: Studenten krijgen in hun onderwijs meer betrokkenheid bij de zorginstellingen. Leerwerkbedrijven worden veelvuldiger als opleidingsmiddel ingezet. Ten aanzien van de zorginnovatie worden de studenten betrokken bij het uittesten van de nieuwe technieken in de zorg. Het bedrijfsleven en de zorginnovators zijn op dezelfde locatie c.q. afdeling gevestigd als het onderwijs.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
19
Onderdeel B: Operationaliseren van aanpak Elk deelproject voert een aantal activiteiten uit, die hieronder zijn beschreven en in schema zijn gezet.
Algemeen/programmamanagement PG 1 EVC ten behoeve van Maatwerk PG 2 Blended Learning PG 3 Doorlopende leerlijnen PG 4 Virtuele omgeving PG 6 Zorginnovatie PG 7 Strategisch personeelsbeleid Onderzoek
Pilots en implementatie van de producten als onderdeel van de projecten
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
20
augustus
juli
juni
mei
april
maart
februari
januari
december
november
oktober
september
2012 augustus
juli
juni
mei
april
maart
februari
januari
december
november
oktober
september
2011 augustus
juli
juni
mei
april
maart
februari
januari
2010 december
november
2009 oktober
september
Mijlpalen zorgacademie Project
1. EVC ten behoeve van Maatwerk 1.1 Inrichten van een kenniscommunity. Netwerk MBO, HBO en werkveld met overlegmomenten tussen docenten en werkenden binnen de zorg om elkaar te informeren, programma‟s te ontwikkelen etc. Randvoorwaarden creëren en tijd faciliteren om de uitwisseling mogelijk te maken. 1.2 Digitaal assessment ontwikkelen. Ontwerpen van een digitaal (pre)assessments om geschiktheid voor de zorg te toetsen ingebed in goede voorlichting,oriëntatie in de zorg en juiste toegeleiding naar de zorgberoepen. Monitoring en evaluatie van instroom, doorstroom, uitstroom en afstroom. 1.3 Het uniformeren van competentiebeschrijvingen. Het uniformeren van competentiebeschrijvingen,gebaseerd op landelijke beroepsprofielen/kwalificatiedossiers en voortbouwend op de kennis LLL o.a. als basis voor EVC procedures. 1.4 Het trainen van (EVC)assessoren om assessments af te nemen volgens een gestandaardiseerde procedure. De basis van het assessment zijn de standaarden niveau 1 tot en met 6. Het European Qualification Framework geeft daarnaast de niveaus ook nog eens weer en deze worden daarin meegenomen. 1.5 Een EVC-procedure voor omscholers en nascholers. 1.6 Het via pilots opdoen van ervaringen met EVC-trajecten en vertaling van uitkomsten in maatwerktrajecten en flexibel onderwijs. 1.7 Eén loket EVC voor de zorg. Afstemmen van procedures en logistiek t.b.v. één loket EVC voor de klant (gezamenlijke frontoffice met behoud van individuele backoffice i.v.m. regelgeving) waar vraag en aanbod met elkaar gematched kan worden. 2. Blended Learning 2.1 Het vervaardigen van 3 blended learning modules (BLS, BHV en verpleegkundige vaardigheden); 2.2 het afstemmen van de opleidingen van alle partners met elkaar; 2.3 het afstemmen van de opleidingseisen met de partners; 2.4 het goedkoper maken van de ontwikkel- en opleidingskosten met elkaar. 3. Maatwerkonderwijs en doorlopende leerlijnen 3.1 Procedures inrichten voor maatwerkonderwijs voor werkenden. Eenvoudige procedures ontwikkelen om werkenden leerpaden aan te bieden nadat ze een EVCtraject hebben afgerond (i.s.m. met de Netwerk Open Hogeschool). Afspraken maken met leerbedrijven en leerplaatsen over inhoud en begeleiding leerpaden, in het bijzonder met het ZIC Mondriaan; accreditatie van leerbedrijven op alle niveaus; onderwijsmateriaal aanpassen aan de doelgroep; pilots maatwerktrajecten; inbedding van maatwerkonderwijs in het European Qualification Framework.
3.2
Inrichten platforms (VMBO-MBO en MBO-HBO) voor het afstemmen van de onderwijsprogramma‟s. Het uitwisselen van docenten in de vorm van een buddysysteem. Docenten VMBO/MBO en MBO/HBO vormen duo‟s en nemen als duo deel aan elkaars onderwijs. Hierdoor wordt de bekendheid heel praktisch en concreet vergroot. De betrokken docenten krijgen daarbij de opdracht om concrete programma‟s te ontwikkelen om de doorstroom te verbeteren. Een voorbeeld is het maken van „minoren‟ (of keuzeprogramma‟s) voor het MBO die zijn gebaseerd op ontwik-
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
21
keld onderwijsmateriaal in het HBO. Fase 1. 1e groep docenten die in duo‟s of trio‟s bij elkaar in de keuken kijken (2VMBO en 1 MBO respectievelijk 1 MBO met 1 HBO docent). Aantal direct betrokken docenten: 20. Fase 2.
3.3
Nieuwe duo‟s/trio‟s die bij elkaar in de keuken kijken. Aantal direct be trokken docenten: 20. Voorbereiden van tenminste 2 nieuwe „MBOminoren‟ op basis van HBO onderwijsmateriaal. De betrokken docenten koppelen hun inzichten en ervaringen terug naar een grotere groep (spin-off).
Doorlopende leerlijnen VMBO-MBO en MBO-HBO (verpleegkunde) Verdergaande samenwerking tussen VMBO, MBO en HBO in de zorg is mogelijk en gewenst. Ontwerpen, ontwikkelen en implementeren van doorstroomprogramma‟s en gezamenlijke onderdelen is goed mogelijk. Mogelijkheden voor naadloze aansluiting tussen VMBO en MBO worden onderzocht. Onderzocht worden bijv. mogelijkheden om excellente studenten van het MBO reeds binnen hun MBO onderdelen van het HBO te laten doen, waardoor zij een korter HBOprogramma kunnen doen. Voorts is het van belang dat binnen het MBO reeds de lijn ingezet wordt naar de HBO-beroepscompetenties en dat dit als zodanig benoemd wordt.. Er wordt gestreefd naar een naadloze aansluiting tussen de niveaus. Er zal met een kleine groep MBO-4 een Pilot worden uitgevoerd. Belangrijke inhoudelijke keuzes betreffen verpleegkundig redeneren, evidence based en innovatief handelen. Via een “dakpanmodel” een naadloze overgang maken tussen VMBO en MBO. - Afspraken maken over inhoud, aansluiting, studentbegeleiding en gezamenlijk stagearrangement; Pilot voor x leerlingen deelnemende scholen + evaluatie en bijstelling. Via een “dakpanmodel‟‟ een naadloze overgang maken tussen MBO en HBO. Afspraken maken over inhoud (o.a. EBP, denken in modellen en innovatie); studietrajecten versnellen door betere aansluiting; verkennen van samenwerkingsmogelijkheden m.b.t. onderwijsprogramma‟s; - realiseren van tenminste 2 „MBO-minoren‟ op basis van HBO onderwijsmateriaal; Op basis van een eerste verkenning wordt gedacht aan een MBO-minor „Technologie in de Zorg‟ en een MBO-minor „Huisartsenzorg en Geriatrie in de Ouderenzorg‟; - pilot met doorlopende leerlijnen + evaluatie en bijstelling; - implementatie.
3.4
Doorlopende leerlijn verpleegkunde en assisterende beroepen (MBO) naar paramedische opleidingen (HBO) ontwikkelen. Paramedische beroepen hebben geen MBO-variant. Bij afgestudeerden in de assisterende beroepen bestaat de behoefte door te stromen naar paramedische beroepen. - Afspraken maken over de inhoud van het doorstroomprogramma voor assisterende beroepen naar paramedische beroepen; pilot starten voor deze groep + evaluatie en bijstelling.
3.5
Doorlopende Loopbaancoaching / studieloopbaanbegeleiding. Doorlopende Loopbaancoaching / studieloopbaanbegeleiding voor de gehele beroepskolom ontwikkelen (VMBO-MBO-HBO en voor werkenden).
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
22
Ontwerpen, ontwikkelen en implementeren van een aanpak voor studieloopbaanbegeleiding die vanuit uitgangspunten van competentiegericht onderwijs van het MBO en het competentiegericht en vraaggestuurde onderwijs van de HBO-V gericht op goede aansluiting en doorstroom. Ontwikkelen van studievaardigheden, leerstijl en beroepscompetenties staan hierbij centraal. - Afspraken maken tussen VMBO, MBO en HBO over de wijze van begeleiding en afstemming met studenten en werkenden; - pilots starten, evalueren en bijstellen; - doorlopende loopbaancoaching is operationeel voor alle doelgroepen. 4. Virtuele omgeving 4.1 Het inrichten van een Portal met de volgende opties (vacaturen en stage bank, kennisbank, communities, E-portfolio, toegang tot cursussen); 4.2 het op elkaar afstemmen van de “back-office” systemen; 4.3 het online ondersteunen van lesplanning; 4.4 het ondersteunen bij het maken van blended learning modules; 4.5 het realiseren van online onderwijs. 5. Skillslab (nvt) 6. Zorginnovatie 6.1 In samenspraak met regionale partijen ontwikkelen van een inhoudelijk zorginnovatieprogramma, voortbouwend op de huidige programma‟s van de lectoraten Autonomie en Participatie van chronisch zieken, zorginnovaties voor kwetsbare ouderen en Technologie in de zorg en de huidige innovatie-activiteiten van de partners. 6.2 Operationaliseren van het zorginnovatieprogramma in concrete innovatieprojecten. 6.3 Ontwikkelen van scholings- en trainingsprogramma rond de volgende thema‟s: zorg op afstand en zorg-TV, monitoring van fysiologische parameters en gedrag in de eigen leefomgeving; de toepassing van robottechnologie; werken met elektronische patiëntendossiers. 6.4 Ontwikkelen van informatiemateriaal over de lopende zorginnovatieprojecten, toegankelijk te maken via de virtuele leeromgeving; 6.5 Ontwikkelen c.q. ontsluiten van informatie over voor professionals relevante zorginnovaties, (o.a.) toegankelijk te maken via de virtuele leeromgeving. 7. Strategisch personeelsbeleid 7.1 Sensibiliseren partners: informeren en uitwisselen strategische planning en instroom- en ontwikkelingsbeleid tussen zorginstellingen, gezamenlijke probleemdefinitie en oplossingsrichtingen verkennen. 7.2 Nader onderzoek per instelling wat partners doen aan strategisch personeelsbeleid wat daarvan de effecten zijn (hoe wordt e.e.a. ervaren bij nieuwe en zittende medewerkers? Wat komt terecht van huidig strategisch personeelsbeleid en instroom- en loopbaanbeleid?) 7.3 Vanuit onderzoek nader definiëren hoe te komen tot een gezamenlijke competentieagenda en een werkbaar gezamenlijk model ontwerpen. 7.4 Delen van model implementeren en testen met inzet van de zorgacademieproducten rondom EVC en bijscholing. 7.5 Evalueren en bijstellen van het model.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
23
Onderdeel C: Samenwerkingsverband en projectorganisatie Samenstelling, rol en inhoudelijke inbreng van het samenwerkingsverband Naam partner samenwerkingsverband Hogeschool Zuyd
Open Universiteit Nederland
Arcus College
SVOPL (Stichting Voortgezet Onderwijs Limburg)
Atrium MC
Projectplan HPBO IA09217
Omschrijving rol en inhoudelijke inbreng Hogeschool Zuyd is penvoerder van het project en hiermee ook projecteigenaar. Op grond van haar deskundigheid brengt HsZ de volgende expertise in: - projectmanagement - projectondersteuning - bijdrage aan doorlopende leerlijnen - EVC-formats - kennis omtrent praktijkleren - kennis en contacten binnen de branche - Technologie in de Zorg. Open Universiteit neemt deel als volwaardige partner en brengt deskundigheid in rondom afstandsleren, virtuele omgeving en blended learning. In de afzonderlijke projecten wordt vanuit onderwijskundig inzicht vanuit de afdeling psychologie meegedacht over de doorlopende leerlijnen. Dezelfde afdeling levert ook samen met de Hogeschool Zuyd het onderzoeksprogramma. Voorts regelt de Open universiteit een deel van het programmamanagement, de administratieve ondersteuning en de marketing en communicatie. Het Arcuscollege neemt deel als volwaardige partner en brengt de volgende deskundigheid in: - ontwerp van doorlopende leerlijnen - EVC-formats. Het SVOPL neemt deel als partner en brengt expertise in rond doorlopende leerlijnen en studieloopbaanbegeleiding. Het Atrium neemt deel als volwaardige partner en MC brengt de volgende deskundigheid in: - inhoudelijke kennis over benodigde competenties voorde verschillende beroepsgroepen; - (bij)scholingsaanbod.
versie 27 november 2009
Omschrijving deskundigheid HsZ heeft de afgelopen jaren ruime ervaring opgedaan met onderwijskundige vernieuwingsprojecten (Maatwerkproject). Voorbeelden hiervan zijn EVC-procedures, maatwerkonderwijs, studieloopbaanbegeleiding, assessment. Ook het lectoraat Technologie in de Zorg van de hogeschool brengt deskundigheid in over zorginnovatie.
Blended learning, EVC, programmamanagement, administratieve ondersteuning, communicatie en marketing.
Ervaring met competentiegericht onderwijs.
Onder SVOPL vallen diverse VMBO-opleidingen.
Werken en opleiden in de zorg.
24
Mondriaan
Sevagram
Mondriaan neemt deel als volwaardig partner en brengt kennis en kunde op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en de kwaliteit van leven. Mensen met een risico om psychische en/of verslavingsproblemen middels preventie om psychische stoornissen zoals depressie en verslaving in de kiem te smoren. Sevagram neemt deel als partner en als vertegenwoordiger van andere zorginstellingen in de regio. Medewerkers zullen expertisen inbrengen op het gebied van praktijkleren en leerwerkafdelingen.
Zorg aan Zet
Zorg aan Zet faciliteert de door de zorgorganisaties gevoelde gezamenlijke verantwoordelijkheid op het gebied van arbeidsmarkt. Zorg aan Zet zet een medewerker in die expertise inbrengt rond. UWV De UWV is participant in dit project vanwege hun kennis en kunde over de arbeidsmarkt en vacatures in de verschillende sectoren. Zij participeren en sluiten aan bij de verschillende projecten waar hun kennis is vereist. POAZ Het POAZ doet mee als partner (Parkstad Overleg Arbeidsmarkt en brengt deskundigheid in op Zorg) het gebied van strategisch personeelsbeleid en op de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Werken en opleiden in de zorg (GGZ).
Sevagram heeft veel ervaring met het ontwikkelen van leerwerkafdelingen en praktijkleren.
Zorg aan Zet houdt zich bezig met alle zaken die te maken hebben met het werken en/of leren in de zorg.
UWV is een werkbedrijf dat ondersteuning biedt aan werkzoekenden.
Het POAZ is deskundig op het gebied van aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt en strategisch personeelsbeleid.
De projectorganisatie: De projectorganisatie wordt aangestuurd oor een stuurgroep. In de stuurgroep hebben zitting: - Voorzitter CvB Hogeschool Zuyd; - Vice voorzitter CvB Open Universiteit; - Voorzitter Raad van bestuur Atrium MC; - Voorzitter College van Bestuur Arcuscollege; - Lid van Raad van Bestuur Mondriaan; - Lid raad van bestuur Sevagram.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
25
De dagelijkse leiding van het project is in handen van twee programmamanagers: een programmamanager van de OU (0,5 fte) en een programmamanager van Hogeschool Zuyd (0,5 fte). De programmamanagers worden ondersteund door projectassistentie op het gebied van secretariaat, communicatie en financiën. Klankbordgroep: Een klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de overige zorginstellingen in de regio, overheden en bedrijven. Voor de uitvoering van de deelprojecten zijn 7 projectgroepen gevormd. Daarnaast wordt een projectgroep onderzoek ingericht. De projectgroepen bestaan elk uit een voorzitter en medewerkers uit alle deelnemende instellingen en bedrijven. De projectgroep onderzoek wordt geleid door dr. Hans Koolmees, lector Kennisorganisatie en Kennismanagement van Hogeschool Zuyd, samen met dr. Catherine Bolman, universitair hoofddocent gezondheidspsychologie, van de Open Universiteit. De projectgroepvoorzitters hebben samen met de projectmanagers structureel overleg. In deze bijeenkomsten wordt de voortgang en inhoud van de deelprojecten besproken. Hierbij is het van belang dat de samenhang tussen de deelprojecten gewaarborgd wordt. Een aparte bouwgroep draagt zorg voor de nieuwbouw van het gebouw zorgacademie, waarin de zorgopleidingen van het Arcuscollege, het skillslab en het Zorginnovatiecentrum (ZINC) gevestigd worden. Organogram:
Stuurgroep Zorgacademie Parkstad Limburg 5 voorzitters RvB-CvB
Klankbordgroep Projectleider huisvesting
Kwartiermakers Ondersteuning
Virtuele leeromgeving
Huisvesting Voorzitters
Competenties EVC
Projectplan HPBO IA09217
Maatwerk BIG/BHV
vmbo-mbo-hbo
Strategisch personeelsbeleid
Skillslabs
versie 27 november 2009
ZorgInnovat ie centrum
26
Onderdeel D: Onderzoek en evaluatie Om goed effectonderzoek te verrichten waaraan conclusies over oorzaak-gevolg relaties getrokken kunnen worden, is experimenteel onderzoek nodig waarin een controlegroep betrokken wordt ofwel er een zuivere baselinemeting verricht kan worden zodat de nieuwe situatie (dat wil zeggen de effecten van de innovatie) met de huidige situatie vergeleken kan worden. Beide zijn in dit onderzoek niet echt mogelijk omdat er onvoldoende gegevens over de nieuwe situatie beschikbaar zijn en omdat er geen goed vergelijkbare data beschikbaar zijn m.b.t. de oude situatie. Daarom is er voor gekozen om een beperkt kwantitatief onderzoek uit te voeren waarin wordt geïnventariseerd in hoeverre de beoogde producten zijn opgeleverd. Het accent ligt echter op de kwalitatieve evaluatie van de producten door gebruikers (studenten) en intermediairen (docenten, studiecoaches) te bevragen en het waar nodig in kaart brengen van aanknopingspunten ter verbetering van de producten en of de verspreiding van de producten. Dit laatste is met name van toepassing bij de pilotstudies die zijn gepland. Bij het bepalen van de evaluatiedoelen zijn de in het project beschreven doelen, resultaten en effecten - zoals die in onderdeel 1 van deze aanvraag zijn beschreven - als uitgangspunt genomen. 1.
EVC ten behoeve van Maatwerk Aan de activiteiten binnen dit cluster zijn 3 evaluatievragen gekoppeld: a) In hoeverre zijn de producten opgeleverd (digitaal assessment; uniforme competentiebeschrijvingen, een EVC-procedure voor omscholers en nascholers, een loket EVC voor de sector zorg; een operationele virtuele kennisomgeving)? b) In hoeverre vinden gebruikers (studenten en intermediairen (docenten, studiecoaches)) de hierboven genoemde producten transparant, eenduidig, gemakkelijk om te gebruiken en in hoeverre hebben deze producten volgens de gebruikers kenmerken die de verspreiding en het gebruik er van bevorderen (kenmerken van Rogers (2005), diffusie van innovaties model: relatieve belang, mogelijkheid tot uitproberen, mate van complexiteit, relatief voordeel)? c) Wat is de spin-off van de producten in termen van het aantal verrichte digitale assessments en EVC procedures en de in- door- en uitstroom van studenten die in dit traject deelnemen (dus ook of studenten EVC efficiënt kunnen inzetten en dus minder cursussen hoeven te volgen om toch aan scholingsvereisten te kunnen voldoen)? B wordt geëvalueerd tijdens het project d.m.v. een pilotstudie die deels kwantitatief is (middels vragenlijsten en bureauonderzoek) en deels kwalitatief (interviews). A en C worden aan het einde van het project onderzocht aan de hand van vragenlijstonderzoek en bureauonderzoek. Vragenlijsten en interviewschema‟s worden voor dit onderzoek ontwikkeld. Waar mogelijk wordt gebruikt gemaakt van bestaande meetinstrumenten.
2.
Blended Learning Evaluatievragen: a) Hoe evalueren die cursisten de 3 blended/E- learning modules (BLS, BHV en verpleegkundige vaardigheden) op criteria die te maken hebben met het karakter van blended/ E-learning, te weten: het combineren van leermethodieken en het deels als afstandonderwijs in digitale vorm aangeboden zijn (met het accent op zelfstudie). Er wordt gekeken naar de inschatting van studenten en intermediairen wat betreft leereffect, bruikbaarheid voor in het werkveld, tevredenheid met en aantrekkelijkheid van het cursusmateriaal, snelheid en gemak waarmee de cursus doorlopen kan worden? b) Wat is het bereik van de cursussen in termen van aantal studenten? Bij dit onderdeel van de evaluatie dient te worden aangemerkt dat effectevaluatie niet mogelijk is omdat de nieuwe cursussen niet vergeleken kunnen worden met inhoudelijk vergelijkbare cursussen die op dit moment worden aangeboden maar dan niet
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
27
blended. Die zijn er namelijk niet. Daarom ligt in dit onderdeel het accent op tevredenheidsonderzoek dat deels kwantitatief (vragenlijsten) en deels kwalitatief (interviews, inspectie van materialen) wordt uitgevoerd. De cursussen worden niet allemaal tegelijkertijd ontwikkeld waardoor de ervaringen met het ontwikkelen en implementeren van de ene cursus gebruikt kan worden voor het ontwikkel- en implementatietraject van de volgende cursus. Als zodanig fungeert de ene cursus als pilot voor de volgende en wordt er tussentijds geëvalueerd en bijgesteld. 3.
Doorlopende leerlijnen Evaluatievragen: a) In hoeverre zijn de beoogde platforms (VMBO-MBO en MBO-HBO) ingericht en zijn er afspraken gemaakt tussen VMBO-MBO en MBO-HBO (verpleegkunde) over naadloze overgang (dakpanmodel) zowel inhoudelijk als organisatorisch? b) In hoeverre zijn studenten van het MBO doorgestoomd naar het HBO en van het VMBO naar het MBO (dit kan niet vergeleken worden met de huidige situatie in parkstad omdat doorstroming niet op dit niveau wordt/is gedocumenteerd door de opleidingen)? c) Hoe tevreden zijn studenten en docenten over de doorstroming en de wijze waarop daarin gefaciliteerd wordt, worden de mogelijkheden optimaal benut en worden alle potentiële doorstroomkandidaten bereikt en waar liggen mogelijke verbeterpunten? d) Hoe tevreden zijn docenten en studenten en werkenden in een bij- of nascholingstraject (gehele beroepskolom) over doorlopende loopbaancoaching / studieloopbaanbegeleiding voor ontwikkelen, aansluitend bij het VMBO, voor MBO en HBO en voor werkenden? Alle onderdelen worden aan het einde van het project onderzocht aan de hand van vragenlijstonderzoek en bureauonderzoek. Vragenlijsten en interview schema‟s worden voor dit onderzoek ontwikkeld. Waar mogelijk wordt gebruikt gemaakt van bestaande meetinstrumenten. Onderdeel A en D worden tussentijds gemonitord (d.m.v. interviews met een beperkt aantal docenten en studenten) zodat bijstelling mogelijk is.
4.
Virtuele omgeving (dit onderdeel is gekoppeld aan onderdeel blended learning) Evaluatievragen: a) In hoeverre is het portal (waarin vacaturen en stagebank, kennisbank, communities, E-portfolio, toegang tot cursussen) opgeleverd, structureel ingebed binnen de betrokken organisaties en opleidingen (en afgestemd op elkaars backoffice systemen) en wordt het gebruikt door docenten en studenten? b) Hoe is het beheer geregeld en in hoeverre is dit gebruikersvriendelijk en afgestemd tussen de instellingen? c) Hoe tevreden zijn studenten en docenten over het gebruik, het nut en de mogelijkheid tot updaten en aanvullen van de portal? d) In hoeverre is de virtuele omgeving ondersteunend voor studenten en docenten wat betreft het realiseren van online onderwijs (bijvoorbeeld lesplanning, up to date houden van lesmateriaal, op afstand begeleiden van studenten)? Alle onderdelen worden aan het einde van het project onderzocht aan de hand van vragenlijstonderzoek en bureauonderzoek. Vragenlijsten en interview-schema‟s worden voor dit onderzoek ontwikkeld. Waar mogelijk wordt gebruikt gemaakt van bestaande meetinstrumenten. Ook worden alle onderdelen tussentijds gemonitord zodat bijstelling mogelijk is.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
28
Onderdeel E: Samenvatting Zorgacademie De zorgsector is een van de grootste werkgevers in Nederland en is sterk in beweging. Het aantal zorgafnemers groeit en zij wensen steeds meer, betere en snellere zorg, zowel op het gebied van cure als care. De vraag naar zorg en welzijn groeit naast een krimpende beroepsbevolking. De regio Zuid-Limburg krijgt de komende jaren te maken met een daling in de beroepsbevolking van gemiddeld 5%*. Om in deze regio in de toekomstige vraag naar zorg en welzijn te voorzien is een robuuste personeelsvoorziening noodzakelijk. Een aantal zorgaanbieders, opleiders voor de zorgsector, en instellingen werkzaam op het terrein van zorginnovatie en onderwijsinnovatie in de regio Parkstad willen door bundeling van krachten in de Zorgacademie het tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel in de zorg voorkomen/ terugdringen. Hiervoor moeten voldoende mensen opgeleid worden (initieel of via zijinstroom) met competenties om direct in de beroepspraktijk aan de slag te gaan, moeten de werknemers in de zorg blijvend geschoold worden om aan de eisen van de beroepspraktijk te voldoen, en moet geïnvesteerd worden in innovaties in de zorg om kwalitatief goede zorg te leveren met minder menskracht. De Zorgacademie wil dit doel bereiken door het uitvoeren van projecten die gezamenlijk focussen op drie aspecten: onderwijsinnovatie, zorginnovatie en strategisch personeelsbeleid. Onderwijsinnovatie De Zorgacademie gaat via de deelnemende partners maatwerkonderwijs aanbieden zodat er per student of zorgmedewerker een passend onderwijsaanbod samengesteld kan worden. Hierbij wordt gekeken naar eerder verworven competenties (EVC). Via een mix van contact- en afstandsonderwijs (blended learning) kan iedereen op de te ontwikkelen virtuele leer- en werkomgeving studeren waar en wanneer het uitkomt. Aandacht voor doorlopende leerlijnen VMBO-MBO en MBO-HBO zorgt verder voor een betere aansluiting tussen de opleidingen waardoor studenten sneller doorstromen en de studieduur afneemt. Via leerwerkbedrijven en in het skillslab maken studenten direct kennis met de innovaties in de zorg en worden ze up to date en praktijkgericht opgeleid. Ze werken hier samen met werknemers van de zorginstellingen. Hierdoor zijn ze beter toegerust voor de eisen die het werkveld nu en in de toekomst stelt. Voor werkenden worden maatwerktrajecten ontworpen, die aansluiten bij de al verworven competenties en die hen sneller naar de benodigde competenties leiden. Doorlopende loopbaancoaching voor de gehele beroepskolom is hierbij een vereiste. Hiervoor worden (digitale) instrumenten ontwikkeld zoals een Personal Development Planner en een e-Portfolio. Zorginnovatie Techniek speelt een steeds grotere rol in het zorgproces. Nieuwe technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat een verzorgende minder lang aan het bed van een patiënt staat. Mensen kunnen langer zelfstandig functioneren, waardoor er minder zorgpersoneel nodig is. Innovatieve zorgconcepten leveren hiermee een belangrijke bijdrage aan het oplossen van de toekomstige personeelsproblemen. Het door de Zorgacademie te ontwikkelen innovatieprogramma biedt dan ook een antwoord op knelpunten en problemen en wordt vormgegeven in samenspraak met het bedrijfsleven. De implementatie van zorginnovaties vereist intensieve scholing en training van medewerkers. Het toekomstige scholingsaanbod brengt studenten en werkenden in de zorg op de hoogte van actuele innovaties en moet de implementatie van „eigen‟ zorginnovaties ondersteunen. Een deel van de activiteiten zal plaatsvinden op de werkplek en binnen het skillslab. Strategisch personeelsbeleid De samenwerking binnen de Zorgacademie biedt de mogelijkheid om strategische personeelsplanning van het niveau van de individuele instelling naar een sectoraal niveau te tillen. Dit betekent niet alleen interactie van de zorginstellingen onderling, maar ook met de educatieve infrastructuur, en met bedrijven die zich richten op innovaties in de zorg. * Prismantrapport „Regioportret Zorg en Welzijn Zuid-Limburg‟, september 2009.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
29
De zorgacademie Parkstad Limburg is een regionaal innovatief initiatief met landelijke uitstraling dat kan worden uitgezet naar meerdere regio‟s binnen Nederland door de vergelijkbare problematiek.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
30
Bijlage 1 PROJECTBEGROTING Fase 1 jaar 1 en 2 ontwikkeling EVC maatwerkmodules personele kosten projectmedewerkers
uren
tarief 854
€ 59
overige kosten Uitbesteding extern personeel Materiële kosten
kosten € 50.400
€ 54.600 € 11.000
Blended learning/virtuele modules personele kosten projectmedewerkers
uren
tarief 1881
€ 59
overige kosten Uitbesteding extern personeel Materiële kosten
kosten € 111.000
€ 156.800 € 118.000
Doorlopende leerlijnen personele kosten projectmedewerkers
uren
Zorginnovatie personele kosten projectmedewerkers
uren
Strategisch personeelsbeleid personele kosten projectmedewerkers
uren
Algemeen personele kosten projectleiders
uren
tarief 8010
€ 59
kosten € 472.584
€ 59
kosten € 400.000
€ 59
kosten € 77.600
€ 65
kosten € 130.600
tarief 6780
tarief 1315
tarief 2009
overige kosten Materiële kosten
€ 26.000
Onderzoek personele kosten projectmedewerkers
uren
tarief 847
€ 59
kosten € 50.000
€ 59
kosten € 50.000
Fase 2 jaar 3 implementatie en exploitatie Onderzoek personele kosten projectmedewerkers
uren
tarief 847
overige kosten Materiële kosten
€ 200.000 € 1.908.584
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
31
Bijlage 2 PROJECTOPBRENGSTEN € 1. Subsidiebedrag innovatiearrangement
% 763.433
40 %
Hogeschool Zuyd
400.393
21 %
Open Universiteit Nederland
130.393
7%
Arcuscollege
130.393
7%
80.040
4%
2. Bijdragen partners Onderwijs
SVOPL Totaal Onderwijs
741.220
39 %
Atrium MC
130.393
7%
Stichting Mondriaan
130.393
7%
5.144
0%
Zorg aan Zet
90.000
5%
POAZ
48.000
3%
Bedrijfsleven NVT Totaal Bedrijfsleven
Derden
UWV
Totaal Derden
403.930
21 %
1.908.583
100%
3. Overige opbrengsten
Totaal opbrengsten (gelijk aan totaal projectkosten
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
32
Bijlage 3 – Samenwerkingsovereenkomst Regeling Innovatiearrangement 2006 tot en met 2009 Het is verplicht van dit formulier gebruik te maken. In de Handreiking Regeling Innovatiearrangement 2006 tot en met 2009 wordt uitgebreide toelichting gegeven op dit formulier. Voor het juiste gebruik van het formulier en uitleg over de gebruikte begrippen raadpleegt u de handreiking. De ondergetekenden: Hogeschool Zuyd gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. C.M.A. van Rosmalen zijnde de aanvrager van het project, en Open Universiteit Nederland gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. ing. C.J. Brouwer; Arcuscollege gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. T. Theunissen; Atrium MC gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. E. Zijlstra; Mondriaan gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. P.L.G. Peters; Sevagram gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door mevr. M Keijser; UWV gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer J. Wachelder; SVOPL gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer J. Monsewije; Zorg aan Zet gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer J. Mooren; POAZ gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer D. Nijssen zijnde de partners van het samenwerkingsverband komen overeen dat: de laatstgenoemde partijen, zijnde de partners van het samenwerkingsverband, de eerstgenoemde partij machtigen om namens het samenwerkingsverband als aanvrager op te treden voor het project zorgacademie; de partijen voor gezamenlijke rekening en risico het project zorgacademie, zoals beschreven in het projectplan bij de aanvraag voor de Regeling Innovatiearrangement 2006 tot en met 2009, uitvoeren; de overeenkomst in werking treedt op 01-09-2009 en loopt tot en met 31-08-2012; de partijen zich committeren aan de eigen inhoudelijke en financiële bijdrage zoals opgenomen in het bijdrageoverzicht op het aanvraagformulier; de partijen zorg dragen voor de publieke beschikbaarheid en verspreiding van de opbrengst van het project, waaronder in ieder geval wordt verstaan het digitaal beschikbaar stellen van de projectresultaten en het kosteloos beschikbaar stellen van de informatie over de resultaten van het project via internet. Aldus overeengekomen en in 10-voud ondertekend,
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
33
Hogeschool Zuyd gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. C.M.A. van Rosmalen (Zie pdf-bestand in de bijlagen.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
34
Open Universiteit Nederland gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. ing. C.J. Brouwer; (Zie pdf-bestand in de bijlagen.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
35
Arcuscollege gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. T. Theunissen (Zie pdf-bestand in de bijlagen.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
36
Atrium MC gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. E. Zijlstra; (Zie pdf-bestand in de bijlagen.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
37
Mondriaan gevestigd te Heerlen vertegenwoordigd door de heer drs. P.L.G. Peters; (Zie pdf-bestand in de bijlagen.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
38
Sevagram gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door mevr. M Keijser; (Wordt nagestuurd.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
39
UWV gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer J. Wachelder; (Wordt nagestuurd.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
40
SVOPL gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer J. Monsewije; (Zie pdf-bestand in de bijlagen.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
41
Zorg aan Zet gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer J. Mooren; (Zie pdf-bestand in de bijlagen.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
42
POAZ gevestigd te Heerlen Vertegenwoordigd door de heer D. Nijssen (Wordt nagestuurd.)
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
43
Bijlage 4 - Model mededeling accountant (bij te voegen bij indiening projectplan) Onderstaande tekst kan als voorbeeld dienen voor uw accountant. Conform uw verzoek alsmede hetgeen in de „Handreiking Projectplan‟ behorende bij de Regeling Innovatiearrangement 2006 tot en met 2009 is gesteld in paragraaf 6.10, ontvangt u hierbij een schriftelijke mededeling naar aanleiding van het vooroverleg en de controleerbaarheid van het project “XXXX” (projectnummer XXXX) over de periode 200X/20XX. Onze werkzaamheden bestonden uit het beoordelen van de voorgenomen administratieve organisatie en daarin vervatte maatregelen van interne controle (AO/IC) teneinde vast te stellen of deze AO/IC in opzet voldoet aan de in de regelgeving gestelde eisen. Onze conclusie is: XXXX. Wellicht ten overvloede wijzen wij u erop dat XXXX als penvoerder voor dit project verantwoordelijk is voor een volledige projectadministratie inclusief de daaraan ten grondslag liggende brondocumenten zoals urenregistraties. Om de volledig- en juistheid van de in de eindverantwoording opgenomen subsidiabele kosten te waarborgen raden wij u aan instructies te verstrekken aan de deelnemende partijen over de wijze van vastleggen en de tijdige levering van documenten aan XXXX. In de „Handreiking Projectplan‟ is vastgelegd dat de onderwijsinstelling bij de subsidieaanvraag een afschrift van onze bevindingen naar aanleiding van de beoordeling van de AO/IC aan de subsidiënt verstrekt.
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
44
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
45
Bijlage 5 - Model accountantsverklaring (hoeft niet bij projectplan gevoegd te worden)
Accountantsverklaring Afgegeven ten behoeve van Stichting Platform Beroepsonderwijs
Opdracht Wij hebben de bijgevoegde, door ons gewaarmerkte financiële eindrapportage over de periode (periode) van het project (projectnaam, projectcode) van (naam penvoerder) te (woonplaats) gecontroleerd. De financiële eindrapportage is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de directie van (naam penvoerder). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de getrouwheid van in de financiële eindrapportage verantwoorde kosten en opbrengsten te verstrekken. Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde controlegrondslagen. Volgens deze grondslagen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de afrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. De controle van de financiële eindrapportage omvat ondermeer een onderzoek door middel van deelwaarneming van informatie ter onderbouwing van de kosten en opbrengsten in de eindafrekening. Tevens omvat de controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de financiële eindrapportage zijn toegepast en van belangrijke schattingen die daarbij zijn gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële eindrapportage. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat de in de financiële eindrapportage vermelde kosten en opbrengsten zijn gerealiseerd in de periode (start- en einddatum project), rechtstreeks betrekking hebben op het project (projectnaam) en juist zijn berekend met inachtneming van de in de beschikkingsbrief en handreiking projectplan vermelde criteria en verdere subsidievoorwaarden. Plaats en datum Naam accountant Handtekening
Projectplan HPBO IA09217
versie 27 november 2009
46