Projectplan van het project Sport & Welzijn A. Algemene gegevens : Opdrachtgever : Contactpersoon : Opdrachtnemer : Contactpersoon : Startdatum : Einddatum :
Projectorganisatie BVE in beweging Bert Boetes ROC Friesland College unit Economie Heerenveen Rinze Douna Jackie Nijholt 1 september 1998 30 juni 1998
Omschrijving van de vraag / probleemstelling : 1. Het Friesland College heeft de systematiek voor het aanbieden van sportactiviteiten van de Friese Poort overgenomen. Vragen : Wat zijn daarbij de ervaringen, hoe moest de opzet worden aangepast aan de eigen situatie en wat zijn de resultaten. * Om de opzet te verankeren binnen de schoolorganisatie is een goed overleg met de directie en de coördinatoren noodzakelijk. De directeur (Tjaart Kloosterboer) is zelf iemand met sportachtergrond en was het al snel met ons eens dat er wat aan het vak L.O. moest gebeuren om het imago van de sport weer wat op te poetsen. Motivatie is een belangrijk onderdeel voor een positieve sportbeleving. Deze liep in de oude situatie op een dood spoor omdat je te maken had met groepen van uiteenlopende niveaus en interesses. Hierdoor bleef je steeds basaal bezig en bij de nodige differentiatie kwam niet iedereen aan zijn/haar trekken doordat de motivatie bij veel leerlingen niet zo hoog was, waardoor er geen sprake was van een positieve sportbeleving tijdens de uren L.O. In deze leeftijdscategorie is het belangrijk dat leerlingen gestimuleerd worden om te bewegen, omdat blijkt dat weinigen nog aan sport doen. Teruggekoppeld naar het belang van het vak binnen de opleiding kun je natuurlijk als voorbeeld het ziekteverzuim in het bedrijfsleven naar voren halen. Veel mensen gebruiken sport als een positieve uitlaatklep en combineren dit met de nodige sociale contacten. Met als gevolg dat men lekker in zijn/haar vel zit en dat het ziekteverzuim lager wordt. Daarbij komt dat er op school een positiever leerklimaat ontstaat en de sfeer op school beter wordt. Binnen de lessen L.O. staan nu gemotiveerde groepen en de wil om te leren is groot, leerlingen houden er een positieve sportbeleving op na en worden gestimuleerd om aan sport te gaan doen. Kortom : je haalt veel meer uit je les !!
*
Je moet voor jezelf ook een aantal randvoorwaarden stellen waaraan de school moet voldoen. Je kunt hierbij denken aan : Budget Bemanning Eigen plek/kantoor binnen school Computer Bericht-/publicatiebord voor duidelijkheid Medewerking / enthousiasme bij collegae
*
Om nu te kunnen starten moet je wel weten wat je gaat doen. De informatie naar de leerlingen toe moet heel duidelijk zijn. De informatie over de manier van werken (sportbureau, praktijkkeuzes, theorietoetsen, etc.) wordt in de eerste weken klassikaal uitgelegd en er is een “programmaboekje” als naslagwerk waarin alles nog een s geschreven staat. Zo kun je er later in het jaar ook naar verwijzen en dat geeft weer duidelijkheid aan de leerlingen.
*
Door docenten erbij te betrekken door ze constant op de hoogte te houden van datgene wat er gebeurt middels een nieuwsbrief. En voor zover ze willen eens mee te draaien met een clinic of een activiteit.
*
Knelpunten waar we tegenaan liepen bij de invoering waren : Door korte tijd van voorbereiding moest alles heel snel geregeld worden, waardoor je te maken hebt met een piekbelasting. Welke momenten in het rooster prik je om zo gunstig mogelijk qua planning uit te komen. De opzet van het programma moet in een vorm gegoten worden. Je moet zeker weten of het budget er is. Knelpunten tijdens de rit : Lestijden liepen niet gelijk met keuzevak uren van de opleiding SB. De eerste periode problemen om genoeg leerlingen in het programma te krijgen, waardoor later in het jaar een overbelasting ontstaat. Iedereen informeren kost veel meer tijd dan dat je denkt. Doordat een activiteit veel gekozen wordt kan je ook in de problemen komen (aanpassen clinic veranderen in themaactiviteit). Wat er nog moet worden veranderd : Enige aanpassingen in het computerprogramma wat clusteren van klassen beter mogelijk maakt. Betrokkenheid van de collegae op de unit verbeteren.
2.
Bij het aanbieden van de activiteit wordt gebruik gemaakt van studenten van de opleiding SB die binnen het ROC bestaat. Vragen : Hoe worden de studenten op de activiteiten ingezet, wat zijn hun taken en verantwoordelijkheden en hoe worden ze hierop voorbereid. Antwoord : De eerste stap is contact tussen keuzevakdocent en ons over de aan te bieden lessen. De studenten worden benaderd door de keuzevakdocenten op het CIOS in de vorm van stage of lesgeefpracticum opdrachten. De taak van de CIOS studenten is om de les zo goed mogelijk te geven. Ze worden voorbereid door de keuzevakdocenten en worden hierop ook geëvalueerd na de gegeven lessen. De taak van de CIOS studenten is dus het lesgeven. De taak van de keuzevakdocenten is het voorbereiden/evalueren van de studenten die lesgeven. Eindverantwoordelijk voor het hele gebeuren blijven wij, dus wij hebben een controlerende functie in dit verhaal. Dit is in de praktijk dus langsgaan bij alle activiteiten die gegeven worden en controleren of alles goed geregeld is en de studenten van onze unit te stimuleren.
3.
Een van de doelstellingen van JIB is het realiseren van jeugdparticipatie. Vragen : Hoe kan het programma van aanbodgericht meer participatiegericht worden. Op welke wijze kunnen de deelnemers meer betrokken worden bij het vormgeven van het aanbod. Antwoord : Je kan de leerlingen betrekken bij het tot stand komen van het programma. Vragen waarop wordt ingespeeld zijn de volgende : “ Kunnen we dit jaar ook weer skiën / zeilen / waterskiën ?” “ Wordt er ook weer een cursus JVSL gegeven ?” “ Dit jaar staat er geen badminton op de lijst kunnen we dan geen badmintontoernooi spelen ?” “ Kan er ook een schoolteam volleybal voor jongens komen ?” Je kan de leerlingen dus meer betrekken bij het tot stand komen van het programma door in eerste instantie te luisteren naar wat zij vragen en er dan ook werkelijk iets mee doen. Een andere mogelijkheid is het initiatief aan de leerling over te laten waardoor deze in actie zal moeten komen om wat te organiseren of mensen op moet trommelen om te gaan volleyballen, enz. Dit alles kan extra naar voren komen als je een evaluatie formulier ontwikkeld en deze in laat vullen door alle studenten van de unit. Ook kunnen de studenten ingezet worden bij de organisatie van een toernooi, het opzetten / bij elkaar zoeken van een schoolteam.
B.
Organisatie :
Leden van de projectgroep zijn : naam adres postcode woonplaats Rinze Douna ’t Meer 221 8448 GG Heerenveen Jackie Nijholt Julianastraat 4 8561 AJ Balk Projectleiders zijn / taakverdeling : Coöperatie
telefoon 0513-627601 0514-603547
C. Inhoud van het project : Wat zijn de activiteiten die in het kader van dit project gaan plaats vinden. 1. 2.
3.
Inzicht geven in de problemen die rond de opzet van het programma-aanbod voorkomen, duidelijk maken en eventuele oplossingen aanreiken. In kaart brengen van de wijze waarop de CIOS studenten worden betrokken bij : opdracht voorbereiding uitvoering evaluatie Betrekken van studenten bij het programma a. Uitzoeken hoe de vraag van studenten kan worden vastgesteld. b. Uitzoeken hoe de studenten in het programma een actieve rol kunnen spelen in de organisatie en uitvoering.
Betrokkenheid van de CIOS student bij: * Opdracht Taak van de CIOS docent die de opdracht geeft aan de CIOS student om lesgeefprakticum uit te voeren op de groep studenten van de unit Economie. Deze is vaak het verzorgen van een lessenreeks van vijf lessen in het keuzevak van de CIOS student (vb. klimmen, judo, aerobics, jazzdance, tennis enz.). * Voorbereiding CIOS student bereidt in overleg met de CIOS docent een lessenreeks voor van vijf lessen of er wordt per les een doelstelling besproken en per les een voorbereiding gemaakt. * Uitvoering CIOS studenten verzorgen zelf of in groepsverband de uitvoering van de lessen onder toezicht van de CIOS docent. * Evaluatie CIOS studenten evalueren elkaar als er in groepsverband lesgegeven wordt en anders wordt dit door de CIOS docent gedaan aan de hand van een evaluatieformulier waarop de criteria van het lesgeven staan.
Betrokkenheid van studenten tijdens het programma en vooraf aan het programma. Hoe kan de vraag van de studenten worden vastgesteld: De vraag kan vastgesteld worden d.m.v. het invullen van een evaluatieformulier aan het eind van het schooljaar door de studenten. Hierin moet aandacht worden gegeven aan de aktiviteiten van vorig schooljaar en de suggesties voor het nieuwe schooljaar kunnen hierop aangegeven worden (+ evt. contactpersonen). Voor de aktiviteiten die vorig jaar weinig gekozen zijn zul je je moeten afvragen of deze er volgend jaar wel weer in moeten staan. Voor startende programma’s, zou je een formulier kunnen opstellen waar alvast wat keuzes opstaan, waarbij ze moeten aangeven wat ze leuk/niet leuk vinden en of ze nog andere suggesties hebben. Hoe kun je actieve rol van de studenten binnen de organisatie en uitvoering van het programma laten ontstaan: Doordat ze punten moeten halen voor het gehele programma kun je ook punten laten scoren voor de volgende opties: 1. Organiseren Organiseren van een sportdag/sporttoernooi
2.
Regelen
3.
Lesgeven
4.
Regelen van een groep medestudenten waardoor een aktiviteit door kan gaan of georganiseerd kan worden.
Studenten die een cursus volgen zouden best les kunnen geven aan een stel medestudenten daardoor maak je gebruik van sterke punten van de studenten zelf. Vakintegratie In overleg met andere vakken zou je best grotere aktiviteiten kunnen laten organiseren door de studenten.
Ook zou je gebruik kunnen maken van een puntenboekje waarin de studenten zelf bij moeten houden hoe ze de punten willen halen en hoe ze gehaald zijn. Mochten ze nog geen voldoende staan dan moeten ze zelf in aktie om te zorgen dat ze een voldoende scoren op het einde van de rit.
E.
Beheer van het project :
Fasering van de projectactiviteiten. Fasering in drie periodes :
1. 2. 3.
September – januari Januari – april April - juli
Periode 1 :
A. B. C.
Inventarisatie probleemstelling Beschrijven huidige situatie + inzicht geven in mogelijke oplossingen Drempels verlagen voor mogelijke invoering van programma
Periode 2 :
In kaart brengen van de wijze waarop de CIOS studenten worden betrokken bij opdracht voorbereiding uitvoering evaluatie Betrekken van studenten bij het programma a. Uitzoeken hoe de vraag van studenten kan worden vastgesteld. b. Uitzoeken hoe de studenten in het programma een actieve rol kunnen spelen in de organisatie en uitvoering van het programma.
Periode 3 :
Concreet model maken voor het opzetten van een nieuw programma voor het vak L.O. in het MBO. Probleemstelling van veel collegae ⇒ Veel tijd in je vak steken wordt vaak niet beloond doordat er steeds maar weer beetje bij beetje ingeleverd moet worden vanwege bezuinigingen ⇒ Negatieve spiraal doorbreken d.m.v. het anders opzetten van je vak waardoor er als het ware een nieuw elan ontstaat. Afronding en evaluatie van het project.
CONCREET MODEL Opzetten nieuw programma voor het vak Lichamelijke Opvoeding in het Middelbaar Beroepsonderwijs. Probleemstelling: Veel collegae steken veel tijd in het vak L.O. op het middelbaar beroepsonderwijs. Vaak wordt dat niet beloond en worden de uren L.O. op het rooster alleen maar minder doordat er steeds maar weer beetje bij beetje ingeleverd moet worden vanwege bezuinigingen. Onze aanpak: Nu trachten wij deze negatieve spiraal te doorbreken door middel van het anders opzetten van het vak waardoor er als het ware een nieuw elan ontstaat. Dit kan door het aantrekkelijk maken van het vak voor alle studenten binnen het middelbaar beroepsonderwijs door het werken met een keuzeprogramma door het gehele jaar. Wij denken dat dit programma aansluit bij de sportieve belevingswereld van de MBO-student. Doordat er een verscheidenheid aan activiteiten, lessen, cursussen, schoolwedstrijden, toernooien en excursies georganiseerd wordt ontstaat er een positief leerklimaat op school. Opzet van het programma: Er wordt gewerkt met een keuzeprogramma waarin allerlei activiteiten, lessen, cursussen, schoolwedstrijden, toernooien en excursies georganiseerd worden. Doordat meerdere lessen op hetzelfde moment vallen heb je meer docenten nodig. De oplossing is hier gevonden door samen te gaan werken met het CIOS en contact te leggen met verschillende sportbonden. Binnen het keuze programma werken we met vijf categorieën: A. Schoolteams B. Basis sportkader cursussen C. Clinics (vijf lessen in een bepaalde sport) D. Thema activiteiten E. (Buitenlandse) sportreizen Studenten kunnen binnen dit programma hun eigen route kiezen om aan het aantal te halen punten te komen. Waarbij we uitgaan van een minimum en een maximum aantal punten per leerjaar. Voorwaarden:
Om de opzet te verankeren binnen de schoolorganisatie is een goed overleg met de directie en de coördinatoren noodzakelijk. De directeur (Tjaart Kloosterboer) is zelf iemand met sportachtergrond en was het al snel met ons eens dat er wat aan het vak L.O. moest gebeuren om het imago van de sport weer wat op te poetsen. Motivatie is een belangrijk onderdeel voor een positieve sportbeleving. Deze liep in de oude situatie op een dood spoor omdat je te maken had met groepen van uiteenlopende niveaus en interesses. Hierdoor bleef je steeds basaal bezig en bij de nodige differentiatie kwam niet iedereen aan zijn / haar trekken doordat de motivatie bij veel leerlingen niet zo hoog was, waardoor er geen sprake was van een positieve sportbeleving tijdens de uren L.O. In deze leeftijdscategorie is het belangrijk dat leerlingen gestimuleerd worden om te bewegen, omdat uit onderzoek blijkt dat veel 15-18 jarigen afhaken in de sport. Teruggekoppeld naar het belang van het vak binnen de opleiding kun je natuurlijk als voorbeeld het ziekteverzuim in het bedrijfsleven naar voren halen. Veel mensen gebruiken sport als een positieve uitlaatklep en combineren dit met de nodige sociale contacten. Met als gevolg dat men lekker in zijn / haar vel zit en dat het ziekteverzuim lager wordt. Daarbij komt dat er op school een positiever leerklimaat ontstaat en de sfeer op school beter wordt. Binnen de lessen L.O. staan nu gemotiveerde groepen en de wil om te leren is groot, leerlingen houden er een positieve sportbeleving op na en worden gestimuleerd om aan sport te gaan doen. Kortom : je haalt veel meer uit je les !!
Je moet voor jezelf ook een aantal randvoorwaarden stellen waaraan de school moet voldoen. Je kunt hierbij denken aan : Budget Lesgevers
Rooster Eigen plek / kantoor binnen school Computer Presentatie Berichten- / publicatiebord voor duidelijkheid Medewerking / enthousiasme bij collegae Communicatie: Om nu te kunnen starten moet je wel weten wat je gaat doen. De informatie naar de leerlingen toe moet heel duidelijk zijn. De informatie over de manier van werken (sportbureau, praktijkkeuzes, theorietoetsen, etc.) wordt in de eerste weken klassikaal uitgelegd en er is een “programmaboekje” als naslagwerk waarin alles nog eens geschreven staat. Zo kun je er later in het jaar ook naar verwijzen en dat geeft weer duidelijkheid aan de leerlingen. Door docenten erbij te betrekken door ze constant op de hoogte te houden van datgene wat er gebeurt middels een nieuwsbrief. En voor zover ze eens willen, mee te laten draaien met een clinic of een activiteit. Knelpunten: Knelpunten waar we tegenaan liepen bij de invoering waren: Door korte tijd van voorbereiding moest alles heel snel geregeld worden, waardoor je te maken hebt met een piekbelasting. Welke momenten in het rooster prik je om zo gunstig mogelijk qua planning uit te komen. De opzet van het programma moet in een vorm gegoten worden. Je moet zeker weten of het budget er is. Rooster opleiding SB met keuzevakken loopt niet gelijk aan de sporturen binnen onze opleiding. Knelpunten tijdens de rit: Lestijden liepen niet gelijk met keuzevak uren van de opleiding SB. De eerste periode problemen om genoeg leerlingen in het programma te krijgen, waardoor later in het jaar een overbelasting ontstaat. Iedereen informeren kost veel meer tijd dan dat je denkt. Doordat een activiteit veel gekozen wordt kan je ook in de problemen komen (aanpassen clinic veranderen in thema activiteit). Betrokkenheid van CIOS studenten in het sportprogramma: Het probleem dat je tegenkomt is namelijk dat vele groepen tegelijk les krijgen omdat ze op hetzelfde tijdstip ingeroosterd zijn. Om dit op te vangen maken wij gebruik van de gelegenheid om CIOS studenten in ons programma les te laten geven aan onze studenten. Dit alles kan gebeuren in het kader van het lesgeefpracticum van de CIOS student. Opdracht Taak van de CIOS docent die de opdracht geeft aan de CIOS student om lesgeefprakticum uit te voeren op de groep studenten van de unit Economie. Deze is vaak het verzorgen van een lessenreeks van vijf lessen in het keuzevak van de CIOS student (vb. klimmen, judo, aerobics, jazzdance, tennis enz.). Voorbereiding CIOS student bereidt in overleg met de CIOS docent een lessenreeks voor van vijf lessen of er wordt per les een doelstelling besproken en per les een voorbereiding gemaakt. Uitvoering CIOS studenten verzorgen zelf of in groepsverband de uitvoering van de lessen onder toezicht van de CIOS docent. Evaluatie CIOS studenten evalueren elkaar als er in groepsverband lesgegeven wordt en anders wordt dit door de CIOS docent gedaan aan de hand van een evaluatieformulier waarop de criteria van het lesgeven staan. Betrokkenheid van studenten tijdens het programma en vooraf aan het programma: Hoe kan de vraag van de studenten worden vastgesteld: De vraag kan vastgesteld worden d.m.v. het invullen van een evaluatieformulier aan het eind van het schooljaar door de studenten. Hierin moet aandacht worden gegeven aan de aktiviteiten van vorig schooljaar en de suggesties voor het nieuwe schooljaar kunnen hierop aangegeven worden (+ evt. contactpersonen). Voor de aktiviteiten die vorig jaar weinig gekozen zijn zul je je moeten afvragen of deze er volgend jaar wel weer in moeten staan. Voor startende programma’s, zou je een formulier kunnen opstellen waar alvast wat keuzes opstaan, waarbij ze moeten aangeven wat ze leuk/niet leuk vinden en of ze nog andere suggesties hebben. Hoe kun je actieve rol van de studenten binnen de organisatie en uitvoering van het programma laten ontstaan:
Doordat ze punten moeten halen voor het gehele programma kun je ook punten laten scoren voor de volgende opties: 1. Organiseren Organiseren van een sportdag/sporttoernooi 2. Regelen Regelen van een groep medestudenten waardoor een aktiviteit door kan gaan of georganiseerd kan worden. 3. Leiding geven Studenten die een cursus volgen zouden best les kunnen geven aan een stel medestudenten daardoor maak je gebruik van sterke punten van de studenten zelf. 4. Vakintegratie In overleg met andere vakken zou je best grotere aktiviteiten kunnen laten organiseren door de studenten. Ook zou je gebruik kunnen maken van een puntenboekje waarin de studenten zelf bij moeten houden hoe ze de punten willen halen en hoe ze gehaald zijn. Mochten ze nog geen voldoende staan dan moeten ze zelf in aktie om te zorgen dat ze een voldoende scoren op het einde van de rit. Legitimering: We proberen in relatie tot de eindtermen ons vak zo op te zetten dat de eindtermen gehaald worden. Zo hebben we buiten de praktijk om ook vier theorietoetsen waarin ergonomie, lichaamskennis, blessurepreventie, etc. aan bod komen. We streven ernaar om volgend jaar in het tweede leerjaar een programma op te zetten binnen de clinic fitness (een veel gekozen onderdeel) waarin een beroepsgericht ergonomisch programma wordt aangeboden. Hierin wordt dan beroepsspecifiek een fitness programma gedraaid en zal worden afgesloten met een soort fittest. Dit blok willen we dan wel verplicht gaan stellen binnen het keuzeprogramma. Aanbevelingen: In het begin gaat het nooit zo als dat jij het wilt hebben dus het motto is dan ook al doende leert men. Gedurende de afgelopen twee jaar hebben we genoeg problemen meegemaakt denk maar eens aan een samenwerkingsverband met het CIOS dat zo uit de grond komt. Het is zo dat de bereidheid om samen te werken steeds groter wordt. Wat betreft het programma zelf kun je steeds gaan uitbreiden en inspelen op de vraag van de studenten. De duidelijkheid binnen de opleiding wordt ook steeds groter naarmate je langer bezig bent en daardoor moet jij als docent niet meer het initiatief nemen maar gaan de studenten steeds meer initiatieven ontplooien.