PROJECTNAAM: EXPERTISECENTRUM TECHNIEKEDUCATIE NOORD NEDERLAND

Concept - vetrouwelijk

PROJECTNAAM: EXPERTISECENTRUM TECHNIEKEDUCATIE NOORD NEDERLAND

PROJECTAANVRAGERS Projectcode NAW gegevens penvoerder Naam instelling Adres Telefoon Fax e-mail naam contactpersoon functie contactpersoon Telefoon contactpersoon e-mail Stuurgroep

: Paboleerlijn Techniek 2006 - 2009 : Hanzehogeschool Groningen, Pedagogische Academie : Eyssoniusplein 18 : 050 5953555 : 050 5953501 : [email protected] : Ton IJpenberg : Projectleider : 050 5953603 : [email protected] : Manon Ketz (Pedagogische Academie) Rob van Linschoten (Instituut for Life Science & Technology) Gerrit Kuiken (Instituut voor Engineering) Elvira Ardon (Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek) Het Projectmanagement wordt gevoerd door Manon Ketz en Rob van Linschoten

Onder voorbehoud van nadere personele invulling: Projectgroep

: Pedagogische Academie – Ton IJpenberg, Paul Feldbrugge, Jan Woudenberg : Techniek opleidingen – Frans Hoetink, Josina Koning, …..

Projectleider

: VTB Paboleerlijn – Ton IJpenberg 050 – 5953603 – [email protected]

Pedagogische Academie - Hanzehogeschool Status: versie 7

1van11

TY/28-06-06


2van11

TY/28-06-06

NAW gegevens en ondertekening deelnemende Schools Naam instelling Adres Telefoon Fax e-mail naam contactpersoon functie contactpersoon Telefoon contactpersoon Ondertekening management

: : : : : : : : :

Pedagogische Academie Eyssoniusplein 18

Naam instelling Adres Telefoon Fax e-mail naam contactpersoon functie contactpersoon Telefoon contactpersoon Ondertekening management

: : : : : : : : :

Naam instelling Adres Telefoon Fax e-mail naam contactpersoon functie contactpersoon Telefoon contactpersoon Ondertekening management

: Instituut voor Engineering : Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen : 050 - 5954000 : 050 - 5954999 : [email protected] : G. Kuiken : Dean : 050-5954680 :

050 - 595 3555 050 - 595 3501

[email protected] M.R.Ketz Dean 050-5953552

Instituut voor Life Science & Technologie Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen 050 - 595 47 70 050 - 595 49 99

[email protected] R. van Linschoten Dean 050-5954771

Naam instelling

: Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Adres : Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen Telefoon : 050-5954893 Fax : e-mail : [email protected] naam contactpersoon : E. Ardon functie contactpersoon : Dean Telefoon contactpersoon : 050-5954893 Ondertekening management :


3van11

TY/28-06-06

PROJECTBESCHRIJVING Projectperiode (max. 2 jaar) : van 1 september 2006 tot 31 augustus 2008 1. Inleiding, verantwoording en positionering van het project Over de oorzaken van het tekort aan technici en natuurwetenschappers is in landelijke publicaties al veel gezegd , wat hier niet herhaald hoeft te worden. We kunnen samenvattenderwijs zeggen dat er is sprake van een aantal vicieuze cirkels die doorbroken moeten worden: 1. Technici zijn over het algemeen slecht in staat om hun beroep op een aansprekende manier voor het voetlicht te brengen. Hun werk wordt daardoor al snel gezien als ingewikkeld, specialistisch en ondoorgrondelijk, waardoor zo’n persoon al snel als een nerd wordt gezien. Dat leidt weer tot weinig aanmeldingen voor technische opleidingen, zeker wat betreft meisjes. 2. Studenten die voor een lerarenopleiding basisonderwijs kiezen zijn o.h.a. typische “alfa”- studenten die weinig kaas hebben gegeten van exacte vakken en ook niet gemotiveerd zijn om daar veel aan te doen. De leerkrachten basisonderwijs zijn daardoor op hun beurt weinig gemotiveerd om aandacht aan natuurwetenschappen en techniek te besteden in hun werk met kinderen (zij voelen zich daar onzeker in). Dat leidt weer bij kinderen tot onvoldoende zicht op de aantrekkelijkheid van het werk van technici en natuurwetenschappers (d.m.v. voorbeeldgedrag, met name door meisjes). Bovendien veroorzaakt de lage status van het beroep van leraar basisonderwijs dat maar weinig jongens voor dit beroep kiezen. Het unieke van dit project is dat de structuur van de hogeschool het mogelijk maakt kennis en expertise van studenten en hun opleiders (alfa’s en bèta’s) in een samenwerkingsproject bij elkaar te brengen in een poging om deze vicieuze cirkels te doorbreken. We helpen elkaar waar we sterk in zijn, zodat we elkaars gebreken kunnen compenseren. Dit komt vooral tot uiting in de ontwikkeling van een multidisciplinaire minor in de opleiding. Daarnaast kunnen opleiders onderling worden uitgeleend om wederzijds ontbrekende kennis en expertise aan te vullen ter verbetering van het onderwijsprogramma in de diverse opleidingen. Er is in dit project sprake van zowel een breedte- als een diepte-investering: in de breedte wat betreft het samenbrengen van verschillende (alfa en bèta) disciplines; in de diepte wat betreft het versterken van programma’s waarmee natuurwetenschappen en techniek aantrekkelijker kunnen worden gemaakt. In 1998 werd de tweede versie van de kerndoelen Basisonderwijs van kracht, waarmee Techniek officieel één van de leergebieden in het basisonderwijs is geworden. Er komen in toenemende mate allerlei activiteiten en onderwijsleermiddelen op de markt gericht op het bevorderen van Techniek in het onderwijs. ‘Techniek is overal om je heen’ is de uitdrukking die je in onderwijsland vaak hoort. Techniek staat volop in de belangstelling in het basisonderwijs. Scholen zoeken steeds vaker naar vormen om uitdagende leeromgevingen te creëren waarbinnen kinderen betekenisvol kunnen leren. Ontdekkend leren, ervaringsgericht leren, ontwikkelingsgericht leren zijn concepten die uitstekend passen bij de doelstellingen die in de kerndoelen zijn opgenomen op het gebied van techniekeducatie. De leerkracht ziet allerlei vragen op zich af komen: Pedagogische Academie - Hanzehogeschool Status: versie 7

4van11

TY/28-06-06

¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾

Hoe begin je met techniek op school? Hoe organiseer je techniek op school? Welke activiteiten en onderwerpen zijn er? Waar vind ik eenvoudige lesideeën? Hoe kom je aan materialen voor de technieklessen? Hoe kom ik aan kennis? Hoe leg ik contact met bedrijven en andere instellingen?

De vraag welke kennisinhouden van belang zijn om technische competentie te bevorderen, is voor iedere leerkracht en voor ieder schoolteam van belang. Bij techniek draait het om de competenties ontwerpen, maken, gebruiken, analyseren en beoordelen van producten. De kernleerstof voor techniek wordt gevormd door een aantal natuurkundige en technische principes. Daarnaast is ook kennis van materialen, gereedschappen en hulpmiddelen van belang. Ook heeft techniek raakvlakken met niet-technische aspecten van mens en samenleving. Het kunnen beoordelen van gevolgen van het technisch handelen voor mens en samenleving vraagt inzicht in andere kennisgebieden. 2. Beoogde doelstellingen en opbrengsten Aanhakend bij de ambities tot 2010 zoals vermeld in de “Kaderstellende notitie Pabo Techniekimplementatie” wordt een aantal hiervolgende doelstellingen verbreed door niet alleen de Lerarenopleiding Basisonderwijs, maar ook de Opleidingen voor technische beroepen er bij te betrekken. In een later stadium tijdens het project zullen ook de Opleidingen tot Klasseassistent/Onderwijsasssistent en andere Lerarenopleidingen (BO en VO) bij het Project betrokken worden. De doelstellingen richten zich in eerste instantie op: 1. (PA) Ontwikkeling van basis- verdiepings- en specialisatieprogramma’s voor de didactiek van Science & Technology waarmee aanstaande leraren hun onderwijs op aantrekkelijke wijze vorm kunnen geven. (Opleidingen voor technische beroepen) Ontwikkeling van onderwijscomponenten waarmee op te leiden technici leren zowel hun beroep als de ontwikkeling van door hun gemaakte technische producten op een educatief verantwoorde wijze voor een niet-technisch publiek te presenteren. 2. Ontwikkeling van een gemeenschappelijke educatieve infrastructuur voor Techniekeducatie, met name te vullen via good practice ervaringen van studenten van de diverse opleidingen en toegankelijk gemaakt voor scholen, bedrijven en studenten van (andere) opleidingen en universiteiten 3. In het basis- en specialisatieprogramma van alle opleidingen wordt een niveau techniekeducatie gedefinieerd en opgenomen in het te bereiken competentieprofiel, passend binnen de doelstellingen van de diverse opleidingen . 4. Alle Pabo- en Techniekstudenten hebben toegang tot een verdiepings- en specialisatieprogramma en/of een verbredend multidisciplinair minorprogramma waarin pedagogische, didactische en communicatieve kennis en vaardigheden met technische kennis en vaardigheden worden samengebracht en toegepast.


5van11

TY/28-06-06

5. Op post-HBO niveau zijn er nascholingsmodules op verschillende niveaus beschikbaar, variërend van “oriëntatie op techniekeducatie” tot opleidingen voor “coördinatorfuncties techniekeducatie” op scholen en/of bedrijven.

3. Operationalisering van doelstellingen en opbrengsten Binnen de Hanzehogeschool wordt door de volgende opleidingen samengewerkt om bovengenoemde doelstellingen te bereiken: - Pedagogische Academie (PA) (900 studenten) - Instituut voor Life Science & Technology (LST) (375 studenten) - Instituut voor Engineering (IENG) (1600 studenten) - Academie voor Architectuur, Bouwkunde & Civiele Techniek (AABC) (650 studenten) In het eerste jaar wordt de samenwerking onderzocht voor verbreding naar de RUG (lerarenopleiding voor het VO), MBO (Alfacollege, Noorderpoortcollege opleiding Klassenassistent en Onderwijsassistent) en andere Pabo’s in Noord Nederland (of elders). Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om extra fondsen te werven om dit pilot-project verder te verdiepen en op te schalen om de gehele keten van PO t/m Universitair onderwijs te kunnen beslaan (zie ook het eerder ingediende “Keten” project januari 2006). Uitwerking per doelstelling: 1. a) (PA) Naast de reeds bestaande basiscursus Techniek zal in het basisprogramma voor Pabo 1 en 2 techniek verweven worden in de projectenleerlijn op daarvoor geschikte plaatsen. In de profileringsfase (Pabo 3 en 4) zal een Specialisatieprogramma Techniek ontwikkeld worden. b) (Techniekopleidingen) In het basisprogramma zal aandacht worden geschonken aan de educatieve aspecten van het beroep waartoe wordt opgeleid. Ook in het specialisatieprogramma zullen mogelijkheden worden gecreëerd educatieve competenties te versterken. 2. a) Ontwikkeling van een DigiCoP (Digital Community of Practice) op internet, waarin de projectparticipanten en andere daartoe uitgenodigde personen/instellingen/bedrijven kunnen communiceren en waar programma’s en good practice voorbeelden worden gepubliceerd. De DigiCoP t.b.v. het Regionaal Steunpunt Techniekeducatie P.O. zal hier deel van uitmaken. b) Een Techniek Educatief Centrum zal worden ingericht in de gebouwen van de Techniekopleidingen om de materiële aspecten van deze Community of Practice te kunnen tonen in samenwerking met het Regionaal Steunpunt VTB. Deze ‘showroom’ zal gebruikt worden door studenten, cursisten, bedrijven en onderzoekers en voorts iedereen die zich wil laten voorlichten over de mogelijkheden van techniekeducatie. c) In samenwerking met de RUG zal ruimte worden geboden voor onderzoek door studenten van de Masteropleiding Educatie en Communicatie op de effecten van de diverse stimuleringsactiviteiten op het gebied van techniekeducatie in de keten van PO tot WO, de nascholing en het (regionale) bedrijfsleven. De resultaten daarvan komen weer ten goede aan de realisering van de doelstellingen van dit project. Pedagogische Academie - Hanzehogeschool Status: versie 7

6van11

TY/28-06-06

d) Pabo’s in de Noordelijke-regio zullen in de loop van de projectperiode als ‘volgschool’ benaderd worden, d.w.z. de projectresultaten komen ook hun ten goede en zij zullen mee kunnen draaien in pilot’s, onderzoeken, etc. e) Datzelfde geldt ook voor de regionale MBO-opleidingen tot Onderwijsassistent (Alfa- en Noorderpoortcollege) 3. a) (PA) Voor de vakspecifieke competenties voor Techniekeducatie richten wij ons op het door de SLO gepubliceerde document “Vakspecifieke competenties voor studenten aan de lerarenopleiding basisonderwijs” onderdeel “Natuur en Techniek”. We moeten daarin zelf nog een niveauaanduiding vaststellen voor het basisprogramma en het specialisatieprogramma. b) Door de ontwikkeling van educatieve componenten in de Techniekopleidingen worden deze in staat gesteld educatieve competenties te formuleren voor de beroepen waartoe zij opleiden. 4. a) (PA) Er wordt een Specialisatieprogramma Techniek ontwikkeld van 30 ec. Dit programma kan beschouwd worden als een voorloper op de post-HBO cursus “Onderwijskundig coördinator Techniek in het P.O.” Cruciaal onderdeel van deze Specialisatie is het verrichten van een ontwikkeltaak (9 ec) ten behoeve van de (bij voorkeur VTB-) LIO-school als bijdrage aan het Techniek-ontwikkelingsplan van de school. Na een gedegen praktijkgericht onderzoek volgt de ontwikkeling van geschikte lesmaterialen, het uittesten, evalueren en vervolgens implementeren in het schoolcurriculum. b) (PA, LST, ABC, IENG) Er wordt een minor-programma ontwikkeld waarin studenten van de Pabo en de beroepsopleidingen van de drie betrokken instituten samenwerken en leren. We gaan uit van flexibele invullingsvormen vormgegeven door rol en contextvariatie voor zowel Pabo als Techniekstudenten, waarbij profijt wordt getrokken van elkaars expertise. In beide programma’s zit een praktijkstagecomponent in de vorm van een Praktijkgericht onderzoek en/of Ontwikkeltaak gericht op Techniekeducatie, waar studenten van verschillende opleidingen in zullen samenwerken. 5. De opdracht van de P.A. is om in het Post-HBO traject met een vraaggestuurde aanpak vorm te geven aan scholingsprogramma’s voor leerkrachten in het basisonderwijs. De doelen van de nascholing zijn om de techniek integreren in het basisonderwijs en techniek-activiteiten onder en na schooltijd goed af te stemmen. De ondersteuning van leerkrachten en teams is ook gericht op het systematisch verspreiden van expertise over techniek in het onderwijsveld, het delen van kennis en het ontwikkelen van een draagvlak voor effectief techniekbeleid Techniek hoort bij onderwijsvernieuwing. Hier speelt het Regionaal VTBsteunpunt Techniek dat wij vanaf september 2006 willen vormen een belangrijke rol en de eerder genoemde DigiCoP. De nascholing wordt op vraag van de school of het team aangepast en kan variëren van een workshop van een uur waarin het hele schoolteam kennis maakt met een aantal praktische technieklessen die al de volgende dag in de klas zijn toe te passen, tot deelname aan de PHBO Leergang voor Onderwijskundig Coördinator Techniek door enkele leerkrachten. De Techniek coördinator speelt een centrale rol bij de implementatie van techniek op de eigen school.


7van11

TY/28-06-06

4. Beginsituatie a. Pedagogische Academie Basisprogramma Basiscursus (2 ec) “Techniek in het basisonderwijs” voor 2e-jaars studenten PA. In deze cursus wordt de nadruk gelegd op vakinhoudelijke en didactische competenties. (conform de SBL-competenties leraar P.O. en de SLO-vakspecifieke competenties). Ten behoeve van de ontwikkeling van eigen technische vaardigheden wordt ook VBTA ingeschakeld. Als eindproducten maken de studenten een eindwerkstuk van “kostenloos materiaal” bestaande uit een constructie met daarin minstens één overbrenging en een procesverslag (conform de cyclus: “ontwerpen-maken-gebruiken”) met evaluatie en invoeringsstrategie in het P.O. Als eerste opzet voor het ontwikkelen van lesmateriaal voor Techniek maken de studenten een Powerpointpresentatie voor groepjes van twee kinderen met instructies, zoekmogelijkheden via internet en opdrachten om naar aanleiding ervan problemen op te lossen en vragen te beantwoorden. Aspecten als didactische werkvormen, meervoudige intelligentie en andere vormen van differentiatie krijgen in dit lesmateriaal aandacht. De studenten proberen deze eerst opzet in een volgende periode tijdens hun stage uit. Verdiepingsprogramma Techniekeducatie (3 ec) – keuzemodule voor de derde/vierdejaars studenten. De studieopdrachten spelen zich af op micro- (het ontwerpen en uittesten van lesmateriaal in de klassensituatie), mesoniveau (implementatie opschool, het opstellen van een eenvoudig techniekbeleidsplan, het opstellen van een eenvoudig organisatiemodel voor techniek, het vinden van hun rol als initiator/enthousiasmeerder voor toekomstige collega’s) en macroniveau (het opzetten van een arsenaal van wetenswaardigheden op het gebied van (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van techniek voor (ongeveer) 4-12 jarigen). Het keuzemodule behelst een aantal aspecten uit het spectrum van de SBL-competenties in het licht van de HBO-kwalificaties. Omdat het keuzemodule in de meeste gevallen wordt gecombineerd met een Techniekontwikkeltaak (6 ec) op een basisschool, zijn de eindproducten van het keuzemoduul als aanloop naar de verdere ontwikkeling tijdens die ontwikkeltaak, grotendeels bepaald vanuit de vraagsturing van de betreffende school. Een excursie naar NEMO te Amsterdam of Technopolis in Mechelen (België) maakt onderdeel uit van het keuzemoduul. Nascholing: In 2006 is de PHBO leergang “Onderwijskundig Coördinator Techniek in het Primair Onderwijs” van start gegaan. De post-hbo-leergang Onderwijskundig coördinator techniek primair onderwijs is een nascholing voor leerkrachten die de uitvoering en coördinatie van techniekonderwijs op de basisschool in hun takenpakket hebben. In het Nationaal actieplan verbreding techniek Basisonderwijs 2004 - 2010 (VTB), is gekozen voor het ontwikkelen van een nascholingsopleiding voor


8van11

TY/28-06-06

techniekcoördinator. De opleiding richt zich op het ontwikkelen van competenties bij deelnemers op: • de vakinhouden en didactiek van het techniekonderwijs in de basisschool; • het ontwikkelen van beleid betreffende de invoering van techniek in de basisschool; • het ondersteunen van collega’s bij het verzorgen van techniekonderwijs; • het afstemmen van techniekonderwijs op de omgeving van de school. De leergang bestaat uit 2 bij elkaar horende fasen. Elke fase bestaat uit 5 bijeenkomsten van 3 uur. Fase 1 is een aanzet op uw taakuitoefening als onderwijskundig coördinator techniek. In fase 2 worden deze competenties verder ontwikkeld. De leergang Onderwijskundig coördinator techniek is een register opleiding en wordt gecertificeerd door de Stichting Post-HBO Nederland. Dienstverlening, begeleiding, ondersteuning en verdere expertise: In de 90-er jaren is met subsidie van de Stuurgroep Stimulering Techniek en de Gasunie een Technieklokaal op de Pabo ingericht als expertisecentrum t.b.v. het basisonderwijs en de opleiding. Hier konden basisscholen terecht met vragen over geschikte materialen en leeractiviteiten ter ondersteuning van het techniekonderwijs. Als gevolg van bezuinigingen heeft het PA-management deze voorziening in 2005 moeten inkrimpen. Vanaf 2007 – als de PA zal verhuizen naar de Zernike-lokatie – zal in samenwerking met de Techniekopleidingen een nieuwe voorziening worden gecreëerd in de vorm van een Techniek educatief centrum. Vanuit de Pabo worden regelmatig Workshops op basisscholen gegeven, Basiscursussen en een Kadercursus Techniek. Tevens worden studiereizen georganiseerd naar Greenwich University voor een studieweek “Design & Technology” t.b.v. leraren basisonderwijs. In 2001 participeerde de Pabo in het VTB1-project van de gemeente Leek en was mede penvoerder. In Europees verband participeren wij in het ETEN-netwerk (European Teachers Education Network) in de TIG (Thematic Interest Group) over Technology teaching&learning. (jaarlijkse conferentie) We onderhouden verder regionale contacten met “De Jonge Onderzoekers”(DJO), Technika-10 en het Natuurmuseum in Groningen. We onderhouden intensieve contacten met “academieschool”(i.o.) ODS “De Starter” in Groningen als experimenteerschool voor ICT, Science&Technology die samen met het Zernikecollege (VO-Dalton, Montessoristroom) is betrokken bij het project Junior Highschool in Groningen. Studenten van de Pabo zijn nauw betrokken bij het ontwikkelen van ICT-ondersteunde lesmaterialen voor Science&Technology die als zelfstandige taken door kinderen kunnen worden uitgevoerd.

b. Technische Instituten (LST, ABC, Engineering) Basis- en keuzse/verdiepingsprogramma’s De afgelopen vijf jaren hebben de opleidingen in de Technische instituten hun programma’s herontworpen en ook nieuwe snijvlakopleidingen geïmplementeerd (bijv. Human Technology en Bio-Informatica). Daarbinnen wordt zoveel mogelijk uitgegaan van aantrekkelijke beroepssituaties, contexten en rollen. Studenten hebben binnen hun programma’s de gelegenheid een aantal onderdelen vrij te kiezen buiten techniek. Echter in een geïntegreerde educatieve/communicatieve invulling is nog Pedagogische Academie - Hanzehogeschool Status: versie 7

9van11

TY/28-06-06

niet voorzien. De ontwikkeling past tevens in de meeste recente ontwikkeling om via rol, context en niveauvariatie optimaal aan te kunnen sluiten bij de individuele capaciteiten en ontwikkelbehoeftes van de studenten. Nascholing, dienstverlening, begeleiding,ondersteuning en nadere expertise Het Herontwerpteam van de technische instituten adviseert en traint ook niet Technische opleidingen binnen en buiten de hogeschool bij het (her)ontwerpen van (technische) opleidingen (bijv. Economie, Gezondheid en Educatieve Opleidingen, RUG-Beta, HAN, HvU, Hogeschool Leiden, IPABO, Ghana-Techiek, Uganda-ICT, MBO, van Hall). Daarvoor beschikt zij over een groep trainers die workshopseries verzorgen, waarbij de jongste inzichten m.b.t. ‘hoogrendementsleren’ worden toegepast. Ook ontwikkelt zij ICT-instrumenten voor flexibele toetsing i.s.m. de RUG en werkt samen met het initiatief “Technasium”. De Technische Instituten participeren verder in netwerken met bedrijven en MBOinstellingen die daar waar nodig ingebracht kunnen worden in dit project. Ten behoeve van de doelgroep 4-16 jarigen wordt jaarlijks tijdens de Wetenschaps-& Techniekweek een reeks “doe-activiteiten” (Magiorama) ontworpen en gepresenteerd, waarmee kinderen worden ingewijd in de wonderen der (simpele) techniek. Dit was altijd een zeer succesvol onderdeel van de Wetenschaps-& Techniekweek. 5. Projectplanning De projectplanning beslaat een periode van twee schooljaren: 2006-2007 en 2007-2008. De fasering loopt van voorbereiding en ontwikkeling in het eerste jaar naar ontwikkelend ontwerpen en verdieping van lesinhouden, interdisciplinair uitvoeren van praktijkopdrachten en kenniscirculatie tussen werkveld en opleiding in het tweede jaar. In het eerste projectjaar ligt het accent op: - de voorbereiding van het project en de projectorganisatie en het opzetten van de DigiCoP - de ontwikkeling van lesmateriaal voor basis- en verdiepingsprogramma’s - ontwikkeling van studiehandleidingen voor studenten - ontwikkeling van studiehandleidingen voor docenten - PA: uitvoering van het vernieuwde basisprogramma Techniek - PA: ontwikkeling van onderzoeksopdrachten voor studenten (LIO’s) - planning studie-activiteiten voor studenten van de vier schools - samenwerkingsmogelijkheden met RUG, MBO en andere noordelijke Pabo’s onderzoeken In het tweede projectjaar ligt het accent op: - het uitvoeren van een pilot minor met x studenten van de vier schools in het eerste semester, gevolgd door een verbeterde versie in het 2e semester - uitvoering op de PA van: - projecten in het basisprogramma waar techniek in verweven is - Specialisatieprogramma Techniek Pedagogische Academie - Hanzehogeschool Status: versie 7

10van11

TY/28-06-06

-

ontwikkelend ontwerpen van lesstof n.a.v. deze pilots ontwikkelen van praktijkopdrachten met een interdisciplinair karakter het op gang brengen van kenniscirculatie tussen basisscholen en en opleiding inclusief de nascholing (o.a. via DigiCoP) evaluatie en bijstelling van de minor pilot “techniek en educatie” deskundigheidsbevordering van docenten en begeleiders ontwikkeling van een competentieprofiel voor docenten “techniek en educatie”

6. Projectorganisatie De projectorganisatie zal bestaan uit medewerkers van de vier samenwerkende schools en de samenwerking met het VTB steunpunt. In een later stadium wordt uitwerking gegeven aan de personele invulling van: - stuurgroep (i.e. de 4 deans van de opleidingen) - projectmanagement - projectgroepen/ontwikkelgroepen - projectleider - docenten


11van11

TY/28-06-06

PROJECTNAAM: EXPERTISECENTRUM TECHNIEKEDUCATIE NOORD NEDERLAND

Recommend Documents