Projectmanagement Definitief Projectvoorstel Tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten
Datum: 15 mei 2013 Opgesteld door: Mirjam van de Wijgert Projectnummer: Nummer SSC: Bestuurlijk opdrachtgever: B. Bergkamp Ambtelijk opdrachtgever: I. Joossen Projectmanager: M. Van de Wijgert Startdatum: 1-1-2013 Einddatum: 31-12-2013 Afdeling: W&S Versie: 0.1 Status: definitief
Inhoudsopgave 1 Context
2
3
4 5
1.1 Aanleiding ............................................................................................................. 4 1.2 Probleemstelling ................................................................................................... 6 1.3 Breder kader/programma ..................................................................................... 7 1.4 Doelstelling ........................................................................................................... 7 Project ….. .................................................................................................................... 8 2.1 Beoogde resultaten............................................................................................... 8 2.2 Afbakening ............................................................................................................ 8 Proces… ....................................................................................................................... 9 3.1 Omgevingsanalyse en rollen ................................................................................ 9 3.2 Communicatie....................................................................................................10 Fasering 11 Beheersaspecten ....................................................................................................... 12 5.1 Organisatie.......................................................................................................... 12 5.1.2 Organisatie project ............................................................................................. 12 5.1.3 Projectgroep en begroting .................................................................................. 12 5.2 Risicomanagement ............................................................................................. 13
Bijlagen
I Definitieve criteria II samenvattende taakstelling 2013-2019 per gemeente III Quick scan (apart)
Context
De startnotitie, geschreven door de ambtelijk opdrachtgever, is de bestuurlijke vraag voor het opstellen van dit projectvoorstel. 1.1 Aanleiding Er zijn diverse aanleidingen om een Projectplan op te stellen om te komen tot uitgangspunten voor tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten: Landelijk Landelijke richtlijnen: verankerd in de onderstaande verklaring.
• •
•
Nationale Verklaring van partijen betrokken bij de (tijdelijke) huisvesting van EUarbeidsmigranteni Doelstelling van de intentieverklaring is: Partijen zijn zich bewust van het feit dat de open Nederlandse economie arbeidsmigranten nodig heeft. Daarbij hoort de aanwezigheid van adequaat aanbod van huisvesting voor kortdurend verblijf; Het is de doelstelling van de ondertekenaars dat er kwantitatief en kwalitatief voldoende aanbod wordt gerealiseerd van huisvesting op plekken waar het kan en mag. Daarbij zijn redelijke kosten voor de huurder en een kostendekkende exploitatie voor de verhuurder uitgangspunt. Ook is aandacht nodig voor sociaal beheer, het bevorderen van de leefbaarheid en voor het tegengaan van overlast in de woonomgeving. Dat aanbod is zowel nodig om de huidige negatieve effecten aan te pakken, als ook om te voorzien in de toenemende vraag naar huisvesting; Partijen roepen hun leden op om naast nieuwbouwinitiatieven en het verwerven van bestaande legale veilige panden, op lokaal en regionaal niveau te komen tot ‘bed-voorbed’ -afspraken bij die panden die (nog) niet voldoen aan de regelgeving en waar geen sprake is van brandgevaarlijke, levensbedreigende en overlastgevende situaties. Van gemeenten wordt gevraagd:
• • •
Samen met verhuurders beter inzicht te krijgen in de huidige en toekomstige vraag naar huisvesting; Deze vraag door te vertalen in bestemmingsplannen, woonvisie en prestatieafspraken en in huisvestingsverordeningen, daar waar dit relevant is. Daarbij is regionale afstemming en een betere regionale verdeling een belangrijk aandachtspunt; Om met lokale werkgevers en verhuurders concrete afspraken te maken in een ‘bedvoor-bed’ –regeling. Daarbij is het uitgangspunt dat gemeenten in prioritering rond handhaving rekening kunnen houden met de controle door de werkgevers en op het zelfreinigend vermogen dat de sector daarbij realiseert. RNI en GBA Op 2 juni 2009 is door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een brief gestuurd aan de Tweede Kamer waarin zij de Kamer informeert over haar voornemen om gegevens van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen op te nemen. Onder niet-ingezetenen wordt verstaan: personen die niet of korter dan 4 maanden in Nederland. Zij worden niet in het GBA ingeschreven. Iemand die voor een periode van 4 maanden of langer in Nederland woont, wordt ingeschreven in de GBA. Dit noemen we ingezetenen. Hiervoor ontvangt hij/zij het burgerservicenummer. Nu houden verschillende overheidsinstanties zich bezig met de registratie van deze ‘niet-ingezetenen’. Het is de bedoeling dat de registratie van niet-ingezetenen straks samen met de GBA de Basisregistratie Personen (BRP) vormt. De gemeente Breda participeert in een landelijke werkgroep om dit voor elkaar te krijgen. Breda is één van de 18 gemeenten die de bemensing van de RNI-loketten moet verzorgen. De planning was erop gericht dat het begin 2013 in werking zou zijn. Dat is nog niet het geval. Gemeenten zijn belast met het zogenoemde houderschap van de GBA. │
│
Arbeidsmigranten, niet-ingezeten of ingezeten, moeten worden geregistreerd. Daarom wordt de afdeling Diensverlening betrokken in dit projectplan. Regionaal De gemeenten binnen de Regio West-Brabant kennen sinds een aantal jaren een toename van arbeidsmigranten uit Midden-, oost en Zuid-Europa. Deze arbeidsmigranten vervullen werkzaamheden in de land- en tuinbouw, de sector transport en logistiek, de bouw en de zorgsector. Het thema arbeidsmigranten is één van de opgaven van de strategische Agenda West-Brabant. De regio heeft ook de hierbovengenoemde verklaring ondertekend. Daarnaast ondersteunt BZK samen met platform 31 twee experimenten in de regio gericht op tijdelijk woonvoorzieningen voor arbeidsmigranten, één in Zundert en één in Drimmelen. Eind eerste kwartaal 2013 heeft Gerrichhausen en Partners een rapport, in opdracht van de Regio West-Brabant, opgeleverd over de huisvesting van arbeidsmigranten. In de regio is 50% van de arbeidsmigranten redelijk goed gehuisvest, voor 25% is de huisvesting te legaliseren (bv door bestemmingsplanwijzigingen) en voor 25% moet de huisvesting verbeterd. Er ligt nu een kwalitatieve opgave (tot 2019) voor de regio (de regio huisvest meer arbeidsmigranten dan er werken in de regio) van arbeidsmigranten die in economisch opzicht aan de regio zijn verbonden. Na 2020 wacht de regio wel een kwantitatieve opgave, omdat het vooruitzicht is dat er dan sprake is van een verdubbeling van het aantal in de regio werkzame arbeidsmigranten. Op 26 maart 2013 is het bovenstaande rapport door de bestuurlijke regionale commissie RO/Wonen besproken en er is overeenstemming bereikt over een gezamenlijke regionale inspanningsverplichting. Per gemeente moet er nu maatwerk plaatsvinden. Op 18 juni 2013 zal de bestuurscommissie zich buigen over een fine-tuning van de opgave per gemeente. Voor Breda is er ook nog een specifieke aanleiding namelijk het raadsbesluit van de gemeente Zundert. Op 15 december 2011 heeft de gemeenteraad van Zundert besloten het proces voor legalisering van Parc Patersven stop te zetten en in te zetten op het herstel van de recreatieve functie van het park. Dit houdt in dat onder andere een grote groep arbeidsmigranten die hier gehuisvest zijn hun woningen zullen moeten verlaten. De gemeente Breda heeft de handreiking aan Zundert gedaan om huisvesting voor deze groep arbeidsmigranten (een opgave van 200 arbeidsmigranten) voor haar rekening te willen nemen. In maart 2013 werd op bovenstaand besluit een heroverweging door de Raad van Zundert aangekondigd, maar daar is nu nog geen uitvoering aangegeven. Zodoende wordt vastgehouden aan de handreiking en wordt er huisvesting gezocht voor 1 augustus 2013 (conform handhavingsplanning gemeente Zundert). Lokaal Beleidsdocument Tijdelijk (werken en) wonen in Breda uit 2007 In dit beleidsdocument staat het gemeentelijke beleid geschreven voor de huisvesting van seizoensarbeiders. De nota heeft de volgende uitgangspunten: Is er sprake van een bedrijf dat langer dan 6 maanden behoefte heeft aan tijdelijke werknemers dan is structurele huisvesting noodzakelijk. Deze structurele huisvesting dient dan binnen de bebouwde kom plaats te vinden. De gemeente ziet mogelijkheden bij: bestaande complexen zoals kloosters, hotels en kantoorgebouwen die voor deze functie niet meer gebruikt worden. De bestemming moet dan veranderd worden in woondoeleinden met specifieke aanduiding huisvesting seizoensarbeiders. Voor nieuwbouw geldt hetzelfde. Gebruik bestaande woningen: bestemming woondoeleinden. De aanvraag wordt als volgt beoordeeld: ligt de locatie in de bebouwde kom? de voorziening mag geen overlast veroorzaken op locatie, de voorziening dient aan te sluiten op bestaande ontsluitingsstructuur, de voorziening mag geen belemmering vormen voor omliggende functies, de voorziening voorziet in de behoefte voor tijdelijke werknemers, de aanvraag voldoet aan de ruimtelijke randvoorwaarden van de locatie en de locatie dient te voldoen aan de geldende norm voor kamerverhuur uit de parkeernota. Daarnaast dient de aanvrager rekening te houden met de volgende vergunningen: een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en (eventueel) milieu, regelgeving in bouwverordening. │
│
-
Ook voor bedrijven die langer dan 6 kalendermaanden werknemers in dienst hebben geeft de gemeente de voorkeur aan huisvesting binnen de bebouwde kom. Op het moment dat structurele oplossingen in de bebouwde kom niet in voldoende mate aanwezig zijn, geeft de gemeente gelegenheid aan aanvrager om huisvesting te creeeren bij eigen bedrijf. De eisen die gelden voor huisvesting in buitengebied zijn: bij het betreffende bedrijf is sprake van een piekbelasting gedurende een periode van max 6 maanden per jaar, de werkgever heeft aantoonbaar extra werknemers nodig, het bedrijf heeft agrarische hoofdactiviteiten, het is alleen toegestaan mensen te huisvesten die bij je eigen bedrijf werken en gehuisveste personen hebben hoofdverblijf elders. In de nota staan ook de logiesmogelijkheden, technische eisen en vergunningen genoemd. De gemeente Breda stelt grenzen aan de mogelijkheden in het buitengebied. Het is niet toegestaan huisvesting te creëren op vakantieparken en campings, tenten op eigen bedrijf, toercaravans of zeecontainers op eigen bedrijfsterrein. Woonagenda 2011-2014 In de woonagenda 2011-2014 zijn, op basis van de woondoelen en de regiecriteria, tien belangrijke speerpunten binnen het woonbeleid geformuleerd. Deze speerpunten leveren een bijdrage aan de stedelijke (her)programmering (Koers Gezet). De aandacht voor arbeidsmigranten is één van de tien speerpunten in deze coalitieperiode. Doel is: “het aanbod van en de informatie over de huisvesting voor arbeidsmigranten op basis van logies (wooneenheden) vergroten”. Breda wil, samen met de regio, de mogelijkheden voor een informatiepunt en huisvesting in kaart brengen en daarnaast in Beneluxverband bijdragen aan betere afstemming en meer aandacht voor arbeidsmigranten. Door logiesmogelijkheden in kaart te brengen, de verhuur van kamers te verminderen, waardoor woningen weer voor gezinnen bereikbaar worden, wordt een bijdrage geleverd aan Koers Gezet. Plan van Aanpak Kantorenleegstand@Breda In de Kantorennota Breda 2020 is geconstateerd dat binnen de gemeente sprake is van een omvangrijke en groeiende leegstand van kantoren. In het Plan van Aanpak “Kantorenleegstand@Breda”, dd. 5 februari 2012 is de strategie verwoord hoe deze leegstand te lijf te gaan. Een belangrijke oplossing voor de leegstand van kantoren is het vinden van alternatief programma. In het plan van aanpak is daarom opgenomen dat gezocht moet worden naar de aanpak van leegstand in combinatie met de realisering van andere beleidsdoelen, zoals bijvoorbeeld het oplossen van het tekort aan studentenwoningen en het huisvesten van arbeidsmigranten. Overlast kamerbewoning Met name de wijken Tuinzigt, Doornbos-Linie, Belcrum en Brabantpark geven aan overlast te ondervinden van kamerverhuur. Het betreft hier zowel de kamerverhuur aan studenten als aan arbeidsmigranten. Door het vaststellen van het Toezichtsjaarverslag 2011 is door het college op 8 mei 2012 besloten dat in 2013 het intensieve toezicht op onrechtmatige bewoning zou worden voortgezet. Overlast door kamerbewoning in bestaande woonwijken werd gezien als prioriteit en zou projectmatig moeten worden opgepakt. Gelet op dit besluit werd in het programma Toezicht en Handhaving 2013 bepaald (collegebesluit 15-012013, besproken in raadscommissie bestuur d.d. 24-01-2013) dat in 2013 extra aandacht wordt besteed aan de kamerverhuur in de woonwijken Belcrum, Tuinzigt, Brabantpark en Doornbos/Linie. Het gaat naar verwachting om 140 adressen. De overlast van arbeidsmigranten heeft voornamelijk betrekking op parkeeroverlast, vuilnis en geluid. 1.2 Probleemstelling Wat is het probleem? Een Quick Scan over de huisvesting van arbeidsmigranten in de regio West-Brabant, gepubliceerd in eerste kwartaal 2013, laat zien dat er zo’n 17.000-21.000 arbeidsmigranten in economisch opzicht aan de regio zijn verbonden. Tot 2020 groeit dit aantal gestaag, na 2020 neemt het een vlucht tot een verdubbeling in 2040. Qua huisvesting is deze groep als volgt in te delen: │
│
50 % woont op dit moment in legale huisvesting. Voor deze groep is er dus geen huisvestingsopgave. 25% woont in een situatie die aanvaardbaar is maar niet aan alle regels voldoet. Bijvoorbeeld omdat wonen niet toegestaan is volgens het bestemmingsplan of de benodigde vergunningen er niet zijn. 25 % woont in een onacceptabele en niet te legaliseren situatie. Energie en inspanning is nodig om voor deze groep kwalitatief goede huisvesting te vinden. De Quick scan toont hierover de volgende uitkomst: Voor Breda is de kwalitatieve, economische opgave tot 2020: Huisvesting te vervangen/toe te voegen 25 % Æ 840 (aantal bedden) Huisvesting te legaliseren 25 % Æ 840 (aantal bedden) (zie bijlage II) Over deze taakstelling per gemeente wordt in juni 2013 nader gesproken/nadere afspraken gemaakt in de bestuurscommissie van de Regio 918 juni 2013). Kortom, er ligt een regionale opgave tot 2020 om illegale huisvesting op te sporen, een deel hiervan te legaliseren en het mee acteren op het zoeken naar vervangende huisvesting voor het onacceptabele deel hiervan.
1.3 Breder kader/programma Zie hiervoor ‘aanleiding’. 1.4 Doelstelling De doelstelling van dit projectplan is het aanvullen en eventueel aanpassen van het gemeentelijk beleidskader tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten om op een maatschappelijk verantwoorde wijze (voor de arbeidsmigrant én voor de omgeving) huisvesting voor arbeidsmigranten te kunnen legaliseren/realiseren. Deeldoelstellingen die hieruit voortvloeien zijn: •
• • • • • •
•
Inzicht te krijgen inde omvang van de diverse ‘groepen’ arbeidsmigranten in Breda en omliggende regio; er moet rekening worden gehouden met het feit dat de getalsmatige informatie over deze arbeidsmigratie wellicht nooit sluitend zullen zijn. Dit heeft te maken met het tijdelijke karakter van de aanwezigheid, malafide werkgevers die zich onttrekken aan informatiestromen en door zelfstandige individuele arbeidsmigranten die vaak buiten beeld (willen) blijven. Nergens is in wetgeving vastgelegd, dat er een plicht is om zich te registreren bij een korter verblijf dan zes maanden. Behoudens voor personen die afkomstig zijn uit niet EU-landen en nieuwe EU-landen waarvoor nog een tewerkstellingsvergunning bestaat. Inzicht te krijgen in de huidige woonomstandigheden van de arbeidsmigranten; Inzicht krijgen in de benodigde en beschikbare toezicht- en handhavingscapaciteit en in de toezicht en/of handhavingsinstrumenten welke het beste kunnen worden ingezet Inzicht te krijgen in de huidige en toekomstige vraag naar huisvesting van deze arbeidsmigranten; Deze vraag door te vertalen in bestemmingsplannen, woonvisie en prestatieafspraken en in huisvestingsverordeningen, daar waar dit relevant is. De regionale afstemming en verdeling van de huisvestingsopgave van arbeidsmigranten een belangrijk aandachtspunt te laten zijn; In eerste aanleg in te gaan op de drie concrete verzoeken die er liggen: 1) 200 arbeidsmigranten afkomstig uit Zundert te huisvesten, 2) in te gaan op een verzoek van uitzendbureau Goodmorning om een voorziening in Breda voor 400 arbeidsmigranten te realiseren en 3) in te gaan op een verzoek van PVH Vastgoed om een voorziening te treffen voor 200-300 arbeidsmigranten afkomstig uit de agrarische sector in Breda. Initiatieven van andere marktpartijen die willen voorzien in het huisvesten van arbeidsmigranten toetsen aan de op te stellen beleidskaders.
│
│
Project
2.1 Beoogde resultaten 1. Beleidskader om initiatieven van (markt)partijen die willen voorzien in de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten te kunnen toetsen en handhavend op te treden tegen huidige onacceptabele verblijfsituaties van arbeidsmigranten in de stad. 2.2 Afbakening Het project beperkt zich tot het opleveren van de bovenstaande resultaat (2.1). Een belangrijke afbakening in dit projectvoorstel is de ‘tijdelijkheid’ van de huisvestingsopgave. Hiermee wordt bedoeld dat er beleid geschreven wordt voor twee doelgroepen: 1) 30-40 % van de arbeidsmigranten (zie quick scan) vallen onder de zogenoemde korte verblijvers. Zij zoeken short-stay faciliteiten zoals een kamer in een complex, een kamer in een huis of huisvesting op het terrein van de werkgever. Werkgevers spelen een belangrijke rol bij deze faciliteiten. 2) 20-30 % van de arbeidsmigranten zijn hier langer dan 6 maanden of jaarlijks terugkerend en zoeken naar semi permanente huisvesting. Het gaat om mid-stay woonconcepten met voldoende kwaliteit en privacy zoals een eigen slaapkamer, maar ook met meer flexibiliteit dan permanente huisvesting. In dit beleid wordt niet voorzien in de derde doelgroep, 30-40 % die hier een permanent verblijf zoeken. Zij vinden hun weg in het reguliere huisvestingssysteem (klik voor wonen) en dat wordt dan ook meegenomen in de gesprekken met de coporaties en de diverse afdelingen van de gemeente die hierover gaan. Eventuele deelopdrachten, zoals onderzoek naar de huidige woonsituatie van arbeidsmigranten in de stad en onderzoek naar de specifieke omvang van de groep arbeidsmigranten worden apart beschreven en bestuurlijk voorgelegd. In de uitwerking van het projectplan en de criteria wordt in eerste instantie gewerkt met de concrete vraag uit Zundert (200 huisvestingseenheden), daarna met de vraag van uitzendbureau Goodmorning om 400 huisvestingseenheden te creëren binnen Breda. En het verzoek om een huisvestingslocatie te realiseren voor 200-300 arbeidsmigranten uit de agrarische sector uit de gemeente Breda. Een belangrijk aspect in de uitwerking, naast de huisvesting, is het flankerend beleid op het gebied van onderwijs, integratie, veiligheid, werkgelegenheid e.d. Dat hoort ook bij dit project.
│
│
Proces 3.1 Omgevingsanalyse en rollen Interne partijen: Afdeling Wonen & Samenleven Is regisseur van dit projectplan en steller/bewaker van woonagenda en woonbeleid voor de gemeente Breda. Afdeling Vergunningverlening en Voorzieningen Het realiseren van een nieuw beleidskader voor huisvesting en daarmee nieuwe huisvesting vraagt betrokkenheid van de collega’s van vergunningen. Zij hebben de kennis en kunde op het gebied van het toepassen van wetgeving. Afdeling Toezicht en handhaving Indien er geen mogelijkheden zijn voor legalisatie voor bepaalde situaties of als onwenselijke situaties worden aangetroffen, zullen de collega’s van T&H worden betrokken. Afhankelijk van de aangetroffen situatie zal worden bekeken welk handhavingsinstrument op dat moment het meest geschikt en/of wenselijk is. Afdeling Ruimte Voor dit project is specifieke betrokkenheid van de afdeling Ruimte nodig op de volgende terreinen: invullen huisvesting in leegstaande kantoorpanden, het realisatieteam voor het vlot trekken van bepaalde ontwikkelingen die zijn weerslag (kunnen) hebben op dit projectplan en er moet aansluiting blijven met de provinciale en regionale wooncontingentafspraken die worden bewaakt bij deze afdeling. Ook het team jurische plannen wordt betrokken bij concrete verzoeken. Afdeling Vastgoedontwikkeling De kennis en kunde van een vastgoedjurist is nodig om het beleidskader te voorzien van een goed juridisch kader. Daarnaast zullen de stadsmakelaars incidenteel een rol hebben als het gaat om kennis van de leegstaande gemeentelijke panden en kennis van de markt en de stad. Afdeling Vastgoedbeheer De zoektocht naar huisvesting kan effect hebben op gemeentelijk maatschappelijk vastgoed en daarmee zal deze afdeling ook worden betrokken. Afdeling Burgerzaken Registratie van tijdelijke verblijvers in Nederland/Breda gebeurt via het GBA, een systeem dat wordt beheerd bij Burgerzaken.
Externe partijen: Provincie De Provincie is partij is de wooncontingent afspraken die er liggen en in de RO regelgeving die bepalend is voor nieuw (woon) beleid en nieuwe huisvestingsinitiatieven. Regio West-Brabant De 19 gemeenten hebben opdracht gegeven aan de RWB om een Quick Scan uit te laten voeren over de huisvesting van arbeidsmigranten. Er ligt een heel duidelijk gezamelijk belang om de opgave voor de regio op te pakken. Woningcorporaties Ook zij hebben een verantwoordelijkheid voor kwalitatief goede huisvesting in deze stad. Zo luidt de ambitie van Wonen Breburg ‘voorzien in 300 huisvestingseenheden tot 2017’. Ook bij andere corporaties zal opgehaald moeten worden wat hun ambities zijn en wat we in dit kader van elkaar kunnen verwachten. Werkgevers Hier vallen ook de uitzendbureau’s onder. In de quick scan kwam naar voren dat met name de bedrijven in de land- en tuinbouw een flinke toename zien van het aantal arbeidsmigranten dat ze in dienst zullen nemen. Bedrijven groeien en aanbod ander personeel is er niet voldoende. Tevens zal hun visie ten aanzien van ‘verantwoordelijkheid voor de huisvesting van de arbeidsmigranten die zij in dienst nemen’ belangrijk zijn.Zowel uitzendbureau’s als werkgevers kunnen initiatiefnemer zijn van huisvesting. Marktpartijen met huisvestingsinitiatieven Interessant zijn die partijen die een samenwerking hebben met een uitzendbureau (garantstelling werk/huisvesting en regelen van beheer). Zij hebben een initierende rol. │
│
3.2 Communicatie Intern Conceptprojectplan, inclusief quick scan regio en concept beleidscriteria voor huisvesting arbeidsmigranten worden met de projectgroep besproken, waarna het voorgelegd kan worden aan het MT ontwikkeling. Conceptprojectplan, inclusief quick scan regio en concept beleidscriteria voor huisvesting arbeidsmgranten wordt geangendeerd voor de staf SO. College en in navolging daarvan wordt de Raad op de hoogte gesteld van de voortgang op dit dossier en hun betrokkenheid wordt in gang gezet. Extern Quick scan Regio wordt besproken in regionale werkgroep, die ook voorbereiding voor bestuurscommissie regio RO/Wonen op zich neemt. Marktpartijen en uitzendbureau en andere netwerkpartners worden geïnformeerd over het dossier na bespreking in het college. Informatie gericht, veelal in de vorm van een afspraak. Na bespreking in college wordt communicatietraject naar buiten toe in gang gezet, dat zou kunnen betekenen dat wijk- en dorpsraden uitgenodigd worden voor een gesprek over de actuele stand van zaken. Agenderen voor bijeenkomst wijk- en dorpsraden vanuit convenant afspraken. Dit kan ook betekenen dat er een persbericht wordt uitgedaan.
Fasering In dit project wordt parallel gewerkt aan het maken van een beleidskader nieuwe huisvesting arbeidsmigranten, inclusief handhaving. Hieronder eerst het stappenplan voor het beleidskade, inclusief het handhavingsdeel.
│
│
Activiteiten Stap I Als projectgroep tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten de quick scan bespreken, het concept projectplan vaststellen en de concept criteria agenderen voor het MT/staf SO Stap II Uitkomsten quick scan bespreken met andere gemeenten in werkgroep regio. (11 april 2013) Stap III Als projectgroep het concept projectplan uitwerken tot een definitief projectplan, inclusief handhavingsdeel.
Belangrijkste tussenresultaten Concept projectplan Concept criteria tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten
Trekker Mvd W
Start ste 1 week april 2013
Eind de 2 week april 2013
Actieplan taakstelling regio opzetten. Agenderen informerende bijeenkomsten gemeenteraadsleden over ‘huisvesting arbeidsmigranten’.
Regio
26 maart 2013
18 juni 2013
MvdW
3de week april 2013
Half mei 2013
Definitief projectplan (na vaststelling MT/Staf en college)
Start opstellen beleidsnotitie huisvesting arbeidsmigranten.
Overzicht mogelijk instrumentarium en toepassing daarvan in de praktijk om in beleidsnotitie op te nemen.
MR/Mvd W
MvdW
Stap IV Als projectgroep kennis nemen van en bespreken van definitieve projectplan, incl. criteria tijdelijke huisvesting en handhavingsdeel.
Definitief projectplan, inclusief criteria, handhavingsdeel. Voorleggen aan de staf SO.
Bespreken beleidsnotitie huisvesting arbeidsmigranten bespreken in projectgroep.
Concept beleidsnotitie.
Omslag, inclusief commissiestuk ‘ter bespreking’.
│
de
16 mei 2013
2013
6 Juni 2013
MR/Mvd W MvdW
Stap VI Omslag voorbereiden voor college van 21 mei 2013. Projectgroep in kennisstellen van omslag.
2 week mei 2013
│
Beheersaspecten
5.1 Organisatie 5.1.1 Opdrachtnemer / opdrachtgever en verantwoording afleggen De bestuurlijk opdrachtgever is wethouder Bergkamp. De ambtelijk opdrachtgever is afdelingshoofd wonen en samenleven, Isabel Joosen. De opdrachtnemer, de projectmanager, is Mirjam van de Wijgert. De projectmanager rapporteert aan de ambtelijke opdrachtgever. De projectmanager is bevoegd tot sturen binnen de scope van het projectvoorstel. De ambtelijk opdrachtgever rapporteert aan de verantwoordelijk wethouder. 5.1.2 Organisatie project Portefeuillehouder Wonen, weth Bergkamp Dienst ontwikkeling, afdelingshoofd W&S, I. Joossen ↓ Projectgroep tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten, MvdW ↓ Intern traject Extern traject Afstemming met de regio in werkgroep wonen valt uiteen in twee projectteams Olv de regio ↓ Uitwerking beleidskader tijdelijke huisvesting, inclusief handhaving. arbeidsmigranten olv MvdW 5.1.3 Projectgroep en begroting De projectgroep bestaat uit een aantal vaste leden. Uit de projectgroep wordt een projectteam geformuleerd. Afhankelijk van de onderwerpen die op de agenda staan kunnen andere afdelingen aanschuiven. Afdeling Uren 2013 € Projectleider W&S Mirjam vd Wijgert
320
Gedekt binnen W&S
0
0
VG Maurice vd Heuvel (incl. collega’s)
100
Dekking nodig van afdeling W&S
€ 120,12
€ 12012
RO/RP Henk Krouwel (incl. collega’s)
150
Dekking nodig van afdeling W&S
€ 120,12
€ 18018
W&S Marjon Rijnart
160
Gedekt binnen W&S
0
0
V&V en H/T René Meeuwis Marion Dolmans
150
Dekking nodig van afdeling W&S
Resp. € 98,40 en € 93,67.
75 / 75, dan € 14405,25
Directie dienstverlening Eric Goossens
50
Geen dekking nodig
0
0
Totaal
400 * │
€ 44435,25 │
5.2 Risicomanagement Voer een korte globale risicoanalyse uit Het gaat hierbij om risico’s die voortkomen uit de probleem- en doelstelling en de beoogde resultaten maar ook de beheersrisico’s met betrekking tot Tijd, Geld, Kwaliteit, Informatie en Organisatie. Risicoaspect
Effect (tijd, kwaliteit, geld)
Beheersmaatregel
Taakstelling regio: wordt de huidige taakstelling (quick scan) leidend of wordt de behoefte leidend en daarmee de inzet van elke gemeente?
Een scenario waar de getallen uit de regio leidend zijn, vertragen het proces. Kwaliteit staat dan niet voorop.
Bestuurscommissie Regio RO/Wonen moet in keuze voorzien. Voorbereidend werk door ambtelijke werkgroep regio.
Er zijn wel initiatieven van marktpartijen, maar we lopen vast op procedures.
Niet kunnen voorzien in de taakstelling en marktpartijen die oplossingen elders zoeken (waterbedeffect)
De urgentie van een passende vraag en aanbod helder maken. Actuele voorzieningen/wetswijzigingen en dergelijke monitoren en toepassen. Bv. Veranderingen in tijdelijk bestemmen.
Kracht van een goed project zit in een efficiënte samenwerking tussen afdelingen. Er is altijd een zwakke schakel.
Vertraging op besluitvorming en kans op afhaken marktpartijen.
‘heilige huisjes’ bespreekbaar maken in de beide trajecten. Belemmeringen op tafel krijgen en deze serieus nemen.
Het huisvesten van arbeidsmigranten kan leiden tot negatieve reacties van omwonenden/betrokkenen
Bestemmingsplantrajecten die uitlopen, waardoor kans op realisatie sterk afneemt.
Goede communicatie waarbij het accent ligt op de noodzaak van deze migranten voor onze samenleving kan de primaire negatieve reactie veranderen. En op de leefbaarheidsaspecten zoals onderwijs, sociale cohesie en dergelijke die van belang zijn bij het huisvesting van deze doelgroep.
Er is capaciteit nodig van andere afdelingen, maar deze is niet aanwezig. Er is wel geld voor die uren beschikbaar van W&S, maar het is niet toegestaan om hiervoor extern capaciteit in te huren.
W&S heeft wel geld, maar de ontvangende afdeling kan de capaciteit niet leveren of moet hiervoor capaciteit wegtrekken bij andere taakvelden, waardoor daar een probleem zal ontstaan
Ermee in te stemmen dat, als dit risico zich voordoet, de betreffende afdeling extern capaciteit mag inhuren.
Bijlage I
Definitieve criteria locatiekeuze huisvesting arbeidsmigranten
soort criteria
hard volgorde beschrijving criterium criterium zachte criteria
Ruimtelijk / hard beschikbaarheid
Bestemming (wonen/kamerverhuur): Het pand/de locatie heeft binnen de beoogde termijn een passende bestemming volgens het bestemmingsplan (waaronder check op archeologische vondsten en monument status) Beschikbaarheid: pand/de locatie is tijdig beschikbaar voor doelgroep en lang genoeg beschikbaar
hard hard
Het pand/perceel is van voldoende omvang en moet stedenbouwkundig passen. omsloten leefruimte logiesvoorziening per persoon
Criteria
hard hard
omsloten leefruimte reguliere woning of wooneenheden in gebouwencomplex per persoon
hard
Het pand is in zijn geheel beschikbaar om voor deze doelgroep gebruikt te worden.
hard
De locatie heeft parkeermogelijkheden passend binnen het principe één persoon/één auto. Bij voorkeur vrijstaand pand of onbebouwde kavel Er is een exploitant die bereid is het beheer op zich te nemen Het pand/ de locatie ligt aan de rand van een woonwijk (een wijk hoofdzakelijk bestaande uit woningen en de daarbij behorende faciliteiten) of bedrijventerrein. Zo mogelijk logisch gelegen tov werkgebied. dicht bij ontsluitingswegen leefbaarheid in de buurt (o.b.v. de wijkmonitor 2010-2012): buurt scoort niet benedengemiddeld op samengestelde index voor leefbaarheid. Sociale draagkracht in de buurt (o.b.v. de wijkmonitor 20102012): buurt scoort niet benedengemiddeld op samengestelde index voor sociale draagkracht.
hard hard zacht
hard Leefbaarheid
zacht zacht
Ligging / buurt
min 10m2 min 12 m2.
hard
│
Politie acht uit een oogpunt van handhaving en openbare orde de locatie bruikbaar.
│
Bijlage II
│
│
