PROJECTEN Extra Investeringsimpuls Zorg & Welzijn Jeugdzorg Sociaal‐culturele infrastructuur
Provincie Noord‐Holland Haarlem Februari 2005
Inhoudsopgave
1. Algemeen 1.1 Inleiding 1.2 Uitgangspunten en selectie van projecten 1.3 Programma’s en projecten 2. Programma Zorg en Welzijn 2.1 Inleiding 2.2 Visie en criteria. 2.3 De projecten Zorg en welzijn 3. Programma Jeugdzorg 3.1 Inleiding 3.2 Visie en criteria 3.4 De projecten Jeugdzorg 4. Programma Sociaal‐culturele infrastructuur 4.1 Inleiding 4.2 Visie en criteria 4.4 Programma 4.5 De projecten Sociaal‐culturele infrastructuur 5. Overzicht van de projecten
-2-
3
7
19
25
35
1
Algemeen
1.1 Inleiding Naar aanleiding van het beleidsdebat over de Kaderbrief 2005 (PS‐vergadering van 17 mei 2004) en het aannemen van het amendement 10‐1 ‘Extra Investeringsimpuls’ hebben wij u tijdens de begrotingsbehandeling op 12 en 15 november 2004 de nota ‘Uitgangspunten Extra investeringsimpuls Noord‐Holland’ voorgelegd. Deze nota, waarin o.a. € 95 miljoen beschik‐ baar wordt gesteld voor een Extra investeringsimpuls Zorg‐infrastructuur, is door uw Staten bekrachtigd. Van het ter beschikking gestelde bedrag van € 95 miljoen is € 66 miljoen be‐ stemd voor de Zorg‐infrastructuur en € 29 miljoen voor Sociaal‐Culturele zorg in brede zin. Het thans voorliggende document is een voorstel voor invulling van het vierde impulspro‐ gramma Zorg‐infrastructuur (inclusief Sociaal –Culturele Zorg in brede zin) uit deze nota en betreft een overzicht van projecten voor ‘Zorg en Welzijn’, ‘Jeugdzorg’ en ‘Sociaal‐culturele infrastructuur’. 1.2 Uitgangspunten en selectie van projecten De doelstelling van de te realiseren projecten in het kader van de Extra Investeringsimpuls is een oplossing bieden aan dringende knelpunten in het vraagstuk van wonen‐welzijn‐zorg, in de jeugdzorg en in de sociaal‐culturele infrastructuur. Het betreft daarbij toekomstgerichte oplossingen die een grote investering vereisen en de reguliere middeleninzet overtreffen. Onze visie op extra investeringen sluit aan bij de actuele provinciale beleidskaders voor zorg (“Zorg verbetert …), welzijn (“Welzijn werkt”), cultuur (“Cultuur verbindt”), het Stimule‐ ringsprogramma Wonen, Welzijn, Zorg 2003‐2007 en het beleidskader Jeugdzorg 2005 ‐ 2008. De uitgangspunten van genoemde beleidskaders bepalen onze keuze in welke situatie en voor welke problemen wij een bijdrage willen leveren. De projecten sluiten aan op speerpunten uit het collegeprogramma en bestaand provinciaal beleid. Door de inzet van extra investeringsmiddelen kunnen structurele en toekomstgerich‐ te oplossingen van maatschappelijk relevante vraagstukken versneld worden bereikt. De investeringen zijn mede bedoeld om investeringen van andere (markt‐)partijen uit te lokken of mogelijk te maken. De omvang van de investeringen van derden verschilt per sector en per project: in sommige gevallen levert de provinciale bijdrage een kleine stimulans, in ande‐ re is de provincie de enige financier.
-3-
Bij de keuze van de projecten hebben wij de volgende uitgangspunten gebruikt. 1. Uitgangspunten ‐ De provinciale bijdrage is gericht op duurzame oplossingen, en niet op het incidenteel ‘dichten van gaten’ in het uitvoerende werk; ‐ Wij willen de gemeenten stimuleren en ondersteunen om een geschikte aanpak en een duurzame oplossing te vinden voor de bestaande, complexe problematiek. De provin‐ cie gaat daarbij niet op de stoel van de gemeenten zitten; de gemeenten zijn verant‐ woordelijk en hebben de regie op het lokale niveau; - Wij dragen bij aan de oplossing van sociale vraagstukken die het lokale niveau over‐ stijgen door de aard van de thematiek of omdat ze onder verantwoordelijkheid vallen van regionaal georganiseerde voorzieningen; - Wij lossen knelpunten op bij interlokale of regionale samenwerking tussen gemeen‐ ten om vraagstukken op te pakken die ‘te groot’ zijn voor een gemeente of instelling of juist ‘te klein’ voor een lokaal beleid; - Wij investeren dáár waar onze bijdrage de bijdrage van anderen kan versterken en waar voldoende draagvlak is om oplossingen in te bedden in lokale en regionale structuren. De provincie zal nooit de enige investeerder zijn. - Wij zullen daarvoor geen nieuwe regels of verordeningen maken voor vraagstukken waar de bestaande uitvoeringsprogramma’s al in voorzien. 2. Selectie van vraagstukken Het gaat om vraagstukken (dringende knelpunten) die: - spelen op middellange termijn; - de burgers raken (maatschappelijke relevantie); - een beroep doen op de verantwoordelijkheid van de overheid/de provincie voor een op‐ lossing. Bij het opstellen van de lijst met projecten hebben wij de bovengenoemde uitgangspunten gehanteerd. Dit heeft geleid tot een groslijst van mogelijke investeringen die alle voldoen aan de basiseisen. Daarbij is ook rekening gehouden met een prioritering op basis van urgen‐ tie en/of uitvoeringsgereedheid. De politieke besluitvorming moet vervolgens leiden tot keuzes en prioriteiten. 3. Politieke afweging Bij het maken van een afweging spelen de volgende criteria een rol: ‐ collegeprogramma, prioriteiten; - spreiding over de provincie; - tijdsplanning: wanneer is realisatie mogelijk (start in collegeperiode); - voorkeur burgers (gepeilde voorkeur voor bepaalde projecten – bijvoorbeeld per regio); - reservering voor onvoorziene uitgave, ramp of crisis; - spreiding over bevolkingsgroepen (voor elk wat wils?); - spreiding over beleidsterreinen (jeugd, zorg/welzijn, cultuur).
-4-
1.3 Programma’s en projecten In dit investeringsplan zijn 3 kaderstellende en samenhangende programma’s met projecten opgenomen: 1. Programma Zorg en Welzijn • Investeren in Wonen, Welzijn en Zorg ten behoeve van een levensloopbestendige so‐ ciale infrastructuur voor de burgers van Noord‐Holland, d.w.z. ¾ 5 nieuwe voorbeeldprojecten WWZ in kleine gemeenten ¾ Andere gemeenten kunnen beschikken over de kennis uit de voorbeeldprojecten. • Verbeteren van de leefbaarheid door het tot stand brengen van duurzame voorzie‐ ningen in kern en wijk, d.w.z. ¾
¾
Investeringen in 30 tot 40 wijksteunpunten, 24 nieuwe woonvormen voor demente‐ rende ouderen, verbouwing en aanpassing van 20 accommodaties voor multifunc‐ tioneel gebruik, 5 Hartwinkels; Realiseren van opvangvoorzieningen voor dak‐ en thuislozen en zwerfjongeren in Noord‐Hollandse regio’s.
•
Stimuleren van de breedtesport en een kwaliteitsimpuls plegen in de sportvoorzie‐ ningen, d.w.z. ¾ ¾ ¾
Realiseren van 7 regionale sportservicepunten voor kadertraining, deskundig‐ heidsbevordering van vrijwilligers bij sportverenigingen; Gemeenten geven uitvoering aan een streekvisie op sport en recreatie; Regionale sportvoorzieningen zijn bruikbaar voor gehandicapten.
2. Programma Jeugdzorg • Uitvoering geven aan het aanvalsplan Wachtlijsten Jeugdzorg (motie 10‐3, PS 17‐5‐ 2004), d.w.z. ¾ ¾
Jeugdzorg direct beschikbaar voor iedere jongere die jeugdzorg nodig heeft. Uitbreiding met 48 plaatsen intensief ambulante hulpverlening, 59 pleegzorgplaat‐ sen, 6 plaatsen therapeutische gezinsverpleging, 5 plaatsen crisisopvang en een paviljoen met 8 plaatsen residentiële hulp in Heerhugowaard in 2005.
•
Realiseren van gebouwen voor jeugdzorg en verbeteren van samenhang en samen‐ werking zodat voor jeugdigen in Noord Holland een sluitende keten van jeugdzorg tot stand wordt gebracht, zwakke schakels in de zorgketen worden versterkt en aan‐ sluiting van jeugdzorg met jeugdbeleid, onderwijs en arbeidsmarkt tot stand komt; d.w.z.
-5-
¾ ¾ ¾
Investeren in het bouwen van scholen voor speciaal onderwijs in minstens 2 regio’s; Voor jongeren met ernstige gedragsproblemen komen 40 plaatsen met hulpaanbod beschikbaar; In 6 regio’s komt er een eenvoudig hulpaanbod voor jongeren bij onderwijs en op‐ voeding.
3. Programma Sociaal‐culturele infrastructuur • Verbeteren van de sociaal‐culturele infrastructuur in brede zin op het terrein van cul‐ tuur (musea, theaters, podia en bibliotheekvernieuwing) en cultuurhistorie (behoud en beheer Noord‐Hollands erfgoed), d.w.z. ¾ ¾
¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Investeren in gebouwen van 5 musea, 2 theaters en podia om de accommodaties te verbeteren en de bezoekersaantallen te vergroten. Het publiek en toeristen worden de komende 10 jaar actief tot een bezoek aan het Noord‐Hollands erfgoed verleid en men kan digitaal historische archieven raad‐ plegen. Eigenaren en beheerders van het erfgoed krijgen ondersteuning door deskundigen van het opgerichte Erfgoedhuis Noord‐Holland. De bibliotheken in Noord‐Holland worden vernieuwd, zodat meer mensen gebruik gaan maken van de bibliotheken. De Stelling van Amsterdam wordt gerestaureerd en toegankelijk gemaakt voor het publiek. Er wordt een internationaal publiekscentrum ‘Watericoon’ in het droogmakerijen‐ landschap van Noord‐Holland opgericht. Drie waardevolle archeologische vindplaatsen in Noord‐Holland (Oer‐IJ, Groet‐ polder‐De Gouw en Waterland) zijn voor het nageslacht behouden. Industrieel erfgoed wordt gerestaureerd en voor het publiek toegankelijk gemaakt.
Op basis van dit investeringsplan zullen gedurende de looptijd van de Investeringsimpuls projecten worden uitgewerkt, die vóór implementatie aan Provinciale Staten zullen worden voorgelegd. Daarbij moet er onderscheid worden gemaakt tussen plannen die op korte ter‐ mijn zijn te realiseren en projecten die voor de langere termijn zullen worden uitgevoerd. Gedurende de looptijd van de Investeringsimpuls zal op basis van maatschappelijke ontwik‐ kelingen, nieuwe inzichten en voortgangsevaluaties uiteraard de koers van de programma’s en projecten worden bijgesteld. Ook de start van een nieuwe collegeperiode in 2007 zal zeker van invloed zijn op de uitvoeringsplannen in het kader van de Extra Investeringsimpuls. Per project is aangegeven: naam, omschrijving, meerwaarde van de investering, gevolgen indien de provincie Noord‐Holland niet bijdraagt, geschatte uitvoeringsperiode, kosten en dekking, betrokken partijen evenals een indicatieve bijdrage vanuit de investeringsimpuls en de aard van de investering. Bij de indicatieve bijdrage vanuit de investeringsimpuls is uitgegaan van de verdeling zoals tijdens de begrotingsbehandeling op 12 en 15 november 2005 door uw Staten is vastgesteld. Voor het totale programma € 95 miljoen, waarvan circa € 66 miljoen voor Zorg‐infrastructuur en circa € 29 miljoen voor Sociaal‐culturele infrastructuur. Daarbinnen is rekening gehouden
-6-
met de reeds door Provinciale Staten beschikbaar gestelde middelen van € 10,4 miljoen voor het Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg en € 12,5 miljoen voor de uitvoering van de nota Zorg verbetert het leefklimaat in Noord‐Holland, alsmede met de motie 9‐32 van P.S. van 12 november 2004 met het besluit om € 1 miljoen te reserveren uit extra investeringsimpuls om in 2005 voor heel Noord‐Holland het projectplan Sportinfrastructuur te kunnen uitvoeren.
-7-
Zorg en Welzijn
2
Programma Zorg en Welzijn
2.1 Inleiding De gebrekkige aansluiting tussen Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) is een urgent maatschap‐ pelijk vraagstuk, daar zijn alle betrokken partijen het over eens. Steeds meer ouderen en mensen met een functiebeperking (permanent of tijdelijk) moeten of willen zelfstandig (blij‐ ven) wonen en zichzelf kunnen redden. De huidige woningvoorraad, de woonomgeving en de sociale infrastructuur sluiten echter onvoldoende aan op de groeiende en veranderende behoefte. En dat terwijl de vraag als gevolg van de vergrijzing en de vermaatschappelijking van de zorg de komende jaren snel zal toenemen. De kwantitatieve woningopgave in Noord‐Holland bedraagt ca. 35.000 nultreden‐ en zorg‐ woningen tot 2010. Deze opgave kan niet los worden gezien van een goed functionerende infrastructuur op het terrein van zorg en welzijn. Deze ontstaat niet vanzelf, daarvoor moe‐ ten veel partijen samenwerken. We willen daarom niet alleen extra investeren in de zorg, maar ook in de sociale infrastructuur in bredere zin. Door gericht te investeren in welzijn kunnen ouderen of gehandicapten niet alleen in een aangepaste woning zorg ontvangen, maar kunnen zij tevens deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Daarmee leveren we tevens een bijdrage in preventie, het voorkomen dat mensen zorgbehoevend worden. Deel‐ nemen aan de maatschappij geeft mensen de kans om sociale netwerken op te bouwen; sport en beweging bevordert het welbevinden en de gezondheid. Op 1 januari 2006 treedt de nieuwe Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in werking die de bestaande Wet Voorzieningen Gezondheidszorg (WVG), Welzijnswet en (een deel van) de AWBZ zal vervangen. Dat betekent een forse verzwaring van de regierol die gemeenten hebben in de aanpak van WWZ. De WMO heeft niet alleen voor gemeenten, maar ook direct voor de burgers zelf ingrijpende gevolgen. Zorgvragers moeten vaker een beroep doen op familie en vriendenkring, op man‐ telzorg en vrijwilligerswerk. Degenen op wie een beroep wordt gedaan zullen over de be‐ reidheid, de tijd en de vaardigheden moeten beschikken om waar nodig hulp te bieden. Ten‐ slotte constateren we dat zich op het platteland specifieke knelpunten voordoen, gerelateerd aan het afnemende voorzieningenniveau en de kleinere omvang van gemeenten. 2.2 Visie en criteria Het is denkbaar om te kiezen voor een grote investering in één regio, één doelgroep of één schakel van de keten Wonen‐Welzijn‐Zorg. Daarvoor kiezen wij echter niet. We hanteren een ketenbenadering en zijn van mening dat één sterke schakel niet per definitie leidt tot een sterke keten. Daarom kiezen we voor een samenhangend pakket van gespreide, gerichte in‐ vesteringen in afzonderlijke oplossingen die gezamenlijk kunnen leiden tot een sterke keten: van sport en ontspanning voor een ieder tot aan WWZ‐op‐maat voor specifieke doelgroepen. 2.3 De projecten Zorg en Welzijn Gezien de urgentie van het vraagstuk willen wij de middelen uit de Extra investeringsimpuls gebruiken om onze inzet voor Zorg en Welzijn de komende jaren te verbreden en intensive‐ ren.
-8-
Zorg en Welzijn Resultaten De investeringen leveren op: • In 2010 is in vijf kleine gemeenten een samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg gerealiseerd dat aansluit op de lokale behoefte. • In 2015 zijn 30 – 40 wijksteunpunten gebouwd en in 2010 zijn 24 nieuwe woonvor‐ men voor mensen met dementie gerealiseerd en is er een goed functionerend netwerk van mantelzorg, gemaks‐ en zorgdiensten. • In 2015 zijn er in minimaal 20 kleinen kernen accommodaties aangepast of verbetert voor functies als bibliotheek, ontmoeting, ontspanning, dienstverlening, eerste lijns‐ gezondheidszorg, e.d. • De burgers kunnen in 2009 in minstens 5 kleine kernen gebruik maken van de dien‐ sten en faciliteiten van Hartwinkels. • Aantoonbare verbetering van de opvang en zorg voor zwerfjongeren en Noord‐ Holland door samenwerking met centrumgemeenten. Oplossing van knelpunten in opvang daklozen op Schiphol en andere locaties. • De sportbeoefenaren en sportaanbieders krijgen in 7 regio’s ondersteuning bij vragen en knelpunten (kadertraining, deskundigheid). De sportdeelname wordt gestimu‐ leerd door eem provinciaal dekkend netwerk van sportservicepunten. • De samenwerkende gemeenten in Noord‐Hollandse regio’s hebben voor 2014 een streekvisie op sport en recreatie en geven daar uitvoering aan. • Voor 2014 zijn de regionale sportvoorzieningen bruikbaar voor gehandicapten. De projecten ZW1 Vijf voorbeeldprojecten WWZ in kleine gemeenten ZW2 Wijksteunpunten Breed ZW3 Mantelzorg ZW4 Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie ZW5 Wonen plus ZW6 a. Leefbaar Platteland 1: vitale voorzieningen b. Leefbaar Platteland 2: pilot‐project Hartwinkels ZW7 Opvang zwerfjongeren en daklozen ZW8 Stimuleren breedtesport ZW9 Kwaliteitsimpuls sportvoorzieningen
-9-
Zorg en Welzijn Naam project: vijf voorbeeldprojecten WWZ in kleine gemeenten Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt 2006 – 2010 Steeds meer ouderen en mensen met een functiebeperking moeten of willen zelfstandig (blijven) wonen. De huidige woningvoorraad en infrastructuur voor zorg en welzijn kan de toenemende en veranderende vraag niet opvangen. Als gevolg van de toenemende vergrijzing en extramuralisering wordt dit probleem steeds nijpender. • Doelstelling Met de vijf voorbeeldprojecten ondersteunt de provincie vooral de kleine gemeenten in Noord-Holland in hun regierol op het terrein van WWZ en de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning. • Activiteiten De provincie zet geld en menskracht in ter ondersteuning van het opstellen en uitvoeren van een vierjarig uitvoeringsprogramma Wonen (aantal toegankelijke woningen door nieuwbouw of verbouw, kleinschalige woonvormen) Welzijn (ontmoetingsruimte, sport en spel, vrijwilligerskader, welzijnsdiensten, toegankelijkheid voorzieningen) en Zorg (zorg op maat) in 5 kleine gemeenten. • Resultaat In 2006 zijn in de lokale uitvoeringsprogramma’s per voorbeeldproject concrete resultaten en de totale investeringsopgave benoemd. In 2010 is in vijf kleine gemeenten een samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg gerealiseerd dat aansluit op de lokale behoefte. Alle kleine gemeenten in Noord-Holland hebben via het kenniscentrum WWZ kennis kunnen nemen van de leereffecten van de voorbeeldprojecten.
ZW1
Meerwaarde van de investering Investeren in realisering van levensloopbestendige of zorgvriendelijke wijken en buurten levert zichtbare resultaten op voor de kwaliteit van leven van Noord-Hollandse burgers (al dan niet met een zorgvraag) van nu en in de toekomst. Wij verwachten met deze 5 extra voorbeeldprojecten een solide en duurzame basis te kunnen leggen voor de uitvoering van lokaal WWZ-beleid en de WMO in kleine gemeenten. Daarmee leveren we ook een bijdrage aan het oplossen van de specifieke problematiek van de leefbaarheid in het landelijke gebied. Juist bij de kleine gemeenten in Noord-Holland bestaat er tevens de behoefte aan ondersteuning bij de invulling van de gemeentelijke regierol bij WWZ en WMO.
Kosten en dekking: Totale kosten: De provinciale investering is een klein gedeelte van de totale kosten van de 5 voorbeeldprojecten. Cofinanciering: Gemeenten, woningbouwcorporaties, zorg-en welzijnsinstellingen. Geld of menskracht: Verschilt per project
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Kwetsbare burgers kunnen tussen wal en schip raken wanneer de gemeentes niet goed op hun taak zijn voorbereid.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 5 miljoen
Betrokken partijen: Gemeenten, woningbouwcorporaties en zorg- en welzijnaanbieders zijn de voornaamste investeerders. Maatschappelijke organisaties en zelforganisaties brengen hun eigen menskracht in.
Aard investering: Roerend/onroerend/activiteiten
Stand van zaken Uit de respons op het Stimuleringsprogramma in 2004 blijkt dat gemeenten behoefte hebben aan ondersteuning bij hun regierol in WWZ, zeker in relatie tot de voorbereiding op hun nieuwe taken in het kader van de WMO. Een groot deel van de gemeenten heeft WWZ opgenomen als speerpunt in hun ISV programma’s en notities en er zijn 25 aanvragen ingediend voor de voorbeeldprojecten. Daarvan zijn in 2004 5 projecten in (middel)grote gemeentes gehonoreerd die in 2005 van start gaan. Wat we nog missen is inzicht in en oplossingsrichtingen voor de specifieke kleine kernenproblematiek in het landelijke gebied.
- 10 -
Zorg en Welzijn Naam project: Wijksteunpunten breed (Nota Zorg verbetert…) Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Mensen met beperkingen die zelfstandig wonen hebben een samen- A: 2005 – 2008 B: 2008 – 2015 hangend netwerk van zorg en voorzieningen dicht in de buurt nodig om niet te verkommeren. • Doel van het project Realiseren van Wijksteunpunten breed als spil in de wijk of buurt, waar vanuit of waarin een breed en samenhangend aanbod van zorg en welzijnsdiensten voor zowel bewoners met als zonder beperkingen gerealiseerd wordt, toegesneden op de behoeften van die bewoners. • Activiteiten Met subsidie, kennisverspreiding en advies gemeenten in NoordHolland stimuleren om wijksteunpunten breed te realiseren, die passen in een samenhangend voorzieningenniveau, waarbij aangesloten wordt op de lokale behoeften. • Resultaat Realisering van 22 wijksteunpunten en bij een positieve evaluatie in 2006 nogmaals 18.
ZW2
Meerwaarde van de investering: - Maakt uiteenlopende partijen bekend met elkaar; - Verbetert samenwerking; - Brengt mensen uit een buurt, met en zonder beperkingen samen.
Kosten en dekking: Globale kosten: Een wijksteunpunt plus kost gemiddeld € 1.340.218,-. 22 wijksteunpunten kosten € 29,5 miljoen. Cofinanciering: Met een prov. Bijdrage van € 11 miljoen moet € 18,5 miljoen uit cofinanciering en huuropbrengsten gedekt worden. Daarnaast investeren partners en vrijwilligers in menskracht bij planontwikkeling en exploitatie.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Er worden enkele sectorale wijksteunpunten voor ouderen gerealiseerd en géén integrale wijksteunpunten; tekorten in het voorzieningenniveau.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: A: 2005 - 2008: € 11 miljoen B: 2008 - 2015: € 9 miljoen Voor 2008 - 2015 kan na een positieve evaluatie nogmaals € 9 miljoen worden geïnvesteerd.
Betrokken partijen Gemeenten, woningbouwcorporaties, aanbieders van zorg en welzijn uit diverse sectoren, culturele en educatieve organisaties, commerciële aanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoor, bewonersorganisaties, vertegenwoordigers van zorgconsumenten.
Aard investering: Onroerend goed /activiteiten
Stand van zaken Bij de vaststelling door Provinciale Staten op 25 oktober 2004 van de nota “Zorg verbetert…” is een bedrag van € 11 miljoen voor Wijksteunpunten Breed reeds bestemd binnen de Extra Investeringsimpuls De deelverordening voor de periode 2005 t/m 2007 zal op 4 april 2005 door PS worden vastgesteld.In 2006 zal er een evaluatie plaatsvinden over functioneren van wijksteunpunten en verdere behoefte, waarna nogmaals € 11 miljoen kan worden ingezet. Dit zal afzonderlijk aan PS ter besluitvorming worden voorgelegd.
- 11 -
Zorg en Welzijn Naam project: Mantelzorg (Nota Zorg verbetert…..) Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Mantelzorg is het fundament van de zorg (mantelzorgers verlenen 80% van de zorg thuis).Een deel van de mantelzorgers wordt nog niet bereikt, is onzichtbaar. Door onvoldoende ondersteuning raken mantelzorgers overbelast, cliënten kunnen niet langer thuis blijven: het fundament stort in.
ZW3 Uitvoeringsperiode: A: 2005 – 2008 B: 2008 – 2011
•
Doel Verbeteren van de mantelzorgondersteuning en de positie van de mantelzorgers. • Activiteiten Investeren in implementatie van innovatieve projecten en ‘good practices’ op terrein van mantelzorg als extra impuls voor de mantelzorg op terrein van belangenbehartiging, bereik specifieke doelgroepen (jongeren, allochtonen, GGZ), lokale mantelzorgondersteuning, bereik huisartsen en respijtzorg). • Resultaat Goed functionerende mantelzorgondersteuning
Meerwaarde van de investering Door alle partijen wordt mantelzorgondersteuning dan ook als een belangrijk onderdeel van het stimuleringsprogramma Wonen, Welzijn en Zorg benoemd. De steunpunten mantelzorg geven deze ondersteuning, maar kunnen niet alle aspecten van de ondersteuning binnen het bestaande pakket ontwikkelen en invoeren. De subsidies van de provincie Noord-Holland geven de steunpunten de gelegenheid deze specifieke ondersteuning te ontwikkelen en vervolgens in het eigen takenpakket onder te brengen. Ook de gemeenten zien o.a. in het kader van WWZ het belang van mantelzorgondersteuning op lokaal niveau. Een extra impuls om de lokale ondersteuning te organiseren is nodig.
Kosten en dekking: Totale kosten: € 1,65 miljoen Cofinanciering: Provincie financiert 90% van de kosten van de projecten. De aanvragers financieren 10% uit eigen middelen.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Afgelopen jaren is veel door de provincie geïnvesteerd in mantelzorgondersteuning. De ontwikkelingen zijn echter nog in een pril stadium en hebben een extra stimulans nodig om in de rest van NoordHolland te worden ingevoerd. Wanneer de provincie niet bijdraagt zal een groot deel van deze investeringen verdwijnen.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: A: 2005 – 2008 € 1,5 miljoen B: 2008 – 2011 € 1,5 miljoen Voor 2008 - 2011 kan na een positieve evaluatie nogmaals € 1,5 miljoen worden geïnvesteerd.
Betrokken partijen: Noord-Hollandse gemeenten, steunpunten mantelzorg, platforms belangenbehartiging mantelzorg, LOT/Xzorg (landelijke vereniging), steunfunctie-instellingen en zorg-/welzijnsaanbieders.
Aard investering: Activiteiten
Stand van zaken Bij de vaststelling door Provinciale Staten op 25 oktober 2004 van de nota “Zorg verbetert het leefklimaat in Noord-Holland” is een bedrag van € 11 miljoen voor wijksteunpunten, € 1,5 miljoen voor mantelzorg reeds bestemd binnen de Extra Investeringsimpuls Zorg om een snelle start van de uitvoering van de nota ”Zorg verbetert ..” mogelijk te maken. Besluitvorming over de deelverordening ‘Mantelzorg Noord-Holland 2005 tot en met 2007’ vindt plaats op 4 april 2005 in PS.
- 12 -
Zorg en Welzijn
Naam project: Kleinschalig wonen voor mensen met dementie (Nota zorg verbetert….) Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Op dit moment zijn er bij lange na niet voldoende kleinschalige voorzie- 2006 – 2010 ningen om aan de huidige en de toekomstige vraag te voldoen. • Doelstelling Het doel van de investeringsimpuls is, dat er in 2009 tenminste 24 nieuwe kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie zijn gerealiseerd, dan wel dat hiervoor uitvoeringsplannen gereed zijn. • Activiteiten Wij dragen hierin bij door middel van voorlichting, kennisoverdracht, netwerkvorming, en door een financiele bijdrage per gerealiseerde bewonersplaats van € 10.000.-, met een maximum van € 200.000.- per project. In 2006 doen we een voorstel voor de verbreding van deze woonvorm naar andere doelgroepen. • Resultaten 24 Nieuwe woonvormen voor mensen met dementie. Dit kan zijn in de vorm van “ stand-alone” woningen, of aanleunende woningen tegen een grotere instelling. Een andere mogelijkheid is het ombouwen van een (deel van) een bestaande organisatie. Meerwaarde van de investering • Meer keuzemogelijkheden en meer kwaliteit in de opvang voor mensen met dementie. • Genereren van meer kleinschalige woonvormen, resulterend in de genoemde uitbreiding van tenminste 24 voorzieningen. • Meer kennis van en aandacht voor kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie. • Meer kennis van en aandacht voor kleinschalige woonvormen voor andere doelgroepen.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt • Minder keuzemogelijkheden voor mensen met dementie, cq minder alternatieven voor opname in veelal grootschaliger verpleeghuizen. • In het algemeen minder aandacht voor kleinschalige woonvormen voor mensen met een bepaalde zorgvraag. • Dit project eindigt per 31 december 2005 met slechts 2 voorzieningen en kennisoverdracht. Betrokken partijen: Zorgaanbieders, zorgverzekeraars/zorgkantoren, gemeenten, woningbouwcorporaties.
ZW4
Kosten en dekking: Totale kosten: Dit is afhankelijk van de omvang en de vorm van het project. Cofinanciering:. Onze bijdrage moet worden gezien als “smeerolie’. Gaat om een extra impuls voor bv. Ontwikkelkosten, extra ICT/ domotica, specifieke zorginfrastructuur. Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 4.320.000,-
Aard investering: Activiteiten/onroerend goed
Stand van zaken In 2004 heeft de provincie een kennistraject georganiseerd. In het kader van de nota: “ Zorg verbetert het leefklimaat in Noord-Holland” heeft PS reeds € 680.000.- uit de UNA-gelden beschikbaar gesteld voor 2005, met de bedoeling om snel te kunnen starten. De deelverordening Kleinschalig wonen voor mensen met dementie 2005 tot en met 2009, wordt naar verwachting op 4 april in PS vastgesteld.
- 13 -
Zorg en Welzijn Naam project: WonenPlus Omschrijving project: Uitvoeringsperiode: Steeds meer mensen met een functiebeperking en ouderen willen zelfstandig wonen. De provincie Noord-Holland biedt met het programma A: 2006 – 2008 Wonen Plus als onderdeel van het Stimuleringsprogramma WWZ (20032007) diverse organisaties onder regie van de gemeente en ondersteund door de stichting “Wonen Plus Noord-Holland” de mogelijkheden tot afname van gemaksdiensten , die opname in zorginstellingen uitstelt. • Maatschappelijk knelpunt - nog geen zelfstandig netwerk in gemeentenaan WonenPlusdienstverlening - structurele financiering van WonenPlus ontbreekt (rol gemeenten) - nog niet overal geïntegreerd in lokaal WWZ-beleid - nog geen eenduidigheid basispakket (kwaliteitskeur ontbreekt) • Doelstelling WonenPlus-dienstverlening realiseren, zodat mensen met een functiebeperking in staat worden gesteld zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. De gemeenten de verantwoordelijkheid voor de dienstverlening te laten overnemen. • Activiteiten - ondersteuning van de Stichting WonenPlus Noord-Holland - ondersteuning gemeentelijke aanpak WWZ met WonenPlus - de provinciale steun zal in 2007 worden afgerond. • Resultaat WonenPlus heeft zich ontwikkeld tot zelfstandig functionerende basisvoorziening op lokaal niveau en onder gemeentelijke regie, die diensten levert aan mensen die niet in staat zijn zelf ondersteuning te regelen.
ZW5
Meerwaarde van de investering: • De provincie zorgt zichtbaar via gemeenten voor volwaardige basisvoorzieningen op het terrein van Wonen, Welzijn en Zorg dicht bij de burger; • De stimulans van de provincie genereert bijdragen van zeer diverse andere partijen zowel qua inzet als financiering; • Deze investering stimuleert partijen om samen te werken, die anders elkaar niet zo snel zouden vinden.
Kosten en dekking: Totale kosten: € 2 miljoen Cofinanciering: Gemeenten betalen 75% van de uit te keren subsidies aan Wonen plus projecten
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Wonen Plus voorzieningen zullen teruglopen en in een aantal gemeenten niet van de grond komen.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 750.000
Betrokken partijen: Noord-Hollandse gemeenten (exclusief Amsterdam), woningbouwverenigingen, vrijwilligersorganisaties, welzijnsorganisaties, zorgvragers/ consumentenvertegenwoordigers, commerciële aanbieders van producten en diensten.
Aard investering: - Ondersteuning gemeenten bij het opzetten van nieuwe WonenPlus-projecten; - Ondersteuning St. WPNH.
Stand van zaken Eind 2005 vervalt de huidige regeling WonenPlus 2003. In het kader van deze regeling kunnen gemeenten aanspraak maken op provinciale subsidie om hen te ondersteunen bij het ontwikkelen van nieuwe WonenPlus-projecten. Tevens kunnen gemeenten subsidie vragen voor het opzetten van “Thuis in de wijk”projecten, die de planning of aanpassing van een wijk beogen, die mede toegerust is voor zelfstandig wonende mensen met beperkingen. Bij een presentatie in september 2004 van “Wonen Plus” voor de Commissie SI, heeft de Commissie aangegeven Wonen Plus te willen voortzetten.
- 14 -
Zorg en Welzijn
Naam project: Leefbaar platteland 1: vitale voorzieningen Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Door o.m. schaalvergroting, marktwerking en toegenomen mobiliteit staat het voorzieningenniveau onder druk. Met name in de kleine kernen op het platteland heeft dit negatieve gevolgen voor de leefbaarheid. Een extra probleem doet zich voor bij voorzieningen in de eerstelijns gezondheidszorg (bijv. ruimte voor huisartsen). Oplossingen kunnen gevonden worden door innovatieve combinatie van diverse publieke en private functies en door regionale samenwerking. Het scheppen van multifunctionele accommodaties en het aanpassen van bestaande accommodaties om er nieuwe functies in onder te brengen is een opgave die het bereik van afzonderlijke gemeenten soms te boven gaat. Een knelpunt doet zich ook voor bij het groot onderhoud van accommodaties, bijvoorbeeld dorpshuizen. Het oplossen van knelpunten op het platteland is kansrijker geworden door de hernieuwde aandacht voor een vitaal en leefbaar platteland (vgl ILG) en een vergrote aantrekkingskracht van het platteland als woon- en leefmilieu. • Doelstelling Het oplossen van knelpunten bij het tot stand brengen en onderhouden van dorpshuizen en multifunctionele accommodaties op het platteland • Resultaten Minimaal twintig kleine kernen hebben accommodaties aangepast voor functies van bibliotheek, eerstelijns gezondheidszorg, e.d. Dorpshuizen en multifunctionele accommodaties met een ontmoetingsfunctie kunnen groot onderhoud plegen of tot vernieuwbouw te komen. • Activiteiten - Regeling maken om gemeenten en voorzieningen te ondersteunen, gericht op bundeling van beleid voor leefbaarheid platteland. - evt. ondersteuning bij ESF-aanvragen op dit onderwerp Meerwaarde van de investering: Burgers die voor de voorzieningen zijn aangewezen op de directe woonomgeving (ouderen, jonge kinderen, minder mobielen) hebben daartoe de mogelijkheid, hetgeen bespaart op dure oplossingen. De duurzaamheid van bestaande voorzieningen wordt verbeterd door goed onderhoud en tijdige vernieuwing. Vrijwilligers worden gemotiveerd om een bijdrage te blijven leveren.
ZW6a Uitvoeringsperiode: 2006-2014
Kosten en dekking: Totale kosten De provinciale investering is een fractie van de totale kosten Cofinanciering: Gemeenten, woningbouwcorporaties, zorg- en welzijnsinstellingen, ondernemers, bibliotheken.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Indicatieve bijdrage provincie Gemiste kansen voor impuls leefbaarheid platteland uit investeringsimpuls: Groter beroep op zorg en wonen door onvoldoende preventie en voor€ 2,5 miljoen onderhoud, aanzieningen passing, vernieuwbouw acGroepen vallen buiten de boot en vergroten de onveiligheidsgevoelens commodaties (zie stand van van burgers; ligt maatschappelijk gevoelig zaken) Aard investering: roeBetrokken partijen: gemeenten, maatschappelijke organisaties, woningbouwcorporaties, rend/onroerend/activiteiten ondernemers, bibliotheken, zorginstellingen, etc. Stand van zaken Dit project bevindt zich nog in de ontwikkelfase. Uitgewerkt moet worden welke vorm het meest geschikt is, gebruikmakend van ervaringen van andere provincies. Ons streven is om tot een regeling te komen die openstaat voor aanvragen vanuit diverse invalshoeken, zodat versnippering of verkokering van beleid wordt voorkomen. Overwogen kan worden om stimuleringbeleid rondom bibliotheekvernieuwing en wijksteunpunten in een dergelijke regeling op te nemen.Het gereserveerde bedrag is een (vrij laag) startbedrag en kan t.z.t. mogelijk worden verhoogd met middelen geraamd voor wijksteunpunten en bibliotheekvernieuwing.
- 15 -
Zorg en Welzijn
Naam project: Leefbaar Platteland 2: Pilot Hartwinkels Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Door o.m. schaalvergroting, marktwerking en toegenomen mobiliteit staat het voorzieningenniveau onder druk. Met name in de kleine kernen op het platteland heeft dit negatieve gevolgen voor de leefbaarheid. In het Uitvoeringsprogramma van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord is de pilot Hartwinkels opgenomen om na te gaan of door regionale samenwerking en door combinatie van publieke en private dienstverlening een duurzame oplossing gevonden kan worden voor het voorzieningenvraagstuk. In november is een intentie-overeenkomst getekend door de provincie, 12 geïnteresseerde gemeenten en de heer Koedijker van Hart Retail. Voor de ontwikkeling en daadwerkelijke uitvoering van de pilot en implementatie van de opgedane ervaringen komt de extra investeringsimpuls in zicht. Ook kunnen zich knelpunten voordoen bij de follow-up, bijvoorbeeld op Texel dat om logistieke redenen niet kan aanhaken bij gemeenten op het vasteland. • Doelstelling Het ontwikkelen en uitvoeren van een innovatief plan om in NoordHolland Noord een keten van hartwinkels te realiseren met als doel een impuls te geven aan de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland. • Resultaten Selectie van minimaal vijf kleine kernen in minimaal drie gemeenten die aan de pilot deelnemen. Afspraken tussen de deelnemende partijen over verdeling van verantwoordelijkheid en financiering. De eerste winkel wordt geopend in 2005. Gemeenten zijn ondersteund bij implementatie van oplossingen voortvloeiend uit de pilot. • Activiteiten - opzetten van uitvoeringsorganisatie voor de pilot als onderdeel van de stimuleringsimpuls Leefbaar Platteland - financiële bijdrage aan frictiekosten en voor overbrugging van risicovolle fasen - overdracht en implementatie van kennis uit de pilot Meerwaarde van de investering: Op lokaal en regionaal niveau kunnen kansen gegrepen worden in samenhang met de gewenste renaissance van het platteland. Project maakt deel uit van Programma Leefbaar Platteland.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Gemiste kansen voor impuls leefbaarheid platteland en voor het opdoen van kennis over duurzame oplossing Betrokken partijen: Gemeenten in NHN; Gewest Kop van NH; de heer Koedijker (Hart Retail) en andere ondernemers, RABObank, Postbank, Probiblio, woningbouwcorporaties
ZW6b Uitvoeringsperiode: 2005-2009
Kosten en dekking: Totale kosten: nog onbekend Cofinanciering: Gemeenten, woningbouwcorporaties, zorg-en welzijnsinstellingen, banken, ondernemers, bibliotheken, toeristische organisaties. Geld of menskracht: 0,5 fte jaarlijks voor 4 jaar Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimuls: € 1,5 miljoen implementatie en follow up hartwinkelproject; Aard investering: roerend/onroerend/activiteiten
Stand van zaken Begin maart 2005 wordt de onderzoeksfase van de pilot afgerond: de deelnemende gemeenten worden geselecteerd en er wordt een uitvoeringsorganisatie opgezet. Niet zeker is of de pilot met de huidige partner kan worden uitgevoerd. In dat geval zoeken we een aangepaste vorm.
- 16 -
Zorg en Welzijn
Naam project: Opvang zwerfjongeren en daklozen Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Voor zwerfjongeren en (nieuwe groepen) daklozen doen zich knelpunten voor in de opvang. Dit heeft te maken met de aard van de problematiek (moeilijk op te vangen groepen) en met het feit dat de problematiek van deze groepen zich niet aan gemeentegrenzen houdt en een bovenlokale aanpak vraagt. Uit het recente rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat het bij zwerfjongeren om een ernstig probleem gaat. De centrumgemeenten hebben een specifieke verantwoordelijkheid voor de opvang van deze groepen in hun regio. T.a.v. daklozen doen zich specifieke problemen voor op bepaalde locaties (bijv. Schiphol) en is het van belang om attent te zijn op nieuwe bevolkingsgroepen (mensen met schulden) waar dakloosheid een risico is dat met gerichte opvang wellicht te voorkomen is. • Doelstelling Het oplossen van knelpunten bij het tot stand brengen en onderhouden van dorpshuizen en multifunctionele accommodaties en bij het realiseren van opvang van specifieke doelgroepen op bovenlokale schaal. • Resultaten Ondersteunen van centrumgemeenten om problematiek van zwerfjongeren in hun regio aan te pakken. Inzicht in nieuwe risicogroepen en risicolocaties Knelpunten in de opvang van daklozen (bijv. Schiphol) zijn opgelost. • Activiteiten - Bijdrage aan infrastructuur opvang daklozen in NH - De centrumgemeenten in Noord-Holland kunnen gemiddeld €100.000 ontvangen voor de opvang van zwerfjongeren in de regio. - Overdracht van kennis o.g.v. pilots Meerwaarde van de investering: Provincie kan door een relatief geringe bijdrage een oplossing helpen bieden voor een hardnekkig probleem
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Groepen vallen buiten de boot en vergroten de onveiligheidsgevoelens van burgers; ligt maatschappelijk gevoelig Betrokken partijen: Gemeenten, maatschappelijke organisaties
ZW7 Uitvoeringsperiode: 2006-2016
Kosten en dekking: Totale kosten De provinciale investering is een fractie van de totale kosten Cofinanciering: centrumgemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen, schiphol. Geld of menskracht Verschilt per project Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 250.000 daklozen € 750.000 zwerfjongeren Aard investering: roerend/onroerend/activiteiten
Stand van zaken Dit project bevindt zich deels nog in de brainstormfase. Onze bijdrage aan de opvang van zwerfjongeren kan aansluiten bij de ervaringen met een experiment in Haarlem. Er bestaan contacten met de opvang van daklozen bij Schiphol. Er is onderzoek gedaan naar nieuwe risicogroepen voor dakloosheid. Op basis daarvan kunnen concrete plannen worden uitgewerkt.
- 17 -
Zorg en Welzijn
Naam project: Stimuleren breedtesport Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: 2004 - 2011 • Maatschappelijk knelpunt Deelname aan (breedte)sport is van belang voor de individuele ontwikkeling van de bewoners van onze provincie (bewegen is gezond!) en voor de sociale samenhang. De trend is echter dat het georganiseerd sporten afneemt. Sport-vrijwilligersbeleid en sportverenigingsondersteuning zijn nog onvoldoende structureel onderdeel van het sportbeleid. Een actief stimuleringsbeleid voor de breedtesport in de gehele provincie is gewenst. De provincie heeft in 2004 1,5 miljoen beschikbaar gesteld aan Sportservice Noord-Holland om een deel van het projectplan “Sportinfrastructuur Noord-Holland te realiseren, d.w.z. in vier van de zeven regio’s aan de slag te gaan. In de statenvergadering van 12 november 2004 is motie 9-32 aangenomen en daarmee het besluit om in 2005 € 1 miljoen beschikbaar te stellen voor de realisering van de resterende drie sportservicepunten conform het projectplan “Sportinfrastructuur Noord-Holland” en deze bijdrage te reserveren binnen de Extra Investeringsimpuls NoordHolland. • Doelstelling - Het stimuleren van de breedtesport en de sportdeelname door vele groepen in de Noord-Hollandse samenleving. • Resultaat - Opbouw van een kwalitatief hoogwaardig netwerk van deskundige ondersteuning voor vele sportverenigingen in NoordHolland, deskundigheidsbevordering en kadertraining. (zeven regionale sportservicepunten, c.q. ‘huizen van de sport’ + kwaliteitszorg) gerealiseerd per 01-01-2011 • Activiteit - 1 miljoen € beschikbaar stellen aan Sportservice Noord-Holland. Meerwaarde van de investering: Met de bijdrage van de provincie wordt de breedtesport in de provincie gestimuleerd en wordt de sport toegankelijk voor alle diverse bevolkingsgroepen. Met een relatief geringe investering genereert de provincie ook financiële middelen van anderen en wordt de inzet van vrijwilligers bevorderd en gewaardeerd.
ZW8
Kosten en dekking: - reeds 1,5 miljoen geïnvesteerd uit UNA-middelen - gemeenten, sportorganisaties en fondsen als medefinanciers
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Indicatieve bijdrage provincie Gemis aan duurzame bovenlokale samenhang en aan impuls voor ande- uit investeringsimpuls: re actoren. € 1 miljoen Betrokken partijen: Stichting Sportservice; gemeenten; bedrijven en fondsen; sportverenigingen.
Aard investering: roerend/onroerend/activiteiten
Stand van zaken Project is reeds in uitvoering in vier van de zeven regio’s in Noord-Holland. Door het beschikbaar stellen van € 1miljoen kan het project provinciebreed worden aangepakt en kan uitvoering gegeven worden aan de kwaliteitszorg. GS-besluit is in voorbereiding om bij het voorjaarsbericht 2005 € 1 miljoen aan Sportservice ter beschikking te stellen ten laste van de extra investeringsimpuls.
- 18 -
Zorg en Welzijn Naam project: kwaliteitsimpuls sportvoorzieningen Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Een stevige verankering van breedtesport is het fundament voor een goede sportinfrastructuur in onze provincie. Zo’n sportinfrastructuur legt de basis voor sportdeelname door diverse bevolkingsgroepen in onze provincie. Daarmee zijn echter nog niet alle knelpunten opgelost. In onze provincie functioneren reeds goede regionale netwerken voor gehandicaptensport, maar de bestaande sportvoorzieningen zijn niet allemaal toegankelijk of bruikbaar voor mensen met een handicap. Met enige regelmaat wordt aan de provincie hiervoor een bijdrage gevraagd als aanvulling op andere financieringsbronnen. Verder constateren we dat de optelsom van lokale sportvoorzieningen op regionaal niveau het beeld op kan leveren van een weinig gevarieerd aanbod dat niet aan de huidige vraag voldoet. In diverse regio’s wordt door gemeenten gezamenlijk gewerkt aan een streekvisie sport en recreatie. Bij het implementeren van zo’n streekvisie kunnen fricties optreden bij het aanpassen van lokale voorzieningen aan het regionale wensbeeld, dat door gemeenten niet volledig gedragen kunnen worden. • Doelstelling - Het voor gehandicapten toegankelijk en bruikbaar maken van sportvoorzieningen met een bovenlokale functie - Het stimuleren van de uitvoering van regionale streekvisies sport en recreatie. • Resultaat - Tussen 2006 en 2014 krijgen sportvoorzieningen een impuls om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van hun voorziening voor gehandicapten te vergroten. - Tussen 2006 en 2014 worden streekvisies sport en recreatie geimplementeerd in Noord-Hollandse regio’s door de in die regio samenwerkende gemeenten. • Activiteit - Deelverordening of andere regeling maken om bijdrage te leveren van max. €15.000 per voorziening en daarvoor 8 jaar lang jaarlijks € 50.000 beschikbaar te stellen (uitvoering evt, door Sportservice) - Peilen of gemeenten daadwerkelijk bereid zijn om regionale sportvisies uit te voeren en te implementeren. Vervolgens besluiten of de provincie moet bijdragen en welke bijdrage dat is. Hiervoor 1,5 miljoen € te reserveren. Meerwaarde van de investering: Met de bijdrage van de provincie wordt de toegankelijkheid en bruikbaarheid bevorderd van sportvoorzieningen voor alle diverse bevolkingsgroepen. Met een relatief geringe investering genereert de provincie ook financiële middelen van anderen en wordt de inzet van vrijwilligers bevorderd en gewaardeerd. Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Ontbreken van impuls aan anderen
ZW9 Uitvoeringsperiode: 2006-2014
Kosten en dekking: gemeenten, sportorganisaties en fondsen als medefinanciers
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimuls: € 0,5 miljoen en €1,5 miljoen Aard investering: roerend/onroerend/activiteiten
Betrokken partijen: Stichting Sportservice; gemeenten; bedrijven en fondsen; sportverenigingen Stand van zaken Bovenstaande doelstellingen en resultaten zijn nog in de ontwikkelfase. Het is wenselijk bij de uitwerking de ervaringen te betrekken van het projectplan breedtesport. Ook is het denkbaar burgers in de regio te betrekken bij de invulling van regionale investeringen in sportvoorzieningen. We verwachten een uitvoeringsgereed voorstel te kunnen doen voor doelstelling 1 per 01-01-2006 en voor doelstelling 2 per 01-012007. I.v.m. aanpassing sportvoorzieningen kan voor de uitvoering gedacht worden aan Sportservice.
- 19 -
Jeugdzorg
3.
Programma Jeugdzorg
3.1 Inleiding Er worden flinke investeringen voor jeugdzorg uitgewerkt in het programma Jeugdzorg. Daarmee wordt voldaan aan twee motie van Provinciale Staten (motie 10‐1 en motie 10‐2) waarin GS gevraagd worden in samenspraak met de minister van Justitie en andere provin‐ cies te komen tot afspraken over hulpverlening aan civiel rechtelijk geplaatste jongeren in Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI’s). Tevens is in het programma uitwerking gegeven aan mo‐ tie 10‐3, Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg. Vooruitlopend op de voorstellen voor de Extra Investeringsimpuls hebben PS op 13 decem‐ ber 2004 al het Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg 2005 t/m 2008 vastgesteld met een uitvoe‐ ringsprogramma voor 2005. In 2006, 2007 en 2008 wordt telkens een jaarprogramma nader ingevuld en vastgesteld. 3. 2 Visie en criteria Visie Jongeren hebben recht op goede ontwikkelings‐ en ontplooiingsmogelijkheden. Jongeren hebben recht op bescherming als dat noodzakelijk is. Jongeren en hun ouders hebben ook (een wettelijk vastgelegd) recht op hulp bij opvoedings‐ en ontwikkelingsproblemen. Het aanpakken van problemen op jeugdige leeftijd is voor betrokkenen en voor de samenleving als geheel essentieel. Hulp aan jongeren moet zo vroeg mogelijk worden gegeven. Daarom is preventie belangrijk. Hier maakt de provincie afspraken met de gemeenten over. De provin‐ cie wil een keten in de jeugdzorg tot stand brengen waarvan de delen goed op elkaar aan‐ sluiten. Gemeenten moeten zorgen voor advies en ondersteuning bij eenvoudige opvoedings‐ en ontwikkelingsproblemen. Preventie voorkomt dat problemen erger worden en dat jongeren terecht komen in de dure (provinciaal gefinancierde) zorg op indicatie. Om jongeren goed te helpen dan zal de hulpverlening goed moeten samenwerken met het onderwijs. Bijna alle jongeren zijn immers op school te vinden. Daar krijgt men zicht op de problemen van jongeren. Scholen moeten leerlingen met problemen goed en tijdig naar de jeugdzorg kunnen verwijzen. En als er speciale zorg voor jongeren met ernstige gedragsproblemen wordt aangeboden, zal ervoor moeten worden gezorgd dat deze jongeren dichtbij een school voor speciaal onder‐ wijs kunnen bezoeken. De geboden zorg moet ook zo dichtbij mogelijk beschikbaar zijn. Dit betekent dat er een goede spreiding over de hele provincie moet zijn. Hulp moet zo vroeg mogelijk worden verleend. Wachtlijsten en lange wachttijden in de jeugdzorg moeten daarom worden aangepakt. Tenslotte betekent goede jeugdzorg ook dat jongeren hulp krijgen waar ze wat aan hebben. Het aanbod moet aansluiten bij de vraag. Het is niet acceptabel dat jongeren zonder veroor‐ deling maar met zware gedragsproblemen in justitiële jeugdinrichtingen moeten verblijven om dat er elders geen hulp beschikbaar is. Dan moeten er voor zo’n groep nieuwe voorzie‐ ningen worden geschapen.
- 20 -
Jeugdzorg Criteria Projecten/investeringen zijn gekozen omdat: a. er sprake is van knelpunten die een goede zorg voor jongeren met opvoedings‐ en ont‐ wikkelingsproblemen belemmeren (zorgaanbod ontbreekt of is niet passend, te lange wacht‐ tijd, ontbreken scholen voor speciaal onderwijs in delen van de provincie, civiel rechtelijke plaatsing gedragsgestoorde jongeren in Justitiële Jeugdinrichtingen is maatschappelijk niet acceptabel meer); b. de provincie een grote verantwoordelijkheid heeft in de jeugdzorg (moet wettelijk recht op jeugdzorg honoreren, plant en financiert) en omdat er politiek belang aan wordt gehecht deze verantwoordelijkheid goed uit te voeren c. investeringen aansluiten bij bestaande taken van de provincie (Wet jeugdzorg, adviestaak onderwijs), het om grote projecten gaat ( omvang van enige miljoenen); d. de resultaten zichtbaar zijn op middellange termijn (realiseren kortere wachttijden, uit‐ breiding zorgaanbod, bouwen paviljoens, residenties voor hulp aan jongeren met ernstige gedragsproblematiek, stichten schoolgebouwen voor speciaal onderwijs). 3.4. De projecten Jeugdzorg Vooruitlopend op de onderstaande voorstellen voor de Extra Investeringsimpuls hebben PS op 13 december 2004 al het Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg 2005 t/m 2008 vastgesteld met een uitvoeringsprogramma voor 2005. In 2006, 2007 en 2008 wordt telkens een jaarpro‐ gramma nader ingevuld en vastgesteld. Resultaten De investeringen leveren op: • Iedere jongere die in Noord‐Holland jeugdzorg nodig heeft, ontvangt die zorg binnen de landelijk vastgestelde normtijden (bijv. het onderzoek na een melding van kin‐ dermishandeling start binnen 5 werkdagen); • Het zorgaanbod wordt uitgebreid. In 2005 al met 48 plaatsen intensief ambulante hulpverlening, 59 pleegzorgplaatsen, 6 plaatsen therapeutische gezinsverpleging, 5 plaatsen crisisopvang en een paviljoen met 8 plaatsen residentiële hulp in Heer‐ hugowaard; • Het in staat stellen van gemeenten om schoolgebouwen voor speciaal onderwijs te bouwen in regio’s (Den Helder, ’t Gooi) waar zo’n school ontbreekt. • Hulpaanbod met ca. 40 plaatsen voor de groep jongeren met ernstige gedragspro‐ blemen en/of psychiatrische problematiek (project Transferium van jeugdzorginstel‐ ling Parlan met JJI De Doggershoek). • In 6 regio’s samen met de gemeenten zorgen dat er eenvoudige hulpverlening voor jeugdigen (zorgstructuur in het onderwijs, opvoedingsondersteuning etc.) beschik‐ baar is. De projecten JZ1 Aanvalsplan Jeugdzorg JZ2 Aansluiting met gemeentelijk beleid JZ3 Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek JZ4 Verbetering spreiding speciaal onderwijs aan kinderen met gedragsproblemen
- 21 -
Jeugdzorg
Naam project: Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt 2005 - 2009 Jongeren moeten te lang wachten op zorg omdat er te weinig hulpaanbod is of omdat het aanbod niet goed aansluit op de specifieke hulpvraag. Dit vereist een fikse investering in de provinciale jeugdzorg en aanpalende sectoren als gemeentelijk jeugdbeleid en onderwijs. Jongeren kunnen door te lange wachtlijsten en gebrek aan bepaald hulpaanbod hun wettelijk recht op geïndiceerde jeugdzorg niet verzilveren. • Doelstelling Wachttijden en wachtlijsten behoren in 2008 tot het verleden (zie Operationalisatie in het door PS vastgestelde Aanvalsplan wachtlijsten 2005 t/m 2008). • Resultaat Extra zorgaanbod (o.a. plaatsen intensief ambulante hulpverlening, extra plaatsen pleegzorg, therapeutische gezinsverpleging, plaatsen crisisopvang, een residentiële groep in Heerhugowaard en uitbreiding bij Bureau Jeugdzorg/Advies en Meldpunt Kindermishandeling). • Activiteiten De provincie stelt middelen beschikbaar aan jeugdzorginstellingen om de bij resultaat genoemde extra plaatsen te realiseren en meet de resultaten aan de hand van prestatie-indicatoren. Meerwaarde van de investering De provincie is verantwoordelijk voor het verzilveren van het recht op jeugdzorg. De provincie kan door een investeringsimpuls voor een flinke stap vooruit zorgen. De investeringsimpuls is een uitbreiding van het met de doeluitkering jeugdzorg gefinancierde zorgaanbod. De investering maakt het mogelijk versneld aan de vraag naar jeugdzorg te voldoen.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Een gedeelte van de Noord-Hollandse jongeren die een indicatie heeft voor jeugdzorg en daarmee een wettelijk recht moet daar te lang op wachten. Bij jongeren kan de problematiek daardoor verergeren. De provincie kan worden aangesproken op het niet kunnen verzilveren van het recht. Betrokken partijen: Bureau Jeugdzorg, instellingen voor jeugdzorg
JZ1
Kosten en dekking: Cofinanciering: Nee Het Aanvalsplan anticipeert op het nieuwe financieringsstelsel jeugdzorg. In 2009 moet de extra capaciteit kunnen worden gedekt uit de doeluitkering van het Rijk. Mocht dat niet het geval zijn, dan zal de provincie de structurele lasten moeten blijven dekken uit autonome middelen. Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 10,4 miljoen
Aard investering: Roerend/onroerend/activiteiten
Activiteiten Stand van zaken Het Aanvalplan is op 13 december 2004 door PS vastgesteld. Er is voor 2005 aan de uitbreiding van zorgaanbod € 1,7 miljoen beschikbaar gesteld en € 0,5 geraamd voor de huisvesting daarvan. Voor 2006, 2007 en 2008 zullen jaarlijks concrete uitvoeringsprogramma’s voor het Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg worden vastgesteld.
- 22 -
Jeugdzorg
Naam project: Aansluiting met gemeentelijk jeugdbeleid Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Bureau Jeugdzorg mag vanaf 2007 geen vrij toegankelijke hulpverlening meer bieden gefinancierd uit de doeluitkering jeugdzorg. Deze hulpverlening is een gemeentelijke taak. Het gemeentelijk aanbod aan deze hulp is nog onvoldoende. Jongeren vallen daardoor tussen wal en schip. • Doelstelling Doel is gemeenten te ondersteunen om het jeugdbeleid waaronder het vrij toegankelijke hulpaanbod valt vorm te geven zodat alle jongeren in de regio de noodzakelijke hulp en begeleiding ontvangen. • Resultaat In 6 regio’s is meer vrij toegankelijke jeugdhulpverlening beschikbaar (zorgstructuur in het onderwijs, opvoedingsondersteuning etc.). • Activiteiten: De provincie maakt afspraken met de gemeenten in de 6 regio’s (via het Provinciaal Bestuurlijk Overleg Jeugd) en stelt voor elk van de regio’s jaarlijks middelen beschikbaar. Meerwaarde van de investering De provincie is verantwoordelijk voor het verzilveren van het recht op jeugdzorg en voor een goede aansluiting met o.a. het jeugdbeleid van de gemeenten. De provincie kan door deze investeringsimpuls voor een flinke stap vooruit zorgen en gemeenten stimuleren hun inzet en budget voor vrij toegankelijke hulpverlening uit te breiden.
JZ 2 Uitvoeringsperiode: 2005 - 2010
Kosten en dekking: Totale kosten: Onbekend Cofinanciering: gemeenten.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Indicatieve bijdrage provincie Een gedeelte van de Noord-Hollandse jongeren die geholpen kunnen uit investeringsimpuls: worden met vrij toegankelijke jeugdhulpverlening blijft daarvan verstoken. De verwachting is dat daardoor problemen van jongeren verergeren € 3 miljoen en meer jongeren uiteindelijk een beroep moeten doen op de dure geïndiceerde jeugdzorg. Betrokken partijen: Noord-Hollandse gemeenten (exclusief ROA), Bureau Jeugdzorg, gemeentelijke instellingen (maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, onderwijs etc.).
Aard investering: Roerend/onroerend/activiteiten Activiteiten
Stand van zaken Op 3 februari 2005 hebben de provincie en gemeenten in het Provinciaal Bestuurlijk Overleg Jeugdzorg een intentieverklaring getekend. Daarna moet uitwerking worden gegeven aan het project. Uitvoering vanaf eind 2005, waarbij 5 jaar lang jaarlijks voor elk van de 6 regio’s een bedrag beschikbaar wordt gesteld. Regiogemeenten kunnen Bureau Jeugdzorg hiermee taken op dit gebied laten uitvoeren, die niet meer uit de doeluitkering voor Bureau Jeugdzorg kunnen worden gefinancierd. De investering van de provincie zal geleidelijk aflopen en dit zal gepaard moeten gaan met het geleidelijk oplopen van de investering door de gemeenten zelf. In 2008 zal de financiering door de gemeenten zelf 50% moeten bedragen. Na deze periode (vanaf 2010) zullen gemeenten deze taak geheel zelfstandig moeten uitvoeren zoals de Wet op de jeugdzorg ook voorschrijft.
- 23 -
Jeugdzorg
Naam project: Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt 2005-2010 Voor jongeren met ernstige gedragsproblemen vaak samengaand met orthopsychiatrische problematiek of een verstandelijke handicap moet passend (deels besloten) hulpaanbod worden gerealiseerd. Voor deze jeugdigen is binnen de bestaande hulpverlening geen adequaat aanbod, wat tot een zware belasting leidt voor alle betrokkenen. Ook voor civielrechtelijk geplaatste jongeren in justitiële jeugdinrichtingen (JJI) ontbreekt een passend zorgaanbod elders, waardoor ze te lang zonder hulp in een JJI moeten verblijven. • Doelstelling Een passend zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblemen realiseren. • Resultaat Een zorgvoorziening met 35-40 plaatsen, waarbinnen verschillende sectoren samenwerken: jeugdzorg, justitie, jeugdpsychiatrie, de licht verstandelijk gehandicapten (LVG)-sector en het onderwijs. • Activiteiten De provincie stelt middelen beschikbaar aan jeugdzorginstellingen om de genoemde zorgvoorziening te bouwen en de hulpverlening te starten. Het maken van afspraken met het Rijk en jeugdzorginstellingen. Meerwaarde van de investering De investering levert betere kansen voor jeugdigen met zware problematiek op en lost een maatschappelijk probleem op. Het versterkt de positie van de provincie als financier en planner van jeugdzorg versterkt. Het is een intersectoraal project in de jeugdzorg en bevordert de samenwerking en de spreiding van deskundigheid. Het sluit aan bij het landelijk beleid en bij de wens van PS (motie 10-2).
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Geen bijdrage betekent geen aanbod voor deze jeugdigen. De provincie kan door jeugdigen met een indicatie voor deze vorm van zorg worden aangesproken op grond van het wettelijk recht op jeugdzorg. Betrokken partijen: Ministeries van Justitie en VWS, justitiële jeugdinrichting, het onderwijs, jeugdzorginstellingen, de kinder- en jeugdpsychiatrie.
JZ3
Kosten en dekking: Totale kosten: Onbekend Cofinanciering: Ja, verwachte bijdrage rijksoverheid (verwacht besluit april 2005. Het ministerie van Justitie komt met besluitvorming over de toekomstige hulpverlening aan civielrechtelijk geplaatsten in JJI’s. Indien er in de toekomst geen middelen voor deze doelgroep overgaan naar de doeluitkering, zal deze voorziening structureel uit autonome middelen moeten worden betaald of moeten er prioriteiten worden gesteld binnen de doeluitkering. Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 9 miljoen Aard investering: Roerend/onroerend/activiteiten Zowel in activiteiten als in gebouwen en inrichting van gebouwen
Stand van zaken Een intentieverklaring van de betrokken instellingen wordt in het eerste kwartaal van 2005 getekend. Zowel de inhoudelijke uitwerking als de noodzakelijke bouwplannen zijn in de eerste helft van 2005 gereed. Start van de bouw: eind 2005.
- 24 -
Jeugdzorg
Naam project: Verbetering spreiding spec. onderwijs aan kinderen met gedragsproblemen JZ4 Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Looptijd 2005 - 2010 De spreiding van scholen voor speciaal onderwijs aan kinderen met gedragsproblemen sluit niet aan bij de spreiding van de voorzieningen voor jeugdzorg en de justitiële jeugdinrichtingen in Noord-Holland met als gevolg met als gevolg dat een deel van de cliënten van de jeugdzorginstellingen geen speciaal onderwijs kan volgen. Dit doet ernstig afbreuk aan de effectiviteit van het hulpverleningstraject. Voor de cliënten van bepaalde instellingen is het zeer ongewenst wanneer zij grote afstanden moeten reizen of het terrein van de hulpverleningsinstelling moeten verlaten om het noodzakelijke onderwijs te kunnen volgen. Gemeenten zien zich geplaatst voor investeringen in de huisvesting van deze scholen, die hun draagkracht te boven gaan. Het ministerie van Onderwijs bekostigt namelijk het onderwijs, maar de gemeente van vestiging moet de schoolgebouwen betalen. De provincie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg; versterking van de jeugdzorgketen door aanvulling met onderwijs zal bijdragen aan het oplossen van problemen. • Doelstelling Scholen voor speciaal onderwijs voor kinderen met gedragsproblemen in de buurt van de jeugdzorginstellingen bouwen. • Resultaat Jongeren met ernstige gedragsproblemen worden beter geholpen omdat hun school in de buurt is. • Activiteiten De provincie geeft een bijdrage aan gemeenten voor het bouwen van scholen voor speciaal onderwijs. Meerwaarde van de investering: Kosten en dekking: Door de investering wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de efTotale kosten: fectiviteit van de hulpverlening aan jongeren met gedragsproblemen. Cofinanciering: Ja, provinciale bijdrage aan gemeenten in kosten van stichten van schoolgebouwen. Rijk bekostigt het onderwijs. Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Indicatieve bijdrage provincie De dringend gewenste betere spreiding van voorzieningen voor speciaal uit investeringsimpuls: onderwijs voor kinderen en jongeren met gedragsproblemen komt niet tot stand, met alle gevolgen voor de effectiviteit van de hulpverlening. € 3 miljoen Betrokken partijen: Scholen voor speciaal onderwijs aan jongeren met gedragsproblemen, gemeenten, instellingen voor jeugdzorg.
Aard investering: Onroerend
Stand van zaken: In het Gooi is de behoefte aan een school voor speciaal onderwijs aan jongeren met gedragsproblemen inmiddels aangetoond. Daar wordt nu een onderzoek gedaan naar de ruimtelijke en financiële haalbaarheid van een voorziening. In Den Helder is de gemeente in onderhandeling met de gemeente Alkmaar (gemeente van vestiging) over de dependance van De Spinaker. Uitbreiding van het aanbod jeugdzorg in Noord Kennemerland (Stichting Parlan, Heerhugowaard) maakt mogelijk ook een investering noodzakelijk in speciaal onderwijs daarbij. Er zal worden onderzocht of er nog andere witte vlekken in de provincie zijn.
- 25 -
4. Programma Sociaal‐culturele infrastructuur 4.1 Inleiding Onder de titel “Cultuur Verbindt” is in december 2004 de provinciale cultuurnota 2005‐2008 vastgesteld. Wij willen dat kunst en cultuur voor iedereen toegankelijk moet zijn. Cultuur zien wij als bindende factor die noodzakelijk is voor een blijvende leefbaarheid van een maatschappij. Daarom vinden wij het van belang om deelname aan cultuuruitingen te on‐ dersteunen en te stimuleren en ons cultureel erfgoed te beschermen en te benutten. Ons cul‐ tuurbeleid is gericht op het behouden, versterken en ontwikkelen van de cultuurhistorische diversiteit en identiteit van Noord‐Holland. Het provinciaal cultuurbeleid is gebaseerd op vier pijlers: cultuurbehoud, culturele planologie, cultuurparticipatie en cultuureducatie. Een deel van de beoogde activiteiten heeft raakvlakken met de beleidsterreinen Investeringsbud‐ get Stedelijke Vernieuwing (ISV) en Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en is geïnte‐ greerd in de provinciale Agenda Recreatie & Toerisme. Binnen het prioritair UNA programma Sociale en Culturele infrastructuur is nog € 4.73 mln beschikbaar. Provinciale Staten hebben kennis genomen van de deelprojecten die in principe voor dit bedrag in aanmerking komen. De initiatieven moeten nog zodanig worden uitge‐ werkt dat beoordeeld kan worden of zij voldoen aan de voorwaarden die wij stellen aan een positief voorstel aan Provinciale Staten. Nadere besluitvorming over het verstrekken van een investeringsbijdrage of over het handhaven van een reservering kan in het tweede kwartaal van 2005 worden verwacht. 4.2 Visie en criteria Met de extra investeringsimpuls willen wij projecten tot ontwikkeling laten komen die pas‐ sen binnen de vier pijlers van ons cultuurbeleid, maar die niet te realiseren zijn met de regu‐ liere middelen binnen de cultuurbegroting 2005‐2008. Investeringen in de sociaal‐culturele infrastructuur zijn nodig omdat: • bijzonder cultureel erfgoed in de provincie verloren dreigt te gaan; • sommige culturele voorzieningen niet meer aan de hedendaagse behoeften en eisen voldoen; • cultuur en cultuurhistorie voor veel inwoners en bezoekers van Noord‐Holland nog onvoldoende toegankelijk is. Wij willen het erfgoed duurzaam behouden door dit te restaureren voor publiekstoeganke‐ lijke bestemmingen. De culturele voorzieningen willen wij door duurzame kwaliteitsverbe‐ tering laten voldoen aan de hedendaagse eisen en behoeften. Daarnaast willen wij de be‐ kendheid met de cultuur en de cultuurhistorie bij de bevolking vergroten. Het gaat voor het grootste deel om duurzame investeringen in gebouwen en inrichting van die gebouwen, maar ook om digitale voorzieningen, behoud‐ en beheersvergoedingen voor agrariërs, sociale infrastructuur rond bibliotheken, regionale historische centra waarin onder andere de historisch regionale archieven zijn ondergebracht en kwartiermakerschap voor het Erfgoedhuis Noord‐Holland. De provinciale rol is die van stimulator en aanjager op het terrein van vergroting van toe‐ gankelijkheid van culturele voorzieningen en behoud van cultureel erfgoed. Wij maken dit waar door middel van cofinanciering die derden aanzet tot investeren in en realiseren van concrete projecten op dit gebied. Bij derden moet worden gedacht aan private partijen, ge‐ meenten, het rijk (vooral OCW) en culturele fondsen.
- 26 -
De doorgang van de projecten is afhankelijk van de wil van externe partijen om te investe‐ ren. De provinciale bijdrage dient in principe een zo hoog mogelijke cofinanciering van der‐ den te genereren om het provinciaal geld zo efficiënt mogelijk te kunnen inzetten. Onze cri‐ teria zijn: • Duurzaam beheer en behoud • Minimaal regionaal bereik of uitstraling • Regionale spreiding • Publieke toegankelijkheid • Cofinanciering 4.3 Projecten Sociaal‐culturele infrastructuur Resultaten De investeringen leveren op: • Een grotere bekendheid bij de burgers met de waarde en betekenis van het Noord‐ Hollands erfgoed en meer bezoek hieraan door Noord‐Hollanders en toeristen; bin‐ nen een periode van 10 jaar een betere digitale toegankelijkheid van de historische archieven en meer bezoekers. • In 2008 zijn minimaal 5 musea kwalitatief dusdanig verbeterd dat het bezoekersaan‐ tal omhoog gaat. • Binnen 10 jaar trekken 2 theaters en/of podia in centrumgemeenten meer bezoekers en zijn bezoekers meer tevreden over de kwaliteit van de accommodatie. • Bibliotheken worden fysiek en technisch (ICT) aangepast aan de eisen van de moder‐ ne tijd. In kleine kernen blijft de bibliotheekfunctie (gebouw of bus) behouden. Meer mensen maken gebruik van de bibliotheken en kunnen door ICT toepassingen vin‐ den wat zij zoeken. Bibliotheken gaan waar mogelijk deel uitmaken van accommoda‐ ties waarin ook andere diensten zijn gehuisvest of worden aangeboden. • De Stelling van Amsterdam is beter toegankelijk voor een breed publiek doordat in totaal elf historische onderdelen – in stappen van één per jaar ‐ zijn gerestaureerd en voor het publiek toegankelijk zijn gemaakt. • Er is in 2008 een internationaal publiekscentrum ‘Watericoon’ in het droogmakerijen‐ landschap van Noord‐Holland. • Waardevolle archeologische vindplaatsen in Noord‐Holland zijn voor het nageslacht behouden. • In het Noordzeekanaalgebied zijn in 2008 onderdelen van twee ‐ nu nog niet toegan‐ kelijke ‐ industriële erfgoedcomplexen voor het publiek toegankelijk gemaakt. De projecten CC1 Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed CC2 Verbetering van museum aanbod CC3 Verbetering en uitbreiding van theaters en podia CC4 Investeringen in (basis‐)bibliotheken CC5 Stelling van Amsterdam CC6 Industrieel erfgoed Noordzeekanaalgebied CC7 Inzichtcentrum voor droogmakerijen en waterbeheer CC8 Behoud en beheer archeologie
- 27 -
Naam project: Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt De rijkdom en grote variatie aan cultureel erfgoed in Noord-Holland is nog onvoldoende bekend en bereikt nog te weinig Noord-Hollanders en toeristen. Eigenaren en beheerder van cultureel erfgoed beschikken over te weinig kennis en middelen om het erfgoed beter toegankelijk te maken. Een groter bereik is ook van belang voor het behoud van dit erfgoed. • Doelstelling Vergroting van bekendheid met het erfgoed in Noord-Holland en publieksbereik van dit erfgoed ter ondersteuning van het behoud van het erfgoed en ter versterking van regionale identiteit en cultuurbesef. • Activiteiten Investeringen en bijdragen voor de totstandkoming en activiteiten van Erfgoedhuis Noord-Holland en bijdragen voor de regionaal historische centra voor de verbetering van digitale toegankelijkheid van historische archieven.
CC1 Uitvoeringsperiode: 2005-2008
• Resultaat Totstandkoming van Erfgoedhuis Noord-Holland, grotere bekendheid en publieksbereik van Noord-Hollands erfgoed en een betere virtuele ontsluiting en toegankelijkheid van historische archieven zodat archieven beter worden bezocht (ook digitaal). Meerwaarde van de investering Provinciale investering resulteert in een bundeling van organisaties op erfgoedgebied wat de publieke toegankelijkheid tot erfgoed bevordert. Hiermee wordt invulling gegeven aan de Cultuurnota 2005-2008. Regionale archieven worden beter toegankelijk voor burgers.
Kosten en dekking: Totale kosten: Nog nader te bepalen Cofinanciering: Gemeenten, ministerie van OCW (wat betreft regionaal historische centra)
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Uitvoerende organisaties op het gebied van erfgoed blijven te versnipperd werken en zijn onvoldoende toegerust waardoor aan potentiële belangstelling voor erfgoed onvoldoende wordt tegemoetgekomen.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls:
Betrokken partijen: Regionale archiefdiensten, uitvoerende organisaties op het gebied van erfgoed en beheerders en eigenaren van erfgoed.
Aard investering: Roerend, onroerend en activiteiten
€ 1,5 miljoen
Stand van zaken • Er is een advies opgesteld welke organisaties gaan deelnemen aan het erfgoedhuis en wat de taken zullen zijn van het Erfgoedhuis Noord-Holland. Nu komt de fase van implementatie van dit advies. • Naar aanleiding van het rapport “Naar een publieksgericht archiefbestel is in 2004 een Landelijke Task Force ingesteld waaruit ideeën worden geïnitieerd hoe de digitale toegankelijkheid van archieven kan worden verbeterd. Binnenkort zijn pilots afgerond in verschillende plekken in Nederland die ook bouwstenen leveren voor toekomstige aanpak in Noord-Holland.
- 28 -
Naam project: Verbetering van museumaanbod Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt In Noord-Holland zijn inclusief Amsterdam ongeveer 160 musea met een 2005-2008 cultuurhistorische, natuurhistorische of kunstcollectie. De musea vervullen een belangrijke functie op het gebied van cultuurbehoud, educatie, toerisme en recreatie. Om het aantal bezoekers uit te breiden moeten sommige musea investeren. Musea beschikken over onvoldoende eigen middelen. Hiervoor is men afhankelijk van sponsors, fondsen en overheden. • Doelstelling Kwaliteitsverbetering van musea met een bovenregionale functie waardoor er minimaal meer bezoekers zullen komen . • Activiteiten Bijdragen voor verbouwing en nieuwe inrichting van musea • Resultaat Minimaal vijf musea waarvan de kwaliteit is verbeterd en waar meer Noord-Hollanders en toeristen een bezoek aan brengen.
CC2
Meerwaarde van de investering De infrastructuur van de musea wordt verbeterd doordat de culturele schatten beter worden vertoond en bewaard.
Kosten en dekking: Totale kosten: Aan plannen tot nu toe ruim € 100 miljoen Cofinanciering: Gemeenten, sponsors en cultuurfondsen
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Musea krijgen de financiering niet rond om noodzakelijke plannen te realiseren of het niveau van de verbetering is minder groot dan is gewenst. Als investeringen niet worden gedaan kan het aantal bezoekers zodanig teruglopen dat het voortbestaan en in ieder geval de kwaliteit van het museum in gevaar komt.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls:
Betrokken partijen: Musea, gemeenten, culturele fondsen.
Aard investering: Roerend en onroerend
€ 7 miljoen
Stand van zaken De volgende musea hebben plannen ingediend bij de provincie: Stedelijk Museum Amsterdam, Verzetsmuseum Amsterdam, Broekerveiling Langedijk, Singermuseum Laren, Geologisch Museum Hofland Laren en Zaans Museum voor realisering Verkadepaviljoen. Wat betreft de Broekerveiling is er € 700.000 gereserveerd vanuit het Programma Sociale en Culturele Infrastructuur. Waarschijnlijk zal meer provinciale subsidie nodig zijn om de plannen te kunnen realiseren van dit project dat ook genoemd wordt in de Agenda recreatie en Toerisme De volgende musea zijn o.a. bezig met plannen: Nederlands Stoommachinemuseum Medemblik, Maritiem en Juttersmuseum Oude Schild Texel, Marinemuseum Den Helder, Kranenburgh Bergen.
- 29 -
Naam project: Verbetering en uitbreiding van theaters en podia Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt In de 10 culturele centragemeenten van Noord-Hollanders zijn theaters 2005-2008 en poppodia waar voorstellingen en concerten worden georganiseerd waar bezoekers uit de hele regio naar toe gaan. Naast professionele voorstellingen treden er ook amateursgezelschappen op en vervullen sommige theaters een belangrijk congresfunctie voor de regio. In enkele steden zijn theaters (soms mede met provinciale steun) verbeterd en uitgebreid. In andere steden is dit nog niet het geval en voldoet het theater of concertzaal nog niet aan de huidige wensen eisen van publiek en wetgeving o.a. op Arbo-gebied. • Doelstelling Verbetering van regionale theaters en muziekpodia. • Activiteiten Bijdragen in verbouwing en nieuwbouw van theaters en muziekpodia. • Resultaat Minimaal 2 verbeterde theaters en podia in verschillende centrumgemeenten die meer bezoekers trekken en beter voldoen aan nieuwe eisen van publiek en wetgeving. Meerwaarde van de investering Verbetering van kwaliteit van theaters en podia met een regionale functie.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Plannen worden niet gerealiseerd of in mindere mate dan noodzakelijk is.
Betrokken partijen: Gemeenten, theaters en podia
CC3
Kosten en dekking: Totale kosten: Nog niet precies bekend. Eerste schatting 70 miljoen Cofinanciering: Gemeenten, ISV Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 4,5 miljoen
Aard investering: roerend en onroerend
Stand van zaken In het verleden heeft de provincie bijgedragen aan de verbouwing en nieuwbouw van theaters in Hoorn, Alkmaar, Purmerend en Haarlem. Zaanstad en Amstelveen hebben dit zonder provinciale steun gedaan. De gemeente Hilversum heeft een subsidieverzoek ingediend voor concrete plannen voor verbouwing van theater Gooiland en nieuwbouw van poppodium Tagrijn. De gemeente Haarlemmermeer is o.a. bezig met plannen voor de Meerse en nieuw poppodium.
- 30 -
Naam project: investeringen in (basis-)bibliotheken Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Bibliotheken dreigen door een te kleine organisatieschaal en beperkte samenwerking hun maatschappelijke functie te verliezen. Op landelijk niveau is daarom door IPO, VNG en OCW het project bibliotheekvernieuwing ingezet dat beoogd - dat grotere organisatorische verbanden ontstaan, de zogenaamde ‘ basisbibliotheken’; - er een goed werkend netwerk van bibliotheekorganisaties ontstaat waardoor burgers beter bediend kunnen worden; - er een provinciale service organisatie ontstaat die vernieuwing stimuleert. • Doelstelling Doel van deze investeringsimpuls is dit proces te versterken door: - een aantal basisbibliotheken in staat te stellen hun gebouwen aan te passen aan hun nieuwe organisatie en de nieuwe publieksfuncties . - investeren in de ontwikkeling van ICT-systemen waarmee in de hele provincie bibliotheken aan elkaar gekoppeld zijn. - op het platteland nieuwe vormen van bibliotheekaanbod te ontwikkelen en te ondersteunen naast de al bekende bibliobus. - de functie van bibliotheken te verbreden door de samenwerking met andere instellingen in multifunctionele accommodaties te bevorderen. Dit kan door bij te dragen aan de fysieke kosten voor combinaties van bibliotheekvoorzieningen met bijvoorbeeld brede school, wijkvoorzieningen, Kulturhus, dorpshuizen etc. Hierbij zal speciale aandacht worden geschonken aan de leefbaarheid van het platteland • Activiteiten Specifieke subsidieprogramma’s, waar vooral gemeenten en basisbibliotheken gebruik van kunnen maken. In totaal is een 60-tal projecten voorzien. Meerwaarde van de investering: - De bibliotheekvestigingen zijn toegesneden op hun nieuwe functie en organisatie. Meer burgers zullen beter worden bediend. - De bibliotheekfunctie in kleine kernen blijft behouden. - De leefbaarheid van – met name – kleine kernen wordt verbeterd doordat bibliotheken en andere maatschappelijke functies door samenwerking hun draagvlak vergroten.
CC4 Uitvoeringsperiode: 2006-2010
Kosten en dekking: Totale kosten 4,0 mln. Cofinanciering: Gemeenten, basisbibliotheken Andere maatsschappelijke organisaties Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls:
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Basis bibliotheken zullen langzamer en moeizamer hun nieuwe functie voor de burgers gestalte kunnen geven. Op andere maatsschappelijke terreinen zal men minder goed gebruik kunnen maken van bibliotheken als instrument bij de oplossing van knelpunten. € 4,0 miljoen Het voorzieningenniveau op het platteland en daarmee de leefbaarheid zal slechter worden. Betrokken partijen: Aard investering: Provincie onroerend , ICT, activiteiBibliotheekorganisaties ten ProBiblio Gemeenten Andere maatschappelijke organisaties Stand van zaken De bibliotheekvernieuwing gaat dit jaar zijn tweede fase in. Landelijk is het koepelconvenant tussen IPO, VNG en OCW verlengd. Provinciaal is de Marsroute voor de bibliotheekvernieuwing 2005-2008 vastgesteld. Dit jaar is het bedoeling dat alle basisbibliotheken in oprichting tenminste tot een juridische samenwerkingsvorm komen, waarna de organisaties opgebouwd kunnen worden. In dit proces is nadrukkelijk aandacht voor het belang van bibliotheken voor de leefbaarheid van het platteland
- 31 -
Naam project: Stelling van Amsterdam Omschrijving project: Uitvoeringsperiode: • Maatschappelijk knelpunt: 2005 - 2008/2015 De bijzondere waarden van het Werelderfgoedmonument Stelling van Amsterdam zijn te weinig zichtbaar en toegankelijk voor een breed publiek. • Doelstelling: Behouden, ontwikkelen en toegankelijk maken van de fysieke infrastructuur (waterstaatkundige werken, forten, landschapselementen) op basis van het gebiedsprogramma voor de Stelling van Amsterdam. • Activiteiten: Stimuleren en ondersteunen van externe initiatieven en cofinanciering van projecten die invulling geven aan de doelstelling. • Resultaat: Stelling van Amsterdam is beter toegankelijk voor een breed publiek doordat in totaal elf historische onderdelen – gespreid over de gehele stelling - zijn gerestaureerd en voor het publiek toegankelijk zijn gemaakt.
CC5
Meerwaarde van de investering De investering completeert in de periode tot 2015 reeds gedane investeringen door de provincie vanaf 1996 die hebben geresulteerd in het restaureren en (deels) publiek toegankelijk maken van zes stellingforten en een sluiscomplex Op basis van een beoogde provinciale bijdrage van 25% per project kunnen met de extra investeringsimpuls naar verwachting vijf forten en zes waterstaatkundige werken worden behouden en publiek herbestemd. Dit alles is echter sterk afhankelijk van initiatieven van derden en hun mogelijkheid tot financiering.
Kosten en dekking: Totale kosten: € 24 miljoen Cofinanciering: Rijk (ILG), private partijen, gemeenten, recreatieschappen en landschapsbeherende organisaties
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Dan zal de doelstelling uit het gebiedsprogramma Stelling van Amsterdam met betrekking tot het behouden en toegankelijk maken van de gebouwde onderdelen (militair historisch complex) niet worden gehaald.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls:
Betrokken partijen: De initiatiefnemers zijn zowel private als publieke partijen.
Aard investering: Onroerend
€ 6 miljoen
Stand van zaken De investeringen vanaf 1996 hebben overwegend plaatsgevonden op basis van een maximale provinciale bijdrage van 50%. Uitgaande van een lager percentage willen we kijken of andere, meer marktconform opererende investeerders kunnen worden aangetrokken. Politieke besluitvorming over het gebiedsprogramma zal voorjaar 2005 plaatsvinden.
- 32 -
Naam project: Industrieel erfgoed Noordzeekanaalgebied Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt In het Noordzeekanaalgebied bevindt zich een aantal in onbruik geraak- 2005-2008 te cultuurhistorisch waardevolle industriecomplexen die verloren dreigen te gaan. • Doelstelling Maatschappelijk en economisch verantwoord hergebruiken van dit erfgoed door herontwikkeling voor publiekstoegankelijke activiteiten. • Activiteiten De provincie stimuleert externe initiatieven en maakt dit planologisch mogelijk. De provincie draagt bij aan de dekking van onrendabele toppen uit de investeringsimpuls. • Resultaat Toevoeging van 2 à 3 publiekstoegankelijke onderdelen aan gerevitaliseerde industrieel erfgoedlocaties in het Noordzeekanaalgebied.
CC6
Meerwaarde van de investering: De provincie maakt met de extra investering projecten mogelijk die gebruiksmogelijkheden voor een breed publiek bieden. Hiermee wordt de cultuurhistorische diversiteit in het zuiden van Noord-Holland behouden, versterkt en ontwikkeld. Dit geeft invulling aan de in de Cultuurnota genoemde versterking van de kwaliteit van de leefomgeving voor de bewoners en de vergroting van het recreatief en toeristisch aanbod. De waardevolle historische industriecomplexen zijn opgenomen in het Streekplan Noord-Holland Zuid. Deze complexen zijn onder andere ook opgenomen de in ontwikkeling zijnde industrieel erfgoedroute Noordzeekanaalgebied, onderdeel van het Interreg IIIc project European Route of Industrial Heritage (ERIH). De provincie participeert in dit Interreg III project Provincie maakt met deze extra investering het bovengenoemd resultaat mogelijk dat ten dele al is bereikt door provinciale investeringen vanaf 2000 in de Westergasfabriek te Amsterdam (€ 2 miljoen), het EBH terrein te Haarlem (€ 1,4miljoen) en De Adelaar te Zaanstad (€ 728.000,-). Door aansluiting van de projecten op de Industrieel Erfgoedroute Noordzeekanaalgebied wordt het erfgoed ook benut voor marketing en toeristisch recreatieve doeleinden. Op basis van de indicatieve bijdrage van € 4 miljoen kunnen 2 à 3 publiekstoegankelijk onderdelen van industriële erfgoedcomplexen worden gerealiseerd.
Kosten en dekking: Totale kosten: € 16 miljoen Cofinanciering: Marktpartijen investeren het grootste deel, gemeenten zijn naast investerend vooral faciliterend.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Indien de provincie NH niet bijdraagt zullen een aantal herbestemmingprojecten met publieksfuncties niet van de grond komen. Daarmee kan geen invulling worden geven aan de Cultuurnota 2005-2008.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 3,5 miljoen
Betrokken partijen: Aard investering: De initiatiefnemers vormen vaak een combinatie van private partijen en Onroerend gemeentelijke overheden. Onze investeringsbijdragen worden bij voorkeur via de gemeentelijke overheden verstrekt. Stand van zaken: Er zijn verkennende besprekingen gaande met mogelijke investeerders. De Industrieel Erfgoedroute Noordzeekanaalgebied is in ontwikkeling.
- 33 -
Naam project: Inzichtcentrum voor droogmakerijen en waterbeheer Uitvoeringsperiode: Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Beperkte publieke toegankelijkheid van de cultuurhistorische kwaliteiten 2007 – 2008 van het droogmakerijenlandschap in Noord-Holland midden. • Doelstelling Het thema droogmakerijen en waterbeheer op vernieuwende en attractieve wijze belichten en hiermee de bezoeker en bewoner van NoordHolland inzicht verschaffen in het cultuurhistorische thema van de droogmakerijen in het algemeen en in de droogmakerijen van Beemster, Schermer en het tussenliggende veengebied van Graft-De Rijp in het bijzonder. • Activiteiten De provincie werkt samen met de bestaande initiatiefnemer en de gemeente Schermer aan een uitvoeringsgereed plan dat voldoet aan de gestelde criteria. • Resultaat Marktconform geëxploiteerd internationaal publiekscentrum in het droogmakerijenlandschap van Noord-Holland (onderdeel Nationaal landschap Laag Holland) dat door de thematiek, vormgeving en symboolfunctie de aanduiding “watericoon” rechtvaardigt. Het toeristisch recreatief bezoek aan Noord-Holland Midden wordt vergroot van 40.000 per jaar in 2004 tot 100.000 per jaar in 2008.
CC7
Meerwaarde van de investering Provincie maakt met de extra investering de realisatie mogelijk van een project met internationale aantrekkingskracht dat wordt gerealiseerd en geëxploiteerd door externe risicodragende partijen.
Kosten en dekking: Totale kosten: € 10 miljoen Cofinanciering: Rijk (ILG), marktpartijen en molenstichtingen investeren 75 %, gemeente Schermer en Hoogheemraadschap zijn faciliterend.
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Dan zal het project geen doorgang vinden.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls: € 1,3 miljoen. Het prioritair UNA-programma Sociale en culturele infrastructuur 16-06-2003 bevat het inzichtcentrum als deelproject in voorbereiding met daaraan een beoogde bijdrage van € 1,2 miljoen. Met de extra investeringsimpuls zou € 2,5 miljoen beschikbaar komen.
Met de boogde bijdrage van € 2,5 miljoen wordt aan derden gevraagd 75% te investeren. Dit is al zeer ambitieus. In een lagere verhouding zal dit geen kans van slagen hebben.
Betrokken partijen: De initiatiefnemers vormen een combinatie van molenstichtingen en particuliere investeerders. Omdat het project ligt in het Nationaal Landschap Laag-Holland zal een verzoek worden ingediend bij het rijk ter cofinanciering vanuit het ILG.
Aard investering: Onroerend
Stand van zaken Er liggen twee ontwerp- en situatieschetsen met exploitatieplan gemaakt voor centra in de Schermer in opdracht van de provincie. Voor een van de twee plannen, namelijk dat voor een ondergronds centrum met nieuw te bouwen transparante molen nabij de Schermermolens worden thans de randvoorwaarden uitgewerkt. Dit plan beschikt over breed draagvlak in de molenwereld en bij financiers. Project is opgenomen in de Agenda Recreatie & Toerisme.
- 34 -
Naam project: behoud en beheer archeologie Omschrijving project: • Maatschappelijk knelpunt Vernietiging van archeologische vindplaatsen door (te intensief) agrarisch gebruik. • Doelstelling Duurzaam beheer instellen voor archeologisch waardevolle gebieden Oer-IJ, Groetpolder-De Gouw en Waterland. • Activiteiten 1. Toepassen reguliere RO instrumenten; 2. Financiële afspraken met eigenaren en beheerders op basis van een beschermingsagenda; en/of 3. aankoop van gronden, fysieke investeringen in de verhoging van de grondwaterstand, toeristisch recreatieve benutting 4. Educatieve inrichting van monumenten. • Resultaat Waardevolle archeologische vindplaatsen in bovengenoemde gebied voor nageslacht behouden.
CC8 Uitvoeringsperiode: 2005 – 2008
Meerwaarde van de investering Provinciale investering resulteert in een uitvoerbaar beschermingsplan voor waardevolle archeologische vindplaatsen In Oer-IJ, Groetpolder-De Gouw en Waterland, waarbij invulling wordt gegeven aan het wegnemen van het economische bezwaar van agrariërs doordat de mindere opbrengst van hun grond financieel worden gecompenseerd.
Kosten en dekking: Totale kosten project: € 2 miljoen Cofinanciering: Rijk
Gevolgen indien de provincie NH niet bijdraagt Dan wordt geen invulling gegeven aan de financiële compensatie aan agrariërs waardoor de implementatie van de beschermingsagenda niet van de grond kan komen.
Indicatieve bijdrage provincie uit investeringsimpuls:
Betrokken partijen: Grondeigenaren, waterschappen.
Aard investering: Compensatiegelden aan boeren, aankoop van gronden.
€ 1,2 miljoen
Stand van zaken Monumentverordening is onlangs aangepast om vergoedingen-aanpak mogelijk te maken. Rapporten over Groetpolder-De Gouw en Oer-IJ zijn door ons vastgesteld en aan PS ter kennis gebracht.
- 35 -
5. Overzicht van de projecten Project
Periode
Globale totale kosten x 1.000
Bijdrage pro‐ vincie NH uit E.I.I x 1.000
Besluit Provinciale Staten
2006 – 2010
onbekend
5.000
Nog geen besluit
2005 – 2008 2008 – 2015 2005 – 2008 2008 – 2011 2005 – 2006 2006 – 2010 2006 – 2008
29.500 23.500 1.650 1.650 680 25.000 1.500
11.000 9.000 1.500 1.500
P.S.24.10.04 Nog geen besluit
2006 – 2014 2005 – 2009 2006 – 2016 2004 – 2011 2006 – 2014
onbekend onbekend onbekend 1.000 2.000 81.980
2.500 1.500 1.000 1.000 2.000 41.070
Nog geen besluit Nog geen besluit
2005 – 2009 2005 – 2010 2005 – 2010
10.400 3.000 onbekend
10.400 3.000 9.000
P.S. 13.12.04
2005 – 2010
onbekend
3.000
13.400
25.400
2005 – 2008
onbekend
1.500
Nog geen besluit
2005 – 2008 2005 – 2008
100.000 70.000
7.000 4.500
Nog geen besluit Nog geen besluit
2006 – 2010 2005 – 2015 2005 – 2008 2007 – 2008 2005 – 2008
onbekend 24.000 16.000 10.000 2.000 222.000
4.000 6.000 3.500 1.300 1.200 29.000
Nog geen besluit
317.380
95.470
Projecten Zorg en Welzijn Vijf extra voorbeeldprojecten WWZ Nota ‘Zorg verbetert……..’ • Wijksteunpunten breed •
Mantelzorg
•
Kleinschalige woonvormen (Finh)
Wonen plus Leefbaar Platteland 1: Vitale voorzieningen 2: Pilot-project Hartwinkels Opvang zwerfjongeren en daklozen Stimuleren Breedtesport Verbetering infrastructuur breedtesport Subtotaal
4.320 750
P.S.24.10.04 Nog geen besluit P.S.24.10.04 Nog geen besluit Nog geen besluit
Nog geen besluit P.S. 12.11.04 Nog geen besluit
Projecten Jeugdzorg Aanvalsplan Jeugdzorg Aansluiting met gemeentelijk jeugdbeleid Zorgaanbod voor jongeren met een ernstige gedragsproblematiek Verbetering spreiding speciaal onderwijs aan kinderen met gedragsproblemen Subtotaal
Nog geen besluit Nog geen besluit Nog geen besluit
Projecten Sociaal-culturele infrastructuur Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed Verbetering van museumaanbod Verbetering en uitbreiding van theaters en podia Investeringen in (basis-)bibliotheken Stelling van Amsterdam Industrieel Erfgoed Noordzeekanaal Inzichtcentrum Noord-Holland Midden Behoud en beheer archeologie Subtotaal
Totaal generaal
- 36 -
Nog geen besluit Nog geen besluit Nog geen besluit Nog geen besluit