Projectnota 1
Extra Investeringsimpuls Noord-Holland - Projectomschrijving ALGEMENE PROJECTINFORMATIE à
Projectnummer
CC2
à
Project:
Verbetering van museumaanbod
à
Impulsprogramma:
Sociaal-culturele infrastructuur
à
Projectleider:
Eric ten Brummelhuis
à
Totale projectkosten
Ruim € 100 miljoen aan plannen tot nu toe
à
Bijdrage Investeringimpuls € 7.000.000,-
à
Uitvoeringsperiode
2005 – 2008
1. PROJECTOMSCHRIJVING 1.1 Inleiding Onder de titel “Cultuur Verbindt” is op 11 december 2004 de provinciale Cultuurnota 2005‐ 2008 vastgesteld. Uitgangspunt van het provinciaal cultuurbeleid is dat kunst en cultuur voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Daarom richt het cultuurbeleid zich op het behouden, versterken en ontwikkelen van de cultuurhistorische diversiteit en identiteit van Noord‐Holland. De musea in Noord‐Holland vervullen een belangrijke functie bij het verzamelen en het presenteren van cultuur en cultuurhistorie. Niet alleen van Noord‐Hollandse oorsprong maar ook vanuit elders in Nederland en het buitenland. Inclusief Amsterdam zijn er in Noord‐Holland ruim 200 musea. Deze musea beschikken over cultuurhistorische, natuurhistorische, transport, maritieme, beeldende kunst en overige collecties. Naast een variatie in collecties zijn er ook grote verschillen wat betreft organisatievorm en professionaliteit. Veel van deze musea worden alleen door vrijwilligers bemenst of beschikken slechts over een zeer beperkte personele staf. Na een gestage groei tot begin jaren negentig heeft het aantal museumbezoeken zich gestabiliseerd. Sommige musea kennen nog wel een groei van het aantal bezoekers maar er zijn ook musea waar het aantal bezoekers is afgenomen. Nederland vergrijst. Het aandeel van vijftigplussers in het museumbezoek neemt toe maar er is weinig aanwas vanuit de middenleeftijdsgroepen. Ook is het niet eenvoudig om bevolkingsgroepen met een niet‐ traditionele culturele achtergrond te bereiken. De relatie met het onderwijs is verbeterd mede op basis van projecten in het kader van Cultuur en School. Vraag en aanbod worden beter op elkaar afgestemd en museumbezoek maakt vaker deel uit van het reguliere onderwijsprogramma. Ook met de extra impuls op het gebied van erfgoed‐educatie zal in de komende cultuurperiode het bezoek aan musea veel aandacht krijgen binnen het provinciaal cultuureducatiebeleid. Musea vormen belangrijke trekpleisters voor toeristische bezoeken aan Noord‐Holland. Naast een cultuurbehoud, educatieve en recreatieve functie vervullen musea ook een toeristische en dus economische functie. Op de vrijetijdsmarkt is het museum slechts een van de vele aanbieders en krijgt het te maken met een toenemende concurrentie. De bezoeker vraagt steeds meer om unieke en
1
Projectnota 1 emotionele ervaringen die onderscheidend zijn. Ook in musea worden beleving en sfeer steeds belangrijker. Dit vraagt om een andere presentatievorm in musea. Tijdelijke tentoonstellingen zijn nodig om het ‘zappende’ publiek voortdurend tot bezoek te motiveren en aandacht te krijgen in de media wat op zijn beurt weer bezoek genereert. De musea staan voor de uitdaging om door investeringen het bezoekersaantal te verhogen of tenminste te behouden. 1.2 Maatschappelijk knelpunt Om de kwaliteit van de musea te versterken en om beter te voldoen aan de veranderende behoefte en belangstelling van potentiële bezoekers zullen musea moeten gaan investeren. De musea beschikken over onvoldoende eigen middelen en zijn dus afhankelijk van sponsors, fondsen en overheden om dit te kunnen realiseren. 1.3 Doelstelling Kwaliteitsverbetering van musea met minimaal regionaal bereik of uitstraling, die er mede toe leidt dat er meer bezoekers zullen komen. 1.4. Het resultaat Minimaal vijf musea verspreid over de provincie waarvan de kwaliteit is verbeterd en waar meer Noord‐Hollanders en toeristen een bezoek aan brengen. 1.5 Meerwaarde van de investering De museuminfrastructuur in Noord‐Holland wordt verbeterd doordat de culturele schatten beter worden vertoond en bewaard. 1.6 Activiteiten/onderdelen project/deelprojecten Dit project zal worden verwezenlijkt door minimaal 5 musea, die met behulp van een provinciale investeringsbijdrage investeren in verbetering van hun kwaliteit, onder voorwaarde dat zij voldoen aan de criteria die in deze projectomschrijving zijn opgenomen. Sommige musea hebben al plannen ingediend bij de provincie of hebben kenbaar gemaakt dat zij bezig zijn met de planvorming. Hierover hebben gesprekken plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de musea. Initiatieven worden pas voorgedragen ter besluitvorming als de plannen uitgewerkt zijn en de financiële dekking rond is of bijna rond is in het geval de provinciale bijdrage als hefboom kan functioneren voor bijdragen van derden zoals culturele fondsen. 1.7 Betrokken partijen Musea, gemeenten, culturele fondsen, sponsors en in enkele gevallen het rijk. 1.8 Tijdsplanning Besluitvorming over het toekennen van investeringsbijdragen vindt plaats in de periode 2005‐2008. 1.9 Beoordeling initiatieven Elk ingediend initiatief zal door ons worden beoordeeld aan de hand van de criteria die in de volgende paragraaf worden genoemd. Bij een positief oordeel zal het initiatief aan Provinciale Staten worden voorgelegd met het verzoek een door ons voorgestelde bijdrage
2
Projectnota 1 beschikbaar te stellen. Bij een negatief oordeel zullen wij de aanvraag afwijzen, waarover wij Provinciale Staten zullen informeren.
2. TOETSING AAN DE CRITERIA De criteria en hun uitwerking, die in deze paragraaf zijn genoemd, worden gehanteerd bij het beoordelen van aanvragen voor een investeringsbijdrage. De aanvragen hoeven niet voor 100% aan elk van de criteria te voldoen; het gaat om een gewogen beoordeling aan de hand van de mate waarin de aanvragen aan het totaal van de criteria voldoen. 2.1 Dringend knelpunt De kwaliteit van het museum voldoet niet aan de veranderende behoefte en belangstelling van potentiële bezoekers. Als er geen verbeteringen worden aangebracht kan het aantal bezoekers zodanig teruglopen dat het voortbestaan van het museum in gevaar komt. Een museum krijgt de financiering niet rond om de noodzakelijke plannen in voldoende mate te realiseren. 2.2. Kwaliteit van de collectie en het unieke karakter van collectie en/of museum De kwaliteit, de historische en culturele betekenis en de educatieve waarde van wat een museum het publiek wil tonen of wil laten ervaren zijn voor ons belangrijke factoren bij de beoordeling van een initiatief. Verder telt de mate waarin het museum en/of de collectie uniek is in onze provincie, in Nederland of zelfs in de wereld mee bij onze beoordeling. 2.3 Aansluiting bij provinciaal beleid A. Doelstelling van ons provinciaal museumbeleid is het leveren van een bijdrage aan de structurele verbetering van de musea binnen onze provincie, waarbij het accent vooral wordt gelegd op de publiekspresentatie en cultuureducatie. Dit willen wij bereiken door enerzijds ondersteuning te geven vanuit onze uitvoeringsorganisatie Museaal & Historisch Perspectief Noord‐Holland (MHP) en anderzijds door het verlenen van incidentele investeringsbijdragen aan projecten die ten goede komen aan de kwaliteit van de musea. Er worden geen exploitatiebijdragen verleend 1. B. Een belangrijke overweging is verder de bijdrage die een initiatief kan hebben voor de bevordering van het binnen‐ en buitenlands toerisme. C. Alleen musea die nu of op korte termijn aan de basiseisen van het Museumregister voldoen kunnen in aanmerking komen voor ondersteuning vanuit het MHP en provinciale investeringsbijdragen. D. Ook zullen wij bij onze ondersteuning door investeringsbijdragen laten meewegen: • het belang van het museum binnen het totale aanbod van musea binnen onze provincie; • het aantal bezoekers; • de regionale spreiding. 1
Voor kleine investeringen om de kwaliteit van musea te verbeteren is er een deelverordening museumondersteuning en tijdelijke professionele ondersteuning 2001. Op basis hiervan kan een maximale bijdrage verleend worden van € 45.378,‐. Dit instrument is dus niet geschikt om zulke grote verbeteringen te realiseren zoals in het kader van deze Extra Investeringsimpuls mogelijk is. Incidenteel kunnen bepaalde (kleine) onderdelen van de plannen in aanmerking komen voor een bijdrage vanuit deze deelverordening.
3
Projectnota 1 In verband met dit laatste punt geven wij op bladzijde 6 een overzicht van musea, die in de afgelopen jaren investeringsbijdragen hebben ontvangen vanuit het FINH en UNA. 2.4 Duurzame oplossing Door de provinciale investeringsbijdrage wordt de kwaliteit van het museum in brede zin duurzaam verbeterd waardoor verwacht mag worden dat het aantal bezoekers zal toenemen. 2.5 Aard investering De provinciale bijdrage heeft betrekking op verbouwing en nieuwbouw van musea en (her)inrichting van musea in relatie met verbetering van het inhoudelijke aanbod van collectie of in relatie met verbetering van presentatie en educatie. Initiatieven, die alleen of voornamelijk gericht zijn op groot of klein onderhoud van het gebouw komen daardoor niet in aanmerking voor een bijdrage uit de Extra Investeringsimpuls.
2.6 Overstijging lokale niveau De musea die in aanmerking komen voor deze bijdrage hebben minimaal een regionaal bereik of uitstraling. 2.7 Cofinanciering Uitgangspunt is dat de provinciale maximaal 50% bijdraagt in de totale kosten. Cofinanciering komt vanuit de musea zelf en van gemeenten, rijk, culturele fondsen, sponsors en particulieren. 2.8 Uitvoeringsgereed Het initiatief is in een zodanige, laatste fase van voorbereiding, dat de aard, de omvang en de kosten van het initiatief naar het inzicht van dat moment vast staan, dat er een reëel uitzicht is op financiële dekking en dat het daardoor verantwoord is om als provincie een beslissing te nemen op de aanvraag om een investeringsbijdrage. 2.9 Risicoanalyse Er vindt een beoordeling plaats van het risico, dat de investeringsbijdrage niet of niet lang genoeg het gewenste effect zal hebben of zelfs verloren gaat. Gestreefd wordt naar zo groot mogelijke zekerheid, dat de provinciale bijdrage goed wordt benut of niet verloren gaat bij bijvoorbeeld een faillissement van de subsidieontvanger. 2.10 Subsidierelatie Per afzonderlijk initiatief wordt de subsidierelatie met de ontvanger beschreven.
3. FINANCIËN 3.1 Bijdrage provincie onmisbaar in financieringsstructuur Zonder provinciale bijdrage komt het initiatief niet of niet zo volledig als noodzakelijk wordt geacht tot stand. 3.2 De co‐financiers Dit wordt per afzonderlijk initiatief opgegeven.
4
Projectnota 1 3.3 Financiële projectinformatie
à
Raming projectbudget:
€ 7 miljoen
à
Raming oriëntatiefase:
n.v.t
à
Raming voorbereidingsfase:
n.v.t.
à
Raming uitvoeringsfase:
€ 7 miljoen
à
Raming afrondingsfase:
‐
à
Financiële meerjarenplanning:
Voorlopige planning van de uitgaven (kasraming): 2005: € 560.000,‐ 2006: € 3.140.000,‐ 2007: € 1.500.000,‐ 2008: € 1.500.000,‐ 2009: € 300.000,‐
3.4 Consequenties voor resterende gelden Extra Investeringsimpuls Geen
4. VOORLOPIG OVERZICHT VAN MOGELIJKE AANVRAGEN Op grond van de criteria zoals hiervóór zijn genoemd, hebben wij op de volgende bladzijde een voorlopig overzicht gezet van de plannen van musea die op dit moment bij ons bekend zijn en die: • hetzij in voldoende mate voldoen aan de criteria en waarvoor wij heden tevens concrete voorstellen doen om een investeringsbijdrage voor elk van de plannen te reserveren, te weten: Stedelijk Museum, Verzetsmuseum en Geologisch Museum, • hetzij na nadere uitwerking mogelijk in voldoende mate kunnen voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor een bijdrage vanuit deze Extra Investeringsimpuls. De lijst kan aangevuld worden met nieuwe initiatieven die bij ons gemeld worden. Initiatieven, die bij nadere uitwerking niet in voldoende mate kunnen voldoen aan de criteria, zullen van deze lijst worden afgehaald.
5
Projectnota 1
BIJLAGE 1 Overzicht van plannen van musea die mogelijk in aanmerking komen voor een bijdrage vanuit de Extra Investeringsimpuls Museum en plannen Totale kosten Aanvraag c.q. Stand van Zaken in € mogelijke bijdrage provincie Stedelijk Museum 95.000.000,‐ 3.000.000,‐ Aanvraag ingediend en Amsterdam uitvoeringsgereed Nieuwbouw en renovatie bestaand gebouw Verzetsmuseum 756.000,‐ 378.000,‐ Aanvraag ingediend en Amsterdam uitvoeringsgereed Nieuwe afdeling Nederlands‐Indië, vernieuwing entreegebied en invoering Personal Digital Assistants Geologisch Museum 734.434,‐ 322.000,‐ Aanvraag ingediend en Hofland in Laren uitvoeringsgereed Nieuwbouw en herinrichting Marinemuseum Den 745.000,‐ 1) 375.000,‐ 1) In voorbereiding Helder Herinrichting Afdeling Schip en Werf Zuiderzeemuseum 1.452.000,‐ 749.000,‐ 1) In voorbereiding Enkhuizen 1) Aanpak entreegebouw en nieuwe expositie Zaans Museum Zaandam 3.670.000,‐ 1.300.000,‐ 1) In voorbereiding Uitbreiding met 1) Verkadepaviljoen Broekerveiling Langedijk 2.735.000,‐ 665.000,‐ Er wordt een Nieuwbouw en 1) haalbaarheidsonderzoek herinrichting uitgevoerd. Stoomtram Hoorn‐ ?? ? In voorbereiding Medemblik Vernieuwing en verbetering museale presentatie in Hoorn Totaal 106.334.434,‐ 6.847.000,‐ 1) eerste raming
6
Projectnota 1
BIJLAGE 2 Overzicht van musea die tot op heden bijdragen hebben ontvangen vanuit FINH of UNA Naam museum Jaar Bijdrage Zaans Museum, Zaandam 1998 € 1.134.450,‐ ’t Houten Huys, Graft‐De Rijp 2000 € 794.115,‐ Goois Museum, Hilversum 2001 € 1.021.000,‐ Teylers Museum, Haarlem 2002 € 726.048,35 Hermitage, Amsterdam 2002 € 9.075.600,‐ Pest‐ en Dolhuys, Haarlem 2004 € 900.000,‐ Singer Museum, Laren 2005 € 600.000,‐
Titel:Vd 73: Info projecten Musea (bijl. 1) Datum:20-09-2005 Nummer:73
7