Projectomschrijving Project 1_2 (PRJ12)
“Het kantoornetwerk”
Opleiding
:
Software Engineering
Instituut
:
Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek (FHTenL)
Auteur(s)
:
Dessi/Bruinsma
Datum
:
november 2012
Versie
:
1.3
Status
:
Final -1-
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ....................................................................................................................................... - 3 -
2.
Probleemgestuurd onderwijs ...................................................................................................... - 4 Werkwijze bij PGO ........................................................................................................................... - 4 -
3.
De casus ....................................................................................................................................... - 6 De ICT-dienstverlener - ITS Fine ...................................................................................................... - 6 De klant – Jansen & Degenhart ....................................................................................................... - 6 -
4.
Leerdoelen ................................................................................................................................... - 7 -
5.
Wat wordt er van je verwacht? ................................................................................................... - 9 De opdracht ..................................................................................................................................... - 9 Welke middelen heb je ter beschikking? ........................................................................................ - 9 Projectplanning en Deliverables...................................................................................................... - 9 Spelregels ...................................................................................................................................... - 11 De eerste bijeenkomst .................................................................................................................. - 11 Persoonlijke reflectie ..................................................................................................................... - 11 -
6.
Beoordeling ............................................................................................................................... - 13 -
-2-
1. Inleiding ICT (Informatie en Communicatie Technologie) zou zonder de huidige netwerktechniek niet die centrale plaats innemen in bedrijven en organisaties, die het nu inneemt. Het is dan ook belangrijk dat je als software engineer goed thuis bent in de netwerktechnieken. Daarom maak je in het begin van je studie al kennis met de praktijk van het "netwerken". Je leert in deze case hoe je een bedrijfsnetwerk opzet en wat je daarvoor nodig hebt. Je werkt aan de oplossing van een klantprobleem. In de praktijk werk je zelden alleen aan een opdracht. We bereiden je dan ook voor op het werken in teamverband (projectgroepen van 5 a 6 personen). Om een project te laten slagen, is goede communicatie van bijzonder belang. Denk daarbij aan communicatie binnen de projectgroep en daarnaast aan communicatie met de opdrachtgever. Je moet continu blijven controleren of datgene wat je doet ook aansluit bij de wensen en eisen van de klant! Tijdens het project oefen je met de beginselen van het vergaderen en met schriftelijk en mondeling rapporteren. Verder moet je leren om gestructureerd te werk te gaan; dit is binnen een projectgroep noodzakelijk. Om te zorgen dat je een project binnen de beoogde tijd en binnen het beoogde budget kunt afronden, moet je een goed plan maken. Daarmee ben je er nog niet. Vervolgens moet je namelijk goed op blijven letten om te kijken of alles ook werkelijk volgens het gemaakte plan verloopt. Vaak moet dit plan gedurende het project worden bijgesteld, doordat sommige dingen meer tijd kosten dan gedacht. Dit is niet erg. Belangrijk is dat je leert in te schatten of de oorspronkelijk gestelde doelen nog haalbaar zijn en daarnaast dat je altijd je opdrachtgever van de voortgang op de hoogte blijft houden. Tijdens dit project werk je met je team aan een netwerkoplossing voor een middelgroot bedrijf. Uitgangspunt is de verderop beschreven casus, waar de klant zijn probleem toelicht en aangeeft wat van jullie verwacht wordt. De onderwijsmethode die we zullen gebruiken staat bekend onder de naam PGO (ProbleemGestuurd Onderwijs). Lees hierover verder in de volgende paragraaf.
-3-
2. Probleemgestuurd onderwijs Bij veel scholen en universiteiten wordt vandaag de dag probleemgestuurd onderwijs, ook wel PGO genoemd, gegeven. Bij PGO wordt van je verwacht, dat je in staat bent (als groep) zelfstandig te studeren zonder dat je voortdurende vingerwijzingen van een docent nodig hebt. Uitgangspunt is de beschrijving van een probleem dat je samen met een projectgroep gaat oplossen. Hierbij moet je nieuwsgierig zijn en ga je zelf op zoek naar de achtergrond en naar mogelijke oplossingen van het probleem. Bij de oplossing loop je tegen zaken aan waarmee je onbekend of minder bekend bent. Hiervoor moet je zelf op zoek naar studiemateriaal. Wellicht kan iemand uit de groep je verder helpen, misschien moet je echter de boeken in. In de projectgroep leer je met elkaar en van elkaar. PGO-onderwijs heeft een aantal voordelen boven regulier onderwijs:
Door de te verwerven kennis te koppelen aan een concreet probleem, wordt deze kennis beter onthouden en is deze daardoor gemakkelijker toepasbaar in de latere beroepspraktijk. Bij de oplossing van een probleem kan stof aan de orde komen vanuit verschillende vakgebieden. Je leert te leren; je creëert een zelfstandige houding ten opzichte van het eigen leerproces voor nu en voor later. Je leert hoe je praktijkproblemen kunt analyseren en hoe je deze op systematische wijze kunt oplossen. Je leert te werken in teamverband, oftewel samen te werken.
Gedurende dit, en veel toekomstige projecten, werk je probleemgestuurd.
Werkwijze bij PGO Om enige structuur aan te brengen in de wijze waarop je een op te lossen probleem te lijf gaat, wordt vaak gebruik gemaakt van de zogenaamde zevensprong. Bij deze methode doorloop je een aantal fases, die je stapsgewijs dichter bij de oplossing brengen. 1. Confrontatie Tijdens deze fase wordt door ieder groepslid individueel de probleembeschrijving en taakstelling bestudeerd. Dit vindt plaats voorafgaand aan de groepsbijeenkomst. 2. Vaststelling van het probleem Tijdens de eerste bijeenkomst wordt de opdracht met de hele groep gezamenlijk doorgenomen. Iedereen geeft daarbij aan wanneer voor hem of haar zaken onduidelijk zijn, of wanneer er moeilijke of onbekende begrippen zijn tegengekomen. Er wordt gekeken of iemand binnen de groep, met bepaalde voorkennis, verheldering kan brengen. Is dat niet het geval, dan wordt het probleem genoteerd en later uitgezocht / besproken met de klant / besproken met de tutor. Aan het einde van deze fase moet in ieder geval voor iedereen duidelijk zijn wat het probleem is dat opgelost moet worden.
-4-
3. Brainstormen Tijdens deze fase ga je samen zoveel mogelijk ideeën opdoen voor de aanpak / oplossing van het probleem. Vaak is de taak als geheel te groot, en doorloop je deze en volgende fasen meerdere keren voor verschillende deelproblemen. Iedereen brengt in wat hij of zij denkt dat van belang is of wat een bijdrage kan zijn voor een oplossing. Je brengt daarbij elkaar weer op nieuwe ideeën! Heel erg belangrijk is dat geen oordeel over ideeën wordt uitgesproken! Dit doe je namelijk pas in een latere fase. Je zult zien dat dit laatste helemaal niet gemakkelijk is. Een goede brainstorm moet dan ook goed geleid worden. Verder is het belangrijk dat alle ideeën kort (steekwoorden) worden opgeschreven, bijvoorbeeld op een flip-over. Goed brainstormen is een kunst! Kijk bijvoorbeeld op http://www.brainstorming.co.uk/tutorials/howtobrainstorm.html voor de kneepjes van het vak. 4. Inventarisatie Met de groep ga je nu het resultaat van de brainstorm bekijken en bespreken. Je bepaalt samen wat de goede ideeën zijn, die uitgewerkt zullen gaan worden. Je zet op een rijtje welke zaken bij elkaar horen, welke onderwerpen en ideeën verder moeten worden uitgezocht, welke verschillende alternatieven / oplossingen bekeken moeten worden etc. 5. Studietaak Uit de inventarisatie is gebleken welke onderwerpen uit de literatuur bestudeerd moeten worden. Deze onderwerpen worden expliciet benoemd. We noemen dit het formuleren van leerdoelen. Ieder groepslid is verplicht om vóór de volgende bijeenkomst de benoemde onderwerpen te bestuderen. De bijeenkomst kan worden afgesloten. 6. Bespreking Tijdens de volgende bijeenkomst worden de bestudeerde onderwerpen met de groep besproken. Iedereen vertelt wat hij of zij over het onderwerp heeft gevonden. Omdat natuurlijk niet iedereen dezelfde bronnen heeft geraadpleegd, vul je elkaar aan. Nadat je individueel geleerd hebt, leer je nu dus ook nog eens van elkaar. Onduidelijkheden worden opgehelderd en er kan verder gewerkt worden aan de uitwerking / oplossing van het probleem. Naast de inhoudelijke bespreking, plan je natuurlijk ook wat nu de volgende stappen zijn. Wellicht heeft de studie ook weer geleid tot nieuwe ideeën. 7. Uitwerking / Rapportage De ideeën, besproken theorie en gevonden oplossingen worden uitgewerkt. Hierover wordt, zowel schriftelijk als mondeling, gerapporteerd aan de opdrachtgever.
Zoals aangegeven, zal een deel van het proces vaak vele keren herhaald worden, voordat je tot een eindoplossing komt. Een dergelijk proces wordt ook wel een iteratief proces genoemd.
-5-
3. De casus Je bent medewerker van automatiseringsbedrijf ITS Fine. Jansen & Degenhart is een bedrijf dat recentelijk heeft aangeklopt bij ITS Fine, met de vraag om een advies uit te brengen over de kantoorautomatisering.
De ICT-dienstverlener - ITS Fine ITS Fine is een software consultancy firma. Het bedrijf richt zich op de doelgroep van het midden- en kleinbedrijf. Naast adviestrajecten, worden ook volledige implementatietrajecten gedaan. ITS Fine is gespecialiseerd in kantoorautomatisering. De projectgroep vervult de rol van consultant / adviseur. In deze rol ga je de situatie bij Jansen & Degenhart analyseren en in kaart brengen, waarna op basis van de verkregen informatie een voorlopig advies uitgebracht wordt ten aanzien van de kantoorautomatisering. Vervolgens wordt een proof-of-concept van het systeem geïmplementeerd. Tevens wordt een offerte uitgebracht voor de daadwerkelijke realisatie. Om meer duidelijkheid te krijgen over de achtergrond van de problematiek en de exacte eisen en wensen van de klant, voert een tweetal projectleden bij aanvang een gesprek / interview met de klant.
De klant – Jansen & Degenhart Jansen & Degenhart is een makelaarskantoor, dat zich tevens bezighoudt met verzekeringen en hypotheken. Het bedrijf is snelgroeiend; op dit moment telt het 15 medewerkers, verwachting is dat dit aantal de komende jaren zal verdubbelen. Momenteel wordt (van oudsher) nog gebruik gemaakt van een peer-to-peer netwerk. Enkele weken geleden is de harde schijf van de PC van een van de medewerkers gecrasht, waardoor klantgegevens verloren zijn gegaan. De gegevens zijn voor een deel teruggehaald kunnen worden. De dienstverlening aan klanten is echter gedurende 2 dagen nagenoeg onmogelijk geweest. Dit heeft tot veel onbegrip en imagoschade geleid. Voor de directie is dit de trigger geweest om de kantoorautomatisering te moderniseren.
Jansen & Degenhart hebben in een telefoongesprek het volgende aangegeven: -
De ICT infrastructuur moet gemoderniseerd worden; met het oog op de verwachte groei, moet het netwerkbeheer vereenvoudigd worden. Bedrijfskritische gegevens moeten centraal opgeslagen en beveiligd worden, zodat het kwijtraken van gegevens niet meer mogelijk is. De gelegenheid moet worden aangegrepen om met dit project internettechnologie in het bedrijf te introduceren; enerzijds als middel voor externe communicatie (een website voor klanten en partners), anderzijds ten behoeve van de interne communicatie. Hiervoor moet een intranet-applicatie ontwikkeld worden. Tenslotte krijgen medewerkers allen toegang tot het internet.
-6-
-
De recente ervaring heeft geleerd dat verstoring van de bedrijfsvoering rampzalig is; continuïteit van de systemen en daarmee van de bedrijfsvoering hebben zeer hoge prioriteit.
4. Leerdoelen Wat je aan het einde van het project zou moeten kennen en kunnen, is vastgelegd in zogenaamde leerdoelen. Voor dit project gelden de volgende doelen: Nummer Leerdoel 1. De student is in staat om op basis van communicatie met de klant te achterhalen en te documenteren hoe de huidige situatie eruit ziet, wat daarbij het probleem is, en wat eisen, wensen en prioriteiten zijn ten aanzien van de oplossing van het probleem. 2. De student is in staat om op basis van een gesprek met de klant beslissingscriteria te achterhalen en deze duidelijk te formuleren. 3. De student is in staat om verschillende alternatieve oplossingen voor een probleem te geven en kan op basis van door de klant vastgestelde criteria enerzijds en door eigen kennis en inzicht anderzijds, bepalen wat gegeven de situatie de meest geschikte oplossing is / lijkt. 4. De student is in staat om een advies en de onderbouwing daarvan duidelijk en professioneel te presenteren in de vorm van een rapport alsmede door middel van een presentatie. 5. De student is in staat om een realistische schatting te maken van de kosten (materiaal + manuren) voor de uitvoering van een project, en kan deze schatting op professionele wijze presenteren door middel van een offerte. 6. De student is in staat om in teamverband samen te werken, door zich pro-actief op te stellen, kritisch te zijn ten aanzien van eigen en andermans werk, open te staan voor andere ideeën, voldoende inzet en betrokkenheid te tonen en kennis te delen met anderen. 7. De student is in staat om op het eigen functioneren binnen het team en op het functioneren van het team als geheel te reflecteren en zo nodig actie te nemen om dit functioneren te verbeteren. 8. De student is in staat om een projectplanning te maken en om de uitvoering van het project ordentelijk, gecontroleerd en gedocumenteerd te laten verlopen (bijvoorbeeld door duidelijke rollen in het project, gebruik van agenda’s / notulen / activiteitenlijsten etc.). 9. De student leert door middel van en volgens de regels van brainstroming met een groep ideeën te ontwikkelen. 10. De student leert gebruik te maken van virtuele machines en de configuratie daarvan. 11. De student leert netwerkhardware en netwerksoftware te gebruiken en te configureren in een Windows–omgeving 12. De student leert hoe een computersysteem, rekening houdend met klantwensen, op een goede manier kan worden ingericht, geconfigureerd en geïnstalleerd, rekening houdend met verschillende bestandssystemen en partitionering. 13. De student is in staat om een goede, toegankelijke, structuur op te zetten voor de opslag van bedrijfsgegevens. 14. De student is bekend met de begrippen authenticatie en autorisatie, kent de mogelijkheden daarvan, en weet de implementatie aan te passen aan de eisen en wensen van de klant. 15. De student is in staat om de risico’s (in brede zin) van gebruik van computersystemen in -7-
16. 17. 18. 19. 20.
te schatten, en weet daarvoor gepaste beveiligingsmaatregelen te nemen. De student is bekend met begrippen en concepten zoals IP-routing, Subnetmask en gateway. De student is in staat een Windows werkstation in te richten als netwerk-PC die via een server / router internettoegang heeft. De student is in staat een Windows-server in te richten (Domain Controller / IP Router / Active Directory / IIS / DNS / DHCP / website upload via FTP/ DFS) De student is in staat om een kwalitatief hoogwaardig en goed getest systeem op te leveren. Hij kan omgaan met commando’s als ping, tracert, netstat, ipconfig en nslookup. De student is zich bewust van de afhankelijkheid van bedrijven van hun ICT-infrastructuur en weet gepaste maatregelen te nemen die leiden tot hoge beschikbaarheid en continuïteit.
-8-
5. Wat wordt er van je verwacht? De opdracht De opdracht voor dit project is eenvoudig: werk de beschreven casus uit en zorg dat je (probleem gestuurd) samen met jouw projectgroep de klantvraag beantwoordt. Laat daarbij zien dat je (dat geldt voor iedere projectdeelnemer) de gestelde leerdoelen behaalt! Je werkt volgens de methode die bij ITS Fine gebruikelijk is, te beginnen met een klantgesprek. Hiervoor maak je een afspraak met je tutor. Zorg dat je goed beslagen ten ijs komt!
Welke middelen heb je ter beschikking? Voor de praktische uitwerking van de opdracht wordt gebruik gemaakt van zogenaamde virtuele machines. Hiermee kun je softwarematig een fysieke computer ‘nabootsen’. De programmatuur die hiervoor wordt gebruikt heet VMWare. Deze software en de software die je nodig hebt om de voorgestelde klantoplossing te implementeren, wordt op verzoek door jullie tutor (de begeleidend docent) ter beschikking gesteld.
Projectplanning en Deliverables Alle gevraagde op te leveren projectdocumentatie (notulen, agenda’s etc.) en de projectresultaten, worden aan de klant / tutor ter beschikking gesteld via een SVN repository. Alle documenten worden hier in pdf-formaat opgeslagen. De klant ontvangt een offerte die een realistische schatting geeft ten aanzien van de projectkosten (zowel manuren als hard- en softwarekosten). Daarbij wordt een compact adviesrapport (max. 10 A4) opgesteld, waarin zowel de IST- en de SOLL-situatie beschreven worden en waar, op basis van klantwensen, mogelijke oplossingen en alternatieven worden beschreven. Natuurlijk wordt de klant geadviseerd over het te kiezen alternatief. Houd daarbij rekening met datgene wat voor de klant de beste keuze is! Ook wordt in het adviesrapport een plan van aanpak voor de realisatie gepresenteerd. Hierin wordt aangegeven welke activiteiten uitgevoerd moeten worden, wie dat gaat doen, en wanneer bepaalde (tussen)resultaten verwacht kunnen worden. Gedurende het gehele project zul je genoodzaakt zijn om je verder in de theorie en in de praktische toepassing te verdiepen. Dit helpt je om gemaakte keuzes uit te leggen aan en te verantwoorden naar de klant. Bovendien moet je tijdens de eindpresentatie aan je docenten laten zien dat je begrijpt hoe een kantoornetwerk en de bijbehorende concepten functioneren. Het leren kan ook een groepsproces zijn. Wanneer jij je hebt verdiept in een bepaald onderwerp (door het raadplegen van bronnen), dan schrijf je over dit onderwerp een samenvatting in eigen woorden. Deze samenvatting wordt besproken in het team en centraal beschikbaar gesteld. Aan het einde van het project worden de samenvattingen gebundeld. Op deze manier krijgt iedere deelnemer aan het project een kort naslagwerk over netwerktheorie en -praktijk. Uiteraard wordt aangegeven door wie de afzonderlijke samenvattingen gemaakt zijn.
-9-
Tijdens het project zul je veel bronnen moeten raadplegen. Het is natuurlijk niet de bedoeling om klakkeloos tekst uit een boek of van een website over te nemen. Dit zou namelijk plagiaat zijn en dat is, zoals je weet, niet toegestaan. Onder bepaalde voorwaarden mag je wel citeren of je eigen interpretatie maken van een beschikbare tekst. Zorg in ieder geval altijd voor een bronvermelding!
Voor de duidelijkheid hierbij een overzicht van activiteiten en de zogenaamde ‘deliverables’: -
-
-
-
In de eerste projectweek wordt door de docenten een inleiding gegeven over het project en de werkwijze daarbij. Tijdens de eerste projectbijeenkomst wordt een plan van aanpak (zie paragraaf ‘De eerste bijeenkomst’) gemaakt. Dit wordt vóór de tweede bijeenkomst aan de docent overhandigd. In de eerste projectweek wordt een afspraak gemaakt met de klant (begeleidend docent). Deze afspraak moet goed voorbereid worden; het gesprek wordt door 2 studenten gevoerd. Het initiatief ligt bij de studenten. De notulen van dit gesprek worden zo spoedig mogelijk naar de klant gestuurd. Tijdens de eerste drie weken wordt nagedacht over hoe het probleem aangepakt en opgelost kan worden. Resultaat hiervan is een voorlopige offerte en een voorlopig adviesrapport. Tijdens de tussenpresentatie worden deze beide documenten gepresenteerd. Er hoeft nog geen papieren versie ingeleverd te worden. In de tweede helft van het project zal met name gewerkt worden aan de implementatie van een proof-of-concept; resultaat hiervan is een voorbeeldimplementatie die aan de klant getoond kan worden tijdens de klantdemo. Deze demo wordt door twee studenten verzorgd. Tijdens de klantdemo wordt ook het definitieve adviesrapport aan de klant opgeleverd. Aan het einde van het project wordt een presentatie gegeven over het totale verloop, wederom verzorgd door 2 studenten. Tot slot wordt teruggekeken op het project. Je schrijft een persoonlijke reflectie. Verder geef je een peer-beoordeling over verschillende aspecten van samenwerking binnen de groep.
Wat? Afspraak met de klant (2 personen) Plan van aanpak Voorlopige offerte en voorlopig advies Tussenpresentatie Oplevering demo aan klant (door 2 personen) Oplevering adviesrapport voor de klant Projectpresentatie (door 2 personen) Procesdocumentatie (agenda’s / notulen actielijsten) Persoonlijk reflectiedocument Peerweb beoordeling
Wanneer? Uiterlijk… 2e of 3e projectdag Vóór 2e bijeenkomst Laatste bijeenkomst 3e projectweek Gedurende 4e projectweek – rooster volgt tzt Laatste bijeenkomst 7e projectweek Laatste bijeenkomst 7e projectweek Gedurende 8e projectweek – rooster volgt tzt / Na iedere bijeenkomst, vóór aanvang van de volgende bijeenkomst Uiterlijk op de dag van de eindpresentatie Uiterlijk op de dag van de eindpresentatie
Tijdens de klantcontacten en de klantdemo zal niet diep op de theorie ingegeaan worden; deze bijeenkomsten zullen zo realiteitsgetrouw mogelijk plaatsvinden. Tijdens de tussen- en
- 10 -
eindpresentatie daarentegen vertegenwoordigt de docent niet de klantrol, en kun je procesmatige en technisch inhoudelijke vragen verwachten. Het eindverslag van dit project is één document dat bestaat uit drie onderdelen: -
Een offerte Een adviesrapport Een bijlage waarin samenvattingen van de verschillende onderwerpen zijn gebundeld
Spelregels Hoewel je redelijk vrij bent in de manier waarop je het project indeelt (waarbij je echter te allen tijde rekening houdt met de wensen van de klant), gelden enkele regels ten aanzien van aanwezigheid:
Aanwezigheid is verplicht op alle ingeroosterde uren In het geval dat je ziek bent, of om een andere goede reden niet in staat bent om een projectbijeenkomst bij te wonen, dan meldt je dit voorafgaand aan de bijeenkomst aan de groepsleden en (rechtstreeks) aan de tutor. Doe je dit niet of niet tijdig, dan wordt dit als ongeoorloofde afwezigheid beschouwd. Bij ongeoorloofde afwezigheid, of bij meer dan twee keer geoorloofde afwezigheid, krijgt de student geen cijfer voor het deelproject. Of afwezigheid geoorloofd is, is ter beoordeling van de begeleidend docent.
De eerste bijeenkomst Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst neemt iedere deelnemer deze projectomschrijving grondig door. Vervolgens wordt tijdens de bijeenkomst de inhoud hiervan samen met de groep en de tutor besproken. Op basis van het gevraagde wordt een globaal plan van aanpak gemaakt (compact, maximaal twee A4). Let op, het gaat hierbij nog niet primair om de inhoud, maar meer om de manier waarop je als groep te werk gaat (wie heeft welke rol binnen het project, wanneer wordt er vergaderd etc.). Het plan van aanpak wordt voorafgaand aan de tweede projectzitting ingeleverd in de repository. Verder maak je een afspraak met de klant om het probleem verder te bespreken. Voor deze afspraak vaardig je twee studenten uit de groep af. Bij bijeenkomsten wordt uiteraard genotuleerd. De eerste bijeenkomst vindt te allen tijde plaats in bijzijn van de tutor. Vervolgens heb je iedere week tenminste één vergadering, bij voorkeur de eerste van die week, die door de tutor wordt bijgewoond. Maak bij aanvang van het project hiervoor met hem / haar afspraken.
Persoonlijke reflectie Aan het einde van het project maakt iedere deelnemer individueel de balans op door middel van een kort (max. twee A4) zogenaamd reflectiedocument. In zo’n document kijk je terug op hoe het project verlopen is. Hoe is de samenwerking in de groep verlopen? Wat is jouw rol geweest in het project? Ben je tevreden over het verloop van het project? Wat zou je persoonlijk, of als groep, willen verbeteren? Zijn er misschien zaken waarover je erg tevreden bent? Doel is om te kijken naar je - 11 -
eigen functioneren, daaruit lering te trekken, en mogelijk jezelf in een volgend project te verbeteren. Een reflectiedocument is persoonlijk. Dit lever je dan ook via email in bij je tutor.
- 12 -
6. Beoordeling De groep als geheel krijgt een groepscijfer voor het project. In dit cijfer worden de volgende onderdelen beoordeeld: -
Verloop van het proces (planning / vergaderingen etc.) en de documentatie daarvan (30%) Realisatie van de demo-opstelling (wordt beoordeeld bij de klantdemo) (40 %) De tussen- en eindpresentatie van het project (30%)
Elk van bovenstaande onderdelen moet minimaal met een 5.0 gewaardeerd zijn om het eindcijfer te bepalen. Wanneer gevraagde deliverables niet of niet tijdig worden ingeleverd, dan wordt het groepscijfer hierdoor negatief beïnvloed. Het groepscijfer wordt mogelijk individueel bijgesteld op basis van: -
Het al dan niet behalen van de benoemde leerdoelen het persoonlijk functioneren binnen de groep, mede bepaalt door de onderlinge ‘peerweb’ beoordeling. Door middel van het peerwebsysteem kunnen studenten binnen een projectgroep elkaar beoordelen op de punten kwaliteit, kwantiteit, teambekwaamheid en betrouwbaarheid.
Let er op, dat je dit met VMWare moet realiseren. Dit levert voor iedere student een individueel projectdeelcijfer op. Het behalen van de leerdoelen wordt getoetst in het performance assessment, dit betreft: -
Client server configuratie en communicatie
-
Installatie en configuratie van verschillende diensten
-
Gebruikers- en gebruikersgroepenbeheer
Het assessment duurt 2 uur en is individueel en wordt beoordeeld met onvoldoende of voldoende Het eindcijfer voor de student wordt bepaald op basis van het individuele projectdeelcijfer en het resultaat van het assessment, als volgt: If (projectdeelcijfer >=5.5 and assessment is voldoende) then eindcijfer = projectdeelcijfer If (projectdeelcijfer <5.5) then eindcijfer = projectdeelcijfer If (projectdeelcijfer >=5.5 and assessment is onvoldoende) then eindcijfer =4.0
- 13 -
Literatuur: Jeffry R. Shapiro and Jim Boyce, Windows Server 2003 Bible R2 and SP1 edition, Wiley Publishing Inc., 2006
- 14 -