Projectbesluit De Ontdekking
Vastgesteld , Maart 2015
De Ontdekking
2
Inhoudsopgave Ruimtelijke onderbouwing
3
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Projectgebied 1.3 Bestemmingsplan 'Kattenbroek 2006' 1.4 Doelstelling
4 4 4 5 6
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Huidige situatie 2.2 Nieuwe situatie 2.3 Procedure
7 7 8 9
Hoofdstuk 3 Omgevingssaspecten 3.1 Inleiding 3.2 Bodem 3.3 Flora en fauna 3.4 Geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid 3.5 Conventionele Explosieven 3.6 Water 3.7 Archeologie
10 10 10 10 11 11 12 12
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid 4.1 Financiële uitvoerbaarheid 4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
13 13 13
Bijlagen
15
Bijlage 1
Zienswijzennota De Ontdekking
16
3
Ruimtelijke onderbouwing
4
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding Stichting De Alliantie heeft bij burgemeester en wethouders van Amersfoort op 18 december 2013 een planvoorstel ingediend voor een project op het perceel De ontdekking 5 (kadastraal bekend gemeente Amersfoort sectie O nr. 6733 en 7698). Het project betreft een verbouwing van het leegstaande schoolgebouw tot 25 woningen met zorgfunctie. Bij het oorspronkelijke ontwerp van dit gebouw is door de architect Ben van Berkel rekening gehouden met mogelijke toekomstige woonfunctie voor dit gebouw. Nadat dit project door de gemeente Amersfoort haalbaar is geacht, is op 2 mei 2014 de aanvraag omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Kattenbroek 2006'. Met een Wabo projectbesluit kan voor deze aanvraag worden afgeweken van de regels van het geldende bestemmingsplan.
Perceel De Ontdekking 5
1.2
Projectgebied Het projectgebied betreft een perceel in de wijk Kattenbroek. Kattenbroek bevindt zich in het Noorden van Amersfoort, tussen de wijken Hoogland en Zielhorst. Het projectgebied is gelegen in het gedeelte van de wijk tussen de Laan der Hoven Afrikaring, waarbij het perceel begrensd wordt door De Ontdekking, het water langs de Afrikaring, het Labyrinth en door het kunstwerk 'Het Labyrinth'.
5
1.3
Bestemmingsplan 'Kattenbroek 2006' Het project De Ontdekking 5 is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Kattenbroek 2006'. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Amersfoort vastgesteld op 28 februari 2006, goedgekeurd door gedeputeerde staten op 10 juni 2006 en op 25 juli 2007 onherroepelijk geworden.
6
Uitsnede verbeelding bestemmingsplan 'Kattenbroek 2006' Het perceel De Ontdekking 5 heeft volgens het bestemmingsplan 'Kattenbroek 2006' de bestemming 'Maatschappelijke doeleinden' waarbij opvang- en onderwijsvoorzieningen zijn toegelaten. Binnen deze bestemming kunnen geen woningen gebouwd worden. Medewerking verlenen aan de aanvraag betekent hierom dat er een projectbesluit nodig is waarmee wordt afgeweken van het geldende bestemmingsplan.
1.4
Doelstelling Met deze ruimtelijke onderbouwing wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning, waarmee het schoolgebouw verbouwd wordt tot woningen, gemotiveerd. Dit is vereist op grond van artikel 2.12, lid 1, sub a., onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
7
Hoofdstuk 2 2.1
Planbeschrijving
Huidige situatie Op het perceel De Ontdekking 5 staat een mulitfunctioneel gebouw, in gebruik geweest als schoolgebouw voor het basisonderwijs en wordt ook wel De Boomfontein genoemd. Het gebouw dateert uit 1993 en is een ontwerp van Berkel & Bos (UN Studio). De huur van het gebouw is in 2011 opgezegd en dus niet meer als schoolgebouw in gebruik. Momenteel vindt er tijdelijke bewoning plaats (anti-kraak). Het gebouw heeft 16 lokalen verdeeld over 3 verdiepingen. De hoogte van het gebouw is circa 10 meter en de oppervlakte beslaat circa 2100 m² bvo.
8
2.2
Nieuwe situatie Amerpoort is een organisatie die zo'n 2200 mensen met een verstandelijke beperking ondersteunt in de povincies Utrecht, Flevoland en 't Gooi. Van jong tot oud, van licht tot ernstig en meervoudig beperkt. Met 2400 medewerkers en 650 vrijwilligers begeleidt de organisatie hen bij wonen, werken, dagbesteding en vrijetijd. Amerpoort heeft ruim driehonderd locaties en hecht groot belang aan nabuurschap. In De Boomfontein aan De Ontdekking 5 gaat Amerpoort een woonvoorziening vestigen voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Het gebouw wordt hiervoor ingevuld met 14 2-kamer appartementen en 11 studio's, 2 gemeenschappelijke ruimten en ruimte voor begeleiding en ondersteuning. In het woonzorggebouw zal 24 uur per dag begeleiding aanwezig zijn. Hiervoor wordt een kantoor ingericht en een slaapruimte gerealiseerd.
De buitenzijde van het gebouw wordt opgefrist en verder vindt een aantal minimale
9 aanpassingen plaats in verband met het nieuwe gebruik. Zo wordt er een aantal lamellen verwijderd om meer daglichttoetreding en uitzicht te creëren. Het gebouw krijgt naast de bestaande hoofdentree nog een tweede entree via de bestaande deur aan de pleinzijde. Deze entree is bedoeld voor de bewoners van de laagbouw. Het gebouw krijgt twee buiten terrassen, ieder aan een kopzijde van het gebouw. Om het stenen karakter ten de geluidsweerkaatsing te beperken, wordt het plein met groen ingevuld. Op het oostelijk gedeelte va het perceel komt een buitenberging met een oppervlakte van circa 55m² en een hoogte van 3 meter. Langs de randen van het terrein bij het woonzorggebouw worden, zoals de parkeernorm dat eist, 25 parkeerplaatsen aangelegd. Over het algemeen beschikt deze doelgroep bewoners niet over een eigen auto. Dit aantal van 25 is daarmee dan ook ruim voldoende om gelegenheid te bieden aan personeel en bezoekers. De aan te leggen parkeerplaatsen liggen aan de openbare weg en iedereen kan er gebruik van maken.
2.3
Procedure Voor het afwijken van het bestemmingsplan is een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad nodig (artikel 2.12, lid 1 onder a.3 Wabo). Hiervoor moet het plan voorzien zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing. In deze ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond dat plan voldoet aan een goede ruimtelijke ordening en zowel maatschappelijk als financieel uitvoerbaar wordt geacht.
10
Hoofdstuk 3 3.1
Omgevingssaspecten
Inleiding Om te kunnen bepalen of het project in de omgeving past zijn verschillende aspecten beoordeeld. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de verschillende omgevingsaspecten bekeken of de ontwikkeling op deze locatie in te passen is.
3.2
Bodem Volgens het Bro zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid in het projectgebied. Voor de bouw van nieuwe hoofdgebouwen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende nieuwbouw. In dit geval is er geen sprake van nieuwbouw. Het gaat enkel om de wijziging van het gebruik van bestaande bebouwing. Er vindt dan ook geen verstoring van de bodem plaats, zodat nader bodemonderzoek is voor dit project achterwege is gebleven.
3.3
Flora en fauna Bij het opstellen van ruimtelijke plannen is het noodzakelijk te onderzoeken in hoeverre de plannen ten koste gaan van de (aanwezige) flora en fauna. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de 'toets in het kader van gebiedsbescherming' en de 'toets in het kader van soortenbescherming'. De gebiedsbescherming heeft betrekking op de Vogelrichtlijngebieden die het rijk heeft vastgesteld, de Habitatrichtlijngebieden die het rijk bij de Europese Commissie heeft aangemeld, de beschermde natuurmonumenten en de staatsnatuurmonumenten. Ruimtelijke ingrepen die in deze gebieden plaatsvinden dan wel in de nabijheid van beschermde natuurgebieden, moeten worden getoetst op hun effecten op deze gebieden. De toets in het kader van soortenbescherming staat in artikel 75 van de Flora- en faunawet. Bij elk plan dat ingrijpt op standplaatsen van planten of verblijfplaatsen van dieren, dient getoetst te worden op wat het effect is op beschermde soorten, die met name genoemd zijn in de Flora- en faunawet. Binnen het project De Ontdekking 5 is er geen sprake van sloop of kap. Een onderzoek in dit gebied kan daarom achterwege blijven. In de stedelijke stenige omgeving is een aantal soorten te verwachten die bij bouw en/of verbouw in het geding kunnen zijn. Het gaat daarbij om: vleermuizen die een gebouw of spouwmuur gebruiken als verblijfplaats; vogels met een nest dat jaarrond is beschermd. Dit zijn o.a. de huismus en de gierzwaluw. Aanwezigheid van beschermde planten en dieren is geen belemmering voor het realiseren van een bestemming. Wel dient er door compenserende en/of mitigerende maatregelen rekening te worden gehouden met de soort. Als voorbeeld kan gedacht worden aan het inmetselen van neststenen, het inbouwen van vleermuisverblijven en het vergroenen van de omgeving van een gebouw.
11
3.4
Geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid Geluid De school ligt in de directe nabijheid van de Afrikaring en Australiëring. Hier geldt een maximum snelheid van 50 km/u. De overige omliggende wegen hebben een maximum snelheid van 30 km/u. Uit de geluidkartering is af te leiden dat de geluidbelasting aan de zijde van de ring rond de voorkeursgrenswaarde van 48 dB moet liggen (incl. aftrek art. 110g Wgh). De voormalige school is destijds bij de bouw al aangemerkt als een geluidsgevoelige bestemming. Dit betekent dat bij de bouw daarvan al rekening is gehouden met de geluidsbelasting vanwege de ring. Voor het binnenniveau betekent een gevelbelasting van 53 dB (excl. aftrek art. 110 Wgh) dat met een minimale gevelwering van 20 dB al wordt voldaan aan de eisen. De 30 km/u wegen zullen nog een lagere geluidsbelasting opleveren. Luchtkwaliteit De 'Wet luchtkwaliteit' is opgenomen in de Wet milieubeheer onder hoofdstuk 5, titel 2. De kern van de Wet luchtkwaliteit bestaat uit luchtkwaliteitseisen voor de buitenlucht die in bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn vastgelegd. Uit de Wet volgt dat een voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is indien in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. Er worden geen grenswaarden voor de luchtkwaliteit overschreden; 2. Er treedt geen verslechtering van de luchtkwaliteit op, of er vindt per saldo een verbetering van de luchtkwaliteit plaats door compenserende maatregelen; 3. De voorgenomen ontwikkeling draagt niet in betekenende mate (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging; 4. De voorgenomen ontwikkeling is onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL). Het project De Ontdekking 5 betreft het verbouwen van een voormalige school naar een woongebouw met 25 wooneenheden (studio's en 2-kamer appartementen). Er is met het nieuwe gebruikt ter plaatse ten opzichte van het vorige gebruik als school zeker geen sprake van een toenemende verkeersaantrekkende werking. Geconcludeerd mag worden dat deze ontwikkeling beschouwd wordt als NIBM zodat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt. Externe Veiligheid Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid te worden gekeken naar de volgende twee aspecten: bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid; vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen. Deze aspecten zijn voor het voorliggende project niet aan de orde. Het aspect externe veiligheid vormt dan ook geen belemmeringen voor het wijzigen de functie van het schoolgebouw naar woningen met zorg.
3.5
Conventionele Explosieven De gemeente Amersfoort heeft voor haar gehele beheergebied een Historisch
12 Vooronderzoek laten uitvoeren om in een vroeg stadium belanghebbenden te kunnen informeren over potentiële risico's. Uit dit onderzoek blijkt dat er een verhoogde kans bestaat dat er op de locatie geschutsmunitie aanwezig is uit WOII. Dit betekent dat bij civieltechnische werkzaamheden er een verhoogd risico kan ontstaan voor de veiligheid. In dit kader is aan de hand van de gegevens over de concrete werkzaamheden onderzocht in hoeverre het noodzakelijk is om een projectgebonden risico analyse (PRA) uit te voeren. Op het perceel wordt aan de rand van het speelterrein bestrating opgenomen en er worden extra parkeerplaatsen aangelegd. Het terrein wordt gedeeltelijk herbestraat en er wordt een lichte geprefabriceerde fietsenstalling worden geplaatst. Voor de nutsvoorzieningen en riolering wordt gebruik gemaakt van de bestaande aansluitingen. De aanwezige beplanting blijft gehandhaafd, langs de hekken worden extra hagen geplaatst. Op basis van deze gegevens is geconcludeerd dat er geen PRA uitgevoerd hoeft te worden. Voorwaarde hierbij is wel dat er tijdens de werkzaamheden niet afgeweken wordt van deze planning. Zowel verticale als horizontale afbakening zijn hier van belang. Mocht zich hierin toch een wijziging voordoen, dan kan dit alsnog leiden tot een noodzakelijke PRA.
3.6
Water Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld. Een wateradvies is vereist wanneer er sprake is van een toename van verharding van 1000 m² of meer. In dit geval neemt de oppervlakte van verharding niet toe. Een formeel advies van de waterbeheerder is daarom niet nodig. Het element water vormt geen belemmering voor het project.
3.7
Archeologie Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (als onderdeel van de Monumentenwet 1988) in werking getreden. Hiermee zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta (1992) in de Nederlandse wetgeving opgenomen. In lijn met de archeologiewetgeving is de Amersfoortse ABP-kaart omgezet in een archeologische beleidskaart waar per gebied wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met de archeologie bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen/ bodemverstorende projecten (28 september 2010 vastgesteld door de gemeenteraad). Het perceel De Ontdekking 5 ligt in een gebied dat volgens de Archeologische Beleidskaart Gemeente Amersfoort is aangeduid als een gebied met een lage archeologische verwachting. Hiervoor geldt dat voor bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 10.000 m² en dieper dan 30 cm, vooraf een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. In dit geval vinden er geen bodemingrepen plaats met een oppervlakte van meer dan 10.000 m², dieper dan 30 cm. Archeologisch onderzoek kan voor dit plan daarom achterwege blijven.
13
Hoofdstuk 4 4.1
Uitvoerbaarheid
Financiële uitvoerbaarheid Gemeenten zijn op grond van de Wro verplicht om de kosten van de grondexploitatie te verhalen. Ingeval de gemeente de uitgeefbare gronden in eigendom heeft, vindt verhaal van de kosten van de grondexploitatie plaats door verkoop van bouwrijpe grond. Ingeval de gemeente niet over de gronden beschikt, kan de gemeente een overeenkomst over grondexploitatie aangaan waarbij de grondeigenaar zich verbindt de kosten van grondexploitatie aan de gemeente te voldoen. Indien het niet mogelijk is het kostenverhaal bij overeenkomst te verzekeren, dient er, gelijktijdig met het bestemmingsplan, een exploitatieplan vastgesteld te worden. In dat laatste geval worden de kosten van de grondexploitatie verhaald door een financiële voorwaarde aan de omgevingsvergunning te verbinden. Kostenverhaal met behulp van een exploitatieplan wordt het verplichte kostenverhaal genoemd, in tegenstelling tot het vrijwillige kostenverhaal bij overeenkomst. Overeenkomsten die tot stand komen voorafgaand aan de vaststelling van een exploitatieplan worden anterieure overeenkomsten genoemd. Ook na vaststelling van een exploitatieplan is het mogelijk een overeenkomst over grondexploitatie aan te gaan. Laatstbedoelde overeenkomsten worden posterieure overeenkomsten genoemd. Met de initiatiefnemer is een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst kan worden aangemerkt als een anterieure overeenkomst. Op grond van deze overeenkomst komt de ontwikkeling en realisatie van het project in beginsel voor rekening en risico van de ontwikkelaar. De door de gemeente gemaakte en te maken plan- en apparaatskosten evenals de mogelijk uit te keren tegemoetkomingen in schade (planschade) worden door de ontwikkelaar aan de gemeente vergoed. Het project is vanuit gemeentelijk perspectief financieel en economisch uitvoerbaar.
4.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid 4.2.1 Overleg Op grond van de artikelen 6.18 Bor en 3.1.1. Bro wordt over een project overleg gepleegd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Bij de transformatie van het schoolgebouw naar wonen met zorg zijn echter geen belangen van andere gemeenten, waterschappen en diensten van provincie en Rijk betrokken. Het overleg met hen is hierom achterwege gelaten.
4.2.2 Betrokkenheid buurtbewoners De Alliantie heeft in het voortraject vooraafgaand aan de definitieve aanvraag omgevingsvergunning op diverse manieren contact gehad met de buurtbewoners. Nadat de samenwerking met Amerpoort gezocht is, is de buurt via diverse nieuwsbrieven geïnformeerd over de plannen en eind heeft De Alliantie een informatiebijeenkomst georganiseerd. De opkomst was goed, meer dan 50% van de buurtbewoners was aanwezig. Er is tussen De Alliantie, Amerpoort, de gemeente Amersfoort en de buurtbewoners interactief gesproken over de plannen en er zijn veel vragen beantwoord. De resultaten van de avond zijn per nieuwsbrief teruggekoppeld aan alle buurtbewoners.
14 Bij de planvoorbereiding is vanuit de buurtbewoners een meedenkgroep van 4 leden samengesteld die als actieve gesprekspartner heeft gefungeerd. De inbreng van deze groep op het gebied van ingangen, postbussen, terreininrichting en de locatie van de parkeerplaatsen is verwerkt in de plannen. De definitieve aanvraag is 20 mei 2014 tijdens een inloopavond aan de buurt gepresenteerd, met het doel om vragen te beantwoorden en de ontzorgen. Ook de inhoudelijke informatie over deze avond is weer via een nieuwsbrief in de buurt verspreid. Geconcludeerd kan worden dat er zeker draagvlak is voor het project in de buurt. Rond de esthetische plannen zijn er nauwelijks opmerkingen omdat het gebouw opgefrist wordt en de buitenruimte aangepakt. De populaire hangplek bij de onderdoorgang ondergaat een wijziging om het hangen te ontmoedigen. Deze punten zijn goed ontvangen in de buurt. Rondom de doelgroep leefden er vragen, welke zo goed mogelijk beantwoord zijn. Dit neemt echter niet weg dat niet iedereen blij is met de komst van deze doelgroep naar de wijk. Ondanks deze bedenkingen zijn wij toch van mening dat dit project als maatschappelijk uitvoerbaar beschouwd mag worden.
4.2.3 Terinzagelegging Het Wabo projectbesluit heeft samen met de verklaring van geen bedenkingen en de ontwerp omgevingsvergunning vanaf 16 oktober gedurende een periode van 6 weken voor iedereen ter inzage gelegen, zoals dit is voorgeschreven in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht. Tijdens deze termijn is gelegenheid geboden om zienswijzen in te dienen. Er zijn 13 zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien in de Zienswijzennota De Ontdekking (zie Bijlage 1). Deze nota maakt samen met deze ruimtelijke onderbouwing onderdeel uit van het besluit van de raad om de verklaring van geen bedenkingen te verlenen evenals het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning.
15
Bijlagen
16
Bijlage 1 Zienswijzennota De Ontdekking
Zienswijzennota De Ontdekking 5 #4853003
1
A
2
Zienswijzennota De Ontdekking 5 Behorend bij het raadsvoorstel en –besluit tot vaststelling van het projectbesluit De Ontdekking 5 Februari 2015
3
Inhoud 1.
INLEIDING ................................................................................................................................................ 5 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
2.
ZIENSWIJZEN: SAMENVATTING EN BEOORDELING ................................................................................... 6 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11. 2.12. 2.13.
3.
ALGEMEEN ................................................................................................................................................ 5 STATUS ZIENSWIJZENNOTA ........................................................................................................................... 5 LEESWIJZER ............................................................................................................................................... 5 PROCEDURE VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN ........................................................................................... 5 INGEKOMEN ZIENSWIJZEN EN ONTVANKELIJKHEID .............................................................................................. 6
DE HEER A.A. H. TE AMERSFOORT ................................................................................................................. 6 DE HEER W.T.J. A. TE AMERSFOORT .............................................................................................................. 8 DE HEER F. F. TE AMERSFOORT ..................................................................................................................... 9 J. M VAN D. EN V.J.J. R. TE AMERSFOORT .................................................................................................... 11 DE HEER M.P.E. H. TE AMERSFOORT ........................................................................................................... 13 MEVROUW M.A.H. H. TE AMERSFOORT ..................................................................................................... 16 DE HEER J. P. H. TE AMERSFOORT ............................................................................................................... 17 F. P. TE AMERSFOORT ............................................................................................................................... 19 MEVROUW Y. H. TE AMERSFOORT .............................................................................................................. 20 MEVROUW G.H.G. Z.-K. TE AMERSFOORT .................................................................................................. 21 DE HEER R. B. EN MEVROUW M. B.-VD B. TE AMERSFOORT ............................................................................ 22 R.J. P. TE AMERSFOORT............................................................................................................................. 23 DE HEER L. K. EN MEVROUW H. K. TE AMERSFOORT ....................................................................................... 25
CONCLUSIE............................................................................................................................................. 28 3.1.
WIJZIGINGEN NAAR AANLEIDING VAN ZIENSWIJZEN.......................................................................................... 28
4
1.
Inleiding
1.1.
Algemeen Woningcorporatie De Alliantie heeft een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het transformeren van het voormalig schoolgebouw op het perceel De Ontdekking 5 naar een woongebouw met zorgfunctie. Daarbij gaat het om 14 appartementen (type 2-kamer) en 11 studio’s geschikt voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Naast de wooneenheden komen er 2 gemeenschappelijke ruimten en een ruimte voor begeleiding en ondersteuning. In het woonzorggebouw zal 24 uur per dag begeleiding aanwezig zijn. Hiervoor wordt een kantoor ingericht en een slaapruimte gerealiseerd.
1.2.
Status zienswijzennota In de voorliggende zienswijzennota ‘De Ontdekking 5’ worden de zienswijzen behandeld die zijn ontvangen over het besluit om af te wijken van het geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’. De zienswijzennota maakt integraal onderdeel uit van het besluit van de raad over de vaststelling van de verklaring van geen bedenkingen.
1.3.
Leeswijzer De zienswijzennota bestaat uit drie hoofdstukken. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de ingekomen zienswijzen, de ontvankelijkheid daarover en beschrijft de verdere procedure. In hoofdstuk 2 zijn alle zienswijzen samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. Hoofdstuk 3 bevat de conclusie door het weergeven van een overzicht van de wijzigingen die bij het besluit tot verlening van de verklaring van geen bedenkingen worden doorgevoerd. Veel van de zienswijzen hebben betrekking op dezelfde bezwaren. Er is voor gekozen om bij de beantwoording per zienswijze op al die afzonderlijke bezwaren te antwoorden. Dat betekent dat bij de beantwoording op veel plaatsen een vergelijkbare tekst is opgenomen. Daarmee is deze zienswijzennota weliswaar wat omvangrijker geworden, met op diverse plaatsen “herhalingen” van tekstbijdragen, maar is het voor reclamanten gemakkelijker om het gemeentelijke antwoord op hun zienswijze terug te lezen zonder steeds elders (in een bijlage of bij de algemene beantwoording van veel voorkomende bezwaren) in de tekst van de nota daarnaar te moeten “zoeken”.
1.4.
Procedure verklaring van geen bedenkingen De procedure voor het verlenen van een verklaring van geen bedenkingen in het kader van een omgevingsvergunning is geregeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De aanvraag om een omgevingsvergunning wordt onderbouwd met een goede ruimtelijke onderbouwing ( 2.12, lid 1, sub a, onder 3 Wabo). Bovendien is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard (zienswijzenprocedure). Zienswijzenronde De ontwerpverklaring van geen bedenkingen en de ontwerp-omgevingsvergunning hebben na publicatie in de Stadsberichten en de Staatscourant met ingang van 16 oktober tot en met 26 november 2014 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn kon iedereen schriftelijk of mondeling een zienswijze indienen. Vaststelling Na de zienswijzenronde beslist de gemeenteraad over de vaststelling van de verklaring van geen bedenkingen. De gemeenteraad weegt hierbij de ontvangen zienswijzen mee. Nadat de gemeenteraad is overgegaan tot verlening van de verklaring van geen bedenkingen wordt de omgevingsvergunning verleend. Op grond van artikel 6.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), treedt het besluit onmiddellijk in werking na publicatie van de verleende vergunning. 5
Beroep Tegen het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank Utrecht. Tegen een afgegeven verklaring van geen bedenkingen is geen afzonderlijk beroep mogelijk. 1.5.
Ingekomen zienswijzen en ontvankelijkheid De ontwerp-omgevingsvergunning heeft samen met de ontwerp-verklaring van geen bedenkingen van donderdag 16 oktober tot en met woensdag 26 november 2014 ter inzage gelegen. Dit betekent dat 26 november de laatste dag was waarop de zienswijzen verzonden kon worden. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn er 13 schriftelijke zienswijzen ingekomen. Er zijn geen mondelinge zienswijzen kenbaar gemaakt. Alle zienswijzen zijn binnen de wettelijke termijn ingekomen, ondertekend en inhoudelijk onderbouwd. Dit betekent dat alle zienswijzen ontvankelijk zijn.
2.
Zienswijzen: samenvatting en beoordeling In dit hoofdstuk zijn alle ingekomen zienswijzen samengevat en van een beoordeling voorzien. Hierbij is de beoordeling steeds cursief weergegeven.
2.1.
De heer A.A. H. te Amersfoort Samenvatting
1. Het gebruik van het gebouw als school op weekdagen tussen 08:00 en 15:00 wijzigt naar een permanente bewoning door 25 licht verstandelijk beperkte bewoners en hun begeleiders. 2. De doelgroep trekt ongewenste bezoekers aan. 3. De Amerpoort voelt zich niet verantwoordelijk voor eventuele overlast rond het pand. 4. Verkeersdrukte in de straat neemt toe. De buurt heeft maar één ontsluitingsroute. Voorgesteld wordt om een tweede toegangsweg open te stellen. Ook voor de veiligheid van buurtbewoners en de toegankelijkheid van hulpdiensten. 5. Er is straks sprake van overlast door inkijk vanuit het woongebouw in de woonkamer en slaapkamers. Dit bemoeilijkt de verkoop van de woning en vermindert de waarde. 6. In tegenstelling tot hetgeen de planschade-analyse concludeert, is er wel degelijk schade te verwachten (zie punt 5). 7. De geplande parkeerplaatsen zijn erg klein en kunnen door de breedte van de weg moelijk gebruikt worden. De plaatsen bij de nrs. 40 en 42 zijn te dichtbij de onderdoorgang bedacht. Dit vormt een groter veiligheidsrisico voor fietsers en voetgangers dan de aanwezige parkeerplaatsen. Deze liggen in de rijrichting van de weg. 8. De onderdoorgang is niet volledig ‘hangjongeren onvriendelijk’. Voorgesteld wordt om de stoep aan de kant van de nis om te zetten naar rijbaan, zodat hier niet meer gehangen kan worden. Ook wordt het hierdoor mogelijk dat auto’s elkaar kunnen passeren en fietser een veiligere bocht kunnen maken naar De Ontdekking.
Beoordeling 1. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. De toegelaten functies zijn dus veel breder dan een gebruik als school alleen. Ook staat deze bestemming volledig los van 6
tijd, wat betekent dat er nu ook in de avonduren, weekenden en vakanties activiteiten kunnen plaatsvinden. Een vergelijking van een gebruik tussen 8:00 en 15:00 met een permanente woonfunctie is dan ook geen juiste. Er moet worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden ter plaatse. Met dat als uitgangspunt zijn wij van mening dat het gebouw met de bewoning minder intensief gebruikt wordt dan wat in de geldende planologisch juridisiche situatie al is toegelaten. 2. De stelling dat de doelgroep ongewenste bezoekers aantrekt wordt door reclamant niet nader onderbouwd. Dit betekent dat hier niet inhoudelijk op kan worden ingegaan. 3. In de nieuwe situatie is 24-uurs begeleiding aanwezig om de toekomstige bewoners te begeleiden. Deze begeleiding is eveneens verantwoordelijk voor wat er in het pand en op het terrein van het pand gebeurt. Wij gaan er echter niet vanuit dat bewoning van dit pand leidt tot overlast. Mochten zich onverhoopt toch incidenten voordoen op het terrein van het pand, dan kan de Amerpoort daar verantwoordelijk voor worden gesteld. Dit geldt niet voor incidenten in het openbaar gebied, dat is een taak voor de politie, wijkagent, jongerenwerker of andere professional. 4. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. Er is dan ook geen aanleiding om extra ontsluitingen te realiseren als gevolg van deze ontwikkeling. Met de hulpdiensten is regulier overleg over de uitrukroutes die worden gebruikt. Door hen wordt regelmatig proef gereden, zodat kan worden beoordeeld of deze routes voldoen. Er zijn wat de hulpdiensten betreft geen problemen op de uitrukroutes in deze buurt. 5. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Dit geldt ook voor de inpassing als toekomstig woongebouw in de omgeving. De nu voorliggende transformatie naar woongebouw is dus een voorziene ontwikkeling voor omwonenden en geen verrassing. Tussen de woning van reclamant en het toekomstige woongebouw zit een afstand van minimaal 15 meter. Dit is een zeer gangbare maat tussen woningen onderling of woningen en appartementen, zoals hier het geval is. Ter vergelijking noemen we de appartementen tussen Het Ven en De Panne en tussen Het Haf en De Lagune. Dat er zicht is vanuit de appartementen naar de woningen en vice versa is inherent aan een woonomgeving. Ook vanuit de voormalige school bestond er al zicht op de woningen. De functiewijziging van het gebouw veroorzaakt naar onze mening geen extra overlast voor reclamant voor wat betreft inkijk waardoor sprake zou zijn van een onevenredige aantasting van het woongenot. 6. Een planschaderisicoanalyse heeft als doel om bij een initiatief inzicht te krijgen in het risico op planschade als gevolg van een project. Deze inschatting is onder meer van belang bij het vaststellen van de financiële uitvoerbaarheid van een project. De gemeente beoordeelt deze 7
analyse, waarbij gekeken wordt of er geen sprake is van onjuistheden of conclusies die niet aannemelijk zijn. In het geval van een concrete aanvraag wordt definitief vastgesteld of er sprake is van planschade. De planschaderisicoanalyse concludeert dat voor voorliggend project geen risico’s op planschade aanwezig zijn. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 7. De parkeerplaatsafmetingen zijn in overeenstemming met de voorgeschreven normen uit de Bouwverordening. De maat voor een parkeerplaats is 2,50m bij 5m. De aan te leggen parkeerplaatsen voldoen aan deze norm. Ook is er voldoende afstand tot de onderdoorgang. De rijbaanbreedte is voldoende om de parkeerplaatsen in- en uit te rijden. Wanneer er op de rijbaan auto’s staan is deze ruimte om in- en uit te rijden inderdaad beperkt. De meeste woningen hebben parkeren op eigen terrein. Waarnemingen in de praktijk wijzen uit dat er nauwelijks auto’s op de rijbaan geparkeerd staan. De verwachting is dat bewoners rekening houden met de haakse plaatsen en er dus de volledige rijbaanbreedte is om in- en uit te parkeren. Is die ruimte er niet, dan zal een automobilist nog steeds in- en uit kunnen rijden, maar wel extra moeten ‘steken’. Overigens is de parkeerdruk in deze buurt niet hoog en zijn er voldoende alternatieven beschikbaar. De auto kan misschien niet altijd voor of in de directe nabijheid van de eigen woning geparkeerd worden, maar wel binnen de geaccepteerde loopafstand tussen parkeerplaats en woning. Deze is vastgesteld op 150 meter. 8. Het is juist dat de onderdoorgang uitnodigt om in gebruik genomen te worden door de
zogenaamde ‘hangjongeren’. Dit staat echter los van het gebruik van het voormalige schoolgebouw. Om het gebruik als ‘hangplek’ te ontmoedigen is het zaak om deze plek zorgvuldig in te richten en te verlichten. De Alliantie heeft inmiddels maatregelen getroffen om de zitmogelijkheden te ontmoedigen. Zo is het hek dat halverwege de trap staat, onderaan gezet en is de ruimte onder de onderdoorgang dichtgezet. Overigens is het voorliggende besluit niet het juiste instrument om dit type overlast mee te bestrijden. Het is heel belangrijk om daarvan melding te doen bij de politie of bij het meldpunt woonomgeving van de gemeente Amersfoort zodat daar adequaat tegen opgetreden kan worden. 2.2.
De heer W.T.J. A. te Amersfoort Samenvatting
1. Het wordt een andere woonbestemming dan oorspronkelijk bij de bouw is voorgespiegeld. 2. Het betreft een kwetsbare doelgroep die mogelijk nog meer overlastgevende (randgroep)jongeren aantrekt. 3. Waardevermindering van de woning. 4. Verhoging van de verkeersonveiligheid door grotere verkeersdrukte in de smalle toegangswegen.
8
Beoordeling 1.
Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Wie er vervolgens in het gebouw gaat wonen is niet relevant voor de verdere besluitvorming. Zowel de traditionele als de iets minder traditionele woonvormen vallen alle onder het begrip wonen. Planologisch wordt hier geen onderscheid in gemaakt. Beoordeeld is of het gebruik als woongebouw past in deze omgeving, met een positieve uitkomst als resultaat.
2.
De stelling dat de doelgroep ongewenste bezoekers aantrekt wordt door reclamant niet nader onderbouwd. Dit betekent dat hier niet inhoudelijk op kan worden ingegaan. Overigens ligt nergens vast dat het volledige gebouw door jongeren bewoond gaat worden.
3. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 4. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van
de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. 2.3.
De heer F. F. te Amersfoort Samenvatting
1. Parkeeroverlast doordat het aantal geplande parkeerplaatsen ontoereikend is voor het aantal bewoners, begeleiders en bezoekers. 2. De veranderende verkeersdrukte is onvoldoende onderzocht en uitgewerkt in het besluit en de veranderende verkeersintensiteit is niet verkeerskundig onderbouwd. 3. Onveilige situaties voor (school)kinderen door de nauwe, onoverzichtelijke doorgang aan de laan der Winden voor het autoverkeer. 4. Het aantrekkende verkeer levert geluidsoverlast voor de omgeving (pieken, dus niet langtijdgemiddelden). 5. Ervaring met de doelgroep elders heeft geleid tot drugsoverlast. De Amerpoort neemt geen verantwoordelijkheid voor wat er buiten het gebouw gebeurt. 9
6. Door de doelgroep wordt de leefbaarheid van de straat/wijk minder. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de daling van de woningprijzen als gevolg hiervan. 7. Van verdere beperkingen van zorgdoeleinden dan deze doelgroep is geen sprake in het besluit. Mogen drugsverslaafden en asielzoekers zich hier ook vestigen? Beoordeling 1. De geldende parkeernorm schrijft voor dit project een aanleg van 25 parkeerplaatsen voor, welke ook daadwerkelijk worden aangelegd. Dit aantal is toereikend, zeker nu er ook veel bewoners zullen zijn die geen auto bezitten. Verder is het zo dat de parkeerdruk in deze buurt niet hoog is en er voldoende alternatieven beschikbaar zijn. De auto kan misschien niet altijd voor of in de directe nabijheid van de eigen woning geparkeerd worden, maar wel binnen de geaccepteerde loopafstand tussen parkeerplaats en woning. Deze is vastgesteld op 150 meter. Van parkeeroverlast zal naar onze mening dan ook geen sprake zijn. 2. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. 3. Vanaf de Laan der Hoven, komt het bestemmingsverkeer via de Laan der Winden dit deel van de wijk in om via Het Labyrinth of De Ontdekking naar de eindbestemming te rijden. Zoals onder punt 2 gesteld, vermindert het aantal verkeersbewegingen met deze functiewijziging en vinden ze meer gespreid plaats. Van doorgaand verkeer is op deze wegen geen sprake. Er is geen aanleiding voor infrastructurele aanpassingen. Ook de toegang via de Laan der Winden is breed genoeg om het bestemmingsverkeer te verwerken. De functiewijziging maakt dat niet anders. Het is overigens bekend dat een smaller wegprofiel de automobilist dwingt tot een aangepaste snelheid, wat de veiligheid voor fietsers juist ten goede komt. 4. Zoals hiervoor gesteld, vermindert het aantal vervoersbewegingen en is er sprake van een betere spreiding van het autoverkeer over de dag. Bij een school treden er echte pieken in het geluid van verkeer op rond het begin en einde van de schooltijden. Meer spreiding van het verkeer maakt dat het geluid ook gelijkmatiger verdeeld wordt. Dit maakt dat er geen aanleiding is om te vrezen voor geluidoverlast. 5. De stelling dat een vergelijkbare doelgroep elders voor drugsoverlast heeft gezorgd, houdt niet in dat dit hier ook het geval zal zijn. Er is voor ons ook geen enkele aanleiding om hier voor te vrezen. Op dit punt gaan we dan ook niet verder inhoudelijk in. In de nieuwe situatie is 24-uurs begeleiding aanwezig om de toekomstige bewoners te begeleiden. Deze begeleiding is eveneens verantwoordelijk voor wat er in het pand en op het terrein van het pand gebeurt. Zoals gezegd gaan we er niet vanuit dat bewoning van dit pand leidt tot overlast. Mochten zich onverhoopt toch incidenten voordoen op het terrein van het pand, dan kan de Amerpoort daar verantwoordelijk voor worden gesteld. Dit geldt niet voor incidenten in het openbaar gebied, dat is een taak voor de politie, wijkagent, jongerenwerker of andere professional. Wanneer u overlast ondervindt, kunt u daarvan melding doen bij de politie 10
of bij het meldpunt woonomgeving van de gemeente Amersfoort zodat daar adequaat tegen opgetreden kan worden. 6. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 7. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw,
wordt een zich danaandienend concreet voorstel beoordeeld of dat haalbaar wordt geacht. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Voor het nu voorliggende besluit is het verder niet relevant om te onderzoeken wat in de toekomst al dan niet haalbaar is. 2.4.
J. M van D. en V.J.J. R. te Amersfoort Samenvatting
1. Het extra aanbod van verkeer zorgt voor problemen voor wat betreft de verkeerssituatie. Het hofje is via 1 smalle, onoverzichtelijke toegang bereikbaar. 2. 25 woningen voor deze bijzondere doelgroep, die vaker dan gemiddeld aangeproken moeten worden op hun gedrag, is wel wat veel voor deze buurt. 3. Toezicht van begeleiders beperkt zich tot in het gebouw, daar buiten houdt de politie toezicht. Voorgesteld wordt om in de beginperiode voor extra begeleiding te zorgen totdat een stabiele situatie bereikt is. 4. De vrees bestaat dat de doelgroep de komst van ongewenste groepen aantrekt zoals loverboys en drugsdealers. Ook op dit punt is extra begeleiding naar een stabiele situatie gewenst. 5. Planschade. Het ontwerpbesluit heeft een prijsverlagend effect op de waarde van de woningen. Dit moet gecompenseerd worden. 6. Is het niet slimmer om een doorgang te maken van Het Labyrinth naar De Ontdekking, tussen de school en het kunstwerk door (net als in 1994-1998) met aan weerszijden parkeerplaatsen. 7. Waarom wordt de fietsenstalling 3 meter hoog. 8. Voorgesteld wordt om na 2 jaar te evalueren, met daarbij de mogelijkheid voor de buurt om aanpassingen aan het plan door te voeren (bv. minder bewoners, vaste bewoners e.d.). Beoordeling 1. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal 11
voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. Vanaf de Laan der Hoven, komt het bestemmingsverkeer via de Laan der Winden dit deel van de wijk in om via Het Labyrinth of De Ontdekking naar de eindbestemming te rijden. Zoals gesteld, vermindert het aantal verkeersbewegingen met deze functiewijziging en vinden ze meer gespreid plaats. Van doorgaand verkeer is op deze wegen geen sprake. Er is geen aanleiding voor infrastructurele aanpassingen. Ook de toegang via de Laan der Winden is breed genoeg om het bestemmingsverkeer te verwerken. De functiewijziging maakt dat niet anders. 2. De stelling dat de doelgroep vaker dan gemiddeld aangesproken moet worden op hun gedrag wordt door reclamant niet nader onderbouwd. Dit betekent dat hier niet inhoudelijk op wordt ingegaan. 3. In de nieuwe situatie is 24-uurs begeleiding aanwezig om de toekomstige bewoners te begeleiden. Deze begeleiding is eveneens verantwoordelijk voor wat er in het pand en op het terrein van het pand gebeurt. Wij gaan er echter niet vanuit dat bewoning van dit pand leidt tot overlast. Mochten zich onverhoopt toch incidenten voordoen op het terrein van het pand, dan kan de Amerpoort daar verantwoordelijk voor worden gesteld. Dit geldt niet voor incidenten in het openbaar gebied, dat is een taak voor de politie, wijkagent, jongerenwerker of andere professional. Op voorhand is er geen aanleiding voorde inzet van extra begeleiding of toezicht. Wanneer overlast wordt ervaren, kan daar melding van gedaan worden de politie of bij het meldpunt woonomgeving van de gemeente Amersfoort zodat daar adequaat tegen opgetreden kan worden. 4. Vrees voor mogelijke overlast van ongewenste groepen, wat overigens niet nader wordt onderbouwd, is geen aanleiding voor aanvullende maatregelen. Zoals onder punt 3 gesteld, is het belangrijk om overlast te melden bij de politie of bij het meldpunt woonomgeving van de gemeente Amersfoort zodat daar adequaat tegen opgetreden kan worden. 5. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 6. Initiatiefnemer heeft er voor gekozen om de parkeerplaatsen zoveel mogelijk bij de ingangen te situeren, waarbij ook sprake is van aanleg op eigen grond. Wat de gemeente betreft is dat een goed inpasbare parkeeroplossing. Uiteraard zijn er ook andere oplossingen te bedenken, maar die liggen nu niet voor. 7. Een hoogte van 3 meter is voor een fietsenstalling een zeer gangbare maat. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan ’Kattenbroek 2006’ laat deze hoogte ook al toe voor bijbehorende bouwwerken. 12
8. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Wie er vervolgens in het gebouw gaat wonen is niet relevant voor de verdere besluitvorming. Zowel de traditionele als de iets minder traditionele woonvormen vallen alle onder het begrip wonen. Planologisch wordt hier geen onderscheid in gemaakt. Beoordeeld is of het gebruik als woongebouw past in deze omgeving, met een positieve uitkomst als resultaat. Gelet hierop doet de gemeente geen uitspraken over eventuele evaluaties. Dit kan door reclamant met de initiatiefnemer opgenomen worden.
2.5.
De heer M.P.E. H. te Amersfoort Samenvatting
1. Het project gebied wordt niet mede ingesloten door de Laan der Winden, maar door het kunstwerk ‘Het Labyrinth’. Dit kunstwerk en het gebouw ‘het Katshuis’ vallen buiten het perceel. 2. Door de functiewijziging van school naar wonen, neemt de druk op de omgeving toe. Het gaat om een permanent gebruik in tegenstelling tot een gebruik op weekdagen, tijdens schooltijden, vakanties uitgezonderd. De buurt is niet ingericht op de verkeersafwikkeling noch op de permanente bewoning van het gebouw. Er ontstaan parkeerproblemen, geluidsoverlast en verminderde privacy. 3. De netto uitbreiding van parkeerplaatsen is 15 in plaats van 25. De aanleg gaat ten koste van 2 bestaande plaatsen, 2 plaatsen zijn binnen het profiel van het gebouw gepland waardoor het parkeren daar niet mogelijk is en het inparkeren op de insteekplaatsen komt in conflict met het langsparkeren (5 tot 10 plaatsen) bij de woningen aan de overzijde. 4. Doordat de beide ingangen dicht bij elkaar liggen, is van verspreiding van de druk geen sprake zodat de afwikkeling alleen langs De Ontdekking verloopt. 5. Verhoging van geluidsoverlast vanuit het gebouw maar ook vanaf de 2 geplande terrassen. Vanwege de klankkast werking van de gebouwen, heeft het toevoegen van enkele haagjes onvoldoende dempende werking. 6. Verminderde privacy door inkijk in de woning, wat versterkt wordt door verwijdering van enkel lamellen bij de ramen van het gebouw. 7. De doelgroep kan voor overlast in de omgeving zorgen zoals geluidsoverlast. Daarnaast brengt het, vanwege hun hoge beinvloedbaarheid, randverschijnselen met zich mee zoals drugsproblematiek, loverboys en criminaliteit. 24-uurs zorg maakt dit niet anders. Gevolg: ernstige verlaging van het woongenot, waardedaling woning en verminderde verkoopbaarheid. 8. Andere functies, met mogelijk nog meer derving aan woongenot, zijn niet uitgesloten. 9. De term NIMBY wordt als beledigend ervaren. Tegen individuele verstandelijke beperkten bestaat geen bezwaar, wel tegen het grote aantal en de inpassing daarvan in de buurt. 10. Er is nergens een onderbouwing te vinden over het draagvlak voor dit plan in de buurt. De genoemde meedenkgroep is niet als vertegenwoordiging van de buurt opgetreden en heeft zich ook niet zo willen profileren.
Beoordeling 1. De tekst van de ruimtelijke onderbouwing zal op het punt van de beschrijving van het projectgebied worden aangepast.
13
2. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. De toegelaten functies zijn dus veel breder dan een gebruik als school alleen. Ook staat deze bestemming volledig los van tijd, wat betekent dat er nu ook in de avonduren, weekenden en vakanties activiteiten kunnen plaatsvinden. Een vergelijking van een gebruik tussen 8:00 en 15:00 met een permanente woonfunctie is dan ook geen juiste. Er moet worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden ter plaatse. Met dat als uitgangspunt zijn wij van mening dat het gebouw met de bewoning minder intensief gebruikt wordt dan wat in de geldende planologisch juridisiche situatie al is toegelaten. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. De geldende parkeernorm schrijft voor dit project een aanleg van 25 parkeerplaatsen voor, welke ook daadwerkelijk worden aangelegd. Dit aantal is toereikend, zeker nu er ook veel bewoners zullen zijn die geen auto bezitten. Verder is het zo dat de parkeerdruk in deze buurt niet hoog is en er voldoende alternatieven beschikbaar zijn. De auto kan misschien niet altijd voor of in de directe nabijheid van de eigen woning geparkeerd worden, maar wel binnen de geaccepteerde loopafstand tussen parkeerplaats en woning. Deze is vastgesteld op 150 meter. Van parkeeroverlast zal naar onze mening dan ook geen sprake zijn. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Dit geldt ook voor de inpassing als toekomstig woongebouw in de omgeving. De nu voorliggende transformatie naar woongebouw is dus een voorziene ontwikkeling voor omwonenden en geen verrassing. Tussen de woningen en het toekomstige woongebouw zit een afstand van gemiddeld 15 meter. Dit is een zeer gangbare maat tussen woningen onderling of woningen en appartementen, zoals hier het geval is. Ter vergelijking noemen we de appartementen tussen Het Ven en De Panne en tussen Het Haf en De Lagune. Dat er zicht is vanuit de appartementen naar de woningen en vice versa is inherent aan een woonomgeving. Ook vanuit de voormalige school bestond er al zicht op de woningen. De functiewijziging van het gebouw veroorzaakt naar onze mening geen extra overlast voor reclamant voor wat betreft vermindering van privacy, waardoor sprake zou zijn van een onevenredige aantasting van het woongenot. Er is wat ons betreft geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de nieuwe functie, met de daarbij behorende verkeersbewegingen, tot meer geluid leidt dan in de huidige situatie het geval is. Zeker wanneer je het gebruik van de 25 wooneenheden vergelijkt met de maximale planologische mogelijkheden van dit perceel. 14
3. In overeenstemming met de geldende parkeernorm worden er 25 parkeerplaatsen aangelegd. De parkeerplaatsafmetingen zijn in overeenstemming met de voorgeschreven normen uit de Bouwverordening. De maat voor een parkeerplaats is 2,50m bij 5m. De aan te leggen parkeerplaatsen voldoen aan deze norm. De rijbaanbreedte is voldoende om de parkeerplaatsen in- en uit te rijden. Wanneer er op de rijbaan auto’s staan is deze ruimte om in- en uit te rijden inderdaad beperkt. De meeste woningen hebben parkeren op eigen terrein. Waarnemingen in de praktijk wijzen uit dat er nauwelijks auto’s op de rijbaan geparkeerd staan. De verwachting is dat bewoners rekening houden met de haakse plaatsen en er dus de volledige rijbaanbreedte is om in- en uit te parkeren. Is die ruimte er niet, dan zal een automobilist nog steeds in- en uit kunnen rijden, maar wel extra moeten ‘steken’. Overigens is de parkeerdruk in deze buurt niet hoog en zijn er voldoende alternatieven beschikbaar. De auto kan misschien niet altijd voor of in de directe nabijheid van de eigen woning geparkeerd worden, maar wel binnen de geaccepteerde loopafstand tussen parkeerplaats en woning. Deze is vastgesteld op 150 meter. 4. Het gebouw krijgt twee afzonderlijke ingangen. Deze kunnen vanaf De Ontdekking en vanaf Het Labyrinth bereikt worden. Aan deze beide wegen worden parkeerplaatsen aangelegd. Het bestemmingsverkeer komt via de Laan der Winden de buurt in en kiest zijn weg via De Ontdekking of Het Labyrinth. Aan beide wegen kan geparkeerd worden. Hoe het verkeer zich gaat spreiden is niet exact te voorspellen. Voor ons is er geen aanleiding om aan te nemen dat iedereen via De Ontdekking zal gaan. Overigens kunnen beide wegen het verwachte verkeer aan. 5. Zoals onder 2 gesteld is het altijd helder geweest dat dit gebouw een woonfunctie zou krijgen. Dit betekent dat er door de bewoners, ongeacht of het deze groep is of bijvoorbeeld senioren, gebruik gemaakt gaat worden van de buitenruimte. Dit is inherent aan een woonomgeving. Ten opzichte van de gebruiksmogelijkheden die aan het pand zijn toegekend, is er met deze woonfunctie geen extra geluid te verwachten dat zou kunnen leiden tot overlast. 6. Dat er zicht is vanuit de appartementen naar de woningen en vice versa is inherent aan een woonomgeving. Ook vanuit de voormalige school bestond er al zicht op de woningen. De functiewijziging van het gebouw veroorzaakt naar onze mening geen extra overlast voor reclamant voor wat betreft inkijk, ook niet na het verwijderen van een aantal lamellen. Naar onze mening is er geen sprake van een onevenredige aantasting van het woongenot. 7. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 8. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw, wordt een zich dan aandienend concreet voorstel beoordeeld op haalbaarheid. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Ook in dat geval staat het 15
reclamant vrij om een aanvraag in te dienen voor een tegemoetkoming in de schade. 9. De term NIMBY wordt uit de stukken geschrapt. 10. Over de plannen hebben De Alliantie en Amerpoort altijd open gecommuniceerd via informatiebijeenkomsten en nieuwsbrieven. Het feit dat niet iedereen enthousiast is over de plannen, betekent niet dat er geen draagvlak is. Wij zijn van mening dat het plan goed past binnen deze woonomgeving en voldoet aan een goede ruimtelijke ordening. Uit het aantal ingediende zienswijzen over het ontwerpbesluit valt af te leiden dat het merendeel van de omgeving geen bezwaar heeft tegen de plannen. Daarmee is voldoende draagvlak aangetoond om verder uitvoering te geven aan dit project. 2.6.
Mevrouw M.A.H. H. te Amersfoort Samenvatting
1. De hoogte van de het fietsenhok (3 meter) is gezien de aanwezige ruimte tussen De Ontdekking en het Labyrinth niet gewenst. Voorgesteld wordt deze hoogte te verlagen tot 2,20 meter. De grootte van 55m² lijkt ook erg groot. 2. Het is niet juist dat de omwonenden eventueel gebruik kunnen maken van de parkeerplaatsen, afspraak is dat ze er gebruik van kunnen maken. 3. De tegen de bomen en aan geplande parkeerplaatsen zijn niet diep genoeg voor een normale auto. 4. Er is geen onderzoek gedaan naar het geluid dat door de doelgroep geproduceerd wordt. Het is bekend dat deze doelgroep veel gebruik maakt van scooters en 25 verschillende muziekkeuzes door de ramen naar buiten kan ook overlast veroorzaken. De woningen aan het Labyrinth staan dicht op het pand. 5. Een gedegen onderzoek naar geluid en de mensen die deze doelgroep aantrekt is gewenst. Vanuit hun kennis zijn reclamanten kritisch, de opmerking NIMBY vinden zij disrespectvol. 6. Er staat niets in het besluit over planschade. De kans is groot dat het huis minder waard wordt en moeilijker te verkopen. Verzocht wordt hier iets over op te nemen. 7. Er wordt gesproken over zorgdoeleinden, maar dit is wel erg algemeen. Kan het pand ook gebruikt worden voor drugsopvang of asielzoekers? Graag specifieren. Beoordeling 1. Een hoogte van 3 meter is voor een fietsenstalling een zeer gangbare maat. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ laat deze hoogte ook al toe voor bijbehorende bouwwerken. De fietsenstalling is voor een gezamenlijk gebruik bedoeld. Deze maat is afgestemd op de 25 wooneenheden en past in deze omgeving. 2. Het woord eventueel in relatie tot het gebruik van de parkeerplaatsen wordt geschrapt. De aan te leggen parkeerplaatsen liggen aan de openbare weg en iedereen kan er gebruik van maken. 3. De parkeerplaatsafmetingen zijn in overeenstemming met de voorgeschreven normen uit de Bouwverordening. De maat voor een parkeerplaats is 2,50m bij 5m. De aan te leggen parkeerplaatsen voldoen alle aan deze norm en zijn ook zeker bruikbaar. 4. Het klopt dat er geen onderzoek is gedaan naar het geluid dat door de bewoners van dit gebouw
geproduceerd gaat worden. Er is ook geen enkele wettelijke grondslag die ons daartoe verplicht. In Amersfoort wordt dan ook nergens onderzoek gedaan naar mogelijke geluidsproductie van niewe woningen of appartementen. Ook in het voorliggende geval is hier geen aanleiding toe. 16
Wanneer in de praktijk overlast wordt ondervonden van buren, kan daarvan melding gedaan worden bij het meldpunt Woonomgeving. 5. De term NIMBY wordt uit de stukken geschrapt. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Wie er vervolgens in het gebouw gaat wonen is niet relevant voor de verdere besluitvorming. Zowel de traditionele als de iets minder traditionele woonvormen vallen alle onder het begrip wonen. Planologisch wordt hier geen onderscheid in gemaakt. Beoordeeld is of het gebruik als woongebouw past in deze omgeving, met een positieve uitkomst als resultaat. Onderzoek naar het gedrag van toekomstige bewoners is niet aan de orde. 6. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 7. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw,
wordt een zich danaandienend concreet voorstel beoordeeld of dat haalbaar wordt geacht. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Voor het nu voorliggende besluit is het verder niet relevant om te onderzoeken wat in de toekomst al dan niet haalbaar is. 2.7.
De heer J. P. H. te Amersfoort Samenvatting 1. De voorgenomen afwijking van het bestemmingsplan heeft een aanzienlijke invloed op het woonklimaat in de aanliggende straten en beinvloedt de waarde van de woningen. Een aanvraag om vergoeding van planschade wordt overwogen. 2. Het gebruik van het pand als dependance van 2 basisscholen, met daarbij meer verkeer bij aanvangs- en eindtijd van de scholen en het geluid van spelende kinderen op het schoolplein, wijzigt aanzienlijk. Er worden 25 wooneenheden gerealiseerd wat een aanzienlijke toename van verkeer betekent, vooral ook in de avonduren. Gesteld wordt dat het autobezit laag is, maar het brommerbezit is daarentegen hoog. Dit betekent een toename van verkeersonveiligheid en geluid. 3. De kans op geluidsoverlast is niet denkbeeldig, vooral in de avonduren. Het pand en de woningen staan dicht op elkaar, waardoor geluid snel doorklinkt. Ervaring leert dat het gebouw aan de kant van het huidige schoolplein als een soort klankkast fungeert. Eerder alleen tijdens schooltijden, straks met name ’s avonds. 4. De doelgroep heeft in het verleden tot overlast geleid (Nieuwland) met name door de aantrekkende werking op anderen. Dit betekent een waardedaling van de woning en een drempel bij de verkoop. 5. Aan het Labyrint en De Ontdekking staan 34 woningen. Een uitbreiding hiervan met 25 zorgwoningen is onevenwichtig. Het wijkje is slechts bereikbaar door 1 smalle doorgang. Gezien 17
de verwachte verkeerstoename is het nodig de toegang te verbeteren (weghalen hekjes, verbreden, het fietspad naar de Laan er Hoven toegankelijk maken voor al het verkeer). Beoordeling 1. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 2. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. De toegelaten functies zijn dus veel breder dan een gebruik als school alleen. Ook staat deze bestemming volledig los van tijd, wat betekent dat er nu ook in de avonduren, weekenden en vakanties activiteiten kunnen plaatsvinden. Een vergelijking van een gebruik tussen 8:00 en 15:00 met een permanente woonfunctie is dan ook geen juiste. Er moet worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden ter plaatse. Met dat als uitgangspunt zijn wij van mening dat het gebouw met de bewoning minder intensief gebruikt wordt dan wat in de geldende planologisch juridisiche situatie al is toegelaten. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. Er is dan ook geen aanleiding om extra ontsluitingen te realiseren als gevolg van deze ontwikkeling. Voor de verwachtingen over brommerbezit en daar direct aan gekoppelde verkeersonveilgheid zijn geen aantoonbare verbanden te leggen. Dit wordt door reclamant ook niet nader onderbouwd. 3. Er is wat ons betreft geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de nieuwe functie, met de daarbij behorende verkeersbewegingen tot meer geluid leidt dan in de huidige situatie het geval is. Zeker wanneer je het gebruik van de 25 wooneenheden vergelijkt met de maximale planologische mogelijkheden van dit perceel. Voor dit gebouw is vanaf het begin een woonfunctie voorzien. Bij het ontwerp van dit gebouw is hier qua inpassing in de omgeving al rekening mee gehouden. 4. In de nieuwe situatie is 24-uurs begeleiding aanwezig om de toekomstige bewoners te begeleiden. Deze begeleiding is eveneens verantwoordelijk voor wat er in het pand en op het terrein van het pand gebeurt. Wij gaan er echter niet vanuit dat bewoning van dit pand leidt tot 18
overlast. Het feit dat er in een andere wijk problemen zijn geweest met een bepaalde groep mensen, doet aan dit standpunt niets af. Mochten zich onverhoopt toch incidenten voordoen dan kan daarvan melding worden gedaan bij de begeleiding, het meldpunt Woonomgeving of de politie. Zie onder 1 voor wat betreft de waardedaling. 5. Zoals onder punt 2 is uitgelegd, voldoet de huidige infrastructuur aan de eisen om de
verkeersbewegingen die bij het woongebouw horen te kunnen verwerken. Er is geen aanleiding voor aanpassingen dan wel extra toegangswegen. 2.8.
F. P. te Amersfoort Samenvatting 1. Geluidsoverlast en hinder door bewoners en bezoekers omdat er geen regels zijn voor bezoektijden en gebruik van radio’s etc. 2. Bij de aankoop van de woning in 1994 is gezegd dat het pand, na beëidinging als schoolgebouw, omgevormd zou worden naar seniorenwoningen. De beoogde wijziging betekent een waardevermindering van de woning en een moeilijkere verkoopbaarheid. Verzocht wordt om een compensatie. 3. De veiligheid op straat komt in het geding. Er is maar 1 smalle toegangsweg tot De Ontdekking. Dit geeft bij calamiteiten ook problemen voor de hulpdiensten. De Ontdekking is een doorgangsweg voor fietsers naar de scholen en is relatief smal met veel op straat geparkeerde auto’s. Ook dit kan een onveilige situatie geven. Het kan zelfs leiden tot parkeren voor het huis, waardoor reclamant niet weg kan. 4. Verzocht wordt om garanties dat het pand, na beeindiging van het gebruik door de Amerpoort, niet in gebruik genomen wordt door asielzoekers of drugsverslaafden. Beoordeling 1. Er is wat ons betreft geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat deze woonfunctie tot geluidoverlast gaat leiden. Wanneer overlast wordt ondervonden van buren kan men hen daar op aanspreken of een melding doen bij begeleiding, meldpunt Woonomgeving of politie. Dit geldt overal in Amersfoort. 2. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Wie er vervolgens in het gebouw gaat wonen is niet relevant voor de verdere besluitvorming. Zowel de traditionele als de iets minder traditionele woonvormen vallen alle onder het begrip wonen. Planologisch wordt hier geen onderscheid in gemaakt. Beoordeeld is of het gebruik als woongebouw past in deze omgeving, met een positieve uitkomst als resultaat. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 3. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, 19
betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken en deze spreiding komt de veiligheid ten goede. Er worden geheel in lijn met de geldende parkeernorm 25 parkeerplaatsen aangelegd. De rijbaanbreedte is voldoende om de parkeerplaatsen in- en uit te rijden. Wanneer er op de rijbaan auto’s staan is deze ruimte om in- en uit te rijden inderdaad beperkt. De meeste woningen hebben parkeren op eigen terrein. Waarnemingen in de praktijk wijzen uit dat er nauwelijks auto’s op de rijbaan geparkeerd staan. De verwachting is dat bewoners rekening houden met de haakse plaatsen en er dus de volledige rijbaanbreedte is om in- en uit te parkeren. Is die ruimte er niet, dan zal een automobilist nog steeds in- en uit kunnen rijden, maar wel extra moeten ‘steken’. Overigens is de parkeerdruk in deze buurt niet hoog en zijn er voldoende alternatieven beschikbaar. De auto kan misschien niet altijd voor of in de directe nabijheid van de eigen woning geparkeerd worden, maar wel binnen de geaccepteerde loopafstand tussen parkeerplaats en woning. Deze is vastgesteld op 150 meter. 4. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw, wordt een zich dan aandienend concreet voorstel beoordeeld of dat haalbaar wordt geacht. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Voor het nu voorliggende besluit is het verder niet relevant om te onderzoeken wat in de toekomst al dan niet haalbaar is. 2.9.
Mevrouw Y. H. te Amersfoort Samenvatting
1. Er wordt meer drukte verwacht over het fietspad tegenover de tuin van reclamant en meer geluidsoverlast door scooters. Dit kan ook de veiligheid in gevaar brengen van voetgangers en schoolkinderen. 2. Overlast wordt gevreesd voor de groenstook langs de Laan der Hoven, welke met een buurtbudget is opgeknapt en wordt onderhouden. 3. Waardedaling van de woning omdat kopers worden afgeschrikt door de doelgroep. 4. Kan reclamant in de toekomst geconfronteerd worden met andere doelgroepen op deze locatie zoals bijvoorbeeld drugsverslaafden? 5. Gelet op de ruimte tussen de 2 huizenrijen in en opgesloten door het water van De Ring, is kleinschalige opvang beter. Beoordeling 1. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal 20
voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De drukte op het fietspad kan inderdaad door het lage autobezit iets toenemen, maar aangezien dit verkeer zich verspreid over de dag kan aanwezige infrastructuur zowel het autoverkeer als het fietsverkeer prima verwerken en deze spreiding komt de veiligheid ten goede. Er zijn geen aantoonbare verbanden te leggen tussen de verwachtingen over meer brommerbezit en daar direct aan gekoppelde verkeersonveiligheid. Dit wordt door reclamant ook niet nader onderbouwd. 2. Er wordt door reclamant niet uitgelegd wat de relatie is tussen de vrees voor overlast voor de groenstrook en het woongebouw. Op dit punt gaan wij dan ook niet inhoudelijk in. 3. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 4. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw, wordt een zich dan aandienend concreet voorstel beoordeeld of dat haalbaar wordt geacht. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Voor het nu voorliggende besluit is het verder niet relevant om te onderzoeken wat in de toekomst al dan niet haalbaar is. 5. Voor dit gebouw is vanaf het begin een toekomstige woonfunctie voorzien. Bij het ontwerp van dit gebouw is hier qua inpassing in de omgeving al rekening mee gehouden. De aanwezige ruimte is voldoende voor een invulling met 25 wooneenheden. 2.10.
Mevrouw G.H.G. Z.-K. te Amersfoort Samenvatting
1. Permanente bewoning van het pand zal overlast veroorzaken omdat inkijk ontstaat in de woonkamer, slaapkamer en badkamer. Dit was bij het gebruik als schoolgebouw niet van toepassing. 2. Er zal parkeeroverlast ontstaan voor de woning, aangezien deze aan het einde van De Ontdekking staat, waar een klein doodlopend stukje weg is. 3. Het gebruik van het pand voor permanente bewoning, levert een waardevermindering van de woning op. 4. De nieuwe bewoners zullen nog meer ongewenste bezoekers (hangjongeren) aantrekken. 21
5. Alle genoemde punten leveren een onbehagelijk en onveilig gevoel op bij reclamant. Beoordeling 1. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Dit geldt ook voor de inpassing als toekomstig woongebouw in de omgeving. De nu voorliggende transformatie naar woongebouw is dus een voorziene ontwikkeling voor omwonenden en geen verrassing. Tussen de woning van reclamant en het toekomstige woongebouw zit een afstand van minimaal 15 meter. Dit is een zeer gangbare maat tussen woningen onderling of woningen en appartementen, zoals hier het geval is. Ter vergelijking noemen we de appartementen tussen Het Ven en De Panne en tussen Het Haf en De Lagune. Dat er zicht is vanuit de appartementen naar de woningen en vice versa is inherent aan een woonomgeving. Ook vanuit de voormalige school bestond er al zicht op de woningen. De functiewijziging van het gebouw veroorzaakt naar onze mening geen extra overlast voor reclamant voor wat betreft inkijk. Naar onze mening is er geen sprake van een onevenredige aantasting van het woongenot. 2. Onduidelijk is waarom parkeeroverlast zal ontstaan. De meeste bewoners parkeren op eigen terrein en er wordt voorzien in voldoende extra parkeerplaatsen. 3. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 4. De stelling dat de doelgroep ongewenste bezoekers aantrekt wordt door reclamant niet nader onderbouwd. Dit betekent dat hier niet inhoudelijk op kan worden ingegaan. 5. Dit punt wordt voor kennisgeving aangenomen. 2.11.
De heer R. B. en mevrouw M. B.-vd B. te Amersfoort Samenvatting
1. Toename van verkeer in de straat (taxi’s, bezoekers, scooters) wat drukte en lawaai veroorzaakt. Het is nu een kinderrijke straat met vooral bestemmingsverkeer. 2. Toename van geluid in de tuinen door het weergalmen van het gebouw. 3. De doelgroep voor het gebouw is met de term ‘zorgdoeleinden’ te algemeen omschreven. Bij het verlaten van deze doelgroep kan dit betekenen dat andere instanties het pand betrekken. Kan dit ook drugsverslaafden en asielzoekers betekenen? 4. Waardevermindering van de woning en een moeizame procedure tot verkoop. Het huis is gekocht met de gedachte dat De Ontdekking 5 omgebouwd zou worden tot seniorenwoningen. Beoordeling 1. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de 22
prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. Van een toename in geluid is geen sprake. 2. Het huidige gebouw verandert niet. Er is wat ons betreft geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de nieuwe functie tot meer geluid leidt dan in de huidige situatie het geval is. Zeker wanneer je het gebruik van de 25 wooneenheden vergelijkt met de maximale planologische mogelijkheden van dit perceel. Voor dit gebouw is vanaf het begin een woonfunctie voorzien. Bij het ontwerp van dit gebouw is hier qua inpassing in de omgeving al rekening mee gehouden. 3. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw, wordt een zich danaandienend concreet voorstel beoordeeld of dat haalbaar wordt geacht. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Voor het nu voorliggende besluit is het verder niet relevant om te onderzoeken wat in de toekomst al dan niet haalbaar is. 4. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Wie er vervolgens in het gebouw gaat wonen is niet relevant voor de verdere besluitvorming. Zowel de traditionele als de iets minder traditionele woonvormen vallen alle onder het begrip wonen. Planologisch wordt hier geen onderscheid in gemaakt. Beoordeeld is of het gebruik als woongebouw past in deze omgeving, met een positieve uitkomst als resultaat. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 2.12.
R.J. P. te Amersfoort Samenvatting
1. Voor wat betreft de procedure wordt gevraagd om strikte formuleringen over de verplichtingen van de nieuwe eigenaar tegenover de omgeving. Zeker als dit gaat om voorzieningen die moeten worden getroffen om de leefbaarheid voor de huurder maar ook voor de omwonenden op een goed peil te houden. 23
2. Kan de gemeente garanderen dat in de situatie dat de beoogde huurders vertrekken er geen opvolgende huurder kan komen vanuit een andere doelgroep of gelijke doelgroep met grotere of complexere zorgzwaarte dan nu voorzien zonder dat een nieuw besluit nodig is? 3. Is het mogelijk om een onafhankelijke derde onderzoek te laten doen naar de leefbaarheidsgevolgen van het besluit en met name: a. Ervaringen elders met een vergelijkbare groep; b. Advies politie voer veiligheid omgeving en verkeer; c. Milieu effecten door toenemend verkeer van scooters in verband met fijn stof. d. Geluidshinder. Voldoet het gebouw aan geluidsnormen voor bewoning? 4. Effecten op de WOZ waarde woningen. Verwacht wordt dat de waarde van de omliggende woningen onder druk komt te staan. Verzocht wordt om een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de te verwachten effecten op de waardeontwikkeling. De kosten kunnen als planschade worden gecompenseerd. Wanneer de gemeente het onderzoek niet wil doen, of beschikbare informatie wil delen, behoudt reclamant zich het recht voor zelf een onderzoek uit te voeren. De kosten en de planschade worden in dan in een bezwaarprocedure gevorderd van de gemeente. Gevraagd wordt om transparantie vanuit de gemeente op dit punt richting de diverse eigenaren. Beoordeling 1. In de nieuwe situatie is 24-uurs begeleiding aanwezig om de toekomstige bewoners te begeleiden. Deze begeleiding is eveneens verantwoordelijk voor wat er in het pand en op het terrein van het pand gebeurt. Wij gaan er echter niet vanuit dat bewoning van dit pand leidt tot overlast. Mocht er toch sprake zijn van overlast, kan men daarvan melding doen bij de begeleider, het meldpunt Woonomgeving of de politie. 2. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw,
wordt een zich danaandienend concreet voorstel beoordeeld of dat haalbaar wordt geacht. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Voor het nu voorliggende besluit is het verder niet relevant om te onderzoeken wat in de toekomst al dan niet haalbaar is. 3. Voor De Ontdekking 5 is vanaf het begin helder geweest dat het pand in de toekomst een woonfunctie zou krijgen. Hiermee is bij het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw door de architect ook rekening gehouden. Wie er vervolgens in het gebouw gaat wonen is niet relevant voor de verdere besluitvorming. Zowel de traditionele als de iets minder traditionele woonvormen vallen alle onder het begrip wonen. Planologisch wordt hier geen onderscheid in gemaakt. Beoordeeld is of het gebruik als woongebouw past in deze omgeving, met een positieve uitkomst als resultaat. Onderzoek naar het gedrag van toekomstige bewoners is niet aan de orde. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de 24
nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken. Er is geen aanleiding om dit verder te onderzoeken. In Amersfoort wordt ruimschoots voldaan aan de wettelijke normen voor fijn stof. Feit blijft echter dat minder fijn stof beter is voor de gezondheid. Nu de verkeersdrukte met deze nieuwe functie gaat afnemen en verkeersbewegingen meer gespreid plaatsvinden, is er geen sprake van een negatief effect op de luchtkwaliteit te verwachten. Er is wat ons betreft geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de nieuwe functie, met de daarbij behorende verkeersbewegingen tot meer geluid leidt dan in de huidige situatie het geval is. Zeker wanneer je het gebruik van de 25 wooneenheden vergelijkt met de maximale planologische mogelijkheden van dit perceel. Ook voor wat betreft fijnstof en geluid is het niet nodig om extra onderzoeken te laten verrichten. 4. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 2.13.
De heer L. K. en mevrouw H. K. te Amersfoort Samenvatting
1. Reclamanten denken dat het fietsenhok een stuk kleiner kan. 2. Als buurtbewoners willen reclamanten altijd gebruik kunnen maken van de parkeerplaatsen. Van een eventueel gebruik is geen sprake. 3. Er wordt niet gesproken over geluidsoverlast die de doelgroep gaat toebrengen in de praktijk. Gevraagd wordt om een onderzoek hiernaar. Het plein is erg geluidsgevoelig, hard praten is in huis te horen. 25 mensen met de ramen open, betekent een groot risico op geluidsoverlast voor reclamanten. Ook vanaf de terrassen wordt (’s zomers) overlast verwacht net als van de scooters en auto’s. 4. De geluidsoverlast in niet vergelijkbaar met die van een school. Bij een school is er slechts piekbelasting (’s avonds dicht) en in de vakantie is de school gesloten. De cliënten zijn in de avonden en weekenden juist thuis, waarbij het personeel en bezoek ook extra verkeer en geluid zal produceren. 5. De smalle toegang tot de straten is te nauw om als enige toegang/uitweg te dienen. Hier moet opnieuw naar gekeken worden. 6. Reclamanten herkennen zich niet in de term NIMBY. Zij vinden zichzelf kritisch als het gaat om het behoud van een prettig leefbare wijk. De doelgroep staat bekend om het produceren van overlast. Niet altijd door hun zelf, maar ook door de mensen die zij aantrekken. 7. De kans is groot dat de woning minder waard wordt en moeilijker te verkopen. Verzocht wordt de planschade te onderzoeken.
25
8. In het raadsvoorstel wordt gesproken over wonen met zorgdoeleinden. Verzocht wordt dit te specificeren. Stel dat de beoogde doelgroep verdwijnt, betekent dit dat er verslaafden of asielzoekers in het pand mogen? Beoordeling 1. De fietsenstalling is voor een gezamenlijk gebruik bedoeld. Deze maat is afgestemd op de 25 wooneenheden. De fietsenstalling past goed in de directe omgving. 2. Het woord eventueel in relatie tot het gebruik van de parkeerplaatsen wordt geschrapt. De aan te leggen parkeerplaatsen liggen aan de openbare wege en iedereen kan er gebruik van maken. 3. Er is wat ons betreft geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de nieuwe functie, met de daarbij behorende verkeersbewegingen, tot meer geluid leidt dan in de huidige situatie het geval is. Zeker wanneer je het gebruik van de 25 wooneenheden vergelijkt met de maximale planologische mogelijkheden van dit perceel. 4. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. De toegelaten functies zijn dus veel breder dan een gebruik als school alleen. Ook staat deze bestemming volledig los van tijd, wat betekent dat er nu ook in de avonduren, weekenden en vakanties activiteiten kunnen plaatsvinden. Een vergelijking van een gebruik tussen 8:00 en 15:00 met een permanente woonfunctie is dan ook geen juiste. Er moet worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden ter plaatse. Met dat als uitgangspunt zijn wij van mening dat het gebouw met de bewoning minder intensief gebruikt wordt dan wat in de geldende planologisch juridisiche situatie al is toegelaten. 5. De verkeersdrukte van de voormalige school is op basis van kengetallen hoger dan de drukte van
de voorziene woningen voor deze doelgroep. Voor een school ligt het aantal voertuigbewegingen op 10 tot 17 per dag per 100 leerlingen. Uitgaande van een maximaal aantal leerlingen van 500, betekent dit 50 tot 85 voertuigbewegingen per dag. Voor woningen ligt het aantal voertuigbewegingen gemiddeld rond de 5 tot 7 per dag per woning. Het woningtype en de prijsklasse van de woning spelen hierbij wel een rol, wat inhoudt dat deze cijfers hoger of lager kunnen uitvallen. In het voorliggende geval gaat het om woningen voor mensen zonder auto. Het autoverkeer dat ter plaatse komt is van bezoek, leveringen en werknemers. Hierdoor mag worden aangenomen dat het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per woning per dag de 2 per woning zeker niet zal overstijgen. Dit komt neer op maximaal 50 voertuigbewegingen per dag. In de nieuwe situatie vinden de verkeersbewegingen meer gespreid over de dag plaats. Weliswaar zijn er ook verkeersbewegingen in de vakanties en weekenden, maar qua hoeveelheid verkeer wordt het rustiger. De aanwezige infrastructuur kan dit verkeer prima verwerken en er is geen aanleiding voor een extra toegang of een aanpassing van de infrastructuur. 6. De term NIMBY wordt uit de stukken geschrapt. 7. Wanneer u denkt dat u schade ondervindt van voorliggende afwijking van het bestemmingsplan, kunt u een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in die schade. Het college van burgemeester en wethouders bepalen of u recht heeft op een tegemoetkoming en stelt, als dat het geval is, de hoogte van de tegemoetkoming vast. Het college laat zich daarbij adviseren door een onafhankelijke deskundige. Alleen schade die uitstijgt boven het maatschappelijke risico komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. Dit risico is in de Wro, voor wat betreft schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van een perceel, vastgesteld op minimaal twee procent van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen. Meer informatie hierover kunt u vinden op onze website www.amersfoort.nl. U gaat dan naar het Digitaal Loket en kijkt vervolgens bij Bestemmingsplanwijziging, schadevergoeding. 26
8. Op het moment dat er sprake is van de beëindiging van het nu voorziene gebruik van het gebouw, wordt een zich danaandienend concreet voorstel beoordeeld of dat haalbaar wordt geacht. Het gebouw is volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Kattenbroek 2006’ primair bestemd voor ‘opvang- en onderwijsvoorzieningen’ en na vrijstelling door het college ook voor educatieve-, sociaal-medische doeleinden en/of openbare dienstverlening. Daarnaast is er altijd een woonfunctie voorzien binnen dit gebouw. Mocht het initiatief binnen deze bestemmingen passen, dan is het aannemelijk dat daaraan medewerking wordt verleend. Voor het nu voorliggende besluit is het verder niet relevant om te onderzoeken wat in de toekomst al dan niet haalbaar is.
27
3.
Conclusie De zienswijzen geven geen aanleiding om de verklaring van geen bedenkingen niet te verlenen.
3.1.
Wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen De zienswijzen geven aanleiding om de ruimtelijke onderbouwing op de volgende ondergeschikte punten aan te passen. 1. De beschrijving van het projectgebied in de ruimtelijke onderbouwing wordt aangepast, zodat duidelijk is waar de grenzen liggen. 2. De term NIMBY wordt uit de ruimtelijke onderbouwing geschrapt. 3. Het wordt eventueel in relatie tot het gebruik van parkeerplaatsen wordt geschrapt. De aan te leggen parkeerplaatsen liggen aan de openbare weg en iedereen kan er gebruik van maken.
Vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Amersfoort van 3 maart 2015, nr. 4900732
28
Gemeente Amersfoort Sector Stedelijke ontwikkeling en Beheer Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Postadres
Bezoekadres
Postbus 4000 3800 EA Amersfoort
Stadhuisplein 1 3811 LM Amersfoort
t 14 033 i www.amersfoort.nl