Aanbestedingsdocument Aquafin
Aanbestedingsdossier
Project :TRE3005 Raamcontract afkoppelingswerken op privaat domein Gemeente : Tremelo
1
PROVINCIE :
Vlaams-Brabant
GEMEENTE :
Tremelo
Bouwheer :
Aquafin NV
BIJZONDER BESTEK Afkoppelingen Nobelstraat
PROJECT :
Afkoppeling op privaat domein TRE3005 - Nobelstraat
2
0. INHOUDSOPGAVE 1. SYNOPSIS 2. BIJZONDER BESTEK HOOFDSTUK 1:
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 2:
TECHNISCH GEDEELTE
HOOFDSTUK 3:
BIJLAGES
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Goedkeuringscertificaat uitgevoerde werken Voorbeeld dossier Samenvattende opmetingsstaat Typetekeningen
3
1. SYNOPSIS IN DE ZIN VAN ARTIKEL 40 VAN KB VAN 15 JULI 2011 1.
BOUWHEER :
Aquafin NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar welke optreedt in naam van en voor rekening van de gemeente Tremelo
2.
PROVINCIE :
Vlaams-Brabant
3.
GEMEENTE :
Tremelo
3. BIJZONDER BESTEK PROJECTNUMMER : TRE3005
1. Voorwerp van de opdracht : De opdracht omvat het afkoppelen van al het regenwater uit de bestaande private riolering van een 165-tal woningen gelegen te Nobelstraat, 3120 Tremelo Deze opdracht omvat in het bijzonder : Uitvoeren van de werken volgens het goedgekeurde rioleringsplan. Deze werken kunnen omvatten : het aanleggen van hemelwaterleidingen (RWA-leidingen) en droogweerafvoerleidingen (DWAleidingen) incl. fundering, omhulling en aanvulling het aanleggen of ophangen van leidingen in kruipruimte en/of kelder het aanleggen van afvoeren bovengronds het ledigen en verwijderen van waterzuivering, sterf- en septische putten en terug opvullen met grond het betreden van besloten ruimten conform de Aquafinrichtlijnen bestaande aansluit- en verbindingsputjes afkoppelen van bestaande rioleringen of afvoerbuizen (regenpijpen) de aanleg van drainageleidingen incl. fundering, omhulling en aanvulling de bouw van waterinfiltratiebekkens het graven van infiltratiegrachten de aansluiting van de afvoerleidingen op reeds geplaatste huisaansluitputjes (geen bijkomende aansluitingen op de riolering) het omzichtig opbreken van verhardingen, rooien en/of snoeien van beplantingen e.d. in de tuinen het herstel van verhardingen en beplantingen in de tuinen de verzekering van waterafvoer en instandhouding van de bestaande afvoeren het weghalen, herplaatsen en herstellen van afsluitingen, muren of andere perceelbegrenzers de opmaak van een as-built plan per woning het afleveren van digitale foto‟s per afgekoppelde woning met zicht op de werken met een goede referentie (minstens 4 foto‟s) indien nodig het opzoeken van bestaande leidingen die meer dan 1 m uit de as afwijken van het plan „bestaande toestand‟ en eventueel hetopmaken aangepast plan
-
de afvoer van niet herbruikbare of gebroken materialen naar erkende stortplaatsen en de verwerking ervan (incl. teerhoudend asfalt, eternitbuizen,…).
Indien de particulier bijkomende werken – al dan niet buiten de afkoppelingsopdracht - wenst te laten uitvoeren door de aannemer, kunnen deze bijkomende werken enkel en alleen uitgevoerd worden indien de particulier deze werken rechtstreeks bij de aannemer heeft besteld. De particulier dient in te staan voor de betaling ervan. De kosten van deze meerwerken kunnen in geen geval gevorderd worden bij de gemeente en/of Aquafin. Deze werken zijn bovendien niet verzekerd in de ABR-polis afgesloten voor de werken in dit bestek. Noch de gemeente noch Aquafin draagt enige – met inbegrip van financiële - verantwoordelijkheid voor deze bijkomende werken.
4
2. Wijze van plaatsing van de opdracht De opdracht wordt geplaatst via open offerteprocedure. 3. Vorm van de opdracht De opdracht volgens prijslijst is een opdracht waarvan alleen de eenheidsprijzen voor de prestaties forfaitair zijn. Door de eenheidsprijzen op de hoeveelheden van de verrichte prestaties toe te passen, wordt het te betalen bedrag vastgesteld. 4. Vereiste erkenning De vereiste erkenning is C1 of G2. Op basis van het ramingsbedrag wordt geoordeeld dat de werken tot de klasse 3 behoren. Indien de uitvoering van de beplantingswerken door een erkend onderaannemer worden uitgevoerd, dient deze over een erkenning G3 te beschikken. 5. Instantie welke voor de betaling instaat Aquafin welke optreedt in naam van en voor rekening van de gemeente Tremelo 6. Termijn voor de uitvoering van de opdracht De uitvoeringstermijn bedraagt max. 250 werkdagen. De werken inclusief beplantingswerken per individuele woning moeten binnen de 5 werkdagen afgewerkt zijn. 7. OPENING VAN DE OFFERTES : De opening van de inschrijvingen heeft plaats bij Aquafin NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar op 09/05/2014 om 09.00 uur. OPTIE A De offertes worden elektronisch verzonden via de e-tendering applicatie. 8. TER INZAGE LIGGING VAN OPDRACHTDOCUMENTEN : De bescheiden betreffende onderhavige opdracht zijn alle werkdagen ter inzage van de inschrijvers via :
1. de website www.aquafin.be onder het luik “Opdrachten voor technische partners” Of
2.
[email protected] op elektronische drager mits expliciete aanvraag en met duidelijke vermelding van de contactgegevens (naam en adres)
9. Bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen bij : Dhr. Erwin Marchal Afkoppelingsdeskundige 0473/94 59 11
[email protected]
Mevr. Aki Jungbluth Groepsleider Afkoppelingsdeskundigen 03 450 41 19 0470 13 19 85
5
2. BIJZONDER BESTEK
I. ADMINISTRATIEF GEDEELTE HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN (1) (2)
(1)
De nummers van de artikels waarnaar wordt verwezen, stemmen overeen met de nummers van de artikels van de wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en besluiten, van het Koninklijk Besluit van 15.07.2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en van het Koninklijk Besluit van 14.02.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken .
(2)
Waar in de onderhavige algemene administratieve voorschriften en het standaardbestek sprake is van de aanbestedings/opdrachtdocumenten worden het bestek, de plannen en alle bijhorende documenten bedoeld die gediend hebben als basis van de offerte.
A. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN DE ZIN VAN DE WET VAN 15 JUNI 2006 BETREFFENDE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN BEPAALDE OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN De administratieve bepalingen van het “Standaardbestek 250”, versie 3.0 worden aangevuld of vervangen met navolgende bepalingen:
ART. 25. : EVALUATIE VAN DE OFFERTES De geselecteerde offertes worden vergeleken op basis van de gunningscriteria. Hierbij wordt volgende quotering toegepast : 1. Prijs (80 punten) 2. Kwaliteit/ Minder hinder (20 punten) Volgende aspecten worden beoordeeld ; hiertoe moeten de nodige documenten bij de inschrijving gevoegd worden : -
De inschrijver dient het personeel op te geven dat effectief zal worden ingeschakeld voor de uitvoering van deze opdracht. Toekenning van punten zal gebeuren op relevante ervaring in afkoppelingswerken , relevante kwalificaties van het personeel en relevante referenties van afkoppelingswerken.
-
Voorstel tot as-built dossier.
-
Aquafin hecht groot belang aan een goede relatie met de burgers. De aannemer, die door de burger gezien wordt als een verlengstuk van Aquafin dient ook deze zorg tot de zijne te maken. De aannemer dient een gedetailleerd plan van aanpak toe te voegen waaruit duidelijk omschreven blijkt op welke manier hij de hinder tot een strikt minimum zal beperken. Het ingediend plan van aanpak is bindend. Dit plan van aanpak omvat minstens de volgende elementen: opsomming van in te zetten materiaal dat effectief kan ingeschakeld worden voor deze opdracht(eventueel met illustraties), communicatie met de burger voor en tijdens de werken, planning van de werken, aanpak van de uit te voeren werken om tot een kwalitatieve uitvoering te komen.
6
B. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 15.07.2011 BETREFFENDE PLAATSING OVERHEIDSOPDRACHTEN KLASSIEKE SECTOREN. De administratieve bepalingen van het “Standaardbestek 250”, versie 3.0 worden aangevuld of vervangen met de navolgende bepalingen: ART. 7 : CONTRACTUELE DOCUMENTEN Op onderhavige opdracht zijn in het bijzonder de volgende technische bepalingen toepasselijk : -
onderhavig Bijzonder Bestek. de bij het Bijzonder Bestek horende samenvattende meetstaat de bij uitvoering overhandigde plannen van de bestaande en de geplande toestand. (cfr. type voorbeeld in bijlage) het typebestek Aquafin Elektromechanica revisie 5. 0 versie 2011 de algemene aanvullingen gemeentelijke rioleringswerken voor het standaardbestek 250 3.0. versie het standaardbestek 250 3.0
Deze documenten moeten geïnterpreteerd worden de ene in functie van de andere. In geval van tegenstrijdigheid tussen de verschillende documenten heeft de eerstgenoemde voorrang op de volgende en dit volgens de volgorde van bovenstaande lijst, evenwel rekening houdend met wat volgt. De verschillende documenten die het bestek uitmaken, vullen elkaar onderling aan. Indien bepaalde elementen of werken in één of sommige van deze documenten, maar niet in alle, als deel uitmakend van de aanneming aangeduid zijn, betekent dit niet dat er een tegenstrijdigheid bestaat en is de aannemer in geen geval van de verplichting ontslagen ze te voorzien. ART. 19 § 1 : ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN -
De aannemer treft steeds alle nodige maatregelen teneinde :
-
voor het verkeer op de openbare weg geen gevaar te doen ontstaan; de toegang tot de woningen e.d. te blijven verzekeren; de afloop van spoelwater, regenwater, rioolwater e.d. blijvend te verzekeren; het normale gebruik van de openbare weg en de levensomstandigheden van de bewoners zo weinig mogelijk te hinderen; de openbare weg en private eigendommen niet te bevuilen.
In de prijs van de aanneming moet eveneens zijn begrepen :
de eventuele kosten voor de aansluiting en de aanschaf van water, gas en elektriciteit nodig voor de uitvoering der werken. De aannemer dient een keuringsattest van de werfkast over te maken aan de leidend ingenieur waaruit blijkt dat de werfkast voldoet aan de vereisten van het ARAB en het AREI. Bovendien staat de aannemer – ook financieel – in voor de nodige afspraken omtrent het gebruik van water, gas en elektriciteitsvoorzieningen van de burger met de desbetreffende burger. De aannemer zal Aquafin volledig vrijwaren voor iedere claim van de burger daaromtrent. het afvoeren van overtollige materialen, inclusief de stortkosten. Alle overtollige gronden voortkomend van de werken en eventuele grondverbeteringen dienen in afspraak met de eigenaar(s) afgevoerd te worden. Afvalstoffen zullen onmiddellijk van de werf verwijderd worden en naar een erkende stortplaats afgevoerd worden. Eventuele stortkosten van al de opgebroken materialen zijn in de prijs voor opbraakwerken begrepen evenals de kosten voor het laden, het transport en de taksen.
7
-
Vervoer en wegbrengen van graafspecie
Er is geen technisch verslag bijgevoegd. De opdrachten genereren namelijk een zeer kleine hoeveelheid grondverzet. Er werd daarom geen milieuhygiënisch onderzoek uitgevoerd. De door de aannemer eventueel benodigde proeven voor afvoer van de grond zijn een last van de aanneming. Er dient bij inschrijving echter vanuit gegaan te worden dat het niet gaat om bodem vrij hergebruik (codes 210 of 211) maar om licht verontreinigde grond, dwz. geschikt voor bouwkundig bodemgebruik. De inschrijver dient dus bij zijn inschrijving rekening te houden met de geldende Vlarebo-wetgeving. Voor zover tijdens de uitvoering wettelijk vereist (verdachte grond niet te herbruiken binnen kadastraal perceel), zorgt de opdrachtgever voor een conform verklaard technisch verslag zoals gedefinieerd in VLAREBO : -
uitvoeren van gedetailleerd milieuhygiënisch onderzoek evaluatie van milieuhygiënisch onderzoek onderzoek naar mogelijkheden tot economische afzet opmaak technisch verslag indienen technisch verslag bij bodembeheersorganisatie ter bekoming van de conform verklaring opmaak grondverzetplannen.
Tijdens de periode voor het bekomen van een conform verklaard technisch verslag zal de uitvoering onderbroken worden. De aannemer heeft geen recht op een schadevergoeding voor deze onderbreking. Zie ook hierna artikel 76 van het KB van 14 januari 2013. De aannemer staat tijdens de uitvoering in voor het opmaken van de vrachtbrieven (grondtransportverklaring, gebruiksbrief, vrachtbon,…) en het afleveren van het bodembeheerrapport door een bodembeheerorganisatie. Alle kosten die hiermee verbonden zijn (aansluitingsbijdrage, bodembeheersorganisatie, verzekeringsbijdrage, kosten voor afleveren van bodembeheerrapporten, kosten voor transportdocumenten, afvoer en verwerken van grondoverschotten volgens de geldende wetgeving…) dienen in de prijzen te zijn opgenomen. Bij afvoer van de gronden buiten de werkzone zal de aannemer het bewijs leveren van herkomst en kwaliteit van de af te voeren gronden. ART. 20 : OPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN Voor onderhavige opdracht zijn volgende modaliteiten voor de prijsherziening van toepassing : 1° Algemene formule p= P(0,40
s i + 0,40 + 0,20) I S
In de herzieningsformule is : p:
Is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te vereffenen bedrag, exclusief BTW en zonder toepassing van straffen.
P:
Is het voor de beschouwde periode aan de aannemer te vereffenen bedrag exclusief BTW en zonder toepassing van prijsherziening en straffen.
S:
Is het gemiddelde van de uurlonen van de geschoolde werklieden, de geoefende werklieden en de handlangers, zoals die door het Nationaal Paritair Comité van het Bouwbedrijf vastgesteld zijn, vermeerderd met het totaal percentage van de sociale lasten en 8
verzekeringen, zoals aangenomen door het federale ministerie, 10 kalenderdagen voor de opening van de offertes. Inzake het stelsel van de sociale lasten behoren de werken tot de categorie A - werken waarvoor de maximum bijdrage verschuldigd is aan het Fonds voor Bestaanszekerheid der Bouwvakarbeiders voor de vergoedingen : vorst, dubbel verlofgeld, vergoedingen, bouw- en getrouwheidspremies, en de bouwvakarbeiders blootgesteld zijn aan het slecht weer. s:
Is hetzelfde gemiddelde van de uurlonen, zoals aangenomen door het federale ministerie op de aanvangsdatum van de beschouwde periode.
I :
Is het referentie - indexcijfer op basis van een jaarlijks verbruik van de voornaamste producten in het bouwbedrijf op de inlandse markt, vastgesteld door het federale ministerie voor de kalendermaand die de opening van de offerten voorafgaat.
i:
Is hetzelfde referentie - indexcijfer, vastgesteld door het federale ministerie voor de kalendermaand die de beschouwde periode voorafgaat.
De herzieningsformule wordt opgelost als volgt : Elk van de verhoudingen wordt herleid tot een decimaal getal met ten hoogste vijf decimalen waarvan de vijfde vermeerderd wordt met 1 indien de zesde gelijk is aan of hoger dan 5. De produkten van de vermenigvuldiging van de aldus bekomen quotiënten met de waarde van de overeenkomstige parameter worden afgebroken bij de vijfde decimaal, die eveneens vermeerderd wordt met 1 indien de zesde gelijk is aan of hoger dan 5.
ART. 57. VERBINTENISTERMIJN De inschrijvers blijven gebonden door hun offertes gedurende een termijn van honderdtachtig (180) kalenderdagen, ingaande de dag na de zitting voor de opening van de offertes. ART. 66 Bij gunning aan een combinatie van aannemers, moet deze combinatie een rechtsvorm aannemen van tijdelijke handelsvennootschap. Er dient een schriftelijke verklaring met een principieel akkoord van elke partner toegevoegd te worden aan de offerte. Iedere aannemer moet afzonderlijk voldoen aan de minimumeisen mbt de selectievoorwaarden. Te leveren documenten ter beoordeling van de selectiecriteria: ART. 61 TOEGANGSRECHT Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. ART. 62 RSZ Met uitzondering van de Belgische inschrijvers, voor wie rsz-gegevens langs elektronische weg kunnen bekomen worden, zullen alle inschrijvers bij hun inschrijving een attest voegen, verstrekt door de in hun staat bevoegde instellingen, dat bewijst dat zij voldaan hebben aan hun verplichtingen in verband met de sociale zekerheid van hun werknemers. ART. 63 FISCALE VERPLICHTINGEN Aquafin zal ten gepaste tijde aan de inschrijver(s) de attesten opvragen waaruit blijkt dat hij/zij voldaan heeft/hebben aan de fiscale verplichtingen van het land waar hij/zij gevestigd is/zijn. 9
Art. 69 Technische bekwaamheid De inschrijver toont zijn technische bekwaamheid door het voorleggen van: Lijst van gelijkaardige projecten met vermelding van bedrag en datum en van de publiek- of privaatrechterlijke instanties waarvoor zij bestemd waren: o indien het diensten aan overheden betreft, worden deze aangetoond door verklaringen die door de bevoegde overheid zijn opgesteld of goedgekeurd; o indien het gaat om diensten aan privaatrechterlijke personen worden de diensten aangetoond door verklaringen opgesteld door deze personen of, bij ontstentenis, door een verklaring van de dienstverlener. ART. 81 Volgende documenten dienen minimaal bij de inschrijving te worden gevoegd : Het inschrijvingsbiljet De ingevulde opmetingsstaat Alle bijkomende gegevens die verder in onderhavig bestek worden gevraagd. De bewijzen dat de personen, die de offerte ondertekenden, statutair of bij volmacht bevoegd zijn om de bedrijven geldig in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Dit gebeurt naargelang de rechtsvorm van de bedrijven door het bijvoegen van de volgende documenten: - een uittreksel of kopie van de statutaire clausule ivm de vertegenwoordigingsbevoegdheid en een kopie van de akte of afschrift van de notulen van de algemene vergadering, zoals verschenen in het Belgische Staatsblad, houdende benoeming van de bestuurders - de volmacht om het bedrijf te vertegenwoordigen of om bevoegdheid door te geven aan een ander persoon - het voorleggen van een benoemingsbesluit van zaakvoerder - andere documenten ter staving van de bevoegdheid ART. 83 § 2 : VERBETERING VAN DE VERMOEDELIJKE HOEVEELHEDEN Een verbetering van de hoeveelheden van de posten van de meetstaat met hoedanigheid “vermoedelijke hoeveelheid (V.H.)” is niet toegelaten.
ARTIKEL. 90. § 1. indiening offertes OPTIE A De offertes moeten worden ingediend via de e-tendering internetsite https://eten.publicprocurement.be. Meer info kan worden bekomen op de website http://www.publicprocurement.be of via de eprocurement helpdesk op het nummer +32-2-790 52 00. Een handleiding voor het elektronisch indienen van de offerte bevindt zich eveneens op deze website. De procedure beschreven in de handleiding dient strikt gevolgd te worden. Verzending van een offerte per elektronische mail is NIET toegestaan; deze offerte wordt beschouwd als een onregelmatige offerte. Voor het elektronisch indienen van de offerte dient men ofwel in het bezit te zijn van een Belgische e-ID kaart (identiteitskaart) ofwel een token aan te vragen van Certipost.“ ART. 101: Varianten Varianten zijn niet toegelaten.
10
C. KB VAN 14 JANUARI 2013 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN De adminstratieve bepalingen van het “Standaardbestek 250”, versie 3.0 worden aangevuld of vervangen met navolgende bepalingen: ART. 9, : LIJST VAN DE BEPALINGEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN Artikel 24, 26, 33, 45, 71, 76, 77, 80, 81, 84 en 92. ART. 11 en 75 : OMSCHRIJVING VAN DE LEIDING EN HET TOEZICHT OP DE UITVOERING De leiding van en het toezicht op de uitvoering van deze opdracht wordt uitgeoefend door Aquafin. De identiteit van de natuurlijke persoon/personen die als leidend ingenieur gemachtigd is de leiding en het toezicht van de werken waar te nemen zal bij de gunning van de werken worden meegedeeld. De leidend ingenieur is gemandateerd de besteksvoorschriften te doen naleven. Hij/zij doet o.a. : -
nazicht van de door de aannemer voorgestelde en gebruikte materialen ter plaatse en in de werkhuizen nazicht op conformiteit van de geleverde materialen met de offerte beoordeling van de proeven en vaststelling van eventuele minwaarden nazicht van de schuldvorderingen en eventuele verrekeningen opmaken van PV‟s van vaststelling van deelfasen, van voorlopige en definitieve oplevering. Daarnaast zal werftoezicht op de werken uitgevoerd worden door een aangestelde van Aquafin.
ART. 12 : – ONDERAANNEMERS De aannemer dient de leidend ingenieur het bewijs voor te leggen dat, op het ogenblik dat hij de uitvoering van een deel van de opdracht aan een onderaannemer toevertrouwt, deze een categorie of een ondercategorie en een klasse bezit minstens in verhouding tot zijn deelneming aan de opdracht. Zolang dit bewijs niet is voorgelegd, mag een onderaannemer niet werken. De leidend ingenieur kan, zonder ingebrekestelling, de onmiddellijke stopzetting bevelen van elk werk dat door een niet-erkende onderaannemer wordt uitgevoerd. In dat geval draagt de aannemer alle gevolgen van de stopzetting. Aquafin eist dat de in uitvoering aan te stellen onderaannemers voor het uitvoeren van afkoppelingswerken dienen te voldoen aan volgende technische minimumeisen: 3 referenties in de afgelopen 3 jaar van gelijkaardige werken als hoofdaannemer afgeleverd door publiekrechtelijke instanties. Aquafin kan voorafgaandelijk aan de start van de werken in onderaanneming de nodige controles uitvoeren.
11
ART.24 VERZEKERINGEN A. VERZEKERINGSSTRUCTUUR Aquafin sluit de hieronder omschreven polis af. De A.B.R.-polis dekt o.m. werfschade en schade aan derden veroorzaakt door alle bij dit project betrokken bouwpartners, m.a.w. met inbegrip van de (onder)aannemer(s). Voordeel van deze manier van werken is dat de bona fide slachtoffers sneller kunnen vergoed worden daar o.m. de diverse bouwpartners allen door dezelfde verzekeringsmaatschappij vertegenwoordigd worden. De kost van deze polis wordt gedragen door Aquafin, m.a.w. ook de kosten van het verzekeren van de eventuele fouten van o.m. de aannemer worden door Aquafin betaald. B. “GOED” WERK LEVEREN Gelet op de grote verzekeringsgarantie en het kanaliseren van de verzekeringskosten naar Aquafin toe bestaat de nood te garanderen dat de aannemer niet op een onverantwoorde manier gaat werken omdat hij kan uitgaan van de premisse steeds verzekerd te zijn. Het is in het bijzonder inzake (ondergrondse) werken m.b.t. riolerings- en afkoppelingsinfrastructuur niet onmogelijk dat er zich op een werf een aantal kleinere schadegevallen voordoen. In het kader van goed nabuurschap en als goede huisvader is het gebruikelijk dat aannemers dergelijke schadegevallen ter plaatse en in natura regelen. Dit gebruik zou door de eerder vermelde verzekeringsstructuur in het gedrang kunnen komen vermits aannemers er mogen van uit gaan verzekerd te zijn en op die manier de aansporing kunnen missen zich steeds als goed huisvader te gedragen. C. OPLOSSING TEN LASTE LEGGEN VAN VRIJSTELLINGEN Als billijke oplossing is gekozen om de betaling van -zie artikelen 24 en 84 in detail omschreven- de contractuele vrijstellingen en schade beneden de vrijstelling(en) bij de aannemer te leggen. Het is billijk de betaling door Aquafin van een verzekeringspremie ten voordele van de aannemer te compenseren met het doorschuiven van zekere financiële gevolgen. Op die manier wordt de aannemer gestimuleerd om voorzichtig te werken en kleinere schadegevallen vlot op te lossen, bijvoorbeeld d.m.v. het hoger vermelde herstel in natura. I. Verzekeringen tijdens de bouwfase 1. De ABR-polis Aquafin zal een verzekering "Alle Bouwplaatsrisico's" afsluiten in eigen naam en voor eigen rekening. De ABR-polis waarborgt alle bouwpartners in eerste rang, zijnde : - de stad/gemeente en Aquafin; - de hoofdaannemer en zijn eventuele onderaannemer(s), - het studiebureau, de architecten en de raadgevende bureaus, - de veiligheidscoördinatoren en de werftoezichter , - alle andere partijen waarvan de aanwezigheid op de werf uit hoofde van de werken noodzakelijk, vereist of gewenst is. Hierna volgt een niet-limitatieve korte samenvatting van de polis; voor nadere details kan de polis schriftelijk opgevraagd worden bij Aquafin, dienst verzekeringen, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar of per e-mail bij
[email protected], onder duidelijke vermelding dat het om een afkoppelingsproject in het kader van de gemeente Tremelo [project TRE3005] gaat. De aannemer dient zelf nadere specificaties en uitsluitingen van dekking te verifiëren aan de hand van de inhoud van de algemene en de bijzondere polisvoorwaarden.
12
1.1. Eigen werk (werfschade) 1.1.1. Verzekerde goederen Deze polis verleent dekking voor volgende risico‟s : - de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, d.w.z. : de bouwwerken, met inbegrip van de erin te verwerken bouwmaterialen en bouwelementen, hun uitrustingen : machines, toestellen en installaties, - de voorlopige bouwwerken die voorzien zijn in deze aannemingen of nodig zijn voor de uitvoering ervan, - het bestaande goed : de goederen eigendom van Aquafin en/of de stad/gemeente. 1.1.2. Waarborgen De waarborgen zijn de volgende : - tijdens de bouw-, montage- en testtermijn : iedere (materiële) beschadiging en ieder verlies van de verzekerde goederen voor zover deze beschadigingen zich op de werf tijdens deze termijn hebben voorgedaan en werden vastgesteld, - tijdens de onderhoudstermijn (periode van 24 maanden ingaande vanaf de voorlopige oplevering door de aannemer aan Aquafin of de stad/gemeente): beschadigingen van de blijvend opgerichte verzekerde goederen die zich voordoen tijdens de uitvoering door de verzekerden van werken waartoe zij na de voorlopige oplevering krachtens het aannemingcontract verplicht zijn, en voor zover deze beschadigingen voortvloeien uit deze uitvoering, de (materiële) beschadigingen aan de blijvend opgerichte verzekerde goederen die tijdens deze termijn vastgesteld werden en te wijten zijn aan een schadeverwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouw-, montage- of proeftermijn, full makers guarantee (geen dekking voor schade door brand en/of ontploffing). 1.1.3. Overige waarborgen Het bestaande goed als volgt : eerste risico van 250.000 Euro per schadegeval. De herstellingskosten zullen worden verhoogd met de eventuele opruimings- en afbraakkosten, dit tot beloop van maximum 10% van de waarde per werf. Per werf wordt - ongeacht de verzekerde waarde- een minimum van 25.000 Euro voor opruimings- en afbraakkosten verzekerd. 1.1.4. Vrijstelling - eigen risico De contractuele vrijstelling bedraagt 2.500 Euro per schadegeval. Alle vrijstellingen of schades beneden de vrijstelling zijn ten laste van de aannemer. 1.1.5. Uitgesloten en/of niet verzekerde risico‟s De uitgesloten en/of niet verzekerde risico‟s zijn ten laste van de aannemer. 1.1.6. Grondwaterverlaging Volgende preventieve maatregelen dienen te worden genomen vóór en tijdens de bemalingswerkzaamheden: - er wordt rekening gehouden met een maximale differentiële zetting van 2 cm bij een verhanglijn van 1/500. Er worden om de ca. 200 m peilbuizen geplaatst. De resultaten van de controles dienen te worden vastgelegd in het dagboek der werken, - indien er grotere dan toegelaten afwijkingen optreden moet er worden gestopt met de bemalings- en of funderingswerkzaamheden en dient contact te worden opgenomen met de verzekeraar,via de dienst verzekeringen van Aquafin - indien niet aan deze verplichtingen wordt voldaan is er uitsluiting van dekking in de ABR-polis van de daaruit voortvloeiende schade.
13
1.2. Aansprakelijkheid ten aanzien van derden 1.2.1. Waarborgen – kapitalen Is verzekerd de schade krachtens arts 1382-1386 BW (foutaansprakelijkheid) voor de som van 1.250.000 Euro per schadegeval, met inbegrip van schade krachtens art. 544 BW (foutloze aansprakelijkheid) en de objectieve aansprakelijkheid conform art. 14 par. 1 van het decreet van 21.01.1984 - maatregelen inzake het grondwaterbeheer. 1.2.2. Vrijstelling - eigen risico De vrijstelling bedraagt 2.500 Euro per schadegeval en per gebouw. Alle vrijstellingen en schadevergoedingen beneden de vrijstelling zijn ten laste van de aannemer. 1.3. Schademelding Bij een schadegeval gelieve : Aquafin NV Dienst Verzekeringen Dijkstraat 8 2630 Aartselaar
[email protected] [email protected]
of
Makelaar Vanbreda Risk & Benefits Hilde Janssens Plantin en Moretuslei 297 2140 Antwerpen
[email protected] [email protected]
schriftelijk te contacteren. In deze melding wordt een kort relaas van de feiten die aanleiding hebben gegeven tot het schadegeval beschreven. Daarnaast wordt de opgelopen schade omschreven en wordt zo spoedig mogelijk een becijferd bestek bezorgd. Dergelijke aangifte geldt niet als het in artikel 52-53 bedoelde spoedig, tijdig en schriftelijk inlichten van de bouwheer. II. Verzekeringen na de bouwwerken Er wordt geen polis ‟10-jarige aansprakelijkheidsverzekering‟ afgesloten. De aannemer blijft overeenkomstig de arts. 1790 en 2270 BW gedurende 10 jaar na de voorlopige oplevering aansprakelijk. De (onder)aannemer(s) verzekeren zich al dan niet voor deze risico‟s. III. Algemene bepalingen III.1 Afstand van verhaal De aannemer doet afstand van verhaal t.a.v. de gemeente en Aquafin voor de in het kader van schadegevallen door de aannemer, al dan niet krachtens dit bestek, gedragen betalingen. III.2 Geschillen Partijen verplichten er zich toe om op het eerste verzoek van de andere partij in geschillen omtrent schade aan derden vrijwillig tussen te komen. III.3 Tegensprekelijke plaatsbeschrijvingen Er worden geen tegensprekelijke plaatsbeschrijvingen opgemaakt door Aquafin, noch door de gemeente. III.4 Schade aan eigendommen De aannemer draagt -zie ook art. 84 hierna- de financiële gevolgen voortvloeiend uit toepassing van de diverse vigerende aansprakelijkheidsregels voor wat de vrijstellingen betreft. ART. 26 – AARD VAN DE BORGTOCHT Voor de volgens art. 25 te stellen borgtocht wordt geëist dat deze onder de vorm van een "onherroepelijke en onvoorwaardelijke waarborg" geschiedt, afgeleverd door een bankinstelling of een door het Ministerie van Financiën erkende financiële instelling, die op het eerste verzoek moet worden uitgevoerd. Door de bank of financiële instelling dient een volgens hierna vermeld opgesteld modelformulier 14
"onvoorwaardelijke en op eerste verzoek opvraagbare waarborg" aan Aquafin NV te worden overgemaakt. "ONVOORWAARDELIJKE EN OP EERSTE VERZOEK OPVRAAGBARE WAARBORG" Betreft : .................................... (projectnummer, projectnaam en gunningsbedrag) De NV ....... (naam financiële instelling + adres) ingeschreven in het handelsregister van ........ onder nummer ......., verklaart in opdracht en voor rekening van de ............ (aannemer + adres), de onherroepelijke verbintenis aan te gaan Aquafin NV op eerste verzoek en zonder enige excepties of tegenwerpingen uit hoofde van onder rubriek vermelde opdracht te laten gelden, alle bedragen te vereffenen tot beloop van maximum ............. Euro (bedrag gevraagde bankwaarborg). De borgtocht dient als onderpand voor het nakomen van de verplichtingen van de aannemer tot de opdracht van de aanneming waarop dit bestek betrekking heeft, volledig is uitgevoerd. Zij wordt bepaald op 5% van het inschrijvingsbedrag. De verbintenis is geldig tot de definitieve oplevering van de aannemingsopdracht. Het bedrag van de verbintenis zal naar aanleiding van de voorlopige oplevering van de aannemingsopdracht worden verminderd met de helft. Artikel. 67 van het KB van 15/07/2011 bepaalt dat de financiële en economische draagkracht van de inschrijvers kan worden aangetoond door het voorleggen van een aantal referenties die op vraag van de aanbestedende overheid bij de inschrijving moeten worden gevoegd. Aquafin vraagt deze referenties niet altijd omdat zij zowel voor de aannemer als voor zichzelf de administratieve formaliteiten niet wil verzwaren. Aquafin NV als bouwheer eist met het oog op verkrijgen van een grotere financiële zekerheid van de kant van de aannemer, een onvoorwaardelijke en op eerste verzoek opvraagbare waarborg, teneinde in geval van problemen, onderhavige werken steeds snel te kunnen verderzetten en afwerken. ART. 27 : –BORGTOCHTSTELLING EN BEWIJS VAN BORGTOCHTSTELLING De aannemer moet binnen de veertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning, het bewijs leveren dat hij de borgtocht heeft gesteld. Het bewijs van borgstelling moet overgemaakt worden aan Aquafin. ART. 33 : – VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT Vrijgave van de borgtocht geschiedt bij oplevering. De borgtocht wordt in twee helften vrijgegeven 15 dagen na respectievelijk de voorlopige en de definitieve oplevering van de aannemingsopdracht. In geval van verlenging van de termijn tot de definitieve oplevering wordt niet de volledige borgtocht vrijgegeven. Aquafin NV bepaalt het bedrag van de waarborg dat behouden blijft tot het einde van de afzonderlijke waarborgtermijn van deze herstellingswerken. ART. 36 : PLANNEN, DOCUMENTEN EN VOORWERPEN Alle documenten ( zoals bijvoorbeeld attesten), plannen en berekeningsnota's worden door de gemachtigde van de aannemer ondertekend en gedagtekend. Het nazicht van de ingediende documenten ontheft de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid voor het naleven van het bestek, de studie en voor de uitvoering van de werken die hem werden toevertrouwd. De aannemer blijft dus aansprakelijk voor de opgemaakte documenten en zal hiervoor Aquafin vrijwaren. A.
De aannemer dient na het krijgen van het aanvangsbevel contact op te nemen met de betreffende eigenaar en gebruiker. Hij maakt de nodige afspraken omtrent de timing van de werken. Vervolgens wordt het besproken werkplan voorgelegd aan Aquafin (weekplanning). B.
De aannemer dient, bij het indienen van zijn maandelijkse vorderingsstaat, voor elke woning volgende documenten af te leveren aan de bouwheer : 1. Rioleringsplan uitgevoerde werken 15
2. Goedkeuringsattest van de eigenaar aangaande de uitgevoerde werken (met uitsluiting van de door de particulier bestelde meerwerken). (bijlage 1) waarbij alle werken worden goedgekeurd tenzij er enkel een bemerking is omtrent de niet-uitgevoerde beplantingswerken tengevolge van weersomstandigheden of seizoen. ART. 39 : –Draagwijdte van de controle en toezicht Het merk van overeenkomstigheid "BENOR" is steeds verplichtend wanneer er voor eenzelfde product meer dan 1 leverancier of producent bestaat welke dit product onder BENOR-keurmerk kan leveren. Alle gebruikte materialen moeten voordat zij verwerkt worden, gekeurd worden door een erkende onafhankelijke instantie. ART. 42 : KEURINGSMODALITEITEN Alle materialen vermeld in hoofdstuk III van het Standaardbestek 250, versie 3.0 en in dit bestek, zijn onderhevig aan een voorafgaandelijk technisch nazicht. De paragraaf moet verder worden gelezen samen met volgende bepalingen : 1. Algemene toepassingsmodaliteiten m.b.t. de voorafgaande technische keuringen en de a posteriori uitgevoerde technische keuringen a) Bepalingen geldig i.v.m. merken, bemonsteren, controles en proeven : De algemene regel is dat het merken, het bemonsteren en de controles betreffende het algemeen uitzicht, de afwerking, de afmetingen, de massa van de te keuren producten en de proeven voor zover ze in situ moeten worden uitgevoerd op de bouwplaats zoals vermeld in het Standaardbestek 250, ten laste zijn van de aannemer. Door bemiddeling van de aannemer worden kosteloos aan het bestuur de werkkrachten alsmede de proefwerktuigen, gebruikelijke voorwerpen en de gewaarmerkte meettoestellen die hierbij nodig zijn verstrekt. Voor het verrichten van de wegingen die nodig zijn voor het nazicht op de producten waarvoor een theoretische of een benaderde massa werd vooropgesteld, moeten behoorlijk geijkte weegtoestellen kosteloos ter beschikking van het bestuur worden gesteld. Artikel 45 Straffen De goedkeuringsattesten per woning dienen binnen de 5 werkdagen na afloop van de werken aan de desbetreffende woning getekend te zijn door de eigenaar. Indien deze termijn niet wordt gehaald – behoudens in gevallen van overmacht – is er een dagelijkse straf van toepassing welke € 25 bedraagt. In het geval dat de beplantingswerken voor een bepaalde woning niet konden worden uitgevoerd binnen de 5 werkdagen tengevolge van weersomstandigheden of seizoen, zal de dagelijkse straf niet worden toegepast en zal de termijn zoals hiervoor vermeld onderbroken worden. De aannemer wel de beplantingswerken uit te voeren van zodra het mogelijk is Indien andere documenten zoals vereist in bestek niet tijdig worden aangeleverd, heeft Aquafin het recht om een bijzondere straf van € 250 per dossier toe te passen. ART. 56 : ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN Een schadeaangifte kan niet gelden als het in artikel 16, § 3 en § 4 bedoelde spoedig, tijdig en schriftelijk inlichten van de bouwheer. Een afzonderlijke brief is noodzakelijk
Art. 58 Verificaties ter plaatse van de boekhoudkundige stukken Aan de door de Opdrachtgever daartoe aangeduide personen moet ten alle tijde tijdens de uitvoering van het contract de mogelijkheid geboden worden om aan een degelijke prijzencontrole te doen, 16
m.a.w. alle boekhoudkundige stukken te verifiëren en controles ter plaatse te verrichten om de juistheid na te gaan van de overeen te komen prijzen in geval van meerwerken. Voor leveringen en/of onderaanneming vanaf € 500 moet de aannemer op eenvoudige vraag van Aquafin ter staving van het bedrag een factuur voorleggen. ARTIKEL.73. Rechtsvorderingen Partijen verplichten er zich toe om op het eerste verzoek van de andere partij in geschillen omtrent schade aan derden/eigenaars/huurders vrijwillig tussen te komen. ART. 76 : UITVOERINGSTERMIJNEN §1. BEVEL VAN AANVANG, FASERING, TERMIJN De uitvoeringstermijn bedraagt max. 250 werkdagen. De werken inclusief beplantingswerken per individuele woning moeten binnen de 5 werkdagen afgewerkt zijn. Onderbreking door de aanbestedende overheid Indien een conform verklaard technisch verslag nodig is kan de aannemer geen schadevergoeding eisen tijdens de onderbreking van de werken tot het bekomen van dit conform verklaard technisch verslag zelfs indien deze termijn langer is dan dertig kalenderdagen. Daar deze werken een zeer kleine hoeveelheid grondverzet generen, zal er voor de meeste werken geen technisch verslag nodig zijn. Bovendien heeft Aquafin geen invloed op de tijdstip waarop het technisch verslag conform zal verklaard worden, daar de conform verklaring door een externe instantie gebeurd en daar het een aannemingslast betreft. Aquafin heeft de mogelijkheid om de werken aan een bepaalde woning te onderbreken in het geval de beplatingswerken niet kunnen worden uitgevoerd. De motivatie hiervoor is dat beplantingswerken enkel kunnen worden uitgevoerd in bepaalde seizoenen en deze eveneens afhankelijk zijn van de weersomstandigheden. De aannemer verbindt zich er toe om de beplantingswerken zo snel mogelijk uit te voeren van zodra het juiste seizoen is aangebroken en / of de weersomstandigheden dit toelaten. In principe zal een dergelijke onderbreking niet veel voorkomen. De aannemer zal Aquafin, de bewoner en gebruiker hiervan op voor hand op de hoogte stellen. In het geval van de hiervoor vermelde onderbrekingen, ziet de aannemer af van ieder mogelijk schadevergoeding. ART. 77 LOKALEN TER BESCHIKKING VAN DE BOUWHEER Het ter beschikking stellen van een werfkeet ten behoeve van de bouwheer is niet verplicht. TER BESCHIKKING STELLEN VAN DE GRONDEN Werkzone op privaat domein De breedte van de werkzone beperkt zich tot 2 meter. Alle extra schade (met name cultuur en structuurschade) en meerwerken t.g.v. het overschrijden van de werkzonebreedte zijn ten laste van de aannemer. De vergoedingen van de cultuur- en structuurschade binnen de toegestane werkbreedte van 2 meter dienen inbegrepen te zijn in de offerte van de aannemer. De aannemer dient voor de uitvoering van zijn werken zich zodanig te schikken en te organiseren dat alle werkzaamheden strikt en uitsluitend binnen deze voorziene werkzone hun verloop kunnen hebben. 17
Indien ingevolge onvoorziene omstandigheden en/of uitzonderlijke redenen (waarover enkel het bestuur zal oordelen) het voor de aannemer niet mogelijk is om de werken binnen de voorziene werkzone uit te voeren, kan het bestuur onder volgende voorwaarden goedkeuring aan de aannemer verlenen om over een bredere werkzone te beschikken : 1. de noodzaak is door de aannemer aan te geven op grond van onvoorzienbare omstandigheden en/of redenen buiten de wil van de aannemer; 2. het bestuur oordeelt over het ontvankelijk zijn van de gegeven argumentatie; 3. indien het tussen de eigenaar/gebruiker en het bestuur tot een minnelijk akkoord komt over de inname van een bredere werkzone; 4. indien de aannemer volledig afziet van elke schadeclaim of kosten voor eventuele stilstand en/of verminderde productiviteit, onafgezien van het mogelijk lang aanslepen van de onderhandelingen met de eigenaar/gebruiker of mogelijks het afspringen van de onderhandelingen. A. Betreding van de privaatgronden en bezetting werkzone De aannemer dient rekening te houden met alle werkzaamheden die direct of indirect verband houden met de uitvoering van de rioleringswerken op deze percelen zoals o.a. : - alle nodige maatregelen treffen teneinde ongevallen te voorkomen aan eigenaars/gebruikers en hun eigendom. De aannemer dient in het bijzonder de nodige zorg en aandacht te schenken aan het steeds afsluiten van de afsluitingen en toegangshekken van weiden e.d. tijdens de uitvoering van de werken. De afgegraven teelaarde en de dieper gelegen uitgegraven gronden zijn verplichtend binnen de voorziene werkzone op het perceel zelf gescheiden te stapelen. De grond dient gestapeld te worden op een folie of plastiek. De afvoer van teelaarde en de daaronder gelegen eerste meter uitgraving van elk der percelen is niet toegelaten. Enkel bij bouwputten van grote kunstwerken mag de overtollige teelaarde en bovenste eerste meter worden afgevoerd. - aan de eigenaar/huurder de mogelijkheid van doorgang verlenen die redelijkerwijs aanvaardbaar is. Dit betreft een aannemingslast - alle preventieve handelingen die ter voorkoming van schade door gebruik van materieel (zoals het aanvoeren van rijplaten) dienen te worden uitgevoerd zijn een last van de aanneming - In functie van de vooruitgang van de werken, alles zoals ondermeer de terreinen met inbegrip van de afsluitingen, muren, afwatering...enz., evenals de openbare wegen die gebruikt werden als toegang tot de werf, in hun oorspronkelijke staat herstellen. B. Plaatsherstel na de werken De aannemer herstelt de bouwplaatsen, de werkzones en alle andere plaatsen in hun oorspronkelijke staat t.e.m. de nivellering van het terrein en dit tot algehele voldoening van de betrokken eigenaars, huurders en/of gebruikers. Ook het inzaaien van het gras behoort tot de aanneming. Deze werken moeten binnen de kortst mogelijke tijd worden uitgevoerd. Het eventueel planten van hoogstammige bomen behoort niet tot de aanneming. De aannemer dient in zijn prijzen o.a. rekening te houden met de volgende werken : verwijderen van alle vreemde voorwerpen van om het even welke aard, evenals stenen of brokstukken die de bewerking van de grond zouden kunnen hinderen bewerken door nivelleren, omspitten, ploegen, grondbreken, loswoelen, frezen,… tot op 50 à 60 cm diepte, van de grond die verzakt of verhard is door het verkeer van werktuigen. De gebruikte toestellen moeten worden aangepast aan de aard van de grond. De bewerking van de grond moet resulteren in een grondstructuur die vergelijkbare eigenschappen vertoont met deze van vóór de werkzaamheden. het opvullen van gaten, rijsporen, erosiegeulen en dergelijke met een aangepaste vulmassa. Bij betwisting dient de aannemer het bestuur op de hoogte te brengen van de bezwaren van de eigenaar en/of gebruiker. Het bestuur zal onderzoeken in hoeverre de aannemer nog verder gevolg moet geven. 18
ART. 80-81 :
WIJZIGINGEN AAN DE OPDRACHT EN SPEL DER HOEVEELHEDEN
De aannemer dient een expliciete voorafgaandelijke goedkeuring van Aquafin te hebben voor de werken die volgens hem aanleiding geven tot een verrekening/bijakte – en dit met inbegrip van de kosten voor de meerwerken - in meer. Hij dient dit vooraleer hij met de uitvoering aanvangt op te geven aan de leidend ingenieur die een overzicht bijhoudt van alle meer- en minwerken. Indien de aannemer nalaat dit te doen dan wordt betreffend werk niet als een verrekening/bijakte in meer aanvaard en worden deze kosten beschouwd als zijnde inbegrepen in de inschrijvingsprijs. Door zijn bieding aanvaardt de inschrijver de toepassingsmodaliteiten van de omzendbrief nr. MOW/2006/01 van 15 september 2006 voor het berekenen van de uurkost van aannemersmaterieel bij schadeclaims, herzieningen van de overeenkomst, bijwerken, … en dit voor zoverre bij het opstellen van de overeen te komen prijzen geen beroep kan gedaan worden op de offerteprijzen, gegevens uit de eventuele verantwoording van zijn inschrijving, samenstellende delen van offerteprijzen, prijzen overeengekomen op basis van offerteprijzen, prijzen van vergelijkbare werken of courant gangbare prijzen. In afwijking van deze omzendbrief worden de toeslagen voor AO+W als volgt vastgelegd :
10 % voor onderaannemingen (beperkt tot het eerste onderaannemingsniveau) waarbij het begrip onderaannemer als volgt gedefinieerd wordt : o
een afgelijnd pakket werken dat in zijn totaliteit wordt uitbesteed aan een andere aannemer die hiervoor eigen personeel op de werf inzet, of o leveringen die door personeel van de leverancier worden gemonteerd, aangesloten of in dienst gesteld. Zelfs indien hier assistentie wordt verleend of deelactiviteiten worden uitgevoerd door arbeiders van de hoofdaannemer wordt dit werk als onderaanneming beschouwd indien het financiële aandeel meer dan 75% bedraagt van het totaalbedrag van betreffende verrekening. 17% voor eigen werk en eigen materiëlen.
Overeenkomstig de bepalingen van de omzendbrief MOW/2006/01 worden, bij verrekeningen, de materiaalkosten bepaald op de datum van de offerte en blijven zij onveranderd gedurende de ganse duur van de aanneming De bekomen totale kostprijs wordt vervolgens in de verrekening/bijakte herleid naar de datum van offerte door de herzieningscoëfficiënt van de uitvoeringsmaand bepaald volgens art.20. De aldus bekomen waarde wordt opgenomen in de verrekening/bijakte. ART. 84 AANSPRAKELIJKHEID TEN AANZIEN VAN DERDEN/EIGENAARS/HUURDERS De aannemer draagt -zoals hierboven onder art. 24 reeds vermeld- de financiële gevolgen voortvloeiend uit de toepassing van de diverse vigerende aansprakelijkheidsregels voor wat de vrijstellingen en de schade beneden de vrijstelling betreft. Partijen verplichten er zich toe om op het eerste verzoek van de andere partij in geschillen omtrent schade aan derden/eigenaars/huurders vrijwillig tussen te komen. Art. 86 Vertragingsboetes De termijnboetes zijn van toepassing bij overschrijding van vijf werkdagen per woning en totaaltermijn. ART. 92 : OPLEVERING Voorlopige oplevering Na uitvoering van de werken wordt een termijn van dertig dagen tot voorlopige oplevering voorzien, dit is de tijd welke nodig is voor de uitvoering van de opmaak van de eindafrekening en het laten 19
uitvoeren van de keuringen op private waterafvoer zoals bepaald in het algemeen waterverkoop reglement dd 01/07/2011. De aannemer moet in ieder geval per aangetekend schrijven aan de bouwheer kennis geven van de voltooiing van de werken en tezelfdertijd om de voorlopige oplevering verzoeken. Deze kennisgeving impliceert de aanvraag tot de a posteriori technische keuringen die nog niet zijn aangevraagd. De waarborgtermijn voor de werken bedraagt 2 jaar. Definitieve oplevering Binnen de 30 (dertig) kalenderdagen vóór het verstrijken van de waarborgtermijn, worden de werken, ofwel definitief goedgekeurd, ofwel wordt een proces-verbaal van niet-oplevering opgemaakt, naargelang het geval. In dit laatste geval moet de aannemer achteraf bij aangetekende brief aan de bouwheer laten weten dat al de werken van de opdracht in staat van definitieve oplevering zijn gesteld en de werken worden binnen de 30 (dertig) kalenderdagen, volgend op de dag van ontvangst van die mededeling, gekeurd. ART. 95 : BETALING DER WERKEN De aannemer is verplicht na uitvoering der werken per woning samen met het as-built dossier, een aparte en overzichtelijke meetstaat (gebaseerd op de bieding) op te stellen met detaillering per woning. Aquafin betaalt dus werk per woning. De werken komen enkel in aanmerking voor betaling in de werken aan de desbetreffende woning waarvan een door de eigenaar ondertekende goedkeuringsattest is toegevoegd. Deze meetstaten worden maandelijks gegroepeerd overgemaakt aan de bouwheer. De bepaling van de hoeveelheden is in overleg vast te leggen met de toezichter der werken. 1. De aannemer maakt de gedagtekende, ondertekende schuldvordering en bijhorende vorderingsstaat per aangetekend schrijven als volgt over: aan Aquafin één exemplaar van de schuldvordering en de vorderingsstaat, Aquafin stuurt één exemplaar nagezien, verbeterd en aangevuld met haar opmerkingen per aangetekend schrijven naar de aannemer. Aquafin heeft hierbij een verificatietermijn van 30 dagen De aannemer maakt vervolgens per aangetekend schrijven volgende documenten over aan Aquafin: de factuur, de definitieve schuldvordering, de vorderingstaat en de kopieën van de verzendingsbewijzen in tweevoud. Alle facturen dienen officiële facturen te zijn, zoals zij zijn ingeschreven in de boeken van de aannemer. De facturen, gericht aan Aquafin NV, dienen bovendien volgende vermelding te dragen: “BTW verlegd – (Conform Het koninklijk besluit van 19 december 2012 gepubliceerd tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.) 2. Beplantingswerken waarvoor bijzondere betalingsvoorwaarden van toepassing zijn: In het geval de beplantingswerken niet zijn uitgevoerd ten gevolge van seizoen en/of weersomstandigheden, zullen de beplantingswerken voor 50% betaald worden indien de andere werken aan de desbetreffende woning conform het bestek zijn uitgevoerd en de bewoner keurt de overige werken goed. Het saldo zal pas voor betaling in aanmerking komen indien de beplantingswerken effectief zijn uitgevoerd en indien er een door de eigenaar ondertekende goedkeuringsattest is toegevoegd.
20
II. TECHNISCH GEDEELTE HOOFDSTUK 2 – Algemene bepalingen Omschrijving van de opdracht Elke deelopdracht omvat volgende werken : - Uitvoeren van de werken volgens het goedgekeurd ontworpen afkoppelingsplan - Opmaken as-built plan van de uitgevoerde werken : met duidelijke afmetingen naar vaste constructies (de woning, garage, berghok,…) oplijsting verbruikte materialen bv. lengte buis, aantal bochtstukken met correcte kleurcode : Rood DWA; Blauw RWA digitaal (dwg) of schetsmatig op goedgekeurd ontworpen afkoppelingsplan. - Voor elke aansluiting dient de aannemer minstens 4 foto‟s af te leveren: met zicht op de werken met een goede referentie (woning, garage, berghok,…) aanduiding met krijt op de buis welke leiding dit is (bv. keuken, wasmachine) en vloeirichting. De intentie van de bouwheer is dat de werkzaamheden uit te voeren zijn volgens de timing van de rioleringswerken op openbaar domein. Met andere woorden, zodra de huisaansluitingen gerealiseerd zijn en de afvoer van RWA en DWA verzekerd is, moet er gestart worden met de afkoppelingen. Tijdens de uitvoering dient de aannemer regelmatig overleg te plegen met de bouwheer en de eigenaar van de desbetreffende woning om te vermijden dat er opties gekozen worden die achteraf door de bouwheer en/of eigenaar niet aanvaard worden. Bij afwijking van het plan bestaande toestand dient de aannemer de bouwheer op de hoogte te stellen om een aangepast plan van uitvoering te bekomen. Vooraleer de opdrachten te starten zal de bouwheer een infovergadering voor de bewoners organiseren; de aannemer dient hierop aanwezig te zijn. De aannemer dient, ten laatste op vrijdag, de weekplanning van de volgende week door te geven aan de bouwheer. De aannemer staat in voor de communicatie met de eigenaars van de werken aan de percelen die de volgende week ingepland zijn. De opdrachten dienen uitgevoerd te worden met aan de opdracht aangepast graafmaterieel. De voertaal is Nederlands. Er dienst steeds minstens 1 persoon per ploeg de voertaal te hanteren. In de meetstaat is een post opgenomen voor het manueel uitgraven van de sleuf. Deze post mag enkel na goedkeuring van de leidend ingenieur worden aangesproken. Eigenaars die wensen dat de sleuven met de hand gegraven worden dienen hiervoor zelf in te staan. De bouwheer vergoedt enkel handwerk op plaatsen waar er niet met kleine aangepaste graafmachines gewerkt kan worden. Zowel de hemelwaterleiding als de afvalwaterleiding dienen op de reeds geplaatste huisaansluitputten te worden aangesloten. De plaats van de huisaansluitputten op RWAen/of DWA-leiding zal in overleg met de bouwheer bepaald worden. 21
Indien niet gravitair kan worden aangesloten of er gevaar bestaat voor terugslag van riool- of hemelwater zal de aannemer dit melden aan de bouwheer. De aannemer dient de huisaansluitingen aan te duiden op de af te leveren as-built plannen. Deze plannen geven eveneens de diepteligging weer van de nieuwe leidingen evenals de in rekening te brengen lengte van de aansluiting, aard en aantal hulpstukken, … In de meetstaat is een post opgenomen voor het plaatsen van pompputten. Het betreft hier een pompput voor het verpompen van huishoudelijk afvalwater van 5 IE. In deze post is inbegrepen het leveren en het plaatsen van de pompput en indien nodig de grondwaterbemaling om deze put te plaatsen. Indien de gemeente een reglement op de rioolaansluitingen heeft dienen de voorgestelde werken hieraan te voldoen. In de meetstaat is een post opgenomen voor het uitbreken van septische put, zinkput of individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater. Deze post omvat het volledig uitbreken en afvoeren van deze put alsook het aanvullen met grond. Bij een aantal woningen wordt een regenwaterput of infiltratie-unit voorzien. Voor deze werken dient de aannemer een aparte factuur op te maken en deze dient rechtstreeks overgemaakt te worden aan de eigenaar. De ligging van de bestaande leidingen, septische putten en regenwaterputten is ingetekend op plan op basis van de best beschikbare informatie (bewoners, bouwvergunningsplannen, …). Het kan dus voorkomen dat de leidingen niet liggen waar ze zijn ingetekend. Om dit probleem te ondervangen werd in de meetstaat een post „sonderen naar bestaande leidingen‟ opgenomen. Deze post bestaat uit de kost per uur waarvoor men 2 arbeiders en een minigraver dient in te rekenen. Indien 2u sondering overschreden wordt, dient dit aan de leidend ingenieur gemeld te worden. HOOFDSTUK 3 - Materialen 5. OPHOGINGS- EN AANVULLINGSMATERIALEN De gronden nodig voor de aanvulling van leidingen, voor de aanvulling naast constructies en voor de ophoging van het terrein zijn maximaal afkomstig van de uitgravingen ten behoeve van de leidingen en constructies. 6. BOUWZAND 6.2.2. Zand voor onderfunderingen Enkel puinbrekerszand afkomstig van het breken en zeven van puin bekomen van gebroken puin (2.2.6.) is toegelaten. 6.2.4. Zand voor zandcement Enkel puinbrekerszand afkomstig van het breken en zeven van puin bekomen van gebroken puin (2.2.6) is toegelaten.
22
7. STEENSLAG, ROLGRIND, RUWE STEEN EN BROKKEN PUIN Elke levering van steenslag, rolgrind, ruwe steen en brokken puin op de werf dient afkomstig te zijn van een BENOR-gecertificeerde winplaats (nieuwe materialen) ofwel een COPROgecertificeerde breekwerf (puingranulaten en herbruikgranulaten). Op de leveringsbons dient uitdrukkelijk ofwel het BENOR-keurmerk ofwel het COPRO-keurmerk als vermelding voor te komen. 8. CEMENT Voor alle overige betonconstructies en –elementen is het cement een H.S.R.-cement volgens NBN B12-108. 24. BUIZEN EN HULPSTUKKEN VOOR RIOLERING EN AFVOER VAN WATER 24.4.2. PVC-buizen en hulpstukken voor riolering Buizen met voegverbindingen met los liggende rubberen afdichtingsring zijn niet toegelaten. Enkel buisverbindingen met vast aan de mof of buiseind bevestigde dichtingsring zijn toegelaten. De kleuren van de leidingen en hulpstukken bij gescheiden rioleringstelsels zijn in overeenstemming met § 1.2 van PTV 1005 : - roodbruin met zwarte opdruk voor droogweerafvoer (DWA) - grijs met zwarte opdruk voor hemelwaterafvoer (RWA). De inlaatmof voor huis- of rioolkolkaansluiting moet voldoen aan de bepalingen van art. III24.60. De PVC-buizen voor rioleringen beantwoorden aan de N.B.N. – EN 1401 en behoren tot de sterkteklasse SN8. De hulpstukken (T-stukken, bochten,…) hebben dezelfde herkomst en wanddikte als de buis. De kostprijs van al de nodige hulpmiddelen, zoals stellingen, machines, kranen en dergelijke is, over het geheel der artikels waarvoor ze nodig zijn, in de kostprijs te verdelen. Detailtekeningen van sifonput, toezichtsput en vetvanger in bijlage terug te vinden en voldoen aan dezelfde voorwaarden als PVC-buizen en hulpstukken. In de prijs van plaatsing van deze putten is het grondwerk alsook het deksel vervat.
23
100. MATERIALEN VOOR ONDERGRONDS BUFFER- EN INFILTRATIEBEKKEN IN PP 100.1. Algemene bepalingen De holle polypropyleen (PP) infiltratiemodules hebben tot doel de buffering en infiltratie van hemelwater. De polypropyleen-structuur wordt opgebouwd uit waterdoorlatende wanden en kolommen. De infiltratiemodules kunnen zowel boven als naast elkaar gestapeld worden tot een bekken voor buffering en infiltratie van hemelwater. 100.2. Vorm en afmetingen Minstens 90 % van het volume is holle ruimte. Het bekken wordt voor een infiltratiebekken omhuld met een geotextiel. 100.3. Materiaal Het materiaal voldoet aan de BRL52250. 100.4. Aansluitingen Geprefabriceerde aansluitingen op de infiltratiemodule (zowel kopse als langse zijden). 100.5. Geotextiel Het materiaal moet voldoen aan de PTV829 voor infiltratiesystemen, EN 13252 ondergrondse constructies type 5.3 102. REGENWATERPUT 102.1. Materiaal De putten zijn geprefabriceerd uit waterdicht, goed verdicht beton overeenkomstig STS 35.5. Zij zijn conform PTV119 „Geprefabriceerde regenwaterputten van ongewapend, gewapend en met staalvezels versterkt beton‟ en/of beschikken over een Benor-goedkeuring (attest voor te leggen). Wanneer de putten niet opgevat zijn om de voorziene belastingen te dragen, of wanneer de werkelijke belasting hoger ligt dan de voorziene moet er een versterkt deksel worden voorzien of een verdeelplaat in gewapend beton worden gestort. Een berekeningsnota van de regenwaterput wordt ter goedkeuring voorgelegd. 102.2. kenmerken - Nuttige inhoud : 5000/7000 of 10000 liter - Type : enkelvoudig, conform PTV 119 - Vorm : rechthoekig/cilindrisch. - Dekplaat : belastingklasse B 125 - Overloop met sifon - Mangat : minimum opening 60x60 - Putdeksel : bovengronds. - De aansluiting van de hemelwaterleiding geschiedt door een PVC instortmof dia 110 voorzien van rubberdichting. Instortmof en dichting zijn inbegrepen in prijs van de regenwaterput. 24
103. SEPTISCHE PUT 103.1. Materiaal De putten zijn geprefabriceerd uit waterdicht, goed verdicht beton overeenkomstig STS 35.5. Zij zijn conform PTV114 „Geprefabriceerde bekuipingen van beton voor regenwaterputten, septische tanks en zuiveringsinstallaties van huishoudelijk afvalwater‟ en/of beschikken over een Benor-goedkeuring (attest voor te leggen). Wanneer de putten niet opgevat zijn om de voorziene belastingen te dragen, of wanneer de werkelijke belasting hoger ligt dan de voorziene moet er een versterkt deksel worden voorzien of een verdeelplaat in gewapend beton worden gestort. Een berekeningsnota van de put wordt ter goedkeuring voorgelegd. 103.2. kenmerken - Nuttige inhoud : 2000/3000 of 6000 liter - De put is niet voorzien van een bacteriefilter. - Vorm is rechthoekig of cilindrisch. - Overloop : te voorzien van een ondergedompelde elleboog. - Ontluchtingsbuis (ondergronds) met een diameter van min. 100 mm. - Ontluchtingsbuis (bovengronds) : PVC diameter : 80 mm. - Mangat : binnenafmetingen 60x60 cm, uit prefabsegmenten. - Putdeksel : bovengronds. 104. POMPEN EN TOEBEHOREN 104.1 Behuizing Het betreft een volledig voorgemonteerd pompstation vervaardigd uit glasvezelversterkte polyesther, prefabbeton, polyethyleen of ter plaatse gestort beton, naar keuze van de aannemer. Indien de aannemer een ander keuze materiaal wil voorstellen, dient dit te worden goedgekeurd door de bouwheer. Het betreft een pompput om in de grond te plaatsen, voorzien van een deksel om de put geurdicht af te sluiten. Minimale inhoud van de tank is 250L per inwoner. Indien nodig dient de aannemer de nodige ophoogstukken te voorzien om tot de correcte pompputdiepte te komen. 104.2 Elektromechanische gegevens De pompinstallatie die wordt voorzien verpompt enkel afvalwater. De pomp is monofasig en heeft een spanning van 230 volt. De pomp heeft een vrijstroomwaaier met een doorlaatkorrel van min. 35 mm. 104.3 Leidingwerk Er is minimum 1 aansluitpunt van minimum 110 mm voorzien. Het leidingwerk wordt prefab in het pompstation ingebouwd. De aansluiting met de persleiding gebeurt buiten de behuizing. De aansluiting tussen de pompput en de persleiding gebeurt door middel van een klemkoppeling. Indien de aannemer een andere keuze van aankoppeling wil voorstellen dient dit door de bouwheer te worden goedgekeurd. De stijgleiding is inbegrepen in het geheel van de pompput. In de stijgleiding is een terugslagklep voorzien. 25
104.4 Instrumentatie De aansturing van de pomp gebeurt op basis van (een) vlotter(s). Afhankelijk van de gekozen sturing (met of zonder externe kast) is deze los van de pomp of aangebouwd aan de pomp. Indien de aannemer een andere keuze van niveaumeting wil voorstellen, dient dit door de bouwheer te worden goedgekeurd. De aanleg en de aansluiting van de voedingskabel tot aan het bepaald stroompunt is in de aanneming inbegrepen. Deze plaats wordt op voorhand door de bouwheer en de eigenaar van het perceel bepaald (standaard 15 m). 105. AFVOERPIJPEN 105.1. Afvoerpijpen uit PVC 105.1.1. Beschrijving De materialen beantwoorden aan de voorschriften van STS 33.21 en NBN 306 - Leidraad voor de goede uitvoering - Waterafvoer (1955). De buizen en hulpstukken dragen het kenmerk PVC-hemelwater (RWA) en zijn vervaardigd uit niet-geplastificeerd PVC volgens NBN EN 12200-1 - Kunststofleidingsystemen voor de afvoer van hemelwater voor bovengronds gebruik buiten - Ongeplasticeerd polyvinylchloride (PVC-U) - Deel 1 : Specificaties voor buizen, koppelstukken en het systeem (2000). De bijhorende beugels beantwoorden aan NBN EN 12095 - Kunststof leidingsystemen – Beugels voor hemelwaterafvoerbuizen - Beproevingsmethode voor de sterkte (1997). 105.1.2. Technische kenmerken -
Kleur : grijs of antraciet afhankelijk van bestaande toestand Vorm : rond/vierkant/rechthoekig afhankelijk van bestaande toestand Buitendiameter : ND 75 of 90 afhankelijk van bestaande toestand Beugels : clipbeugels/schroefbeugels Beugels : warm geplastificeerd kunststof
105.2. Afvoerpijpen uit koper 105.2.1. Beschrijving De afvoerbuizen en bijhorende stukken zijn vervaardigd uit rood half-hard of hard elektrolytisch koper. Zij beantwoorden aan de voorschriften van NBN EN 612 - Dakgoten en hemelwaterafvoerbuizen van metaalplaat - Definities, classificatie en eisen (1996) en STS 33-deel II materialen 06.54.2. 105.1.2. Technische kenmerken -
rond met een diameter van (60)/80/100 ofwel vierkant met afmetingen 80x80 ofwel rechthoekig afhankelijk van bestaande toestand wanddikte : minimum 0,7mm De beugels zijn vervaardigd uit koper De sluiting van de beugels gebeurt met 2 bevestigingsschroeven (schroefbeugels) of 1 scharnierpunt en 1 bevestigingsschroef (scharnierbeugels) De bevestigingsschroeven zijn uit koper of roestvast staal afhankelijk van bestaande toestand. 26
105.3. Afvoerpijpen uit zink 105.3.1. Beschrijving De afvoerbuizen en bijhorende stukken zijn vervaardigd uit elektrolytisch zink met toevoeging van koper en titaan, legering van zink met een zuiverheid van 99,99%, van koper (minimum 0,4%) en van titaan (minimum 0,1%), hetzij ZnCuTi volgens prEN 988. De aangewende soldeerlegeringen zullen bestaan uit minstens 40% tin en bevatten vrijwel geen onzuiverheden in het bijzonder antimoon. Zij beantwoorden aan de voorschriften van NBN EN 612 - Dakgoten en hemelwaterafvoerbuizen van metaalplaat - Definities, classificatie en eisen (1996). 105.1.2. Technische kenmerken - Wanddikte : minimum 0,8 mm. - Oppervlaktebehandeling : geprepatineerd door fosfatering van het zinkoppervlak - Type : gesoldeerde naden - Vorm : rond met een diameter van (60)/80/100 ofwel vierkant met afmetingen 80x80 ofwel rechthoekig afhankelijk van bestaande toestand - De beugels zijn vervaardigd uit verzinkt staal (min. 450 g/m2 volgens NBN 657) - De sluiting van de beugels gebeurt met 2 bevestigingsschroeven (schroefbeugels) of 1 scharnierpunt en 1 bevestigingsschroef (scharnierbeugels). - De bevestigingsschroeven zijn uit verzinkt of roestvast staal. 106. ZINKPUT 106.1. beschrijving Een prefab betonnen put met perforaties in wanden en bodem om het verzamelde en gebufferde hemelwater vertraagd in de bodem te laten sijpelen. De putten zijn geprefabriceerd uit goed verdicht beton overeenkomstig STS 35.5. Zij zijn conform PTV119 „Geprefabriceerde regenwaterputten van ongewapend, gewapend en met staalvezels versterkt beton‟ en/of beschikken over een Benor-goedkeuring (attest voor te leggen). Wanneer de putten niet opgevat zijn om de voorziene belastingen te dragen, of wanneer de werkelijke belasting hoger ligt dan de voorziene moet er een versterkt deksel worden voorzien of een verdeelplaat in gewapend beton worden gestort. Een berekeningsnota van de zinkput wordt ter goedkeuring voorgelegd. 106.2. kenmerken -
De dekplaat heeft een excentrisch mangat 50 x 50 met een gietijzeren deksel. De aansluiting van de hemelwaterleiding geschiedt door een PVC instortmof dia 110 voorzien van rubberdichting. Instortmof en dichting zijn inbegrepen in prijs van de zinkput Nuttige inhoud : 3000 liter. Type : enkelvoudig, conform PTV 119 Vorm : rechthoekig/cilindrisch. Dekplaat : belastingklasse B 125 Mangat : min. opening 60x60 Putdeksel : bovengronds.
27
107. BOVENGRONDSE REGENWATERTANK IN PE OF PVC 107.1. beschrijving De regenwatertanks zijn geschikt voor de bovengrondse buffering opgesteld in buitenomgeving. 107.2. kenmerken -
De regenwatertank heeft een nuttige volume van 270 of 1000 liter Ze zijn voorzien van een afschroefbaar deksel als mangat Ze hebben een aflaatkraan onderaan De tank van 1000 liter is uitwendig omgord met enkele verstevigende buizen en latten in gegalvaniseerd staal.
28
Hoofdstuk IV : VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN Ten alle tijden dienen alle aanpalende percelen langs de werkzone toegankelijk te zijn voor gemotoriseerd verkeer. Er is hiervoor geen aparte post voorzien en dit werk wordt beschouwd als een aannemingslast. 1. VOORBEREIDENDE WERKEN 1.1.1 Verwijderen van houtachtige gewassen 1.1.1.1 Algemeen In de ontstane putten wordt aanvullingsmateriaal volgens III 5.1.2 gespreid en verdicht. Alle beplanting, struiken,… worden met de grootste zorg weggenomen (volgens de regels van goed vakmanschap) en ter plaatse ingekuild zodat deze na de werken terug herplant kunnen worden. 1.1.2 Op- en afbraakwerken, al of niet voor herbruik In de ontstane putten wordt aanvullingsmateriaal volgens III-5.1.2 gespreid en verdicht. B. De volgende op- of afbraakmaterialen worden herbruikt in de aanneming : materialen afkomstig van uitbraak verhardingen op privé-terrein. 1.1.2.2. Opbreken van verhardingen De opbraak van verhardingen boven de sleuf omvat het opbreken over een breedte van maximaal 80 cm tenzij de diepteligging van de buis noodzaakt om dieper uit te graven (>1m). Is de aannemer van oordeel dat hij deze breedte van 80 cm niet kan aanhouden dan zal hij het bestuur hiervan op de hoogte brengen. Dit wordt eveneens vermeld in het schriftelijk akkoord met de eigenaar. Indien hierover voorafgaandelijk geen akkoord bestond zijn de nodige herstellingen buiten de sleufbreedte van 80 cm ten laste van de aannemer. Verhardingen dienen omzichtig te worden opgebroken en teruggeplaatst. In geval van breuk is de vervanging ten laste van aannemer. Enkel in geval herbruik technisch onmogelijk is, kan overgegaan worden tot het aanvoeren van nieuwe materialen. De aannemer dient dit voorafgaandelijk te melden. In de post opbraak van houten plankenvloer is ook de fundering en onderfundering onder de plankenvloer inbegrepen, ook al is de houten plankenvloer zwevend opgesteld. De opbraak van lijnvormige elementen die de opsluiting vormen voor verhardingen of plantbedden behoren eveneens hiertoe.
29
2. DROOG GRONDVERZET 2.1. Beschrijving Alle grondwerken waarvoor geen uitdrukkelijke post is voorzien of die niet uitdrukkelijk zijn vermeld in een post zijn een last van de aanneming of begrepen in de werken waarmee ze logisch verband houden. De grondwerken nodig voor het maken van funderingskoffers zijn begrepen in de prijs van de funderingen. In de meetstaat is een post voorzien voor het sonderen naar de bestaande leidingen. De afkoppelingsplannetjes zijn opgemaakt met de best beschikbare informatie. Indien bij uitvoering blijkt dat de leiding toch niet zou zitten volgens plan, kan de aannemer, enkel na uitdrukkelijke goedkeuring van het bestuur, gebruik maken van deze post. In de kost voor het sonderen zitten vervat de uurtarieven van 2 arbeiders en de kost van het gebruik van een minigraver. 2.1.2 Uitvoering 2.1.2.1 Afgraving De overtollige afgegraven grond zal worden afgevoerd naar een plaats te zoeken door de aannemer. 2.1.2.2. Uitgraving 2.1.2.2.A. Uitgraven van rots en/of grond Wanneer stukken hout, metselwerk, natuursteen, beton en dergelijke worden aangetroffen in de uit te graven grond, dan is het opbreken en wegruimen ervan begrepen in de grondwerken, tenzij deze stukken een omvang hebben van 0,5 m³ of groter; in dit geval worden ze verrekend onder een afzonderlijke post in de opmetingsstaat. Het opbreken en wegruimen van kabels en leidingen, aangetroffen in de uit te graven grond is eveneens begrepen in de grondwerken. De inschrijvingsprijs omvat eveneens : - alle kosten wegens rendementsverlies - gebeurlijke kosten voor extra prestaties zoals zagen, doorbranden, e.d. - verwijderen van puin buiten de werf - supplementaire grondwerken, bemaling, beschoeiing. 2.1.2.3 Ophoging De ophoging is de aanvulling van alle grond in groenvakken. De grond is afkomstig van uitgraving en wordt hierbij verbeterd. De grond wordt gezeefd (alle steenfracties kleiner dan 20 mm worden hieruit verwijderd) en vervolgens gemengd met 0,15 m³ groencompost per m³ grond. De groencompost is volgens III-62.1. 2.1.2.4 Afdekking Afdekking waarvoor geen uitdrukkelijke post is voorzien of die niet uitdrukkelijk is vermeld in een post is een last van de aanneming of is begrepen in een post waarmee ze logisch verband houdt.
30
HOOFDSTUK VI - VERHARDINGEN 3. BESTRATINGEN In principe geldt dat de bestaande materialen voor bestrating worden herbruikt. De fundering dient minimaal evenwaardig te zijn aan hetgeen voorzien is. Het herstraten gebeurt identiek aan de bestaande en de herstelling is als dusdanig niet zichtbaar na uitvoering, mogelijks dienen hiervoor bepaalde aangrenzende stukken herstraat te worden. De aannemer kan geen bijkomende kosten claimen voor eventueel andere materialen, uitvoeringswijze, straatpatroon,… HOOFDSTUK VII - RIOLERINGEN EN AFVOER VAN WATER 1. RIOLERING EN AFVOER VAN WATER AANGELEGD IN EEN SLEUF 1.1 Beschrijving 1.1.2.2.Fundering en omhulling van de buizen Fundering en omhulling voor de kunstbuizen wordt uitgevoerd met zand III.6.2.2. D.
Verdichting en/of draagkracht
Het verdichten mag manueel worden uitgevoerd maar bij voorkeur d.m.v. lichte verdichtingswerktuigen zoals tril- of kikkerstampers die een goede verdichting tot tegen de leidingwand van de buis toelaten, zonder dat de buiskragen worden beschadigd. 1.1.2.5 Grondwerk voor aanvulling van de sleuf en verdichting 1.1.2.5.A Aanvulling De aanvulling van de sleuf is basisuitvoering met herbruikgrond. De aanvulling over de volle sleufbreedte tot 30 cm boven de kruin van de buis mag in geval van kunststofbuizen alleen naast de buis worden verdicht. Het verdichten juist boven de buis is in dit geval niet toegestaan omdat extra verticale deformatie moet worden voorkomen. Bij andere materialen dient wel over de volledige breedte te worden verdicht. 1.1.2.6 Drooghouden van de sleuf In geval waterputten, boorputten, drinkwaterputten e.d. door de grondwaterverlaging droog komen te staan, dient de aannemer, als last van zijn aanneming, ervoor te zorgen dat de gedupeerde eigenaars of huurders en aangelanden van het nodige drinkwater worden voorzien, desgevallend ook voor hun dieren/vee. 1.1.2.7. Instandhouding van de sleuf Alle sleuven gelegen binnen de invloedszone van bestaande gebouwen, spoorwegen, wegen en andere constructies zijn verplichtend verticaal te beschoeien over de volledige hoogte van de sleuf en over de volledig lengte van de uitgraving. Deze beschoeiing dient in alle omstandigheden aan te sluiten tegen de naastliggende grond en bestand te zijn tegen actieve en neutrale gronddruk. Alle bijkomende kosten aan de beschoeiing t.h.v. doorvoeringen zijn een last van de aanneming. 31
Het materiaal dat eventueel in de sleuven is achter te laten omwille van de stabiliteit van aangrenzende constructies, van het werk zelf en/of de uitvoeringswijze, moet onrotbaar zijn. De detaillering van iedere beschoeiing en bestempeling (tekeningen, berekeningen, beschrijving van materiaal, werkwijze, enz.) moet door de aannemer tijdig worden voorgelegd aan de leidend ingenieur. Goedkeuring van de voorgelegde documenten ontlast op generlei wijze de aannemer van zijn verantwoordelijkheid voor alle schade en ongevallen. De aannemer dient steeds maximaal herbruik na te streven, zowel van de uitgegraven gronden als van de opgebroken materialen. Enkel wanneer herbruik technisch onmogelijk is kan overgegaan worden tot het aanvoeren van nieuwe materialen. 5. AANSLUITING OP DE RIOLERING 5.1 Beschrijving 5.1.1 Materialen De buizen en hulpstukken zijn volgens III-24.4.2 (PVC). De buizen behoren tot de sterktereeks SN8 volgens NBN-EN 1401 en PTV 1005. Voor de afkoppeling van de woning op privé-domein wordt PVC-U gebruikt. De buizen behoren tot de reeks SN8. 5.1.2 Uitvoering Het dwarsen van nutsleidingen, grachten, rioleringen ea. zijn eigen aan de werkzaamheden en hiervoor werd dan ook geen meerprijs voorzien. Deze werken dienen te zijn inbegrepen in de posten van de meetstaat. Voor de aansluitingen dient de aannemer het detail van iedere aansluiting (lengte, aantal en aard hulpstukken,…) nauwkeurig bij te houden en de plaats waar deze aansluitingen uitgevoerd werden aan te duiden op afzonderlijke schetsen. 5.2 Meetmethode voor hoeveelheden De buizen worden verrekend volgens de kortste lengte van de aansluiting per strekkende meter. Hulpstukken en verbindingsstukken worden slechts verrekend voor zover hun plaatsing strikt noodzakelijk is om de aansluiting te kunnen uitvoeren en niet om een gemakkelijkere uitvoering van de aansluiting mogelijk te maken. Voor rechte stukken is de aanvulling begrepen in de opgegeven eenheidsprijs. Voor hulpstukken dienen de fundering, omhulling en aanvulling in de voor het hulpstuk opgegeven eenheidsprijs begrepen te zijn.
32
26. GEPREFABRICEERDE INSPECTIEPUT MET POMPINSTALLATIE 26.1. Beschrijving Indien dit vereist is bij de afkoppeling op privé-domein wordt er een put met pomp geplaatst. De werken omvatten : - de uitgraving en het nivelleren van de bouwput met inbegrip van instandhoudingswerken - aanleggen van een zandfundering III-6.2.1. – dikte = 20 cm - het plaatsen van de put en de pomp - aansluiten van pomp en alle toebehoren - aansluiting op het bestaande elektrisch netwerk van de woning - de werken die uiteraard van bovengenoemde werken afhangen of ermee samenhangen zoals : • het drooghouden van de bouwput • de instandhouding van de bouwput • de ongeschonden bewaring, de eventuele verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen - de afwerking boven de inspectieput met deksel B125 - Keuren en leveren van attest. 26.1.1. Materialen - geprefabriceerde inspectieput volgens III-104 - pompen en toebehoren volgens III-104. 26.1.2. Uitvoering De werken omvatten alle werken voor een operationeel pompstation. Het systeem wordt geleverd door éénzelfde fabrikant. De montage van de pomp in de pompput dient te beantwoorden aan volgende randvoorwaarden : - De pomp glijdt met haar geleideklauw langs de geleidebui(s)(zen) in RVS, minstens AISI 304, en is op die manier gemakkelijk in en uit de put te halen met een eenvoudige takel zonder dat iemand in de put moet afdalen. - De geleidebui(s)(zen) wordt onderaan bevestigd aan de aanwezige uitstulpingen op de voetbocht. - De pomp rust op een voetbocht die in de putbodem verankerd wordt. Diameter van de voetbocht is. - Beide zijn voorzien van aansluitflenzen waartussen een perfecte afdichting wordt verwezenlijkt door het gewicht van de pomp, zonder pakkingen of bouten. - De pomp is voorzien van een hefoog, waaraan een RVS ketting (door middel van een harpsluiting), minstens AISI 304, wordt bevestigd. De ketting wordt met het andere uiteinde ter hoogte van het deksel bevestigd. Het aansluiten van de pomp op het elektrisch netwerk van de woning is inbegrepen. De aannemer neemt hiervoor contact op met de eigenaar.
33
HOOFDSTUK IX - ALLERHANDE WERKEN 21 LEVEREN EN PLAATSEN VAN STANDPIJPEN 21.1. Beschrijving Het leveren en plaatsen van standpijpen (=afvoerpijpen) omvat : - Het verwijderen/demonteren van bestaande afvoerpijpen op vraag van bouwheer/eigenaar - Het plaatsen van nieuwe standpijpen - Het aansluiten op bestaande standpijp - Het aansluiten in de grond op de riolering. 21.1.1 Materialen De materialen zijn : - Afvoerpijpen volgens III-105. 21.1.2 Uitvoering De afvoeren worden op circa 2 cm voor het muurvlak geplaatst ofwel binnen het muurvlak verzonken en bijkomend voorzien van een waterdichte beschermstrook (gewafelde PE-folie / koper / ...) afhankelijk van de bestaande toestand. Specifieke uitvoeringsrichtlijnen voor PVC afvoerpijpen : - Plaatsing overeenkomstig STS 33.21.6. De verbindingen gebeuren d.m.v. een effen mofverbinding zonder verlijming, waarbij de buizen in elkaar worden geschoven en afgedicht d.m.v. dichtingsringen (type B koppeling met uitzetspeling volgens STS 33deel II 08.31.23). - De buizen zijn zoveel mogelijk uit één stuk en worden bevestigd minstens om de 100 cm. - De maximale afstand tussen twee vasthechtingspunten bedraagt 150 tot 250 cm. - De beugels zijn deels klemmend en deels glijdend zodat de buizen kunnen bewegen zonder beschadigingen. Teneinde de lengteveranderingen tengevolge van temperatuursschommelingen te kunnen opvangen zijn de nodige uitzetstukken ingebouwd. De uitzettingsmoffen bestaan uit een band met lage wrijvingsweerstand en zonder schadelijke inwerking op de buis. Specifieke uitvoeringsrichtlijnen voor zinken afvoerpijpen : - De buiselementen zijn zodanig gevormd dat zij een minimum ineenvoeging waarborgen, door middel van een lichte (conische of inspringende) vernauwing. - De penetratie van de verschillende stukken bedraagt minimum 3 cm. Bij richtingsveranderingen dringen de buizen minimum 8 cm in elkaar. - Behalve de koude verbindingen voor de montage en de uitzetting worden alle buizen aan elkaar gesoldeerd. Voor de gelaste ineenvoegingen hebben de soldeernaden een breedte van 1 cm en omvatten de ganse omtrek van beide buizen. - Er mag slechts 1 passtuk per afloop worden geplaatst. - Bij het versnijden van gehaakte afvoerbuizen wordt ter plaatse van de versnijding de buis eerst gesoldeerd. Het knippen van de buiselementen onderaan is verboden. Het solderen beantwoordt aan de voorschriften van NBN 283 art. 1.7. De solderingen worden op een gezuiverde ondergrond uitgevoerd. De soldeernaden worden uitgevoerd in 3 opeenvolgende bewerkingen : voorbereiding van de oppervlakten met chloorzink of met hars, vertinnen en solderen. Bij gepatineerde afvoerbuizen zal ter plaatse van de 34
-
soldering, de patinelaag zorgvuldig worden verwijderd en de soldeernaad gebeitst met zoutzuur. Na de soldering wordt de gebeitste zone opnieuw behandeld om een identieke kleur van de buis te bekomen. Elk buiselement wordt minstens 1 maal gesteund. De afstand tussen 2 steunpunten bedraagt maximum 1 m voor de buizen met een lengte tot 2 m en 1,5 m voor de buizen met een lengte van 3 m, met één schuivende (vrije uitzetting) tussenhaak. De eerste beugel bevindt zich op + 5 cm onder het laagste punt van de tapbuis.
Specifieke uitvoeringsrichtlijnen voor koperen afvoerpijpen : - Uitvoering overeenkomstig STS 33.21.2. Elk buiselement wordt minstens 1 maal gesteund. De afstand tussen 2 steunpunten bedraagt maximum 1 m voor de buizen met een lengte tot 2 m en 3 m voor de buizen met een lengte van 5 m, met één schuivende (vrije uitzetting) tussenhaak. De eerste beugel bevindt zich op + 5 cm onder het laagste punt van de tapbuis. - De afvoerbuizen worden luchtdicht op het rioleringsnet aangesloten bij middel van aangepaste hulpstukken. 21.2 Meetmethode voor hoeveelheden De afvoerpijpen worden per meter geteld inclusief de afbraak van de bestaande buizen. 22 OPVANG VAN HEMELWATER 22.1 Leveren en plaatsen van ondergrondse regenwaterputten 22.1.1 Beschrijving De constructie van regenwaterputten omvat : - de uitgraving en nivellering van de bouwput met inbegrip van instandhoudingswerken - het aanleggen van een zandfundering III-6.2.1. – dikte = 20 cm - het plaatsen van de regenwaterput - aansluiten - afdekking met zand III-6.2.1. – d = 20 cm - de werken die uiteraard van bovengenoemde werken afhangen of ermee samenhangen zoals : • het drooghouden van de bouwput • de instandhouding van de bouwput • de ongeschonden bewaring, de eventuele verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen - de afwerking boven het regenwaterput met deksel B125. 22.1.1.1 Materialen De materialen zijn : - regenwaterput volgens III-102. 22.1.1.2. Uitvoering 22.1.1.2.1 Grondwerken voor de uitgraving van de bouwkuip voor het bekken De uitgraving van de regenwaterput omvat de grondwerken voor de verwezenlijking van de bouwput waarin het bekken wordt aangelegd. 22.1.1.2.1.A - Bouwputafmetingen 35
Afhankelijk van het type regenwaterput. 22.1.1.2.1.C - Geschikt maken van de bouwputbodem De bepalingen van IV-3 zijn van toepassing (het aanvullingsmateriaal is zand III-6.2.1.). 22.1.1.2.1.D - Plaatsing van de aanvoerleidingen en afvoerleidingen De bepalingen van VII.1.1.2 zijn van toepassing. 22.1.1.2.1.H - Plaatsen van ontluchtingsbuis De ontluchtingsbuis wordt aangebracht volgens aanduidingen van de fabrikant. 22.1.1.2.3. Het plaatsen van de regenwaterput Het transport, verplaatsing en plaatsing van de regenwaterput moet voorzichtig gebeuren ter voorkoming van scheurvorming of breuk. Ze gebeurt steeds met gepast materiaal en volgens voorschriften van de fabrikant. 22.1.1.2.4. Grondwerken voor aanvulling van de bouwput en verdichting 22.1.1.2.4.B Verdichting en/of draagkracht De verdichting is gelijkmatig. Over de gehele diepte van de aanvulling is per laag van 10 cm, de gemiddelde indringing met licht slagsonde x = 40 mm/slag. Na aanvulling bedraagt de samendrukbaarheidsmodulus M1, minstens 11Mpa en is minstens gelijk aan de waarde vereist om op de bovenliggende oppervlakken van de tussenlagen en van het baanbed een samendrukbaarheidsmodulus van 17 Mpa te verkrijgen. 22.1.1.2.5 Drooghouden van de bouwput De uitgraving en het plaatsen van de regenwaterput gebeurt in den droge, desnoods door het toepassen van een bronbemaling die het water bestendig minstens 0,50 m onder het funderingsvlak houdt. Elke onderbreking in de grondwaterverlaging wordt opgevangen. Tenzij anders vermeld in de aanbestedingsdocumenten mag het water van de bronbemaling niet in de riolering worden geloosd. De grondwaterverlaging wordt derwijze uitgevoerd dat elke schade aan aangelanden vermeden wordt. De bronbemaling wordt aangehouden totdat de bouwput volledig aangevuld is en de aanvulling gecontroleerd en aanvaard is. 22.1.1.2.6 Instandhouding De aannemer zorgt voor de instandhouding van de bouwput. Hij beschikt steeds ter plaatse over het nodige materieel in verhouding tot de vooruitgang der werken, hierbij rekening houdend met de mogelijke waterdichtheidsproeven. De beschoeiing sluit in alle omstandigheden aan tegen de naastliggende grond en is bestand tegen actieve en neutrale gronddruk. 22.1.1.2.7. Ongeschonden bewaring, verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen Alle werken ter instandhouding of verplaatsing van nutsleidingen die dienen uitgevoerd buiten de ruimte begrensd door de verticale vlakken, gaande door het verticale gedeelte van de wanden van de bouwput, zijn een algemene aannemingslast. Tenzij anders vermeld in de aanbestedingsdocumenten worden de nutsleidingen gelegen in de langsrichting en de palen, in zoverre ze zich bevinden binnen de ruimte begrensd door de verticale vlakken gaande door het verticale gedeelte van de wanden van de bouwput, door toedoen van de aanbestedende overheid eruit verplaatst. 36
De nutsleidingen welke de bouwput dwarsen en niet gelegen zijn in de sectie van de riolering zijn steeds in stand te houden; het steunen ervan, het voorlopig afkoppelen, omleggen en terug aankoppelen, alsook het eventueel terugplaatsen zijn een last van de aanneming. Wanneer nutsleidingen die normaal niet dienen verplaatst te worden, in het gedrang komen door de gevolgde uitvoeringswijze van de aannemer, zijn de kosten voor de instandhouding of verplaatsing van deze leidingen voor de aannemer. De aannemer is verplicht zijn manier van beschoeien aan te passen zodat de nutsleidingen kunnen behouden blijven. 22.1.2 Meetmethode voor hoeveelheden De aanleg van de regenwaterputten worden uitgevoerd per stuk. Er wordt onderscheid gemaakt in grootte: volgende hoeveelheden worden gehanteerd 5000 liter, 7000 liter en 10000 liter. 22.2 Leveren en plaatsen van bovengrondse regenwateropslag 22.2.1 Beschrijving Het leveren en plaatsen van een bovengronds regenwateropslagtank omvat : - voorbereiden van ondergrond (indien nodig fundering voorzien) - sokkel voorzien van minimaal 40 cm hoog - leveren en plaatsen opslagtank - aansluiten van toekomende leidingen op tank. 22.2.1.1 Materialen De materialen zijn : - regenwateropslagtank volgens III-107. 22.2.1.2. Uitvoering De bovengrondse tanks worden geplaatst op een betonnen of gemetste sokkel voorzien van een verdeelplaat die geschikt is om de tank te dragen. 22.2.2 Meetmethode voor hoeveelheden De aanleg van de bovengrondse regenwateropslag worden uitgevoerd per stuk. Er wordt onderscheid gemaakt in 270 liter en 1000 liter tank. 23. SEPTISCHE PUTTEN EN ZINKPUTTEN 23.1. Beschrijving De constructie van septische putten en zinkputten omvat : - de uitgraving en het nivelleren van het bekken met inbegrip van instandhoudingswerken - aanleggen van een zandfundering III-6.2.1. – dikte = 20 cm - het leggen van een geotextiel (enkel voor zinkput) - het plaatsen van de put - aansluiten - omslag en inpakken van de zinkput in geotextiel (niet van toepassing voor septische put) - omhullen met infiltreren materiaal (enkel voor zinkput) - afdekking met zand III-6.2.1. – d = 20 cm - de werken die uiteraard van bovengenoemde werken afhangen of ermee samenhangen zoals : • het drooghouden van de bouwput • de instandhouding van de bouwput 37
• -
de ongeschonden bewaring, de eventuele verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen het aanbrengen van een deksel B125 het verwijderen van bestaande septische en zinkputten inclusief alle onderdelen het reinigen van bestaande septische en zinkputten.
23.1.1. Materialen De materialen zijn : - septische putten volgens III-103 - zinkputten volgens III-106 - geotextiel voor draineerinrichting volgens III-13.2.1.2 - zand voor draineerleidingen volgens III-6.2.1 - grof zand als draineermateriaal volgens NBN-EN 12620. 23.1.2. Uitvoering Indien bestaande putten gereinigd of verwijderd worden gebeurt dit conform de OVAM richtlijnen. Het slib afkomstig van reiniging wordt naar een erkende verwerker afgevoerd. Het eventueel dichten met zand van verwijderde putten is inbegrepen in de prijs. Voor nieuw te plaatsen putten zijn onderstaande richtlijnen van toepassing. 23.1.2.1 Grondwerken voor de uitgraving van de bouwput 23.1.2.1.A - Bouwputafmetingen De bouwputafmeting is afhankelijk van de grootte van de put. 23.1.2.1.C – Geschikt maken van de bouwputbodem De bepalingen van IV-3 zijn van toepassing (het aanvullingsmateriaal is zand III-6.2.1.). 23.1.2.1.D – Plaatsing van de aanvoerleidingen en afvoerleidingen De bepalingen van VII.1.1.2 zijn van toepassing. 23.1.2.1.F- Plaatsing van het geotextiel Het geotextiel wordt aangebracht met een overlap van 50 cm. 23.1.2.1.H – Plaatsen van ontluchtingsbuis De ontluchtingsbuis wordt aangebracht volgens aanduidingen van de fabrikant. 23.1.2.3 Het plaatsen van de putten De putten worden rechtstreeks op de genivelleerde bodem geplaatst volgens de richtlijnen van de fabrikant. 23.1.2.4. Grondwerken voor aanvulling van de bouwput en verdichting 23.1.2.4.B Verdichting en/of draagkracht De verdichting is gelijkmatig. Over de gehele diepte van de aanvulling is per laag van 10 cm, de gemiddelde indringing met licht slagsonde x = 40 mm/slag. Na aanvulling bedraagt de samendrukbaarheidsmodulus M1, minstens 11Mpa en is minstens gelijk aan de waarde vereist om op de bovenliggende oppervlakken van de tussenlagen en van het baanbed een samendrukbaarheidsmodulus van 17 Mpa te verkrijgen. 23.1.2.5 Drooghouden van de bouwput 38
De uitgraving en het plaatsen van de putten gebeurt in den droge, desnoods door het toepassen van een bronbemaling die het water bestendig minstens 0,50 m onder het funderingsvlak houdt. Elk onderbreking in de grondwaterverlaging wordt opgevangen. Tenzij anders vermeld in de aanbestedingsdocumenten mag het water van de bronbemaling niet in de riolering worden geloosd. De grondwaterverlaging wordt derwijze uitgevoerd dat elke schade aan aangelanden vermeden wordt. De bronbemaling wordt aangehouden totdat de bouwput volledig aangevuld is en de aanvulling gecontroleerd en aanvaard is. 23.1.2.6 Instandhouding De aannemer zorgt voor de instandhouding van de bouwput. Hij beschikt steeds ter plaatse over het nodige materieel in verhouding tot de vooruitgang der werken, hierbij rekening houdend met de mogelijke waterdichtheidsproeven. De beschoeiing sluit in alle omstandigheden aan tegen de naastliggende grond en is bestand tegen actieve en neutrale gronddruk. 23.1.2.7. Ongeschonden bewaring, verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen Alle werken ter instandhouding of verplaatsing van nutsleidingen die dienen uitgevoerd buiten de ruimte begrensd door de verticale vlakken, gaande door het verticale gedeelte van de wanden van de bouwput, zijn een algemene aannemingslast. Tenzij anders vermeld in de aanbestedingsdocumenten worden de nutsleidingen gelegen in de langsrichting en de palen, in zoverre ze zich bevinden binnen de ruimte begrensd door de verticale vlakken gaande door het verticale gedeelte van de wanden van de bouwput, door toedoen van de aanbestedende overheid eruit verplaatst. De nutsleidingen welke de bouwput dwarsen en niet gelegen zijn in de sectie van de riolering zijn steeds in stand te houden; het steunen ervan, het voorlopig afkoppelen, omleggen en terug aankoppelen, alsook het eventueel terugplaatsen zijn een last van de aanneming. Wanneer nutsleidingen die normaal niet dienen verplaatst te worden in het gedrang komen door de gevolgde uitvoeringswijze van de aannemer, zijn de kosten voor de instandhouding of verplaatsing van deze leidingen voor de aannemer. De aannemer is verplicht zijn manier van beschoeien aan te passen zodat de nutsleidingen kunnen behouden blijven. 23.2 Meetmethode voor hoeveelheden De aanleg van gebruiksklare septische putten en zinkputten wordt uitgevoerd per stuk. Er wordt onderscheid gemaakt in septische putten en zinkputten. Er zijn aparte posten voorzien voor het verwijderen van putten en het reinigen ervan. 24. ONDERGRONDS INFILTRATIE- EN BUFFERBEKKEN 24.1. Beschrijving De constructie van een ondergronds infiltratie- en bufferbekken omvat : - de uitgraving en het nivelleren van het bekken met inbegrip van instandhoudingswerken - aanleggen van een zandfundering III-6.2.1. – dikte = 20 cm - het leggen van een geotextiel - het plaatsen van de infiltratiemodules - aansluiten - omslag en inpakken van het bekken in geotextiel (niet van toepassing voor infiltratieput) - afdekking met zand III-6.2.1. – d = 20 cm 39
-
-
de werken die uiteraard van bovengenoemde werken afhangen of ermee samenhangen zoals : • het drooghouden van het bekken • de instandhouding van het bekken • de ongeschonden bewaring, de eventuele verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen de afwerking boven het infiltratiebekken zoals voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten.
24.1.1. Materialen De materialen zijn : - geotextiel voor de infiltratie, scheiding en bescherming volgens III-100.5. - materiaal voor ondergronds buffer- en infiltratiebekken volgens III-100.3. 24.1.2. Uitvoering 24.1.2.1 Grondwerken voor de uitgraving van de bouwkuip voor het bekken De uitgraving van het bekken omvat de grondwerken voor de verwezenlijking van de bouwput waarin het bekken wordt aangelegd. 24.1.2.1.A - Bekkenafmetingen Het bekken wordt uitgegraven zoals aangeduid op het grondplan. 24.1.2.1.C – Geschikt maken van de bouwputbodem De bepalingen van IV-3 zijn van toepassing (het aanvullingsmateriaal is zand III-6.2.1.). 24.1.2.1.D – Plaatsing van de aanvoerleidingen en afvoerleidingen De bepalingen van VII.1.1.2 zijn van toepassing. 24.1.2.1.F- Plaatsing van het geotextiel Het geotextiel wordt aangebracht met een overlap van 50 cm. 24.1.2.1.H – Plaatsen van ontluchtingsbuis De ontluchtingsbuis wordt aangebracht volgens aanduidingen van de fabrikant. 24.1.2.3.a Het plaatsen van de infiltratiekratten De kratten worden rechtstreeks op de genivelleerde bodem geplaatst volgens een door de fabrikant geleverd legplan. De inspectielijnen (indien van toepassing) worden uitgevoerd volgens plan. 24.1.2.3.b Het plaatsen van infiltratieput De infiltratieput wordt geplaatst, aangevuld met drainerend materiaal en voorzien van een sleufrooster uit gietijzer. 24.1.2.3.c Het plaatsen van infiltratiesysteem met rolgrind De plaatsing is identiek aan deze van de infiltratiekratten alleen wordt er rolgrind gebruikt ipv prefab kratten. 24.1.2.4. Grondwerken voor aanvulling van de bouwput en verdichting 24.1.2.4.A- Aanvulling Alvorens de bovenbouw boven het bekken aan te brengen wordt het geotextiel dichtgevouwen met volgende afwerkingen : 40
- geotextiel: overlap van minstens 50cm. 24.1.2.4.B Verdichting en/of draagkracht De verdichting is gelijkmatig. Over de gehele diepte van de aanvulling is per laag van 10 cm, de gemiddelde indringing met licht slagsonde x = 40 mm/slag. Na aanvulling bedraagt de samendrukbaarheidsmodulus M1, minstens 11Mpa en is minstens gelijk aan de waarde vereist om op de bovenliggende oppervlakken van de tussenlagen en van het baanbed een samendrukbaarheidsmodulus van 17 Mpa te verkrijgen. 24.1.2.5 Drooghouden van de bouwput De uitgraving en het leggen van de blokken gebeurt in den droge, desnoods door het toepassen van een bronbemaling die het water bestendig minstens 0,50 m onder het funderingsvlak houdt. Elk onderbreking in de grondwaterverlaging wordt opgevangen. Tenzij anders vermeld in de aanbestedingsdocumenten mag het water van de bronbemaling niet in de riolering worden geloosd. De grondwaterverlaging wordt derwijze uitgevoerd dat elke schade aan aangelanden vermeden wordt. De bronbemaling wordt aangehouden totdat de bouwput volledig aangevuld is en de aanvulling gecontroleerd en aanvaard is. 24.1.2.6 Instandhouding De aannemer zorgt voor de instandhouding van de bouwput. Hij beschikt steeds ter plaatse over het nodige materieel in verhouding tot de vooruitgang der werken, hierbij rekening houdend met de mogelijke waterdichtheidsproeven. De beschoeiing sluit in alle omstandigheden aan tegen de naastliggende grond en is bestand tegen actieve en neutrale gronddruk. 24.1.2.7. Ongeschonden bewaring, verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen Alle werken ter instandhouding of verplaatsing van nutsleidingen die dienen uitgevoerd buiten de ruimte begrensd door de verticale vlakken, gaande door het verticale gedeelte van de wanden van de bouwput, zijn een algemene aannemingslast. Tenzij anders vermeld in de aanbestedingsdocumenten worden de nutsleidingen gelegen in de langsrichting en de palen, in zoverre ze zich bevinden binnen de ruimte begrensd door de verticale vlakken gaande door het verticale gedeelte van de wanden van de bouwput, door toedoen van de aanbestedende overheid eruit verplaatst. De nutsleidingen welke de bouwput dwarsen en niet gelegen zijn in de sectie van de riolering zijn steeds in stand te houden; het steunen ervan, het voorlopig afkoppelen, omleggen en terug aankoppelen, alsook het eventueel terugplaatsen zijn een last van de aanneming. Wanneer nutsleidingen die normaal niet dienen verplaatst te worden in het gedrang komen door de gevolgde uitvoeringswijze van de aannemer, zijn de kosten voor de instandhouding of verplaatsing van deze leidingen voor de aannemer. De aannemer is verplicht zijn manier van beschoeien aan te passen zodat de nutsleidingen kunnen behouden blijven. 24.2 Meetmethode voor hoeveelheden De aanleg van de gebruiksklare infiltratievoorzieningen worden uitgevoerd per m³. Behalve de infiltratieput, die uitgevoerd wordt per stuk. Er wordt onderscheid gemaakt in infiltratieputten, infiltratiesystemen met rolgrind (1m³) en infiltratiekratten.
41
HOOFDSTUK XI - GROENAANLEG EN GROENONDERHOUD Wanneer de beplantingswerken worden uitgevoerd buiten het plantseizoen zal een apart aanvangsbevel gegeven worden voor de beplantingswerken.
42
Bijlage 1 :
GOEDKEURINGSCERTIFICAAT UITGEVOERDE WERKEN Tussen de aannemer “naam, adres aannemer”, vertegenwoordigd door.................................... , hierna de aannemer genoemd; en De heer/mevrouw ………………………………………………………………………………………………… ……………………….., wonende ……………... te 3120 Tremelo, (mede)eigenaar(s) van het gebouw gelegen …………..…. te 3120 Tremelo wordt overeengekomen/verklaard
§ 1. Door ondertekening verklaren de (mede)eigenaar(s) zich akkoord met de terug in zijn oorspronkelijke staat gebrachte percelen (met uitzondering van beplantingswerken wanneer deze volgens bestek uitgesteld werden en in het plantseizoen worden uitgevoerd). § 2. Na het ondertekenen van dit goedkeuringscertificaat door de (mede)eigenaar(s), wordt het eigendomsrecht van de leidingen en infrastructuur, gerealiseerd tengevolge van de werken, overgedragen aan de (mede)eigenaar(s) van het gebouw; de eigenaar moet vanaf dan instaan voor het noodzakelijke onderhoud. Opgemaakt te Tremelo op …………………… Aannemer
(mede)eigenaar(s) …………………………………………
………. naam
straatnaam………..… te Tremelo
(eigenhandig schrijven van: “gelezen en goedgekeurd op (datum)”)
43
Bijlage 2 : Voorbeeld plannetje
44
Straatnaam 220 XXXX Gemeente/Stad De eigenaar heeft plannen ter beschikking gesteld. De situatie werd door de eigenaar uitgelegd en waar mogelijk gecontroleerd. Beschrijving bestaande situatie Achteraan de woning is een klokput/verzamelput voorzien waar al het afvalwater van de woning(behalve het afvalwater van de toilet) in toekomt. In deze klokput / verzamelput komt ook de overloop van de regenwaterput toe. De vertrekkende leiding van deze klokput / verzamelput staat in verbinding met de dubbele controleput vooraan de woning. In deze controleput komt ook de links vooraan dakafvoer (zie tekening RW1) en het afvalwater van de toiletten toe. De vertrekkende leiding van de dubbele controleput staat in verbinding met de bestaande riolering. De overige dakafvoeren van de woning en garage zijn allen aangesloten op de regenwaterput. Beschrijving van de werken De open deksel van de klokput /verzamelput wordt vervangen door een gesloten deksel zodat het oppervlakte water niet meer in deze put toekomt. De overloop van de regenwaterput wordt afgekoppeld van de klokput/verzamelput. Er wordt een nieuwe overloopleiding aangelegd tot aan de nieuwe huisaansluiting regenwater. De dakafvoer RW1 wordt afgekoppeld van de sifonput en aangesloten op de nieuwe overloopleiding regenwaterput. 1.
Klokput ombouwen tot gesloten verzamelput • 1 gesloten deksel i.p.v. open deksel 2. Nieuwe overloop regenwaterput • 1 afdichtingstop op bestaande leiding • nieuwe opening maken in regenwaterput • 1 m tegels • 1 m boordsteen • 2 m tegels • 1 bocht van 90° • 1 m tegels • 1 m boordsteen • 10 m pvc-buis ∅110 • 1 T-stuk • 8 m pvc-buis ∅110 3. Afkoppelen RW1 • 1 afdichtingstop op bestaande leiding • 1 bocht van 90° • 2 m pvc-buis ∅110 4. Samenvatting materialen • 1 deksel • 2 afdichtingstoppen op bestaande leiding • 1 opening regenwaterput • 1 T-stuk • 2 bochten van 90° • 20 m pvc-buis ∅110
Straatnaam 220 XXXX Gemeente/Stad Foto 1:
Foto 2:
Foto 3:
Foto 4:
Bijlage 3. SAMENVATTENDE OPMETINGSSTAAT
Bijlage 4: TYPETEKENINGEN