Project Droomjob is een organisatie van: Samenlevingsopbouw West - Vlaanderen en vzw Wieder Met financiële steun van: Welzijnszorg en Cera
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje, maar de een roeit, en de ander zit te vissen.
Marco Aldinger, boekje Ko(s)misch bewustzijn
Inhoudsopgave Voorwoord
p 07
Dankwoord
p 09
Deel 1: Arbeid en maatschappelijk kwetsbare groepen
p 11
p 12 p 12 p 15
1.1. Visie en uitgangspunten armoede 1.2. Wat is armoede? 1.3. Waarom zijn mensen in armoede vaak kansloos op de arbeidsmarkt?
Deel 2: Project ’Droomjob’
p 21
p p p p p p
22 25 26 27 32 43
p p p p p
51 53 57 51 65
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Situering project ‘Droomjob’ Doelstellingen project ’Droomjob’ Visie en uitgangspunten project ’Droomjob’ Theoretische onderbouw project ’Droomjob’ Doelgroep analyse project ’Droomjob’ SWOT analyse project ’Droomjob’
Deel 3: 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Deelnemers aan het woord Zij bokst haar door het leven … Gaan en blijven gaan, met vallen en opstaan … Niets stopt mij … De rekbaarheid van de elastiek…
Deel 4: Beleidsaanbevelingen
p 67
4.1. Nood aan een integrale begeleidingsaanpak. 4.2. Méér middelen en tijd voor nazorg en begeleiding op de werkvloer. 4.3. Méér werkvloeren op maat. 4.4. Een toereikend inkomen dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. 4.5. Grotere toegankelijkheid van de arbeidsmarkt. 4.6. Een neutrale plek in Brugge waar kwetsbare mensen terecht kunnen voor info en ondersteuning op vlak van werk, armoede en welzijn. 4.7. Blijvend inzetten op vorming en sensibilisering omtrent de leefsituatie van de doelgroep. 4.8. Versterken van buurt(ontwikkelings)diensten in de stad en regio Brugge. 4.9. Een vervolgproject op ‘Droomjob’ in regio Brugge.
p p p p p p
Interessante literatuur
p 81
Bronvermelding
p 83
Tussen droom en werkelijkheid
70 72 73 74 74 76
p 77 p 78 p 78
5
Voorwoord Alle grote dingen in deze wereld zijn bedacht door naïeve mensen met een onmogelijk idee. Dr. Frank Richards Voor elk van ons bestaat er een recht op arbeid ( gedefinieerd door het internationaal recht Universele Verklaring 10 december 1948, art. 23 §1-3). We merken echter dat dit recht niet zonder meer gegarandeerd is voor iedereen. De realiteit is namelijk dat aan de onderkant van de arbeidsmarkt een restgroep blijft. Deze restgroep is een zeer diverse groep, met verschillende subgroepen die elk nood hebben aan een benadering op maat. Aangezien het een titanenwerk is om alle subgroepen onder de loep te nemen, hebben we de focus met ons project gelegd op de subgroep van mensen in armoede. Mensen in armoede toeleiden naar tewerkstelling is een uitdaging, zowel voor de (traject)begeleiders als voor de werkzoekenden zelf. Tegenover deze uitdaging merken we dat zowel (traject)begeleiders als werkzoeken en geconfronteerd worden met de druk van het huidige activeringsbeleid. Activering van werkzoekenden/werklozen is immers een belangrijke doelstelling van de Vlaamse en Belgische overheid. Wie een job krijgt, zo luidt de redenering, verhoogt zijn welvaart en kan zijn sociaal isolement doorbreken. Bijkomend dient activering ook een breder maatschappelijk doel: het houdt de sociale zekerheid betaalbaar. In de loop van 2010-2012 werd samen met mensen in armoede in het project ‘Droomjob’ nagedacht over en gewerkt rond activering. Het activeringsdiscours in zijn verschillende facetten werd onder de loep genomen, en met deze mensen is bekeken wat de kansen en valkuilen zijn voor hen. De centrale vraag die we voor ogen hadden doorheen het project was: “Is arbeidsactivering een haalbare kaart voor mensen in armoede?!.” Met deze publicatie willen we de lezer meenemen in het proces dat we afgelegd hebben met mensen in armoede. In deel I willen we de focus leggen op waarom uitgerekend deze doelgroep moeilijkheden ondervindt bij het participeren op de arbeidsmarkt. Hoe komt het dat het vaak een kwestie is van pompen of verzuipen? Deel II maakt wegwijs en geeft een kijk op het project ‘Droomjob’. In het derde deel laten we een aantal deelnemers aan het woord, en staan we stil bij wat hun dromen en nachtmerries waren met betrekking tot het project, hun droomjob. In deel 4 stellen we de initiële vraag “Is arbeidsactivering een haalbare kaart voor mensen in armoede?” en zo ja, wat zijn (beleids)aanbevelingen om dit te laten slagen? We hopen dat u na het lezen van deze publicatie, evenveel zin krijgt als wij om samen werk te maken van een haalbare kaart voor deze doelgroep. Veel leesplezier, Fred Boone & Pascale Cockhuyt Deelnemers Werkgroep Arbeid Deelnemers Project ‘Droomjob’ Tussen droom en werkelijkheid
7
Dankwoord Voor u ligt onze publicatie “tussen droom en realiteit”. We hebben geprobeerd om een duidelijk beeld te schetsen van het project ‘Droomjob’. Het project is/was een experiment waarbij we –participatief met de deelnemers – van verschillende methodieken geproefd hebben, die volgens onze bescheiden ervaring een mogelijke sleutel kunnen vormen tot succes bij het werken met kansengroepen. Het project ‘Droomjob’ was boeiend omdat het een leerproces was voor ons. Het verplichtte ons te leren hoe mensen in armoede het recht op arbeid ervaren, te leren wat voor hen belangrijk is, te leren en om telkens meer en beter naar hen te luisteren… Door het samen werken hebben we een zeer groot respect gekregen voor de deelnemers die ondanks of misschien juist dank zij al wat ze meemaakten, de moed opbrengen om hun verhaal te vertellen en hun stem te laten horen, beseffend dat die stem niet de wereld zal veranderen, maar toch gelovend dat het zeker de moeite waard is. Het is maar te hopen dat tegenover zoveel moed ook wij, hulpverleners, beleidsmakers, de moed hebben om onszelf in vraag te stellen, telkens opnieuw… Dit project kwam tot stand dankzij vele helpende handen. We zijn heel dankbaar voor de ondersteuning die we vanuit diverse hoeken kregen. Het is een bijna onbegonnen opdracht om iedereen te vermelden, maar toch willen we graag een aantal mensen bij naam noemen. In de eerste plaats willen we de deelnemers van het project ‘Droomjob’ en de werkgroep Arbeid - In - Zicht?!, oprecht bedanken. Het traject dat we samen aflegden, zou nooit een succes geworden zijn zonder hun inzet, en zonder hun vertrouwen in de begeleiders. Een speciale dank je wel voor de vrijwilligers van de werkgroep Arbeid - In - Zicht! Geert, Erik en Bernice stonden ons als supporter bij met woord en daad. Zij waren er niet alleen voor de deelnemers maar ook voor de begeleiders. Zij zorgden ook voor de motivatie om te blijven doorgaan. Geert, Erik & Bernice, dank voor je niet aflatende inzet en betrokkenheid op allerlei vlakken. Dank aan de leden van het dagelijks bestuur van Wieder, het beleidsteam Samenlevingsopbouw West – Vlaanderen, het team maatschappelijke dienstverlening Samenlevingsopbouw West – Vlaanderen, de reflectiegroep droomjob, de overleggroep werk & sociale economie van het Vlaams Netwerk, de werkgroep Brugge Dialoogstad voor hun volgehouden engagement en zinvolle opmerkingen. Het was stimulerend om met zo veel mensen rond de tafel te zitten vanuit een gedeelde betrokkenheid op deze problematiek. Graag willen we ook onze beide organisaties Samenlevingsopbouw West Vlaanderen en vzw Wieder bedanken. Dit voor de sprong in het duister die ze durfden te maken en om samen op zoek te gaan naar mogelijke antwoorden op het activeringsvraagstuk. Verder bedanken we CERA, Welzijnszorg en Regina Coeli. Zonder hun steun was de uiteindelijke realisatie van ons toonmoment ( 26 april 2012) niet mogelijk. Tot slot, heel veel lieve woorden en veel merci-tjes voor alle mensen die van ver of nabij dit project hebben opgevolgd. Door jullie steun en helpende handen voelden we ons gesterkt om verder te gaan. En hebben we geleerd dat bestaande kloven te dichten zijn. Fred Boone & Pascale Cockhuyt Deelnemers Werkgroep Arbeid Deelnemers Project ‘Droomjob’
Tussen droom en werkelijkheid
9
Deel 1 : Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen Niets is onmogelijk als we het samen doen. Jeanne Devos
1.1 Visie op armoede en uitsluiting Het uitgangspunt doorheen het project is dat armoede een onrecht is en een schending van de mensenrechten. Armoede is dan ook een netwerk van sociale uitsluiting dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Daarom is onze doelstelling structurele armoedebestrijding op elk terrein van het leven: onderwijs, cultuur, huisvesting, … en ook op werkgelegenheid. Wij willen de sociale, culturele en maatschappelijke factoren van uitsluiting van mensen in armoede opsporen en bestrijden. Vanuit deze visie op armoede en armoedebestrijding hebben vzw Wieder en Samenlevingsopbouw West – Vlaanderen de handen in elkaar geslagen om de werkgroep Arbeid – In – Zicht?! – en het project ‘Droomjob’ vorm te geven. Deze visie, die uitgaat van het recht van elke mens op een volwaardige deelname aan de samenleving en een menswaardig bestaan, staat ook bekend als het mensrechtenperspectief.
1.2 Wat is armoede We hanteren de definitie van Jan Vranken (Oases) over armoede: “Een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen.” Armoede veroorzaakt uitsluiting. Gezinnen in armoede ervaren dagelijks dat ze er niet bijhoren. En als mensen worden uitgesloten van een menswaardig leven, heet dat onrecht.
De kringloop van de armoede Armoede kan niet herleid worden tot een louter inkomensprobleem. Armoede in onze samenleving is een samenhang van vele elementen die vaak tegelijk aanwezig zijn en elkaar versterken: problemen op school, slechte tewerkstellingskansen, een te klein inkomen, ongezonde huisvesting, moeilijke thuissituaties ... Dit alles vormt een kluwen dat we omschrijven als de kringloop van de armoede. Een kringloop waar gezinnen in armoede niet zomaar uitgeraken. Want problemen kunnen zowel oorzaak als gevolg zijn. Armoede is met andere woorden nooit een eenvoudige zaak.
12
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen Kringloop van armoede
Onvoldoende
Ongezonde en eentonige
INKOMEN
VOEDING
Geen, gevaarlijk of minderwaardig
Slechte en ongezonde
WERK
HUISVESTING
Weinig en/of onaangepast
ONDERWIJS
GEZINNEN
met problemen
Vaak
ZIEK
Soorten armoede De doelgroep van mensen in armoede is zeer divers en we kunnen dan ook een aantal subgroepen onderscheiden namelijk: • Generatiearmen = Sommige mensen zitten van de eerste tot de laatste dag van hun leven in éénzelfde circuit. De armoede wordt als het ware doorgegeven van de ene generatie op de andere. Dan spreken we van generatiearmoede. Generatiearmen hebben ook doorheen de geschiedenis geen aansluiting kunnen maken met de algemene welvaartsstijging en ze hebben nooit volwaardig kunnen participeren. Zij slagen er niet in om te ontsnappen aan levenslange uitsluiting. Zij zitten in de uitzichtloze kringloop opgesloten. • Nieuwe armen = Mensen die omwille van economische, sociale gevolgen in armoede terecht zijn gekomen. • Gekleurde armoede = sinds kort groeit het besef dat armoede niet alleen autochtonen maar ook etnisch - culturele minderheden treft. • Subjectieve armoede = vandaag merken we een stijgende trend bij de subjectieve beleving van armoede. Meer en meer mensen geven aan dat ze moeite hebben om “de eindjes aan elkaar te knopen” Wanneer we de doelgroep van het project bekijken, kunnen we besluiten dat we 2 subgroepen bereikt hebben: de generatiearmen en de nieuwe armen.
De buiten – en binnenkant van armoede Als we aan de slag willen gaan met mensen in armoede moeten we rekening houden met het kluwen van problemen op de verschillende levensdomeinen ( bv. onvoldoende inkomen, ongezonde of onbetaalbare huisvesting, ontoegankelijke gezondheidszorg, ongelijke kansen in het onderwijs, ongelijke mogelijkheden tot cultuur- , sport- of vrijetijdsparticipatie, onbetaalbare en ontoegankelijke justitie, … ). Dit is de buitenkant van armoede. Wanneer we kijken naar de gevoelens, gedachten en gedragingen die een leven in armoede met zich meebrengen, en de invloed van extreme armoede op iemands zelfbeeld en zelfvertrouwen, spreken we over de binnenkant van de armoede. Door de vele problemen hebben mensen in armoede vaak gevoelens van machteloosheid, angst en (constant) falen. Deze gevoelens dragen zij hun leven lang mee en worden voor hen vaak bevestigd door allerlei tegenslagen. (Bron: Het waw- traject : een geïntegreerde aanpak van werk, armoede en welzijn. Aalsterse Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen vzw, Aalst, 2011) Tussen droom en werkelijkheid
13
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
Kijken naar armoede Niet alleen het model van de kringloop van armoede helpt ons om armoede nader te bekijken. Jan Vranken (Oases) ontwikkelde een ideaaltypisch verklaringsschema waarin vier armoedemodellen onderscheiden worden. Het zijn vier manieren waarop naar armen en armoede gekeken wordt en waarbij oorzaken geduid worden. Deze vier modellen kunnen dienst doen als raamwerk en zijn een goede vertrekbasis. Verklaringsschema Vranken: Individu
Maatschappij
Schuld (intern)
Ongeval (extern)
Individueel schuldmodel
Individueel ongevalmodel
Maatschappelijk schuldmodel Maatschappelijk ongevalmodel of Structureel model of Conjunctureel model
(Bron: Een kijk op armoede en beleid. Adventscampagne Welzijnszorg 1995, pp. 17-18)
Individueel schuldmodel Sommigen leggen de schuld van armoede bij de mensen zelf. In de volksmond heet het dat ‘de arme lui is’, ‘zijn geld verkwist’ of ‘weigert zich behoorlijk te gedragen’. In dat geval spreken wij over het individueel schuldmodel. Vanuit deze visie laat je mensen in armoede gewoon aan hun lot over of ga je over tot dwingende actie: disciplinering, verplichte integratie of verwijdering uit de maatschappij. Zo wil men de ‘hinder’ die mensen in armoede door hun eigen schuld aan de maatschappij veroorzaken, beperken of ongedaan maken. Individueel ongevalmodel Anderen tonen iets meer begrip voor wie arm is. Ze wijten de armoede aan situaties die iemand buiten zijn wil overkomen, zoals ziekte, een handicap of het overlijden van een kostwinner in het gezin. Volgens dit individueel ongevalmodel hebben mensen in armoede tegenslag gehad in hun leven. Als maatschappij of als individu heb je dan de plicht om ze te helpen. Maatschappelijk ongevalmodel (conjunctureel model) Armoede heeft volgens dit model maatschappelijke oorzaken en is niet in de eerste plaats aan de mensen zelf te wijten. Armoede wordt voor een belangrijk deel bepaald door economische en sociale ontwikkelingen in de samenleving. Die kunnen niet vanuit zogenaamde individuele tekorten of tegenslagen verklaard worden. De kans bestaat dat plotse veranderingen in de maatschappij slachtoffers maken (o.a. economische crisis, automatisering waardoor bepaalde beroepen overbodig worden, migraties van arbeidskrachten maar ook van bedrijven, oorlogen). Wie op die manier naar armoede kijkt, hanteert bewust of onbewust een maatschappelijk ongevalmodel. Hierbij veronderstelt men dat zodra de maatschappelijke situatie weer ‘normaal’ wordt, de armoede verdwijnt. In afwachting moet de maatschappij een opvangsysteem uitwerken. Maatschappelijk schuldmodel (structureel model) Toch kunnen wij met het vorige model niet uitleggen waarom er ook in periodes met 14
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
een goede economie armoede blijft bestaan. Volgens de structurele benadering zit armoede ingebakken in onze maatschappij vb. lage minimumlonen, hoge gezondheidskosten, dure huurwoningen, hoge energiefacturen. Meer nog: armoede zou zelfs ‘positieve functies’ vervullen in onze maatschappij omdat ze bijvoorbeeld het vuile, onaantrekkelijke en laagbetaalde werk voor haar rekening neemt. Mensen in armoede vormen ook een ‘afzetmarkt’ voor tweedehandsgoederen of producten van slechte kwaliteit. Bovendien vervullen ze een morele functie: ze dienen als voorbeeld om anderen op het rechte pad te houden of ze bevestigen het sociaal gevoel van beter gegoeden die hen helpen met giften, voedselpakketten enzovoort. Enkel het maatschappelijk schuldmodel of structureel model geeft een afdoende verklaring voor het bestaan van armoede in onze maatschappij. Immers, ook in terugkerende tijden van voorspoed en welvaart verdwijnt armoede niet noodzakelijk. Wij zullen het armoedeprobleem pas oplossen als alle lagen van de bevolking zich bewuster worden van de realiteit waarin mensen in armoede leven.
1.3 Waarom zijn mensen in armoede vaak kansloos op de arbeidsmarkt? Arbeid voor allen, ook voor kansarmen?! “Werk om te leven! Leef niet om te werken!” Allemaal kennen we wel voorafgaande spreuk. Het herinnert vele mensen eraan dat er meer is in het leven dan werken alleen. Maar werken is belangrijk, want anders is er geen brood op de plank (geen inkomen). Voor mensen uit kansengroepen moeten we ‘brood op de plank’ letterlijk interpreteren: voor hen betekent het eten voor het hele gezin, ook op het einde van de maand. De sociale kloof tussen gezinnen die leven van een inkomen uit arbeid en gezinnen die leven van een vervangingsinkomen groeit de afgelopen jaren nog steeds. Niet alleen het inkomen is meestal hoger maar daarnaast zorgt een job ook voor een plaats in de maatschappij, sociale contacten, persoonlijke voldoening, uitzicht op een betere toekomst en nieuwe kansen. De zoektocht naar werk vormt echter voor vele mensen een probleem. Daartegenover staat in zekere mate de invulling van het recht op arbeid zoals gedefinieerd door het internationaal recht (Universele Verklaring 10 december 1948, art. 23 §1-3): “1. 2. 3.
Éénieder heeft recht op arbeid, op de vrije keuze van zijn arbeid, op billijke bevredigende arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. Allen, zonder enig onderscheid, hebben het recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. Al wie arbeidt heeft recht op een billijke en toereikende vergoeding die hem alsmede zijn gezin een bestaan verzekert dat overeenkomt met de menselijke waardigheid, en die, indien nodig, wordt aangevuld door alle andere middelen van sociale bescherming.”
Mensen in armoede hebben het moeilijker om hun recht op arbeid uit te oefenen/te realiseren.
Tussen droom en werkelijkheid
15
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
Druk op de ketel?! “ Wat wil je later worden?” vroeg de juf. ‘t Was in de 3de klas. Ik keek haar aan en wist het niet! Ik dacht dat ik al iemand was!” T. Hermans Voor mensen in armoede is het participatieverhaal op de arbeidsmarkt vaak dansen op een slappe koord. Het is als het ware een evenwichtsoefening om rechtop te blijven staan en niet te vallen. Want de druk om deel te nemen aan en deel uit te maken van de arbeidsmarkt is voor hen zeer groot. Mensen in armoedesituaties worden in onze samenleving nog al te vaak bestempeld als ‘lui’, ‘nietsnutten’, ‘moedeloos’, enz., zeker als het gaat over het thema arbeid. Nochtans verzetten mensen in armoedesituaties heel wat werk, (vb. zorg voor het gezin, voor het dagelijkse overleven, vrijwilligerswerk, …). In een solidaire samenleving die persoonlijke ontplooiing belangrijk vindt, hebben ook kansengroepen hebben recht op een leven dat aansluit bij hun persoonlijke drijfveren, en te streven naar werk dat daarbij past. Als we van het principe uitgaan dat arbeid een recht is voor allen, zullen we dan ook volop moeten inzetten op een degelijke trajectbegeleiding van deze groepen naar de arbeidsmarkt. Gelukkig kunnen we vaststellen dat activering voor deze groep als prioriteit wordt ervaren op de verschillende beleidsniveaus. Bijkomend is toeleiding tot de arbeidsmarkt/professionele activering ingekaderd op Europees niveau in een meer integrale en geïntegreerde aanpak door de Aanbeveling Actieve Inclusie1. Ook België heeft deze aanbeveling mee goedgekeurd en moet die in praktijk brengen2. De aanbeveling stelt voorop dat moet gewerkt worden op drie terreinen tegelijk: toegang tot een inclusieve arbeidsmarkt moet gepaard gaan met ondersteuning van een inkomen dat toereikend moet zijn om een menswaardig bestaan te leiden en met toegang tot kwalitatieve diensten. Enkel inzetten op/of druk uitoefenen voor integratie op de arbeidsmarkt is bijgevolg niet conform aan het beleid dat overeengekomen is op Europees niveau.
Aanbeveling Actieve Inclusie: goedgekeurd door de Europese Commissie op 18/10/08 en door Europese Raad op 17/12/08; zie http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do? uri=OJ:L:2008:307:0011:0014:NL:PDF; ook de Europese Sociale Partners (Europese werkgevers en vakbonden) steunen deze aanbeveling. 1
Een “aanbeveling” is een eerste fase in het juridische instrumentarium van de Europese Unie. Lidstaten kunnen dit niet zomaar naast zich neerleggen. Het heeft nog niet het gewicht van een “richtlijn”of “richtsnoer”, d.i. een Europese wet die verplicht moet omgezet worden in de wetgeving van elke lidstaat. Maar zij moeten het al wel in hun beleid opnemen en uitvoeren, dus ook op het lokale niveau. 2
16
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
Werken is meer dan centen verdienen Arbeidsparticipatie neemt een belangrijke plaats in in ons leven. Naast het verwerven van inkomen heeft arbeid nog een aantal functies. Deze worden in verschillende studies immers omschreven als latente (onzichtbare) functies van arbeid namelijk: ( Hoff & Jehoel-Gijsbers, 1998:31): • • • • •
Tijdsstructurering Sociale contacten Maatschappelijke betrokkenheid/integratie of ‘nut’ Sociale status Persoonlijke ontwikkeling
Bij het ontbreken van werk vervalt bijgevolg niet alleen het inkomen uit arbeid, maar vervallen ook heel wat andere functies ( zie hierboven). Tenslotte wijzen we ook op het belang van de relatie tussen arbeidsparticipatie en inkomensverwerving in cultureel opzicht. De plicht om te werken voor het eigen levensonderhoud vormt de meest cruciale dimensie van het arbeidsethos in onze samenleving. Mensen worden vaak maar pas gezien als iemand wanneer ze werk hebben. Deze arbeidsethos zorgt vanzelfsprekend voor heel wat druk op mensen in armoede en/of mensen die geen werk hebben. Mensen uit kansengroepen die zich uitgesloten voelen van het recht op werk benoemen tal van redenen die ervoor zorgen dat zij minder kansen hebben op de arbeidsmarkt3. Een deeltje van de waslijst van redenen: • • • • • • • • • • • • • 3
Ontbreken van vaardigheden of attitudes Geen of een verkeerd diploma, te weinig werkervaring Te jong of te oud Afgerekend worden op uitstraling, op het uiterlijk cf. voorwaarde ‘goed voorkomen’ Mobiliteitsproblemen: geen eigen vervoer; beperkingen in aanbod openbaar vervoer… Beperkingen in de kinderopvang o.a. in aantal en niet nabij. Gaten in de curriculum vitae ( bv. dakloos geweest, verleden in de psychiatrie, detentieverleden, ...) Een tekort aan kwaliteitsvolle jobs voor kortgeschoolden De concurrentie met arbeiders uit b.v. Oost-Europa die bereid zijn om aan ‘bijzondere’ –bedenkelijke- arbeidsvoorwaarden hier te komen werken Hoge eisen en vooroordelen bij werkgevers. Zo zijn er vaak te hoge criteria bij nieuwe vacatures voor laaggeschoolden bv. rijbewijs B en auto hebben, andere taal kennen, ... Lage (minimum)lonen -met risico werkloosheidsval- meestal tijdelijk en verwachting om inzetbaar te zijn in een erg flexibele arbeidsorganisatie bv. bereid tot avond- en/of weekendwerk ‘Werk aanvaarden’ betekent soms een ‘goede plaats’ op de wachtlijst van een sociale verhuurkantoor verliezen… Een goed onderdak hebben is voor iedereen prioritair! Enz.
Forumboek Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen
Tussen droom en werkelijkheid
17
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
Toch zijn redenen/drempels geen aanleiding voor mensen in armoede om niet te blijven dromen van een goede job. En op zich verschillen de basiskenmerken van iedere duurzame job niet4 • • • • • • • • • • • • • •
gewaardeerd worden (door de baas, de collega’s, de samenleving); werk dat combineerbaar is met het privéleven; werk dat je graag doet; nuttig werk; de nodige tijd en begeleiding krijgen om met het werk vertrouwd te geraken; kunnen leren en evolueren (werk met perspectief, promotiemogelijkheden, kunnen groeien door opleiding en hoger loon); een goede sfeer op het werk; werk dat je zelfwaarde doet stijgen; werk waarvan je het tempo aankan; niet schadelijk voor de gezondheid; een goed inkomen; medezeggenschap; interesse voor de werkgever, de firma waarvoor je werkt, waardoor je ook fier kan zijn; werkzekerheid, vast werk, een ‘duurzame’ job.
De symbolische erkenning van arbeid heeft betrekking op de zin en het nut die de werknemer aan zijn werk toekent. De materiële erkenning van arbeid heeft betrekking op een loon dat voldoende hoog is om een waardig leven in gezinsverband te leiden. Daarnaast moet het werk het recht op sociale bescherming in al haar aspecten openen. De Vlaamse verenigingen waar armen het woord nemen, spreken in dit opzicht over ‘kwalitatieve tewerkstelling’, die bijdraagt tot de levenskwaliteit van mensen in armoede en ook een belangrijke hefboom is om uit de armoede te geraken . Belangrijk in het licht van deze vaststellingen is dat, meer dan werk ‘an sich’, personen in armoede het recht claimen op maatschappelijke participatie, het recht om zich voor de samenleving nuttig te voelen (noot 2). ‘Arbeidsparticipatie’ (en bij uitbreiding activering richting arbeidsparticipatie) verdient in dit opzicht een complementerende aanvulling. Het gaat dan om ‘participatie in ruimere zin’.
De positie van kansengroepen op de arbeidsmarkt Wie in armoede leeft kent veelal een hobbelig arbeidsmarktparcours, bevindt zich in een precaire arbeidsmarktsituatie of staat - soms al langere tijd - buiten het arbeidsmarktcircuit5 6. Ook kwalitatieve, duurzame tewerkstelling ligt vaak buiten hun bereik. Dit is zeer demotiverend. Heel wat mensen in armoede zijn zich niet alleen bewust van hun geringe slaagkansen op de huidige arbeidsmarkt maar hebben het vaak al meerdere malen ondervonden. De weinige jobs die ze krijgen, leveren vaak niet de verwachte baten op o.a. het is niet degelijk betaald, of maakt de levenssituatie er niet makkelijker op, en leidt meestal niet tot een vast contract met perspectief… 4
Vandermeerschen, 2007: 28; ATD Vierde Wereld, 2004: 8)
Valkuilen, hefbomen en acties voor het zinvol en duurzaam activeren van mensen in armoede van kwalitatieve tewerkstelling. Eindrapport van het project ‘ Het activeren van mens in armoede naar werk: ‘ van good and bad practices tot mogelijke remedies.’ – Elke Vandermeershen- juli 2007) 6 ATD Vierde Wereld, 2004 5
18
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
Toch willen mensen in armoede vaak heel graag aan het werk, als het tenminste een degelijk betaalde job is, die de levenskwaliteit doet toenemen. Perspectief op zo’n job doet de motivatie om aan het werk te gaan, om te groeien, om inspanningen te doen,… exponentieel toenemen.
Activeringsdiscours, de oplossing voor armoede? Sinds de jaren negentig maakt het activeringsdiscours opmars in de beleidsstrategieën zowel op Europees als op nationaal niveau. Het idee ontstond dat indien we meer mensen aan het werk zouden krijgen, we meer mensen uit armoede zouden houden en tegelijk onze staatsfinanciën verbeteren. Kortom het verhogen van de werkgelegenheidsgraad wordt als een conditio sine qua non bestempeld voor een succesvol armoedebeleid. De belangrijkste vooronderstelling van dit discours is dat betaalde arbeid een belangrijke bescherming biedt tegen armoede. Hiernaast kunnen we ook stellen dat het activeringsdiscours steunt op het principe van een evenredige verdeling van rechten en plichten. In dit activeringsdiscours staat integratie op de arbeidsmarkt als hoogste doel voorop. Bijkomend werd activering de afgelopen jaren naar voor geschoven als de manier om mensen uit de armoede te halen. Het verhaal is echter in de praktijk niet zo eenduidig. Mensen minder afhankelijk maken van een uitkering is een goede zaak. Mensen die in staat zijn om te werken, ondersteunen om een goede kwaliteitsvolle job te vinden die hen een leefbaar en stabiel inkomen bezorgt, is belangrijk. De druk op werklozen om eender welke job te aanvaarden of een opleiding te volgen om zich in een ander beroep te bekwamen wordt de laatste tijd echter hoger en hoger. Het invullen van knelpuntvacatures is heden een hogere prioriteit dan het duurzaam tewerkstellen van kansengroepen. Belangrijk is ook het ontstaan van het sociale activeringsbeleid. Activering is hierbij niet enkel (kwetsbare) mensen in beweging zetten naar een werkvloer -integratie op de arbeidsmarkt- maar hen bijkomend breder betrekken in hun buurt, in onze samenleving. Bijvoorbeeld via initiatieven als vrijetijdsparticipatie, sociale vakantieprojecten, buurtdiensten, … Het doel is om kwetsbare mensen uit hun sociaal isolement te halen en hun sociaal netwerk te versterken. Maar wanneer ook sociale activering binnen het rechten en plichtendiscours wordt geplaatst, krijgt het een ander effect. Mensen moeten voor hun uitkering een tegenprestatie leveren bv. door verplicht zwerfvuil te ruimen of in de groendienst te gaan werken. Het recht op een menswaardig inkomen wordt op die manier aan voorwaarden gekoppeld waardoor bepaalde groepen opnieuw uit de boot dreigen te vallen. Wanneer de professionele of sociale activering echter mislukt of wanneer mensen dit niet volhouden omwille van bepaalde omstandigheden (gezin of persoonlijke problematiek) zien we dat maatschappelijke werkers van openbare instellingen (VDAB, OCMW) die hen daarin moeten begeleiden, vaak moeilijk kunnen onderscheiden of het om onwil of onkunde gaat. Indien de persoon in kwestie als onwillig wordt beschouwd kan geheel of gedeeltelijke opschorting van de uitkering het gevolg zijn. Dit voorwaardelijk recht op een inkomen is des te meer problematisch wanneer de geboden professionele of sociale activeringsmogelijkheden niet zijn afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de doelgroep. Als het dan misloopt, wordt vaak enkel naar de persoon in kwestie gewezen. Een professioneel of sociaal activerings
Tussen droom en werkelijkheid
19
Deel 1 :
Inleiding in het thema arbeid & kansengroepen
beleid mag niet leiden tot nieuwe of blijvende uitsluiting van mensen en moet daarom op maat gebeuren en worden losgekoppeld van het recht op inkomen. De zin of de onzin van een dergelijke activeringsdiscours biedt dus heel wat stof tot nadenken. Project ‘Droomjob’ heeft gesprekken hieromtrent op gang gebracht, geproefd van werkvloeren en samen met deelnemers een aantal aanbevelingen geformuleerd voor het lokale beleid. Hiervoor verwijzen naar ons hoofdstuk ‘Aanbevelingen’ in dit rapport. Hoe dan ook gaven onze deelnemers aan dat werk niet altijd dé oplossing is voor armoede en dat een ‘genuanceerd’ activeringsbeleid gewenst is. Louter activeren naar werk zonder rekening te houden met noodzakelijke evenwichten op andere (vaak prioritaire) levensdomeinen heeft geen zin. Om duurzaam, resultaatsgericht te activeren is daarom een integrale begeleidingsaanpak noodzakelijk en zijn er vanuit onze samenleving bijhorende structurele correcties noodzakelijk.
20
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 : Project ‘Droomjob’
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
“Zoek wat werkt en doe er méér van… als het niet werkt, doe iets anders.” Droomjob is een samenwerking tussen Wieder vzw, een vereniging waar armen het woord nemen én Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen vzw. Vanuit de groepswerking van Wieder vzw kwamen heel wat signalen vanuit mensen in armoede over het thema arbeid. Samen met hen werd dit als themawerking gekozen. Samenlevingsopbouw West – Vlaanderen was de geschikte partner om samen met mensen in armoede aan de slag te gaan.
2.1 Situering project ‘Droomjob’ Keuze om bepaalde stappen te zetten met het project ‘Droomjob’, groeiden vooral gaandeweg (organisch), en dit op het tempo en met keuzevrijheid van onze deelnemers. Er werd gestart met een verkenning a.d.h.v. interne en externe info. Deze informatie werd op verschillende niveaus verzameld: • Literatuuronderzoek over het grondrecht arbeid, met de focus op mensen in armoede • Deelname aan de werkgroep werk & sociale economie binnen het Vlaams Netwerk • Ervaringen van mensen in armoede ( deze ervaringen/getuigenissen werden zowel verzameld in individuele contacten als tijdens de groepssessies) • Dialoogcontacten met actoren uit het werk en welzijnslandschap ( VDAB, sociale economie projecten, RVA, vakbonden)
Fase 1: Voor fase 1 hadden we de volgende doelstellingen voor ogen: • • • • • • •
Kennis verwerven over het grondrecht arbeid Inzicht verwerven over het bestaande spanningsveld tussen mensen in armoede en het grondrecht arbeid Inventarisatie maken van de ervaringen van mensen in armoede op de arbeidsmarkt Verzamelen van knelpunten en drempels van mensen in armoede op de arbeidsmarkt Uitwerken van veranderingsvoorstellen over dit grondrecht De dialoog aangaan op basis van de opgedane knowhow met relevante actoren Bundelen van de gegevens in een rapport
Aantal deelnemers fase 1: De werkgroep Arbeid – In – Zicht?! startte in augustus 2010 met: • 2 begeleiders • 2 vrijwilligers niet in armoede • 15 mensen in armoede
22
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
Werkvormen fase 1: De volgende werkvormen werden gehanteerd in de eerste fase: • Groepswerking: éénmaal per maand kwam de werkgroep samen om thematisch het grondrecht te verkennen • Individuele ondersteuning: deelnemers konden op eigen vraag individuele ondersteuning bekomen bij de 2 begeleiders van het project •
Werkbezoeken: om de deelnemers meer kennis en inzicht te laten verwerven in diverse diensten, vormingen en werkvormen op vlak van arbeid werden verschillende werkbezoeken afgelegd. Voorbeelden hiervan zijn: bezoek aan sociaal restaurant, vakbonden, lokale diensten (bv. ZOC Zeebrugge & ’t Park Wervik), de lokale werkwinkel, enz.
Fase 2 : Na fase 1 merkten we bij onze deelnemers dat het thema nog niet uitgeput was, en dat de groep op een meer actieve manier aan de slag wou met het thema arbeid. Gezien de sterke vraag van de deelnemers, werkten de begeleiders samen met de deelnemers het concept ‘Droomjob’ uit. Daarnaast werkten de deelnemers actief mee aan Brugge Dialoogstad. (meer informatie op internet beschikbaar: Verslag Brugge Dialoogstad, Publicatie Dialoog Werkt) Aantal deelnemers Fase 2: De werkgroep Arbeid-In-Zicht?! – project ‘Droomjob’ bestond uit: • 2 begeleiders • 2 vrijwilligers niet in armoede • 15 mensen in armoede Van de 15 deelnemers in armoede stapten 13 mensen in armoede mee in het project ‘Droomjob’. Twee deelnemers kozen er bewust voor om dit niet te doen, maar bleven wel deel uit maken van de werkgroep Arbeid-In-Zicht, en woonden de maandelijkse bijeenkomsten soms bij. 2 deelnemers haakten doorheen het jaar af om diverse redenen: • • • •
Medische problematiek van de deelnemers Psychische problematiek van de deelnemers Onstabiele leefsituatie van de deelnemers Te dicht op het vel komen van de deelnemers.
Het individuele luik van het project ‘Droomjob’, kenmerkte zich door een zeer intensieve aanpak. Hierbij werd niet alleen stil gestaan bij de krachten en competenties van de deelnemers maar werd ook de volledige context van de deelnemer in kaart gebracht. Deze aanpak was voor een aantal deelnemers vaak te bedreigend. Deelnemers voelden zich soms verward, en waren bang om gegevens van hun ‘verborgen leven’ vrij te geven. Doorheen de individuele sessies merkten we op dat deelnemers niet alleen bang, maar ook wantrouwig waren voor de mogelijke Tussen droom en werkelijkheid
23
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
consequenties indien ze hun ‘verborgen leven’ zouden onthullen. De mogelijke gevolgen situeerden zich voor de deelnemers op verschillende niveaus nl.: • • •
Gevolgen van het prijs geven van hun ‘verborgen leven’ Gevolgen van het ‘mogelijk’ ingrijpen in hun dagelijkse routine Gevolgen van een gekozen engagement in kader van het opstarten van een werkvloer
Voorbeelden van ‘verborgen levens’ • • • • • •
Verslavingsproblematiek: mogelijk gevolg doorheen het project is dat de deelnemer in zijn/haar traject als advies een opname in een ontwenningscentrum voor verslavingsproblematiek zou krijgen Opvoedingsgerelateerde problemen Seksueel overschrijdend gedrag Zwart werk Het verliezen van indirecte voordelen van hun sociaal statuut ( de werkloosheidsval) Enz.
Ondanks het feit dat deze deelnemers de keuze maakten om geen deel meer uit te maken van het project, werden de banden behouden tussen de begeleiders en de deelnemers. Dertien deelnemers van het project doorliepen het traject/concept “Droomjob” met vallen en opstaan. Binnen het project zijn we erin geslaagd om samen met de deelnemers op weg te gaan naar hun “Droomjob”, en dit zowel : • • • •
op de reguliere arbeidsmarkt , tewerkstelling binnen sociale economie , op de vrijwilligersmarkt op de opleidingsmarkt.
Vandaag kunnen we stellen dat we erin geslaagd zijn om 14 van de 15 deelnemers te activeren in één van de voorafgaande activeringsmogelijkheden. 13 van hen bleven op het project ‘Droomjob’ betrokken. Werkvormen fase 2: • • • •
24
Groepswerking: éénmaal per maand kwam de werkgroep samen om thematisch het grondrecht te verkennen Individuele ondersteuning: de deelnemers werden intensief individueel opgevolgd door de begeleiders van het project. De frequentie van individuele ondersteuning varieerde van deelnemer tot deelnemer. De ene deelnemer had nood aan wekelijkse contactmomenten, de andere aan tweewekelijkse, of aan maandelijkse. Werkbezoeken: om de deelnemers meer kennis en inzicht te laten verwerven over het grondrecht werden ook hier opnieuw verschillende werkbezoeken afgelegd. Vormingen: Doorheen het traject merkten we dat de deelnemers vaak een te beperkte bagage hadden om te kunnen voldoen aan een aantal randvoor waarden om zo te kunnen participeren op de arbeidsmarkt. Daarom deden we een aanbod van enkele vormingen: • Hoe schrijf ik een curriculum vitae Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
• Hoe solliciteer ik • Basisprincipes van de pc • Basisprincipes van het internet • Basisprincipes van de sociale media ( facebook) • Uitstraling ism Vormingplus • Communicatie & Assertiviteit ism Vormingplus
2.2 Doelstellingen project ‘Droomjob’ Binnen het project ‘Droomjob’ hadden we als doelstelling om mensen in armoede die ver van de arbeidsmarkt verwijderd zijn te activeren, en te bewegen naar duurzame tewerkstelling. Voor iedere deelnemer wilden we op zoek gaan naar zijn/haar droomwerkvloer, en hen hiervan te laten proeven gedurende een periode van minimum 2 maanden. Als einddoel wilden we op zoek gaan naar een mogelijk duurzame garantie op een toereikend inkomen, waardoor men een menswaardig leven in Brugge kan leiden. Doorheen het project hebben we uitdagingen/doelstellingen op 2 verschillende niveaus gesitueerd nl. voor de deelnemers & voor de begeleiders/organisaties (vzw Wieder en Samenlevingsopbouw West – Vlaanderen). Uitdagingen/doelstellingen voor de deelnemers • • • •
Inzicht ontwikkelen in eigen sterktes en talenten/competenties, en deze versterken waar nodig Inzicht ontwikkelen in eigen beperkingen en werkpunten, deze waar nodig bijsturen of neutraliseren Inzicht ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden op de verschillende segmenten van de arbeidsmarkt In kaart kunnen brengen welke ondersteuners/begeleiders men nodig zal hebben voor, tijdens en na hun arbeidstraject.
Uitdagingen/doelstellingen voor de organisaties/begeleiders • • • • • • • • • • • •
Kennis verwerven over het grondrecht arbeid Expertise verder uitbouwen over de leefwereld van de deelnemers en hun sterktes en zwaktes Inzicht en kennis verwerven over het bestaande spanningsveld tussen mensen in armoede en het grondrecht arbeid Inventarisatie maken van de ervaringen van mensen in armoede op de arbeidsmarkt. Verzamelen van knelpunten en drempels van mensen in armoede op de arbeidsmarkt Uitwerken van veranderingsvoorstellen samen met mensen in armoede, op lokaal en Vlaams niveau Expertise opbouwen mbt de huidige werkvloeren op maat voor kansengroepen Inventarisatie van de verschillende werkgerelateerde organisaties die nu reeds ondersteunend werken tov kansengroepen Zicht krijgen op de positieve impulsen die reeds aanwezig zijn binnen de regio Zicht krijgen op het huidig activeringsdiscours met de focus op kansengroepen Zicht krijgen op de reeds bestaande ‘good practices’ van activering op maat Zicht krijgen op verschillende wetenschappelijke studies mbt dit thema
Tussen droom en werkelijkheid
25
Deel 2 : • • • •
Project ‘Droomjob’
Onderzoeken op basis van de ervaring (zowel uit het project als uit good practices) wat de mogelijkheden binnen regio Brugge zijn voor het activeren van kansengroepen, en dit op termijn te implementeren Aftoetsen mogelijke partnerships tussen verschillende lokale actoren van werk, welzijn en armoede Kritisch evalueren van bestaande innovatieve methodieken, en bekijken wat de mogelijkheden in regio Brugge hiervoor zijn. Stil staan bij wat de rol blijft/wordt binnen een dergelijk concept inzake activering van kansengroepen in regio Brugge voor de huidige trekkers van dit project ( Samenlevingsopbouw West – Vlaanderen en Vzw Wieder)
2.3 Visie en uitgangspunten project ‘Droomjob’: Projecten starten binnen onze organisaties altijd van onder uit ( bottom up). De visie en de uitgangspunten van het project ‘Droomjob’ zijn gestoeld op twee methodes nl ‘Bind-Kracht’ en ‘Oplossingsgericht werken’ – Solution Focus. Ook deze methodes werden besproken met de deelnemers. Via de hefbomen van Bind-Kracht -als visie op armoede en armoedebestrijdingwerd gestreefd naar een kwaliteitsvolle ondersteuning van kwetsbare mensen die reeds langdurig op zoek zijn naar een zinvolle tewerkstelling op maat en een betere integratie in onze samenleving. Uitgangspunt in Bind-Kracht is te focussen op de reeds bestaande positieve krachten en talenten van onze deelnemers. Iedere deelnemer beschikt over heel wat talenten, ook al zijn deze bij sommige eerder verborgen of ondergewaardeerd. Het aanwezige kleine waakvlammetje dat stil brandt, of stil aan het uitdoven is willen we verder aanwakkeren door een concrete werkvloer aan te bieden, en hen te laten proeven van positieve ervaringen in regio Brugge. Daarnaast was ook een gezonde drive/ motivatie aanwezig om hun dromen te realiseren. (Zoals ze het zo mooi in het Brugs zeggen: Onze deelnemers hebben goeste om aan de slag te gaan). In Bind-Kracht wordt dit zo verwoord: “een krachtgerichte hulpverlening werkt verbindend. Door samen met de hulpvrager op zoek te gaan naar zijn veerkracht, door verder te bouwen op de eigen drijfveren, positieve ervaringen, competenties en krachten wordt het zelfbeeld versterkt en wordt de verbintenis met zichzelf hersteld…Dan komt er ook ruimte om verschillende rollen op een positieve manier op te nemen, om oude banden te herstellen of te versterken, om nieuwe relaties aan te gaan, om nieuwe mensen te ontmoeten, om stappen te zetten in herankering en (re-)integratie. Dan komt er ruimte om een publieke rol op te nemen, om zich als actief burger te engageren in een maatschappij, die niet enkel meer ervaringen van uitsluiting oplevert. Het herstel van verbintenissen geeft ook nieuwe kracht.” …”Mensen worden pas mens in verbondenheid. Verbindend werken is ook versterkend en autonomieverhogend. In verbondenheid vindt een mens de kracht om te groeien. Een hulpverlener die een verbintenis kan aangaan met een persoon, die is getekend door een leven in armoede, zal versterkend werken. Door samen met hem op weg te gaan, kan er vertrouwen groeien in de hulpverlener, in zichzelf, in 26
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
de buitenwereld. Die verbintenis kan ervoor zorgen dat de persoon in kwestie zich als mens erkend en gerespecteerd voelt. Dat geeft kracht om de draad weer op te nemen en opnieuw te groeien. Als mensen betekenisvol worden voor anderen en voor de maatschappij, kunnen ze zichzelf ook verder ontwikkelen, meer autonomie verwerven, verantwoordelijkheid opnemen en opnieuw meer greep krijgen op hun eigen leven en hun omgeving. Krachtgericht werken geeft verbinding en verbinding geeft meer kracht en autonomie. Daarop werken is voor ons het fundament van een hulpverleningsrelatie met mensen in armoede. Dat is waar Bind-Kracht voor staat…” bron: boek ‘Bind-Kracht in armoede’, Krachtgerichte hulpverlening in dialoog, 2008 Waar de methode van Bind-Kracht vooral de empowerende benadering in de verf zet bracht de oplossingsgerichte methode een mooi kader om te werken aan verandering… Als basisprincipes staan de adviezen: “Als het niet stuk is moet je het niet herstellen…” “Zoek wat werkt en doe er méér van… als het niet werkt, doe iets anders.” Oplossingsgericht werken – cf. Solution Focus- gaat niet over het vinden van dé oplossing. Het gaat wel over het voeren van nuttige gesprekken die de cliënt of groep verandert waardoor de hoop op succesvolle verandering vergroot, de creativiteit toeneemt, het gevoel van competentie versterkt wordt en er een duidelijker kijk op mogelijkheden en volgende stappen ontstaat. Deze positieve oplossingsgerichte methodiek situeren we niet alleen op het individuele niveau, maar zeer duidelijk ook op het groepsniveau. De kracht van groepswerk is bij dergelijke projecten van zeer groot belang. De groep werkt niet alleen versterkend voor de deelnemers, maar zorgt ook voor belangrijke verbindingen, en is eveneens een veilige haven waar mensen op een spontane manier kunnen vertellen over wat er wel of niet lukt doorheen het project … Bijkomend willen we met dit project duidelijke verbindingen aangaan met de reeds bestaande positieve impulsen die in Brugge aanwezig zijn. Dit zowel bij dienstverleners, beleidsmedewerkers en organisaties op het vlak van welzijn, armoede en werk. Vanuit deze verbindingen willen we bruggen slaan tot een integrale structurele oplossingsgerichte methodiek om kansengroepen duurzaam en op maat te activeren.
2.4 Theoretische onderbouwing van het project Verschillende theoretische uitgangspunten zijn aan de orde als het gaat om de inhoud van groepsactiviteiten met mensen in armoede. Voor de werkgroep Arbeid – In – Zicht?! en het project ‘Droomjob’ kozen we ervoor om een eclectische benaderingswijze toe te passen. Hierdoor combineren we verschillende benaderingswijzen omdat ze elkaar aanvullen en hun wederzijdse tekortkomingen compenseren.
Tussen droom en werkelijkheid
27
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
1. Empowerment: Oog hebben voor de sterke kanten en het zelfbeschikkingsrecht van mensen in armoede is een visie die gebaseerd is op ideeën over ‘empowerment’. Toegepast op het project geldt het principe dat elke deelnemer bepaalde kwaliteiten of sterke kanten heeft en de mogelijkheid om te participeren. De ondersteuning van de deelnemers moet erop gericht zijn de verschillende competenties/talenten en veerkracht te versterken en te activeren. Het is belangrijk dat deelnemers vertrouwen hebben in zichzelf als mogelijke deelnemers op de arbeidsmarkt en het gevoel hebben zelf meester te zijn over hun eigen situatie. Concreet toegepast op het project betekent dit het volgende: • • • • • • •
het zelfvertrouwen van de deelnemers versterken de vragen en behoeften van deelnemers als uitgangspunt nemen eigen keuzes en zelfbeschikkingsrecht van deelnemers respecteren deelnemers activeren om oplossingen te zoeken die voor hen bruikbaar zijn aandacht hebben voor wat goed gaat, sterke kanten van de deelnemers eigen inzet en verantwoordelijkheid van de deelnemers aanspreken patronen van afhankelijkheid en hulpeloosheid ‘doorbreken’
Bij het project is het niet het doel om hulp te verlenen of verantwoordelijkheden van de deelnemers over te nemen, maar om de eigen deskundigheid en kracht van de deelnemers te mobiliseren, zodat zij zichzelf kunnen helpen. Deze werkwijze reikt verder dan het aansluiten bij de vragen en behoeften waarbij beroepskrachten toch veelal het aanbod uitvoeren. Belangrijk is vooral om de eigen inzet en verantwoordelijkheid van de deelnemers aan te spreken, zodat zij actief worden in de vormgeving en uitvoering van het ondersteuningsaanbod. Op die manier kiezen deelnemers zelf de instrumenten en werkwijzen die het mogelijk maken om hun doelen te realiseren. Eveneens is het belangrijk dat deelnemers succeservaringen opdoen, maar ook dat deelnemers die ervaringen als resultaat van hun eigen inspanning kunnen zien. Deze werkwijze heeft als gevolg dat de kennis en vaardigheid van de professionals minder op de voorgrond staan. De deskundigheid van de beroepskracht staat ten dienste van de deelnemers en moet aansluiten bij de vragen en behoeften van de doelgroep. “Iedereen denkt dat ik een sterke vrouw ben, maar ik weet dat ik diep van binnen een klein vogeltje ben. Kwetsbaar en gebroken door mijn leven, maar niemand die het door had door mijn façades. De begeleiders van het project droomjob keken gelukkig verder dan al die façades. Ik merkte opeens dat mijn vleugels gespalkt werden, en dat ik weer opnieuw leerde vliegen op de arbeidsmarkt. Ik durfde terug stappen te zetten, in het begin was het moeilijk, want ik was doodsbang dat het me niet zou lukken. Door mijn deelname aan het project ben ik een andere vrouw geworden. Ik heb wel nog mijn façades, (maar minder), ik durf mezelf te zijn, en voel me sterker. Ik durf terug mijn vleugels uit te spreiden, en weg te vliegen van de veilige haven … Ik besef dat ik af en toe nog wel eens de spreekwoordelijke schop nodig zal hebben, maar ik weet dat ze er zullen zijn voor mij. En dat gevoel alleen al, zorgt ervoor dat ik hoopvol de toekomst inkijk.”
28
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
2. Bottom-up Vanuit theoretisch standpunt kun je bottom up omschrijven als een manier van werken waarin de doelgroep een centrale plaats krijgt. Vraaggestuurde participatie van de deelnemers en respect en erkenning voor de (vragen vanuit de) deelnemers zijn hierbij de belangrijkste vertrekpunten. Concreet komt het erop neer dat de deelnemers zelf bepalen wat voor hen relevant is en dat zij zelf het groepswerk invullen. Het betekent ook dat men het programma aanpast aan de behoefte van de betrokkenen. Concreet toegepast op het project betekent dit het volgende: • • • • •
deelnemers kiezen zelf hun arbeidsthema’s we vertrekken vanuit de concrete dagelijkse arbeidsvragen, -ervaringen, -verwachtingen, en -twijfels van de deelnemers deelnemers beslissen of ze willen antwoorden of niet data en tijdstip worden afgesproken bijeenkomsten worden telkens geëvalueerd
Ik zat al een tijdje in de werkgroep Arbeid – In – Zicht?! Maar de droom om te werken had ik al lang opgeborgen. Ik had het gevoel dat ik voor de maatschappij niet meer telde, en dat ik vooral gewoon stil moest blijven, en vooral geen lawaai maken. De begeleiders van de werkgroep Arbeid-In-Zicht?! leerden me echter dat ik wel lawaai mocht maken, en dat ik wel iemand was, en vooral dat mijn mening ook belangrijk is... Ik hoor het hen nog zeggen, kom doe je mond eens open, want we zijn zeker dat jij ook iets zinvols te zeggen hebt… Doorheen het project leerde ik mezelf kennen, en besefte ik dat ik niet afgeschreven was. Alleen was dit niet gelukt, ik had nood aan mensen die me over de streep trokken …Het grote voordeel van de werkgroep en het project drooomjob was dat ik niet de enige was, en dat nog mensen in een gelijkaardige situatie erbij zaten. Ook was het leuk om naar iets te stappen waar we zelf als groep voor hadden gekozen, het was ons project, niet een project dat iemand had uitgewerkt achter zijn bureau … 3. Gelijkwaardigheidsprincipe Werken met kansengroepen vraagt een open basishouding van de beroepskrachten en van de vrijwilligers. Dit houdt in dat je je als begeleider eerlijk en echt opstelt tegenover de deelnemers. Je neemt zelf deel aan de groepsdiscussies en bent niet enkel begeleider, maar ook ervaringsdeskundige op jouw manier. Dit betekent dat je je ook kwetsbaar opstelt, net zoals je dit als begeleider eigenlijk ook van de deelnemers verwacht. Verder vereist een open basishouding een empathisch vermogen van de begeleider nl. je als begeleider kunnen inleven in de situaties van andere deelnemers en begrip opbrengen voor de specifieke situaties waarin zij hun weg proberen te vinden. Het is daarom zeer belangrijk dat je met de deelnemers een band opbouwt en het wederzijds vertrouwen kan groeien. Concreet toegepast voor het project betekent dit het volgende: • deelnemers voelen zich op hun gemak in het groepsluik en voelen zich minder geremd om actief deel te nemen en hun mening te brengen Tussen droom en werkelijkheid
29
Deel 2 : • • • •
Project ‘Droomjob’
wanneer je je als begeleider open/ kwetsbaar opstelt, is het voor de deelnemers veel gemakkelijker dit ook te doen vooroordelen tegenover andere deelnemers krijgen minder kans deelnemers durven ook gevoelige thema’s aan bod te laten komen deelnemers worden bevestigd in hun zoektocht
Ze zeggen het altijd zo mooi, “maar meneer wij zijn er voor jou, en we zullen samen een oplossing zoeken voor jouw probleem.” Toch had ik altijd het gevoel dat ze neer keken op me. Ik was één van die zovele, die geen werk vond, en die ze waarschijnlijk in hun koffiepauze omschreven als die lastigen, en de werkonwilligen. Iedere keer pepte ik me op, wanneer ik naar hen moest, maar altijd kwam ik zeer gefrustreerd thuis. De manier waarop ze me behandelen, was de grootste reden van mijn frustraties en kwaadheid. Ik merkte bij mezelf dat het 5 voor twaalf was, en dat ik begon te verzuipen. Toevallig kwam ik bij het project ‘Droomjob’ terecht, en onmiddellijk voelde ik hoe de groep en de begeleiding anders was. Geen greintje positionering merkbaar. In het begin was dat wel vreemd, want nooit had ik anders geweten dan dat ik de mindere was, en dat mijn mening niet van tel was. En dat ik vooral gewoon moest knikken, en luisteren. Opeens vroegen ze me dingen, en vonden ze het belangrijk dat ik zelf dingen vertelde … Onwennig in het begin, en het werd alleen maar vreemder toen ik zag dat de begeleiders ook gevoelens hadden, en zich net als ons kwetsbaar durfden open te stellen. Achteraf durf ik zeggen dat ze menselijk waren, geen tante nonnekes of nonkel paters hé. Maar gewoon mensen die het beste met me voor hadden, en soms moesten ze me wel eens op mijn plaats zetten, en me op mijn verantwoordelijkheden wijzen. Vroeger ging ik onmiddellijk hierdoor op de vlucht of zat ik direct aan het plafond, maar de manier waarop ze het deden, gaf me geen enkele reden om weg te lopen, maar vooral alle redenen om te blijven … 4. Ervaringsgericht leren Er zijn verschillende mogelijkheden om bij te leren. Eén daarvan is het ervaringsgericht leren. Door deze manier van werken verwerven deelnemers kennis, vaardigheden en waarden doorheen rechtstreekse ervaring (oefening). Dit betekent concreet dat deelnemers leren door te doen. De deelnemers zijn niet enkel toeschouwer, maar zijn actief betrokken en deelnemer van hun eigen leerproces. Het belangrijkste principe is dat deelnemers leren uit hun eigen ervaringen. Concreet voor het project betekent dit het volgende: • • • •
30
er wordt gewerkt met concrete opdrachten, zodat deelnemers bepaalde vaardigheden kunnen oefenen deelnemers ondergaan een leerproces en oefenen zowel in groep als in de thuissituatie deelnemers ervaren het effect van het geleerde deelnemers ervaren dat fouten maken mag, en zelfs helpend kan zijn
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
Kansen in het leven moet je grijpen, zeggen ze altijd. En dat is waar, maar je moet durven. Na heel wat aarzelen durfde ik toe te geven dat ik op mijn leeftijd totaal niet wist hoe je deftig met een computer kan werken. Het enige wat ik wist van een computer, was de knop hoe je hem aan of uit kon zetten. Ik schaamde me ervoor, maar ik wist diep van binnen dat ik daar iets moest aan doen, want ik wil zo graag pro moveren op mijn werk. En één van de voorwaarden is dat je met een computer moet kunnen werken. Gelukkig was ik niet de enige in de groep, en samen hebben we een computercursus mogen volgen. Nu weet ik al veel meer over een computer dan de aan- en uitknop en durf ik te dromen van een mogelijke promotie in de toekomst. 5. Presentietheorie Naast het samenbrengen van deelnemers om aan de slag te gaan rond het thema arbeid, vraagt het werken met kansarme deelnemers een zekere presentie van de begeleiders. Je moet in eerste instantie naar de mensen toe gaan en je voor hen openstellen. Deelnemers moeten (ook naast de bijeenkomsten) bij een begeleider terecht kunnen. Wanneer je present wil zijn, ben je voor deelnemers ook niet louter aanspreekbaar op één type probleem maar je moet hen ook ondersteunen op andere vlakken. (bijvoorbeeld financiële problemen). Verder is het als begeleider belangrijk nauw aan te sluiten bij de leefwereld en de levensloop van de deelnemers. Het betekent niet enkel handelend optreden bij problemen, maar vooral een relatie aangaan met de doelgroep én –vooral- tijd maken om goed te ‘luisteren’. Concreet voor het project betekent dit het volgende: • • •
We stappen als begeleider zelf naar de mensen toe, gaan op huisbezoek, bellen hen op,… De deelnemers hebben een telefoonnummer waarop ze ons kunnen bereiken als ze daar behoefte aan hebben Ook naast de bijeenkomsten kunnen deelnemers bij de begeleiding terecht voor een gesprek
Ik heb me altijd alleen op de wereld gevoeld. Vrienden heb ik niet! De enige vrienden die ik heb zijn mijn vrienden van 9 tot 5, en dat zijn de hulpverleners. Bij de start van het project dacht ik dat het terug zo zou worden, en dat ik maar tussen ‘9 en 5’ op de begeleiders zou kunnen rekenen. Ik schrok me dan ook te pletter dat ze in mijn beleving ‘overuren’ maakten voor mij. Op de meest rare uren kon ik bij hen terecht, … In het begin had ik daar heel wat bedenkingen bij, en was ik enorm wantrouwig, want waarom investeerden ze in mij. Soms dacht ik dat ze het gewoon deden om een schoon eindresultaat te behalen voor de hoge pieten. Maar ik leerde doorheen het project dat het veel meer was dan dat. Natuurlijk wilden ze een mooi resultaat, maar niet ten koste van ons. Falen of mislukken mocht! Die betrokkenheid is kostbaar, en heeft me geleerd dat mensen elkaar sterker kunnen maken, gewoon door er te zijn voor elkaar …
Tussen droom en werkelijkheid
31
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
2.5 Doelgroep project ‘Droomjob’ Met het project ‘Droomjob’ hebben we mensen bereikt uit de regio Brugge die door één of meerdere oorzaken ver van de arbeidsmarkt verwijderd waren en die vaak ook op andere levensdomeinen met uitsluiting geconfronteerd werden. De meesten deelnemers kampten niet enkel met problemen in het segment van arbeid, maar ook op de segmenten van welzijn en armoede. We merken dat de deelnemers heel vaak te maken hebben met de alom gekende term van “multiproblem” . Bij de start van het project hebben we onze deelnemers niet gescreend op basis van hun verschillende problematieken, noch in welke mate deze doorwegen in hun leven. Het was een bewuste keuze die we maakten voor dit project omdat we het heel belangrijk vonden dat de deelnemers in een groep terecht kwamen die zich kenmerkt door een sociale mix Het project ‘Droomjob’ stond open voor alle deelnemers van de werking van Wieder en andere werkingen met kansengroepen. De enige voorwaarde was dat deelnemers “de goeste”, “het lef” moesten hebben om enerzijds te durven dromen en anderzijds te durven gaan voor de realisatie van hun droomjob… en onder de “noemer van kansarmoede” moesten vallen. Aan de hand van een doelgroepanalyse willen we jullie lezers een duidelijk kijk geven op wie de 15 mensen waren die samen met ons in zee zijn gegaan. Gezien de kleine absolute aantallen -in totaal waren er 15 mensen, waarvan 2 zijn afgehaakt- schetsen we het profiel in absolute cijfers.
1.Geslacht Binnen het project ‘Droomjob’ hebben we zowel mannen als vrouwen bereikt. De verhouding tussen beide groepen is bijna gelijk/evenredig te noemen.
32
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
2. Soorten armoede: Binnen de doelgroep van mensen in armoede kunnen we nog verschillende groepen onderscheiden namelijk: • • • •
Generatiearmoede Nieuwe armen Etnisch-culturele minderheden Subjectieve armoede
Binnen het project ‘Droomjob’ bestond onze doelgroep vooral uit mensen uit generatie – armoede en nieuwe armen. Deze samenstelling is een weerspiegeling van de doelgroep die vzw Wieder bereikt. Het is dan ook geen bewuste keuze geweest om niet te werken met etnisch – culturele minderheden.
3. Gezondheidsluik Mensen in armoede worstelen doorgaans met meer gezondheidsproblemen dan zij die het goed hebben. Door het kluwen aan problemen op andere levensdomeinen en hun vaak uitzichtloze situatie verwaarlozen veel mensen in armoede hun gezondheid. Bovendien zijn een slechte gezondheid en moeilijke leefomstandigheden duidelijk met elkaar verweven. Naast lichamelijke klachten duiken vooral ook veel psychische problemen op bij mensen in armoede. Er bestaat dus een nauw verband tussen armoede en zich psychisch slecht voelen. Tezelfdertijd merk je dat iemand die de draad van zijn leven weer kan opnemen, zich meestal ook psychisch beter voelt. (bron: Brugge dialoogstad, Dialoog werkt! – 01 december 2011) Bij de 15 deelnemers waren er volgende gezondheidsproblemen: • • • •
Psychosomatische problemen Psychische problemen Chronische fysische problemen Psychiatrische problemen
Het grote aantal psychische, psychiatrische en/of psychosomatische klachten was opmerkelijk. • • •
14 op 15 deelnemers heeft psychische of psychiatrische problematieken 8 van de deelnemers neemt permanente medicatie en dit zowel voor medische als psychische klachten 3 van de deelnemers ondernamen of planden doorheen het project één of meerdere zelfmoordpogingen.
Tussen droom en werkelijkheid
33
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
• Psychosomatische problemen “Ik denk dat ik ziek word van de stress, soms weet ik gewoon niet meer waar mijn hoofd staat, of in welke staat mijn lichaam is … Meer en meer heb ik lichamelijke klachten zoals koortsopstoten, barstende hoofdpijn, spierpijn, buikpijn, …. Soms voel ik me echt niet in staat om uit mijn bed te komen. Maar dan hoor ik van anderen dat ik lui ben. En dat is niet zo, ik voel me echt niet goed in mijn vel. Volgens mijn dokter scheelt er niets aan mij, maar ik weet toch wat ik voel. Mijn lichaam is op en versleten. Ik ben ervan overtuigd dat het niet tussen mijn oren zit, maar het is zo moeilijk om hierin te blijven geloven, als anderen blijven zeggen dat ik een “trunte” ben. Hierdoor voel ik me nog onzekerder, en dat heeft gevolgen voor mijn dromen voor de arbeidsmarkt. Want hoe moet ik presteren als ik me niet goed voel en echt ziek ben …” • Chronische fysische problemen “Ik weet niet waar ik eerst moet beginnen om te vertellen wat er allemaal medisch aan mij scheelt. Voor mezelf heb ik het eens op een rijtje gezet en uiteindelijk kwam ik uit op meerdere A4’s. Soms zeg ik van mezelf dat ik met haken en ogen aan elkaar hang. Maar toch voel ik me niet afgeschreven. Ik heb nog altijd “de goeste” om te werken. Soms sputtert mijn gezondheid tegen en ga ik over mijn grenzen en dit ten koste van mijn gezondheid. Maar ik blijf dromen van een zinvolle tijdsbesteding, en ik weet dat ik deze zal kunnen realiseren. Maar dan wel op het ritme van mijn lichaam.” “Ik ga niet meer naar de dokter. Niet omdat ik het niet kan betalen, want ik val onder het OMNIO – statuut. Maar uit schrik, wat hij terug zal vinden, en dat ik misschien terug onder het mes moet. De operatie op zich is nog niets, maar de gevolgen hypothekeren mijn kansen op de arbeidsmarkt, mijn welzijn en mijn financiën, ...” • Psychische problemen “Als kind leerde ik al snel dat ik niet de moeite was. Ik zou nooit iets worden, en nergens was ik goed in. Constant probeerde ik hier tegen te vechten, maar het was soms vechten tegen de bierkaai… Met welke punten ik ook thuis kwam, het was nooit goed genoeg. Doodsbang was ik om te falen, en met ouder worden werd het alleen maar
34
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
erger. Het lage zelfbeeld en mijn angst om te falen beheerst soms echt mijn leven. Het gekke is dat hoe ouder ik word mijn lichaam sterker reageert.” “Ze zeggen altijd wat je niet dood maakt, maakt je sterker. Maar af en toe vraag ik me af of dat wat klopt. De laatste tijd krijg ik de ene klop na de andere, en ik weet echt niet meer waar ik de kracht moet halen om mijn masker op te zetten van “het zonnetje”. Vroeger had ik alles wat ik wilde, ik was niet alleen rijk in mijn portemonnee, maar ook rijk in mijn leven. En opeens veranderde alles, en veranderde ik van welstellende middenklasser naar iemand in armoede. En daar wordt een mens niet vrolijk van. Opeens was mijn portemonnee leeg, en moest ik geld vragen aan een begeleidster die jonger was dan mij. Vreemd, vernederend en moeilijk was dat. Ik merk van mezelf dat ik de laatste tijd somber ben, en teruggetrokken. Een depressie noemen ze dat. Tja het kind moet een naam hebben, maar hiermee komt er geen brood op de plank. Ik probeer echt te blijven pompen, want anders verzuip ik …” • Psychiatrische problemen “Hoeveel labels heb ik of in hoeveel hokjes zou je me kunnen steken??? Als anderen over mij praten zeggen ze: “ Die rare is daar weer”, “O nee, die zot is daar”, “ bij hem is er een hoek af”, …Ergens zit er wel een waarheid in wat mensen zeggen over mij. Ik ben inderdaad wat anders dan anderen, en dat besef ik ook. Maar dat besef is niet zomaar gekomen, … Ik ben al een tijdje nu in behandeling bij een psychiater, en neem heel wat medicatie. Onrechtstreeks zorgt dit ervoor dat ik “relatief” normaal kan functioneren, en dat is nodig binnen onze maatschappij. Soms zijn ze zo hard, want al wat niet normaal is of conform de norm, is niet meer de moeite waard. Ik lig hier wakker van, want ik weet ook dat het bijna onmogelijk wordt voor mij om te functioneren op de arbeidsmarkt, maar ik bezit potentieel. Het zou toch stom zijn om dit zomaar te laten verloren gaan.”
4. Scholingsgraad Het belang van het onderwijsniveau is reeds in verschillende studies bewezen. Onderwijs en arbeid zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden, diploma en werkervaring zijn dan ook doorslaggevend voor meer slaagkansen op de arbeidsmarkt. Vaak zijn dit zaken die mensen in armoede niet of onvoldoende kunnen voorleggen. Bijgevolg is de toegang voor de arbeidsmarkt vaak een stuk beperkter.
Tussen droom en werkelijkheid
35
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
5. Inkomen Een inherent kenmerk van armoede is een tekort aan ( beschikbaar ) inkomen. Armoede heeft een multidimensionaal karakter en laat zich dan ook niet vatten in één armoedenorm die praktisch hanteerbaar is.7 Daarom stellen de meeste onderzoeken een inkomensnorm van armoede voorop. Personen in armoede zijn in dit opzicht personen die leven in een huishouden met een laag inkomen. 8 Uit de resultaten van verschillende surveyonderzoeken blijkt telkens weer het overweldigend belang van betaald werk als buffer tegen inkomensarmoede en, daarmee samenhangend, de inadequate bescherming van vervangingsinkomens voor wie werken niet (meer) mogelijk is. Inkomenssituatie van de deelnemers bij het einde van het project
• • •
Het combi-statuut is een samenstelling van één of meerdere vermelde inkomens bv. de combinatie invaliditeit met loon vanuit tewerkstelling in sociale economie; een inkomen samengesteld uit een luik uitkering en luik loon. Wanneer we de inkomenssituatie bekijken van onze deelnemers kwamen we tot de vaststelling dat 9 van de 15 deelnemers te kampen hebben met belangrijke schulden Bijkomend kwamen we tot de vaststelling dat heel wat deelnemers met een zeer laag budget moeten overleven. Bij sommigen is dit te wijten aan een te krap inkomen, bij anderen omdat de schulden zwaar doorwegen.
“Als ik een goeie maand heb, krijg ik 770 euro via mijn werkloosheidsuitkering. Hiervan gaan maandelijks mijn vaste kosten zoals huur, water, gas & elektriciteit. Als ik de rekensom maak, schiet er maar een peulschil over, namelijk 140 euro voor een maand. En vlug uitgerekend betekent dit dat ik per dag 5 euro mag uitgeven. Ik moet echt werk vinden, want dit hou ik niet langer meer vol. De meeste mensen zeggen tegen mij, “kom jong, je bent gewoon te lui om te werken”. Maar dat is niet waar, mijn leven is momenteel zo chaotisch en dit zowel langs de buitenkant als mijn binnenkant. Gelukkig kan ik wel nog rekenen op helpende handen vanuit mijn familie. Dit zorgt ervoor dat het allemaal een klein beetje dragelijker wordt. De vraag is alleen, hoe lang zullen die helpende handen er nog zijn …” 7
Conceptnota empowerment en activering in armoedesituaties / Katrien Steenssens, Barbara Demeyer & Tine Van Regenmortel. - Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Hoger instituut voor de arbeid, 2009, p.13 -15). 8 Europese armoedenorm 2010: 973 euro per maand als alleenstaande, 2044 euro per maand voor een huishouden van 2 volwassenen en twee kinderen 36
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
6. Leefsituatie/ woonsituatie De woonsituatie van een aantal deelnemers was doorheen het project sterk onderhevig aan schommelingen. Vaak zaten deelnemers in zeer precaire situaties van dakloosheid en thuisloosheid. Verschillende deelnemers werden dan ook doorheen het project opgevangen bij vrienden, familie of in opvanginitiatieven binnen regio Brugge. Als we dit in cijfers willen gieten, komen we tot de vaststelling dat 5 deelnemers zich in een dergelijke precaire/hachelijke situatie bevonden, en tevens poogden om een weg te vinden op de arbeidsmarkt. De andere deelnemers woonden doorheen het proces in een iets stabielere situatie. We mogen echter hun leefsituatie niet idealiseren. Tijdens de huisbezoeken hebben we gemerkt dat onze deelnemers vaak zeer slecht behuisd waren. Deze slechte behuizing zorgde vaak voor indirecte gevolgen op het welzijn van onze deelnemers, en dit zowel op mentaal als op fysiek vlak.
7. Gezinssituatie Niet alleen de woonsituatie van onze deelnemers is doorheen het project onderhevig geweest aan verschillende schommelingen. We merkten ook als begeleiders dat het “intieme netwerk” en “gezinsnetwerk” van onze deelnemers heel veel stormen trotseert. Heel wat deelnemers ervaren moeilijkheden binnen hun kerngezin. Het is vaak roeien met de riemen die ze hebben. De moeilijkheden situeren zich zowel op de buitenkant als op de binnenkant nl.: te kleine huisvesting, gezondheidsproblemen, pedagogische problemen, faalangst, bindingsangst, hechtingsproblemen, … Wanneer we de alleenstaande ouders belichten, merkten we de zeer sterke drive om alles uit de kast te halen om hun leven op de rails terug te krijgen en dit in hoofdzaak voor de kinderen, want zij moeten het beter hebben. Ondanks
Tussen droom en werkelijkheid
37
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
die drive die ze hadden merkten we ook hier als begeleiders dat het cruciaal was doorheen het project om onze deelnemers hier ten volle in te ondersteunen, en dat we vaak samen pompten met de deelnemers om vooral niet te verzuipen. Bijkomend merken we op dat het “intieme netwerk “ ( = partner, familie, vrienden en kennissen) opvallend klein tot onbestaand was bij onze deelnemers. • •
Alle deelnemers hebben een beperkt tot geen ondersteuningsnetwerk de intieme kring 11 (op 15) deelnemers hebben geen levenspartner of soul-mate bij terecht kunnen voor de broodnodige ondersteuning. Opmerkelijk is de deelnemers uit categorie 2 (vlotter activeerbaar) wél een of soul-mate hebben.
binnen waar zij dat partner
Dit zeer kleine, beperkte vangnet heeft indirect gevolgen op het welzijn/ de binnenkant van onze deelnemers. Mensen groeien en worden sterker wanneer ze positief bevestigd en gemotiveerd worden …
8. Hoelang verwijderd van de arbeidsmarkt De deelnemers die het engagement namen om deel te nemen aan het project droomjob, hadden vaak al een zeer hobbelig parcours afgelegd op de arbeidsmarkt. Bijkomend viel het op dat heel wat deelnemers omwille van tal van redenen al enige tijd verwijderd waren van de arbeidsmarkt. De tijdspanne hiervan had onmiddellijk gevolgen op de activeringsgraad van de deelnemers. Het is namelijk een stuk moeilijker om mensen te activeren die al lange tijd verwijderd zijn van de arbeidsmarkt. Vaak weten ze niet meer welke vaardigheden werkgevers verwachten, en missen ze hier dan ook heel wat nuttige expertise. Anderzijds kwamen ook regelmatig de signalen van de deelnemers dat werkgevers blijven kampen met hardnekkige vooroordelen t.a.v. langdurig werklozen en deze groep te makkelijk links laten liggen. Wanneer we de oefening maakten, konden we stellen dat 9 deelnemers bij de start van het project, vielen in de subcategorie 0 tot 5 jaar. We moeten echter dit cijfer duidelijk nuanceren. Want als we de curriculum vitae bekijken van deze deelnemers, merken we dat 5 deelnemers een curriculum vitae hebben met grote gaten. 38
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
Doorheen hun leven, hebben zij een versnipperde loopbaan gehad, die zich kenmerkt door korte tot middellange actieve periodes, en eveneens middellange tot lange periodes waarin ze terugvielen op de verschillende uitkeringen (werkloosheidsuitkering, leefloon, invaliditeitsuitkering).
9. Netwerk binnen de hulpverlening We haalden reeds het ondersteuningsniveau aan voor onze deelnemers binnen het intieme netwerk. Graag willen we voor jullie ook de oefening maken over het ondersteuningsniveau van onze deelnemers binnen de volgende segmenten: • • •
Ondersteuning/Hulpverlening op werk, de verschillende mogelijke partners zijn: VDAB, OCMW, sociale tewerkstelling, medisch adviseur, … Ondersteuning/Hulpverlening op welzijn, de verschillende mogelijke partners zijn: CAW, OCMW, Comité Bijzondere Jeugdzorg, Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, revalidatiecentra, psychologen, psychiaters, advocaat, … Ondersteuning bij beleving armoedeproblematiek, de verschillende mogelijke partners zijn: Vereniging waar armen het woord nemen, Samenlevingsopbouw West – Vlaanderen, Inloopcentra, …
Ondanks het feit dat bijna alle deelnemers ondersteuning krijgen vanuit verschillende hoeken ( werk, welzijn en armoede) , merken we dat ze er niet in slagen om tot duurzame tewerkstelling te komen. We zijn ervan overtuigd dat dit het resultaat is van geen of gebrekkige integrale benadering van activeren van kansengroepen. De begeleiding van kwetsbare mensen moet immers breed ingevuld worden met name zowel activeringstrajecten op vlak van werk als op vlak van welzijn. Bv. tewerkstelling voor deze doelgroep moet vaak op het tweede plan gezet worden want eerst dient er intensief gewerkt te worden aan de randvoorwaarden i.v.m. welzijn o.a. een goede huisvesting, problemen met opvoeding van een kind, gezondheidsproblemen, financiële problemen, … Enkel door met hulpverleners multidisciplinair samen te werken en evenwichten te herstellen op diverse levensdomeinen, is een duurzame oplossing voor deze kwetsbare mensen mogelijk cf. hoofdstuk aanbevelingen.
Tussen droom en werkelijkheid
39
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
Alle deelnemers hadden ondersteuning op vlak van werk en armoede. Twee deelnemers hadden geen ondersteuning op vlak van welzijn. Bijkomend willen we een beeld brengen van het aantal hulpverleners/ ondersteuners die betrokken waren bij onze deelnemers.
BEG/ OS = begeleiders/ ondersteuners
Wanneer we de som maken van al de hulpverleners die onze deelnemers omringen komen we voor 15 deelnemers op 40 verschillende hulpverleners. Gemiddeld was elke deelnemer door 2 tot 3 hulpverleners omringd.
40
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
10. Activeringsgraad deelnemers Verdeling in subcategorieën Doorheen het project merkten we dat er een zekere diversiteit aanwezig was in de activeringsgraad van onze deelnemers. We kunnen onze deelnemers in drie categorieën onderverdelen: Subcategorie
Toelichting subcategorie
Groep 1
Deelnemers die moeilijk activeerbaar zijn. Bij deze groep is het van cruciaal belang om ten volle in te zetten op een intensieve begeleiding (voor, tijdens en na) om de activering tot een succesverhaal te maken.
Doorheen het project hebben we vastgesteld dat de deelnemers die vertegenwoordigd waren in groep 1 vooral mensen uit generatiearmoede zijn.
Groep 2
Deelnemers die vlotter activeerbaar zijn. Ondanks het feit dat deze deelnemers vlot activeerbaar zijn, willen we toch opmerken dat ook hier ondersteuning nodig is zowel voor, midden als na het activeringsverhaal.
Doorheen het project hebben we vastgesteld dat de deelnemers die vertegenwoordigd waren in groep 2 vooral mensen uit nieuwe armoede zijn.
Groep 3
Deelnemers die niet meer activeerbaar zijn voor een job in de reguliere en sociale economie maar zeker nog afgebakende taken kunnen opnemen als vrijwilliger –sociale activering.
Bij groep 3 vinden we zowel mensen uit generatiearmoede als mensen uit nieuwe armoede. Deze groep kenmerkt zich vooral door mensen met een chronische ziekte en/of psychiatrische aandoening.
Tussen droom en werkelijkheid
41
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
Cijfers extra in de verf: • 14 van de 15 deelnemers geven duidelijk aan dat ze een sterke nood ervaren aan opvolging zowel voor, tijdens en na hun arbeidstraject. Indien deze nood vervuld wordt, geloven zij in een succesverhaal ikv activering. • 11 deelnemers wil zijn/haar droom van een duurzame job op een werkvloer blijven najagen, dit zowel in de sociale economie of reguliere economie. Hiervan zijn er 5 deelnemers die mits een intensieve begeleiding, geloven in een duurzame job op de reguliere arbeidsmarkt. • 4 deelnemers beseffen na het project dat voor hen een inschakeling op de reguliere én sociale economie een utopie is geworden. 2 van hen zetten zich wel in als vrijwilliger. • 6 deelnemers werken nu op dit moment op een werkvloer met een inkomen ofwel in reguliere economie of sociale economie. 2 van hen zetten zich bovendien ook nog in als vrijwilliger. • 5 deelnemers werken op dit moment op een werkvloer uitsluitend als vrijwilliger • 4 deelnemers hebben géén werkvloer en zijn ook géén vrijwilliger.
11. Arbeidshandicaps Binnen het project ‘Droomjob’ merkten we op dat heel wat deelnemers scoorden op de lijst van arbeidshandicaps. Definitie arbeidshandicap: Een arbeidshandicap is een aandoening van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard waardoor je het moeilijk hebt om werk te vinden of om je job uit te voeren. Enkele mogelijke voorbeelden: depressie, autisme, slechthorendheid, rugklachten, stembandverlamming, spierziekte, chronisch vermoeidheidssyndroom… (bron: www.vdab.be) Vanuit de doelgroepanalyse selecteerden we de volgende arbeidshandicaps bij onze deelnemers waarop ze scoorden: 1. Fysieke gezondheid (zie grafiek gezondheid) 2. Geestelijke gezondheid (zie grafiek gezondheid) 3. Factoren die de gezondheid beïnvloeden: precaire woonsituatie, precaire leefsituatie, inadequate sociale vaardigheden,… (zie grafiek soorten armoede, gezinssituatie deelnemers, woonsituatie deelnemers, netwerk deelnemers) De meerderheid van de deelnemers heeft meerdere arbeidshandicaps verzameld in zijn rugzak. Met als direct gevolg dat ze met heel wat beperkingen op de arbeidsmarkt komen.
42
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
2.6 SWOT – analyse project 1. Wat liep er goed wat liep er minder goed doorheen het project ? Het project ‘Droomjob’ kende net als vele andere projecten zijn/haar sterktes en zwaktes. De golven (de sterktes) brachten ons verder maar er waren ook momenten waarop onze boot water maakte (de zwaktes).
2. Sterktes Het project kenmerkt zich volgens ons door de volgende golven: Samen op weg … Wanneer we terugblikken op het project durven we stellen dat één van de sterkste golven, de kracht van het ‘gezamenlijke’ was. Samen met de deelnemers hebben we het project uitgetekend, en zijn we op weg gegaan. Naast de bestemming met name minimum 2 maanden proeven van een droomjob, was de weg naar die bestemming of het proces even belangrijk. Deelnemers en begeleiders leerden doorheen het project heel veel al doende. Wanneer er hindernissen of lekken kwamen in onze boot, pakten we die samen aan. Het leven is één leerschool … Zowel de deelnemers als de begeleiders stapten op de arbeidsboot, elk met hun individuele rugzak. Doorheen het project merkten we dat er een gezamenlijke nood was aan extra bagage op verschillende domeinen. We vulden de bagage aan met verschillende vormingen zoals bijvoorbeeld: basiscursus werken op de computer, uitstraling, communicatie & assertiviteit, sollicitatietrainingen, … Roeien met de riemen die we hadden … Het project kenmerkt zich niet door de grote budgetten, maar vooral door de grote inzet, de drive, motivatie, betrokkenheid en het enthousiasme van zowel de deelnemers als de begeleiders. Met de beperkte middelen die we hadden slaagden we erin om samen boeiende ervaringen op te doen. Daarnaast hebben we vooral geleerd dat activering van kansengroepen wel een haalbare kaart is mits er een aantal randvoorwaarden vervuld zijn cf. evenwichten op andere levensdomeinen. En dat we deze mensen niet mogen laten vallen, want zo verliezen we als maatschappij ongelofelijk veel kapitaal en talenten. Vrijheid betekent verantwoordelijkheid De deelnemers van het project hebben vanuit een vrije keuze ingetekend op het project. Ieder vanuit zijn of haar eigen beweegreden. Dergelijke keuze betekent een grote vrijheid, en zorgt bijkomend voor een specifieke motivatie of drive van hen. Toch kent deze vrijheid en vrijblijvendheid een keerzijde. Naar een resultaat werken is niet altijd bij elke deelnemer vanzelfsprekend en dit had meestal wel een of andere reden. We zochten als begeleider niet onmiddellijk een stok achter de deur maar eerder één of andere stimulans om achter de hand te hebben. Wij boden soms een kleine maaltijd aan voor de groepsgesprekken of een korte uitstap, ja zelfs soms een
Tussen droom en werkelijkheid
43
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
gratis voetbalticket. Daar we niet de financiële middelen hadden konden we helaas – als zgn. wortel - geen vrijwilligersvergoedingen uitbetalen. Met raad en daad … Het project kenmerkte zich door de enorme betrokkenheid van ieder individu vanuit zijn/haar eigen achtergrond. Nieuwe armen, generatiearmen en begeleiders stonden elkaar doorheen het project bij met raad en daad. Vanuit deze betrokkenheid groeiden de deelnemers en begeleiders doorheen het project. Bijkomend stonden de begeleiders ook enkele werkgevers bij die de concrete werkvloeren aanboden. Ook zij hadden soms nood aan wat steun, want investeren in onze deelnemers, bracht vaak extra vragen en zorgen mee ondermeer op vlak van extra omkadering, de vereiste goede communicatie en specifieke afspraken met de andere werknemers op de werkvloer.
3. Zwaktes Doorheen het project kwamen we ook soms vast te zitten, en merkten we dat onze boot water maakte ... We situeren graag voor jullie de redenen waarom onze boot dreigde onder te gaan: De tijd heeft vleugels maar geen teugels … Het project ‘Droomjob’ heeft heel wat tijd en energie gevergd van alle betrokkenen, niet in het minst van de begeleiding. Als begeleiding zijn we er ons van bewust dat met méér tijd en middelen we misschien nog een hoger resultaat hadden kunnen bekomen. Méér persoonlijke ondersteuning, méér tijd voor doorverwijzingen naar het reguliere –gespecialiseerde- hulpverleningsaanbod, méér uitgewerkte structurele samenwerkingsverbanden, nog meer tijd voor dit rapport, met nog meer ondersteunende voorbeelden, enz. Het project was echter een experiment en dus tijdelijk. We hebben geprobeerd om zoveel als mogelijk kansen te grijpen. Hoe nabij kan je zijn … Als begeleider kwamen we vaak tot de vaststelling dat onze boot lekte door onze presentie. De vraag : ‘hoever je al dan niet mag gaan met een deelnemer’ is doorheen het project de grote vraag gebleken. Achteraf bekeken durven we stellen dat we met een aantal deelnemers misschien te ver gegaan zijn, en met een aantal deelnemers niet ver genoeg. We hebben niet altijd de lekken gezien bij onze deelnemers, waardoor er gesprekken niet gevoerd werden, … en die lekken hadden soms gevolgen voor het proces voor zowel begeleiders als deelnemers. Het spanningsveld van de vrijblijvendheid Het project kenmerkte zich door een grote vrijblijvendheid voor de deelnemers. Er waren geen directe gevolgen voor de deelnemers of stokken achter de deur wanneer ze afhaakten of een tijdje wegbleven. Dit is een zwaard dat aan twee kanten snijdt.
44
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
We zijn ervan overtuigd dat dergelijke projecten een zekere vrijblijvendheid moeten kennen. Na het project zijn we echter tot de vaststelling gekomen dat goede en duidelijke afspraken, belangrijk zijn. In de toekomst moeten we zeker nog creatiever kunnen tewerk gaan door te zoeken naar bindende acties zoals vb. een engagementsverklaring. Mensen hebben nood aan afspraken, duidelijke afgebakende verplichtingen, verwachtingen en houdingen (attitudes). Wie staat er aan het roer …? Iedere deelnemer was mede-eigenaar van het project. Vaak stonden zij mee aan het roer van de boot, en werden zij voortgestuwd door golven. We zagen de deelnemers groeien en stappen vooruit zetten. We zagen jammer genoeg ook dat de boot lekte door keuzes die de deelnemer maakte. We willen niet vervallen in de vraag wie hier schuld heeft, maar willen wel weten hoe het lek er kwam. Vb. een deelnemer die op een erg belangrijke afspraak niet komt opdagen, niet verwittigt, weigert om met een agenda te werken… We zijn doorheen het project ook vaak tot de vaststelling gekomen dat het lek in de boot er door externe factoren kwam. Factoren waar zij zelf geen vat op hadden, en zo stuurloos werden… Vb. een deelnemer krijgt 14 dagen zijn loon en uitkering (progressieve tewerkstelling) te laat omdat een document in de administratieve procedure is blijven steken. Voor mensen in armoede is 14 dagen een kleine ramp… Op een onbewoond eiland … Samen met de deelnemers voeren we de haven uit, op zoek naar de realisatie van hun droomjob. We kwamen echter tot de vaststelling dat we niet altijd de juiste reddingsboeien meegenomen hadden, of dat we niet altijd de verbinding hadden met de juiste vuurtoren. Het project blonk uit van goede bedoelingen, maar met goede bedoelingen alleen kom je er niet. Achteraf zijn we tot de vaststelling gekomen dat partners met expertise (die wij niet bezitten) van in het begin mee op de boot moeten zitten om tot betere en duurzamere eindresultaten te komen. Mayday, mayday … Iedere deelnemer bracht zijn/haar rugzak mee naar het project. Deze zat vol met informatie. Als begeleider werden we vaak overspoeld. Heel vaak kwamen we tot de vaststelling dat wij vast liepen door de complexiteit van de problematieken van onze deelnemers. Er was niet altijd een direct pasklare oplossing te vinden, en zaten dan met de handen in het haar. Het werd vaak een zoeken om de informatie te ordenen, te registreren en hulp in te schakelen om ons bij te staan bij een aantal problematieken. Telkens opnieuw werd duidelijk hoe belangrijk een integrale aanpak van de hulpverlening wel is. Armoede is immers vaak complex.
Tussen droom en werkelijkheid
45
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
4. Wat is het resultaat, hoe kijken we naar de toekomst Na één jaar intensief werken ronden we het project ‘Droomjob’ af. De balans is gemaakt. Het project ‘Droomjob’ is erin geslaagd om de doelstellingen die we vooropgesteld hebben, te bereiken. Op één jaar tijd zijn we erin geslaagd om mensen terug te laten dromen van wat mogelijk is, en hebben we mensen een realistisch beeld kunnen geven op basis van hun talenten en mogelijkheden op de arbeidsmarkt.
5. De eindbalans van ‘tussen droom en werkelijkheid’ Op dit ogenblik hebben de meeste deelnemers of een opleiding gevolgd of een nieuwe werkvloer gevonden of van een droomwerkvloer geproefd of/en zich zinvol ingezet als vrijwilliger. Resultaten van de deelnemersinzet : • Twee deelnemers konden ingezet worden als vrijwilliger binnen het woonzorgcentrum St Jozef. Beiden konden proeven van zowel logistieke taken als van opdrachten ikv animatie en ondersteuning van een leefgroep. • Eén deelnemer werkte er gedurende twee maanden. Een andere slechts enkele weken wegens psychiatrische problematiek. • Één deelnemer voltooide de opleiding heftruckchauffeur binnen de VDAB en startte aansluitend een interimjob in de bouwsector. • Één deelnemer voltooide de opleiding administratief bediende huisartsenpraktijk binnen de VDAB en vond een job binnen het OCMW Brugge onder de regelgeving van artikel 60. • Één deelnemer startte met een kappersopleiding – jammer genoeg moest deze opleiding voortijdig afgebroken worden door welzijnsproblemen. • Zes deelnemers voltooiden de opleiding basisvaardigheden computer • Één deelnemer kreeg een looncontract van 6 maanden bij de werkgever Klein Verhaal, een sociaalartistiek gezelschap. • Twee deelnemers konden starten in loondienst bij vzw Sobo, een Brugse werkgever in de sociale economie. Eén deelnemer werkt momenteel met een vast contract, de andere tijdelijk. Eén deelnemer werd ingezet in de inpakdienst en één in de poetsdienst. Beiden zijn er nog steeds actief. • Één deelnemer kreeg toestemming voor een progressieve tewerkstelling bij een oppasdienst (CM). Hij moest echter voortijdig afhaken omwille van psychiatrische problematiek. • Drie deelnemers verhoogden hun inzet als vrijwilliger in de armenvereniging of inloophuis SAS.
46
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
• Er werden contacten gelegd met enkele lokale werkgevers en intermediairen met als doel een werkvloer te kunnen aanbieden. Woonzorgcentra, Klein Verhaal, Sobo vzw, vzw Cadans, Ocmw tewerkstellingsdienst, opvangcentrum Halfweghuis, interimbureaus, mutualiteit, … Eens de werkvloer concreet werd, ondersteunde de begeleider ook de werkgever waar kon en mogelijk was… zelfs indien nodig op de werkvloer zelf. • Er werden heel wat individuele gesprekken gevoerd ter ondersteuning zowel in de voorbereiding van de werkvloer, als tijdens en na de tewerkstelling. Ook gebeurde er heel wat kleine dienstverlening indien nodig vb. administratieve hulp bieden, vervoer naar en/of bijwonen van bezoeken aan interimbureaus of werkgevers. • Maandelijks kwam de werkgroep Arbeid-In-Zicht?! (project ‘Droomjob’) samen. Gemiddeld waren hier tien mensen aanwezig. Iedere gespreksgroep werd gekenmerkt door een centraal thema: vb. opmaak van een CV, in kaart brengen van eigen talenten, wat is mijn droomjob, welke kansen in Brugge? … Bijkomend was er voldoende ruimte om ervaringen binnen de groep uit te wisselen omtrent hun persoonlijke droomjob. Zowel omtrent de zoektocht als omtrent de ervaring op een werkvloer. • Er werd tijd en ruimte gemaakt om de actualiteit door te nemen nl.: ‘Wat hoorden we recent in de media omtrent werk en activering?’ • De werkgroep droeg bij tot een artikel voor het tijdschrift “Ter Zake” - Cahier van maart 2011. Voor deze publicatie van Samenlevingsopbouw Vlaanderen kwam een journalist 2 uren praten met de voltallige werkgroep arbeid. Het resultaat was een artikel waarin werd beschreven wat activering betekent voor hun dagelijks leven. De titel werd “Geef mij een kans om zelf geld te verdienen en ik twijfel geen seconde”. • Er werd zelf vorming opgezet op vraag van de deelnemers nl. een vormingsreeks omtrent uitstraling en voorkomen, een vorming omtrent computer (basisvaardigheden vb. internet, mailverkeer, google, facebook, …), hoe solliciteren, … • Met de werkgroep arbeid werd actief meegewerkt aan de actie ‘Ieders stem telt’, een initiatief van vzw Samenlevingsopbouw i.k.v. de gemeenteraadsverkiezingen in 2012. T.a.v. de lokale politiek formuleerde de werkgroep enkele prioritaire aanbevelingen om werk voor kansengroepen’ te versterken’. • Er werd een groepsbezoek gebracht aan het lokale dienstenproject ’t Park in Wervik,. Niet alleen met doel om de deelnemers van het filmproject Grensland opnieuw te ontmoeten en te praten omtrent de evolutie in hun activeringstraject. Tevens om samen met hen een bezoek te brengen aan hun nieuwe buurtdienst/huis – in opbouw- én het vrouwenhuis. Ze kregen er uitleg over hun basiswerking en over de lokale dienst nl. de winkel (verkoop van tweedehandsmateriaal zoals kledij) waar werk op maat wordt aangeboden.
Tussen droom en werkelijkheid
47
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
• Ons project ‘Droomjob’ kreeg ook bezoek. De mensen van het project in Wervik werden door de werkgroep arbeid in Brugge ontvangen. Niet alleen de ontmoeting stond centraal ook werd het project ‘Droomjob’ voorgesteld met duiding omtrent de ervaringen op de gekozen werkvloeren én omtrent de basiswerking van vzw Wieder. De dag werd participatief georganiseerd met de deelnemers van de werkgroep arbeid. Zo werd ondermeer samen met de mensen van Wervik het sociaal restaurant Pas Partout bezocht en een gesprek gevoerd met één van de werknemers. Tenslotte genoten allen van een rondvaart op de Brugse reien. Een groepsfoto werd genomen en opgehangen in de ontmoetingsruimte in Brugge én in Wervik als herinnering en aanmoediging. • Voor de dag van de armoede op 16 oktober 2011 in Brugge werd een kort filmpje gemaakt met daarin een getuigenis van één van onze deelnemers. Ook diverse andere leden van de werkgroep arbeid figureerden in deze film. Het was een eerste verwijzing naar ons Toonmoment – thema ‘message in a bottle’. Een 200-tal mensen woonden de voorstelling bij. • In het najaar werd gewerkt ifv Dialoogstad Brugge, een ontmoeting met het lokale beleid. Er werd samen met andere partners in welzijn en armoede, een nieuwe brochure ‘Dialoog Werkt!’ opgemaakt en voorgesteld op 5 december in het Stadhuis te Brugge. Vanuit ons project bracht een deelnemer een getuigenis omtrent armoede en werk. Voor de deelnemers van het project en de begeleiders is het duidelijk dat : • het activeren van deze doelgroep véél tijd en energie vergt zowel van de deelnemers als van de begeleiders. • dit experimenteel project met zijn eigen aanpak en opzet aantoont dat voor een toekomstig project méér randvoorwaarden moeten vervuld zijn i.b. sterke samenwerking met lokale partners welzijn & werk. • er heel wat kennis ( inzichten) en ervaring werd opgedaan zowel bij de deelnemers als bij de begeleiders inzake activering van kwetsbare mensen in onze samenleving en dit via jobs en bijhorende begeleiding ‘op maat’. • wanneer we deze mensen activeren ook moeten zorgen dat er concrete werkvloeren beschikbaar zijn en dat hiervoor een sterk partnership noodzakelijk is met actoren en werkgevers die ‘diversiteit’ inbouwen op hun werkvloeren. Dat werkgevers hiervoor ook de nodige HRM-ondersteuning moeten krijgen indien nodig. • een niet onbelangrijke groep van deelnemers met problemen kampen die enkel door een integrale en multidisciplinaire samenwerking, kunnen opgelost worden. Vb. vele problemen met geestelijke gezondheidszorg. • de vereiste samenwerkingen en integrale aanpak op heden in regio Brugge moeten versterkt worden om resultaatsgericht te kunnen werken met deze doelgroep.
48
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 2 :
Project ‘Droomjob’
• er wél ‘krachten’ zijn bij onze doelgroep. Deze mensen willen zich nuttig maken en zo waardering en respect van de samenleving herwinnen. Het aanbod moet wel ‘op maat’ zijn. Daarom moet er de komende jaren concreet geïnvesteerd worden in deze mensen (tijd, geld, personeel, …) en mogen zij niet de eerste slachtoffers zijn van dwingende budgettaire besparingen. We hopen hierbij ondermeer op positieve impulsen vanuit het maatwerkdecreet. Ondanks het feit dat we met deze groep op een eindpunt komen, zijn we tot het besef gekomen dat dit experiment pas een beginpunt is. Er is nog veel werk aan de winkel inzake activering van kansengroepen. Er liggen nog heel wat kansen en uitdagingen op ons te wachten. ( zie deel 4)
Tussen droom en werkelijkheid
49
Deel 3 : Deelnemers aan het woord
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord Moed hoeft niet altijd te brullen. Soms is het een stemmetje, dat aan het eind van de dag fluistert: ‘Morgen probeer ik het weer’. Mary Anne Radmacher
3.1 Zij bokst haar door het leven … Door het feit dat ik mijn school zonder diploma beëindigd heb, moest ik noodgedwongen lage loon jobs (schoonmaakwerk, fabriekswerk, …) zonder kwalificatie vereisten doen. Jammer genoeg waren de meeste jobs vooral interim jobs. Mijn financiële situatie werd er door die opdrachten niet beter van. Toen ik uiteindelijk na lang zoeken een vaste job gevonden had in de Zeebrugse vismijn, sloeg het noodlot terug toe. Het bedrijf werd gereorganiseerd. De vis werd nu machinaal gesorteerd, dus er moesten mensen afvloeien. En ik was terug één van die mensen. Op de één of andere manier lukte het mij precies niet om een vaste job te krijgen. En eens ik die job had, kreeg ik vaak na een tijdje mijn ontslag. Soms lag de verantwoordelijkheid bij mij, maar ook was het soms een kwestie van pech. Jammer genoeg had ik vooral pech in die jobs die ik zeer graag deed, en waar ik heel veel voldoening uit haalde. Je hoort het al mijn jobcarrière verliep niet over rozen. De ene dag had ik werk, en dan meestal een hele periode niet. Met als gevolg dat ik het ene moment loon had, en het andere moment op werkloosheid zat. Door verschillende persoonlijke problemen kwam ik in een emotioneel moeilijke periode. Het werd moeilijk om mijn hoofd boven water te houden. De problemen bleven maar komen, en noodgedwongen moest ik wel werken. Het waren vooral interimjobs want een vaste job was er niet voor mij. En voor ziek zijn, was er één geen geld, maar ook geen tijd, want de rekeningen bleven maar komen. Ik raakte oververmoeid, en helemaal uitgeblust. Zowel op psychologisch als fysiek vlak stapelden de klachten zich op. Daarboven kreeg ik te kampen met een schuldenberg die veroorzaakt werd door foute keuzes van mijn toemalige partner. En die schulden moesten natuurlijk ook betaald werden. Het vele vechten vergde enorm veel energie van me. Vaak zag ik de bomen door het bos niet meer. Door al deze inspanningen belandde ik in een depressie en er volgde een opname in de psychiatrie. De opname was voor mij zeer moeilijk, want ik moest mijn 2 kinderen achter laten. Mijn dochter ging naar een pleeggezin, en mijn zoon ging naar het land van herkomst van zijn vader. Deze situatie zorgde ervoor dat ik steeds verder wegzakte. De opname was slechts een tijdelijke oplossing. Ik volgde gedurende een periode van 3 jaar dagtherapie. Deze therapie zorgde voor heel wat praktische en financiële problemen. Uiteindelijk werd de therapie stop gezet. Dit wil echter niet zeggen dat ik verlost was van mijn problemen. Door allerlei medische en psychische klachten, kwam ik uiteindelijk op een invaliditeitsuitkering terecht. Het bedrag dat ik krijg is iets hoger dan mijn vroeger minimumloon.
Tussen droom en werkelijkheid
53
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
Toch wilde ik terug aan de slag. Een job voor mij hebben is belangrijk. Op voorhand wist ik dat het niet makkelijk zou gaan. Want ik was dan ook al een tijdje weg op de arbeidsmarkt. Ook merkte ik bij mezelf dat ik me heel wat zorgen maak over het feit of ik het wel terug zou aankunnen... Een job is voor mij veel meer dan loon ontvangen. Het zorgt ervoor dat ik iemand ben, dat ik terug meetel in de maatschappij, en dat mensen mij niet zien als een profiteur van de overheid. Ik wil niet profiteren. Het is mij overkomen. Een aantal zaken had ik misschien anders moeten aanpakken, maar ik moet de gevolgen dragen van mijn keuzes. En dat is niet makkelijk. Het maakt me boos als mensen mij bestempelen als een profiteur en een luiaard, want ik wil werken. Heel graag zelfs, maar vaak willen werkgevers ons de kans niet meer geven. Ik begrijp het wel. Mijn cv is niet eentje om over naar huis te schrijven. Het is een opeenstapeling van interimopdrachten, en er zitten gaten in. En vertel maar eens aan een werkgever dat je een opname in de psychiatrie achter de rug hebt. Ze bekijken je als iemand die ZOT is, en die niet betrouwbaar is. Inderdaad vroeger was ik niet stabiel, maar nu vind ik terug de draai in mijn leven. Het is niet makkelijk, maar het lukt. Niet alleen het meetellen is belangrijk maar wat voor mij de grootste motivatie is, zijn mijn kinderen. Ze wonen niet meer thuis. Ik heb een aantal jaren geleden de keuze gemaakt om ze vrijwillig te plaatsen. Ik kon ze thuis niet alle kansen geven. Ook de opvoeding verliep niet vlekkeloos. Dus het werd een zeer moeilijke keuze, maar volgens mij nog altijd de beste keuze. Want mijn kinderen willen niet alleen een mama die hen graag ziet, maar ook een mama die goed in haar vel zit. Toen ze in Wieder startten met het project ‘Droomjob’ stond ik op de eerste rij om mee te werken. Het was dan ook voor mij een kans die ik niet kon laten liggen. Maar ik merkte al snel dat het toch wat moeilijker was dan ik dacht. Ik herinner me nog goed de oefeningen die we deden op basis van onze talenten. Man, wat heb ik daarop gezweet: ik moest kunnen zeggen welke talenten of krachten ik bezat. En ik wist het gewoon niet! Vreemd denk je misschien, maar voor mij is dat mijn realiteit. Ik ben opgegroeid met het idee dat ik niemand ben, en dat ik nooit ergens zal in slagen, dus het besef dat ik wel krachten had was voor mij een zeer moeilijke oefening. Ik merk dat het nu stilletjes aan begint te lukken, om wat positiever in het leven te staan. Het is niet simpel om me zelf eens een schouderklopje te geven of eentje te krijgen van iemand anders. Ik begin eraan te wennen, maar het heeft tijd nodig … Mijn droomjob heb ik doorheen het project bijgeschroefd. Want hoe graag ik ook mijn droom wilde najagen, ik moest keuzes maken. Keuzes voor mezelf, maar ook voor mijn kinderen. Mijn grootste droom is immers dat ze terug naar huis komen. En liever gisteren, dan vandaag … De keuzes die ik moest maken, heb ik zelf gedaan, wel met heel veel helpende handen. Maar op het eind van het verhaal was ik het wel die de knoop doorhakte. Ok, het is misschien niet onmiddellijk mijn droomjob, maar ik doe mijn werk super graag. Ik geniet van de contacten met de collega’s, de sfeer en zelfs de ochtendrush.
54
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
Terug aan de slag gaan, heeft me terug een ander mens gemaakt. Ik merk dat ik anders in het leven sta. De eeuwige zwartkijker, heeft plaatst gemaakt voor iemand die terug kleur ziet. Ik besef dat ik nog een lange weg te gaan heb. Mijn binnenkant is nog niet helemaal wat het zijn moet en ook mijn gezondheid is zeer breekbaar. Maar mijn motivatie om te slagen in het leven is groter dan ooit. Mijn gezondheid hangt soms wel nog als een zwaard van Damocles boven me, want werken kan je alleen maar als je fit en wel bent. En daar maak ik me zorgen over, want dat heb ik niet in de hand. Ik ben bang voor de gevolgen als ik weer eens zou uitvallen. Maar misschien moet ik me geen zorgen maken op dit moment en de mogelijke hindernissen op dit vlak, pas aanpakken als ze zich stellen. De zaken waar ik zelf controle over heb, en waar ik iets aan kan veranderen, wil en zal ik in handen nemen. Niet omdat het moet van anderen, maar ik ben het in de eerste plaats gewoon aan mezelf verplicht. Want ik ben de moeite waard! Deelnemer project ‘Droomjob’
Tussen droom en werkelijkheid
55
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
3.2 Gaan en blijven gaan, met vallen en opstaan … Toen ik als kind meeging naar de kapster met mijn mama wist ik het al: dat wil ik ook worden! Ik was gefascineerd door die apparatuur, scharen, haardrogers, de geur die er hing… Maar op een dag werd mijn oma ziek. Ze moest verzorging krijgen in het ziekenhuis (rusthuis?), en klaagde over het weinige personeel dat er was. Ze heeft er van afgezien dat er te weinig mensen waren om haar de zorg te geven die ze eigenlijk wenste en nodig had. Ik heb haar dan beloofd dat ik voor bejaardenverzorgster zou studeren om andere ouderen hetzelfde leed te besparen. En dat heb ik dan ook gedaan. Op zich deed ik dat graag. Het contact met de mensen, daar heb ik veel uit geleerd. De levenservaring die ze met mij deelden, de verhalen, de humor die vele oudere mensen toch nog hebben. Maar het lijden van de mensen trof mij te diep. Ik kon het niet van mij afzetten. Mensen die hun eigen kinderen en kleinkinderen niet meer herkennen. De pijn die dat teweeg brengt, dat deed mij ook zo veel pijn. Ik kon dat niet langer verdragen en ik trok mij dat enorm aan. Ik ben er dan even onderdoor gegaan. Ik kon de opleiding niet verder zetten, ik ben ermee gestopt. Na dit even te laten bezinken wist ik dat ik niet bij de pakken wilde blijven zitten. Ik ging aan de slag en schreef me in bij verschillende interimbureaus. Bij bijna alle mogelijke interimbureaus, wees gerust. Ik wil even iets uit de wereld helpen: naar een interimbureau gaan wil niet zeggen dat je werk gaat vinden. Je moet zo veel en zo lang wachten. Als het langer dan twee weken duurde, dan belde ik zelf even op: “Hebben jullie al werk voor mij?”, en het antwoord was dan: “Neen juffrouw, nog niets voor jou.” Nu en dan boden ze me toch een job aan, en die heb ik dan ook aangenomen. Interimwerk gaat uit van het principe: als je geluk hebt, krijg je een job, niet meer en niet minder: een job. Ze gaan niet uit van het principe dat je misschien liever een goeie job hebt, die bij jou past en die je kan volhouden. Dat is nog iets helemaal anders. Maar goed, ik wilde liever aan de slag zijn, en zonder diploma is dat niet gemakkelijk. Dus nam ik verschillende jobs aan. Maar, mensen, ga eens na bij jezelf: zou je eender welke job aannemen, elke dag opstaan daarvoor, en jezelf motiveren om elke dag vol te houden? Welke jobs kwamen op mijn weg? De kiwi’s heb ik gedaan: zeer eentonig werk. Je moet echt opletten dat je niet in slaap valt. Gelukkig had ik daar wel zeer leuke collega’s. Daarna bij Pieters. Maar man toch, dat is om te bevriezen. Dat is echt ontzettend koud. Toch heb ik ook dat een tijdje volgehouden. Verder heb ik ook gekuist. Ik deed van alles, maar na een tijdje had ik het ermee gehad, met interimwerk. Dat is echt zeer vermoeiend, altijd opnieuw beginnen. Via Wieder kwam ik terecht bij de Werkgroep Arbeid, waar men bezig was met het project ‘Droomjob’. Daar wilde ik me wel eens in verdiepen… En toen de vraag kwam: ‘Wat is jou droomjob’, moest ik niet lang nadenken. Na alle avonturen die ik al meemaakte wist ik het wel zeker: kapster worden. Maar een droomjob is natuurlijk niet voor niets een droom-job. Gelukkig was er Wieder vzw om de weg naar die droom samen met mij uit te tekenen. Eerst en vooral ben ik in dialoog gegaan met de mensen van de Werkgroep Arbeid. In het bijzonder met één van de begeleiders: Fred. Hij trok zich van alle levensverhalen aan. Hij is de persoon die telkens weer de
Tussen droom en werkelijkheid
57
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
volgende stap op de weg naar mijn droomjob samen met mij heeft bekeken. Fred is voor de mensen van de Werkgroep Arbeid ook tussenpersoon tussen de mensen en de rest van de wereld. Als je jouw droomjob wilt realiseren, moet je de wereld kennen. En dat ontbreekt soms: niet iedereen heeft een goede opleiding gehad, vrienden en familie die van alles op de hoogte zijn, internet om op rond te surfen op zoek naar mogelijkheden… Ik kende zelf niet de mogelijke poortjes en wegen die er zijn om mijn droomjob te realiseren. Uiteindelijk heb ik samen met de Werkgroep Arbeid van Wieder een school gevonden. De opleiding tot kapster kon ik wel niet in Brugge volgen. Samen met Fred gingen we de dialoog aan met de school om te zoeken naar een gepaste oplossing. Ik startte de opleiding vol enthousiasme, en ik zag het echt zitten. Ik genoot vooral van de nieuwe dingen die ik leerde, en ik merkte dat ik wel iets kon. De opleiding was zwaar, niet alleen financieel maar ook emotioneel. Kapster worden is niet goedkoop. Met de weinige inkomsten die ik had was het dan ook financieel bijna onmogelijk om de kosten hiervan te dragen. Hierdoor creëerde ik onmiddellijk schulden. Gelukkig kreeg ik hulp hiervoor. Maar die hulp is niet vrijblijvend. Mensen rekenen nu op me, en naast het feit dat dit praktische problemen zijn die op te lossen zijn, zet dit een druk op me. Doorheen het project raakte ik vaak ontmoedigd. Ik vroeg aan de VDAB bijvoorbeeld om mij te begeleiden in mijn traject, en ik kreeg er een opsomming te horen van alles wat die droom onmogelijk maakte. Bijkomend kon ik ook maar op weinig steun rekenen in mijn netwerk. Ze stelden vragen zoals waarom ik niet gewoon ging werken, zoals iedereen, zodat er geld in het laatje komt, in plaats van mijn dromen na te jagen. Hoe langer hoe meer merkte ik bij mezelf dat ik de druk niet meer aankon. Ik werd letterlijk ziek van de stress en bleef hierdoor weg van school. Na heel veel wikken en wegen heb ik samen met Fred & Pascale de beslissing genomen om te stoppen met mijn opleiding. Misschien was het te vroeg, en was de tijd nog niet rijp… Eerst moet ik mijn leven terug op de rails krijgen, en wat stabiliteit. Zolang dit niet in orde komt, zal het praktisch onmogelijk worden om mij voor de volle 100% te geven. Deelnemer project ‘Droomjob’
Tussen droom en werkelijkheid
59
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
3.3 Niets stopt mij … “In ’78 studeerde ik af als postgraduaat informaticus & elektronica. Negentien jaar lang heb ik gewerkt, en ik deed mijn job graag, heel graag zelfs. Maar opeens veranderde alles, ik begon stilletjes aan ziek te worden. Eerst waren het onschuldige dingen die snel te verhelpen waren, en waardoor ik niet lang uit de running was. Maar meer en meer veranderde de periode van korte naar langere afwezigheid. Ik had geen controle meer over mijn lichaam, en ik maakte me zorgen. Dit kon toch niet zo verder?! Al die problemen zorgden voor heel wat frustraties en ergernissen. Dit zowel bij mezelf als bij mijn vrouw, mijn omgeving, mijn huisarts en ander medisch personeel... Ik veranderde stilletjes aan van een actieve man naar iemand die bijna niets meer kon. Het was om de muren op te lopen want niets doen is echt niets voor mij. Ik moet met iets bezig kunnen zijn. Af en toe zocht ik troost bij de fles, een alcoholprobleem wil ik het niet noemen, want ik had het onder controle. Maar toch greep ik ernaar, wanneer ik het moeilijk had. De roes die het bezorgde bracht me rust. Ik weet ook wel dat dit maar tijdelijk was, maar op dat moment in het leven gaf het me de oase die ik nodig had, om dan weer te vechten voor wat ik misschien wel nog zou kunnen betekenen in het leven. Uren, dagen en maanden heb ik nagedacht wat ik moest doen met mijn leven. Het kon toch niet zijn dat mijn “ziekte” mijn volledige leven zou hypothekeren … Langzaam kwam ik tot het besef dat tewerkstelling op de normale arbeidsmarkt een utopie werd. Het was een zware klap, maar ik moest hem incasseren. En net op het moment dat ik dacht van nu schiet ik in actie, vertelde mijn partner me dat ze er genoeg van had: “ Ik heb 15 jaar voor jou gezorgd, het is nu tijd dat er iemand anders voor je zorgt”. Ik neem het haar niet kwalijk, want samenleven met iemand die chronisch ziek is, is anders. Maar de scheiding zette wel heel mijn leven op zijn kop. Niet alleen de financiële gevolgen, maar ook de emotionele gevolgen. Ik begon na heel veel wikken en wegen een traject binnen de hulpverlening. Geen evidentie voor mij, want hulp vragen aan anderen staat niet in mijn woordenboek. Maar een andere keuze had ik niet. Er moest iets gebeuren!!! Ik zat in een neerwaartse spiraal, waar ik alleen niet uit ging komen. Ik had het gevoel dat ik verdronk, en gelukkig kreeg ik de nodige reddingsboeien. Ik werd sterker gemaakt, en ik kreeg mijn leven weer op de rails. Mijn dromen die ik vroeger had om iets te betekenen in het leven, wilde ik terug opnemen. De vraag was alleen, hoe? Want mijn leven werd anders, en dit niet alleen emotioneel maar ook financieel. Van middenklasser ging ik naar een MIA ( mens in armoede). En dat doet iets met een mens, opeens moest ik opletten met wat er in mijn portemonnee zit. Zomaar boodschappen doen, zonder ondertussen te tellen zit er niet meer in. Iedere cent die ik uitgeef, moet ik in 2 bijten, want niet alleen moet ik het met minder doen financieel, maar heb ik ook veel meer kosten. Ik kies er bewust voor om doktersbezoeken over te slaan of de broodnodige medicatie niet aan te kopen, want ik heb er gewoon niet de financiële middelen meer voor. Per maand krijg ik 300 euro om te leven. Dus zoals je wel kan denken, is het voor mij iedere maand wikken en wegen en hopen dat ik de juiste keuzes maak…
Tussen droom en werkelijkheid
61
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
Nu zou je kunnen zeggen, dit zou toch niet mogen, want bij ons in België zijn er toch speciale maatregelen zoals het OMNIO – statuut. Maar ik zit boven de maximumgrens, dus dat is een streep door de rekening. Ik moet ook toegeven dat mijn inkomen niet onder de armoedegrens zit, maar door de scheiding –erelonen advocaat- en de hulpverlening heb ik heel wat schulden. En zo schiet er van mijn uitkering in de praktijk, niet veel meer over. Voor mij is het nu niet leven maar overleven. Via de helpende handen die ik kreeg vanuit het CAW (budgetbegeleiding) kwam ik in contact met vrijwilligerswerk. Het idee dat ik me zinvol kon bezig houden leek me wel iets. Maar terug de vraag: hoe doe je dat en waar zou ik mezelf inzetten? Wie kon mij gebruiken als vrijwilliger? Wat zouden de gevolgen financieel worden? Je hoort het al, ik had veel vragen. Het was dan ook vooral een kwestie om antwoorden te vinden. Naast dit alles moest ik ondertussen ook blijven leven hé! Gaandeweg vond ik antwoorden en zette ik me in als vrijwilliger in 2 organisaties in Brugge. Ik kwam uit mijn schelp en kwam weer onder mensen. Ik was vergeten hoe belangrijk dat was, want de vrienden die ik had vanuit mij vroegere leven waren verdwenen. Niet door het feit dat ik ziek was, maar ik telde niet meer mee omdat mijn portemonnee niet meer gevuld was. Ik kon niet meer mee ‘stappen’ in het sociale leven. Door het netwerk dat ik nu opbouw en mijn vrijwilligerswerk, merk ik dat ik terug een beetje leef. Dat alles wat dragelijker wordt. Het is één van mijn reddingsboeien die ik nodig heb om er te staan in het leven, en te blijven staan en vooral om te overleven… Via mijn vrijwilligerswerk leerde ik de werkgroep arbeid en het project ‘Droomjob’ kennen. Ik raakte geprikkeld door de weg die ze reeds met de mensen hadden afgelegd. Doorheen mijn leven heb ik heel wat wateren doorzwommen, en ik bezit dan ook een zekere knowhow en kennis. Die wil ik graag delen met anderen. Binnen de groepswerking van het project leerde ik hoe belangrijk het was, om onze talenten en ervaringen in ons leven met elkaar te delen. De groep bezit heel wat potentieel, en dat moeten we benutten en waar mogelijk inzetten. Bijkomend had ik zelf ook de behoefte om kennis te krijgen van mijn mogelijkheden of dromen voor de arbeidsmarkt. Dus ik stapte mee op de boot. Ondanks het feit dat ik wist dat ik nooit meer zou werken in loondienst, hield me dat niet tegen om met anderen te dromen. Voor mij niet naar een betaalde job, want dat is onmogelijk gewoon voor mij, maar wel dromen over hoe ik nog meer uit mijn vrijwilligersengagement kan halen. Want ik wil iets betekenen voor anderen. Voor mezelf heb ik uitgemaakt dat het tijd werd om iets terug te doen voor de mensen die mij reeds lange tijd betaalden (cf. sociale zekerheid). Daarom betekent hulpverlening, en vrijwilligerswerk heel veel voor mij. Ik haal er krachten uit en kom mentaal tot rust ! Ik ben terug de actieve man. Natuurlijk zorgt mijn ziekte er voor dat het soms moeilijk is. Maar ik laat ze niet mijn toekomst hypothekeren! Deelnemer project ‘Droomjob’
Tussen droom en werkelijkheid
63
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
3.4 De rekbaarheid van de elastiek … Drie jaar geleden veranderde alles voor me … Mijn leven als zelfstandige en echtgenote stopte. Als ik de balans opmaak wat ik op dat moment nog bezat is het niet veel meer. Bijkomend ondervond ik dat ik opeens dingen bezat waar ik het bestaan niet van af wist. Mijn partner beheerde altijd de financiën, en ik vertrouwde hem blindelings, met alle gevolgen van dien natuurlijk... Achteraf bekeken was dit misschien naïef, maar liefde maakt blind … Ik koos zelf om te scheiden, los van de financiële problemen. Het was op tussen ons, ik heb jaren geprobeerd om onze relatie in stand te houden. Maar het had geen zin meer. Ik moest voor mezelf kiezen, makkelijk was het niet, want dergelijke breuken doen iets met een mens. Want uiteindelijk heb je samen iets opgebouwd, heb je samen kinderen en is het afscheid nemen van elkaar en van het leven dat we samen hadden … En naast een rugzak met heel veel goeie en leuke herinneringen, stond ik drie jaar geleden terug op de stoep van mijn ouders samen met mijn twee kinderen, met in mijn kielzog een dreigende schuldenberg. In het begin wist ik echt niet wat ik moest doen. Maar om in een hoekje te zitten huilen was er geen tijd, want niet alleen tikt de klok genadeloos, uiteindelijk kom je door stil te staan ook geen stap verder …en er waren ook de kinderen. Ik moest noodgedwongen hulp zoeken, en in het begin was dat voor mij zeer moeilijk. Niet alleen de schaamte dat ik opeens hulp moest vragen, maar ook het feit dat heel de hulpverlening voor mij een doolhof was en een heel andere wereld voor mij. Gelukkig kon ik rekenen op een handvol mensen die me op weg hielpen. En zo kwam ik in Wieder terecht. Ik had nog nooit gehoord van een vereniging waar armen het woord nemen, laat staan dat ik wist wat ze deden… In het begin voelde ik me wat onwennig, en had ik wat reserves want in Wieder kwamen mensen in armoede. Ok, mijn situatie was ook niet in orde, en ik had ook problemen. Maar ik zag mezelf niet als iemand in armoede, dat paste niet bij mij … En daar sta je dan, tussen de mensen, uiterlijk als een vrouw van de wereld, en van binnen een gebroken vlinder… Naast de reserves die ik had over mensen in armoede was ik ook bang, want hoe zouden ze me behandelen, wat zouden ze over mij denken … Gelukkig was deze vrees onterecht, want ik leerde dat de mensen die in Wieder komen geen vreemde vogels zijn, maar mensen zoals jij en ik. Een aantal van hen hebben nooit een ander leven gekend dan een leven in armoede, maar ik leerde ook mensen kennen die net als ik uit een andere wereld komen, nl. die van de nieuwe armen, … Door de bezoekjes die ik deed in Wieder, leerde ik het project ‘Droomjob’ kennen, en ik dacht bij mezelf: “Dit is je kans, neem ze”. Vol enthousiasme sprong ik mee op de boot, en besliste ik voor één van de eerste keren in mijn leven dat ik mijn dromen zou najagen. Het was nu of nooit, want ik ben ook geen 16 meer … Mijn keuze van droom was snel gemaakt, want eigenlijk had ik al altijd iets in de medische sector willen doen. Maar vroeger was er daar geen tijd voor. Ik rolde gewoon in de lokale middenstand, …
Tussen droom en werkelijkheid
65
Deel 3 :
Deelnemers aan het woord
Na wat lichte aarzeling startte ik met een opleiding bij de VDAB, en zat ik terug met mijn neus in de boeken. De opleiding was zwaar, want mijn leven stond niet stil hé. Ik moest voor de kinderen blijven zorgen, op zoek gaan naar een eigen woonst, en mijn financiële situatie deftig bekijken … Maar het lukte me, want ik studeerde af met glans!! Super tevreden was ik, want ik had nu een extra troef in handen om mijn droom te realiseren. Maar heel mijn situatie bleef een dansen op een slappe koord. Ja, ik had een geslaagd traject afgelegd maar dat veranderde niets aan mijn rampzalige situatie en huisvesting. Doorheen mijn opleiding viel ik terug op het leefloon, en dat was wennen, want niets was nog hetzelfde. Ik wist dat ik moest werken, want leefloon is niets voor mij, en ik wilde iets doen met mijn opleiding. Want de investering die ik gemaakt had, mocht niet verloren gaan … Via de helpende handen van mijn begeleiding kon ik in dienst treden als een artikel 60. En wat het allemaal nog beter maakte was dat het de ideale droomjob is! Op een korte periode van anderhalf jaar heb ik al heel wat bereikt en mag ik best trots zijn op mezelf. Maar ik merk aan mezelf dat het tempo waaraan ik geleefd heb, en de verschillende stormen die ik heb moeten trotseren, opeens de rekening presenteren. Ik voel aan mezelf dat ik moet blijven vechten om evenwichten te herwinnen op vele domeinen. Als ik naar de toekomst kijk, weet ik dat het knokken zal worden, en ik maak me zorgen over de sterkte van mijn elastiek. Ik weet dat hij zeer rekbaar is, maar ook sterke bomen breken … En dat wil ik niet, ik wil terug de oude “Ik” zijn, niet de “IK” van welstand, maar de “IK” die in balans is … Deelnemer project ‘Droomjob’
66
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 4 : Beleidsaanbevelingen
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen Waar we naar zoeken, is wat overblijft als we stoppen met al het andere te doen. Cheri Huber
Tijdens het project ‘Droomjob’ groeiden vanuit de praktijk een aantal inzichten m.b.t. de activering van kwetsbare groepen waarover we in de eerste plaats met het lokale beleid in dialoog willen gaan. Hoewel vele oplossingen op een hoger niveau beslist zullen moeten worden, menen we dat de aanzet hiertoe in de eerste plaats lokaal en van onderuit moet gegeven worden. Er staan ook gemeenteraadsverkiezingen voor de deur, en we willen deze gelegenheid aangrijpen om het beleid in de Brugse regio te wijzen op haar verantwoordelijkheid als regisseur van het lokale arbeidsmarktbeleid van kansengroepen.
Aanbevelingen vanuit het project ‘Droomjob’ t.a.v het lokale beleid in regio Brugge Tijdens het project ‘Droomjob’ hebben de deelnemers kunnen kennismaken met heel wat ‘krachtige’, positieve initiatieven op vlak van tewerkstelling van kwetsbare groepen in de regio Brugge. We wijzen hier graag naar de sociale economie (vb. vzw Sobo, Loca Labora, Kringloopcentra,…), invoegbedrijven, lokale dienstenecononomie (vb. ZOC Zeebrugge), arbeidszorgprojecten (vb. WOK), enz… Het zijn de lokale overheden die hier mee beleidskeuzes hebben gemaakt of initiatieven hebben ondersteund. Een lokale overheid kan haar verantwoordelijkheid opnemen door bestaande projecten te ondersteunen, nieuwe te helpen opzetten en een bedding te creëren voor beleidsveranderingen op hogere beleidsniveaus. Met ons Toonmoment van het project ‘Droomjob’ op 26 april 2012 willen we een krachtig signaal uitzenden dat hopelijk voor een aantal beleidsinstanties en organisaties een stimulans kan betekenen om aangepaste maatregelen te nemen die meer kansen schept voor deze doelgroep. De aanbevelingen van het project ‘Droomjob’ kwamen tot stand met ruime participatie van de deelnemers aan het project. Het toonmoment moet het startpunt zijn van een dialoog van de deelnemers aan het project met het beleid rond deze aanbevelingen. We willen horen hoe deze aanbevelingen een concrete vertaling kunnen krijgen naar de Brugse arbeidsmarkt. We willen ook horen wie in de Brugse regio daarin onze partners kunnen en willen zijn zowel op vlak van werk, armoede als welzijn. Onze aanbevelingen op een rij: 1. Er is nood aan een integrale begeleidingsaanpak van mensen in armoede in de regio Brugge. Er moet werk gemaakt worden van meer concrete en daadwerkelijke samenwerking en afspraken tussen organisaties in de beleidsdomeinen werk, welzijn en armoede. Het accent moet meer komen te liggen op het positief bekrachtigen van aanwezige talenten eerder dan eenzijdig te focussen op bij te werken tekorten. 2. Er moeten meer middelen en tijd vrijgemaakt worden voor nazorg en begeleiding op de werkvloer.
Tussen droom en werkelijkheid
69
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
3. Er moeten méér werkvloeren op maat gecreëerd worden voor mensen in armoede zodat de kans stijgt dat zij opnieuw kunnen aanknopen met een leven waarin arbeid een vast waarde heeft. Meer werkkansen, zowel in de sociale economie, de lokale diensteneconomie als de reguliere economie (cf. diversiteitsbeleid). 4. Mensen moeten in alle omstandigheden een toereikend inkomen kunnen verwerven dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Inkomen via een betaalde job, en als dit niet haalbaar is, via een vervangingsinkomen. De vergoeding die iemand krijgt voor het verrichten van vrijwilligerswerk, mag niet als inkomen beschouwd worden. 5. Toegankelijkheid van de arbeidsmarkt verhogen. 6. Een neutrale plek voorzien in Brugge waar onze specifieke kansengroep terecht kan met vragen naar info en ondersteuning op vlak van werk, armoede en welzijn. Een plek met een warm onthaal en hulpverleners die hun leefwereld kennen en via een gepaste integrale begeleidingsaanpak ondersteunen of correct actief doorverwijzen. 7. Blijvend inzetten op vorming en sensibilisering op diverse niveaus, dit omtrent de leefsituatie van deze doelgroep, en omtrent de noodzakelijke specifieke integrale begeleiding op maat. Het doel is het draagvlak van de solidariteit te verhogen en méér werkvloeren ‘op maat’ te creëren. 8. Versterken van buurt(ontwikkelings)diensten in de stad en regio Brugge, waar zowel ‘werk’ -op maat en in de nabijheid- als inspelen op lokale noden in specifieke buurten – ontmoeting, zorg, opvang, leefbaarheid, …- een belangrijke plaats krijgen. Zowel bestaande initiatieven behouden als nieuwe inplanten. 9. Een vervolgproject op ‘Droomjob’ in Brugge. Toelichting bij de aanbevelingen:
4.1 Aanbeveling 1:
integrale begeleidingsaanpak van mensen in armoede Het project ‘Droomjob’ voelde al snel de noodzaak om de begeleiding voor deze doelgroep BREED in te vullen met name zowel trajecten op vlak van werk als op vlak van welzijn. Tewerkstelling voor deze doelgroep moet immers vaak op het tweede plan gezet worden want eerst dient er intensief gewerkt te worden aan de randvoorwaarden i.v.m. welzijn. We stelden bovendien al snel vast dat sommigen wellicht nooit in een ‘normale’ job zullen kunnen functioneren ondermeer door problemen op andere levensdomeinen. Een belangrijk signaal vanuit het project ‘Droomjob’ is dat de mythe doorprikt wordt dat iedereen die wil werken, ook kán werken (want er is werk genoeg). Dit geldt jammer genoeg niet voor iedereen. We hebben de mythe even voor waar genomen, en daarbij hebben we werkelijk alles op alles gezet om een zeer beperkte doelstelling qua tewerkstelling voor elke deelnemer te bereiken, maar dan nog is het ons niet altijd gelukt. Het project bewijst m.a.w. dat de mythe wel degelijk een mythe is, en dat er bij sommige groepen van mensen véél méér op welzijn (psychische gezondheid, veerkracht, inkomen, …) moet ingezet worden als we deze mensen uit een
70
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
negatieve spiraal willen halen en ook naar werk willen activeren. Het is duidelijk een én-én-verhaal, inzetten op werk én inzetten op welzijn, anders komen we niet tot resultaten met deze doelgroep. Uit de ervaring die vzw Samenlevingsopbouw en vzw Wieder in deze trajecten opgetekend hebben (als twee organisaties die noch arbeidsbegeleiding, noch hulpverlening tot hun kerntaken hebben) bleek al snel dat er een grote nood is aan een integrale aanpak bij het begeleiden van deze specifieke doelgroep in de activering naar een zinvolle job of opdracht. Een sterke samenwerking en het goed op elkaar afstemmen van de dienstverlening t.a.v. deze kwetsbare doelgroep op vlak van werk, armoede en welzijn. Op vlak van werk denken we vooral aan de VDAB, lokale werkwinkel, werkgevers in het Brugse regulier circuit, partners in de sociale economie, de lokale diensteneconomie, Loca Consult, partners in het vrijwilligerswerk. Op vlak van welzijn danken we aan oa. OCMW, CAW, inloopcentrum ’t SAS, Pit-stop, …maar ook vooral aan de Brugse diensten van de geestelijke gezondheidszorg zoals het CGG. Om deze aanbeveling te ondersteunen willen we hier een belangrijk deel van het besluit van een recent HIVA-rapport (pag 151)9 weergeven die het belang van de ‘integrale aanpak’ sterk benadrukken: “Duurzame tewerkstelling van mensen in armoede vraagt het op elkaar afstemmen van verschillende noden en belangen, met name van de persoon in armoede, de werkgever, de collega-werknemers en de intermediairen. Dit vraagt een goede omkadering van elk van hen én een afstemming van de verschillende kaders en zienswijzen.” Voorbeeld uit het project ‘Droomjob’: Eén van de deelnemers krijgt tijdens het project een tijdelijk contract van 6 maanden en kan hierdoor proeven van een droomwerkvloer die hij zelf geformuleerd heeft. Diverse problemen op andere levensdomeinen ontnemen hem echter alle energie en creativiteit i.b. een stuklopende intieme relatie. Hij transformeert in een hoopje ellende en sleurt zich (met wandelstok) door zijn dagen… Wanneer hij hiervoor probeert aan te kloppen bij bestaande dienstverlening (geestelijke gezondheidszorg) wordt hij uitgenodigd om binnen de maand een eerste intakegesprek te voeren om vervolgens te horen te krijgen dat een eventuele eerste therapeutische ondersteuning ten vroegste de maand erop kan plaatsvinden. De moed zakt hem in de schoenen. Intussen doemen er nog meer onweerswolken op: er komen brieven van incassobureaus binnen, zijn loon wordt te laat gestort omdat zijn nieuwe job een specifieke administratieve procedure vereist –loon gecombineerd met invaliditeitsuitkering-, hij krijgt problemen met de huisbaas omwille van achterstallige huur, hij moet tweewekelijks spuiten halen omdat zijn reumatische aandoeningen in de knieën een opstoot doen…Omdat hij één keer zijn loon 10 dagen te laat ontving koos hij voor zwartrijden op de trein en kreeg er een fikse boete bovenop. Zijn uitstraling staat op een erg laag pitje en het onregelmatig en eenzijdig eten maakt hem nog zwakker. Op ons advies gaat hij naar een sociale dienst maar treft er een erg jonge dame die hem alle moed ontneemt om zijn verhaal te kunnen brengen. ‘Sannen L., Van Regenmortel T., Lamberts M. m.m.v. de Rijck T., Vandermeerschen E. & Overleggroep Werk en Sociale Economie (2011), Duurzame tewerkstelling van mensen in armoede. Uitdagingen en remedies voor beleid, werknemers en werkgevers, Leuven: HIVA-K.U.Leuven, ISBN 9789055504787’. 9
Tussen droom en werkelijkheid
71
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
Nieuwe ontwikkelingen ? Een doorbraak? Er is een ‘maatwerkdecreet’ in de maak (te verwachten vanaf 2014) waarbij de schotten tussen de verschillende werksoorten grotendeels zullen verdwijnen (arbeidszorg, sociale werkplaatsen, beschutte werkplaatsen, invoegafdelingen in reguliere bedrijven,…). Maatwerkbedrijven zullen voortaan al dit soort activiteiten binnen 1 structuur kunnen ontplooien en er zal geen contingentering meer zijn van bv. de sociale werkplaatsen. Bedoeling is dat er een continuüm komt gaande van arbeidszorg tot maatwerkafdelingen in bedrijven. De middelen zullen komen uit de ‘rugzak’ die de cliënten mee zullen krijgen. Het bedrag in de rugzak zal bepaald worden op basis van een screening (afstand tot de arbeidsmarkt). Zoals het er nu uitziet zal de screening echter vermoedelijk beperkt blijven tot arbeidsvaardigheden. Dit lijkt dus alweer op een gemiste kans voor onze doelgroep die ook te maken heeft met ernstige problemen op vlak van welzijn. Doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt wordt opnieuw meer centraal gesteld binnen het maatwerkdecreet. Ook daar zijn vragen bij voor de doelgroep van de sociale werkplaatsen voor wie doorstroming naar het REC vaak onrealistisch is. De sociale werkplaatsen ervaren nu vooral een grote druk vanuit de groep die nu onvoldoende in arbeidszorg terecht kan. Verschillende partners in de regio denken erover om op dit vlak iets nieuws te creëren. Er wordt ook op Vlaams niveau gewerkt aan een kader voor de ontwikkeling van arbeidszorg. Gezien de aparte structuren wellicht zullen verdwijnen, wordt de opdracht om tot meer samenwerking te komen in de onmiddellijke toekomst erg belangrijk.
4.2 Aanbeveling 2:
nazorg en begeleiding op de werkvloer. Ook hier verwijzen we graag terug naar één van de bemerkingen uit het recente HIVA-rapport: “Ervaringen uit ander onderzoek en praktijken leren ons dat er doorgaans heel veel tijd, energie en middelen nodig zijn om mensen in armoede (en andere kansengroepen) toe te leiden naar werk. Zodra ze aan het werk zijn, lijkt het ‘probleem’ opgelost en wordt verwacht dat mensen meedraaien in de tredmolen. Met alle gevolgen van dien. Voor mensen in armoede, met vaak een verleden van langdurige werkloosheid of een onregelmatige arbeidsloopbaan, zijn er vaak een aantal factoren die dit ‘meedraaien op volle snelheid’ bemoeilijken. Duurzame tewerkstelling van mensen, vraagt de vervulling van een aantal randvoorwaarden die betrekking hebben op activering en ondersteuning van de doelgroep, van werkgevers en van de intermediairen, gekaderd binnen een empowerend beleid. Gedeelde verantwoordelijkheid en gedeelde zorg op maat zijn de basis voor een duurzame tewerkstelling van deze doelgroep met een verre afstand tot de arbeidsmarkt”
Ook het project ‘Droomjob’ leerde ons dat voor onze kwetsbare doelgroep een blijvende opvolging en nazorg zal nodig blijven. Voor de één al intensiever dan voor de andere.
72
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
Eén van onze deelnemers volgde het laatste jaar een intensieve opleiding in de VDAB en slaagde. Via het verkregen opleidingsattest kon geproefd worden van de droomwerkvloer. Er volgde een contract voor 2 jaren. Dit gaf een enorme boost inzake zelfvertrouwen en de geleverde prestaties op de werkvloer werden door de collega’s erg gewaardeerd. De werkvloer zorgde voor nieuwe vrienden. Na enkele maanden kwamen er echter diverse problemen de kop opsteken en als werkende alleenstaande, recent gescheiden ouder werd het plots teveel. De zoon had ernstige problemen op school door spijbelgedrag en de directie stelde de ouder hier voor haar verantwoordelijkheid. Een uitsluiting van de school zat er aan te komen… Bovendien kwamen er complicaties in het dossier ‘collectieve schuldbemiddeling’ waardoor er heel wat energie moest geïnvesteerd worden in bezoeken aan advocaat en rechtbank. Een depressie zat er aan te komen. Een begeleider van het project ‘Droomjob’ kon ondersteunen met diverse individuele gesprekken en door aanwezig te zijn bij het bezoek aan de rechtbank. Het leven van deze deelnemer leek meer dan een jaar terug op de sporen, maar nu dreigen ernstige psychische problemen die een gespecialiseerde ondersteuning vereisen. Misschien kan een korte intense ondersteuning van deze ‘sterke’ deelnemer de situatie weer snel ten goede doen keren…
4.3 Aanbeveling 3:
méér werkvloeren op maat “Onze welvaartstaat moet ervoor zorgen dat elkeen maximale ontplooiingskansen krijgt, rekening houdend met ieders mogelijkheden en beperkingen.” (Bea Cantillon) Doorheen het project zijn we tot de vaststelling gekomen dat er te weinig werkvloeren op maat zijn voor deze specifieke doelgroep.
Bij onze doelgroep leeft even sterk als bij iedereen het verlangen en de wil om te kunnen en te mogen werken –weliswaar ‘op maat’. Ze willen een kans krijgen om te bewijzen dat ze iets kunnen. In deze tijd krijgen echter kwetsbare groepen als vb. laaggeschoolden, éénoudergezinnen, 50-plussers het bijzonder moeilijk om kansen te grijpen en te proeven van een zinvolle werkvloer. Hoe zien wij mogelijkheden op het vlak van méér werkvloeren: In de reguliere economie: Werkgevers faciliteren en in sommige gevallen –verplichten- om diversiteit op de werkvloer te realiseren. In de sociale economie: Het aantal tewerkstellingsplaatsen in de sociale economie verhogen zodat méér mensen toegang vinden tot deze werkvloeren. Uitbreidingen zijn noodzakelijk en nieuwe oproepen zijn dringend nodig. Voor sommigen kan de sociale economie een opstap zijn naar de reguliere arbeidsmarkt maar voor vele van onze doel
Tussen droom en werkelijkheid
73
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
groepmensen is deze vorm van tewerkstelling een einddoel. Dit betekent dat dit voor hen de enige manier is om hen ten volle te activeren en opnieuw te betrekken in onze samenleving. Dit is dan ook een juiste investering van middelen. Bij overheidsopdrachten In de aanbestedingsprocedure zou er nog meer gewerkt moeten worden met sociale clausules. Dit zou bijkomende kansen kunnen creëren voor de sociale economie als onderaannemer van reguliere bedrijven.
4.4 Aanbeveling 4:
een toereikend inkomen: Wij gaan niet mee in het verhaal van “honger is de beste saus”, want wie veel honger heeft, wordt te zwak. Elke activering naar werk wordt dan zinloos en geldverspilling. Mensen die ver van de arbeidsmarkt verwijderd zijn opnieuw activeren zonder een vooruitzicht op een concrete werkvloer én een toereikend inkomen zorgt er voor dat deze mensen definitief afhaken en vermoedelijk alle hoop en moed opbergen.
Bijkomend stellen we vast dat de welvaart is toegenomen maar het aantal armen niet is gedaald. De lokale overheid kan meehelpen om mensen die in armoede leven toch een toereikend inkomen te geven zodat ze een meer menswaardig leven kunnen leiden. In sommige gevallen doet ze dit reeds. Dan roepen we ook op om dit te blijven doen en kansen te zien waar dit kan versterkt worden oa. door hogere overheden aan te jagen om werk te maken van de verhoging van de vervangingsinkomens tot de Europese armoedegrens. Tot slot willen we hierbij ook aanbevelen dat het plafond van de vrijwilligersvergoeding bovenop een leefloon of vervangingsinkomen, voor specifieke doelgroepen moet verhoogd kunnen worden als het werk gebeurt binnen een begeleid activeringstraject. Vaak horen we verhalen over zwart werk om te overleven, over mensen die verschillende jobs moeten combineren om de maandelijkse rekeningen te kunnen blijven betalen. Vaak gebeurt dit ten koste van hun gezondheid. Als de middengroepen het reeds lastig krijgen dan zeker onze doelgroepmensen.
4.5 Aanbeveling 5:
een méér toegankelijke arbeidsmarkt: Om deze aanbeveling te situeren willen we graag van start gaan met een aantal voorbeelden: Strenge voorwaarden: • Met project ‘Droomjob’ vernamen we dat de bestaande werkvloeren te strikte voorwaarden hanteren.
74
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
Zo zijn er de sociale werkplaatsen waar vaak de voorwaarden zijn: • 5 jaar inactief zijn, • opleidingsniveau max lager secundair diploma, • arbeidsattitude hebben, • nooit langer dan 3 maanden bij éénzelfde werkgever gewerkt hebben. (opm. dit slaat enkel op de inactieve periode gedurende de laatste 5 jaren!) Deze voorwaarden zijn erg strikt en slechts een kleine groep mensen komen hier voor in aanmerking. De vraag die we ons dan moeten stellen is: Waar moeten de anderen dan terecht? Voor onze doelgroep betekent werk op maat concreet een niet te hoge werkdruk en tijd om zich in te werken in de nieuwe functie. Deze arbeid moet ook tot een verhoging van het inkomen leiden zodat ook bijkomende kosten voor bv. kinderopvang of vervoer kunnen gedragen worden. Op maat betekent ook een werkorganisatie die inzake flexibiliteit rekening houdt met de gezinssituatie. In veel laaggeschoolde jobs wordt een enorme flexibiliteit van de werknemers gevraagd wat voor alleenstaande ouders tot vaak onoverkomelijke problemen leidt. • Voor sommige jobs hebben mensen een bewijs van goed gedrag en zeden nodig. Dit geeft voor kansengroepen soms problemen. • Werkgevers hanteren vaak te hoge criteria om op een werkvloer te komen. Voor laaggeschoolde jobs worden soms onrealistische voorwaarden gesteld: o.a. een auto hebben, rijbewijs, de Franse taal beheersen, ervaring hebben in de verkoop… Kafka is ook op de arbeidsmarkt … Werkzoekenden krijgen te vaak een ‘rommelaanbod van vacatures’ via sms. Er wordt te weinig nagegaan of het aanbod echt past bij het profiel van de werkzoekenden. Het aanbod van de VDAB is bovendien niet altijd up to date, vacatures blijven soms te lang in de bestanden van de WISS-computer staan. Soms krijgt men te horen dat een VDAB-opleiding pas wordt terugbetaald als de deelnemer (in armoede) geslaagd is. Het inschrijvingsgeld en de materialen voor de opleiding worden verondersteld door de deelnemer zelf geprefinancieerd te worden. Soms horen we dat er rekening wordt gehouden met de werkzoekende en diens afstand tot de arbeidsmarkt. We stellen echter vast dat het beleid nu kwetsbare kansengroepen activeert naar uitzendwerk, knelpuntberoepen, dienstencheques… niet de meest kwalitatieve jobs. Extra jobs creëren: Het is noodzakelijk dat er extra jobs gecreëerd worden voor verschillende diploma’s/doelgroepen én dat er méér diversiteit komt in het aanbod van werkvloeren.
Tussen droom en werkelijkheid
75
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
De kracht van goede informatie Doorheen het project zijn we overtuigd geraakt van de kracht van informatie over de leefwereld van mensen die ver van de arbeidsmarkt verwijderd zijn, van mensen in de armoede… en dit voor alle mogelijke partners (werk en welzijn, vakbonden en werkgevers, …). De goede en de juiste informatie kan een mogelijke sleutel tot succes worden om de bestaande kloof te dichten. The sky is the limit …?! Zelfs van mensen die kampen met armoede verwachten sommige instanties dat ze tot 60 km van hun woning moeten kunnen tewerkgesteld worden. Voor jobs die een ‘opstap’ betekenen naar een latere job in het reguliere circuit of sociale werkplaats, moet de werkplaats in de nabijheid liggen van de woonplaats. Er zijn immers reeds voldoende andere uitdagingen en drempels die het activeren van onze doelgroep afremmen of verhinderen. De juiste match: Binnen het project hebben we kunnen vast stellen dat voor een aantal deelnemers de reguliere arbeidsmarkt op dit moment te hoog gegrepen is. Er is echter voor hen wel een toeleiding mogelijk binnen de sociale economieprojecten. Het lijkt ons dan ook noodzakelijk dat de VDAB op zoek gaat naar de juiste match voor iedere werkzoekende.
4.6 Aanbeveling 6:
een neutrale plek voorzien in Brugge waar onze specifieke kansengroep terecht kan met vragen naar info en ondersteuning op vlak van werk, armoede en welzijn. Een plek met een warm onthaal en hulpverleners die hun leefwereld kennen en via een gepaste integrale begeleidingsaanpak ondersteunen of correct actief doorverwijzen.
Onze deelnemers van het project ‘Droomjob’ brachten herhaaldelijk aan dat het in Brugge wenselijk was om een plaats te hebben waar men naar hen luisterde en waar men niet enkel voor één soort probleem of één soort informatie terecht kon. Een plaats waar ze niet vanuit de hoogte werden behandeld of niet het gevoel kregen om de zoveelste terechtwijzing te krijgen. Een plaats waar ze na een gesprek niet opnieuw buiten komen met méér vragen dan antwoorden of … met administratieve opdrachten waarvan ze een punthoofd krijgen. Herhaaldelijk gaven deelnemers aan dat de informatie misschien wel correct is maar dat ze het niet begrepen en niet durfden te zeggen. Dienstverleners verwachten –aldus de deelnemers- te vanzelfsprekend dat ze n.a.v. een hulpverlening op één levensdomein zelfredzaam genoeg zijn en voldoende zicht op het geheel behouden zodat ze verder zélf alles kunnen ‘regelen’. Deelnemers hebben vooral behoefte om het geheel te blijven zien zowel in het aanbod van diensten als de weerslag op hun persoonlijke leefsituatie indien er verandering komt. Ze zijn vooral angstig dat ze zélf niet kunnen inschatten wat de gevolgen voor hun persoonlijke situatie zullen zijn indien ze nieuwe beslissingen nemen. Er hangt vaak zoveel aan vast en graag willen ze niet minder dan ze nu slechts hebben! Wat zijn de gevolgen van mijn ‘ja’ of ‘neen’ op vlak van uitkeringen, op vlak van kosten, op juridisch vlak, op fiscaal vlak, op vlak van mijn werk-privé, op vlak van mijn ouderrol, gevolgen voor mijn kinderen, enz. Hoe moet ik dit allemaal correct kunnen inschatten? 76
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
Concreet weten we vanuit het project ‘Droomjob’ niet hoe deze bovenvermelde behoefte moet beantwoord worden in regio Brugge maar het is duidelijk dat ze aanwezig is. De realisatie van dit neutrale punt moet ervoor zorgen dat kwetsbare mensen de bestaande dienstverlening niet vroegtijdig de rug toekeren. Dit neutraal punt is: • een plaats in Brugge waar onze doelgroep terecht kan met hun behoefte aan oriëntatie: waar sta ik (met mijn hulpverleners…)? Wat is het aanbod? Aan welke voorwaarden voldoe ik en wat zijn mijn kansen? Wat zijn mijn rechten en op welke sociale tegemoetkomingen kan ik een beroep doen? Welke verplichtingen of gevolgen heeft dit voor mijn persoonlijke leefsituatie? Tot wie moet ik mij hiervoor wenden in Brugge? Kan ik gratis juridisch advies en bijstand krijgen. • een belangrijke partner om participatie en inspraak te krijgen inzake dienstverlening in de stad, een partner om de dialoog met het beleid te ondersteunen en te verstevigen. • een meldpunt én ombudsfunctie: een plaats waar kwetsbare mensen terecht kunnen als ze bemerkingen hebben omtrent een dienstverlening of waar ze Kafka-toestanden kunnen melden. In Brugge komt bijvoorbeeld Loca Consult het dichtst bij dit profiel, maar de ‘welzijnspoot’ moet wel nog verstevigd worden.
4.7 Aanbeveling 7:
blijvende inzet op vlak van vorming en sensibilisering: Binnen deze aanbeveling hanteren we graag een citaat van Einstein: “Knowledge Comes From Experience. ”Information is not knowledge. The only source of knowledge is experience.” Doorheen het project hebben we duidelijk kunnen vaststellen dat heel wat van onze deelnemers een duidelijke nood hebben aan permanente en algemene vorming in kader van hun activeringstraject. De rugzak die hij/zij meeneemt op de arbeidsmarkt is vaak onvoldoende gevuld, en vorming op maat van de deelnemer kan hier een duidelijke reddingsboei zijn. Bij voorkeur wordt vorming gekoppeld aan een aanbod van een concrete werkvloer. Sommigen hebben de buik vol van uitnodigingen om vormingen te volgen waarbij ze niet onmiddellijk weten of dit tot een concreet resultaat zal leiden nl. een werkvloer en een beter inkomen. Bijkomend ervaren we een duidelijk nood aan vorming en sensibilisering van hulpverleners, beleid, vakbonden, werkgevers en publieke opinie rond de leefwereld van onze kwetsbare doelgroep en rond de krachten en negatieve mechanismen in onze samenleving die mensen kansen ontnemen. Begeleiders en intermediairen moeten kennis hebben van nieuwe methodieken en good practices om met deze specifieke doelgroep resultaatsgericht te kunnen werken vb. Solution Focus, Vuurwerkt, …
Tussen droom en werkelijkheid
77
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
Het is tevens noodzakelijk om op de hoogte te zijn van de nieuwe beleidsontwikkelingen (o.a. maatwerkdecreet) en dit op diverse niveaus nl. zowel gewestelijk, federaal als Europees. Ook bestaan er reeds heel wat ondersteunende wetenschappelijke rapporten en onderzoeken inzake activering van kansengroepen en de randvoorwaarden. Dergelijke vorming moet een plaats krijgen binnen het takenpakket van elke dienstverlener en kan niet zomaar eventjes tussendoor gebeuren. Het moet één van kernopdrachten zijn en de intensiteit is afhankelijk van het functieprofiel. Een noodzakelijke integrale aanpak van de dienstverlening vereist nu eenmaal op diverse niveaus een gemeenschappelijke visie, wil die ooit geïmplementeerd worden in de reguliere werking van elke betrokken dienst. Daarnaast is ook vorming belangrijk voor werkgevers, kaders in de bedrijven en vakbonden ikv implementatie van diversiteit op de werkvloer. En tenslotte is het belangrijk dat er blijvend aandacht is voor initiatieven die de dialoog tussen doelgroepmensen en het lokale beleid bevorderen. Dialoogstad Brugge is hier een goed voorbeeld van. Zowel beleidsmensen als de lokale partners in werk, armoede en welzijn moeten in de toekomst hieraan actief blijven participeren.
4.8 Aanbeveling 8:
versterken van buurt(ontwikkelings)diensten Bij onze doelgroepanalyse stelden we vast dat alle deelnemers geen of een klein sociaal netwerk hebben. Velen leven een sociaal geïsoleerd leven. Meestal kunnen ze niet terugvallen op familieleden of vrienden als ze als werknemer eens ziek vallen. Het gebeurt dan ook vaak dat de kinderen van school worden gehouden als de ouder ziek is – in ons project niet in het minst bij alleenstaande ouders. De buurtontwikkelingsdiensten kunnen hier een belangrijke rol spelen want deze projecten bieden niet alleen tewerkstelling van kansengroepen in de nabijheid, ze zorgen bovendien ook voor diensten in en aan hun buurt en kansen om opnieuw hun sociaal netwerk te versterken.
4.9 Aanbeveling 9:
een vervolgproject in Brugge Het project ‘Droomjob’ heeft een dynamiek op gang gebracht die niet mag afgebroken worden. Het is wenselijk om een tweede experiment in regio Brugge op te zetten met mensen die ver van de arbeidsmarkt verwijderd zijn. Deze keer vertrekkende vanuit een sterke samenwerking met lokale partners die een gemeenschappelijke visie hebben omtrent doelgroep en activering. We kiezen resoluut voor een integrale aanpak op maat. Ook welzijnsorganisaties moeten in de samenwerking participeren om –naast de poot arbeidstraject- de poot welzijn maximaal aan bod te laten komen. In de toekomst willen beide organisaties nl. vzw Wieder en Samenlevingsopbouw sterk blijven inzetten op empowerment en participatie van de doelgroep. Niet alleen via individuele gesprekken maar ook via een kwalitatief groepsluik in het proces. Deze aanbeveling kan maar ten volle gerealiseerd worden mits samenwerking met en engagement van Brugse partners in werk, welzijn en armoede.
78
Tussen droom en werkelijkheid
Deel 4 :
Beleidsaanbevelingen
Er waren eens drie mensen: IEMAND, IEDEREEN en NIEMAND. Op een dag moest er een belangrijke opdracht worden vervuld. IEDEREEN werd gevraagd dit te doen. IEDEREEN dacht echter dat IEMAND het wel zou doen. En hoewel IEDEREEN het kon, deed NIEMAND het. Hierdoor werd IEMAND boos, omdat het de taak was van IEDEREEN en nu had NIEMAND het gedaan. IEDEREEN dacht dat IEMAND het had kunnen doen, maar NIEMAND had zich gerealiseerd dat niet IEDEREEN het wilde doen. Aan het eind beschuldigde IEDEREEN IEMAND omdat NIEMAND deed wat IEDEREEN had kunnen doen.
Tussen droom en werkelijkheid
79
Literatuur • “Inschakelen van kwetsbare vrijwilligers , resultaten van het project vrijwilligerswerk versterkt”, Vlaams steunpunt vrijwilligerswerk VSVW, politeia • “In vrije val”, Myttenaere B., 2003, uitgeverij Manteau, te koop via Welzijnszorg • “Het WAW- traject : een geïntegreerde aanpak van werk, armoede en welzijn”, vierdewereldgroep, Aalst (http://www.vierdewereldgroepaalst.be/bestel.html) • “W²: Werk- en Welzijnstrajecten op maat”, Steenssens K., Sannen L., Ory G., Nicaise I., Leuven: HIVA, 2008 • “Het pomphuis van de 21e eeuw, Educatie in de actieve welvaartsstaat”, Jacob R. en van Doorslaer J., Garant, Leuven, Apeldoorn, 2000. • “Voor wat hoort wat, naar een nieuw sociaal contract”, Janssen P., De bezige bij, Antwerpen, 2011. • “Conceptnota Empowerment en Activering in armoedesituaties”, Steenssens K., Demeyer B. en Van Regenmortel T., Leuven, Hiva, 2009. • “Bindkracht in Armoede, Leefwereld en hulpverlening”, Van Regenmortel T., Driessens K., Lannoo Campus, 2006 • “Binkracht in Armoede, Krachtgerichte Hulpverlening in Dialoog”, Van Regenmortel T., Driessens K., Lannoo Campus, 2008 • “Sociale Activering, Exploratieve studie naar de achtergronden van het concept”, Pascal Tuteleers, Hogeschool gent, Academia Press, 2007 • “De valkuilen, hefbomen en acties voor het zinvol en duurzaam activeren van mensen in armoede naar duurzame kwalitatieve tewerkstelling”, Vandermeerschen E., Eindrapport van het project ‘Het activeren van mensen in armoede naar werk: van good and bad practices tot mogelijke remedies.’ , Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, 2007 • “Vuur werkt, met talent toekomst maken”, Bouwen G., Meeuws M., Lannoo, 2011 • “Oplossingsgericht denken”, Jackson P. & McKergow M., Zaltbommel: thema: 2002. • “Brugge Dialoogstad, dialoog werkt”, Stuurgroep Brugge Dialoogstad, Brugge, 2011. • “Armoede en sociale uitsluiting, Jaarboek 2007”, Vranken J. et al., Acco Leuven/ Voorburg, 2007.
Tussen droom en werkelijkheid
81
Bronvermelding • De Boyser K., Vranken J., et al., “Jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2008”, Acco, 2008. • Hoff & Jehoel-Gijsberg , “Effecten van armoede: derde jaarrapport armoede en sociale uitsluiting”, Amsterdam University Press, 1998. • Jackson P. & McKergow M., “Oplossingsgericht denken”, Zaltbommel: thema: 2002. • Janssen P., et al, “Voor wat hoort wat, naar een nieuw sociaal contract”, De bezige bij, Antwerpen, 2011. • Steenssens K., et al, “W²: Werk- en Welzijnstrajecten op maat”, Leuven: HIVA, 2008. • Stuurgroep Brugge Dialoogstad , “Brugge Dialoogstad, dialoog werkt”, Brugge, 2011. • Van Regenmortel T., Driessens K., “Bindkracht in Armoede, Leefwereld en hulpverlening”, LannooCampus, 2006. • Vierdewereldgroep, “Het WAW- traject: een geïntegreerde aanpak van werk, armoede en welzijn”, Aalst, 2011 (http://www.vierdewereldgroepaalst.be/bestel. html) • Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, “De valkuilen, hefbomen en acties voor het zinvol en duurzaam activeren van mensen in armoede naar duurzame kwalitatieve tewerkstelling”, Vandermeerschen E., Eindrapport van het project ‘Het activeren van mensen in armoede naar werk: van good and bad practices tot mogelijke remedies.’ , 2007. • Tekst van de assisen van de internationale beweging ATD Vierde Wereld, 2004. • “Brood op de plank!, werk en armoede(beleid) door de bril van de doelgroep”, Danielle Dierckx, Koning bouwdewijnstichting, 2001
Tussen droom en werkelijkheid
83