Programmacommissie Zuidwest-Nederland
Pieken in Zuidwest-Nederland Profiteren van de strategische ligging ȟȟ
2006 2007 2008 2009 2010
Dit is het programmadocument Zuidwest-Nederland.
Dit document omvat de gebiedsgerichte agenda voor Zuidwest Nederland, die is gebaseerd op de nota Pieken in de Delta van het ministerie van Economische Zaken.
Pieken in Zuidwest-Nederland Profiteren van de strategische ligging ȟȟ
2006 2007 2008 2009 2010
2
1 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.1.1 2.2.1.2 2.2.2 2.2.3 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2
ȟȟ
Inhoud
Inleiding Zuidwest-Nederland: profiteren van de strategische ligging Inleiding Pieken onder de loep Procesindustrie Maintenance Bio-energie Logistiek en distributie Toerisme Programma Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland Doelstelling procesindustrie: aan de top blijven als internationaal sterk competitieve regio Programmalijn maintenance: Internationale hotspot hoogwaardig technologisch onderhoud Actielijn 1: ontwikkelen en implementeren van geavanceerde kennis op het gebied van maintenance Actielijn 2: verzamelen, ontsluiten en vermarkten van maintenance kennis en toepassingen Actielijn 3: inrichting, promotie en samenhang maintenance opleidingen Actielijn 4: stimuleren van nieuwe bedrijvigheid uit bestaande bedrijven op het gebied van maintenance Programmalijn bio-energie: Zuidwest-Nederland centrum voor nieuwe bio-energiebronnen Actielijn 1: ontwikkelen en vermarkten van kennis en toepassingen van duurzame grondstoffen en bio-energievoorziening Doelstelling logistiek: logistieke hotspot tussen twee mainports Programmalijn: aantrekken nieuwe bedrijvigheid Actielijn 1: gerichte positionering van Zuidwest-Nederland als logistieke topregio Actielijn 2: professionalisering, promotie en samenhang logistieke opleidingen in aansluiting op vraag arbeidsmarkt Programmalijn: innovatie binnen bestaande logistieke ketens Actielijn 1: uitwisseling kennis en kunde tussen grootbedrijf en midden- en kleinbedrijf Programmalijn: innovatie tussen bestaande logistieke ketens Actielijn 1: bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen Doelstelling toerisme: Trendbreuk en optimaliseren toeristisch potentieel Programmalijn: aantrekken kwalitatief hoogwaardige, innoverende bedrijven en nieuwe markten Actielijn 1: innovaties bevorderen in product-/marktcombinaties Programmalijn: versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur Actielijn 1: kennisnetwerk voor toeristische innovatie
4 7 8 9 9 10 12 14 17 21 22 22 22 22 22 22 22 22 24 24 24 24 24 24 24 24 24 25 25 25 25
ȟȟ
1. Inleiding
ȟȟ
Met de nota Pieken in de Delta van het ministerie van Economische Zaken heeft de nationale overheid een omwenteling tot stand gebracht in het regionaal economisch beleid. De focus is verschoven van het wegwerken van achterstanden naar het gericht stimuleren van de economische groei door regiospecifieke kansen van nationaal belang te benutten. Pieken in de Delta onderscheidt zes landsdelen, ieder met een eigen economische structuur en groeipotentie. Één daarvan is Zuidwest-Nederland, bestaande uit de provincie Zeeland en de regio West-Brabant. De strategische ligging van dit gebied, tussen de mainports van Rotterdam en Antwerpen, biedt kansen voor economische ontwikkeling. De economische aanjagers zijn vooral de procesindustrie, de logistiek en het toerisme.
Ambitie en doel Zuidwest-Nederland wil maximaal profiteren van de unieke strategische ligging tussen de tweede en vierde grootste haven ter wereld, respectievelijk Rotterdam en Antwerpen. De economische structuur van het gebied is bepaald door deze ligging, steunt op de multimodale ontsluiting ervan, maar is evenzeer geworteld in de aanwezigheid van rust, water en ruimte. De procesindustrie, de logistieke sector en het toerisme in het gebied kennen, ook in nationaal opzicht, een uitstekende positie. Door gerichte acties wil het programma Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland de sterke concurrentiepositie van de procesindustrie laten doorgroeien naar een internationaal topniveau. De focus is gericht op de verdere ontwikkeling van een internationaal excellerend maintenance-cluster en het oprichten van een industrieel cluster, gericht op de productie en toepassing van bio-energiebronnen. Daarnaast moet deze regio zich ontwikkelen tot centrum van logistieke dienstverlening, dat ook als zodanig internationaal bekend is. De inzet op zowel maintenance als logistiek vormt tegelijkertijd een goede uitgangspositie voor de mogelijke vestiging van de onderhoudsactiviteiten voor de gevechtsvliegtuigen in Woensdrecht. Ten slotte is de ambitie om een trendbreuk te realiseren binnen de toeristische sector door het aantrekken van nieuwe kwalitatief hoogwaardige ondernemingen en nieuwe markten in combinatie met het opbouwen en ontsluiten van een kennisnetwerk gericht op de doelgroepen die met deze kennis aan de slag kunnen. Doelstelling is om de dalende lijn in het aantal buitenlandse toeristen naar Zuidwest-Nederland om te buigen in een stijgende. Door deze gerichte acties zal de economische bijdrage van Zuidwest-Nederland aan de nationale economie in termen van bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde toenemen. Om dit te bereiken zal worden ingezet op majeure projecten met een sterke focus.
Het ministerie van Economische Zaken heeft regionale partijen opgeroepen om aan dit beleid gezamenlijk invulling te geven door middel van op maat gesneden, meerjarige en gebiedsgerichte economische programma’s. Dit programma geeft invulling aan de gemeenschappelijke ambities van de regionale partners en EZ. Het formuleert doelstellingen en geeft aan welke acties overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen gezamenlijk gaan nemen om deze ambities te realiseren.
Samenwerking bij de programmatische ȟȟ aanpak Met de programmatische aanpak van Pieken in de Delta is gekozen voor gebieden die een sterke uitstraling hebben op de Nederlandse economie. De programmatische, gebiedsgerichte aanpak is gebaseerd op samenwerking tussen de Minister van Economische Zaken, bedrijven, kennisinstellingen, decentrale overheden en andere departementen. De inbreng bestaat uit een op maat gesneden pakket aan acties, dat door alle betrokken partijen wordt gedragen. Hiermee is Pieken in de Delta Zuidwest Nederland herkenbaar als gezamenlijk initiatief.
4
ȟȟ
Status van dit programma
ȟȟ
Hoofdstuk 2 beschrijft het profiel van Zuidwest-Nederland en presenteert de resultaten van de analyses van de drie economische pieken van de regio: procesindustrie, logistiek en toerisme. Vervolgens geeft het aan wat gedaan moet worden om de ambitie van dit programma, excelleren als topregio voor procesindustrie, logistiek en toerisme, waar te maken. Hoofdstuk 3 bevat het Programma Zuidwest-Nederland en is de vertaling van hoofdstuk 2 naar concrete doelstellingen, programmalijnen en actielijnen.
De leden van de programmacommissie zijn ambassadeur voor het gebiedsgerichte programma Pieken in de Delta. De Programmacommissie geeft aan de Minister van Economische Zaken haar zienswijze op het gebiedsgerichte programma voor Zuidwest-Nederland, dat als inhoudelijke basis voor de subsidieverlening in het kader van Pieken in de Delta dient. Dit programma is een uitnodiging aan alle betrokken partijen om samen aan de slag te gaan, keuzes te maken en in te zetten op een beperkt aantal majeure projecten met een maximaal effect op de nationale economie. ȟȟ
Leeswijzer
Positionering van dit programma Dit programma, “Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland” kan worden beschouwd als de uitwerking van het nationaal economisch beleid voor Zuidwest Nederland en kan als zodanig een belangrijke stimulans zijn voor de schaalvergroting van projecten die nationale impact kunnen hebben. Het programma is een vliegwiel, waarin de dynamiek vergroot wordt door verbindingen te leggen met andere programma’s zoals bijvoorbeeld Europese Structuurfondsen. Het programma is op basis van intensief overleg met decentrale overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen tot stand gekomen. Het programma is dynamisch van opzet en kan jaarlijks worden geactualiseerd. Het ministerie van Economische Zaken heeft voor Zuidwest Nederland in de periode 2006-2010 €13 miljoen beschikbaar gesteld. De provincies Noord-Brabant en Zeeland hebben samen eenzelfde bedrag gereserveerd voor de publieke cofinanciering. Er vanuit gaande dat bedrijfsleven en kennisinstellingen ook financieel zullen bijdragen is er voor het totale programma naar verwachting ruim €50 miljoen beschikbaar.
5
6
ȟȟ
2 Zuidwest-Nederland: profiteren van de strategische ligging!
ȟȟ
2.1 Inleiding
Zuidwest-Nederland kent vier economische kernen: • De Noord-Zuid zones in West-Brabant langs de snelwegen A4, A16/17, A27, via de binnenvaart Schelde-Rijn kanaal, via spoor met Breda als centrum en HSL-shuttle. Het industrieen havengebied Moerdijk en bovenregionale bedrijventerreinen Majoppeveld, Borchwerf, Vosdonk en de Krogten in West Brabant. • West-Oostzone Vlissingen/Terneuzen/ Moerdijk, de A16/ A58 richting Tilburg, Venlo, Duisburg. • De Westerschelde met het Zeeuwse Sloegebied en de Kanaalzone. In Vlissingen ligt de derde diepzeehaven van Nederland. De mogelijke komst van de Westerschelde Containerterminal biedt nieuwe kansen voor de aan- en afvoer van containers en creëert kansen voor nieuwe activiteiten met toegevoegde waarde. Daarnaast zijn de havens van Terneuzen, Moerdijk en Bergen op Zoom belangrijke centra voor doorvoer en overslag; ze vormen een belangrijke vestigingsplaatsfactor voor de procesindustrie. De toegevoegde waarde van de activiteiten in de zeehavens van het Scheldebekken en Moerdijk bedroeg in 2004 zo’n 4,35 miljard euro (21% van de landelijke maritieme toegevoegde waarde). • De Zeeuwse kust en de Deltawateren trekken jaarlijks honderdduizenden binnenlandse en buitenlandse toeristen. In combinatie met attractieve historische steden (Middelburg, Breda, Bergen op Zoom, Antwerpen, Gent en Brugge), attracties (Efteling, Neeltje Jans) en watersportfaciliteiten in de nabije omgeving is Zuidwest-Nederland een belangrijke trekker voor het internationale toerisme.
De strategische ligging van Zuidwest-Nederland in de Rijn-Schelde-delta, gekoppeld aan de nabijheid van de mainports Rotterdam en Antwerpen, geeft het gebied, in een straal van 500 km, directe toegang tot 300 miljoen consumenten. De regio onderscheidt zich door de aanwezigheid van alle vervoersmodaliteiten: diep vaarwater met overslagfaciliteiten, spoor, wegen en buisleidingen. Er is ruimte beschikbaar op of in de nabijheid van multimodale knooppunten. Nationaal en internationaal bezien geeft de combinatie van deze vestigingsplaatsfactoren ZuidwestNederland een sterke en kansrijke positie. Op een rijtje gezet, zijn karakteristiek voor ZuidwestNederland: • ruimte voor inwoners en ondernemers; • landschappelijke kwaliteiten; • vanaf het westen tot in het hart van het gebied verschillende zeehavens met goede achterlandverbindingen via water, spoor en weg; • omvangrijke doorvoer van goederen van en naar stedelijke concentraties aan de noord-, zuid- en oostzijde; • beschikbaarheid en gemakkelijke toegankelijkheid van kennis, cultuur en zorg in de stedelijke concentraties; • beroepsopleidingen, direct toegesneden op de voornaamste in het gebied aanwezige werkgelegenheid: procesindustrie, logistiek en zakelijke dienstverlening (zoals toerisme); • de aanwezige primaire landbouw en agribusiness.
Het gebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van een aantal grote, internationaal opererende multinationals in de procesindustrie en relatief veel grote internationaal werkende logistieke dienstverleners. Voor de hogescholen en ROC’s in Zuidwest-Nederland is het de uitdaging om hier nauw bij aan te sluiten. Het academisch milieu in Zuidwest-Nederland reikt verder dan de hier gevestigde Koninklijke Militaire Academie in Breda of de Roosevelt Academy in Middelburg. De regio profiteert van de nabijheid van de universiteiten van Tilburg, Rotterdam, Antwerpen en Leuven evenals van de Technische Universiteiten in Delft en Eindhoven. Er zijn in de regio zelf verder hogescholen - in Breda (NHTV en Avans Hogeschool) en Vlissingen (Hogeschool Zeeland) – en drie ROC’s.
Het Bruto Regionaal Product van Zuidwest-Nederland bedroeg in 2004 € 63 miljard (ca 8% van het BNP). De omvang van de productie is mede gerealiseerd doordat Zuidwest Nederland weet te profiteren van de economische activiteiten die in de stedelijke concentraties van Rotterdam, Antwerpen/ Gent en BrabantStad plaatsvinden. Om optimaal synergie te behalen uit deze nauwe economische relatie met de omliggende stedelijke concentraties is samen optrekken van de betrokken overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen van belang.
8
De uitdaging voor Zuidwest-Nederland Beter profiteren van de strategische ligging wordt mogelijk door: • een sterkere oriëntatie op vestiging van bedrijven die relaties met de havens onderhouden; • versterking van de relaties van het midden en kleinbedrijf met grote (inter-)nationale bedrijfsvestigingen; • ruimte te bieden aan bedrijven in de toeristisch-recreatieve sector, de procesindustrie, de logistiek en havengerelateerde bedrijvigheid; • verbeteren van de transportverbindingen tussen havens onderling en met het achterland.
ȟȟ
2.2 Pieken onder de loep 2.2.1 Procesindustrie De procesindustrie kent veelsoortige bedrijven,1 die op het eerste oog onderling weinig met elkaar gemeen lijken te hebben. Wat deze bedrijven bindt, is de strategische locatie in Zuidwest-Nederland. Ze zijn vaak sterk geworteld in de regio. Grote bedrijven in de procesindustrie profiteren sterk van de unieke ligging. Het maakt transport van grondstoffen en producten mogelijk via diep vaarwater, weg, spoor en pijpleiding. Ook het kapitaalintensieve karakter van de investeringen en de nabijheid van de agroproductiecentra maakt de binding met de regio sterk. Van de acht grote concentratiegebieden aan procesindustrie in Nederland liggen er vier in Zuidwest-Nederland: Moerdijk, Sloegebied/ Vlissingen, Kanaalzone /Terneuzen en Bergen op Zoom. De chemie en de energiebedrijven vinden we vooral in Moerdijk, Sloegebied, Kanaalzone, Bergen op Zoom en Geertruidenberg.
Om met succes te kunnen participeren in een internationaal sterk concurrerende omgeving is het van belang dat bedrijven de ruimte hebben om schaalvergroting door te voeren en dienen de meest kansrijke sectoren hun positie te verbeteren door innovatie en technologische ontwikkeling. De ligging van de Zuidwestelijke Delta biedt bij uitstek kansen voor de verdere ontwikkeling van de speerpuntsectoren: procesindustrie, logistiek en toerisme.
De toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie biedt de sterk exportgerichte procesindustrie nieuwe afzetmarkten. Meer dan 50% van de omzet is bestemd voor de export. Wereldwijd groeit de procesindustrie voorspoedig. Die groei zit vooral in nieuwe markten en niet zozeer in nieuwe productielocaties. Om mondiaal de concurrentiepositie te versterken zet de procesindustrie strategisch in op een combinatie van costleadership en innovatie. Concentratie op kerncompetenties is al langer een tendens. Outsourcing van specialistische kennisgerelateerde diensten aan derden resulteert in een toename van de werkgelegenheid bij toeleverende bedrijven. Hier ligt met name een kans voor het midden- en kleinbedrijf.
Uitvoering van het programma zal regelmatig inpassing vragen in de ruimtelijke structuur van Zuidwest-Nederland. Door ruimtelijke kwaliteitszonering kan de kwaliteit van landschap, milieu, natuur en water, van stads- en dorpsschoon en van cultuur behouden en versterkt worden. Door de jaren heen is gebleken dat een aantrekkelijke leefomgeving een waardevolle vestigingsvoorwaarde is voor bedrijvigheid.
Gemeenschappelijk kenmerk van de procesindustrie in Zuidwest-Nederland is dat de bedrijven vooral productiebedrijven zijn, wat niet wil zeggen dat er geen Research & Development is. Onderhoud oftewel maintenance van de productie-installaties, die een grote kapitaalwaarde vertegenwoordigen, is weliswaar een cruciale kostenfactor voor de bedrijven; tegelijk valt daar ook de winst te halen als het gaat om kostenefficiënt produceren. 1 Tot de procesindustrie behoren de volgende sectoren: voedings- en genotmiddelenindustrie, papier- en grafische industrie, chemie, rubber- en kunstofindustrie, textiel en leerindustrie, aardolie, splijt en kweekstooffenindustrie, glas-, aardewerk- en bouwmaterialenindustrie, electriciteit-, aardgas- en waterindustrie, metaal-, machine- en apparatenindustrie.
9
Naast maintenance zijn er voor de procesindustrie in Zuidwest-Nederland uitstekende kansen op het gebied van duurzame energie en nieuwe energiebronnen. De toepassing en ontwikkeling daarvan biedt Zuidwest-Nederland de mogelijkheid nieuwe bedrijven aan te trekken en nieuwe duurzame energiebronnen verder te ontwikkelen. Dit programma is erop gericht om de kansen die maintenance en nieuwe duurzame energiebronnen bieden, te benutten.
In Zuidwest-Nederland is de kennis over maintenance niet alleen bij bedrijven beschikbaar maar ook bij kennisinstellingen (Avans Hogeschool, ROC’s, Hogeschool Zeeland, KMA). Verder zetten diverse sectoren in de regio (procesindustrie, scheepvaart, luchtvaart en energie) sterk in op maintenance. Kapitaalintensieve bedrijven beschikken vaak over eigen maintenance-afdelingen. Ook besteden ze maintenance uit aan contractors die kunnen profiteren van deze groei in de maintenance sector.
2.2.1.1 Maintenance Onder maintenance verstaan we: het totale pallet aan activiteiten en technologieën om te komen tot een zo efficiënt en effectief mogelijk beheer, onderhoud en optimalisatie van technische systemen, binnen de gestelde eisen aan beschikbaarheid, veiligheid en kosten. Maintenance is dus het allesomvattende begrip voor het complete “levensonderhoud” van een systeem. Maintenance is een belangrijke sector met landelijk circa 100.000 banen. Kansen in Nederland liggen vooral in Zuidwest-Nederland, omdat deze regio vrijwel alle typen hoogwaardige kapitaalgoederen in huis heeft (luchtvaart, procesindustrie, maritieme industrie, energieopwekking, infrastructuur). Hierdoor kan innovatieve en crosssectorale maintenance worden ontwikkeld die zich onderscheidt van de andere regio’s. Daarbij ligt Zuidwest-Nederland centraal in het grootste petrochemische cluster van West-Europa.
ȟȟ
De vraag naar excellente kennis op dit gebied is aanzienlijk. Samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen maakt dat er een groot potentieel ligt om een hoogwaardig maintenance-specialisme op te bouwen dat zich niet alleen in Nederland, maar ook op internationaal niveau onderscheidt. De kans dat de onderhoudsactiviteiten voor alle Europese Joint Strike Fighter (JSF) gevechtsvliegtuigen in Woensdrecht worden ondergebracht, biedt Zuidwest-Nederland een extra kans om uit te groeien tot centrum van hoogwaardige maintenance2. Behalve de ontwikkeling en het vermarkten van kennis op het gebied van maintenance is het voor de sector essentieel dat 2 In de brief aan de Tweede Kamer (25820, nr 43) over de actualisatie beleid luchtvaartcluster is MRO een belangrijke beleidsspoor en staat aangegeven dat Nederland internationaal een kansrijke omgeving biedt en veel expertise heeft op MRO gebied.
TRENDS EN HET BELANG VAN MAINTENANCE In de wereld van de duurzame kapitaalgoederen (zoals luchtvaart, offshore industrie, scheepsbouw, elektriciteitsproductie en –distributie, en installaties in de procesindustrie) zijn de volgende ontwikkelingen waar te nemen. Schaalvergroting Nieuwe kapitaalgoederen zijn doorgaans bedoeld om een sprong in schaalgrootte en capaciteit te realiseren. Voorbeelden zijn de steeds grotere vliegtuigen, zoals de A380, of de steeds grotere container- of baggerschepen. Toename technologische complexiteit Nieuwe kapitaalgoederen worden voorzien van geavanceerde technologie waarin alle disciplines samenkomen (high tech, proces, ICT, mechatronica et cetera). Dit vereist “high tech maintenance”. Functionele eisen hoger De configuratie van de bestaande productie-installaties moet voortdurend worden aangepast aan de veranderende eisen. Denk aan verhoogde beschikbaarheid, hogere veiligheidseisen, hogere productiviteit en meer flexibiliteit. Operationele kosten lager Als gevolg van voortdurende concurrentie en de opkomst van nieuwe economieën buiten West-Europa blijft het continu noodzakelijk om de operationele kosten te verlagen. Hiervoor is nodig: kennis, kapitaal en gekwalificeerd personeel. Groei Het belang van maintenance leidt ertoe dat er steeds meer bedrijven komen die zich specialiseren in maintenance.
10
de komende jaren voldoende en goed geschoold personeel beschikbaar komt, zowel op wo, hbo- als mbo-niveau. In Zuidwest-Nederland wordt een aantal specifieke maintenance opleidingen aangeboden: de Hogeschool Zeeland heeft de opleiding Assetmanagementcontrol en de ROC’s West en Midden Brabant hebben een opleiding voor vliegtuigonderhoud. De meeste opleidingen kennen de traditionele disciplines als elektrotechniek, installatietechniek en werktuigbouw. De belangstelling daarvoor neemt echter af. Maintenance als zelfstandig vakgebied begint pas sinds kort meer erkenning te krijgen. Er zijn kansen om door het aanbieden van aparte brede Maintenance-opleidingen, die gekoppeld zijn aan een duidelijke vraag van het bedrijfsleven, veel meer jongeren voor dit type opleidingen te interesseren.
Om optimaal te kunnen profiteren van de kansen die maintenance voor bedrijven biedt en Zuidwest-Nederland te positioneren als Maintenance-regio is actie vereist op het gebied van: • de organisatie van maintenance-kennis; • ontwikkeling en vermarkten van kennis en kunde op het gebied van maintenance; • opleiding en scholing van huidige en toekomstige werknemers in de maintenance-sector. • nieuwe bedrijvigheid uit bestaande bedrijven Uiteindelijk doel is het behalen van concurrentievoordeel (in de sfeer van kostenbesparing) ten opzichte van andere EU-landen, vooral Duitsland, Frankrijk, Spanje en Verenigd Koninkrijk, en de VS.
Logistiek is een belangrijk onderdeel van maintenance. Dit omvat het totale ketenbeheer, warehousing en fysieke distributie van alle onderdelen. Ook een deel van de vormgeving van de systeemomgeving (ICT) valt hieronder. Een hoge mate van veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de installaties tegen de laagst mogelijke kosten is alleen te realiseren als er ook logistieke topkwaliteit wordt geleverd. De strategische ligging en de aanwezigheid van vele uitstekende logistieke dienstverleners kunnen daarom bijdragen aan het verder ontwikkelen van een sterk maintenance-cluster in Zuidwest-Nederland.
ȟȟ
MAINTENANCE De aanwezigheid van een groot aantal kapitaalintensieve installaties biedt kansen voor de complete industrie in Zuid Nederland (“Maintenance Valley Zuid”). Om die kansen in de maintenance te benutten, dienen verbindingen te worden gelegd tussen kapitaalintensieve industrieën (luchtvaart, scheepvaart/maritiem, infra, energie en proces), toeleveranciers, bouwers van kapitaalgoederen, belangenverenigingen, reeds gevormde coalities, kennisinstellingen et cetera. Het doel is internationaal concurrentievoordeel te behalen en hoogwaardige werkgelegenheid te borgen en te creëren. Actuele projecten binnen Pieken in de Delta zijn: • Het World Class Maintenance Consortium is een publiekprivate samenwerking op het gebied van Maintenance • Repair en Overhaul (MRO). Betrokken partijen vanaf de start zijn Koninklijke Luchtmacht, Schelde Naval Shipbuilding, • Wärtsilä, Gasunie en Essent. De industriepartijen delen kennisontwikkeling en -uitwisseling om nieuwe marktkansen • te benutten, met als doel Nederland world class te maken op het gebied van geavanceerde MRO • In het project Maintenance Competence Centre wordt maintenance kennis en kunde gedeeld met de deelnemers: • asset owners, toeleveranciers, kennis- en onderwijsinstellingen, lectoraten en belangenorganisaties. Door optimalisatie van (maintenance) processen kunnen asset owners voordelen tot 30% realiseren ten opzichte van hun huidige bedrijfsvoering. • Een voorsprong op de internationale concurrentie geeft hen goede kansen om in toekomst meer maintenance werk vanuit Nederland te laten plaatsvinden. • De hogescholen en ROC’s in Zuidwest- Nederland richten daarom het Maintenance Opleidingen Consortium op met als gezamenlijk doel: Professionalisering, promotie en samenhang (vmbo-mbo-hbo) van Maintenance opleidingen. De focus ligt allereerst op de luchtvaart en procesindustrie ( waaronder de energiebedrijven).
11
2.2.1.2 Bio-energie Belangrijke aangrijpingspunten voor nieuwe investeringen in bio-energie zijn de ontwikkeling en het vermarkten van nieuwe kennis en het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid. De ontwikkeling en toepassing van nieuwe bio-energiebronnen staat nog in de kinderschoenen. Het is de uitdaging voor Zuidwest-Nederland om deze niche in de markt op te pakken. De concentratie van grondstoffen, infrastructuur, en (petro-)chemische industrie3 maken dat ZuidwestNederland op het gebied van de toepassing en ontwikkeling van nieuwe bio-energie kansrijk is.
ook een groter aantal reststromen geschikt wordt voor biobrandstofproductie. De sector biedt voldoende aanknopingspunten voor het stevig inzetten op duurzame energie. De kansen zijn als volgt: • ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie, benodigd voor de productie van tweede-generatie bioethanol, uit celluloserijke biomassa; • ontwikkeling van nieuwe technologie voor het winnen van biobrandstoffen uit kunststofrijke reststromen; • verder ontwikkelen van bestaande vergisting en vergassingtechnologie, die het mogelijk maakt grotere hoeveelheden duurzame elektriciteit met een diversiteit aan brandstoffen te maken; • aantrekken nieuwe bedrijvigheid.
Ter vervanging van fossiele transportbrandstoffen komt de inzet van eerste-generatie en tweede-generatie biobrandstoffen in aanmerking. Ontwikkelingen van tweede-generatie biobrandstoffen voor de productie van bioethanol en biodiesel uit lignocellulose zijn in vergevorderd stadium. Er zijn belangrijke kansen voor de inzet van reststromen uit de agro-verwerkingsindustrie voor productie van biobrandstoffen in Nederland, zowel op korte als middellange termijn. In Zuidwest-Nederland is deze sector sterk vertegenwoordigd. Scherpere regelgeving, de wens minder afhankelijk te zijn van één afzetkanaal en de kans om hogere prijzen te krijgen zijn redenen voor deze producenten om hun bijproducten ten behoeve van biobrandstoffen af te zetten. De ontwikkeling van tweede-generatie biobrandstoffen zal de kansen voor de agroverwerkingsindustrie verder verhogen, aangezien tegen die tijd een groter volume biobrandstoffen uit bestaande reststromen geproduceerd kan worden en
Deze ontwikkeling creëert nieuwe kansen voor de agro-sector en de food-industrie. De productie van biobrandstoffen levert nieuwe mogelijkheden voor de agrarische sector in termen van innoverende landbouwproducten en nieuwe afzetmarkten. Nieuwe valorisatiemogelijkheden van bestaande reststromen uit de food-industrie zorgen voor het behoud en verdere uitbouw daarvan. Om de ontwikkeling en exploitatie van nieuwe, duurzame energiebronnen in Zuidwest-Nederland tot een succes te maken, is het ontwikkelen en toepassen van duurzame grondstoffen en energievoorziening de meest kansrijke actie.
3 Quick scan kansen op het gebied van biobrandstoffen; met de nadruk op de agrosector; Auteur(s) E. Annevelink, R.R. Bakker & M.J.G. Meeusen Uitgave: Agrotechnology & Food Innovations B.V., onderdeel van Wageningen UR februari 2006).
ȟȟ
BIO-ENERGIE De regio ambieert de rol van ‘groene motor voor de Nederlandse economie’. Actuele projecten binnen Pieken in de Delta zijn: Het project Bioport richt zich op een operationeel plan biobrandstoffen cluster, met vier investeringsprojecten: biomassa centrale Terneuzen (Biomassa Unie), bio-ethanol fabriek (Nedalco/Cargill), biodiesel plant (Rosendaal Energy) en opschaling afvalwaterzuiveringsinstallatie (Heros) Ook het project Kenniscentrum Duurzame Technologie richt zich op de groene energie. Het kenniscentrum bundelt aanwezige kennis, gericht op de bio-energie productie en technologieën die ingezet kunnen worden bij het verwerken van reststoffen bij productie en van elders (mondiaal) tot herbruikbare producten en grondstoffen
12
Bio-energie biedt nieuwe kansen.
13
ȟȟ
2.2.2 Logistiek en distributie
bedrijven uitgedaagd worden om samenwerking te zoeken. In en rond Zuidwest-Nederland is veel kennis en kunde op het terrein van logistieke dienstverlening beschikbaar. Niet alleen bij kennisinstellingen, zoals de Hogeschool Zeeland, NHTV, KMA, Transport Academie van de Universiteit Tilburg, maar ook bij grote bedrijven zelf. Door middel van samenwerking met o.a. de TU Delft, de TU Eindhoven, Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Antwerpen kan ZuidwestNederland slim gebruik maken van beschikbare kennis elders. Samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en met bedrijven is ook nodig om het imago van werken in de logistieke sector een impuls te geven. De zorg voor voldoende instroom van studenten in de logistieke opleidingen is een kritische succesfactor. De teruglopende aantallen studenten zijn al jaren een punt van zorg. Naast betere samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en met de bedrijven zal dus ook een extra inspanning nodig zijn om het imago van werken in de logistieke sector een impuls te geven. Daarnaast zal ook de aard van de opleidingen goed moeten aansluiten bij de behoeften van het bedrijfsleven. Het versterken van de kennis en opleidingensector is noodzakelijke voorwaarde om de innovatiekracht van de regio te versterken. Door samenwerking in de projecten van Pieken in de Delta ontstaan hiervoor volop kansen. Het versterken van de kennis en de opleidingensector is tevens noodzakelijke voorwaarde om de innovatiekracht van de regio op langere termijn te versterken.
De havens van Rotterdam en Antwerpen ontlenen hun kracht aan het efficiënt overslaan en doorvoeren van grote ‘onbewerkte’ bulkgoederen. Het ontbreekt hen echter aan ruimte. Grote logistieke dienstverleners, die veel ruimte vragen en toch dicht bij de grote logistieke stromen willen zitten, vestigen zich daarom buiten deze mainports. Zuidwest-Nederland profiteert hiervan. In het gebied zijn veel grote, internationaal werkende logistieke dienstverleners gevestigd, die zich hebben ontwikkeld tot netwerk-/ ketenregisseurs. Om internationaal sterk te kunnen concurreren is het voor Zuidwest-Nederland essentieel om, ook met deze uitstekende uitgangspositie, voortdurend te blijven investeren in het aantrekken van nieuwe bedrijven door middel van gezamenlijke promotie en acquisitie en het creëren van een gunstig vestigingsklimaat. Ook is de opbouw van kennis en samenwerking om tot slimme innovatieve logistieke oplossingen te komen van belang. Grote logistieke dienstverleners beschikken over veel specifieke logistieke kennis en kunde. Bundeling van kennis en kunde biedt nieuwe kansen om beter in te kunnen haken op de nieuwste ontwikkelingen en de wensen van de klant. Om aan de top te blijven is het voor de sector dus van belang om alert in te spelen op de veranderende eisen van de klanten (producenten/verladers). Zo is er een toenemende behoefte aan slimme (onder meer ICT-) oplossingen binnen bedrijven en aan het bundelen (combineren/koppelen) van individuele stromen en modaliteiten. Daarmee kan worden voldaan aan de toenemende eisen vanuit de maatschappij (leefbaarheid, milieu, veiligheid, verkeersbelasting). Innovatie is cruciaal voor de concurrentiekracht van de sector. Daarvoor is nodig dat
ȟȟ
De ambitie van dit programma is om de concurrentiekracht en bedrijvigheid van de logistieke sector in de regio verder te verhogen. Om dit te bereiken is de inzet gericht op: • aantrekken van nieuwe logistieke bedrijvigheid en goederenstromen; • innovatie binnen bestaande logistieke ketens; • innovatie tussen bestaande logistieke ketens.
ZUIDWEST-NEDERLAND, MULTIMODAAL STROMENLAND Belangrijke verbindingen in Noord-Zuid en Oost-West richting kruisen Zuidwest-Nederland via de weg, het spoor, de binnenvaart en buisleidingen. De A16 is naast A1 en A2 de belangrijkste nationale achterlandverbinding. Grote concentratie groothandels- en distributiecentra op verschillende locaties in Zuidwest (o.a. Oosterhout, Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda/Hazeldonk en de zeehaventerreinen Terneuzen, Vlissingen en Moerdijk). Een goede afwikkeling van de groei van de vervoersstromen in de mainports is gebaat bij een belangrijke rol van Zuidwest-Nederland.
14
Multimodale ontsluiting.
15
Nieuwe logistieke bedrijven en goederenstromen naar Zuidwest-Nederland Om Zuidwest-Nederland te profileren als logistieke topregio is het noodzakelijk dat regio en sector samen zich positioneren als dè vestigingsplaats bij uitstek. Zowel voor de bedrijven in de supply chain sector als in de fysieke - en kennisinfrastructuur. De aantrekkelijkheid van Zuidwest-Nederland voor nieuwe, grote logistieke dienstverleners ligt met name in de multimodaliteit van Moerdijk en Vlissingen/Terneuzen, de beschikbaarheid van ruimte en de achterlandverbindingen. De promotie en acquisitie van Zuidwest-Nederland wint aan kracht wanneer betrokken partijen uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden hierin nauw samenwerken.
De sector kan kansen pakken door het koppelen en combineren van logistieke stromen en modaliteiten waardoor belangrijke voordelen op het gebied van efficiency, kwaliteit, flexibiliteit en innovatie zijn te realiseren. Dit komt tegemoet aan de wens van verladers op ‘just in time’ levering, wat met de toenemende congestie in Europa steeds lastiger wordt. Logistieke bedrijven kunnen de handen ineen slaan om via bundelen/clusteren hierop in te spelen. Het gaat om het toepassen van slimme nieuwe (verbindings- of bundelings-) concepten en kennis tussen bestaande logistieke ketens.
Innovatie binnen bestaande logistieke ketens De sector heeft grote mogelijkheden om nieuwe concepten en kennis toe te passen in bestaande logistieke ketens. Dergelijke innovaties bieden kansen voor het doorbreken van kostenniveaus (efficiency), het verminderen van fouten (kwaliteit), het verhogen van schakelvermogen (flexibiliteit) en het introduceren van nieuwe en complexere diensten (innovatie). Daarbij is het essentieel de benodigde kennis en concepten te vergaren, toe te passen en snel en gemakkelijk toegankelijk te maken voor logistieke bedrijven in de regio. Een en ander is beschikbaar door de concentratie van grote bedrijven in (de nabijheid van) Zuidwest-Nederland en door de aanwezige procesindustrie en kennisinstellingen. Zowel het vergroten van de samenwerking binnen de logistieke sector als het vergroten (kennistransfer) van het innovatieve vermogen bij (MKB) bedrijven zal bijdragen aan een versterkt concurrentievermogen. Innovatie tussen bestaande logistieke ketens
ȟȟ
LOGISTIEK De regio maakt gebruik van haar strategische ligging. Actueel project binnen Pieken in de Delta is: Het project Smart Logistic Centre (SLC) richt zich op een hoogwaardig kennisinstituut ten behoeve van de logistieke sector in Zuidwest-Nederland. Met de Pilot High Performance Logistics worden transportbedrijven en hun logistieke keten in staat gesteld hun keten- en bedrijfsvoering te verbeteren. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten, te weten grotere klantgerichtheid en verbetering van bedrijfsprocessen. Het is een vorm van procesinnovatie
16
ȟȟ
2.2.3 Toerisme
geneigd en kunnen zodoende het innovatieproces op gang brengen en de innovatiekracht van de sector in zijn geheel versterken. Nieuwe aanbieders stimuleren bovendien de concurrentie en prikkelen tot innovatie in de sector. De toeristische ontwikkelingen moeten, meer dan ooit, worden bezien in een internationaal perspectief. De concurrenten bevinden zich niet alleen in ZuidwestNederland, Nederland of Europa maar over de hele wereld. Een belangrijke verklaring voor de achterblijvende innovatie ligt ook in de wijze waarop en de snelheid waarmee overheden inspelen op de veranderingen in de toeristische sector. Evenals ondernemers worden ook de Rijksoverheid, provincies en gemeenten geconfronteerd met ontwikkelingen en trends in de toeristische markt die adequaat handelen vereisen. Oude inzichten en aanpakken voldoen niet meer. De volledige benutting en opschaling van het toeristisch potentieel vereisen professionalisering van het toeristisch ondernemerschap, inspelen op nieuwe ontwikkelingen in samenwerking met nieuwe partijen en ruimte om te ondernemen (fysiek en in de zin van ondernemerschap). Alleen op die wijze kunnen de dalende toeristenstroom, de afnemende bestedingen en achterblijvende werkgelegenheidsgroei in ZuidwestNederland worden omgebogen in een stijgende lijn. Om dit te bereiken zet dit programma in op: • het aantrekken van nieuwe, kwalitatief hoogwaardige bedrijven en nieuwe markten; • het versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur.
De aantrekkingskracht van Zuidwest-Nederland wordt bepaald door de combinatie van de Zeeuwse kust en binnenwateren, ruimte en natuur met de nabijheid van historische steden als Breda, Bergen op Zoom Middelburg, Antwerpen, Gent en Brugge. Verder zijn er attracties als het Land van Ooit, de Efteling en Neeltje Jans. Het verblijfsrecreatieve aanbod weerspiegelt diezelfde verscheidenheid. Zuidwest-Nederland is bereikbaar over de weg, het water, per spoor (met een HSL shuttle station in Breda) en door de lucht, met Rotterdam en Eindhoven als regionale luchthaven en internationale luchthavens Brussel en Schiphol op relatief korte afstand. Hoewel er sprake is van een daling van het aantal overnachtingen aan de Zeeuwse kust (van 9,4 mln. in 2003 naar 7,23 mln. in 2004) wordt deze daling deels gecompenseerd door een stijgend aantal overnachtingen in het Zeeuwse binnenland en West-Brabant. Een miljoen buitenlandse toeristen kiezen Zuidwest-Nederland als vakantiebestemming. Het marktaandeel van Zuidwest-Nederland in het totale aantal buitenlandse overnachtingen in Nederland bedraagt 14%. De totale bestedingen van toeristen in de regio bedragen € 426 miljoen; € 69 miljoen (16 %) daarvan is afkomstig van buitenlandse toeristen. Louter het gegeven dat een groot aantal binnen- en buitenlandse toeristen momenteel Zuidwest-Nederland weet te vinden als vakantiebestemming, betekent niet dat dit ook voor de toekomst geldt. De dalende lijn in de toeristenstroom heeft te maken met toenemende concurrentie, onder andere vanuit goedkope charterbestemmingen in Zuid Europa, een verdergaande differentiatie in type consumentengroepen, een toenemend bestedingspatroon, hogere kwaliteitseisen en de vraag naar diversificatie van producten en vormen van vrijetijdsbesteding. De sector speelt nog onvoldoende adequaat en alert in op deze ontwikkelingen; innovatie blijft achter.
Aantrekken nieuwe bedrijven en nieuwe markten De inzet is om te komen tot een nationale en internationale herpositionering van het toeristisch product. Om daadwerkelijk een grote stap voorwaarts te zetten met een duidelijk economisch effect (meer bestedingen) is het noodzakelijk ruimte te bieden aan nieuwe kwalitatief hoogwaardige en innoverende ondernemingen, die een impuls kunnen geven aan de kwaliteit van het toeristische product van Zuidwest-Nederland. Voorop staat dat nieuw te ontwikkelen toeristische producten/concepten aansluiten bij de vraag van de markt. Ruimtelijk worden dergelijke projecten conform de ruimtelijke plannen van de provincies Noord-Brabant en Zeeland gesitueerd, aansluitend aan steden en recreatieconcentraties of toeristische projectlocaties. Deze aanpak moet leiden tot nieuwe “hotspots” in Zuidwest-Nederland, die deze regio nieuw elan geven en andere ondernemers stimuleren tot investeringen, waardoor innovaties tot stand komen.
Oorzaken en aanpak Het achterblijven van de innovatie heeft o.a. te maken met de structuur van de sector: relatief veel midden- en kleinbedrijf en slechts enkele internationaal opererende ondernemingen. De verblijf- en dagrecreatiesector zijn veelal gescheiden en op zichzelf staande werelden. Terwijl de consument is gericht op het beleven van een “vakantie”, biedt de sector slechts een verblijf of een attractie. Kortom het huidige product is traditioneel en sluit onvoldoende aan bij de vraag van de toerist. Het investeringsvermogen en de kracht om te innoveren schieten te kort. Kleinschalige bedrijven kijken te weinig naar andere sectoren, die wel over investeringskapitaal beschikken en waarmee verbindingen kunnen worden aangegaan. Kwalitatief hoogwaardige bedrijven zijn daar eerder toe
Bij nieuwe ondernemers gaat het om ondernemers, die zorgen voor een aanvulling op en upgrading van het bestaande toeristisch product. Daarmee kan een impuls gegeven worden aan het bezoek naar Zuidwest-Nederland buiten de goed bezette seizoenen. Ook toeleveranciers kunnen bijdragen aan dit innovatieproces. Het gaat vooral ook om ondernemers buiten de toeristische bedrijfskolom, die allianties sluiten met
17
toeristische ondernemers en zodoende nieuwe producten en markten creëren. Ze beschikken over investeringsvermogen en zien kansen om hun product op de toeristische markt te exploiteren en daardoor een bijdrage te leveren aan een totaalconcept.
internationaal perspectief, zeker het kusttoerisme. Dit betekent dat ondernemers opereren in een steeds grotere wereld. Kennisontwikkeling en een goede ontsluiting van de beschikbare kennis voor ondernemers kunnen ertoe bijdragen dat we tot de kopgroep van vernieuwers behoren en aansluiting houden met de markt. De uitwisseling van kennis tussen kennisinstellingen op het gebied van toerisme en de aanwezige bedrijven is echter nog onvoldoende. Allianties met andere sectoren roepen weer nieuwe kennisvragen op.
Dit programma nodigt ondernemers uit om de specifieke gebiedskwaliteiten van Zuidwest-Nederland inzake toerisme te benutten en de kansen die de regio biedt, te verzilveren. Innoverende ondernemers die hun belangen afstemmen op die van de regio, kunnen rekenen op een actieve, klantgerichte houding van de overheid, die bereid is om goede initiatieven te accommoderen of realisering te bespoedigen.
De inzet in het kader van dit programma is: • het ontwikkelen en versterken van een goed geoliede kennisinfrastructuur, met een goede wisselwerking tussen de verschillende kennisinstellingen en het bedrijfsleven. De versterkte kennisinfrastructuur zal bijdragen aan het versneld realiseren van de trendbreuk in de toeristische ontwikkeling van Zuidwest-Nederland; • het sturen door bedrijfsleven en overheden van de kennisvragen voor de verschillende kennisinstellingen in de Zuidwest-Nederland (kennis op afroep).
Versterken en ontsluiten kennisinfrastructuur Kennis is een belangrijke motor om het innoverend vermogen en daarmee de kwaliteit van de toeristische sector te vergroten. Om het innovatieproces op gang te houden moeten nieuwe arbeidskrachten over de juiste kwalificaties beschikken en dienen bestaande ondernemers/medewerkers te worden gevoed met kennis over nieuwe ontwikkelingen in de toeristische sector. Alleen dan kunnen zij adequaat inspelen op deze nieuwe kansen en tegemoet komen aan vragen uit de markt. In potentie is die kennis in Zuidwest-Nederland voldoende beschikbaar of in ontwikkeling bij kennisinstellingen als de NHTV, Hogeschool Zeeland en de Universiteit van Tilburg. Kennis wordt echter pas waardevol wanneer zij op de juiste wijze (bijvoorbeeld door middel van best practices van grote bedrijven aan het midden en kleinbedrijf) en in de juiste vorm (business to business) wordt ontsloten voor ondernemers. Bedrijven kunnen die kennis vervolgens omzetten in concrete acties en daarmee de professionalisering van de sector bevorderen en de kwaliteit van de sector een nieuwe impuls geven. Het Kenniscentrum Toerisme Zuid Nederland richt zich vooral op de ontsluiting van de kennis over de toeristische ontwikkeling in Zuid Nederland voor ondernemers. Het toerisme ontwikkelt zich meer en meer in een ȟȟ
Om de versterkte kennisinfrastructuur te realiseren is kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing nodig. Dat moet plaatsvinden door: • het ontwikkelen van (toegepaste) kennis (producten, diensten, strategisch) waar het bedrijfsleven om vraagt en behoefte aan heeft. In eerste instantie gaat het hierbij om bedrijven die daarvoor open staan en deze kennis implementeren in de bedrijfsvoering; • het praktijkgericht ontsluiten van beschikbare kennis naar de verschillende doelgroepen; • het doorleiden van vragen uit de markt naar kennisinstellingen, bijvoorbeeld door introductie van kennisvouchers; • een goede aansluiting van toeristische opleidingen op de verschillende onderwijsniveaus en het afstemmen van onderwijsprofielen op de wensen van het toeristische bedrijfsleven.
TOERISME
Toerisme als belangrijke economische factor verdient een impuls. Vooral in de regio Zuidwest-Nederland is (kust)toerisme speerpunt van het economische beleid Actuele projecten binnen Pieken in de Delta zijn: Het project Terug naar de Kust is een initiatief van de provincie Zeeland, samen met de provincie Noord-Brabant en SES West-Brabant en zal ondernemers aanzetten tot innoveren. Het doel is een langdurige jaarlijkse groei van bezoekersaantallen voor Zuidwest Nederland met enkele procenten per jaar Doel van het project Pieken in Progress is te komen tot de opzet van een Kenniscentrum (kust)toerisme Zuidwest-Nederland. Als nationaal en internationaal innovatiecentrum initieert het centrum initiatieven voor innovatie van kusttoerisme, coördineert, ondersteunt en evalueert. Hierdoor ontstaan duurzame leereffecten voor alle belanghebbenden in de branche.
18
Kust, water en ruimte.
19
20
ȟȟ
3 Programma Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland
3.1 Doelstelling procesindustrie: aan de top blijven als internationaal sterk ȟȟ competitieve regio
Actielijn 3: inrichting, promotie en samenhang maintenance opleidingen Projecten zijn gericht op het verbeteren van de samenwerking tussen MBO en HBO-maintenance-opleidingen in ZuidwestNederland en op het beter doen aansluiten van het aangeboden onderwijs in deze maintenance-opleidingen op de eisen die bedrijven in het maintenancecluster in ZuidwestNederland stellen ten aanzien van de vaardigheden en kennis van personeel. Aan de uitvoering van het project leveren ten minste één beroepsonderwijsinstelling en één ondernemer een substantiële bijdrage.
Doelstelling is dat de economische groei van bedrijven in maintenance en duurzame energie, gemeten naar toegevoegde waarde en bedrijfsinvesteringen, in de periode 2007-2010 meer toeneemt dan de totale economische groei. Om dit te bereiken wordt ingezet op de volgende twee programmalijnen: ontwikkelen tot internationale hotspot op het gebied van hoogwaardig technologisch onderhoud (maintenance); ontwikkelen tot centrum voor ontwikkeling, toepassing en productie van bio-energie.
Actielijn 4: Het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid op het gebied van maintenance en de daarmee direct samenhangende bedrijvigheid binnen de maintenance-keten Projecten hebben tot doel om meer innovatieve bedrijvigheid op het gebied van maintenance en de daarmee direct samenhangende bedrijvigheid binnen de maintenanceketen op het gebied van logistiek en ICT in Zuidwest-Nederland te bevorderen en daarmee bij te dragen aan versterking en verbreding van het maintenancecluster in ZuidwestNederland.
3.1.1 Programmalijn maintenance: internationale hotspot hoogwaardig ȟȟ technologisch onderhoud De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het gebied is dat excelleert op het gebied van hoogwaardig technisch onderhoud (maintenance). Daartoe wordt ingezet op de ontwikkeling van nieuwe methoden, technologieën, producten en diensten op het gebied van maintenance van de kapitaalintensieve complexen. Ook wordt ingezet op de ontwikkeling van kennis en het vermarkten en de verspreiding hiervan door kennisinstellingen en/of bedrijven, ten einde nieuwe bedrijfsontwikkelingen bij bestaande bedrijven te bevorderen of nieuwe bedrijven aan te trekken.
3.1.2 Programmalijn bio-energie: Zuidwest-Nederland centrum voor ȟȟ nieuwe energiebronnen. De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het centrum van Nederland is waar ontwikkeling, productie en toepassing van bio-energie plaatsvinden. De inzet is gericht op het ontwikkelen en toepassen van bio-energiebronnen en aantrekken van nieuwe bedrijvigheid op het gebied van ontwikkeling, productie en toepassing van bio-energie in Zuidwest-Nederland.
Actielijn 1: ontwikkelen en implementeren van geavanceerde kennis op het gebied van maintenance Projecten hebben tot doel om door middel van samenwerking tussen bedrijven onderling of met kennisinstellingen bij de ontwikkeling en toepassing van nieuwe onderhoudstechnologieën, de concurrentiepositie van de kapitaalintensieve procesindustrie in Zuidwest-Nederland te versterken.
Actielijn 1: ontwikkelen en vermarkten van kennis en toepassingen van duurzaam grondstoffengebruik en bio- energievoorziening Projecten hebben tot doel om de concurrentiepositie van de bio-energiesector in Zuidwest-Nederland te versterken door middel van samenwerking tussen bedrijven onderling of met kennisinstellingen in Zuidwest-Nederland op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe technologie voor duurzaam grondstoffenverbruik, bio-energievoorziening en een beter gebruik van bestaande reststromen. De technologie zal moeten voldoen aan eisen die in de toekomst gesteld gaan worden inzake leveringsbetrouwbaarheid, CO2 neutraliteit, milieuvriendelijkheid en efficiency. Projecten dragen bij aan de realisatie van een schaalsprong ten opzichte van de ons omringende landen.
Actielijn 2: verzamelen, ontsluiten en vermarkten van maintenance-kennis en -toepassingen Projecten hebben tot doel om de bij bedrijven en kennisinstellingen in het maintenancecluster in Zuidwest-Nederland aanwezige praktische kennis en toepassingen op het gebied van maintenance te verzamelen en toegankelijk te maken voor het midden- en kleinbedrijf in het maintenancecluster in Zuidwest-Nederland.
22
High-tech procesindustrie
23
3.2 Doelstelling logistiek: logistieke ȟȟ hotspot tussen twee mainports
3.2.2 Programmalijn: innovatie binnen ȟȟ bestaande logistieke ketens
In de logistieke dienstverlening moet de economische groei van bedrijven, gemeten naar bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde, in de periode 2007-2010 toenemen, in elk geval meer dan de totale economische groei in Nederland. Het beoogde resultaat is dat Zuidwest-Nederland in 2010 bekend staat als de topregio op het gebied van logistieke dienstverlening. Daartoe moeten meer logistieke activiteiten worden aangeboden, de samenwerking binnen de logistieke sector groeien en het innovatieve vermogen toenemen. Ook wordt ingezet op het bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen. Ten slotte zal de aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs worden versterkt
De ambitie is om vernieuwingen en doorbraken in de productie- en distributieketen te realiseren door nieuwe kennis en concepten toe te passen bij bedrijven in ZuidwestNederland, of door het uitwisselen van logistieke kennis en logistieke concepten, die bovendien snel en gemakkelijk toegankelijk gemaakt worden voor logistieke bedrijven in Zuidwest-Nederland. Actielijn 1: uitwisseling kennis en kunde tussen grootbedrijf en midden- en kleinbedrijf Projecten zijn gericht op het stimuleren van de toepassing van innovatieve concepten door bedrijven in Zuidwest-Nederland door gebruik te maken van kennis van grote bedrijven of kennisinstellingen in Zuidwest-Nederland of op het door grote bedrijven en MKB-bedrijven in Zuidwest-Nederland gezamenlijk ontwikkelen en toepassen van nieuwe innovaties. De daarmee ontwikkelde kennis wordt algemeen beschikbaar gesteld voor het bedrijfsleven.
Dit betekent inzet op de volgende drie programmalijnen: aantrekken nieuwe bedrijvigheid; innovatie binnen bestaande logistieke ketens; innovatie tussen bestaande logistieke ketens.
3.2.1 Programmalijn: aantrekken nieuwe ȟȟ logistieke bedrijvigheid
3.2.3 Programmalijn: innovatie tussen ȟȟ bestaande logistieke ketens
De ambitie is om meer logistieke dienstverleners naar Zuidwest-Nederland te trekken door middel van verbetering van het vestigingsklimaat en door middel van gezamenlijke internationale promotie van Zuidwest-Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor logistieke dienstverleners. Beoogd resultaat is het aantrekken van nieuwe goederenstromen met een hoge(re) toegevoegde waarde .
De ambitie is om grotere goederenstromen naar ZuidwestNederland te halen en deze efficiënter te verwerken door het optimaal benutten van de multimodale knooppunten in het gebied Moerdijk-Terneuzen-Vlissingen in combinatie met het slim combineren en koppelen van logistieke stromen en modaliteiten van afzonderlijke bedrijven in ZuidwestNederland. Aansluiting op de wensen van de producenten of verladers nu en in de toekomst is daarbij een voorwaarde.
Actielijn 1: gerichte positionering van Zuidwest-Nederland als logistieke topregio Projecten hebben tot doel om Zuidwest-Nederland als vestigingsplaats voor toonaangevende logistieke dienstverleners in binnen- en buitenland te promoten. Dit zal in nauwe samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven en overheden uit Zuidwest-Nederland moeten geschieden. Actielijn 2: professionalisering, promotie en samenhang logistieke opleidingen in aansluiting op vraag arbeidsmarkt Projecten hebben tot doel om te komen tot een adequate opleidingsstructuur en vergroting van de instroom van studenten en leerlingen in het logistieke vakgebied in Zuidwest-Nederland. Daarbij zal kwalitatief hoogwaardig onderwijs worden afgestemd op de toekomstige vraag. De samenhang tussen de logistieke opleidingen op HBO-, MBO- en VMBO-niveau in Zuidwest-Nederland dient daarbij versterkt te worden.
Actielijn 1: bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen Projecten hebben tot doel om de multimodale capaciteit in Zuidwest-Nederland te vergroten en bij te dragen aan betere benutting en afstemming van verschillende modaliteiten (spoor, water, weg, buisleiding) in Zuidwest-Nederland, waardoor efficiëntere en gebundelde logistieke stromen ontstaan.
3.3 Doelstelling toerisme: trendbreuk en ȟȟ optimaliseren toeristisch potentieel Doelstelling is om in 2010 een structurele stijgende lijn te realiseren in het aantal buitenlandse toeristen en het aantal overnachtingen in Zuidwest-Nederland. In de periode 2007-2010 dient de omvang van de toeristische bestedingen te groeien. 24
Om dit te bereiken is de inzet gericht op de volgende t wee programmalijnen: aantrekken kwalitatief hoogwaardige, innoverende bedrijven en nieuwe markten; versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur.
3.3.2 Programmalijn: versterken en ȟȟ ontsluiten van de kennisinfrastructuur De ambitie is de opbouw van een kennisnetwerk in ZuidwestNederland waardoor praktisch toepasbare kennis over toerisme wordt opgebouwd, toegankelijk gemaakt en verspreid. Dit netwerk omvat bestaande kennisinstellingen, toeristische ondernemers en overheden in ZuidwestNederland. Projecten dienen een versnelling te realiseren in de innovatie en vermarkting van het toeristisch product in Zuidwest-Nederland.
3.3.1 Programmalijn: aantrekken van kwalitatief hoogwaardige, innoverende ȟȟ toeristische bedrijven en nieuwe markten De ambitie is om de concurrentiepositie van ZuidwestNederland als toeristische bestemming te vergroten door het aantrekken van kwalitatief hoogwaardige en innoverende bedrijven en investeerders die bereid en in staat zijn om te investeren in de ontwikkeling van nieuwe aansprekende toeristische producten in Zuidwest-Nederland in samenwerking met bedrijven in de zorg, agri-business, cultuur of watergerelateerde bedrijven in Zuidwest-Nederland.
Actielijn 1: kennisnetwerk voor toerisme Projecten zijn gericht op het beschikbaar komen van kennis die aansluit op kennisvragen van ondernemers en overheden in Zuidwest-Nederland voor de productontwikkeling en de vermarkting van het toeristisch product Zuidwest-Nederland.
Actielijn 1: innovaties bevorderen in product-marktcombinaties Projecten zijn gericht op het identificeren en tot stand brengen van kansrijke allianties tussen de toeristische sector en andere sectoren in Zuidwest-Nederland, die leiden tot nieuwe producten waarmee nieuwe markten worden bereikt voor Zuidwest-Nederland, of op innovaties van het bestaande aanbod aan toeristische producten van Zuidwest-Nederland. De projecten dienen in alle gevallen een substantiële bijdrage te leveren aan de groei van de toeristische economie in Zuidwest-Nederland.
25
26
Programmacommissie ȟȟ Zuidwest Nederland De volgende leden hebben op persoonlijke titel zitting in de Programmacommissie Zuidwest- Nederland: P.A.C.M. van der Velden, burgemeester Breda, voorzitter Programmacommissie; A.P. de Buck, lid College van Bestuur Hogeschool Zeeland; K.J. Coppoolse, eigenaar camping “Ons Buiten”; E.L. de Graaf, voormalig vice voorzitter Raad van Bestuur DOW Benelux BV; M.C. van der Harst, voormalig voorzitter TLN; G.L.E.M. Koopman, voorzitter Raad van Bestuur Avans Hogeschool; C. Kortleve, plv directeur Directie Ruimtelijk Economisch Beleid, Ministerie Economische Zaken; Mevrouw A.M. Moons, gedeputeerde Economische Zaken provincie Noord Brabant; J.G. Uijterwijk, voorzitter College van Bestuur NHTV; M.J.Wiersma, gedeputeerde Economische Zaken provincie Zeeland; Secretaris: J.A.M.N. Tonk, ministerie van Economische Zaken, Programma Zuidwest-Nederland
27
28
.
Met Pieken in de Delta slaan rijk en regio de handen ineen om de Zuidwest-Nederlandse economie te versterken. Pieken in de Delta wordt uitgevoerd in samenwerking met de Provincies Noord-Brabant en Zeeland.
ȟȟ
Colofon Dit is een uitgave van de programmacommissie Zuidwest-Nederland, juni 2007. Meerdere exemplaren kunt u bestellen via www.ez.nl of 0800 – 646 39 51.
ȟȟ
Informatie Het secretariaat van de programmacommissie Zuidwest-Nederland wordt verzorgd door het ministerie van Economische Zaken. Programma Zuidwest-Nederland t.a.v. het ministerie van Economische Zaken Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG tel. 070 379 7642 fax 070 379 6095 e-mail
[email protected] Publicatienummer: 08OI11