Programmacommissie Zuidwest-Nederland
Colofon
Informatie
Dit is een uitgave van de programmacommissie Zuidwest Nederland, juni 2006. Meerdere exemplaren kunt u bestellen via www.ez.nl of 0800 – 646 39 51.
Het secretariaat van de programmacommissie Zuidwest-Nederland wordt verzorgd door SES SES Postbus 1272 4700 BG Roosendaal 0165 – 581820
[email protected] www.3deltapieken.nl Publicatienummer: 06OI22
Pieken in Zuidwest-Nederland Profiteren van de strategische ligging
Dit is het programmadocument Zuidwest-Nederland. Dit document omvat de gebiedsgerichte agenda voor Zuidwest Nederland, die is gebaseerd op de nota Pieken in de Delta van het ministerie van Economische Zaken.
Pieken in Zuidwest-Nederland Profiteren van de strategische ligging
1 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.1.1 2.2.1.2 2.2.2 2.2.3 3 3.1 3.1.1
3.1.2
3.2. 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2 4
Inleiding 9 Zuidwest-Nederland: profiteren van de strategische ligging 11 Inleiding 12 Pieken onder de loep 13 Procesindustrie 13 Maintenance 14 Bio-energie 16 Logistiek en distributie 18 Toerisme 22 Programma Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland 27 Doelstelling procesindustrie: aan de top blijven als internationaal sterk competitieve regio 28 Programmalijn maintenance: Internationale hotspot hoogwaardig technologisch onderhoud 28 Actielijn 1: ontwikkelen en implementeren van geavanceerde kennis op het gebied van maintenance 28 Actielijn 2: verzamelen, ontsluiten en vermarkten van maintenance kennis en toepassingen 28 Actielijn 3: inrichting, promotie en samenhang maintenance opleidingen 28 Programmalijn bio-energie: Zuidwest-Nederland centrum voor nieuwe bio-energiebronnen 28 Actielijn: ontwikkelen en vermarkten van kennis en toepassingen van duurzame grondstoffen en bio-energievoorziening 28 Doelstelling logistiek: logistieke hotspot tussen twee mainports 30 Programmalijn: aantrekken nieuwe bedrijvigheid 30 Actielijn: gerichte positionering van Zuidwest-Nederland als logistieke topregio 30 Programmalijn: innovatie binnen bestaande logistieke ketens 30 Actielijn: uitwisseling kennis en kunde tussen grootbedrijf en midden- en kleinbedrijf 30 Programmalijn: innovatie tussen bestaande logistieke ketens 30 Actielijn: bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen 30 Doelstelling toerisme: Trendbreuk en optimaliseren toeristisch potentieel 31 Programmalijn: aantrekken van kwalitatief hoogwaardige, innoverende bedrijven en nieuwe markten 31 Actielijn: innovaties bevorderen in product-/marktcombinaties 31 Programmalijn: versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur 31 Actielijn: kennisnetwerk voor toeristische innovatie 31 Monitoring en evaluatie 33
Inhoudsopgave
Voorwoord
De leden van de programmacommissie ‘Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland’ maken zich sterk om de komende jaren concrete en perspectiefvolle projecten in onze Delta tot uitvoering te brengen, die een positieve bijdrage leveren aan de nationale economie in termen van investeringen, toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Goede en vernieuwende voorstellen voor te realiseren projecten vragen een maximale creatieve inspanning van alle betrokkenen. Een zorgvuldige projectuitvoering vereist vasthoudendheid en kennis van zaken. Kwaliteiten die naar ik weet in Zuidwest-Nederland beslist voorhanden zijn. Ik ben mij ervan bewust dat er nog heel wat water door de Schelde en de Rijn zal vloeien voordat eind 2010 het programma wordt afgesloten. De uitdaging voor Zuidwest-Nederland is om dan te kunnen aangeven op welke wijze wij er samen in geslaagd zullen zijn om nog beter te profiteren van onze strategische ligging.
Zuidwest-Nederland omvat het centrumgebied van de RijnSchelde Delta. Een waterrijk, open gebied gelegen aan de kust en tussen de mainports Rotterdam en Antwerpen. Een landsdeel dat door zijn ligging voor een aantal bedrijfstakken bovenmatig belangrijk is en van daaruit een bijdrage levert aan de nationale economische ontwikkeling. In Zuidwest-Nederland wonen ruim 1 miljoen mensen, merendeels in de tien steden met elk tussen de 30.000 tot 170.000 inwoners. Wat maakt dat wij zelf ons gebied zo bijzonder vinden, maar ook dat menigeen er begerig naar kijkt? Het gebied ligt aan diep zeewater en er zijn vanaf het westen tot in het hart van het gebied verschillende havens met goede achterlandverbindingen via water, spoor en weg. Er is een voortdurende en omvangrijke doorvoer van goederen van en naar de stedelijke concentraties aan de noord-, zuid- en oostzijde. Binnen een straal van 500 kilometer wonen maar liefst 300 miljoen consumenten. Daar komt nog bij dat er in Zuidwest-Nederland volop ruimte is voor inwoners en ondernemers.
P.A.C.M. van der Velden voorzitter Programmacommissie Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland
Het gebied ontleent zijn betekenis voor haar bewoners ook door de ruime beschikbaarheid en gemakkelijke toegankelijkheid van hoogwaardige kennis, cultuur en zorg in de stedelijke concentraties die het gebied aan drie zijden omgeven. Naar mijn idee en overtuiging moeten wij de bijzondere kwaliteiten van dit gebied borgen en versterken, juist door perspectief te bieden aan de kansrijke ontwikkelingen die hier mogelijk zijn. Ondernemers en bestuurders vanuit het onderwijs en de overheid hebben vanuit een gezamenlijk ervaren verantwoordelijkheid het initiatief genomen voor een programma dat de komende jaren ruimte biedt aan vernieuwende impulsen voor drie sectoren: procesindustrie, logistieke dienstverlening en toerisme. Gezamenlijke investeringen in innovatie, kennisoverdracht en ondernemerschap zorgen daarbij voor het behoud en de groei van de werkgelegenheid in Zuidwest-Nederland. Daarbij nemen de ondernemingen en onderwijsinstellingen het voortouw en schept de overheid de randvoorwaarden die nodig zijn om dit proces mogelijk te maken.
6
7
Inleiding
Ambitie en doel
Status van dit programma
Aanpak en proces
Met de nota Pieken in de Delta van het ministerie van Economische Zaken heeft de nationale overheid een omwenteling tot stand gebracht in het regionaal economisch beleid. De focus is verschoven van het wegwerken van achterstanden naar het gericht stimuleren van de economische groei door regiospecifieke kansen van nationaal belang te benutten. Pieken in de Delta onderscheidt zes landsdelen, ieder met een eigen economische structuur en groeipotentie. Eén daarvan is Zuidwest-Nederland, bestaande uit de provincie Zeeland en de regio West-Brabant. De strategische ligging van dit gebied, tussen de mainports van Rotterdam en Antwerpen, biedt kansen voor economische ontwikkeling. De economische aanjagers zijn vooral de procesindustrie, de logistiek en het toerisme.
Zuidwest-Nederland wil maximaal profiteren van de unieke strategische ligging tussen de tweede en vierde grootste haven ter wereld, respectievelijk Rotterdam en Antwerpen. De economische structuur van het gebied is bepaald door deze ligging, steunt op de multimodale ontsluiting ervan, maar is evenzeer geworteld in de aanwezigheid van rust, water en ruimte. De procesindustrie, de logistieke sector en het toerisme in het gebied kennen, ook in nationaal opzicht, een uitstekende positie. Door gerichte acties wil het programma Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland de sterke concurrentiepositie van de procesindustrie laten doorgroeien naar een internationaal topniveau. De focus is gericht op de verdere ontwikkeling van een internationaal excellerend maintenance-cluster en het oprichten van een industrieel cluster, gericht op de productie en toepassing van bio-energiebronnen. Daarnaast moet deze regio zich ontwikkelen tot centrum van logistieke dienstverlening, dat ook als zodanig internationaal bekend is. De inzet op zowel maintenance als logistiek vormt tegelijkertijd een goede uitgangspositie voor de mogelijke vestiging van de onderhoudsactiviteiten voor de gevechtsvliegtuigen in Woensdrecht. Ten slotte is de ambitie om een trendbreuk te realiseren binnen de toeristische sector door het aantrekken van nieuwe, kwalitatief hoogwaardige ondernemingen en nieuwe markten in combinatie met het opbouwen en ontsluiten van een kennisnetwerk, gericht op de doelgroepen die met deze kennis aan de slag kunnen. Doelstelling is om de dalende lijn in het aantal buitenlandse toeristen naar Zuidwest-Nederland om te buigen in een stijgende. Door deze gerichte acties zal de economische bijdrage van Zuidwest-Nederland aan de nationale economie in termen van bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde toenemen. Om dit te bereiken zal worden ingezet op majeure projecten (massa) met een sterke focus.
De programmacommissie adviseert de Staatssecretaris van Economische Zaken de programmalijnen en actielijnen op te nemen in de bijlage behorende bij de subsidieregeling Pieken in de Delta, aanloopjaar 2006 Zuidwest-Nederland. Mede op basis van deze regeling zal de Staatssecretaris van Economische Zaken financiële middelen inzetten. Het vormt dan ook een uitnodiging aan alle betrokken partijen om samen aan de slag te gaan, keuzes te maken (focus) en in te zetten op een beperkt aantal majeure projecten met een maximaal effect op de nationale economie (massa).
De provincie Zeeland, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) en de Westbrabantse Ontwikkelingsmaatschappij (REWIN) hebben het verzoek gekregen om de inhoudelijke basis voor het programma voor te bereiden. Het programma is op basis van intensief overleg met decentrale overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen tot stand gekomen. Het programma is dynamisch van opzet en kan jaarlijks worden geactualiseerd.
Het ministerie van Economische Zaken heeft regionale partijen opgeroepen om aan dit beleid gezamenlijk invulling te geven door middel van op maat gesneden, meerjarige en gebiedsgerichte economische programma’s. Per gebied heeft de Staatssecretaris van EZ programmacommissies ingesteld, waarin bestuurders van regionale overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen in samenspraak met een vertegenwoordiger van EZ een meerjarenprogramma formuleren.
Wat ging vooraf? Op verzoek van staatssecretaris Van Gennip hadden de partners in Zuidwest-Nederland (overheid, onderwijs en ondernemers) 1 zelf al in juni 2005 een eerste aanzet voor een actieprogramma opgesteld. Hiermee was een goede basis gelegd voor het programmadocument Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland, dat nu voorligt. Dit programmadocument is opgesteld door de programmacommissie en geeft invulling aan de gemeenschappelijke ambities van de regionale partners en EZ. Het formuleert doelstellingen en geeft aan welke acties overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen gezamenlijk gaan nemen om deze ambities te realiseren. 1
Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft het profiel van Zuidwest-Nederland en presenteert de resultaten van de analyses van de drie economische pieken van de regio: procesindustrie, logistiek en toerisme. Vervolgens geeft het aan wat gedaan moet worden om de ambitie van dit programma, excelleren als topregio voor procesindustrie, logistiek en toerisme, waar te maken. In hoofdstuk 3 treft u het Programma Pieken in ZuidwestNederland aan dat bestaat uit doelstellingen, programmalijnen en actielijnen. In een kort, afsluitend hoofdstuk (4) komt monitoring en evaluatie aan de orde.
Positionering van dit programma Dit programma, “Pieken in Zuidwest-Nederland” kan worden beschouwd als de uitwerking van het nationaal economisch beleid voor Zuidwest Nederland en kan als zodanig een belangrijke stimulans zijn voor de schaalvergroting van projecten die nationale impact kunnen hebben. Het programma is een vliegwiel, waarin de dynamiek vergroot wordt door verbindingen te leggen met andere programma’s zoals bijvoorbeeld Europese Structuurfondsen, Fonds Economische Structuurversterking, Project Mainport Corridor Zuid (PMZ) e.a. Het ministerie van Economische Zaken heeft voor ZuidwestNederland in de periode 2006-2010 €8 miljoen beschikbaar gesteld. Ook kunnen de beste projecten van Zuidwest-Nederland meedingen naar een deel van het nationale budget van €86 miljoen voor de uitvoering van Pieken in de Delta. Ervan uitgaande dat de regionale overheden voor de andere helft van de publieke cofinanciering zullen zorgdragen en dat bedrijfsleven en kennisinstellingen ook financieel zullen bijdragen is er voor het programma een veelvoud van de eerder genoemde €8 miljoen beschikbaar.
Zuidwest-Nederland piekt in de delta, juni 2005.
8
9
2
Zuidwest-Nederland: profiteren van de strategische ligging! 10
11
Inleiding
Zuidwest-Nederland kent vier economische kernen. • De Noord-Zuid zones in West-Brabant langs de snelwegen A4, A16/17, A27, via de binnenvaart Schelde-Rijn kanaal, via spoor met Breda als centrum en HSL-shuttle. Het industrieen havengebied Moerdijk en bovenregionale bedrijventerreinen Majoppeveld, Borchwerf, Vosdonk en de Krogten in West Brabant.
De strategische ligging van Zuidwest-Nederland in de RijnSchelde-delta, gekoppeld aan de nabijheid van de mainports Rotterdam en Antwerpen, geeft het gebied, in een straal van 500 km, directe toegang tot 300 miljoen consumenten. De regio onderscheidt zich door de aanwezigheid van alle vervoersmodaliteiten: diep vaarwater met overslagfaciliteiten, spoor, wegen en buisleidingen. Er is ruimte beschikbaar op of in de nabijheid van multimodale knooppunten. Nationaal en internationaal bezien geeft de combinatie van deze vestigingsplaatsfactoren Zuidwest-Nederland een sterke en kansrijke positie. Op een rijtje gezet, zijn karakteristiek voor Zuidwest-Nederland: • ruimte voor inwoners en ondernemers; • landschappelijke kwaliteiten; • vanaf het westen tot in het hart van het gebied verschillende zeehavens met goede achterlandverbindingen via water, spoor en weg; • omvangrijke doorvoer van goederen van en naar stedelijke concentraties aan de noord-, zuid- en oostzijde; • beschikbaarheid en gemakkelijke toegankelijkheid van kennis, cultuur en zorg in deze stedelijke concentraties; • beroepsopleidingen, direct toegesneden op de voornaamste in het gebied aanwezige werkgelegenheid: procesindustrie, logistiek en zakelijke dienstverlening (zoals toerisme); • de aanwezige primaire landbouw en agribusiness.
•
West-Oostzone Vlissingen/Terneuzen/ Moerdijk, de A16/ A58 richting Tilburg, Venlo, Duisburg.
•
De Westerschelde met het Zeeuwse Sloegebied en de Kanaalzone. In Vlissingen ligt de derde diepzeehaven van Nederland. De mogelijke komst van de Westerschelde Containerterminal biedt nieuwe kansen voor de aan- en afvoer van containers en creëert kansen voor nieuwe activiteiten met toegevoegde waarde. Daarnaast zijn de havens van Terneuzen, Moerdijk en Bergen op Zoom belangrijke centra voor doorvoer en overslag; ze vormen een belangrijke vestigingsplaatsfactor voor de procesindustrie. De toegevoegde waarde van de activiteiten in de zeehavens van het Scheldebekken en Moerdijk bedroeg in 2004 zo’n 4,35 miljard euro (21% van de landelijke maritieme toegevoegde waarde).
•
Het Bruto Regionaal Product van Zuidwest-Nederland bedroeg in 2003 € 63 miljard (ca 8% van het BNP). De omvang van de productie is mede gerealiseerd doordat Zuidwest-Nederland weet te profiteren van de economische activiteiten, die in de stedelijke concentraties van Rotterdam, Antwerpen/Gent en BrabantStad plaatsvinden. Om optimaal synergie te behalen uit deze nauwe economische relatie met de omliggende stedelijke concentraties is samen optrekken van de betrokken overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen van belang.
De Zeeuwse kust en de Deltawateren trekken jaarlijks honderdduizenden binnenlandse en buitenlandse toeristen. In combinatie met attractieve historische steden (Middelburg, Breda, Bergen op Zoom, Antwerpen, Gent en Brugge), attracties (Efteling, Neeltje Jans) en watersport faciliteiten in de nabije omgeving is Zuidwest-Nederland een belangrijke trekker voor het internationale toerisme.
Pieken onder de loep
pen en Leuven alsmede van de Technische Universiteiten in Delft en Eindhoven. Er zijn in de regio zelf verder hogescholen - in Breda (NHTV en Avans Hogeschool) en Vlissingen (Hogeschool Zeeland) – en drie ROC’s.
Procesindustrie 2
De procesindustrie kent veelsoortige bedrijven , die op het eerste oog onderling weinig met elkaar gemeen lijken te hebben. Wat deze bedrijven bindt, is de strategische locatie in ZuidwestNederland. Ze zijn vaak sterk geworteld in de regio. Grote bedrijven in de procesindustrie profiteren sterk van de unieke ligging. Het maakt transport van grondstoffen en producten mogelijk via diep vaarwater, weg, spoor en pijpleiding. Ook het kapitaalsintensieve karakter van de investeringen en de nabijheid van de agroproductiecentra maakt de binding met de regio sterk. Van de acht grote concentratiegebieden aan procesindustrie in Nederland liggen er vier in Zuidwest-Nederland: Moerdijk, Sloegebied/Vlissingen, Kanaalzone /Terneuzen en Bergen op Zoom. De chemie en de energiebedrijven vinden we vooral in Moerdijk, Sloegebied, Kanaalzone, Bergen op Zoom en Geertruidenberg.
De uitdaging voor Zuidwest-Nederland Beter profiteren van de strategische ligging wordt mogelijk door: • een sterkere oriëntatie op vestiging van bedrijven die relaties met de havens onderhouden; • versterking van de relaties van het midden en kleinbedrijf met grote (inter)nationale bedrijfsvestigingen; • ruimte te bieden aan bedrijven in de toeristisch-recreatieve sector, de procesindustrie, de logistiek en havengerelateerde bedrijvigheid; • verbeteren van de transportverbindingen tussen havens onderling en met het achterland. Om met succes te kunnen participeren in een internationaal sterk concurrerende omgeving is het van belang dat bedrijven de ruimte hebben om schaalvergroting door te voeren en dienen de meest kansrijke sectoren hun positie te verbeteren door innovatie en technologische ontwikkeling. De ligging van de Zuidwestelijke Delta biedt bij uitstek kansen voor de verdere ontwikkeling van de speerpuntsectoren: procesindustrie, logistiek en toerisme.
De toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie biedt de sterk exportgerichte procesindustrie nieuwe afzetmarkten. Meer dan 50% van de omzet is bestemd voor de export. Wereldwijd groeit de procesindustrie voorspoedig. Die groei zit vooral in nieuwe markten en niet zozeer in nieuwe productielocaties. Om mondiaal de concurrentiepositie te versterken zet de procesindustrie strategisch in op een combinatie van costleadership en innovatie. Concentratie op kerncompetenties is al langer een tendens. Outsourcing van specialistische, kennisgerelateerde diensten aan derden resulteert in een toename van de werkgelegenheid bij toeleverende bedrijven. Hier ligt met name een kans voor het midden en kleinbedrijf.
Uitvoering van het programma zal regelmatig inpassing vragen in de ruimtelijke structuur van Zuidwest-Nederland. Door ruimtelijke kwaliteitszonering kan de kwaliteit van landschap, milieu, natuur en water, van stads- en dorpsschoon en van cultuur behouden en versterkt worden. Door de jaren heen is gebleken dat een aantrekkelijke leefomgeving een waardevolle vestigingsvoorwaarde is voor bedrijvigheid.
Het gebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van een aantal grote, internationaal opererende multinationals in de procesindustrie en relatief veel grote internationaal werkende logistieke dienstverleners. Voor de hogescholen en ROC’s in ZuidwestNederland is het de uitdaging om hier nauw bij aan te sluiten. Het academisch milieu in Zuidwest-Nederland reikt verder dan de hier gevestigde Koninklijke Militaire Academie in Breda of de Roosevelt Academy in Middelburg. De regio profiteert van de nabijheid van de universiteiten van Tilburg, Rotterdam, Antwer-
Gemeenschappelijk kenmerk van de procesindustrie in Zuidwest-Nederland is dat de bedrijven vooral productiebedrijven zijn, wat niet wil zeggen dat er geen Research & Development is. Onderhoud, oftewel maintenance van de productie-installaties, die een grote kapitaalwaarde vertegenwoordigen, is weliswaar een cruciale kostenfactor voor de bedrijven maar tegelijk valt daar ook de winst te halen, als het gaat om kostenefficiënt produceren. 2
12
13
Tot de procesindustrie behoren de volgende sectoren: voedings- en genotmiddelen industrie, papier- en grafische industrie, chemie, rubber- en kunstofindustrie, textiel en leerindustrie, aardolie, splijt en kweekstooffenindustrie, glas-, aardewerk- en bouwmaterialenindustrie, electriciteit-, aardgas- en waterindustrie, metaal-, machine- en apparatenindustrie.
innovatieve en cross-sectorale maintenance worden ontwikkeld, die zich onderscheidt van de andere regio’s. Daarbij ligt Zuidwest-Nederland centraal in het grootste petrochemische cluster van West Europa.
Naast maintenance zijn er voor de procesindustrie in ZuidwestNederland uitstekende kansen op het gebied van bio- energie en nieuwe energiebronnen. De toepassing en ontwikkeling daarvan biedt Zuidwest-Nederland de mogelijk-heid nieuwe bedrijven aan te trekken en nieuwe duurzame energiebronnen verder te ontwikkelen. Dit programma is erop gericht om de kansen die maintenance en bio-energiebronnen bieden, te benutten.
In Zuidwest-Nederland is de kennis over maintenance niet alleen bij bedrijven beschikbaar maar ook bij kennisinstellingen (Avans Hogeschool, ROC’s, Hogeschool Zeeland, KMA). Verder zetten andere sectoren in de regio (scheepvaart, luchtvaart en energie) sterk in op maintenance. Kapitaalintensieve bedrijven beschikken vaak over eigen maintenance-afdelingen. Ook besteden ze maintenance uit aan contractors, die kunnen profiteren van deze groei in de maintenance sector. De vraag naar excellente kennis op dit gebied is aanzienlijk. Samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen maakt dat er een groot potentieel ligt om een hoogwaardig maintenancespecialisme op te bouwen, dat zich niet alleen in Nederland, maar ook op internationaal niveau onderscheidt. De kans dat de onderhoudsactiviteiten voor alle Europese Joint Strike Fighter (JSF) gevechtsvliegtuigen in Woensdrecht worden ondergebracht, biedt Zuidwest-Nederland een extra kans om uit te 3 groeien tot centrum van hoogwaardige maintenance .
Maintenance Onder maintenance verstaan we: het totale pallet aan activiteiten en technologieën om te komen tot een zo efficiënt en effectief mogelijk beheer, onderhoud en optimalisatie van technische systemen, binnen de gestelde eisen aan beschikbaarheid, veiligheid en kosten. Maintenance is dus het allesomvattende begrip voor het complete “levensonderhoud” van een systeem. Maintenance is een belangrijke sector met landelijk circa 100.000 banen. Kansen in Nederland liggen vooral in Zuidwest-Nederland, omdat deze regio vrijwel alle typen hoogwaardige kapitaalgoederen in huis heeft (luchtvaart, procesindustrie, maritieme Industrie, energieopwekking, infrastructuur). Hierdoor kan
veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de installaties tegen de laagst mogelijke kosten is alleen te realiseren als er ook logistieke topkwaliteit wordt geleverd. De strategische ligging en de aanwezigheid van vele uitstekende logistieke dienstverleners kunnen daarom bijdragen aan het verder ontwikkelen van een sterk maintenance-cluster in Zuidwest-Nederland.
Behalve de ontwikkeling en vermarkting van kennis op het gebied van maintenance is het voor de sector essentieel dat de komende jaren voldoende en goed geschoold personeel beschikbaar komt, zowel op wo, hbo- als mbo-niveau. In ZuidwestNederland wordt een aantal specifieke maintenance opleidingen aangeboden: de Hogeschool Zeeland heeft de opleiding Assetmanagementcontrol en de ROC’s West en Midden Brabant hebben een opleiding voor vliegtuigonderhoud. De meeste opleidingen kennen de traditionele disciplines als elektrotechniek, installatietechniek en werktuigbouw. De belangstelling daarvoor neemt echter af. Maintenance als zelfstandig vakgebied begint pas sinds kort meer erkenning te krijgen. Er zijn kansen om door het aanbieden van aparte brede Maintenance-opleidingen, die gekoppeld zijn aan een duidelijke vraag van het bedrijfsleven, veel meer jongeren voor dit type opleidingen te interesseren. Er is overleg gaande tussen de ROC’s en Hogescholen in Zuidwest-Nederland om gezamenlijk een consortium te vormen, dat gedegen Maintenance opleidingprogramma’s op gaat zetten.
Om optimaal te kunnen profiteren van de kansen die maintenance voor bedrijven biedt en Zuidwest-Nederland te positioneren als Maintenance-regio is actie vereist op het gebied van: • de organisatie van maintenance-kennis; • ontwikkeling en vermarkten van kennis en kunde op het gebied van maintenance; • opleiding en scholing van huidige en toekomstige werknemers in de maintenance-sector. Uiteindelijk doel is het behalen van concurrentievoordeel (in de sfeer van kostenbesparing) ten opzichte van andere EU-landen, vooral Duitsland, Frankrijk, Spanje en Verenigd Koninkrijk, en de VS.
Logistiek is een belangrijk onderdeel van maintenance. Dit omvat het totale ketenbeheer, warehousing en fysieke distributie van alle onderdelen. Ook een deel van de vormgeving van de systeemomgeving (ICT) valt hieronder. Een hoge mate van
3
In de brief aan de Tweede Kamer (25820, nr 43) over de actualisatie beleid luchtvaart cluster is MRO een belangrijke beleidsspoor en staat aangegeven dat Nederland internationaal een kansrijke omgeving biedt en veel expertise heeft op MRO gebied.
TRENDS EN HET BELANG VAN MAINTENANCE In de wereld van de duurzame kapitaalgoederen (zoals luchtvaart, offshore industrie, scheepsbouw, elektriciteitsproductie en –distributie, en installaties in de procesindustrie) zijn de volgende ontwikkelingen waar te nemen. Schaalvergroting Nieuwe kapitaalgoederen zijn doorgaans bedoeld om een sprong in schaalgrootte en capaciteit te realiseren. Voorbeelden zijn de steeds grotere vliegtuigen, zoals de A380, of de steeds grotere container- of baggerschepen. Toename technologische complexiteit Nieuwe kapitaalgoederen worden voorzien van geavanceerde technologie waarin alle disciplines samenkomen (high tech, proces, ICT, mechatronica etcetera). Dit vereist “high tech maintenance”. Functionele eisen hoger De configuratie van de bestaande productie-installaties moet voortdurend worden aangepast aan de veranderende eisen. Denk aan verhoogde beschikbaarheid, hogere veiligheidseisen, hogere productiviteit en meer flexibiliteit. Operationele kosten lager Als gevolg van voortdurende concurrentie en de opkomst van nieuwe economieën buiten West-Europa blijft het continu noodzakelijk om de operationele kosten te verlagen. Hiervoor is nodig: kennis, kapitaal en gekwalificeerd personeel. Groei Het belang van maintenance leidt ertoe dat er steeds meer bedrijven komen die zich specialiseren in maintenance.
14
VOORBEELDEN VAN MOGELIJKE PROJECTEN MAINTENANCE De aanwezigheid van een groot aantal kapitaalintensieve installaties biedt kansen voor de complete industrie in Zuidwest-Nederland (“Maintenance Valley Zuid”). Om die kansen in de maintenance te benutten, dienen verbindingen te worden gelegd tussen kapitaalintensieve industrieën (luchtvaart, scheepvaart/maritiem, infra, energie en proces), toeleveranciers, bouwers van kapitaalgoederen, belangenverenigingen, reeds gevormde coalities, kennisinstellingen et cetera. Het doel is internationaal concurrentievoordeel te behalen en hoogwaardige werkgelegenheid te borgen en te creëren. Mogelijke projecten zijn: • het opzetten van een (cross industrieel) World Class Maintenance consortium (bijvoorbeeld een topinstituut) voor hoogwaardige kennisontwikkeling en internationale profilering; • realisatie van een Maintenance Competence Center (platform) waar de kennis geborgd, gedeeld, getraind en toegepast wordt en alle groeperingen samenkomen; • stimuleren van Maintenance Business door slimme clustering (geografisch of organisatorisch/virtueel) en samenwerkingsvormen tussen bedrijven, in de hele onderhoudsketen (incl. logistiek, spare parts management etc); • integratie en krachtenbundeling binnen de onderwijsinstellingen (ROC’s, hogescholen etc) in het Zuiden met als doel gezamenlijk (complementaire) Maintenance opleidingsprogramma’s en voldoende instroom van leerlingen.
15
Bio-energie
De sector biedt voldoende aanknopingspunten voor het stevig inzetten op duurzame energie. De kansen zijn als volgt: • ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie, benodigd voor de productie van tweede-generatie bioethanol, uit celluloserijke biomassa; • ontwikkeling van nieuwe technologie voor het winnen van biobrandstoffen uit kunststofrijke reststromen; • verder ontwikkelen van bestaande vergisting en vergassingtechnologie, die het mogelijk maakt grotere hoeveelheden duurzame elektriciteit met een diversiteit aan brandstoffen te maken; • aantrekken nieuwe bedrijvigheid.
Belangrijke aangrijpingspunten voor nieuwe investeringen in bio-energie zijn de ontwikkeling en vermarkting van nieuwe kennis en het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid. De ontwikkeling en toepassing van nieuwe bio-energiebronnen staat nog in de kinderschoenen. Het is de uitdaging voor ZuidwestNederland om deze niche in de markt op te pakken. De concentratie van grondstoffen, infrastructuur, en (petro-)chemische 4 industrie maken dat Zuidwest-Nederland op het gebied van de toepassing en ontwikkeling van nieuwe bio-energie kansrijk is. Op korte termijn komt de inzet van eerste-generatie biobrandstoffen in aanmerking ter vervanging van fossiele transportbrandstoffen. Op middellange termijn zal tweede-generatie technologie beschikbaar komen voor de productie van bioethanol en biodiesel uit lignocellulose. Er zijn belangrijke kansen voor de inzet van reststromen uit de agro-verwerkingsindustrie voor productie van biobrandstoffen in Nederland, zowel op korte als middellange termijn. In Zuidwest-Nederland is deze sector sterk vertegenwoordigd. Scherpere regelgeving, de wens minder afhankelijk te zijn van één afzetkanaal en de kans om hogere prijzen te krijgen zijn redenen voor deze producenten om hun bijproducten ten behoeve van biobrandstoffen af te zetten. De ontwikkeling van tweede-generatie biobrandstoffen zal de kansen voor de agroverwerkingsindustrie verder verhogen, aangezien tegen die tijd een groter volume biobrandstoffen uit bestaande reststromen geproduceerd kan worden en ook een groter aantal reststromen geschikt wordt voor biobrandstofproductie.
Deze ontwikkeling creëert nieuwe kansen voor de agro-sector en de food-industrie. De productie van biobrandstoffen levert in potentie nieuwe mogelijkheden voor de agrarische sector in termen van innoverende landbouwproducten en nieuwe afzetmarkten. Nieuwe valorisatiemogelijkheden van bestaande reststromen uit de food-industrie zorgen voor het behoud en verdere uitbouw daarvan. Om de ontwikkeling en exploitatie van nieuwe, duurzame energiebronnen in Zuidwest-Nederland tot een succes te maken, is het ontwikkelen en toepassen van duurzame grondstoffen en energievoorziening de meest kansrijke actie. 4
Quick scan kansen op het gebied van biobrandstoffen; met de nadruk op de agrosector; Auteur(s) E. Annevelink, R.R. Bakker & M.J.G. Meeusen Uitgave: Agrotechnology & Food Innovations B.V., onderdeel van Wageningen UR februari 2006).
VOORBEELDEN VAN MOGELIJKE PROJECTEN BIO-ENERGIE Bio-energie biedt nieuwe kansen.
Duurzame bioethanol uit restmateriaal Door een gerichte krachtenbundeling kan, met toepassing van baanbrekende nieuwe technologieën, bioethanol gewonnen worden uit houtachtige reststromen zoals bermgras en resten van de agro-food industrie. Dit is een voorbeeldproject van ten minste nationaal niveau dat ook hoog op de agenda staat van de Europese overheid. Demopark bio-energie De investeringen van bedrijven kunnen leiden tot de start van een demonstratiepark bio-energie. Een demopark is een centrale plaats, waar bedrijven kostenvoordelig proefinstallaties kunnen opstarten en uitbouwen. Bedrijven kunnen met dit programma de faciliteiten krijgen die nodig zijn voor een snelle marktintroductie. Een dergelijk project zorgt voor het bijeen brengen van vele partijen zoals energieleveranciers, technologie & kennispartijen in combinatie met een geschikt bedrijventerrein, geschikte logistieke infrastructuur en aanwezigheid van goedkope grondstoffen.
16
17
Logistiek en distributie
terrein van logistieke dienstverlening beschikbaar. Niet alleen bij kennisinstellingen, zoals de Hogeschool Zeeland, NHTV, KMA, Transport Academie van de Universiteit Tilburg, maar ook bij grote bedrijven zelf. Door middel van samenwerking met o.a. de TU Delft, de TU Eindhoven, Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Antwerpen kan Zuidwest-Nederland slim gebruik maken van beschikbare kennis elders. Samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en met bedrijven is ook nodig om het imago van werken in de logistieke sector een 5 impuls te geven . Het versterken van de kennis en de opleidingensector is tevens noodzakelijke voorwaarde om de innovatiekracht van de regio op langere termijn te versterken.
De havens van Rotterdam en Antwerpen ontlenen hun kracht aan het efficiënt overslaan en doorvoeren van grote ‘ onbewerkte’ bulkgoederen. Het ontbreekt hen echter aan ruimte. Grote logistieke dienstverleners, die veel ruimte vragen en toch dicht bij de grote logistieke stromen willen zitten, vestigen zich daarom buiten deze mainports. Zuidwest-Nederland profiteert hiervan. In het gebied zijn veel grote, internationaal werkende logistieke dienstverleners gevestigd, die zich hebben ontwikkeld tot netwerk-/ketenregisseurs. Om internationaal sterk te kunnen concurreren is het voor Zuidwest-Nederland essentieel om, ook met deze uitstekende uitgangspositie, voortdurend te blijven investeren in het aantrekken van nieuwe bedrijven door middel van gezamenlijke promotie en acquisitie en het creëren van een gunstig vestigingsklimaat. Ook is de opbouw van kennis en samenwerking om tot slimme innovatieve logistieke oplossingen te komen van belang.
De ambitie van dit programma is om de concurrentiekracht en bedrijvigheid van de logistieke sector in de regio verder te verhogen. Om dit te bereiken is de inzet gericht op: • aantrekken van nieuwe logistieke bedrijvigheid en goederenstromen; • innovatie binnen bestaande logistieke ketens; • innovatie tussen bestaande logistieke ketens.
Grote logistieke dienstverleners beschikken over veel specifieke logistieke kennis en kunde. Bundeling van kennis en kunde biedt nieuwe kansen om beter in te kunnen haken op de nieuwste ontwikkelingen en de wensen van de klant. Om aan de top te blijven is het voor de sector dus van belang om alert in te spelen op de veranderende eisen van de klanten (producenten/verladers). Zo is er een toenemende behoefte aan slimme (onder meer ICT-) oplossingen binnen bedrijven en aan het bundelen (combineren/koppelen) van individuele stromen en modaliteiten. Daarmee kan worden voldaan aan de toenemende eisen vanuit de maatschappij (leefbaarheid, milieu, veiligheid, verkeersbelasting). Innovatie is cruciaal voor de concurrentiekracht van de sector. Daarvoor is nodig dat bedrijven uitgedaagd worden om samenwerking te zoeken. In en rond Zuidwest-Nederland is veel kennis en kunde op het
Nieuwe logistieke bedrijven en goederenstromen naar Zuidwest-Nederland Om Zuidwest-Nederland te profileren als logistieke topregio is het noodzakelijk dat regio en sector samen zich positioneren als dè vestigingsplaats bij uitstek. Zowel voor de bedrijven in de supply chain sector als in de fysieke - en kennisinfrastructuur. De aantrekkelijkheid van Zuidwest-Nederland voor nieuwe, grote logistieke dienstverleners ligt met name in de multimodaliteit van Moerdijk en Vlissingen/Terneuzen, de beschikbaarheid van ruimte en de achterlandverbindingen. De promotie en acquisitie van Zuidwest-Nederland wint aan kracht wanneer betrokken partijen uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden hierin nauw samenwerken. Multimodale ontsluiting. 5
De instroom van studenten in de logistieke opleidingen is al jaren een punt van zorg.
ZUIDWEST-NEDERLAND, MULTIMODAAL STROMENLAND • • • •
Belangrijke verbindingen in Noord-Zuid en Oost-West richting kruisen Zuidwest-Nederland via de weg, het spoor, de binnenvaart en buisleidingen. De A16 is naast A1 en A2 de belangrijkste nationale achterlandverbinding. Grote concentratie groothandels- en distributiecentra op verschillende locaties in Zuidwest (o.a. Oosterhout, Bergen op Zoom, Roosendaal, Breda/Hazeldonk en de zeehaventerreinen Terneuzen, Vlissingen en Moerdijk). Een goede afwikkeling van de groei van de vervoersstromen in de mainports is gebaat bij een belangrijke rol van Zuidwest-Nederland.
18
19
Innovatie binnen bestaande logistieke ketens De sector heeft grote mogelijkheden om nieuwe concepten en kennis toe te passen in bestaande logistieke ketens. Dergelijke innovaties bieden kansen voor het doorbreken van kostenniveaus (efficiëncy), het verminderen van fouten (kwaliteit), het verhogen van schakelvermogen (flexibiliteit) en het introduceren van nieuwe en complexere diensten (innovatie). Daarbij is het essentieel de benodigde kennis en concepten te vergaren, toe te passen en snel en gemakkelijk toegankelijk te maken voor logistieke bedrijven in de regio. Eén en ander is beschikbaar door de concentratie van grote bedrijven in (de nabijheid van) Zuidwest-Nederland en door de aanwezige procesindustrie en kennisinstellingen. Zowel het vergroten van de samenwerking binnen de logistieke sector als het vergroten (kennistransfer) van het innovatieve vermogen bij (MKB) bedrijven zal bijdragen aan een versterkt concurrentievermogen. Innovatie tussen bestaande logistieke ketens De sector kan kansen pakken door het koppelen en combineren van logistieke stromen en modaliteiten, waardoor belangrijke voordelen op het gebied van efficiency, kwaliteit, flexibiliteit en innovatie zijn te realiseren. Dit komt tegemoet aan de wens van verladers op ‘just in time’ levering, wat met de toenemende congestie in Europa steeds lastiger wordt. Logistieke bedrijven kunnen de handen ineen slaan om via bundelen/clusteren hierop in te spelen. Het gaat om het toepassen van slimme nieuwe (verbindings- of bundelings-) concepten en kennis tussen bestaande logistieke ketens.
VOORBEELDEN VAN MOGELIJKE PROJECTEN LOGISTIEK • •
•
Het opzetten van Multimodale Hubs om een effectieve bundeling te organiseren en eventueel nieuwe stromen aan te kunnen trekken. Zo’n project realiseert een slimmere mix en efficiënter gebruik van de verschillende modaliteiten (spoor, water, weg, buisleiding). Realisatie van het Smart Logistics Center. Hier komen partijen uit de logistieke sector bijeen: verladers, vervoerders, toeleveranciers en kennisinstituten. Met als doel om bewezen kennis, concepten, methodieken en systemen uit te wisselen en deze op een passende en effectieve wijze naar het logistieke MKB te brengen. Het ontwikkelen en uitdragen van een gemeenschappelijke promotie van Zuidwest Nederland als de vestigingsplaats voor nieuwe logistieke bedrijvigheid.
20
21
Toerisme
een attractie. Kortom het huidige product is traditioneel en sluit onvoldoende aan bij de vraag van de toerist. Het investeringsvermogen en de kracht om te innoveren schieten te kort. Kleinschalige bedrijven kijken te weinig naar andere sectoren, die wel over investeringskapitaal beschikken en waarmee verbindingen kunnen worden aangegaan. Kwalitatief hoogwaardige bedrijven zijn daar eerder toe geneigd en kunnen zodoende het innovatieproces op gang brengen en de innovatiekracht van de sector in zijn geheel versterken. Nieuwe aanbieders stimuleren bovendien de concurrentie en prikkelen tot innovatie in de sector. De toeristische ontwikkelingen moeten, meer dan ooit, worden bezien in een internationaal perspectief. De concurrenten bevinden zich niet alleen in Zuidwest-Nederland, Nederland of Europa maar over de hele wereld. Een belangrijke verklaring voor de achterblijvende innovatie ligt ook in de wijze waarop en de snelheid waarmee overheden inspelen op de veranderingen in de toeristische sector. Evenals ondernemers worden ook de Rijksoverheid, provincies en gemeenten geconfronteerd met ontwikkelingen en trends in de toeristische markt die adequaat handelen vereisen. Oude inzichten en aanpakken voldoen niet meer. De volledige benutting en opschaling van het toeristisch potentieel vereisen professionalisering van het toeristisch ondernemerschap, inspelen op nieuwe ontwikkelingen in samenwerking met nieuwe partijen en ruimte om te ondernemen (fysiek en in de zin van ondernemerschap). Alleen op die wijze kunnen de dalende toeristenstroom, de afnemende bestedingen en achterblijvende werkgelegenheidsgroei in Zuidwest-Nederland worden omgebogen in een stijgende lijn. Om dit te bereiken zet dit programma in op: • het aantrekken van nieuwe, kwalitatief hoogwaardige bedrijven en nieuwe markten; • het versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur.
De aantrekkingskracht van Zuidwest-Nederland wordt bepaald door de combinatie van de Zeeuwse kust en binnenwateren, ruimte en natuur met de nabijheid van historische steden als Breda, Bergen op Zoom Middelburg, Antwerpen, Gent en Brugge. Verder zijn er attracties als het Land van Ooit, de Efteling en Neeltje Jans. Het verblijfsrecreatieve aanbod weerspiegelt diezelfde verscheidenheid. Zuidwest-Nederland is bereikbaar over de weg, het water, per spoor (met een HSL shuttle station in Breda) en door de lucht, met Rotterdam en Eindhoven als regionale luchthavens en internationale luchthavens Brussel en Schiphol op relatief korte afstand. Hoewel er sprake is van een daling van het aantal overnachtingen aan de Zeeuwse kust (van 9,4 mln. in 2003 naar 7,23 mln. in 2004) wordt deze daling deels gecompenseerd door een stijgend aantal overnachtingen in het Zeeuwse binnenland en West-Brabant. Een miljoen buitenlandse toeristen kiezen Zuidwest-Nederland als vakantiebestemming. Het marktaandeel van ZuidwestNederland in het totale aantal buitenlandse overnachtingen in Nederland bedraagt 14%. De totale bestedingen van toeristen in de regio bedragen € 426 miljoen; € 69 miljoen (16 %) daarvan is afkomstig van buitenlandse toeristen. Louter het gegeven dat een groot aantal binnen- en buitenlandse toeristen momenteel Zuidwest-Nederland weet te vinden als vakantiebestemming, betekent niet dat dit ook voor de toekomst geldt. De dalende lijn in de toeristenstroom heeft te maken met toenemende concurrentie, onder andere vanuit goedkope charterbestemmingen in Zuid Europa, een verdergaande differentiatie in type consumentengroepen, een toenemend bestedingspatroon, hogere kwaliteitseisen en de vraag naar diversificatie van producten en vormen van vrijetijdsbesteding. De sector speelt nog onvoldoende adequaat en alert in op deze ontwikkelingen; innovatie blijft achter.
Aantrekken nieuwe bedrijven en nieuwe markten De inzet is om te komen tot een nationale en internationale herpositionering van het toeristisch product. Om daadwerkelijk een grote stap voorwaarts te zetten met een duidelijk economisch effect (meer bestedingen) is het noodzakelijk ruimte te bieden aan nieuwe kwalitatief hoogwaardige en innoverende ondernemingen, die een impuls kunnen geven aan de kwaliteit van het toeristische product van Zuidwest-Nederland. Voorop staat dat nieuw te ontwikkelen toeristische producten/concepten aansluiten bij de vraag van de markt. Ruimtelijk worden dergelijke projecten conform de ruimtelijke plannen van de
Oorzaken en aanpak Het achterblijven van de innovatie heeft o.a. te maken met de structuur van de sector: relatief veel midden- en kleinbedrijf en slechts enkele internationaal opererende ondernemingen. De verblijf- en dagrecreatiesector zijn veelal gescheiden en op zichzelf staande werelden. Terwijl de consument is gericht op het beleven van een “vakantie”, biedt de sector slechts een verblijf of
22
Kust, water en ruimte.
23
middel van best practices van grote bedrijven aan het midden en kleinbedrijf) en in de juiste vorm (business to business) wordt ontsloten voor ondernemers. Bedrijven kunnen die kennis vervolgens omzetten in concrete acties en daarmee de professionalisering van de sector bevorderen en de kwaliteit van de sector een nieuwe impuls geven. Het Kenniscentrum Toerisme Zuid Nederland richt zich vooral op de ontsluiting van de kennis over de toeristische ontwikkeling in Zuid Nederland voor ondernemers.
provincies Noord-Brabant en Zeeland gesitueerd, aansluitend aan steden en recreatieconcentraties of toeristische projectlocaties. Deze aanpak moet leiden tot nieuwe “hotspots” in Zuidwest-Nederland, die deze regio nieuw elan geven en andere ondernemers stimuleren tot investeringen, waardoor innovaties tot stand komen. Bij nieuwe ondernemers gaat het om ondernemers, die zorgen voor een aanvulling op en upgrading van het bestaande toeristisch product. Daarmee kan een impuls gegeven worden aan het bezoek naar Zuidwest-Nederland buiten de goed bezette seizoenen. Ook toeleveranciers kunnen bijdragen aan dit innovatieproces. Het gaat vooral ook om ondernemers buiten de toeristische bedrijfskolom, die allianties sluiten met toeristische ondernemers en zodoende nieuwe producten en markten creëren. Ze beschikken over investeringsvermogen en zien kansen om hun product op de toeristische markt te exploiteren en daardoor een bijdrage te leveren aan een totaal-concept.
Het toerisme ontwikkelt zich meer en meer in een internationaal perspectief, zeker het kusttoerisme. Dit betekent dat ondernemers opereren in een steeds grotere wereld. Kennisontwikkeling en een goede ontsluiting van de beschikbare kennis voor ondernemers kunnen ertoe bijdragen dat we tot de kopgroep van vernieuwers behoren en aansluiting houden met de markt. De uitwisseling van kennis tussen kennisinstellingen op het gebied van toerisme en de aanwezige bedrijven is echter nog onvoldoende. Allianties met andere sectoren roepen weer nieuwe kennisvragen op.
Dit programma nodigt ondernemers uit om de specifieke gebiedskwaliteiten van Zuidwest-Nederland inzake toerisme te benutten en de kansen die de regio biedt, te verzilveren. Innoverende ondernemers die hun belangen afstemmen op die van de regio, kunnen rekenen op een actieve, klantgerichte houding van de overheid, die bereid is om goede initiatieven te accommoderen of realisering te bespoedigen.
De inzet in het kader van dit programma is: • het ontwikkelen en versterken van een goed geoliede kennisinfrastructuur, met een goede wisselwerking tussen de verschillende kennisinstellingen en het bedrijfsleven. De versterkte kennisinfrastructuur zal bijdragen aan het versneld realiseren van de trendbreuk in de toeristische ontwikkeling van Zuidwest-Nederland; • het sturen door bedrijfsleven en overheden van de kennis vragen voor de verschillende kennisinstellingen in de Zuidwest-Nederland (kennis op afroep).
Versterken en ontsluiten kennisinfrastructuur Kennis is een belangrijke motor om het innoverend vermogen en daarmee de kwaliteit van de toeristische sector te vergroten. Om het innovatieproces op gang te houden moeten nieuwe arbeidskrachten over de juiste kwalificaties beschikken en dienen bestaande ondernemers/medewerkers te worden gevoed met kennis over nieuwe ontwikkelingen in de toeristische sector. Alleen dan kunnen zij adequaat inspelen op deze nieuwe kansen en tegemoet komen aan vragen uit de markt. In potentie is die kennis in Zuidwest-Nederland voldoende beschikbaar of in ontwikkeling bij kennisinstellingen als de NHTV, Hogeschool Zeeland en de Universiteit van Tilburg. Kennis wordt echter pas waardevol wanneer zij op de juiste wijze (bijvoorbeeld door
• •
•
het praktijkgericht ontsluiten van beschikbare kennis naar de verschillende doelgroepen; het doorleiden van vragen uit de markt naar kennisinstellingen, bijvoorbeeld door introductie van kennisvouchers; een goede aansluiting van toeristische opleidingen op de verschillende onderwijsniveaus en het afstemmen van onderwijsprofielen op de wensen van het toeristische bedrijfsleven.
MOGELIJKE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN Grootschalige herstructureringsopgave van de verblijfsrecreatie Door een gebiedsgerichte aanpak met inzet van nieuwe instrumenten, inspelend op de wensen van nieuwe potentiële gasten, komen tot een vernieuwend verblijfsproduct en het realiseren van een kwaliteitsimpuls voor de badplaatsen. Aqua High Tech Valley De nieuwe kijk op kustveiligheid en de kansen die op Rijksniveau (zwakke schakels) worden gezien om kennis en techniek in kustverdediging te exporteren naar allerlei deltagebieden in de wereld kan ook direct gerelateerd worden aan zakelijk en wetenschappelijk toerisme. Deze kennis is tevens te benutten voor de ontwikkeling van een (zee)jachthaven aan de Zeeuwse Kust. Kuuroord Ontwikkeling van de Brabantse Wal tot een Kuurbestemming met allure door met met de partners uit het gebied een totaal wellness product te ontwikkelen.
Om de versterkte kennisinfrastructuur te realiseren is kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing nodig. Dat moet plaatsvinden door: • het ontwikkelen van (toegepaste) kennis (producten, diensten, strategisch) waar het bedrijfsleven om vraagt en behoefte aan heeft. In eerste instantie gaat het hierbij om bedrijven die daarvoor open staan en deze kennis implementeren in de bedrijfsvoering;
24
25
3
Programma Pieken in Zuidwest-Nederland 26
Doelstelling procesindustrie: aan de top blijven als internationaal sterk competitieve regio
Actielijn 2: verzamelen, ontsluiten en vermarkten van maintenancekennis en -toepassingen Projecten hebben tot doel om het maintenance-cluster te versterken en te verbreden door de praktische kennis en toepassingen op het gebied van maintenance te verzamelen en te makelen naar andere bedrijven, in het bijzonder midden- en kleinbedrijf. Door het opzetten van bijvoorbeeld een Maintenance Competence Centre worden kennis en “best practices” gebundeld en daarna verspreid naar bedrijven die op dat gebied actief zijn of willen worden.
Doelstelling is dat de economische groei van bedrijven in maintenance en bio-energie, gemeten naar toegevoegde waarde en bedrijfsinvesteringen, in de periode 2007-2010 meer toeneemt dan de totale economische groei. Om dit te bereiken wordt ingezet op de volgende twee programmalijnen: • ontwikkelen tot internationale hotspot op het gebied van hoogwaardig technologisch onderhoud (maintenance); • ontwikkelen tot centrum voor ontwikkeling, toepassing en productie van bio-energie.
Actielijn 3: inrichting, promotie en samenhang maintenance opleidingen Projecten hebben tot doel om een adequate opleidingsstructuur in te richten teneinde de instroom van studenten en leerlingen in het maintenance-vakgebied te vergroten. Van belang is dat kwalitatief hoogwaardig onderwijs is afgestemd op de toekomstige vraag. De samenhang en consistentie evenals de relaties tussen Hogescholen en ROC’s dienen daarbij versterkt te worden.
Programmalijn maintenance: internationale hotspot hoogwaardig technologisch onderhoud
Programmalijn bio-energie: ZuidwestNederland centrum voor nieuwe energiebronnen.
De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het gebied is dat excelleert op het gebied van hoogwaardig technisch onderhoud (maintenance). Daartoe worden bedrijven en kennisinstellingen uitgedaagd om te investeren in de ontwikkeling van nieuwe methoden, technologieën, producten en diensten op het gebied van maintenance rond kapitaalintensieve complexen. In samenhang hiermee worden projecten ontwikkeld, gericht op het vermarkten en de verspreiding van de opgedane kennis om daarmee bedrijven uit te dagen tot nieuwe bedrijfsontwikkelingen.
De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het centrum is waar ontwikkeling, productie en toepassing van bio-energie plaatsvindt. Daartoe zullen projecten worden geïnitieerd gericht op ontwikkelen en toepassen van bio-energiebronnen en aantrekken van nieuwe bedrijvigheid.
Actielijn 1: ontwikkelen en implementeren van geavanceerde kennis op het gebied van maintenance. Projecten hebben tot doel om de concurrentiepositie van de kapitaalintensieve procesindustrie te versterken door middel van samenwerking op het gebied van nieuwe onderhoudstechnologieën. Door het vormen van cross sector consortia world class maintenance worden de krachten van bedrijven gebundeld op het gebied van nieuwe onderhoudstechnologieën, waardoor een schaalsprong is te realiseren ten opzichte van de concurrentie in omringende landen.
Actielijn: ontwikkelen en vermarkten van kennis en toepassingen van duurzaam grondstoffengebruik en bio- energievoorziening. Projecten hebben tot doel om de concurrentiepositie van de bio-energiesector te versterken door middel van samenwerking op het gebied van nieuwe technologie voor duurzaam grondstoffenverbruik, bio-energievoorziening en een beter gebruik van bestaande reststromen. De technologie zal moeten voldoen aan eisen die in de toekomst gesteld gaan worden inzake leveringsbetrouwbaarheid, CO2 neutraliteit, milieuvriendelijkheid en efficiëncy. Door het vormen van consortia van bedrijven worden de krachten gebundeld. Projecten leiden tot realisatie van een schaalsprong ten opzichte van de ons omringende landen.
28
High-tech procesindustrie
29
Doelstelling logistiek: logistieke hotspot tussen twee mainports.
Programmalijn: innovatie binnen bestaande logistieke ketens
Doelstelling toerisme: trendbreuk en optimaliseren toeristisch potentieel
Ook in de logistieke dienstverlening moet de economische groei van bedrijven, gemeten naar bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde, in de periode 2007-2010 toenemen, in elk geval meer dan de totale economische groei. Het beoogde resultaat is dat Zuidwest-Nederland in 2010 bekend staat als de topregio op het gebied van logistieke dienstverlening. Daartoe moeten meer logistieke activiteiten worden aangeboden, de samenwerking binnen de logistieke sector groeien en het innovatieve vermogen toenemen. Ook wordt ingezet op het bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen.
De ambitie is om vernieuwingen en doorbraken in de productieen distributieketen te realiseren door nieuwe kennis en concepten toe te passen. Om de gewenste efficiëncy en innovatie te bereiken is het noodzakelijk dat het zelforganiserend vermogen in de sector wordt versterkt. De inzet is gericht op het uitwisselen van logistieke kennis en logistieke concepten, die bovendien snel en gemakkelijk toegankelijk gemaakt worden voor logistieke bedrijven in de regio.
Doelstelling is om in 2010 een structurele stijgende lijn te realiseren in het aantal buitenlandse toeristen en het aantal overnachtingen in Zuidwest-Nederland. In de periode 2007-2010 dient de omvang van de toeristische bestedingen te groeien.
Actielijn: uitwisseling kennis en kunde tussen grootbedrijf en midden- en kleinbedrijf Projecten hebben tot doel bij te dragen aan het toepassen van innovatieve concepten door gebruik te maken van kennis van grote bedrijven/kennisinstellingen en/of door in te zetten op samenwerkingsverbanden die gezamenlijk nieuwe innovaties oppakken. Kennis die aldus beschikbaar komt, wordt gedistribueerd naar deelnemende bedrijven.
Dit betekent inzet op de volgende drie programmalijnen: • aantrekken nieuwe bedrijvigheid; • innovatie binnen bestaande logistieke ketens; • innovatie tussen bestaande logistieke ketens.
Programmalijn: aantrekken nieuwe bedrijvigheid
Programmalijn: innovatie tussen bestaande logistieke ketens
De ambitie is om meer logistieke dienstverleners naar ZuidwestNederland te trekken door middel van verbetering van het vestigingsklimaat en door middel van gezamenlijke internationale promotie van Zuidwest Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor logistieke dienstverleners. Beoogd resultaat is het aantrekken van nieuwe stromen met een hoge(re) toegevoegde waarde, zoals Value Added Logistics / Services.
De ambitie is het optimaal benutten van de multimodale knooppunten in het gebied Moerdijk-Terneuzen-Vlissingen in combinatie met het slim combineren en koppelen van logistieke stromen en modaliteiten van afzonderlijke bedrijven. Beoogd resultaat is efficiëntere en grotere volumestromen, waardoor de multimodale mogelijkheden van de regio beter worden benut (verduurzaming, tegengaan dichtslibben achterlandverbindingen). Aansluiting op de wensen van de producenten / verladers nu en in de toekomst (concurrentie- en acquisitiekracht) is daarbij van belang.
Actielijn: gerichte positionering van Zuidwest-Nederland als logistieke topregio Projecten hebben tot doel om bedrijven te overtuigen zich in Zuidwest-Nederland te vestigen, enerzijds door ruimte te bieden en anderzijds door via samenwerking gezamenlijk de logistieke sector in binnen- en buitenland te promoten bij toonaangevende bedrijven uit de supply chain sector.
Projecten zijn bovendien gericht op innovaties van het bestaande toeristische product van Zuidwest-Nederland en zorgen voor een verbreding daarvan. Ze dienen in alle gevallen een essentiële bijdrage te leveren aan de toeristische economie en het innovatieproces in de regio te stimuleren.
Programmalijn: versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur
Om dit te bereiken is de inzet gericht op de volgende twee programmalijnen: • aantrekken kwalitatief hoogwaardige, innoverende bedrijven en nieuwe markten; • versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur.
De ambitie is de opbouw van een kennisnetwerk waardoor praktisch toepasbare kennis over toerisme wordt opgebouwd, versterkt en toegankelijk gemaakt. Dit netwerk omvat bestaande kennisinstellingen in onderlinge interactie met toeristische ondernemers en overheden, gericht op doelgroepen (ondernemers, werknemers, brancheorganisaties, overheden), die met deze kennis aan de slag moeten. De doelstelling is om versnelling te realiseren in de benodigde innovatie van het product en de vermarkting van het product en zo te behoren tot de kopgroep van vernieuwers, waardoor aansluiting met de markt kan blijven behouden.
Programmalijn: aantrekken van kwalitatief hoogwaardige, innoverende bedrijven en nieuwe markten De ambitie is om de concurrentiepositie van Zuidwest-Nederland als toeristische bestemming te vergroten door nieuwe aansprekende en verrassende product-marktcombinaties te initiëren. Om dit te bereiken zet dit programma in op het aantrekken van kwalitatief hoogwaardige en innoverende bedrijven en investeerders. Deze zijn bereid en in staat om te investeren in nieuwe en voor de potentiële gasten aansprekende allianties tussen de toeristische sector en andere sectoren met een economische spin off, zoals zorg, agri-business, cultuur, watergerelateerde bedrijven.
Actielijn: kennisnetwerk voor toeristische innovatie Projecten zijn gericht op kennisoverdracht en –toepassing. Het gaat er om dat kennis beschikbaar komt voor ondernemers en dat zij deze in de dagelijkse praktijk kunnen toepassen bij respectievelijk productontwikkeling, vermarkting en beleidsontwikkeling. De nadruk dient te liggen op het faciliteren van innovatieprocessen, zodat kansrijke initiatieven met een economische spin off voor de regio, daadwerkelijk gerealiseerd worden. Projecten zullen een antwoord moeten hebben op kennisvragen vanuit de markt, met als gevolg dat een beter beeld ontstaat van de nationale en internationale ontwikkeling en potentie van het toerisme, zodat uiteindelijk meer toeristen kiezen voor Zuidwest Nederland.
Actielijn: innovaties bevorderen in product-marktcombinaties Projecten zijn gericht op het identificeren en tot stand brengen van kansrijke allianties tussen de toeristische sector en andere sectoren, die leiden tot nieuwe producten waarmee nieuwe markten worden bereikt voor Zuidwest-Nederland.
Actielijn: bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen Projecten hebben tot doel om de multimodale capaciteit in te richten en te vergroten en bij te dragen aan betere benutting en afstemming van verschillende modaliteiten (spoor, water, weg, buisleiding), waardoor efficiënte en gebundelde logistieke stromen ontstaan.
30
31
4 Monitoring en Evaluatie 32
Programmacommissie Zuidwest Nederland
De voortgang van het programma Zuidwest-Nederland zal gevolgd worden via een nog vorm te geven monitoringsysteem. Er zal zoveel mogelijk aansluiting plaatsvinden op monitoringsystemen van de regio en de eisen en randvoorwaarden, zoals die in de regio zijn opgesteld.
De volgende leden hebben op persoonlijke titel zitting in de Programmacommissie Zuidwest- Nederland:
Uiterlijk 1 januari 2007 zal aan de hand van het Programmadocument worden vastgelegd welke doelstellingen worden gemonitord en met welke indicatoren dit gebeurt. Per doelstelling worden één of meerdere indicatoren vastgesteld. Monitoring van de doelen vindt plaats in 2006 (nulmeting), 2008 (monitoring) en 2010 (eindmeting). Deze informatie is mede de basis voor de evaluatie die de Programmacommissie zal uitvoeren in 2008 (midterm review) en 2010 (endterm review).
P.A.C.M. van der Velden, burgemeester Breda, voorzitter Programmacommissie; O. Hoes, gedeputeerde Economische Zaken provincie Noord Brabant; Mevrouw M. le Roy, gedeputeerde Economische Zaken provincie Zeeland;
De staatssecretaris van Economische Zaken is ontvankelijk voor wijzigingen die bijdragen aan de effectiviteit van het programmadocument. Dit mede gelet op het leerproces dat de programmacommissie tijdens de uitvoering van Pieken in de Delta wil doormaken. Deze wijzigingen kunnen jaarlijks in het programmadocument worden aangebracht.
W.N.C. Heeren, directeur Jan de Rijk Logistics;
J.A. Groenink, directeur Thermphos Int.;
K.J. Coppoolse, eigenaar camping “Ons Buiten”;
G.L.E.M. Koopman, voorzitter Raad van Bestuur Avans Hogeschool; J.B. Mandos, voorzitter College van Bestuur Hogeschool Zeeland; J.G. Uijterwijk, voorzitter College van Bestuur NHTV; C. Kortleve, plv directeur Directie Ruimtelijk Economisch Beleid, Ministerie Economische Zaken; Secretaris: J.A.M.N. Tonk, ministerie van Economische Zaken, Programma Zuidwest-Nederland.
34
35