Programmabegroting 2015-2018 Winterswijk
Besluitvorming:
college raad
d.d. 30 september 2014 d.d. 30 oktober 2014
Pagina 1 van 153
Pagina 2 van 153
Inhoudsopgave Leeswijzer...................................................................................................................................................... 5 Voorwoord door het bestuur .......................................................................................................................... 7 Toekomstvisie: Een Vitaal Winterswijk ........................................................................................................ 9 Begroting 2015 ............................................................................................................................................ 18 Kerngegevens programmabegroting 2015-2018 ......................................................................................... 19 Programma 1: Bestuur en Veiligheid .......................................................................................................... 21 Programma 2: Vergunningverlening en Handhaving ................................................................................. 24 Programma 3: Economie, deel industrie...................................................................................................... 26 Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer.......................................... 28 Programma 5: Innovatie, Duurzame Energie en Milieu .............................................................................. 35 Programma 6: Kunst, Cultuur en Erfgoed ................................................................................................... 38 Programma 7: Arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening ...................................................................... 42 Programma 8: Basismobiliteit ..................................................................................................................... 45 Programma 9: Sport..................................................................................................................................... 47 Programma 10: Maatschappelijke Participatie en Zorg............................................................................... 50 Programma 11: Jeugd(-zorg) en Onderwijs................................................................................................. 54 Programma 12: Economie, deel centrum .................................................................................................... 57 Programma 13: Financiën............................................................................................................................ 59 Programma 14: Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking.................................. 61 Programma 15: Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ontwikkeling ......................................................... 65 Programma 16: Vrijetijdseconomie ............................................................................................................. 68 Paragraaf A Lokale heffingen...................................................................................................................... 70 Paragraaf B Weerstandsvermogen............................................................................................................... 76 Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen ................................................................................................... 82 Paragraaf D Financiering ............................................................................................................................. 88 Paragraaf E Bedrijfsvoering ........................................................................................................................ 91 Paragraaf F Verbonden Partijen .................................................................................................................. 98 Paragraaf G Grondbeleid ........................................................................................................................... 120 Paragraaf H Algemene middelen............................................................................................................... 130 Paragraaf I integriteit ................................................................................................................................. 131 Bijlage 1: Overzicht investeringen 2015-2018 .......................................................................................... 133 Bijlage 2: Reserves en voorzieningen 2015-2018 ..................................................................................... 134 Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk........................................................................................... 136 Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma ....................................................................................... 147
Pagina 3 van 153
Pagina 4 van 153
Leeswijzer Voor u ligt de definitieve (meerjaren)begroting voor de jaren 2015 tot en met 2018. In deze begroting zijn de door de raad aangenomen amendementen verwerkt. Deze (meerjaren)begroting bestaat uit drie onderdelen: 1. de programmabegroting; 2. de paragrafen; 3. de bijlagen. Programmabegroting De programmabegroting is bedoeld om de gemeenteraad en andere geïnteresseerden op een toegankelijke manier de vele en diverse ontwikkelingen te presenteren. Dat doen we met de volgende onderwerpen: 1. voorwoord van het bestuur met de belangrijkste beleidsontwikkelingen in 2015 en verder; 2. visie op de toekomst van Winterswijk; 3. ontwikkeling van het resultaat van 2015 tot en met 2018 met een korte toelichting; 4. kerngegevens begroting 2015-2018, inclusief de ontwikkeling van de schuldpositie en de positie van het eigen vermogen; 5. korte toelichting per programma met de financiële wijzigingen (exploitatie € 50.000 of meer, kredieten € 100.000 of meer) ten opzichte van de financiële prognose per 1 september 2014. De programmabegroting is ingedeeld per programma en op clusterniveau. De indeling van de programmabegroting is gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren als gevolg van het nieuwe coalitieprogramma 2014-2018 ‘samen verder!’. De streefbeelden, die per programma aangeven wat het doel van het programma is en wat we willen bereiken binnen dit programma, zijn eveneens aangepast. In deze programmabegroting treft u de nadere uitwerking aan van de streefbeelden: wat gaan we ervoor doen en wat mag het kosten? Tevens is op basis van de doelstellingen gekeken naar mogelijke prestatieindicatoren. De prestatie-indicatoren zijn vastgesteld op basis van de Balanced Scorecard methode. Omdat het benoemen van prestatie-indicatoren per programma nog niet voor alle programma’s volledig is uitgewerkt en ook de benodigde gegevens (met name vanuit de zogenaamde nulmetingen) nog niet voor alle programma’s beschikbaar zijn, hebben wij ervoor gekozen om de eerste opzet van de prestatieindicatoren nog niet in de programma’s zelf op te nemen, maar in de bijlage (bijlage 4). Paragrafen De paragrafen zijn bedoeld als verdere detaillering en achtergrondinformatie. De wettelijk verplichte paragrafen geven een beeld van een aantal belangrijke gemeentebrede onderwerpen zoals lokale heffingen, risico’s en grondexploitatie. Deze informatie is vanwege het meer technische en wettelijke karakter moeilijker toegankelijk voor iemand die niet dagelijks met deze materie bezig is. Desondanks vormt dit deel wél een formeel onderdeel van de begroting. De gemeenteraad stelt dus ook dit deel formeel vast. De paragrafen bestaan uit: A. lokale heffingen B. weerstandsvermogen en risicoparagraaf C. kapitaalgoederen D. financiering E. bedrijfsvoering F. verbonden partijen G. grondexploitatie en grondbeleid H. algemene middelen I. integriteit. Pagina 5 van 153
Bijlagen Bijlage 1 (overzicht investeringen) en bijlage 2 (overzicht reserves en voorzieningen) zijn cijfermatige overzichten die een nadere toelichting geven op voornamelijk posten uit de begroting. In bijlage 3 zijn kerncijfers van de gemeente Winterswijk opgenomen. In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn deze kerncijfers niet meer opgenomen in de betreffende programma’s. Relevante en interessante kerncijfers per programma zijn vanaf deze begroting opgenomen in deze bijlage. In bijlage 4 zijn de (eerste) prestatie-indicatoren per programma opgenomen.
Pagina 6 van 153
Voorwoord door het bestuur Voorwoord begroting 2015 Voor u ligt de eerste begroting van de nieuwe bestuursperiode: de meerjarenbegroting 2015-2018. Deze begroting is een nadere uitwerking van het nieuwe coalitieprogramma ‘Samen verder’ inclusief de Toekomstvisie die door de nieuwe coalitie is onderschreven. Het nieuwe college is inmiddels actief aan de slag met de ambities van de nieuwe coalitie en heeft deze ambities vertaald in voorliggende begroting. In de begroting worden nu zestien programma’s onderscheiden. Per programma geven we in een streefbeeld aan wat de stip op de horizon is voor de langere termijn, vervolgens wat we in 2015 gaan doen en welke budgetten daarvoor nodig zijn. Het coalitieprogramma ‘Samen verder’ heeft als speerpunten het sociaal domein, de economie en de financiën. Met betrekking tot het sociaal domein staat deze begroting voor een belangrijk deel in het teken van de invoering van de drie decentralisaties: de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Participatiewet en de Jeugdwet. Hiervoor wordt door het rijk in 2015 circa € 10 miljoen toegevoegd aan onze gemeentelijke begroting. Daarmee komt het totale budget voor het sociaal domein in de gemeentelijke begroting op ca. € 39 miljoen. Afgelopen jaar is hard gewerkt aan de invoering van deze nieuwe wetgeving. Wij stellen vast dat we goed voorbereid van start kunnen gaan, met De Post als dé toegangspoort voor informatie, advies, zorg en (inkomens)ondersteuning. Met betrekking tot de lokale economie gaan we de komende jaren extra inzetten op de ondersteuning en ontwikkeling van onze bedrijvigheid en dan zowel voor de industrie, de middenstand als de ondernemers in het buitengebied. De gemeente gaat actief bezig met het stimuleren van vestiging van nieuwe bedrijven, waarbij we ook meer werk gaan maken van grensoverschrijdende samenwerking. Immers, onderzoek toont steeds maar weer aan dat grensregio’s de agglomeratievoordelen aan de andere kant van de grens veel beter kunnen benutten. Komend jaar blijft de gemeente samen met haar maatschappelijke partners en partners in het bedrijfsleven werken aan projecten die voor de toekomst van Winterswijk en de Oost-Achterhoek van belang zijn, zoals het gezondheidspark bij het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) en het Euregionaal bedrijvenpark Gaxel. Naast het sociaal domein en het stimuleren van onze economie zijn er uiteraard vele andere terreinen waar onze aandacht het komend jaar naar uitgaat. Zo blijven veiligheid en handhaving belangrijke issues waar we extra op inzetten, we gaan door op de lijn van actief bijdragen aan duurzaamheid en we blijven werken aan toekomstbestendige oplossingen voor leegstaand en vrijkomend vastgoed. En in samenwerking met onze partners binnen de gemeente en in de regio gaan we actief aan de slag met de Uitvoeringsagenda Achterhoek 2020. Bij alle deze onderwerpen zoeken wij naar nieuwe vormen van burgerparticipatie. Ondanks de beperkte financiële ruimte heeft het college in 2015 voor ruim € 6,6 miljoen (incl. provinciale bijdragen ad € 1,7 miljoen) aan nieuwe investeringen gepland, onder meer in de herinrichting van bedrijventerrein Dennenoord, de reconstructie van de Waliënsestraat, de Parallelweg en de Dingstraat, een nieuwe verbindingsweg tussen de Groenloseweg en het ziekenhuis, fietspaden langs de Schimmelpennincklaan en tussen het station en de Wooldseweg en fietsstroken langs de Parallelweg. Ook worden volgend jaar de bruggen in Mr. Ten Houtenlaan en in de Steunkampweg vervangen en
Pagina 7 van 153
wordt de aanleg en reconstructie van de Vliertuin (met een nieuwe basisschool en sportzaal) gerealiseerd. Voorliggende begroting laat zien dat het gemeentelijke huishoudboekje op orde is. De begroting 2015 is structureel sluitend met nog een beperkt negatief incidenteel resultaat van € 281.000. Meerjarig (2018) is onze begroting zowel structureel als incidenteel sluitend. Hiermee wordt een belangrijke doelstelling van de gemeenteraad gerealiseerd, namelijk een sluitende begroting zowel structureel als incidenteel. Daarbij geldt dat onze schuldpositie gestaag verbetert: wij verwachten een daling van de leningenportefeuille van € 109 miljoen begin 2015 naar € 85 à € 90 miljoen eind 2018. Winterswijk, oktober 2014 Het college van burgemeester en wethouders
Pagina 8 van 153
Toekomstvisie: Een Vitaal Winterswijk Winterswijk is een vitale samenleving waar betrokken burgers, bedrijven en instellingen samen met de gemeente voortdurend werken aan een optimale leefbaarheid en goed bereikbare voorzieningen. Dit tweesporenbeleid van inzet op vitaliteit en bereikbare voorzieningen is het beste antwoord op de demografische en economische ontwikkelingen waar ook Winterswijk mee te maken heeft en nog krijgt. Een vitaal Winterswijk zet zichzelf op de kaart. In een vitaal Winterswijk blijft het ook in de toekomst prettig wonen, werken, ondernemen en recreëren! In een vitaal Winterswijk zorgt een evenwichtige bevolkingsopbouw voor een breed draagvlak waardoor het bestaande voorzieningenniveau in stand kan blijven. Ons huidige voorzieningenaanbod is prima en dat willen we graag zo houden. Daarbij vinden wij dat het met name moet gaan om de functies van de voorzieningen en minder om de gebouwen. Voor een evenwichtige bevolkingsopbouw is het van belang dat jongeren en jonge gezinnen met kinderen, maar ook de meer draagkrachtige ouderen, het prettig vinden in Winterswijk te wonen. Daarom zijn er in Winterswijk goede voorzieningen op het gebied van onderwijs, (jeugd)cultuur, (ziekenhuis)zorg, sociale infrastructuur, sport en recreatie. In Winterswijk investeren we bewust om jongeren een plezierige jeugd te bezorgen waardoor zij in Winterswijk blijven wonen, en het liefst ook werken, dan wel te zijner tijd naar Winterswijk terugkeren vanwege hun goede herinneringen en de waarde die zij dan hechten aan een veilige omgeving voor hun kinderen om op te groeien. Winterswijk is een betrokken samenleving waar alle partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid bijdragen aan de vitaliteit van hun sociale en fysieke omgeving. Dit geldt zowel voor de kern als voor de buurtschappen. ‘Naoberschap’ staat hoog in het vaandel. De rol van vrijwilligers, particulieren en bedrijven is van onschatbare waarde en zal alleen maar belangrijker worden. Als gemeente ondersteunen we burgerparticipatie op een actieve manier. In het sociale domein is preventie een belangrijk speerpunt. Het duurzaam voorkómen van probleemsituaties is immers veel beter dan problemen laten ontstaan en dan moeten oplossen. Samenwerking met partners, waaronder het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, de buurgemeenten in de regio Achterhoek en ook onze Duitse buren over de grens, blijft een belangrijk uitgangspunt. Door samen de schouders eronder te zetten behouden we een toekomstbestendige vitale gemeenschap. Werk en werkgelegenheid, en voorafgaand daaraan goed onderwijs, vormen de beste basis om de eigen verantwoordelijkheid in te vullen en te participeren in de samenleving. Een vitaal Winterswijk, maar ook een vitale regio, is aantrekkelijk voor werkgevers. Er zijn goede vestigingslocaties beschikbaar en er wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van bedrijventerreinen. Werkgevers zijn op hun beurt aantrekkelijk voor mensen (en met name jongeren) op zoek naar een stageplaats en/of werk. Een vitaal Winterswijk heeft aantrekkelijke buurten, wijken en buurtschappen met een geschikte woningvoorraad en een passende inrichting van de openbare ruimte. De inzet zal, naast beperkte nieuwbouw, met name gericht zijn op transformatie, modernisering en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Het proces van opknappen van wijken gaat dan ook door, ondanks dat de economische omstandigheden ons er toe kunnen dwingen daarvoor meer tijd te nemen. Winterswijk is goed bereikbaar, zowel fysiek via de weg en het spoor als via de digitale snelweg. Verbetering van spoorverbindingen, ook met Duitsland, en de digitale bereikbaarheid van het buitengebied zijn hierbij belangrijke speerpunten.
Pagina 9 van 153
Ten behoeve van de recreatie en de vrijetijdseconomie in Winterswijk is ons Nationaal Landschap met de centrumfunctie en het prachtige buitengebied een belangrijk ‘unique selling point’. Winterswijk, als prachtige plaats in de Oost-Achterhoek, heeft een aantrekkelijke kern met een compact winkelgebied en een gezonde diversiteit in horecavoorzieningen. We zetten in op geen of weinig leegstand. De parkeervoorzieningen zijn goed en blijven gratis. Voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van ons mooie buitengebied geldt het uitgangspunt ‘behoud door duurzame ontwikkeling’. Een vitale en duurzame agrarische sector is daarbij onontbeerlijk. Verder is het van belang dat de potentie van de toeristische sector goed wordt gebruikt met name door de mogelijkheden van onze cultuurhistorische waarden. Immers, uit onderzoek blijkt: ‘cultuurhistorie loont’.
Met deze toekomstvisie handhaven we de stip op de horizon, echter de economische en demografische ontwikkelingen kunnen er toe leiden dat de weg er naartoe anders wordt. Deze weg is vertaald in de streefbeelden van de onderscheiden begrotingsprogramma’s waarin jaarlijks de concrete ambities worden weergegeven.
Pagina 10 van 153
Meerjarenoverzicht 2015-2018 Onderstaand overzicht toont de resultaten over 2015 tot en met 2018. Het begrotingsjaar 2015 sluit structureel met een positief saldo van € 313.000 (na resultaatbestemming). Meerjarig is de begroting eveneens structureel sluitend.
2015
2016
2017
2018
Incidenteel / structureel *1000 Meerjarenbegroting 2014-2017 (vastgesteld) - structureel - incidenteel Totaal lasten
64.087 3.327 67.414
N N N
63.867 760 64.627
N N N
63.538 691 64.229
N N N
63.376 691 63.697
N N N
- structureel - incidenteel Totaal baten
-64.409 -3.352 -67.761
V V V
-64.180 -620 -64.800
V V V
-63.949 -552 -64.501
V V V
-63.444 -552 -63.996
V V V
- structureel - incidenteel Resultaat voor bestemmingsreserves Bestemmingsreserve graven (structureel)
-322 -25 -347 -230
V V V V
-313 140 -173 -230
V N V V
-411 139 -272 -230
V N V V
-68 -231 -299 -230
V V V V
Bestemmingsreserve i.h.k. van bezuinigingen (incidenteel) Resultaat na bestemmingsreserves
-577
V
-403
V
-502
V
-529
V
- structureel - incidenteel Totaal lasten
11.929 4.209 16.138
N N N
11.499 88 11.587
N N N
10.674 140 10.814
N N N
10.187 207 10.394
N N N
- structureel - incidenteel Totaal baten
-11.690 -3.903 -15.593
V V V
-11.203 -8 -11.211
V V V
-10.402 12 -10.390
V N V
-10.143 10 -10.132
V N V
- structureel - incidenteel Totaal afwijkingen voor bestemmingsreserves
239 306 545
N N N
296 80 376
N N N
272 152 424
N N N
44 217 261
N N N
Bestemmingsreserve graven (structureel) Bestemmingsreserve i.h.k. van bezuinigingen (incidenteel) Totaal afwijkingen na bestemmingsreserves
500
N
376
N
424
N
261
N
Meerjarenbegroting 2015-2018 (geactualiseerd) - structureel - incidenteel Totaal lasten
76.016 7.536 83.552
N N N
75.366 848 76.214
N N N
74.242 831 75.073
N N N
73.622 528 74.150
N N N
- structureel - incidenteel Totaal baten
-76.099 -7.255 -83.354
V V V
-75.383 -628 -76.011
V V V
-74.351 -540 -74.891
V V V
-73.587 -542 -74.129
V V V
-83 281 198 -230
V N N V
-17 220 203 -230
V N N V
-109 291 182 -230
V N N V
35 -14 21 -230
N V N V
-32
V
-27
V
-48
V
-209
V
-313 281 -32
V N V
-247 220 -27
V N V
-339 291 -48
V N V
-195 -14 -209
V V V
Afwijkingen ten opzichte van de 2e prognose 2014
- structureel - incidenteel Resultaat voor bestemmingsreserves Bestemmingsreserve graven (structureel)*
Structureel na bestemming Incidenteel na bestemming Resultaat na bestemmingsreserves
V= voordelig N= nadelig *toelichting bestemmingsreserve graven: in 2012 is de door de gemeente gevormde voorziening voor de (voorziene) tekorten op de begraafplaats omgezet naar een bestemmingsreserve (conform regelgeving). Om de jaarlijkse exploitatietekorten van € 230.000 te kunnen dekken, zal dit tekort jaarlijks (structureel) uit de bestemmingsreserve moeten worden onttrokken. Inmiddels is gestart met het opstellen van een plan om het jaarlijkse exploitatietekort terug te dringen.
Pagina 11 van 153
Analyse financiële ontwikkeling 2015-2018 De financiële ontwikkeling van de begroting 2015-2018 kan in twee stappen worden gevolgd, namelijk: 1. de ontwikkeling van het totale exploitatiesaldo van de bij de 2e financiële prognose 2014 vastgestelde begroting naar de begroting 2015, waarbij een analyse plaatsvindt voor de ontwikkeling van het structurele resultaat en een overzicht van de samenstelling van het incidentele resultaat; 2. de ontwikkeling van het structurele exploitatiesaldo van 2015 naar 2018. Ontwikkeling exploitatiesaldo 2015 Ontwikkeling structureel saldo Het structurele saldo bedraagt in 2015 € 313.000 (voordelig). Ten opzichte van de vastgestelde begroting 2014 (2e prognose 2014 vastgesteld door de raad op 18 september 2014) neemt het structurele saldo af met ruim € 239.000. De belangrijkste posten die leiden tot deze afname van het structurele resultaat worden hieronder nader toegelicht.
Omschrijving
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten
Programma
Verschil
Voordeel (V) Nadeel (N)
alle
203.000
Lagere legesopbrengsten
2
200.000
N
Bijdrage ROVA openbaar groen
4
89.000
N
Hogere inkomsten rioolheffing
4
-76.000
V
Bijdrage ROVA afvalverwerking
5
-59.000
V
Vergoeding verpakkingconvenant
5
-159.000
V
Inkomensvoorziening
7
-295.000
V
Re-integratie, bijdrage SDOA
7
170.000
N
Inkomensondersteuning
7
50.000
N
Rentelasten langlopende leningen
13
-175.000
V
Project landelijk gebied (Leader)
15
62.500
N
Extra inzet economie (0,7 fte)
14
45.000
N
Algemene uitkering
13
90.000
N
Bijdrage gesubsidieerde instellingen
6
150.000
N
-56.500
V
239.000
N
Per saldo niet verklaarde afwijkingen Totaal
N
Hogere doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten: nadeel € 203.000 (alle programma’s) De bedrijfsvoeringslasten zijn gestegen met € 316.000 als gevolg van gestegen loonkosten (cao en periodieken). Daarentegen nemen de kapitaallasten af met € 113.000, met name in programma 4 (wegen, riolering en openbaar groen). Lagere legesopbrengsten: nadeel € 200.000 (programma 2) De legesopbrengsten blijven achter bij de verwachting en zijn derhalve structureel verlaagd. Hogere lasten bijdrage ROVA: nadeel € 89.000 (programma 4) Betreft de door de ROVA doorgevoerde verhoging naar aanleiding van prijsindexatie.
Pagina 12 van 153
Hogere baten rioolheffing: voordeel € 76.000 (programma 4) Betreft met name de verhoging als gevolg van de inflatiecorrectie. Lagere lasten bijdrage ROVA: voordeel € 59.000 (programma 5) Betreft afname bijdrage ROVA voor afvalverwerking. Hogere baten huishoudelijk afval: voordeel € 159.000 (programma 5) Betreft de hogere vergoeding vanuit het Verpakkingenconvenant 2013-2022 voor oud papier, glas, plastic en zwerfafval. Lagere lasten inkomensvoorziening: voordeel € 295.000 (programma 7) De lasten en baten voorde inkomensvoorziening zijn geraamd op basis van de door de Sociale dienst Oost Achterhoek (SDOA) opgegeven begroting, rekening houdend met 10% eigen risico. Hogere lasten reïntegratie: nadeel € 170.000 (programma 7) Er was rekening gehouden met een voordeel als gevolg van het herzien van de verdeelsleutel voor de uitvoeringskosten bij de SDOA. Deze herziening is vooralsnog niet doorgegaan. De bijdrage aan de uitvoeringskosten zijn derhalve € 170.000 hoger. Hogere lasten inkomensondersteuning: nadeel € 50.000 (programma 7) De extra middelen die in het gemeentefonds zijn voor intensivering armoede- en schuldenbeleid zullen deels worden ingezet voor bijzondere bijstand. Lagere lasten rente langlopende leningen: voordeel € 175.000 (programma 13) Door verlaging van de leningenportefeuille bedragen de rentelasten minder dan begroot. Hogere lasten landelijk gebied (Project Leader): nadeel € 62.500 (programma 15) In regionaal verband is afgesproken de krimp in de Achterhoek aan te pakken. Dit betekent voor Winterswijk een jaarlijkse bijdrage van € 62.500. Hogere lasten extra inzet economie: nadeel € 45.000 (programma 14) Om de belangrijkste speerpunten binnen programma 3 te kunnen realiseren is vanaf 2015 extra formatie nodig (0,7 fte). Lagere baten algemene uitkering: nadeel € 90.000 (programma 13) De algemene uitkering neemt voor 2015 af als gevolg van het achterblijven van de economische groei en het schrappen van het budget ten behoeve van de zogenaamde bommenregeling. Hogere lasten gesubsidieerde instellingen: nadeel € 150.000 (programma 6) De hogere lasten zijn het gevolg van het voorstel om de bezuiniging van € 150.000 op de gesubsidieerde instellingen te herzien in overleg met de gemeenteraad op basis van de voorstellen die door de instellingen worden ingediend.
Pagina 13 van 153
Samenstelling incidenteel saldo Het saldo van de incidentele baten en lasten ad € 280.000 bestaat in 2015 voornamelijk (> € 50.000) uit onderstaande posten: Omschrijving
Programma
Bedrag
Voordeel (V) Nadeel (N)
Investeringsagenda Regio Achterhoek 2020
1
400.000
N
Meerkosten APPA-voorzieining
1
61.000
N
Project Dennenoord
3
-637.000
V
Project Gaxel
3
50.000
N
KSB III Transit Oost
4
550.000
N
Wegen
4
161.000
N
Openbaar groen
4
104.000
N
Waterbeheer
4
72.000
N
Dividenden
13
-58.000
V
7
100.000
N
10
200.000
N
Eigen risico inkomensvoorziening
7
-300.000
V
KSB III gelden
10
-660.900
V
Toeristisch recreatief beleid
16
52.000
N
Per saldo niet verklaarde afwijkingen
186.000
N
Totaal
280.100
N
Bijzondere bijstand Transformatiekosten sociaal domein
Investeringsagenda Regio Achterhoek 2020 Ten behoeve van de Investeringsagenda Regio Achterhoek 2020 heeft de gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling 2012 € 2 miljoen ter beschikking gesteld voor de periode 2012 t/m 2015. Bij de begrotingsbehandeling 2013 heeft de gemeenteraad € 400.000 op dit budget bezuinigd en is de aanpassing van de markt geschrapt met een bezuiniging van € 700.000. Totaal is er dan op het budget van € 2 miljoen € 1,1 miljoen bezuinigd en resteert er € 900.000. Het budget Investeringsagenda Achterhoek wordt gebruikt voor cofinanciering van projecten KSB en Regiocontract in de jaren 20122015. De werkelijke kosten over de individuele jaren zijn afhankelijk van de mate waarin projecten worden gerealiseerd. Voor 2015 is een budget van € 400.000 beschikbaar. Meerkosten APPA voorziening De voorziening voor de APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers) regelt de pensioenvoorziening voor politieke ambtsdragers en hun nabestaanden. De hogere lasten worden veroorzaakt door de actualisatie van de voorziening APPA. Project Dennenoord Het project Dennenoord betreft de revitalisering en herinrichting van bedrijventerrein Dennenoord. De begrote uitgaven betreffen onder andere planontwikkelingskosten, verwervingskosten, bouw- en bedrijfsrijp maken en sanering. De uitgaven voor het project zijn deels in 2014 verantwoord en voor een deel begroot in 2015. De bijdrage vanuit de provincie voor het project Dennenoord wordt in 2015 verwacht. Project Gaxel Betreft budget voor (onderzoek naar) verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein Gaxel.
Pagina 14 van 153
KSB-III gelden De Provincie Gelderland heeft in april 2012 € 1.974.000 aan KSB-III gelden toegekend aan de gemeente Winterswijk. Deze toekenning, alsmede een verdeling van deze gelden naar verschillende projecten is financieel verwerkt in de meerjarenbegroting. De begrote lasten lopen niet synchroon met de begrote baten, echter meerjarig zijn de KSB-III projecten en bijdragen budgettair neutraal opgenomen in de begroting. Wegen Betreft onder andere een calamiteitenbudget voor wegen van € 100.000. Als gevolg van een aantal jaren bezuinigingen op de openbare ruimte is dit incidentele budget noodzakelijk om verwachte en geraamde uitgaven te kunnen opvangen. Tevens zijn, net als in 2014, de salariskosten van € 42.000 voor een medewerker van het voormalige Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL) opgenomen. Openbaar groen Betreft voor € 50.000 een incidenteel calamiteitenbudget. Het resterende bedrag is voor speelterreinen (€ 30.000) en bomen (€ 25.000). Waterbeheer Budget betreft voor € 20.000 een incidenteel calamiteitenbudget en voor € 50.000 een toevoeging aan de voorziening riolering. Dividenden Betreft met name het dividend aandelen Nuon. Bijzondere bijstand Voor het kunnen realiseren van de structurele bezuiniging op het budget van de bijstand van € 150.000 is een incidentele bijdrage in 2015 van € 100.000 opgenomen. Transformatiekosten sociale domein De raad heeft voor de transformatie in het sociale domein een bedrag van € 200.000 gedurende 3 jaar (2014-2016) beschikbaar gesteld. Inkomensvoorziening eigen risico De lasten en baten voor de inkomensvoorziening worden structureel geraamd op basis van de door de SDOA opgegeven begroting, rekening houdend met 10% eigen risico. In de afgelopen jaren is het eigen risico van 10% niet of nauwelijks aangesproken. Wij stellen dan ook voor om het eigen risico af te ramen met € 300.000. Voorzichtigheidshalve is dit bedrag in 2015 incidenteel afgeraamd. KSB-III gelden Zie toelichting hierboven. Toeristisch recreatief beleid Betreft met name de subsidie aan Stichting Achterhoek Toerisme.
Pagina 15 van 153
Ontwikkeling exploitatiesaldo van 2015 naar 2018 Het meerjarenperspectief is structureel sluitend. Het structurele saldo neemt vanaf 2015 tot 2018 af met circa € 0,1 miljoen. De belangrijkste financiële oorzaken hiervan zijn: •
• • • • •
De algemene uitkering neemt af met circa € 380.000 (lagere inkomsten) als gevolg van de ontwikkelingen in het accres en de effecten van de kortingen uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte II. De bijdrage aan Hameland neemt met circa € 480.000 toe als gevolg van de afname van de subsidie op de lonen van de WSW-ers. De helft van dit tekort wordt gedekt uit de algemene begroting. De doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten nemen door met name het lagere investeringsniveau in 2015 en 2016 per saldo af met € 200.000. Door het bundelen van diverse vervoersvoorzieningen zal naar verwachting een voordelig effect van € 140.000 ontstaan. De bijstelling van het benodigde eigen risico op de inkomensvoorziening met € 300.000. De dividenduitkeringen nemen af met € 130.000.
Sociaal domein Afbakening sociaal domein Bij de overheveling van taken vanuit het Rijk en Provincie (Jeugdzorg) naar de gemeenten in het kader van de decentralisaties worden met ingang van 2015 ook de budgetten (minus korting) overgeheveld. Bij de begrotingsbehandeling 2014-2017 is door de Raad aangegeven dat uitgangspunt is dat de decentralisaties budgetneutraal uitgevoerd worden. Hierbij is het van belang dat er eenduidige afspraken zijn over wat we in onze gemeente verstaan onder het sociaal domein. Wij stellen voor de gezamenlijke beleidsvelden van de programma’s Arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening (programma 7), Basismobiliteit (programma 8), Maatschappelijke participatie en zorg (programma 10) en Jeugd(zorg) en onderwijs (programma 11) te benoemen als het sociaal domein (met uitzondering van de KSB-gelden uit programma 7 en de budgetten voor onderwijshuisvesting uit programma 11). De decentralisaties zijn hiermee een onderdeel van het sociaal domein. Voor alle duidelijkheid: met de decentralisaties wordt ca € 10 miljoen overgeheveld naar onze gemeentebegroting. Met genoemde inkadering gaat het in het sociaal domein totaal om ca € 39 miljoen. Binnen genoemde vier programma’s wordt het sociaal domein inhoudelijk integraal benaderd en het ligt dan ook voor de hand de bijbehorende budgetten integraal te benaderen. Immers, als voorbeeld, een inspanning cq uitgave vanuit programma 10 in het kader van preventie kan betekenen dat minder uitgaven nodig zijn voor programma 7 en omgekeerd. De budgetneutraliteit zal zich dan ook richten op de totale budgetten van deze vier programma’s (behalve zoals aangegeven KSB en onderwijshuisvesting). Bestemmingsreserve Bij de begrotingsbehandeling 2014-2107 heeft de gemeenteraad een amendement aangenomen tot vorming van een bestemmingsreserve “voormalig programma 10” (Maatschappelijke participatie en zorg), de ‘bestemmingsreserve WMO’. De bestemmingsreserve WMO is oorspronkelijk bedoeld voor alleen de tekorten binnen het voormalige programma 10. Om inhoudelijk én budgettair het sociaal domein, d.w.z. de programma’s 7, 8, 10 en 11 (m.u.v. KSB en onderwijshuisvesting), integraal te benaderen, ligt het naar ons oordeel in de rede ook de bestemmingsreserve WMO voor het gehele sociaal domein aan te wenden. Wij stellen derhalve voor de bestemmingsreserve WMO te verbreden tot bestemmingsreserve sociaal domein.
Pagina 16 van 153
Ultimo 2013 bedroeg de bestemmingsreserve WMO ruim € 1.000.000. De verwachting is dat eind 2014 wederom een overschot op de WMO zal ontstaan en stellen we voor dit toe te voegen aan de bestemmingsreserve sociaal domein. Mogelijk ontstaan ook in de jaren 2015 en 2016 meevallers in het sociaal domein. Conform de afspraken in het coalitieprogramma over het omgaan met meevallers in het sociaal domein stellen wij voor deze eventuele meevallers toe te voegen aan de bestemminsgreserve sociaal domein. De vorming van een bestemmingsreserve sociaal domein betekent dat eventuele tekorten op alle onderdelen die tot het sociaal domein zijn gerekend, ten laste worden gebracht van deze bestemmingsreserve. Hiermee wordt ook een verbrede invulling gegeven van de door de raad gevraagde budgetneutraliteit van de uitvoering van de decentralisaties. Wij stellen voor dit af te spreken voor vooralsnog de jaren 2015, 2016 en 2017. Met ingang van 2018 worden de rijksbudgetten voor het sociaal domein niet meer geoormerkt en zullen we dit punt opnieuw beoordelen. De inkadering van het sociaal domein betekent dat Hameland daartoe ook behoort, dat wil zeggen inclusief de tekorten. In afwijking van het hiervoor genoemde voorstel stellen wij voor de tekorten van Hameland niet in hun geheel ten laste te brengen van het sociaal domein, c.q. van de bestemmingsreserve sociaal domein. Er is nog veel onduidelijk over hoe het zal gaan met de budgetten van de decentralisaties waardoor er zekere risico’s zijn en het van belang is de bestemmingsreserve sociaal domein voldoende gevuld te houden. Daarnaast loopt het traject van ontmanteling van Hameland nog. Wij stellen daarom voor om in ieder geval voor de jaren 2015 en 2016 de tekorten van Hameland maar voor de helft te dekken uit de bestemmingsreserve sociaal domein en voor de andere helft ten laste te laten van de algemene begroting. Voor 2017 en verder dient e.a.a. opnieuw beoordeeld te worden. Gesubsidieerde instellingen Door de gemeenteraad is in 2013 aan de gesubsidieerde instellingen een extra bezuiniging opgelegd van € 150.000, waarbij de verdeling daarvan over de instellingen nog nader ingevuld diende te worden. Wij stellen vast dat de instellingen al veel bezuinigingen hebben opgelegd gekregen waarbij de indruk is dat de ondergrens in zicht is. Daarnaast zijn de financiële ontwikkelingen binnen onze gemeente zodanig dat wij een sluitende begroting kunnen voorleggen zonder dat deze bezuiniging van € 150.000 nodig is. In deze begroting is daarom het voorstel verwerkt om deze bezuiniging van € 150.000 niet uit te voeren. De lopende afspraak met de gemeenteraad om op basis van door de instellingen in te dienen plannen de al eerder opgelegde bezuinigingen (à € 110.000) alsnog in te vullen, blijft onverlet en zal op basis van een zorgvuldige afweging vormgegeven worden.
Pagina 17 van 153
Begroting 2015
ID
Structureel
Lasten Incidenteel
Saldo
Structureel
Baten Incidenteel
Saldo
Verschil
Programma (*1000)
1
Bestuur en Veiligheid
4.823
482
5.305
N
101
101
V
5.204
N
2
Vergunningverlening en handhaving
2.168
47
2.215
N
324
324
V
1.891
N
3
Economie Industrie
130
2.194
2.324
N
1
2.769
2.770
V
-446
V
4
Ruimtelijke Ontwikkeling in de Kern, plus verkeer
13.135
4.363
17.498
N
4.490
3.421
7.911
V
9.587
N
5
Innovatie, Duurzame Energie en Milieu
2.154
65
2.219
N
2.698
66
2.764
V
-545
V
6
Kunst,cultuur en erfgoed
1.860
200
2.060
N
67
200
267
V
1.793
N
7
Arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening
21.863
-200
21.663
N
17.944
0
17.944
V
3.719
N
8
Basismobiliteit
835
0
835
N
100
0
100
V
735
N
9
Sport
3.476
27
3.503
N
676
0
676
V
2.827
N
13.010
235
13.245
N
8.779
691
9.470
V
3.775
N
8.986
0
8.986
N
6.083
0
6.083
V
2.903
N
229
5
234
N
99
0
99
V
135
N
10
Maatschappelijke Participatie & Zorg
11
Jeugd inclusief jeugdzorg en onderwijs
12
Economie centrum
13
Financien
14
Dienstverlening, organisatie en intergemeentelijke samenwerking
15 16
118
0
118
N
33.903
58
33.961
V
-33.843
V
1.894
51
1.945
N
777
0
777
V
1.168
N
Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ontwikkeling
982
16
998
N
55
50
105
V
893
N
Vrijetijdseconomie
352
52
404
N
0
0
404
N
76.016
7.536
83.552
N
7.255
83.354
N
198
N
230
V
230
V
83.584
V
-32
V
Totaal Bestemmingsreserve graven programma 14 Totaal
0 76.016
7.536
83.552
230 N
Omschrijving (*1000)
Lasten
Baten
Structureel resultaat 2015 voor bestemming
76.016
76.099
-83
V
230
230
V
76.016
76.329
-313
V
Incidenteel resultaat 2015 voor bestemming
7.536
7.255
281
N
Incidenteel resultaat 2015 na bestemming
7.536
7.255
281
N
83.552
83.584
-32
V
Bestemmingsreserve graven Structureel resultaat 2015 na bestemming
Totaal
76.099
76.329
7.255
Saldo
Besluitvorming Met het vaststellen van deze begroting 2015-2018 mandateert de gemeenteraad het college voor het doen van uitgaven en investeringen en het verkrijgen van inkomsten voor zover deze betrekking hebben op het jaar 2015. De besluitvorming betreft ook de in deze begroting opgenomen paragrafen, de bijlagen en de mutaties in de bestemmingsreserves. Tevens betreft de besluitvorming de inkadering van het sociaal domein, de invulling van het begrip budgetneutraliteit binnen het sociale domein en het inzetten van de bestemmingsreserve voormalig programma 10 (Maatschappelijke Participatie en Zorg) voor het gehele sociale domein.
Pagina 18 van 153
Kerngegevens programmabegroting 2015-2018 De verwachte ontwikkeling van de totale bevolking van Winterswijk toont een lichte afname: 2014 tot en met 2017: 28.800, van 2018 tot en met 2019: 28.700 en vanaf 2020: 28.600 inwoners. Daarentegen wordt verwacht dat het aantal huishoudens stijgt van 12.600 in 2014 naar 12.900 in 2020. (Bron: CBS/PBL). Waar investeringen we met name in? (bedragen x € 1.000)
Programma
2015
2016
2017
Informatisering en automatisering
14
131
440
288
2018 59
Verkeer
4
225
202
0
578
Waterbeheer
4
130
50
50
50
Wegen
4
1.783
795
1.466
1.366
Grondexploitatie (aanneemsommen)
4
1.275
Stedelijke vernieuwing
3
320
Individueel gerichte voorzieningen
10
Economische ontwikkeling
3
1.179
310
310
310
540
Diversen Totaal
210
147
4.924
1.944
2.114
3.232
De nadere specificatie van de investeringen 2015-2018 is opgenomen in bijlage 1.
Hoe hebben we deze bezittingen gefinancierd? In onderstaande tabel hebben we aangegeven hoe we onze bezittingen, de vaste activa, hebben gefinancierd. Het totaal aan eigen vermogen en leningen (vreemd vermogen) hebben we gebruikt om investeringen, maar ook eenmalige uitgaven en jaarlijkse exploitatietekorten te dekken. De opbouw en het verloop van het vermogen is als volgt: Jaarrekening
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
Begroot
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Langlopende schulden Kortlopende schulden
49.365 7.627 103.360 9.002
46.894 7.373 109.929 9.005
46.741 7.273 100.423 8.957
46.538 7.302 95.293 8.962
46.386 7.454 91.748 8.964
46.424 7.343 90.113 8.964
Totaal
169.354
173.201
163.394
158.095
154.552
152.844
Bedragen x € 31 december Eigen vermogen Voorzieningen
1.000
per
Het eigen vermogen neemt in 2014 af als gevolg van het exploitatietekort in 2014. De langlopende schulden nemen in 2014 toe als gevolg van de investeringen en het verwachte tekort over 2014. Vanaf 2015 neemt de leningenportefeuille echter weer af tot ongeveer € 90 miljoen in 2018. Het saldo eind 2013 bedroeg € 103.360.000.
Pagina 19 van 153
In onderstaande tabel is het verloop (begroot en werkelijk) van de leningenportefeuille vanaf 2009 tot 2013 weergeven en het verwachte verloop vanaf 2014 tot 2018.
Begrotingsjaar (bedragen x € 1.000 per 31 december) 2009 2010
2009
98.937 (w)
2010
2011
2012
107.250
141.401
124.815
93.583(w)
144.517
142.984
140.851
105.767(w)
124.964
119.411
114.608
98.564(w)
131.361
130.180
125.699
103.360(w)
128.755
117.624
125.343
113.789
103.543
96.773
95.639
100.423
95.293
91.748
2011 2012 2013 2014 2015
2013
2014
2015
2016
2017
2018
90.113
(w) = werkelijk conform jaarrekening
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het verwachte verloop met name bij de begroting 2014 bijgesteld is ten opzichte van de begroting 2013. De bijstelling is het gevolg van onder andere de minder negatieve exploitatiesaldi in 2012 en 2013, het lagere investeringsniveau, het niet ramen van incidentele meevallers en subsidiebijdragen van provincie en/of Rijk.
Pagina 20 van 153
Programma 1: Bestuur en Veiligheid
Programma 1: Bestuur en Veiligheid Portefeuillehouder: dhr. drs. M.J. van Beem Programmamanager: dhr. M. Scholten Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Bestuur en Veiligheid’ gaat enerzijds over de relatie tussen onze gemeente en haar burgers en het functioneren van de verschillende gemeentelijke organen (raad, college en ambtelijke organisatie) en anderzijds over de veiligheid binnen onze gemeente. Veiligheid omvat alle gemeentelijke producten en diensten op het gebied van leefbaarheid, milieu, bouw, ruimtelijke ordening, openbare orde, brand en rampbestrijding. In de uitvoering van deze taken wordt zoveel mogelijk regionaal samengewerkt met ketenpartners zoals de Omgevingsdienst Oost Achterhoek, het cluster Brandweer Achterhoek Oost, het team Politie Oost Achterhoek, de Achterhoekse gemeenten en gemeenten in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Wat is het streefbeeld van dit programma? Een krachtige lokale democratie met een goed functionerend duaal bestel Hier gaat het met name om een goede relatie tussen het gemeentebestuur en de burgers van Winterswijk. De representatieve democratie waarbij eens in de vier jaar de burgers van Winterswijk hun stem voor de gemeenteraad kunnen uitbrengen, is niet alleen meer voldoende om die relatie inhoud te geven. Er is een wederzijdse en continue betrokkenheid nodig. Wat wij voor ogen hebben is een gemeente die luistert naar haar burgers, transparant is over haar besluitvorming en die met interactieve beleidsvorming voortdurend werkt aan draagvlak voor haar plannen. De gemeente maakt daarbij goed gebruik van de door haar ingestelde adviesorganen, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Bij de voorbereiding van plannen wordt de mening van burgers regelmatig gepeild, via rondetafelgesprekken en charettes en eventueel via een referendum. De direct betrokkenen, zoals omwonenden in een buurt of wijk of de beoogde doelgroep, hebben daarbij een prominente plaats. Hun mening en belangen wegen substantieel mee in de uiteindelijke besluitvorming door de raad. Een goed duaal bestel wijst op een adequaat functioneren van de interne organisatie van onze gemeente. Er is sprake van een heldere rolverdeling tussen de raad en het college en tussen het college en de ambtelijke organisatie. De raad bepaalt in hoofdlijnen ‘wat’ gerealiseerd moet worden, het college werkt uit ‘hoe’ dat het best zou kunnen en laat zich daarbij ondersteunen door een deskundige en dienstbare ambtelijke organisatie. Raad, college en ambtelijke organisatie gedragen zich naar de eigen rol en zitten niet op elkaars stoel. Politici gaan op integere en professionele wijze om met burgers, en reageren niet op de waan van de dag. Bestuurlijke integriteit, transparantie en betrouwbaarheid zijn gemeengoed. Bestuurlijk wordt krachtig en doelgericht samengewerkt in de samenwerkingsverbanden die wij als gemeente Winterswijk zijn aangegaan. De Regio Achterhoek is daarbij een belangrijk platform waar samen met de ondernemers en de maatschappelijke organisaties een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van de economie en de leefbaarheid in de Achterhoek: de Uitvoeringsagenda 2020. Een veilige omgeving zonder overlast Winterswijk is objectief veilig, dat wil zeggen bedrijven, gebouwen, installaties en de inrichting van de openbare ruimte voldoen aan de normen die het rijk, de provincie of wij zelf als gemeente daarvoor
Pagina 21 van 153
Programma 1: Bestuur en Veiligheid hebben vastgelegd. Risico’s zijn in beeld. De rampenbestrijding en de brandweer zijn op orde. De Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland speelt hierbij een belangrijke rol. De politie is zichtbaar en aanspreekbaar, treedt doortastend op bij onveiligheid en overlast en werkt samen met de gemeente om criminaliteit in Winterswijk verder terug te dringen. Het veiligheidsgevoel (subjectieve veiligheid) is groot, dat wil zeggen dat Winterswijkers, inclusief jongeren en ouderen, zich ook ’s avonds veilig voelen, zowel op straat als thuis. Door de onderlinge samenhang in wijken en ouders die hun eigen verantwoordelijkheid nemen, worden mensen aangesproken op overlastgevend gedrag, hetgeen bijdraagt aan het subjectieve veiligheidsgevoel. Zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid worden periodiek gemonitord en indien nodig worden passende maatregelen genomen (Integraal Veiligheidsplan) om de veiligheid op niveau te houden. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd.
Een krachtige lokale democratie met een goed functionerend duaal bestel 1. Doorgaan met het gebruik van rondetafelgesprekken en charettes; 2. Hiernaast invulling geven aan nieuwe, aanvullende vormen van burgerparticipatie. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden uitgevoerd binnen de bestaande budgetten en capaciteit. Voor het geven van invulling aan nieuwe, aanvullende vormen van burgerparticipatie is een budget van € 15.000 opgenomen in de begroting. Een veilige omgeving zonder overlast 1. Uitvoeren van onderzoek naar de objectieve en subjectieve veiligheid in Winterswijk door deelname aan de Veiligheidsmonitor en op basis daarvan een plan van aanpak opstellen voor het (verder) aanscherpen van het veiligheidsbeleid. 2. Inzet op de (integrale) aanpak van jeugdgroepen in samenwerking met Radaruitvoering. 3. Preventieve aanpak fietsendiefstal: toezichthouders op het stationsgebied die een oogje in het zeil houden en deelnemen aan het opruimen van zogenaamde ‘weesfietsen’ en fietswrakken.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Algemeen bestuur Brandweer en rampenbestrijding Externe communicatie Openbare Orde en Veiligheid Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
2.349
2.330
-19
V
1.428 1.270 6 55 5.108
1.612 1.292 16 55 5.305
184 22 10
N N N N
197
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
92
100
8
1 93
1 101
8
-
19
V
V V
184 14 10 0 189
N N N N
Pagina 22 van 153
Programma 1: Bestuur en Veiligheid
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten: In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Algemeen bestuur: De stijging van de lasten met € 184.000 wordt veroorzaakt door: •
•
• •
Hogere personeelskosten voor het college ad € 63.000 door uitbreiding en hogere loonkosten. De extra loonkosten als gevolg van de uitbreiding worden gedekt uit het sociale domein (zie ook programma 14). Meerkosten raadvergoeding ad € 45.000 door de reguliere verhoging en door het vervallen van de mogelijkheid om te korten op de raadsvergoeding. Hiermee vervalt de korting van 10% op de raadvergoeding. Meerkosten raad ad € 15.000 voor de verbetering van de interactie tussen burger en politiek. Meerkosten van € 61.000 in verband met de APPA-voorziening.
Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 23 van 153
Programma 2: Vergunningverlening en Handhaving
Programma 2: Vergunningverlening en Handhaving Portefeuillehouder: dhr. drs. M.J. van Beem Programmamanager: dhr. M. Scholten Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Vergunningverlening en Handhaving’ gaat over de keten van vergunningverlening, handhaving en toezicht op het gebied van: • bouw, sloop, brandveiligheid, milieu, ruimtelijke ordening en openbaar gebied (inrit-, kap- en aanlegvergunningen). Deze gebieden vallen samen onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); • de Algemene Plaatselijke Verordening (APV); • de Drank- en Horecawet en de Wet op de kansspelen; • de Wegenverkeerswet; • de marktverordening. De basistaken met betrekking tot vergunningverlening en handhaving op milieugebied worden in opdracht van de gemeente integraal, efficiënt en effectief uitgevoerd door de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). Wat is het streefbeeld van dit programma? Vergunningverlening en Handhaving worden ingezet ter ondersteuning van het realiseren van de streefbeelden uit andere programma’s. Zo is bij handhaving het voorkomen en bestrijden van overlast en criminaliteit een hoofddoelstelling. Dit is direct gerelateerd aan een onderdeel van het streefbeeld van programma 1: een veilige omgeving zonder overlast. Bij Vergunningverlening en Handhaving gaan we – uiteraard binnen de kaders van het door de raad vastgestelde beleid - uit van mogelijkheden om mee te werken met de aanvragers/initiatieven. Dit betekent dat we eerst zoeken naar waarom iets kan, we zoeken niet naar waarom iets niet zou kunnen. Ofwel: maatwerk in balans met een alerte en integrale handhaving. In samenwerking met de ODA zijn op basis van een risicoanalyse de primaire aandachtspunten voor vergunningverlening en handhaving: fysieke veiligheid, gezondheid, ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit. Hiervoor wordt jaarlijks een activiteitenprogramma uitgevoerd. Wij hanteren voor de verschillende vergunningaanvragen reële behandeltermijnen en handelen deze zoveel mogelijk digitaal af. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd: 1. Om de overlast in het algemeen af te laten nemen en van druggerelateerde overlast in het bijzonder wordt in 2015 aandacht besteed aan het zorgvuldig en volledig registreren van overlast om een zo goed mogelijke nulmeting te hebben. Daarnaast zal met ketenpartners worden afgestemd hoe de verschillende vormen van overlast (nog) beter kunnen worden aangepakt. 2. Om te zorgen dat er geen toename in de permanente bewoning van recreatiewoningen plaatsvindt en omdat een verdere afname van eventuele overlast van tijdelijke bewoning van recreatiewoningen wordt gewenst wordt in 2015 het accent gelegd op gerichte communicatie (voorlichting) naar makelaars, eigenaren en bewoner(s) . Daarnaast zal de focus liggen op verhoging van het
Pagina 24 van 153
Programma 2: Vergunningverlening en Handhaving nalevingsgedrag door lokaal aandacht te besteden aan handhaving van permanente bewoning. Tenslotte zal in 2015 het traject met de vereniging van eigenaren (aantrekkelijker maken van recreatieparken) worden voortgezet. 3. In 2015 wordt het functioneren/presteren van de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) onderzocht. Om de doelstellingen 1 en 2 te realiseren is uitbreiding van team Handhaving met 2 fte noodzakelijk. Dit voorstel sluit aan bij het eerder door de raad vastgestelde Wabo-beleidsplan (adequaat toezichtniveau). De met deze uitbreiding gemoeide personeelslasten zijn toegelicht in programma 14.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Vergunningverlening en handhaving Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
1.591
1.566
-25
V
658 2.249
649 2.215
-9 -34
V V
524 524
Begroting
324 324
Totaal Saldo
Verschil
-200 -200
-
25
V
N N
191 166
N N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten: In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Vergunningverlening en Handhaving: In de afgelopen jaren is het aantal bouwaanvragen sterker gedaald dan verwacht, waardoor de gerealiseerde opbrengsten uit leges omgevingsvergunning lager zijn dan begroot. De verwachting is dat het aantal bouwaanvragen de komende jaren vooralsnog geen of slechts een geringe stijging zal laten zien. De opbrengsten uit leges omgevingsvergunning zijn daarom structureel met € 200.000 verlaagd.
Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 25 van 153
Programma 3: Economie, deel industrie
Programma 3: Economie, deel industrie Portefeuillehouder: ing. H.J.G. Gommers Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Economie en (deel industrie)’ richt zich op de industriële bedrijvigheid op met name de bedrijventerreinen van Winterswijk. Het bevorderen van innovatie, werk en werkgelegenheid, inclusief grensoverschrijdende samenwerking, zijn de belangrijkste speerpunten. Wat is het streefbeeld van dit programma? Winterswijk kenmerkt zich door een uitstekend ondernemersklimaat, voor zowel bestaande ondernemingen als nieuwe ondernemingen die zich in Winterswijk vestigen als startende ondernemingen. Het bedrijfsleven is divers met een sterke vertegenwoordiging in de innovatieve maakindustrie. Belangrijke pijlers onder het gunstige ondernemersklimaat zijn de onderlinge samenwerking, gemeenschappelijke promotie, de verbinding met kennisinstellingen en de speciale programma’s voor startende ondernemers. Het contact tussen de gemeente en het bedrijfsleven is actief en gericht op ontwikkeling van zowel het bedrijfsleven als de Winterswijkse samenleving als geheel. Onderliggende procedures worden zorgvuldig en snel doorlopen. De bedrijventerreinen zijn representatief en beschikken over de juiste voorzieningen, waaronder een hoogwaardige ICT-infrastructuur. Voor de zwaardere industrie werken we regionaal samen en is het regionale bedrijventerrein De Laarberg de meest geschikte vestigingslocatie. Winterswijk is het regionale centrum voor grensoverschrijdend ondernemen. De samenwerking met gemeente Vreden en de realisatie van het Euregionale bedrijvenpark Gaxel spelen hierin een belangrijke rol. Winterswijkse ondernemers zijn aantrekkelijke werkgevers met een groeiende behoefte aan hoger opgeleid personeel. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd: Faciliteren van de plaatselijke industrie De contacten met ondernemers en brancheorganisaties in deze sector worden geïntensiveerd, onder andere in de vorm van periodieke bedrijfsbezoeken. Ondernemers worden in een vroegtijdig stadium betrokken bij de voor deze sector relevante ontwikkelingen. Promotie industrie en aantrekken bedrijvigheid In samenwerking met betrokkenen opstellen van een plan van aanpak voor de promotie van de industrie en het aantrekken van bedrijvigheid, lokaal en regionaal. Grensoverschrijdende samenwerking Intensivering van contacten over grensoverschrijdende samenwerking, met ondernemersverenigingen, Duitse grensgemeenten, hogere overheden en euregionale samenwerkingsverbanden. Formeren van de werkgroep ‘grensoverschrijdend dienstencentrum Gaxel’, met serieus geïnteresseerde ondernemers. Nadere uitwerking van het concept met deze werkgroep.
Pagina 26 van 153
Programma 3: Economie, deel industrie
Om de belangrijkste speerpunten binnen dit programma te realiseren zal in 2015 een plan van aanpak worden opgesteld. In 2015 is er geen financiële ruimte voor extra menskracht voor het aandachtsveld “economie”. Vanaf 2015 wordt ingezet op 0,7 fte formatie-uitbreiding. Deze formatie zal ook op de economische verbindingen met Duitsland worden ingezet. De met deze uitbreiding gemoeide personeelslasten zijn (tijdelijk) opgenomen in programma 14. Voor het project Gaxel is € 50.000 opgenomen in de begroting om uitvoering te kunnen geven aan de ambities zoals verwoord in het nieuwe coalitieprogramma.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Economische ontwikkeling industrie Totaal
Begroting
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Verschil
51
130
79
N
1.210 1.261
2.194 2.324
984 1.063
N N
Begroting
1.848 1.848
Totaal Saldo
Verschil
2.770 2.770
922 922
-
79
N
V V
62 141
N N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten: In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Economische ontwikkeling industrie De hoger geraamde uitgaven (€ 984.000) en inkomsten (€ 922.000) betreft grotendeels (€ 934.000) het project Arrisveld. Er is in de begroting reeds rekening gehouden met een financiële bijdrage door de gemeente voor een nieuw aan te leggen rotonde in de Groenloseweg en een ontsluiting richting het ziekenhuis. De provincie heeft een subsidie van (maximaal) € 700.000 aan de gemeente toegekend voor dit project. Afgesproken is dat de gemeente het project gaat uitvoeren. Arrisveld BV draagt ook bij in de kosten. Contractvorming en besluitvorming vindt plaats in het 3e kwartaal 2014. Het andere uitgave deel (€ 50.000) betreft het incidentele budget voor het project Gaxel.
Investeringen Bedragen *1.000 Cluster
Economische ontwikkeling industrie Totaal
Uitgaven Vastgesteld t/m prognose 2 2014 540 540
Begroting
540 540
Inkomsten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Verschil
-
Begroting
7 7
7 7
Totaal Saldo
Verschil
-
Er zijn geen mutaties geweest.
Pagina 27 van 153
0 0
-
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer Portefeuillehouder: ing. H.J.G. Gommers Programmamanager: dhr. M. Scholten Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Ruimtelijke ontwikkeling in de Kern, plus verkeer en vervoer’ richt zich met name op de aantrekkelijkheid van Winterswijk als plaats om te wonen, te werken en te recreëren. Deze aantrekkelijkheid wordt, naast de aanwezigheid van voorzieningen zoals een overdekt zwembad, een mooi kernwinkelgebied, representatieve bedrijventerreinen en een schouwburg, mede bepaald door: • de kwaliteit van de woningen; • de kwaliteit van de woonomgeving in de kern van Winterswijk; • fysieke infrastructuur: wegen, bermen, verlichting, bruggen, riolering, bewegwijzering en dergelijke; • de verkeersinfrastructuur: verkeersveiligheid, openbaar vervoer, bereikbaarheid (parkeren); • openbaar groen: groenbeleid en –beheer; • waterbeheer: beleid en beheer van vuilwaterriolering, hemelwaterriolering en drainagesystemen (grondwater); • bestemmingsplannen kern Winterswijk; • stedelijke vernieuwing. Naast een goede woningmarkt is een zorgvuldig gebruik van de ruimte in de kern van Winterswijk van groot belang. Hierbij is aandacht voor goed wonen, een vitaal ondernemersklimaat, een goede bereikbaarheid en behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden. Bij ruimtelijke ontwikkelingen staan de volgende principes centraal bij de stedelijke vernieuwing van het dorp Winterswijk: • inbreiding voor uitbreiding; • samenvoegen van (openbare) voorzieningen; • behoud en ontwikkeling van karakteristieke panden; • meervoudig ruimtegebruik; • het creëren van een landschappelijk goed ingepaste overgang tussen de kom en het buitengebied van Winterswijk. Wat is het streefbeeld van dit programma? Kwaliteit woningen Door vergrijzing, ontgroening en een verwachte economische groei veranderen verschillende woonwensen. Op het gebied van aantallen te ontwikkelen woningen valt op dat de Winterswijkse bevolking in aantal niet of nauwelijks groeit. Wel neemt het aantal huishoudens de komende jaren nog toe. De toename van het aantal huishoudens noodzaakt dat er meer woningen ontwikkeld moeten worden dan er aan de markt worden onttrokken. De bestaande woningvoorraad moet aansluiten op de hedendaagse behoefte. Vanuit deze context werkt de gemeente Winterswijk aan een woningmarkt, waarbij we het volgende beeld nastreven: ‘Een duurzame en evenwichtige woningmarkt, waarbij woonconsumenten (zowel huurders als kopers) gemakkelijk een woning kunnen vinden die aansluit bij de door de tijd heen veranderende behoeften’. De woningvoorraad wordt aangepast: daar waar mogelijk komen er meer levensloopbestendige woningen. Aard en omvang van de vergrijzing en ontgroening vragen in dit verband om regionale afstemming. Om een effectieve maar ook een efficiënte doelgroepenbenadering te realiseren, is samenwerking met de
Pagina 28 van 153
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer omliggende gemeenten immers noodzakelijk. Bij ruimtelijke ontwikkelingen is duurzaamheid het uitgangspunt. De invloed van woonconsumenten is groter doordat particulieren zelf woningen kunnen (laten) bouwen. Het zogenaamde (collectief) particulier opdrachtgeverschap is ingevoerd. Kwaliteit Woonomgeving De exclusieve karakteristieken (cultuurhistorie, landschap en ecologie) van het Nationaal Landschap Winterswijk zijn herkenbaar in het dorp Winterswijk. Herstructurering van wijken leidt tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en een intrinsieke waardestijging. Herstructureringsopgaven leiden tot meer woningdifferentiatie. Dit in overleg met de verschillende betrokken actoren bij de herontwikkeling van een herstructureringsgebied. Bestaande woonwijken beschikken over een goed onderhouden kinderspeelplaats. De kwaliteit van de kinderspeelplaatsen is verankerd in het Handboek openbare ruimte. Fysieke en verkeersinfrastructuur Winterswijk is goed bereikbaar via de weg en het spoor. Verbetering van spoorverbindingen, ook met Duitsland, is een belangrijk speerpunt Voor een goede bereikbaarheid en adequaat beheer van de openbare ruimte worden maatregelen uitgevoerd aan de hand van het vastgestelde Verkeersstructuurplan ‘Voortvarend verder’ en het Meerjaren Investeringsprogramma Wegen. Parkeren blijft gratis, maar er wordt wel een dynamisch parkeerverwijssysteem uitgerold. In de uitvoeringsplannen wordt prioriteit gegeven aan de veiligheid voor fietsers en voetgangers. Openbaar groen Winterswijk beschikt over een actueel Groenstructuurplan. Deze wordt conform de planning uitgevoerd, waarbij het doel is een toename van groen binnen de bebouwde kom. Verstening wordt voorkomen. Verder is er een actueel Landschapsontwikkelingsplan. Dezer wordt conform planning uitgevoerd. Het onderhoud en instandhouden van bestaande groene structuren heeft voortdurende aandacht. Regelmatig onderhoud van bestaande natuur krijgt daarbij de voorkeur boven aanleg van nieuwe natuur. Waterbeheer Het buitengebied is voorzien van drukriolering. Vanwege het Waterplan Winterswijk zijn relatief veel infrastructurele voorzieningen vervangen en gerealiseerd; half Winterswijk is sinds 2003 heringericht. Winterswijk heeft een bovengemiddeld goede rioleringszorg. Waar dat efficiënt kan, wordt bij herinrichtingen het hemelwater afgekoppeld van de riolering. Waar mogelijk werkt de gemeente samen met andere gemeenten en het waterschap. Bestemmingsplannen kern Winterswijk De gemeente beschikt over een adequaat en up-to-date planologisch kader. Op basis van dit planologische kader worden verzoeken op het gebied van ruimtelijke ordening snel en efficiënt afgehandeld. Dit geldt ook voor het landelijk gebied. Stedelijke vernieuwing De barrière die de spoorzone tussen het centrum en het zuidelijk deel van de kern veroorzaakt, is opgeheven. Op lange termijn is een doorsteek van de Dingstraat naar de Parallelweg noodzakelijk.
Pagina 29 van 153
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer De spoorzone als geheel wordt ontwikkeld tot een meer hoogwaardige zone waarin ruimte is voor diverse functies. De openbare ruimte in het gehele gebied is hoogwaardig en verbindt de verschillende functies. Tevens is de spoorzone een stadsecologische oost-west-schakel. De gemeente faciliteert eigenaren en investeerders die plannen hebben aan de rand van de Notaristuin (Misterstraat, Bossesteeg en Roelvinkstraat). De Bossesteeg maakt integraal onderdeel uit van het kernwinkelgebied in zowel toegankelijkheid als beleving. De inrichting van de Meddosestraat en Ratumsestraat is hoogwaardig. Beide straten behoren tot het centrum: niet als winkelstraat, maar als ‘aanloopstraat’. Een menging van verschillende functies is gewenst, een en ander conform de in 2012 vastgestelde detailhandelsvisie, zoals boetiekjes of alternatieve formules met een gericht publiek. Ook kunnen het recreatieve functies zijn, zoals galeries, kantoorfuncties en baliefuncties. Ook specifieke vormen van horeca zijn toegestaan, mits het daghoreca betreft en het een aanvullende werking heeft op de markt. ’t Spek Ende: Ook dit gebied maakt onderdeel uit van het kernwinkelgebied, omdat het een relatie legt naar de geplande parkeervoorziening in de spoorzone. Hierbinnen heeft het wel een specifieke status. Het vormt een overgangsgebied waar naast winkelfuncties ook publieksgericht dienstverlenende functies mogelijk zijn, zoals banken of uitzendbureaus. Project Gaudium: de transformatie van de bedrijfsfunctie langs de Laan van Hilbelink naar woningbouw is verlaten. Het streven is om de bestaande bedrijvigheid te behouden en ruimte te geven voor nieuwe passende functies. Leegstand moet voorkomen worden. Economie en industrieel erfgoed gaan hier hand in hand. De gemeente is vanuit een faciliterende rol proactief betrokken bij de herontwikkeling van dit gebied. Het gebied Morgenzonweg wordt herontwikkeld voor woningbouw en een P&R-locatie. De vrijkomende Driemarkgebouwen worden opnieuw ingevuld met passende functies. Voor alle plannen geldt dat we zoveel mogelijk willen aansluiten bij de regionale investeringsagenda’s. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd: Kwaliteit woningen Om een duidelijke toename in het levensloopbestendig en duurzaam maken van woningen te realiseren is het van belang om in 2015 de marktvraag en de marktbereidheid te meten aan de hand van de gemaakte kernenfoto’s in relatie tot de regionale woonvisie. De gemeente heeft hierin met name een faciliterende en stimulerende rol. Fysieke en verkeersinfrastructuur 1. Een parkeerterrein met minimaal 70 parkeerplaatsen realiseren bij het schoolgebouw van de voormalige Driemark (Zonnebrink), inclusief een goede wandelverbinding naar het winkelgebied van Winterswijk (voorbereiding). 2. Een rechtstreekse fietsroute van het ziekenhuis naar de Wooldseweg (voorbereiding). 3. Een betaalbare spoorwegovergang ter hoogte van de Dingstraat, met maatregelen om verkeer via het Weurden te verminderen. Het gaat dan om een onderzoek naar de meest gewenste, betaalbare variant. 4. Fietspad langs de Bataafseweg. In 2015 start het onderzoek/ voorbereiding voor de aanleg van dit fietspad.
Pagina 30 van 153
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer Openbaar groen Een duidelijke toename van groen binnen de bebouwde kom. In 2015 worden de verschillende mogelijkheden onderzocht. Denk daarbij aan wat bewoners zelf kunnen doen en waar de gemeente het groen wil intensiveren of anders wil inrichten. Dit kan niet zonder extra budget. In 2015 wordt gekeken naar mogelijke financieringsbronnen. Met uitzondering van de spoorwegovergang en de aanleg van het fietspad langs de Bataafseweg passen de in 2015 uit te voeren activiteiten binnen de beschikbare middelen.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Vastgoedexploitatie Openbaar Groen Stedelijke vernieuwing Vastgoedinformatie Verkeer Waterbeheer Wegen Woonbeleid Grondexploitatie Bestemmingsplannen in de kern Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
8.951
8.988
37
N
178 1.539 550 97 22 889 1.134 23 983 39 14.405
169 1.688 550 97 22 889 1.303 20 3.757 15 17.498
-9 149
V N N V N V N
169 -3 2.774 -24 3.093
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
305 2
300 2
-5
2 3.722 76
2 3.798 78
76 2
968 50 5.125
3.716 15 7.911
2.748 -35 2.786
-
37
N
N V V V N V
4 149 0 0 0 76 167 3 26 11 307
V N V N V N N N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten: In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Openbaar groen De toename van de uitgaven ad € 149.000 bestaat uit : • incidenteel calamiteitenbudget voor openbaar groen € 50.000; • incidenteel budget voor speelterreinen € 10.000; • structurele verhoging voor de bijdrage aan de ROVA (openbaar groen) € 89.000 . Toelichting: Incidenteel calamiteitenbudget voor openbaar groen € 50.000 als gevolg van een aantal jaren bezuinigen op de openbare ruimte, is het noodzakelijk een incidenteel calamiteitenbudget om verwachte en geraamde uitgaven te kunnen opvangen. Incidenteel budget voor speelterreinen € 10.000 Als gevolg van de structurele bezuinigingen op dit budget, is het noodzakelijk hiervoor een incidenteel budget op te nemen voor een aantal reparaties aan de speeltoestellen.
Pagina 31 van 153
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer
Structurele verhoging voor de bijdrage aan de ROVA (openbaar groen) € 89.000 Deze door de ROVA doorgevoerde verhoging is met name het gevolg van prijsindexatie. Wegen de toename van de uitgaven ad € 169.000 bestaat uit: • • • •
incidenteel calamiteitenbudget voor wegen € 100.000; salariskosten medewerker Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL) € 42.000 (incidenteel opgenomen 2014-2017); incidentele verhoging budget voor verwerking maaiafval (sloten) € 14.000; overige uitgaven € 13.000.
Toelichting: Incidenteel calamiteitenbudget voor wegen € 100.000 Als gevolg van een aantal jaren bezuinigen op de openbare ruimte, is het noodzakelijk een incidenteel calamiteitenbudget om verwachte en geraamde uitgaven te kunnen opvangen. Salariskosten medewerker RAL € 42.000 De dekking voor deze salariskosten (en voor het met ingang van 2014 opgevoerde onderhoud fietspaden) vindt u bij de toelichting van de inkomsten binnen dit cluster bij de 2e financiële prognose 2014. Incidenteel budget voor verwerking maaiafval (sloten) € 14.000 Berm en slootmaaisel wordt op het gronddepot opgeslagen, Voor een optimale vertering is het noodzakelijk om het materiaal te zeven en na opslag het enkele keren om te zetten. De kosten hiervan kunnen niet meer gedekt worden uit de bijdrage van nieuwe werken, zodat er een afzonderlijk budget voor nodig is. Het gaat hier om een incidenteel budget, omdat het materiaal vanaf 2016 waarschijnlijk niet meer op de zelfde wijze opgeslagen wordt. Waterbeheer (inkomsten) De geraamde verhoging van de rioolheffing ad € 76.000 is gebaseerd op een deel van de door de gemeenteraad opgelegde bezuiniging ad € 20.000 op de openbare ruimte en inflatie (obv CBS index) € 56.000. Investeringen Bedragen *1.000 Cluster
Stedelijke vernieuwing Verkeer Waterbeheer Wegen Grondexploitatie Totaal
Uitgaven Vastgesteld t/m prognose 2 2014 1.500 100 50 1.276 4.242 7.168
Begroting
Verschil
1.500 225 130 2.032 5.933 9.820
125 80 756 1.691 2.652
N N N N N
Inkomsten Vastgesteld t/m prognose 2 2014 1.180
250 4.848 6.278
Begroting
1.180
250 5.524 6.954
Totaal Saldo
Verschil
676 676
V V
0 125 80 756 1.015 1.976
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 100.000 per cluster nader toegelicht. Verkeer De toename van de uitgaven ad € 125.000 bestaat uit: • krediet (onderzoek) fietspad Bataafseweg € 25.000;
Pagina 32 van 153
N N N N N
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer
•
krediet Uitvoering verkeersstructuurplan € 100.000 (dit was reeds in 2016 begroot en is in 2015 opgenomen en derhalve naar voren gehaald).
Waterbeheer De toename van de uitgaven ad € 80.000 bestaat uit: • krediet pompunit Meenkmolenweg € 13.000; • krediet drukriolering € 17.000; • krediet pompunits drukriolering € 50.000. Wegen De toename van de uitgaven ad € 756.000 bestaat uit: • krediet reconstructie Abeelstraat • krediet reconstructie Dingstraat e.o. • groenkrediet Waliensestraat • krediet fietspad Schimmelpennincklaan • krediet (voormalig) RAL verharde fietspaden • groenkrediet Narcisstraat • krediet reconstructie Kloksteeg – Notaristuin • krediet reconstructie Schaapsweg • krediet reconstructie brug Mr. Ten Houtenlaan • krediet reconstructie brug Steurkampweg
€ 40.000 € 250.000 € 57.000 € 14.000 € 80.000 € 5.000 -/€ 80.000 € 98.000 € 50.000 € 92.000
Grondexploitatie Toename van de uitgaven ad € 1.691.000 binnen dit cluster wordt verklaard door : • bijraming van de uitgaven van het project Bedrijventerrein Arrisveld ad € 300.000; • de geraamde uitgaven van de sporthal De Vlier € 1.275.000; • (mutatie) boekwaarde grondexploitatie - € 116.000. Toename van de inkomsten ad € 676.000: • project Bedrijventerrein Arrisveld € 300.000; • (mutatie) boekwaarde grondexploitatie € 376.000. Toelichting: Er is in de begroting reeds rekening gehouden met een financiële bijdrage door de gemeente voor een nieuw aan te leggen rotonde in de Groenloseweg en een ontsluiting richting het ziekenhuis. De provincie heeft een subsidie van (maximaal) € 700.000 aan de gemeente toegekend voor dit project. Afgesproken is dat de gemeente het project gaat uitvoeren. Arrisveld BV draagt ook bij in de kosten. Contractvorming en besluitvorming vindt plaats in het 3e kwartaal 2014. Uitgaven sporthal De Vlier € 1.275.000 Het bestemmingsplan Vliertuin dat is vastgesteld en inmiddels onherroepelijk is, voorziet in de bouw van een multifunctionele accommodatie (MFA). Deze omvat naast een nieuwe school en een beperkte wijkfunctie ook een sportaccommodatie te vervanging van de bestaande sportaccommodatie De Hazelder. Voor de school alsook de inrichting van de openbare ruimte is reeds krediet beschikbaar gesteld. Voor de sportaccommodatie nog niet. De geraamde uitgaven voor sportzaal De Vlier zien er als volgt uit: De begrote stichtingskosten voor een sportzaal bij de nieuwe Vlier zijn € 1.275.000. Dit zijn € 1.2 mln. bouwkosten, € 65.000 voor de (aanvullende) inventaris en € 10.000 voorbereidingskosten. De kapitaallasten van deze investering (€ 62.000) worden gedekt door:
Pagina 33 van 153
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer 1. lagere exploitatielasten (voordeel € 28.000) van deze nieuwe sportzaal, in vergelijking tot de huidige sportzaal De Hazelder die vervangen wordt; 2. de vrijval van de kapitaallasten van De Hazelder (€ 14.500); en 3. de vrijval van het onderhoudsbudget (€ 15.500) van het huidige wijkgebouw De Oosthoek (in de nieuwe Vlier komt ook een nieuwe wijkvoorziening). Mogelijke verkoopopbrengsten van De Hazelder worden niet als dekking meegenomen.
Pagina 34 van 153
Programma 5: Innovatie, Duurzame Energie en Milieu
Programma 5: Innovatie, Duurzame Energie en Milieu Portefeuillehouder: dhr. ing. H.J.G. Gommers Programmamanager: dhr. M. Scholten Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Innovatie, Duurzame energie en Milieu’ omvat de volgende thema’s: • afvalverwerking; • bodem(bescherming); • duurzame energie; • milieubeleid (geluid, geur, licht(vervuiling) en lucht(kwaliteit)). Wat is het streefbeeld van dit programma? De gemeente realiseert voor burgers en bedrijven een schone en gezonde leefomgeving. In dat kader wordt duurzaamheid (zoals duurzame energie, duurzame (ver-)bouwen en afvalscheiding) gestimuleerd. De gemeente geeft daarin het goede voorbeeld en stimuleert de bewustwording van burgers en bedrijven. Afvalverwerking In het kader van ‘de vervuiler betaalt’ bestaat een gedifferentieerd systeem voor het opleggen van aanslagen voor de verwerking van afval. Het accent van de inzamelstructuur van huishoudelijk afval ligt op de (herbruikbare) grondstoffen en restafval is ondergeschikt. De burgers en bedrijven denken bewust na over consumptie en weggooigedrag. Iedereen weet hoe en waar ze hun afval kwijt kunnen. Zwerfvuil komt niet meer voor, en wordt daar waar nodig intensief aangepakt. Op basis van het Verpakkingenconvenant 2013-2022 worden aanvullende zwerfafvalactiviteiten in Winterswijk uitgevoerd. De gemeente Winterswijk heeft een kwalitatief en kwantitatief veilige/gezonde bodemsituatie waarbij de bodemkwaliteit in overeenstemming is met het gebruik van de bodem. Het gebruik van de bodem is zonder onaanvaardbare risico’s. Alle ernstige en spoedeisende grond- en grondwaterverontreinigingen zijn gesaneerd. De gemeente Winterswijk ziet schaliegas als niet duurzame vorm van energie. Winning van schaliegas moet overal worden uitgesloten. De gemeente Winterswijk initieert en faciliteert initiatieven op het gebied van duurzame energie (zon, wind, water en biomassa) en energiebesparing, die passen bij de schaal, het karakter en de gewenste uitstraling van (Nationaal Landschap) Winterswijk. De gemeente werkt daarbij samen binnen het Winterswijks Energiebureau en de Achterhoekse Groene Energiemaatschappij (AGEM) met als doel de lokale productie en afname van duurzame energie te vergroten. Daarnaast ondersteunt de gemeente de werkzaamheden en projecten van de stichting Achterhoek Duurzaam Verbouwen (ADV, verduurSaam) om te komen tot een verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Op gemeentelijke bouwlocaties wordt duurzaam en zo veel mogelijk energieneutraal gebouwd: het leveren van kwaliteitsbouw met directe voordelen voor nu in combinatie met een hoge toekomstwaarde voor later. Duurzaam energiegebruik, duurzame energieproductie en de kansen voor bedrijven binnen dit thema staan centraal bij de realisatie van het grensoverschrijdend bedrijvenpark Gaxel.
Pagina 35 van 153
Programma 5: Innovatie, Duurzame Energie en Milieu
Milieubeleid De gemeente stimuleert duurzame mobiliteit door in te zetten op goede fietsvoorzieningen, zo optimaal mogelijk openbaar vervoer en aanvullend vervoer, het aanbieden van deelauto’s, elektrische laadpunten en het stimuleren van groen-gas-vulpunten. De Winterswijkse burgers en ondernemers zijn doordrongen van de eigen invloed op het milieu en handelen daar ook naar. De gemeente vervult daarbij een voorbeeldfunctie. De gemeente Winterswijk heeft een duurzame energiehuishouding waarbij energieverbruik wordt beperkt en zoveel als mogelijk gebruik wordt gemaakt van duurzame energie. De gemeente Winterswijk streeft ernaar in 2015 100% duurzaam in te kopen. Milieubeleid is gericht op het tegengaan en voorkomen van aantasting van het leefmilieu. Speerpunten van het milieubeleid zijn dat er, behalve ‘gebiedseigen geluid’ en incidenteel geluid (bijvoorbeeld concerten), geen geluidsoverlast is, dat er geen geurhinder is en dat de gemeente Winterswijk voldoet aan de normen van luchtkwaliteit.
Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd. Afvalverwerking Er wordt een vervolg gegeven aan de gefaseerde overgang naar de implementatie van het in april 2013 vastgestelde Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan. Dit houdt in dat het accent van de inzamelstructuur van huishoudelijk afval op de grondstoffen wordt gelegd en dat restafval ondergeschikt wordt. Het positieve effect hiervan gaan we terug zien in de in te zamelen hoeveelheden en financiën (op te leggen afvalstoffenheffing) met betrekking tot restafval en grondstoffen. Op basis van het Verpakkingenconvenant 2013-2022 wordt voor het jaar 2015 weer een vergoeding per inwoner (€ 1,19) aangevraagd bij Nedvang voor aanvullende zwerfafval-activiteiten in Winterswijk. Bodem(bescherming) Met betrekking tot bodem(bescherming) wordt het huidige beleid voortgezet. Het voornemen bestaat het beheer van de Winterswijkse stortplaats WAL(D) van de Regio Achterhoek over te dragen naar de provincie Gelderland. Het voorstel wordt voorbereid in overleg tussen Regio Achterhoek, provincie en deelnemende gemeenten in het samenwerkingsverband WAL(D). De ontwikkelingen met betrekking tot schaliegas worden nauwlettend gevolgd. Duurzame energie De gemeente Winterswijk blijft participeren in het Winterswijks Energiebureau (WEB) en de Achterhoekse Groene Energiemaatschappij (AGEM), faciliteert projecten van WEB en AGEM en ondersteunt de promotiecampagnes van AGEM in Winterswijk. De gemeente Winterswijk faciliteert de (wijkgerichte) projecten van verduurSaam om te komen tot verduurzaming van particuliere woningen. Samen met de andere Achterhoekse gemeenten onderzoeken we mogelijkheden voor het opstellen van eenduidige voorschriften voor het opwekken van duurzame energie in het buitengebied, waardoor ambtelijke last beperkt wordt en deze projecten haalbaarder worden.
Pagina 36 van 153
Programma 5: Innovatie, Duurzame Energie en Milieu Er wordt beleid opgesteld voor het plaatsen van openbare laadpalen voor elektrische auto’s in de openbare ruimte en er wordt meer bekendheid gegeven aan de aanwezigheid en het gebruik van deelauto’s. Milieubeleid Het milieubeleid wordt ongewijzigd voortgezet. Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Bodembeheer Huishoudelijk afval Milieubeleid Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
336
80
-256
12 2.133 53 2.534
12 2.074 53 2.219
-59 -315
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
V
-
256
V
V V
V V
0 218 0 474
V V
2.605
2.764
159
2.605
2.764
159
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten: In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Huishoudelijk afval De lagere uitgaven ad € 59.000 betreft met name de (structureel) lagere ROVA bijdrage voor afvalverwerking. De hoger geraamde (structurele) inkomsten ad € 159.000 zijn de vergoedingen vanuit het Verpakkingenconvenant 2013-2022 voor oud papier, glas, plastic en zwerfval. Dit vormt overigens (voor een belangrijk deel) de dekking voor de hoger geraamde uitgaven (ROVA bijdrage) bij het cluster groen (zie programma 4) als gevolg van de het project omgekeerd inzamelen, dat eind 2014 naar verwachting van start zal gaan, waarbij het uitgangspunt van dit project is dat dit budgetneutraal kan worden doorgevoerd.
Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 37 van 153
Programma 6: Kunst, Cultuur en Erfgoed
Programma 6: Kunst, Cultuur en Erfgoed Portefeuillehouder: dhr. ing. H.J.G. Gommers Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het beleidsprogramma ‘Kunst, Cultuur en Erfgoed’ omvat de volgende onderwerpen: 1. culturele voorzieningen als theater, bibliotheek, muziekschool en musea; 2. subsidies aan (culturele) organisaties en evenementen; 3. kunst in de openbare ruimte; 4. cultuureducatie; 5. Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (wettelijke archieftaak); 6. archeologie en oudheidkunde; 7. monumentenzorg; 8. cultuurhistorisch erfgoed 9. mediazaken. Wat is het streefbeeld van dit programma? Kunst, cultuur en erfgoed leveren een bijdrage aan de kwaliteit van ons bestaan, aan de kwaliteit van het leven van individuen en daarmee ook aan de samenleving. Kunst, cultuur en erfgoed zijn geen overbodige luxe, geen franje, geen gouden randje om ons bestaan. Het zijn wezenlijke elementen om aan die kwaliteit vorm te geven. De gemeente Winterswijk is overtuigd van de waarde daarvan, heeft daarin ambities en koestert het streven daarin zoveel mogelijk mensen te laten delen. Het huidige aanbod van culturele functies is over het algemeen eigentijds en kwalitatief prima en willen we behouden. Daarbij gaat het met name om de functies van het theater, het muziekonderwijs, de bibliotheek, de musea, evenementen en de kunst- en cultuureducatie. Het project Terra Temporalis wordt verder gefaciliteerd. Ook het rijke verenigingsleven en de lokale media leveren een belangrijke bijdrage aan het culturele klimaat in Winterswijk. Het bloeiende culturele leven in Winterswijk wordt mede gerealiseerd door een goede communicatie en samenwerking tussen betrokken partijen: samen sterker. De gemeente, als faciliterende (subsidiërende) partij, stuurt transparant op prestaties en streeft naar gezonde en toekomstbestendige culturele instellingen met aandacht voor goed ondernemerschap. Het gemeentelijk evenementenbeleid is gericht op jaarlijks enkele grotere en kleine(re), culturele evenementen en festivals met een bovenregionale uitstraling. Qua geologie koesteren we de steengroeve en steunen we initiatieven die de waarden van dit gebied voor een groot publiek toegankelijk willen maken. Het cultuurhistorisch erfgoed is voor Winterswijk een belangrijk onderdeel van de economische infrastructuur. Ook het industrieel erfgoed hoort hier bij. Het levert een (groeiende) bijdrage aan omzet, werkgelegenheid en de waarde van woningen. Ons erfgoed draagt bij aan een prettig woon- en vestigingsklimaat. Als uitgangspunt geldt daarom: behoud door ontwikkeling. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd.
Pagina 38 van 153
Programma 6: Kunst, Cultuur en Erfgoed Doorgaan met het faciliteren van project Terra Temporalis Terra Temporalis is een project van derden. Zodra er ontwikkelingen zijn, wordt dit project ambtelijk met uren gefaciliteerd en ondersteunt de gemeente in de zoektocht naar budget. 2. Een passende herbestemming voor leegstaande gemeentelijke en particuliere panden met Er wordt een lijst opgesteld met panden die passen binnen deze opdracht en voor herbestemming in aanmerking komen. In kaart gebracht wordt wie eigenaar is, wat het belang voor cultuurhistorie is, welke herbestemmingsmogelijkheden er zijn en welke planning daarvoor wordt aangehouden. Periodiek wordt deze lijst geactualiseerd. 3. De functies van onze voorzieningen zoveel mogelijk in stand houden. Een kritische houding rond de omvang en kwaliteit van de geleverde functies door de culturele instellingen. 4. Meer aandacht voor goed ondernemerschap bij gesubsidieerde instellingen. In gesprek blijven met de culturele instellingen en een vinger aan de pols houden met focus op de uitgaven en inkomsten. Waar mogelijk partijen bij elkaar brengen en voortdurende aandacht voor de opties samenwerken en voordeurdelen. 5. Gezonde, toekomstbestendige culturele instellingen. Duidelijke prestatieafspraken maken met de culturele instellingen, eventueel ook over aandachtspunten rond de wijze van bedrijfsvoering. Jaarverslagen, jaarrekeningen en begrotingen toetsen aan deze doelstelling 6. Minimaal twee bovenregionale evenementen per jaar. Blijven stimuleren en faciliteren van bestaande activiteiten, zoals het Steengroeve Theater en de Marathon Nationaal Landschap Winterswijk. Het stimuleren van de eigenaar van ´t Hilgelo, RGV, in de ontwikkeling van evenementen op ’t Hilgelo met een bovenregionale aantrekkingskracht. 7. Stimuleren van het bewustzijn van het belang van cultuurhistorie onder de inwoners van Winterswijk. Belang cultuurhistorie meer onder de aandacht brengen door enerzijds het beleidsterrein te integreren in andere beleidsterreinen (denk aan ruimtelijke ordening, cultuur en vrijetijdseconomie) waardoor het op een andere wijze aandacht krijgt. Anderzijds door er meer over te communiceren. Dit zal in een uitvoeringsprogramma van het nieuw op te stellen erfgoedbeleid een concretere uitwerking krijgen.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Erfgoed Kunst en Cultuur Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
244
282
38
N
131 1.304 1.679
342 1.436 2.060
211 132 381
N N N
25 44 69
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
225 42 267
200 -2 198
-
38
N
V N V
11 134 183
N N N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht.
Pagina 39 van 153
Programma 6: Kunst, Cultuur en Erfgoed Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Erfgoed De verhoging van de inkomsten met € 200.000 wordt veroorzaakt door het feit dat de provincie een subsidie heeft toegezegd van € 500.000 voor de (nieuwe) toekomst van Scholtengoederen. In 2014 is een bedrag van € 300.000 ontvangen en het restant van € 200.000 wordt in 2015 ontvangen. De verhoging van de uitgaven met € 211.000 wordt grotendeels als volgt verklaard: - Restauratie van Scholtengoederen € 200.000 N - Restauratie monumenten € 10.000 N De uitgaven voor de restauratie van Scholtengoederen worden uit de provinciale middelen gefinancierd. De provincie heeft de subsidie voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten en molens een jaarlijkse subsidie toegekend van € 25.000 waarbij als voorwaarde is gesteld dat de gemeente hier € 50.000 als cofinanciering bijdraagt. Dit betekent dat de uitgaven op € 75.000 moeten worden geraamd en worden hierbij met € 10.000 verhoogd. Kunst en Cultuur De verlaging van de uitgaven met € 132.000 wordt als volgt verklaard: -
Gesubsidieerde instellingen Erfgoedcentrum (ECAL)
€ 150.000 N € 18.000 V
In deze begroting is het voorstel verwerkt om de in 2013 door de gemeenteraad aan de gesubsidieerde instellingen opgelegde bezuiniging van € 150.000 niet uit te voeren. Hierdoor kan invulling worden gegeven aan de afspraak met de gemeenteraad om op basis van door de instellingen in te dienen plannen de opgelegde en nog in te vullen bezuinigingen op basis van een zorgvuldige afweging vorm te geven. De bijdrage voor het Erfgoedcentrum is voor de komende jaren vastgesteld op € 115.000, dit is € 18.000 lager dan in de vastgestelde begroting (bij 2e financiële prognose 2014) opgenomen. Raadspotje (€ 17.500) In programma 1 is toegelicht dat er geen mogelijkheid meer bestaat om te korten op de raadsvergoeding. Aangezien met deze korting (10%) een aantal activiteiten wordt gefinancierd, bereidt het college een voorstel voor over de verdere invulling van het raadspotje. Investeringen Bedragen *1.000 Cluster
Kunst en Cultuur Totaal
Uitgaven Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
-
Inkomsten Vastgesteld t/m prognose 2 2014 110 110
Begroting
59 59
Totaal Saldo
Verschil
-51 -51
N N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 100.000 per cluster nader toegelicht.
Pagina 40 van 153
51 51
N N
Programma 6: Kunst, Cultuur en Erfgoed Kunst en Cultuur De verlaging van de inkomsten wordt verklaard door het feit dat de bibliotheek in 2014 de leningen grotendeels heeft afgelost waardoor de begrote aflossingsbedragen in 2015 lager uitvallen.
Pagina 41 van 153
Programma 7: Arbeidsparticipatie en Inkomensvoorziening
Programma 7: Arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening Portefeuillehouder: dhr. drs. D.W. Aalderink Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het programma Arbeidsparticipatie en Inkomensvoorziening kent drie deelgebieden, te weten: 1. re-integratie; 2. inkomensvoorziening; 3. inkomensondersteuning. Wat is het streefbeeld van dit programma? Algemeen Een ieder die daartoe in staat is, neemt deel aan de arbeidsmarkt en voorziet zelf in zijn bestaan. Als dat niet mogelijk is, participeert men naar vermogen in de maatschappij. Re-integratie Cliënten met een uitkering en arbeidsperspectief worden zo snel mogelijk naar een betaalde baan begeleid. Iedereen doet naar vermogen mee. Dat betekent dat we van mensen die geen arbeidsperspectief hebben, verwachten dat ze op een andere zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij. In het kader van de veranderende rijksregelgeving (Participatiewet per 01 januari 2015), maar ook uit oogpunt van kostenbeheersing is de organisatie van de sociale werkvoorziening gemoderniseerd. De Gemeenschappelijke regeling Hameland is ontmanteld. Voor de doelgroep die blijft aangewezen op zgn. ‘beschut werken’ is een passend aanbod georganiseerd. Inkomensvoorziening Mensen die daar recht op hebben ontvangen hun uitkering tijdig en correct. Daarbij zijn wij ‘streng aan de poort’. Fraudepreventie is een belangrijk uitgangspunt om te voorkomen dat mensen onterecht een uitkering ontvangen. Onterecht verstrekte bijstand wordt zoveel mogelijk teruggevorderd. Financieel is het streven uit te komen met het budget dat wij voor het uitbetalen van uitkeringen van het Rijk ontvangen. Inkomensondersteuning Inwoners van Winterswijk en vooral ook hun kinderen moeten kunnen blijven deelnemen aan de maatschappij. Daartoe is er passend bijzondere bijstandsbeleid, armoedebeleid en beleid voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Voor mensen die in een problematische schuldpositie zijn terechtgekomen is er in samenwerking met de Stadsbank schulddienstverlening. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd.
Re-integratie 1. Project “Ontmanteling Hameland” inclusief nieuwe oplossingen SW ers.
Pagina 42 van 153
Programma 7: Arbeidsparticipatie en Inkomensvoorziening 2. Jobhunter voor de Duitse markt inzetten. Inkomensvoorziening 1. Fraudebeleid aanscherpen Inkomensondersteuning 1. Bijzondere bijstandsbeleid actueel houden 2. Particuliere initiatiefnemers die het mensen met een laag inkomen mogelijk maken te participeren, ondersteunen.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie: Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Inkomensondersteuning Re-integratie Inkomensvoorziening Participatiewet Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
51
49
-2
V
-
2
V
788 2.114 8.032 9.388 20.373
838 2.209 9.582 8.985 21.663
50 95 1.550 -403 1.290
N N N V N
N V N V
50 170 595 57 434
N N V V V
152 6.944 9.124 16.220
77 9.089 8.778 17.944
-75 2.145 -346 1.724
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Inkomensondersteuning De verhoging van € 50.000 wordt verklaard door het feit dat wij in het gemeentefonds extra middelen (circa € 150.000) hebben ontvangen voor de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid. Een deel van deze extra middelen willen wij toevoegen aan het budget voor bijzondere bijstand. Re-integratie De verhoging van de uitgaven met € 95.000 wordt als volgt verklaard: - Uitvoeringskosten SDOA € 170.000 N - Volwasseneneducatie € 75.000 V In de vastgestelde begroting (2e prognose 2014) was rekening gehouden met het aanpassen van de verdeelsleutel voor de uitvoeringskosten bij SDOA. Dit zou voor de gemeente Winterswijk positief uitvallen. Echter is de aanpassing van de verdeelsleutel (nog) niet doorgegaan. Dit betekent dat de uitvoeringskosten vanaf 2015 € 170.000 hoger uitvallen. Met de komst van de Participatiewet maakt het budget voor Volwasseneneducatie onderdeel uit van het Participatiebudget en wordt hier geen afzonderlijk budget meer voor beschikbaar gesteld. De afname van de inkomsten met € 75.000 wordt verklaard door het feit dat wij ook geen afzonderlijk rijksbudget meer voor het volwasseneneducatie ontvangen maar dat dit is opgenomen in het
Pagina 43 van 153
Programma 7: Arbeidsparticipatie en Inkomensvoorziening Participatiebudget. Inkomensvoorziening De voorlopige rijksinkomsten voor de Algemene Bijstand bedragen voor 2015 € 8.984.000. Dit is € 2.145.000 meer dan in de begroting (vastgesteld bij de 2e financiële prognose 2014) was opgenomen. In voorgaande jaren hielden wij bij de uitgaven rekening met een eigen risico van 10 %. Dit zou voor 2015 betekenen dat de het begrote bedrag op € 9.882.000 uit zou komen, een verhoging van € 1.850.000 ten opzichte van de begroting (vastgesteld bij de 2e financiële prognose 2014). Afgelopen jaren is het eigen risico niet of nauwelijks ingezet en daarom wordt afgeweken van deze lijn. Het bedrag van het eigen risico wordt verlaagd met € 300.000 en komt daarmee uit op € 598.000. Bovenstaande leidt ten opzichte van de bij de 2e financiële prognose 2014 vastgestelde begroting tot een mutatie van € 1.550.000. Participatiewet De verlaging van de uitgaven met € 403.000 wordt met name verklaard door: verlaging WSW-budget € 347.000 V - Toename uitgaven Hameland € 143.000 N ---------------€ 204.000 V - Dekking tekort Hameland € 200.000 V ---------------Totaal € 404.000 V Het Rijksbudget WSW is met € 347.000 verminderd en daarom worden ook de uitgaven met dit bedrag verminderd. Daarnaast was in de begroting (vastgesteld bij de 2e financiële prognose 2014) rekening gehouden met een verlies bij Hameland van € 264.000. In de begroting 2015 van Hameland wordt uitgegaan van een verlies van € 407.000. Dit betekent een toename van de uitgaven met € 143.000. In deze begroting is het voorstel opgenomen om de tekorten van Hameland onder het sociale domein te brengen. Omdat er nog onvoldoende zicht is op de toereikendheid van de budgetten binnen het sociale domein is ervoor gekozen om in de begroting 2015-2018 50% van de tekorten ten laste van de algemene begroting te brengen. In deze periode zullen de tekorten van Hameland verminderd moeten worden. De dekking voor 2015 uit het sociaal domein bedraagt € 200.000. Per saldo wordt € 404.000 afgeraamd. De verlaging van de inkomsten ad € 346.000 wordt met name verklaard door verlaging van het Rijksbudget WSW. Het Rijk heeft WSW-budget met € 347.000 verlaagd. De verlaging van het WSWbudget is het gevolg van de invoering van de Participatiewet. Vanaf 1 januari 2015 is er geen instroom meer in de WSW. Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 44 van 153
Programma 8: Basismobiliteit
Programma 8: Basismobiliteit Portefeuillehouder: dhr. drs. D.W. Aalderink Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het programma Basismobiliteit gaat over het organiseren van de bereikbaarheid van voorzieningen, waarbij wordt uitgegaan van zoveel mogelijk zelfredzaamheid naar passende ondersteuning voor iedereen die deze eigen verantwoordelijkheid niet zelf kan invullen. In het kader van zelfredzaamheid worden de mogelijkheden van inzet van vrijwilligers en naoberschap nadrukkelijk betrokken Wat is het streefbeeld van dit programma? Basismobiliteit Doelstelling is enerzijds deze vervoersstromen zoveel mogelijk te beperken door de voorzieningen zo dicht mogelijk bij de cliënten te organiseren. Anderzijds is het zaak het vervoer van de verschillende cliëntgroepen zoveel mogelijk integraal te combineren door middel van het vorm geven van een regionale regiecentrale Leerlingenvervoer Vervoeren van kinderen of vergoeden van reiskosten wat betreft vervoer van huis naar school, op grond van bepalingen in de verordening leerling-vervoer Wmovervoer (regiotaxi) Goede betaalbare en toegankelijke maatwerkvoorzieningen, waardoor inwoners zelfstandig kunnen blijven deelnemen aan verkeer, zo nodig met gebruikmaking van deze voorzieningen. AWBZ/WSW vervoer Goede betaalbare en toegankelijke maatwerkvoorziening voor het vervoeren van inwoners die dit niet zelfstandig kunnen en daarom onder begeleiding reizen. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd. Basismobiliteit Uitvoering geven aan het implementatieplan basismobiliteit door vervoersstromen van verschillende doelgroepen waar mogelijk te combineren en het beperken van vervoersstromen. Vorm geven regionale regiecentrale. Leerlingenvervoer Continuering van het beleid. In 2015 zijn de gevolgen van de invoering van de Wet passend onderwijs beperkt zichtbaar. Een beperkt aantal leerlingen gaat van school veranderen. Vanaf de schoolperiode 2015-2016 is de verwachting dat meer kinderen binnen de samenwerkingsverbanden geplaatst worden, zodat zij minder ver hoeven te reizen. Dit heeft waarschijnlijk een positief resultaat op het budget. Wmo-vervoer Continuering van de samenwerking met de provincie voor regiotaxi tot 1 januari 2017. Vanaf dat moment moet er de nieuwe regionale regiecentrale operationeel zijn.
Pagina 45 van 153
Programma 8: Basismobiliteit Voorbereiden van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de provincie voor basismobiliteit vanaf 2017. AWBZ/WSW vervoer Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor het AWBZ-vervoer als aanvulling op groepsbegeleiding. In eerste instantie wordt dit ingekocht bij aanbieders die ook groepsbegeleiding bieden. Vanaf 2017 is dit geïntegreerd binnen basismobiliteit en de regiecentrale.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Basismobiliteit Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
45
37
-8
V
798 843
798 835
-8
V
100 100
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
100 100
-
8
V
-
0 8
V
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Er zijn verder geen mutaties die toegelicht moeten worden. Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 46 van 153
Programma 9: Sport
Programma 9: Sport Portefeuillehouder: dhr. drs. W.G. Aalderink Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Sport’ gaat over de volgende onderwerpen: 1. Sportstimulering: het is een uitdaging voor de samenleving om ook de niet-sportliefhebbers bewust te maken van het belang van sport en aan te zetten tot structureel sport en bewegen. 2. Aanleg, beheer en onderhoud binnen- en buitensportaccommodaties: de belangrijkste bijdrage aan sport is het realiseren, het beschikbaar stellen en het exploiteren van binnen- en buitensportaccommodaties. De sportvoorzieningen worden ingezet als instrument om de sportbeoefening onder de inwoners te stimuleren. 3. Samenwerking tussen sportaanbieders: samen met de vele sportverenigingen, scholen, welzijnsorganisaties en de andere sportaanbieders zorgt de gemeente voor de uitvoering van een groot aantal sportactiviteiten. Daarnaast wordt samengewerkt met de buurgemeenten, gericht op regionale beleidsafstemming en samenwerking in de uitvoering van sportprojecten. 4. Subsidies en tarieven. Subsidies zijn gericht om de sport betaalbaar te houden. Voor het gebruik van de sportaccommodaties wordt een tarief in rekening gebracht. Wat is het streefbeeld van dit programma? Sportstimulering De gemeente Winterswijk wil de sportdeelname van haar inwoners verhogen. Dit doet zij door het stimuleren en uitvoeren van diverse sport- en beweegactiviteiten. De gemeente wil dat in 2016 60% van haar inwoners voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (norm is tenminste 5 dagen per week minimaal 30 minuten matig intensieve beweging). Aanleg, beheer en onderhoud binnen- en buitensportaccommodaties Met de aanleg van de atletiekaccommodatie aan de Vredenseweg beschikt de gemeente over een scala aan sportaccommodaties. Deze sportaccommodaties worden conform de daarvoor opgestelde normen onderhouden. De verhuur van de binnensportaccommodaties vindt efficiënt en zorgvuldig plaats, zodat deze voorzieningen optimaal worden gebruikt. De gemeente wil een duidelijke toename in het gebruik van de gemeentelijke sportfaciliteiten door partijen uit andere delen van het land of zelfs het buitenland. Samenwerking op lokaal en regionaal niveau Op lokaal niveau wordt samengewerkt met sportverenigingen, scholen, welzijnsinstellingen, commerciële sportaanbieders en vele andere maatschappelijke organisaties. Daarnaast vindt er op regionaal niveau samenwerking plaats tussen de 7 andere Achterhoekse gemeenten, gericht op regionale beleidsafstemming en opstellen regionale sportprojecten. Subsidies en tarieven De gemeente blijft een groot aantal sportverenigingen subsidiëren door het gratis ter beschikking stellen van haar binnen- en/of buitensportaccommodaties. Subsidies dragen er toe bij, dat de sportverenigingen levensvatbaar blijven en daardoor in staat zijn de maatschappelijke taken te kunnen uitvoeren. Verder draagt het verstrekken van subsidies bij tot het betaalbaar houden van de sport, zodat zoveel mogelijk inwoners in staat zijn sport te kunnen beoefenen. De gemeente zal voor het gebruik van haar sportvoorzieningen alleszins redelijke tarieven in rekening brengen bij de gebruiker(s).
Pagina 47 van 153
Programma 9: Sport
Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd: Sportstimulering 1. In het voorjaar van 2015 een nulmeting houden onder onze inwoners. In de enquête wordt naast de sportdeelname bij sportverenigingen ook gekeken of inwoners ook in niet sportverband sporten c.q. bewegen. Het is de bedoeling de enquête uit te laten voeren door een onderwijsinstelling (stagiaire). 2. In 2015 een groot aantal sportactiviteiten organiseren en meer aandacht besteden aan specifieke jeugdsportprojecten 3. In 2015 de resultaten van de onder de mensen met een beperking gehouden enquête uitvoeren. Sportaccommodaties 1. De bouw van een sportzaal bij De Vlier (ter vervanging van de huidige sportzaal “De Hazelder”). 2. Het opstellen van een meerjareninvesteringsplan voor de buitensportaccommodaties. 3. In overleg met een onderwijsinstelling het inventariseren c.q. onderzoeken op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de wens tot het verhogen van het gebruik van de sportvoorzieningen. Daarbij worden ook de werkgroep sport, 100% Winterswijk en andere platformen betrokken. Samenwerking 1. Door de inzet van de gemeentelijke buurtsportcoach het coördineren en het (laten) uitvoeren van diverse sportactiviteiten en sportkennismakingslessen. 2. Het (blijven) stimuleren van regionale samenwerking tussen de acht Achterhoekse gemeenten en de provincie Gelderland. 3. In het najaar van 2015 in samenwerking met de werkgroep sport de verkiezing van sportman, vrouw, -ploeg, - talent en sportvrijwilliger organiseren. Subsidies en tarieven 1. Het monitoren van het gebruik c.q. de bezetting van de gemeentelijke binnensportaccommodaties. 2. Het bijstellen van de subsidievoorwaarden door de sportverenigingen een tegenprestatie te laten uitvoeren. 3. Het opvragen van de ledenaantallen en de contributies van de door de gemeente te subsidiëren sportverenigingen. 4. Het jaarlijks indexeren van de tarieven van de binnensportaccommodaties aan de hand van de consumentenprijsindexering alle huishoudens (CPI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd.
Pagina 48 van 153
Programma 9: Sport
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Sportaccomodaties Sport Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
1.893
2.021
128
N
951 527 3.371
950 532 3.503
-1 5 132
V N N
518 150 668
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
519 157 676
1 7 8
-
128
N
V V V
2 2 124
V V N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Er zijn verder geen mutaties geweest die toegelicht moeten worden. Investeringen Er zijn geen investeringen binnen dit programma.
Pagina 49 van 153
Programma 10: Maatschappelijke Participatie en Zorg
Programma 10: Maatschappelijke Participatie en Zorg Portefeuillehouder: mevr. drs. I.G. Saris Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? De gemeente is per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de ondersteuning aan inwoners die op welke manier dan ook ondersteuning nodig hebben bij het participeren in de maatschappij. In het programma ‘Maatschappelijke Participatie en Zorg’ wordt hieraan invulling gegeven op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet publieke gezondheid (Wpg). Bij de Wmo gaat het om ondersteuning in de zelfredzaamheid, het faciliteren van mantelzorgers en burgerinitiatieven, het inzetten op het versterken van lokale participatiemogelijkheden en de inzet van professionals daar waar nodig voor de meest kwetsbare groepen in de Winterswijkse samenleving. Bij de Wpg gaat het over de invulling van het lokale gezondheidsbeleid, waarbij de aandacht vooral op het gebied van preventie ligt. Dit heeft eveneens raakvlakken met de Wmo. Wat is het streefbeeld van dit programma? Winterswijk is een leefbaar dorp met grote sociale samenhang in wijken en buurten. Iedereen (jong, oud, wel of geen beperkingen, verslaafden, alleenstaanden, gezinnen) moet kunnen deelnemen aan de maatschappij. Inwoners zijn zelfredzaam en betrokken; ze nemen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid en ondersteunen elkaar onderling waar dat mogelijk is. De gemeente draagt zorg voor goede voorzieningen, een sociaal vangnet, ondersteuning en preventie voor inwoners die het niet op eigen kracht kunnen redden. Tevens zorgt ze voor goede samenwerking met partners, zodat richting burgers effectiever, efficiënter en klantvriendelijker opgetreden wordt. Toegang Inwoners kunnen met al hun vragen op het gebied van de Wmo bij één loket terecht “De Post. In dit loket is sprake van samenwerking tussen gemeente en betrokken instellingen. Het uitgangspunt is: ‘één gezin - één plan - één regisseur’. Vrijwilligers en mantelzorgondersteuning In Winterswijk is een adequaat aanbod aanwezig voor de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers. Er zijn voldoende vrijwilligers om het rijke verenigingsleven te behouden. Algemene voorzieningen Inwoners met beperkingen zijn in overeenstemming met hun eigen aanleg en mogelijkheden in staat om maatschappelijk te participeren. Ouderen kunnen zolang mogelijk zelfstandig wonen. Er zijn goede betaalbare algemene voorzieningen voor alle inwoners, waardoor zij zolang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren, zonder gebruik te hoeven maken van over het algemeen duurdere maatwerkvoorzieningen. Maatwerkvoorzieningen Er zijn goede betaalbare en toegankelijke maatwerkvoorzieningen, waardoor inwoners zelfstandig kunnen blijven functioneren, zo nodig met gebruikmaking van deze voorzieningen. Het aanbod is zo dicht mogelijk bij huis georganiseerd, dat wil zeggen zoveel mogelijk in Winterswijk. Bij specialistische zorg en zorg die weinig cliënten nodig hebben, wordt (boven)regionaal samengewerkt. Als mensen opgevangen moeten worden in een maatschappelijk opvangcentrum, worden zij begeleid naar een zelfstandig bestaan, inclusief een eigen onderkomen.
Pagina 50 van 153
Programma 10: Maatschappelijke Participatie en Zorg Wet publieke gezondheid Op basis van de Wet publieke gezondheid werkt de gemeente met gericht gezondheidsbeleid voortdurend aan het behouden en verbeteren van de gezondheid van de Winterswijkse bevolking. Hierbij wordt actief samengewerkt met de partners in de gezondheidszorg. Het Streekziekenhuis Koningin Beatrix vervult hier een belangrijke rol en is als volwaardig streekziekenhuis opgenomen in een gezondheidspark. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd. Toegang Doorontwikkelen en uitvoering geven aan de toegang en toeleidingteams binnen de Post , waardoor er een afname op inzet van duurdere eerste- en tweede lijnszorg wordt bereikt. Vrijwilligers- en mantelzorgondersteuning Ontwikkelen van vrijwilligersbeleid en het opzetten van een vrijwilligerssteunpunt waarbij er wordt samengewerkt met scholen in het kader van maatschappelijke stages. Continueren en versterken van de mantelzorgondersteuning. Algemene voorzieningen Vanaf 2015 heeft de gemeente te maken met een voor haar nieuwe doelgroep cliënten vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De gemeente gaat vanaf oktober 2014 met een looptijd van acht maanden in gesprek met de klanten om tot passende maatwerkvoorzieningen te komen. De verwachting is dat voor een deel van de groep in plaats van individuele maatwerkvoorzieningen volstaan kan worden met algemene voorzieningen. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van reeds bestaande voorzieningen maar het kan ook zijn dat er nieuwe algemene voorzieningen ontwikkeld moeten worden. Maatwerkvoorzieningen Naast de reeds bekende werkzaamheden komen er nieuwe taken op het gebied van begeleiding bij. Dat betekent dat er meer taken liggen op het gebied van afstemming met aanbieders, administratieve taken, verwerken van gegevens ,voeren van gesprekken met klanten etc. Daarnaast moet in 2015 het beleid voor hulp bij huishouden worden aangepast in verband met kortingen op het rijksbudget. Wet publieke gezondheid Als gemeente moeten wij de continuïteit van zorg garanderen voor onze burgers en zorgen voor een goede afstemming tussen onze eigen taken en de curatieve en langdurige zorg. Hiertoe dient er een analyse van huidig en toekomstige zorgvraag en- aanbod te worden gemaakt. Deze analyse vormt de basis voor een toekomstvisie die samen met de betrokken partners opgesteld dient te worden. Aan de hand van deze visie wordt een regionale zorgagenda vastgesteld en uitgevoerd.
Pagina 51 van 153
Programma 10: Maatschappelijke Participatie en Zorg
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Algemene voorzieningen / Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang Toegang / Prestatieveld 2 Opgroeien en opvoeden Toegang / Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning Vrijwilligers en mantelzorgondersteuning / Prestatieveld 4 Mantelzorgers en vrijwilligers Algemene voorziening / Prestatieveld 5 Deelname maatschappelijke verkeer Maatwerkvoorzieningen / Prestatieveld 6 Individueel gerichte voorzieningen Maatwerkvoorzieningen / Prestatieveld 7,8,9 Maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid Wet publieke gezondheid / Volksgezondheid Transitie sociaal domein Kleine Stedenbeleid III Maatwerkvoorzieningen / AWBZ Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Verschil
1.806
1.972
166
N
-
166
N
89
79
-10
V
-
10
V
650
652
2
N
-
2
N
19
5
-14
V
-
14
V
498
538
40
N
-
40
N
7
7
-
-
0
-
4.437
3.530
N
4
N
323
323
-
-
0
-
421
423
2
N
-
2
N
200 30
214 30 5.472 13.245
14
N N N
V V
14 0 0 204
N N
8.480
-907
5.472 4.765
V
4.218
691 4.909
Begroting
Totaal Saldo
Begroting
3.307
691 5.472 9.470
Verschil
-911
5.472 4.561
Nb. In bovenstaande tabel zijn zowel de nieuwe als de oude omschrijvingen van de clusters weergegeven.
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Vrijwilligers en mantelzorgondersteuning (prestatieveld 4 Mantelzorgers en vrijwilligers) De verhoging van de uitgaven met € 40.000 wordt als volgt verklaard. Het in eerste instantie beschikbare budget van € 115.000 voor de peuteropvang bij Stichting Welzijn Winterswijk (SWW) is niet voldoende om de huidige peuteropvang-locaties open te houden. Met het sluiten van één of meerdere locaties zou de kinderopvangcapaciteit binnen de gemeente onder druk komen te staan. Om dit te voorkomenstellen wij voor het budget met € 40.000 te verhogen. Maatwerkvoorzieningen (prestatieveld 6 Individueel gerichte voorzieningen) De verlaging van de uitgaven met € 907.000 wordt als volgt verklaard: - budget huishoudelijke hulp € 911.000 V - indexering onderhoudscontracten € 4.000 N Het Rijk heeft vanaf 2015 een korting doorgevoerd op het huidige Wmo-budget. In 2015 ontvangen wij een bedrag van € 2.715.000 dat € 911.000 lager is dan het rijksbudget dat wij in 2014 hebben ontvangen. Als gevolg van dit lagere rijksbudget zijn de uitgaven met hetzelfde bedrag verlaagd. Verder is er binnen dit cluster een aantal budgetten als gevolg van doorgevoerde indexering door de leverancier bijgesteld voor in totaal € 4.000.
Pagina 52 van 153
Programma 10: Maatschappelijke Participatie en Zorg
Maatwerkvoorzieningen/AWBZ Eén van de drie decentralisatie die door het Rijk naar de gemeente worden overgeheveld is de Wmo / AWBZ. Het Rijk stelt hiervoor een budget beschikbaar van € 5.472.000. Het uitgangspunt is dat de begrote uitgaven niet hoger mogen uitvallen dan het ontvangen rijksbudget.
Investeringen Bedragen *1.000 Cluster
Uitgaven Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Prestatieveld 6 Individueel gerichte voorzieningen Totaal
Begroting
Inkomsten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Verschil
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
310
310
-
-
0
-
310
310
-
-
0
-
Er zijn geen mutaties geweest.
Pagina 53 van 153
Programma 11: Jeugd(-zorg) en Onderwijs
Programma 11: Jeugd(-zorg) en Onderwijs Portefeuillehouder: mevr. drs. I.G. Saris Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Dit programma gaat over ‘Jeugd(-zorg) en Onderwijs’ waarbij bij onderwijs worden gerekend: voorschoolse voorzieningen, onderwijsachterstandenbeleid, passend onderwijs, volwassenenonderwijs, aandacht voor de Duitse taal, leerplicht en kwalificatieplicht, onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer.. Wat is het streefbeeld van dit programma?
Jeugd en jeugdzorg Jongeren groeien op tot zelfredzame en actieve burgers die betrokken zijn bij de samenleving. Jongeren nemen actief deel aan de maatschappij, zonder dat zij in aanraking komen met politie of justitie. Voor jongeren is er voldoende keuzevrijheid qua vrijetijdsbesteding, zowel op wijkniveau als op grotere schaal. Dit uit zich in speel- en sportplekken en -activiteiten, een jeugdcentrum met een breed aanbod aan activiteiten en jaarlijkse evenementen voor de jeugd. De jeugdzorg, waarvoor de gemeenten met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk is, is erop gericht problematische opvoedingssituaties, ontwikkelingsachterstanden, schooluitval en ongewenst gedrag zoveel mogelijk te voorkomen. Doel is een goede invoering van de jeugdzorg met als uitgangspunten budgettair neutraal, participatie naar vermogen, lokaal herkenbaar en regionaal waar mogelijk. Lokale herkenbaarheid wordt onder meer gerealiseerd door één duidelijke toegangspoort en een integrale aanpak van ‘één gezin, één plan, één regisseur.’ Onderwijs Zowel op het gebied van onderwijs als kinderopvang zorgt de gemeente samen met burgers, schoolbesturen en kinderopvangcentra voor kwaliteit op inhoud en goede faciliteiten. Er is een doorgaande (zorg)lijn van de voorschoolse voorziening naar het primair onderwijs en van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs, inclusief passend onderwijs en volwassenenonderwijs. Om alle kinderen optimale ontwikkelingskansen te bieden, zorgt de gemeente door middel van subsidies voor de instandhouding van de peuterspeelzaal als voorschoolse voorzieningen en de bekostiging van speciale programma’s daarin. De kinderopvang is sinds 2005 commercieel en biedt net als de peuterspeelzaal programma’s aan om ontwikkelingsachterstanden te bestrijden en wordt vooral door middel van subsidies gefaciliteerd. Volwassenenonderwijs wordt op een adequate manier in regionale samenwerking georganiseerd. Vanwege onze ligging in het grensgebied met Duitsland en de kansen die het Duitse achterland biedt, is het belangrijk dat onze inwoners de Duitse taal goed beheersen. Tweetalig onderwijs in zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs wordt actief gestimuleerd. De gemeente handhaaft de leerplicht en de kwalificatieplicht actief zodat verzuim zoveel mogelijk wordt tegengegaan en kinderen tenminste hun startkwalificatie halen. De gemeente heeft een zorgplicht voor de realisatie van voldoende en goede huisvesting. Het vernieuwen van scholen is een speerpunt in het onderwijsbeleid. Schoolgebouwen voldoen aan de huidige eisen met de nodige extra faciliteiten zoals sportmogelijkheden, kinderopvang en wijkfuncties.
Pagina 54 van 153
Programma 11: Jeugd(-zorg) en Onderwijs
De gevolgen van een dalend aantal kinderen in onze gemeente zal ook voelbaar worden in het onderwijs. Dit zal uiteindelijk ook consequenties hebben voor de onderwijshuisvesting. Voor de gemeente Winterswijk zijn keuzevrijheid en nabijheid van scholen belangrijk. Voor de onderwijshuisvesting spelen onderwijskundige, geografische en bouwtechnische overwegingen een rol. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd. Jeugdzorg 1. Monitoren van de invoering van de nieuwe Jeugdwet. 2. Het beroepsmatige jeugd- en jongerenwerk wordt in 2015 een onderdeel van het Ondersteuningsteam in de Post en gaat zich vooral richten op preventie en het bevorderen van zelfredzaamheid. Waar de gemeente ondersteunt gebeurt dat volgens de principes van ‘De Kracht van Winterswijk’: één gezin, één plan en één regisseur. 3. Toezicht houden op de naleving van de leerplicht en de aanvullende kwalificatieplicht 4. Stimuleren van werkervaringsplekken. Onderwijs 1. Opstellen van een nieuwe verordening voorzieningen huisvesting onderwijs . 2. Opstellen en uitvoeren van een koersdocument aanpak demografische krimp in het onderwijs van de gemeente Winterswijk. Uitgangspunten daarbij zijn bereikbaarheid, kwaliteit en sociale functie. 3. Monitoren van de invoering van het Passend Onderwijs 4. Continueren en faciliteren van de pilot Duitse taal. Kinder- en peuteropvang 1. Bevorderen van samenwerking van het onderwijsveld met de kinderopvang. 2. Bevorderen medegebruik leegstaande leslokalen door kinderopvang/peuteropvang.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Onderwijsbeleid en bestuurlijke verplichtingen Onderwijshuisvesting Peuterspeelzalen en Kinderopvang Jeugd en speelruimte Jeugdzorg Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
2.685
2.509
-176
528
528
-
528
528
413 35 14
413 35 14 5.487 8.986
N N
69
68
-1
597
5.487 6.083
5.487 5.486
3.675
5.487 5.311
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
V
-
176
-
0
-
N V V
1 0 0 0 175
N V
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht.
Pagina 55 van 153
V
Programma 11: Jeugd(-zorg) en Onderwijs Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Jeugdzorg Als gevolg van de decentralisatie van de Jeugdzorg ontvangt de gemeente voor de uitvoering van de jeugdtaken een rijksbudget van € 5.487.000. Het uitgangspunt is dat de begrote uitgaven niet hoger mogen zijn dan de inkomsten.
Investeringen Bedragen *1.000 Cluster
Onderwijshuisvesting Totaal
Uitgaven Vastgesteld t/m prognose 2 2014 260 260
Begroting
Inkomsten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Verschil
-260 -260
V V
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
-
260 260
Onderwijshuisvesting In verband met de decentralisatie van het onderhoud van de scholen naar de scholen is de gemeente niet langer verantwoordelijk voor het onderhoud aan de scholen. De hiervoor in de begroting opgenomen bedragen kunnen worden afgeraamd.
Pagina 56 van 153
V V
Programma 12: Economie, deel centrum
Programma 12: Economie, deel centrum Portefeuillehouder: mevr. drs. I.G. Saris Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Economie, deel centrum’ richt zich op de versterking van het centrum met de winkelvoorzieningen, de horeca en de markt. Citymarketing wordt hierbij ingezet als een strategisch instrument en levert een belangrijke bijdrage aan het realiseren van de (economische) doelstellingen van de gemeente zoals deze zijn beschreven in de toekomstvisie. Wat is het streefbeeld van dit programma? Economie in het centrum Winterswijk heeft een compact winkelcentrum met een breed assortiment aan winkels en horecavoorzieningen. Er is nagenoeg geen leegstand. De gemeente is proactief bij het werven van (winkel)bedrijven voor het centrum. Conform de detailhandelsvisie is de Notaristuin onderdeel van de winkelstructuur en is de horeca zoveel mogelijk gesitueerd rond de markt. In het centrum is WiFi gratis en openbaar toegankelijk om online en fysiek winkelen te integreren. De kwaliteit en de publiekswaarde van de weekmarkten op woensdag en vrijdag is uitstekend. Bezoekers aan het winkelcentrum kunnen gratis parkeren. Citymarketing Winterswijk profileert zich op een verrassende en onderscheidende manier richting de diverse doelgroepen, waaronder onze Duitse buren, via een succesvolle imagocampagne en aantrekkelijke evenementen (voor het evenementenbeleid, zie programma 6 Kunst, Cultuur en Erfgoed). Daarbij werkt de gemeente samen met andere belanghebbende partijen (ABH City, STW, OWIN, Horeca, woonbranche en OFCW) in de Stichting Winterswijk Marketing. Deze profilering zorgt er mede voor dat Winterswijk een stabiel inwoneraantal heeft van rond de 30.000 inwoners. De categorieën jonge gezinnen en draagkrachtige senioren zijn goed vertegenwoordigd. Daarnaast is er jaarlijks een stijging van het aantal bezoekers aan Winterswijk, zowel dagjesmensen als gasten die langer verblijven. Inwoners van Winterswijk zijn trots op hun dorp en de mogelijkheden die het biedt. Zij fungeren als ambassadeurs van Winterswijk.
Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd. De kosten die mogelijk voortvloeien uit nulmetingen zijn niet in de begroting 2015 opgenomen. Economie in het centrum In 2015 zijn de resultaten van diverse ‘nulmetingen’ bekend in het kader van de ontwikkeling van het Winterswijkse centrum: -
Het aantal ‘externe’ bezoekers van Winterswijkse winkelcentrum.
Pagina 57 van 153
Programma 12: Economie, deel centrum -
Het aantal vierkante meters leegstand. In het kader van het project ‘Kernenfoto’ zijn hiervan de resultaten al bekend in 2014. Mate van tevredenheid van bezoekers van het Winterswijkse winkelcentrum Bekendheid van het Winterswijkse winkelcentrum .
Naast deze nulmetingen worden er onderzoeken gestart naar: - De mogelijkheden voor gratis en openbaar toegang tot mobiel internet (WIFI). Dit in samenwerking met de ABH-city vereniging - het draagvlak bij ondernemers, publiek en maatschappelijke organisaties voor een andere dan de huidige winkelopenstelling. Stichting Winterswijk Marketing (SWM) De Stichting Winterswijk Marketing (SWM) heeft tot doel het imago en de naamsbekendheid van de gemeente Winterswijk te verbeteren en de gemeente Winterswijk in de meest ruime zin aantrekkelijker te maken voor bezoekers, bedrijven / instellingen en toekomstige bewoners en inwoners. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het voeren van imagocampagnes en het initiëren en (mede) ontwikkelen van nieuwe producten, activiteiten en evenementen. De gemeente is één van de partijen die de stichting ondersteunt. Ook in 2015. Om de belangrijkste speerpunten binnen dit programma te realiseren wordt vanaf 2016 ingezet op 0,3 formatie-uitbreiding in combinatie met de 0,7 fte in programma 3.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Economische ontwikkeling centrum Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
139
133
-6
V
93 232
101 234
8 2
N N
99 99
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
99 99
-
6
V
-
8 2
N N
Onderstaand worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Er zijn verder geen mutaties geweest die toegelicht moeten worden. Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 58 van 153
Programma 13: Financiën
Programma 13: Financiën Portefeuillehouder: dhr. G.J.W. te Gronde Programmamanager: drs. A.C. Dovermann Waar gaat dit programma over? Op juiste wijze toekennen en verantwoorden van middelen aan de diverse (beleids)doelstellingen van de gemeente Winterswijk. Wat is het streefbeeld van dit programma? Het streven is een gezonde financiële positie door het in evenwicht brengen van de baten en lasten van de gemeente en het verlagen van de schulden. De gemeente heeft jaarlijks een structureel sluitende begroting. Incidentele tekorten zijn beperkt. De schuldenlast daalt in de bestuursperiode 2014-2018 naar maximaal € 95 miljoen. De gemeente hanteert duidelijke financiële spelregels, onder meer over mee- en tegenvallers, waarmee snel inzichtelijk te maken is wat de financiële consequenties zijn van voorgenomen beleidswijzigingen. Wat gaan we daarvoor doen? Om ervoor te zorgen dat er sprake is van een gezonde financiële positie hanteren we de volgende uitgangspunten: 1. Structurele lasten worden gedekt door structurele baten; 2. De OZB gemaximeerd tot € 5,2 miljoen (ex-areaal en inflatie); 3. Meevallers aan de inkomstenkant gaan naar de algemene middelen; 4. Meevallers aan de kostenkant gaan (op programmaniveau) gaan voor 50% naar aflossen schuld; de andere 50% blijft binnen het programma; 5. Duurzame bezuinigingsvoorstellen moeten leiden tot een structureel sluitende begroting; 6. Meevallers worden zoveel mogelijk ingezet om extra af te lossen; 7. Incidentele verliezen worden zoveel mogelijk tegengegaan; 8. Planning en controlinstrumenten worden verder ontwikkeld om tijdig te kunnen bij sturen. NB: Punten 3 en 4 gelden in 2014, 2015 en 2016 niet voor het sociaal domein. Meevallers gaan daar naar reserve sociaaldomein voor die jaren. De in 2015 uit te voeren activiteiten (verdere ontwikkeling adequate planning en controlinstrumenten) vergen geen extra budget en worden binnen de bestaande capaciteit uitgevoerd. Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Beheer Kapitaallasten Gemeentelijke Financiën Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
25
25
112 137
-19 112 118
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Verschil
-19 -19
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
-
-
0
-
V V
V V
19 115 134
V V V
33.846 33.846
33.961 33.961
115 115
Pagina 59 van 153
Programma 13: Financiën Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Gemeentelijke Financiën De stijging van de baten met € 115.000 wordt veroorzaakt door: • • • •
lagere baten algemene uitkering € 90.000 hogere baten lokale heffingen € 26.000 hogere baten bespaarde rente € 175.000 hogere baten dividend ROVA € 5.000
Algemene uitkering: Voor een nadere toelichting over de algemene middelen wordt verwezen naar paragraaf H Algemene middelen Lokale heffingen: Voor een nadere analyse van het dit voordeel van € 26.000 (= OZB, forensen-, precario-belasting) en overige heffingen wordt verwezen naar paragraaf A. Lokale heffingen. Rente: De lagere rente is het gevolg van de verlaging van de leningenportefeuille door te sturen op de investeringen en op het begrotingssaldo. Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 60 van 153
Programma 14: Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking
Programma 14: Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking Portefeuillehouder: dhr. G.J.W. te Gronde Programmamanager: mevr. drs. P.J.M. Sasse Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking’ gaat over de volgende onderwerpen: • • • • •
•
De dienstverlening aan burgers en bedrijven via de front office en het callcenter. Ook het accuraat bijhouden van de landelijke basisregistratie personen (BRP) hoort hier bij. De ondersteuning van het college en de ambtelijke organisatie met voorbereiding en uitvoering van alle externe communicatie en voorlichting. Het beheer en onderhoud van de begraafplaats, de uitgifte en registratie van graf-, begraaf- en onderhoudsrechten en de lijkbezorging op last van de burgemeester. Het organisatie- en personeelsbeleid gericht op een optimale bedrijfsvoering. Informatievoorziening die met behulp van automatisering kan inspelen en voorzien in ontwikkelingen en behoeften, in de dienstverlening, de bedrijfsvoering en de informatiebehoefte van de organisatie en het bestuur. Intergemeentelijke samenwerking met buurgemeenten, gemeenten in de regio Achterhoek en daarbuiten, gericht op beleidsafstemming en samenwerking in de uitvoering.
Wat is het streefbeeld van dit programma?
Dienstverlening De gemeente Winterswijk is een moderne organisatie die de burgers en bedrijven op efficiënte wijze bedient, dat wil zeggen: 1. het merendeel van de diensten wordt via internet verleend, bij voorkeur 24 uur per dag en 7 dagen per week; 2. het gebruik van gemeentelijke e-producten en e-diensten neemt toe met minimaal 30%; 3. gegevens die al binnen de overheid bekend zijn, worden niet opnieuw aan burgers en bedrijven gevraagd (één overheid, één loket, éénmalige gegevensaanlevering, meervoudig gebruik); 4. de gemeente is transparant: wet- en regelgeving, publicaties, aankondigingen en dergelijke zijn voor iedereen goed toegankelijk; 5. er bestaat een gemeente-app voor service aan en communicatie met de burger; 6. de administratieve lasten zijn fors gereduceerd. Externe communicatie De externe communicatie is interactief en proactief, naast de traditionele communicatie-kanalen is de inzet van social media een vanzelfsprekendheid. Begraafplaats De begraafplaats wordt kwalitatief goed onderhouden. De uitgifte en registratie van graf-, begraaf- en onderhoudsrechten vindt efficiënt en zorgvuldig plaats, met oog voor persoonlijke omstandigheden en wensen. Er is sprake van toenemende kostendekkendheid van de begraafplaats.
Pagina 61 van 153
Programma 14: Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking Organisatie- en personeelsbeleid De gemeentelijke organisatie werkt vraag- en resultaatgericht en is gericht op denken in kansen en mogelijkheden. De organisatie is samenwerkingsgericht, zowel naar externe partijen als intern dat wil zeggen richting collega’s en andere afdelingen. Het nagestreefde dienstverleningsniveau en de beschikbare capaciteit aan personeel zijn in evenwicht. ‘Lean’ werken is standaard binnen ieder team. De organisatie is veranderingsbereid en flexibel, de medewerkers kijken vooruit en zijn open en transparant. De organisatie heeft een bijpassende cultuur, hetgeen zich onder meer uit in het geven van feedback en het houden van evaluaties. Er is een optimale match tussen kennis, kunde en interesse van de medewerker enerzijds en de functie met bijbehorende taken en verantwoordelijkheden anderzijds. Hierdoor wordt een zo goed mogelijke prestatie geleverd met aandacht voor duurzame inzetbaarheid en resultaatgerichtheid. Medewerkers zijn trots op en betrokken bij de organisatie, zijn tevreden en worden gefaciliteerd in het goed kunnen uitvoeren van hun werk. De organisatie kent een laag ziekteverzuim (beneden het landelijk gemiddelde voor gemeenten van vergelijkbare omvang). Informatievoorziening/automatisering Winterswijk beschikt over een optimaal geautomatiseerde informatievoorziening die kan inspelen op ontwikkelingen in de dienstverlening, de informatiebehoefte en de organisatie. Basisregistraties zijn upto-date en toegankelijk. Het papierarme kantoor is een belangrijk doel, er wordt zoveel mogelijk digitaal gewerkt. Een beheersbare en goed werkende ICT-omgeving is hierbij van belang. Intergemeentelijke samenwerking Er is een voortdurende oriëntatie op kansen en mogelijkheden tot verdergaande samenwerking op (deel)gebieden, met andere gemeenten en/of andere partijen. Nieuwe samenwerkingsafspraken zijn resultaatgericht en met aantoonbare meerwaarde. Winterswijk blijft bestuurlijk zelfstandig. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd: Dienstverlening 1. Ontwikkeling van 10 nieuwe e-diensten. 2. Het bevorderen van het gebruik van de e-producten en e-diensten met 5% ten opzichte van 2014. 3. Werken met een klantvriendelijke toptakenwebsite. 4. Onderzoek starten naar de ontwikkeling van een gemeente-app. Externe communicatie Naast de reguliere externe communicatie, ligt in 2015 de focus op communicatie rondom de decentralisaties en het huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan. Begraafplaats Implementatie van het projectplan ‘verhogen kostendekkendheid begraafplaats’ (verordening, leges, aanpassingen begraafplaats, marketing, etc.). Organisatie- en personeelsbeleid Project lean werken starten.
Pagina 62 van 153
Programma 14: Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking Informatievoorziening/automatisering 1. Onderzoek naar governance ICT. 2. Opleveren en implementeren geactualiseerd informatiebeleidsplan. 3. Implementeren informatieparagraaf per programma ten behoeve van de begroting 2016. Intergemeentelijke samenwerking Naast reeds bestaande intergemeentelijke samenwerkingsverbanden wordt de samenwerking met Doetinchem verder verkend en er vindt bestuurlijke besluitvorming plaats over een go/no go. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd. Voor de uitvoering projectplan ‘verhogen kostendekkendheid begraafplaats’ is € 25.000 opgenomen in de begroting. Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Begraafplaats Klantcontactcentrum Interne bedrijfsvoering Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
1.343
1.227
-116
V
346 239 74 2.002
381 258 78 1.944
35 19 4 -58
N N N V
440 446 100 986
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
439 468 100 1.007
-1 22 21
-
116
V
N V V
36 3 4 79
N V N V
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Zoals aangegeven in de toelichting op programma 1 worden de bedrijfsvoeringslasten niet per programma afzonderlijk toegelicht, maar als één geheel in dit programma. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. De totale bedrijfsvoeringslasten over alle programma’s zijn toegenomen met € 361.000, veroorzaakt door: - hogere personeelskosten ad € 216.000 door met name loonstijgingen berekend op basis van de nieuwe cao-afspraken voor 2014 en 2015 en de normale periodieke verhogingen. De dekking uit het sociale domein van de loonkosten naar aanleiding van de uitbreiding van het college (zie programma 1) is ook in dit bedrag opgenomen. - hogere personeelskosten ad € 100.000 door formatie-uitbreiding van 2 handhavers (zie programma 2). - Hogere personeelskosten ad € 45.000 door 0,7 fte formatie-uitbreiding voor economie (zie programma 3). Investeringen Bedragen *1.000 Cluster
Begraafplaats Interne bedrijfsvoering Totaal
Uitgaven Vastgesteld t/m prognose 2 2014 131 131
Begroting
Verschil
40 131 171
40 40
Inkomsten Vastgesteld t/m prognose 2 2014 N N
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
-
Pagina 63 van 153
40 0 40
N N
Programma 14: Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking
Begraafplaats Betreft het krediet voor het verbouwen van het sanitair gebouw op de begraafplaats.
Pagina 64 van 153
Programma 15: Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ontwikkeling
Programma 15: Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder: dhr. G.J.W. te Gronde Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Landelijk gebied’ richt zich op het buitengebied van Winterswijk. Onderdelen van dit programma zijn: Nationaal Landschap, agrarische bedrijven, landschap, natuur, cultuurhistorie, plattelandsontwikkeling en kleine kernenbeleid. Wat is het streefbeeld van dit programma?
Winterswijk Nationaal Landschap Het landelijk gebied van de gemeente Winterswijk ontwikkelt zich als Nationaal Landschap tot een onderscheidend gebied, waarin de kracht van het waardevol cultuurlandschap, met landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten, wordt benut voor een duurzaam economische ontwikkeling en waar het goed wonen, werken en recreëren is. Dit wordt bewerkstelligd door een intensieve samenwerking met overheden, belangenorganisaties, ondernemers en particulieren. Voor behoud en ontwikkeling van dit fraaie Winterswijkse landschap is het gemeentelijk landschapsontwikkelingsplan een belangrijk beleidskader. Bereikbaarheid, sociale samenhang, bedrijvigheid en wonen Het buitengebied is prima bereikbaar, onder meer via digitale ontsluiting en mobiele telefonie, omdat bereikbaarheid een essentiële voorwaarde is voor de leefbaarheid. De sociale samenhang in de buurtschappen en de maatschappelijke functies in de buurtschapskernen dragen bij aan de leefbaarheid op het platteland. Dit wordt in stand gehouden door het meewerken aan inpassing van nieuwe bedrijven in bestaande vrijkomende gebouwen. Daarnaast biedt de gemeente ruimte aan (bestaande) (niet-)agrarische bedrijven (inclusief nevenfuncties), waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezige kwaliteiten van het landschap. Het toevoegen van wooneenheden in het buitengebied is mogelijk, indien het past binnen het regionale en lokale volkshuisvestingsbeleid. Nieuwbouw is niet op voorhand uitgesloten, maar gaat gepaard met een goede landschappelijke inpassing. Stichting Waardevol Cultuurlandschap Winterswijk De gemeente Winterswijk participeert actief in de Stichting Waardevol Cultuurlandschap Winterswijk (WCL), dat wordt gevormd door allerlei partijen uit het Winterswijkse buitengebied. De stichting heeft als doel het ontwikkelen van het Winterswijkse buitengebied op het gebied van land- en tuinbouw, cultuurhistorie, landschap, natuur, leefbaarheid en vrijetijdseconomie. Door medewerking aan de Herinrichting Winterswijk Oost en andere initiatieven om de agrarische structuur te versterken worden aan boeren voldoende economische perspectieven geboden. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd.
Pagina 65 van 153
Programma 15: Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ontwikkeling
Omgevingsvisie buitengebied Winterswijk Samen met de buurtschappen maakt de gemeente Winterswijk een omgevingsvisie voor het buitengebied van Winterswijk. Diverse thema’s komen hierin aan bod, zoals wonen, werken, water, economie en cultuurhistorie. De visie is een belangrijk kader voor (ruimtelijke) initiatieven in de leefomgeving en basis voor actualisatie van gemeentelijke bestemmingsplannen. Binnen het traject van de omgevingsvisie vindt een onderzoek plaats van de mogelijkheden dat elke buurtschap een eigen (financieel) plan maakt voor het openbaar groen en voor verkeersmaatregelen. Stichting Waardevol Cultuurlandschap Winterswijk De stichting Waardevol Cultuurlandschap continueert haar werkzaamheden, zoals ook in 2014 is gebeurd. De gemeente Winterswijk stimuleert de stichting om actief te blijven zoeken naar aanvullende externe financieringsbronnen. Behoud en ontwikkeling Winterswijkse landschap De gemeente maakt net als in 2014 gebruik van de provinciale landschapsregeling met als doel versterking van het landschap door aanleg en herstel van particuliere landschapselementen. Volkshuisvesting landelijk gebied In 2014 is gestart met het project ‘Kernenfoto’ en richt zich op de 21 grootste kernen van de Achterhoek. De kern Winterswijk maakt hier onderdeel van uit. Dit project levert belangrijke input voor de regionale woonagenda. Belangrijke thema’s zijn de nieuwbouwprogramma per gemeente en hoe om te gaan met de bestaande woningvoorraad. Naast het traject voor de 21 kernen wordt ook gekeken naar het landelijk gebied met de overige kernen en buurtschappen. Keuzes op het gebied van volkshuisvesting voor de kernen hebben impact voor het landelijk gebied en andersom. Leefbaarheid is daarin het centrale thema.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Nationaal Landschap Natuurontwikkeling en landschapsherstel Bestemmingsplannen buitengebied WCL (Waardevol Cultureel Landschap) Projecten landelijk gebied Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014 359 109 75 11 554
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Verschil
691
332
N
5 109 45 75 73 998
5
N N N N
45 62 444
50
50
Begroting
Totaal Saldo
Verschil
50 55
55
105
55
-
332
N
V V
5 0 10 0 62 389
N V N N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Bestemmingsplannen buitengebied Als gevolg van de nieuwe programma indeling is het cluster bestemmingsplannen gesplitst in een cluster bestemmingsplannen kern en een cluster bestemmingsplannen buitengebied.
Pagina 66 van 153
Programma 15: Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ontwikkeling Hierdoor zijn de begrote uitgaven en inkomsten verdeeld over beide clusters. Projecten landelijk gebied (Leader) In regionaal verband is afgesproken de krimp in de Achterhoek aan te pakken. Hiervoor is voorgesteld om gedurende zeven jaar een totaalbudget van € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen. Dit betekent voor de gemeente Winterswijk jaarlijks een bedrag van € 62.500. Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 67 van 153
Programma 16: Vrijetijdseconomie
Programma 16: Vrijetijdseconomie Portefeuillehouder: dhr. G.J.W. te Gronde Programmamanager: mevr. drs. D.C. Kerkdijk Waar gaat dit programma over? Het programma ‘Vrijetijdseconomie’ richt zich in brede zin op de bedrijvigheid in het toerisme en de recreatiesector. Wat is het streefbeeld van dit programma? Gasten recreëren graag in Winterswijk. Zij komen voor de beleving van haar natuurschoon, historische en hedendaagse cultuur en streekgebonden culinaire gastvrijheid. Belangrijke trekpleisters zijn de uitgebreide fiets- en wandelroutes, de steengroeve en natuurlijk Villa Mondriaan. De samenwerking met het bedrijfsleven in Citymarketing en Achterhoek Toerisme zorgt er voor dat gasten de regio Achterhoek en Winterswijk in het bijzonder makkelijk weten te vinden. De gemeente heeft hierin een verbindende, stimulerende en richtinggevende rol, mede gekoppeld aan reclameheffing en toeristenbelasting. Het aanbod van verblijfsrecreatieve voorzieningen sluit zowel in kwaliteit als diversiteit aan op de hedendaagse behoefte van diverse doelgroepen. Recreatiewoningen worden recreatief gebruikt en afgezien van ontheffingen niet permanent bewoond. Het bedrijfsleven werkt vanuit een gemeenschappelijke visie doorlopend aan kwaliteitsverbetering, productvernieuwing en differentiatie in zowel dag- als verblijfsrecreatie. Arrangementen en samenwerking zorgen ervoor dat gasten op een klantvriendelijke wijze met het complete toeristisch recreatieve en culturele aanbod in aanraking komen. Wat gaan we daarvoor doen? Om de streefbeelden te kunnen realiseren, zullen - naast de reguliere processen en taken die binnen dit programma worden uitgevoerd - in 2015 de volgende activiteiten worden uitgevoerd. De in 2015 uit te voeren activiteiten worden zoveel mogelijk binnen het bestaande budget en de bestaande capaciteit uitgevoerd. Faciliteren van vrijetijdsondernemers De contacten met vrijetijdsondernemers en brancheorganisaties in deze sector worden geïntensiveerd, onder andere in de vorm van periodieke bedrijfsbezoeken. Vrijetijdsondernemers worden in een vroegtijdig stadium betrokken bij de voor deze sector relevante ontwikkelingen. Integrale visie op vrijetijdseconomie De integrale visie op vrijetijdseconomie wordt uitgewerkt in de nota vrijetijdseconomie met onder meer aandacht voor: • regionale samenwerking; • duurzame seizoenverlenging, verhoging dekkingsgraad; • toeristische, recreatieve exploitatie van cultuur, historie en landschap (o.a. Villa Mondriaan, Steengroeve, Nationaal Landschap); • prestatieafspraken met VVV en Stichting Achterhoek Toerisme. Toekomstbestendige verblijfsrecreatieterreinen Voor (verenigingen van) eigenaren van recreatiewoningen ligt er de uitdaging om woning en park aantrekkelijk te houden voor huurders en kopers.
Pagina 68 van 153
Programma 16: Vrijetijdseconomie Gemeente Winterswijk stimuleert en ondersteunt dit streven met de volgende activiteiten: • Stimuleren van samenwerking tussen (verenigingen van) eigenaren op de parken. • Stimuleren van planontwikkeling door eigenaren, voor parkbeheer en -exploitatie (onderhoud woningen, groenvoorziening, verhuur, marketing, toezicht). • Effectief handhavingsbeleid op criminaliteit en overlast. • Effectief handhavingsbeleid op permanente bewoning.
Wat gaat dat kosten? Exploitatie Bedragen *1.000 Cluster
Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten Toeristische versterking Totaal
Lasten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Baten Vastgesteld t/m prognose 2 2014
Begroting
Totaal Saldo
Begroting
Verschil
Verschil
129
256
127
N
-
127
N
153 282
148 404
-5 122
V N
-
5 122
V N
Hieronder worden de afwijkingen (verschillen) > € 50.000 per cluster nader toegelicht. Doorbelaste bedrijfsvoering en kapitaallasten In programma 14 (Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking) worden de mutaties in de totale bedrijfsvoeringslasten nader toegelicht. De kapitaallasten zijn het (boekhoudkundige) gevolg van de reeds gedane investeringen en als zodanig niet direct te beïnvloeden. Er zijn verder geen mutaties geweest die toegelicht moeten worden. Investeringen In dit programma zijn geen investeringen opgenomen.
Pagina 69 van 153
Paragraaf A Lokale heffingen
Paragraaf A Lokale heffingen Beleid In het coalitieprogramma 2014-2018 is als beleidsuitgangspunt opgenomen dat de lokale lasten bij voorkeur niet mogen stijgen. Verder zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Onroerende-zaakbelasting (OZB): In de Kaderstelling 2013 is afgesproken dat de OZB-opbrengsten in de begroting 2014 worden gefixeerd op de door de gemeenteraad bij de begroting 2013 geraamde opbrengsten ad € 5.206.250 (ex-areaal en inflatie). • Inflatiepercentage is gebaseerd op de algemene prijsontwikkeling van het BBP zoals vermeld in de meicirculaire gemeentefonds 2014 (= 1,25%); • Rioolheffing: 100% kostendekkendheid op basis van het Gemeentelijk Rioleringsplan; hierin is opgenomen dat de tarieven geïndexeerd worden met de inflatiecorrectie; • Afvalstoffenheffing: 100% kostendekking; • Leges: 100% kostendekking. Belastingdruk De belastingdruk wordt berekend door de verschuldigde OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing bij elkaar op te tellen. Dit zijn de belastingen die de burger direct voelt in de portemonnee. In het ‘voorbeeld belastingdruk’ is gerekend met de gemiddelde WOZ -waarde van een woning van € 200.000,-. De belastingdruk voor de burger ziet er dan als volgt uit: Voorbeeld belastingdruk
Gezin wonende in eigen huis
Onroerende-zaakbelasting Afvalstoffenheffing (240 l rest + 140 l groen) Rioolheffing (135 m3) Totaal
Situatie 2014
Verwacht 2015
2014
2015
(WOZ waarde € 200.000)
(WOZ waarde € 200.000 -/-3% = € 194.000)
€ 215,00
€ 218,00
€ 217,00 € 356,40 € 788,40
€ 221,00 € 356,40 € 795,40
€ 217,00 € 356,40 € 573,40
€ 221,00 € 356,40 € 577,40
Gezin wonende in een huurwoning Afvalstoffenheffing (240 l rest + 140 l groen) Rioolheffing (135 m3) Totaal
De belastingdruk voor de burger die woont in een huurwoning zal op basis van de bruto begroting in 2015 licht stijgen met € 4,00 (0,7%).
Pagina 70 van 153
Paragraaf A Lokale heffingen Voor een burger die in een eigen woning woont, betekent het in absolute zin een lichte stijging van € 7,00 (0,9%). Rekening houdend met de inflatie (1,25%), daalt de belastingdruk in reële zin zelfs iets (0,35%). Onroerende-zaakbelasting – ontwikkeling De financiële crisis heeft naar verwachting ook dit jaar invloed nog op de ontwikkeling van de WOZwaarde. De invloed is op dit moment nog niet bekend, omdat de herwaardering voor belastingjaar 2015 nog niet is afgerond. Eind 2014 wordt de herwaardering afgerond en wordt duidelijk wat de nieuwe WOZ-waarden voor 2015 zijn. Voor 2015 wordt gestuurd op de begrote OZB-opbrengst, waarbij vervolgens nog rekening wordt gehouden met de eventuele areaalwijziging en inflatie. Dit betekent dat bij een daling van de WOZ-waarde, de tarieven dusdanig worden bijgesteld, dat de begrote opbrengst gehaald wordt. Immers, de OZB wordt berekend door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het tarief. Voor de berekening van de voorlopige tarieven voor 2015 is vooralsnog aangesloten bij de landelijke verwachting dat de WOZ-waarden dalen met 3%. De Hoge Raad heeft in enkele uitspraken aangegeven dat er bij zorgcomplexen anders omgegaan moet worden met de woondelenvrijstelling. Deze uitspraken hebben tot gevolg dat enkele objecten nu onder het tarief van woningen vallen. Dit heeft een negatief gevolg op de OZB-opbrengst. Hiermee is in de begroting 2015 reeds rekening gehouden. Rekening houdend met de begrote opbrengst van € 5.215.000,- worden de OZB-tarieven voor 2015, onder voorbehoud, als volgt gewijzigd: Tarieven OZB
2013
2014
2015
OZB eigendom woning
0,0933%
0,1078%
0,1125%
OZB eigendom niet-woning
0,1906%
0,2047%
0,2137%
OZB gebruik niet-woning
0,1499%
0,1630%
0,1701%
Reclamebelasting Sinds 2010 wordt er reclamebelasting geheven, voor het centrumgebied van Winterswijk. In overleg met de ondernemers is het tarief bepaald op € 540,- per object. Dit tarief wordt ook voor 2015 gehandhaafd. De opbrengsten van de reclamebelasting worden, na aftrek van de kosten die de gemeente maakt, doorgestort naar de Stichting Ondernemersfonds Centrum Winterswijk. Toeristenbelasting Op 24 juni 2010 heeft de gemeenteraad ingestemd met het verhogen van de tarieven voor de toeristenbelasting voor de jaren 2011 tot en met 2016. Hiermee zijn de tarieven tot en met 2016 vastgesteld. Daarnaast heeft de raad besloten tot het afschaffen van het forfait voor hotels en tot stapsgewijze verlaging van het forfait voor de jaarplaatsen camping. De verhoging van de tarieven zal leiden tot een hogere verwachte opbrengst toeristenbelasting over 2015. Over 2015 (te ontvangen in 2016) verwacht de gemeente € 815.000,- aan toeristenbelasting te ontvangen. Uiteindelijk wordt over 2016 (te ontvangen in 2017) een bedrag van € 836.000,- aan toeristenbelasting verwacht. Schematisch ziet dat er als volgt uit: Te ontvangen toeristenbelasting in: 2013: € 688.000,2014: € 740.000,2015: € 791.000,2016: € 815.000,2017: € 836.000,Forensenbelasting
Pagina 71 van 153
Paragraaf A Lokale heffingen Voor het tarief van de forensenbelasting wordt aansluiting gezocht bij de toeristenbelasting. Het tarief voor een vakantiewoning is ook van toepassing op de gemeubileerde woning bij de forensenbelasting. Dit tarief wordt verhoogd. Daardoor wordt voor 2015 een licht hogere opbrengst forensenbelasting verwacht. Precariobelasting In 2012 zijn de tarieven precariobelasting vergeleken met de omliggende gemeenten. Dit heeft tot gevolg gehad dat de tarieven enigszins verhoogd. Voor 2015 worden de tarieven uit 2014 gehandhaafd en verhoogd met de inflatiecorrectie. Reinigingsheffingen In 2011 zijn nieuwe contracten afgesloten met afvalverwerker ROVA. Hierdoor zijn de kosten die gemoeid zijn met de afvalverwerking gedaald. Dit is ook tot uitdrukking gebracht in de tarieven. Een daling van de kosten heeft automatisch tot gevolg dat de opbrengst uit de afvalstoffenheffing daalt, omdat de basis van de afvalstoffenheffing het gesloten systeem is. Het gesloten systeem houdt in dat er maximaal 100% kostendekkend wordt gewerkt. ROVA zorgt voor de afvalinzameling binnen de gemeente en de kosten die hiermee gemoeid zijn, worden door ROVA doorbelast. Voor 2015 zijn deze kosten licht gestegen. Op basis van deze kosten worden de tarieven bepaald. De tariefontwikkeling ziet er als volgt uit: AFVALSTOFFENHEFFING MAATSTAF
2013
2014
2015
Groot rest + Groot GFT
230
229
233
Groot rest + Klein GFT
218
217
221
Klein rest + Groot GFT
182
182
182
Klein rest + klein GFT
170
170
170
Extra Groot rest
188
188
192
Extra Groot GFT
47
47
47
Omdat ROVA hogere kosten doorberekend voor restafval, stijgen de tarieven voor de combinaties met de grote restafvalcontainer. Ook het tarief voor de extra container voor het restafval is verhoogd. In 2015 wordt tevens gestart met het omgekeerd inzamelen. Hiervoor heeft de gemeenteraad op 25 april 2013 het Huishoudelijk GrondstoffenBeleidsplan (HGB), vastgesteld. Dit zal tot gevolg hebben dat er overgegaan wordt op een andere manier van heffen met ingang van 2016. Voor de tarieven voor 2015 heeft de wijziging van inzamelen geen gevolgen. De tarieven zijn berekend op basis van de aanwezige containercombinatie. Wisselingen van containervolume gedurende het jaar 2015 hebben geen invloed op de hoogte van de verschuldigde afvalstoffenheffing. De kosten van wisselen, worden met ingang van 2015 door ROVA in rekening gebracht bij belastingplichtige. Rioolheffing De rioolheffing is gebaseerd op een kostendekkendheid van 100%. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vormt hiervoor de basis. Hierin is opgenomen welke kosten gemaakt zijn en gaan worden. Door de uitbreiding van de watertaken van de gemeente kunnen meer kosten onder de rioolheffing worden gebracht. In het GRP is hierin nadere invulling gegeven. Verder is bij het bepalen van de tarieven rioolheffing afgezien van de autonome stijging. Deze is op dit moment niet aanwezig. Binnen de gemeente Winterswijk wordt het waterspoor gevolgd voor de rioolheffing. Dat betekent dat de burger belast wordt voor het daadwerkelijke waterverbruik. De aanslagoplegging verloopt via het
Pagina 72 van 153
Paragraaf A Lokale heffingen waterbedrijf Vitens. De gemeente ’lift’ mee met de aanslagoplegging door Vitens. Aan de hand van het door Vitens berekende waterverbruik legt Vitens de aanslag rioolheffing namens de gemeente op. Hierbij is een aflopend tarief vastgesteld. Bij het bepalen van de tarieven wordt uitgegaan van een gemiddeld waterverbruik over de drie afgelopen jaren. Conform het uitgangspunt van het GRP worden de tarieven jaarlijks geïndexeerd. Bij het bepalen van de voorlopige tarieven is hiermee rekening gehouden. RIOOLHEFFING Aantal m³ waterverbruik
2013
2014
2015
≤ 500 m³
2,64
2,64
2,64
501 m³ - 5.000 m³
2,55
2,55
2,55
5.001 m³ - 20.000 m³
2,51
2,51
2,51
≥ 20.001 m³
0,00
0,00
0,00
Begraafrechten De kosten voor de begraafplaats zijn al jaren hoger dan de opbrengsten. Dit komt voornamelijk doordat voor oudere graven geen onderhoudsrechten meer verschuldigd zijn en toch moeten worden onderhouden. De tarieven worden voor 2015 enkel verhoogd met de inflatiecorrectie. Marktgelden In 2012 is er een onderzoek gedaan naar de kostendekkendheid van de markt. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn de tarieven verhoogd. Uitgangspunt is een 100% kostendekkendheid. Voor 2015 blijven de tarieven gelijk aan 2014. Leges Omgevingsvergunningen Begin 2012 is op basis van gegevens uit het verleden en prognoses voor de toekomst een meerjarige inschatting gemaakt van de te verwachten vergunningsaanvragen en daarmee de leges omgevingsvergunning. Dit heeft geresulteerd in een basislegesbedrag. Dit bedrag kan incidenteel toenemen door grote projecten, maar kan incidenteel ook lager zijn bij een lagere dan reguliere bouwproductie. In de afgelopen jaren is het aantal bouwaanvragen sterker gedaald dan verwacht, waardoor de gerealiseerde opbrengsten uit leges omgevingsvergunning lager zijn dan begroot. De verwachting is dat het aantal bouwaanvragen de komende jaren vooralsnog geen of slechts een geringe stijging zal laten zien. De opbrengsten uit leges omgevingsvergunning zijn daarom structureel met € 200.000 verlaagd.
Leges De geldigheidsduur van een deel van de reisdocumenten is in 2014 gewijzigd van 5 naar 10 jaar. Met deze wijziging zijn tevens de tarieven voor de verschuldigde leges van rijkswege verhoogd. Dit leidt tot een hogere legesopbrengst voor de komende 5 jaar. Vanaf 2019 (na 5 jaar) zal dit weer lager zijn. Voor het overige worden geen grote afwijkingen verwacht ten opzichte van 2014.
Pagina 73 van 153
Paragraaf A Lokale heffingen Overzicht tarieven In onderstaande tabel zijn de tarieven voor 2015 opgenomen (onder voorbehoud). Belastingsoort
Maatstaf
2013
2014
2015
OZB eigenaren woning
% van de WOZ-waarde
0,0933
0,1078
0,1125
OZB eigenaren niet-woning
% van de WOZ-waarde
0,1906
0,2047
0,2137
OZB gebruikers niet-woning
% van de WOZ-waarde
0,1499
0,1630
0,1701
Toeristenbelasting
per overnachting: woning
1,45
1,55
1,60
B&B/Pension
1,30
1,40
1,45
Hotel
1,95
1,95
1,95
Groepsaccommodatie
1,20
1,30
1,35
Jaarplaats/Seizoensplaats
1,20
1,30
1,35
Forensenbelasting
Gemeubileerde woning
290,00
310,00
310,00
Precariorechten
Terras per m² per jaar
22,50
22,85
23,15
Uitstalling per m² per jaar
26,50
26,90
27,25
Groot rest + Groot GFT
230,00
229,00
233,00
Groot rest + Klein GFT
218,00
217,00
221,00
Klein rest + Groot GFT
182,00
182,00
182,00
Klein rest + Klein GFT
170,00
170,00
170,00
Extra Groot rest
188,00
188,00
190,00
Extra Groot GFT
47,00
47,00
47,00
Waterverbruik < 500 m³
2,64
2,64
2,62
Waterverbruik 501-5000 m³
2,55
2,55
2,53
Waterverbruik > 5000 m³
2,51
2,51
2,49
60,00
61,00
61,75
Éénpersoonsgraf
2.462,00
2.501,00
2.532,00
Tweepersoonsgraf
3.680,00
3.739,00
3.786,00
kindergraf
1.955,00
1.986,00
2.011,00
540,00
540,00
540,00
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Begraafrechten
Onderhoudsrecht (graven voor 2010) Aankoop + begraven *
Reclamebelasting
aanwezigheid openbare aankondiging
Marktgelden
Zaterdag per m²
0,92
0,92
0,92
Zaterdag vette waren per m²
1,24
1,24
1,24
Woensdag per m²
0,57
0,57
0,57
Woensdag vette waren per m²
0,77
0,77
0,77
Pagina 74 van 153
Paragraaf A Lokale heffingen Begroting belastingopbrengsten 2015 Prognose per Jaarrekening 2013
Begroting 2015 jun-14
OZB eigenaren woning
2.297.000
2.483.000
2.538.000
OZB eigenaren niet-woning
1.568.000
1.615.000
1.587.000
OZB gebruikers niet-woning
1.068.000
1.109.000
1.090.000
OZB TOTAAL
4.933.000
5.207.000
5.215.000
Prognose per Jaarrekening 2013
Begroting 2015 jun-14
Toeristenbelasting
796.000
791.000
815.000
Forensenbelasting
59.000
55.000
60.000
Precariobelasting
39.000
28.000
40.000
Reinigingsheffing
2.498.000
2.426.000
2.509.000
Rioolheffing
3.654.000
3.680.000
3.755.000
190.000
209.000
209.000
89.000
89.000
89.000
Leges Omgevingsvergunning
509.000
257.000
287.000
Leges
462.000
484.000
506.000
Reclamebelasting
103.000
105.000
105.000
13.332.000
13.331.000
13.590.000
Begraafrechten Marktgelden
TOTAAL
Kwijtschelding Kwijtschelding kan alleen worden aangevraagd voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Burgers die op het sociaal minimum leven kunnen kwijtschelding aanvragen. Voor burgers die het afgelopen jaar 1 kwijtschelding hebben gehad, wordt door de gemeente bij het Inlichtingenbureau een controle gedaan of men nog voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor kwijtschelding. Als hieraan voldaan wordt (men leeft nog op een sociaal minimum niveau), dan wordt automatisch kwijtschelding verleend. Overzicht van de verleende en begrote kwijtschelding: Rekening 2013 Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totalen
Begroting 2014
Begroting 2015
136.000
130.000
130.000
93.000
100.000
100.000
229.000
230.000
230.000
1
Het Inlichtingenbureau brengt de situatie van mensen in kaart door de gegevens die bij gemeenten bekend zijn te vergelijken met de gegevens die over deze uitkeringsgerechtigde bekend zijn bij tal van andere organisaties, zoals de Belastingdienst, het UWV en de SVB.
Pagina 75 van 153
Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Paragraaf B Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente Winterswijk om risico’s te kunnen opvangen zonder dat de normale bedrijfsgang daardoor wordt verstoord. Het gaat hierbij om risico’s waarvoor geen voorziening of een verzekering is afgesloten. Het weerstandsvermogen geeft daarmee inzicht in de gezondheid van de financiële positie op langere termijn van de gemeente. Risico’s kunnen zich incidenteel voordoen zoals eenmalige negatieve exploitatieresultaten. Deze risico’s worden gedekt uit de algemene reserve. De algemene reserve vormt daarmee de zogenoemde incidentele weerstandscapaciteit. Indien risico’s een structureel karakter krijgen, dus over meerdere jaren tot significant hogere uitgaven zullen leiden, is de algemene reserve onvoldoende. Dan zal de structurele weerstandscapaciteit moeten worden aangesproken. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de onbenutte belastingcapaciteit en capaciteit uit hoofde van de overige heffingen. Incidentele weerstandscapaciteit Als incidentele weerstandscapaciteit wordt beschouwd, dat deel van de reservepositie dat als buffer vrij aanwendbaar is. De in Winterswijk gehanteerde norm is € 60 per inwoner (€ 1,8 miljoen). De algemene reserve bedraagt eind 2013 per saldo € 45,5 miljoen. De gemeente Winterswijk kent een aantal specifieke bestemmingsreserves (o.a. de bestemmingsreserve begraafplaats en bestemmingsreserve personele bezuinigingen). Elk jaar is de raad opnieuw vrij om te bepalen of en zo ja, op welke wijze een deel van de algemene reserve wordt aangewend. Voorzieningen In tegenstelling tot reserves zijn voorzieningen nodig voor een normale bedrijfsvoering. De voorzieningen zijn vastgesteld op het niveau van het geschatte verlies of verplichting. 1 januari
31 december
Algemene voorz.
€3,6 mln
€3,5 mln
Egalisatievoorz.
€ 3,8 mln
€ 3,8 mln
Totaal
€ 7,4 mln
€ 7,3 mln
Stelpost onvoorzien Ter afdekking van onvoorziene uitgaven wordt jaarlijks in de begroting € 1,25 per inwoner opgenomen. Bij voorstellen waarvoor deze stelpost wordt benut als dekkingsmiddel geldt als toetsingscriterium dat het voorstel dient te voldoen aan de drie O’s (Onvoorzienbaar, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar). In 2013 is op dit budget geen beroep gedaan. Deze stelpost is daarom vrijgevallen ten gunste van het resultaat. In de balans staan alle bezittingen en schulden van de gemeente. Het saldo vormt het eigen vermogen van de gemeente. De schulden zijn de leningen en de voorzieningen. Het vermogen van de gemeente kan groter zijn dan uit de balans blijkt. Dit komt omdat de bezittingen niet altijd tegen de werkelijke waarde worden opgenomen maar tegen de zogenoemde boekwaarde. De boekwaarde is de oorspronkelijke aanschafwaarde minus de eventuele afschrijvingen die jaarlijks plaatsvinden. De afschrijvingen zijn nodig omdat ervan wordt uitgegaan dat bezittingen door het gebruik jaarlijks minder waard worden.
Pagina 76 van 153
Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing De jaarlijkse vermindering van de waarde geldt echter niet altijd. Onroerend goed en aandelen kunnen in de loop van de tijd juist meer waard worden. Tezamen vormen deze hogere waarden de stille reserves. Als een bezitting in principe niet nodig is voor onze eigen bedrijfsvoering of voor taken die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen, is het mogelijk deze hogere waarden te verzilveren. Dat is geld dat dan beschikbaar komt waarmee andere activiteiten en investeringen van de gemeente kunnen worden gefinancierd. De gemeente heeft een aantal beleggingen in onder andere de NV Bank Nederlandse Gemeenten, de Alliander NV en Vitens NV. Daarnaast beschikt de gemeente Winterswijk over een aantal gebouwen, woningen en gronden, die niet direct benodigd zijn voor de publieke taak, waarbij het uitgangspunt is dat het aantal onroerende zaken dat niet direct nodig is voor de uitoefening van een overheidstaak zo beperkt mogelijk gehouden is. De omvang van het bedrag aan stille reserves, zijnde het verschil tussen de marktwaarde en huidige boekwaarde van deze activa, is bij de jaarrekening 2012 naar beneden bijgesteld op 7 miljoen. Gezien de verslechterde economische omstandigheden in de afgelopen jaren zijn met ingang van 2013 de stille reserves in de beleggingen en het onroerend goed op nihil gesteld. Structurele weerstandscapaciteit In het raadsprogramma is als doelstelling opgenomen dat er geen stijging van de lokale lasten boven de jaarlijkse prijsindex CBS mag plaatsvinden. De gemeentelijke tarieven, leges en heffingen zijn voor 100% kostendekkend. Daarvan wordt slechts gemotiveerd afgeweken. In geval zich structureel hogere risico’s effectueren, zal het niet altijd mogelijk zijn andere kosten met eenzelfde bedrag jaarlijks te verlagen. In dat geval wordt de gemeente gedwongen om de inkomsten te verhogen. Alternatief is om de extra kosten uit de reserves te bekostigen, maar deze reserves zijn ook eindig. Alvorens dan een beroep kan worden gedaan op extra financiering van het Rijk moet een gemeente ten volle de eventuele belastingcapaciteit benutten. Dat kan natuurlijk ook niet oneindig. Daarom is door het Rijk een norm gesteld tot welk niveau het nog aanvaardbaar is lokale belastingen te verhogen. Dit is de zogenaamde art. 12 norm. Ten opzichte van de artikel 12-norm is de ongebruikte ruimte in de heffingen € 1,0 miljoen. Samenvatting totaal weerstandsvermogen Het is van belang dat de gemeente voldoende dekking heeft. Deze dekking ofwel het totale weerstandsvermogen van de gemeente is per 31 december 2014 als volgt opgebouwd: Incidenteel: Structureel:
de algemene reserve de onbenutte belastingcapaciteit circa
€ 45,5 miljoen € 1,0 miljoen per jaar
Om vast te stellen of de gemeente over voldoende weerstandsvermogen beschikt om de onderkende risico’s op te kunnen vangen, moet een inschatting worden gemaakt van het benodigde weerstandsvermogen. Om het benodigde weerstandsvermogen te berekenen is een goede risico-inventarisatie nodig met een inschatting van het gevolg, de kans dat het risico zich voordoet en de financiële impact . Daarnaast is een kansberekening nodig omdat het niet waarschijnlijk is dat meerdere risico’s zich op eenzelfde moment én in volle omvang zullen voordoen. Deze kansberekening kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden met de zogenaamde Monte-Carlo analyse. De gemeente beschikt niet over de mogelijkheid om een dergelijke analyse uit te (laten) voeren. Inmiddels isl de Gemeente Winterswijk, conform het advies van VNG, aan de slag gegaan met de test houdbare overheidsfinanciën. Deze test is een goed alternatief voor de huidige berekening van het weerstandsvermogen van de gemeente.
Pagina 77 van 153
Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing De resultaten hiervan zullen naar verwachting in de jaarrekening 2014 worden opgenomen. Voor deze begroting is, conform voorgaande jaren, de inschatting op basis van de onderkende risico’s en op basis van het berekende weerstandsvermogen van vergelijkbare gemeenten dat een weerstandsvermogen van € 2,5 miljoen voldoende moet zijn. De risico’s in de grondexploitatie zijn hier nog niet in meegenomen. Voor deze risico’s is een aantal jaren geleden wel een Monte Carlo-analyse uitgevoerd. Herbeoordeling van de uitgangspunten leidt tot de inschatting dat een weerstandsvermogen voor de grondexploitaties van Winterswijk van ca. € 2,5 miljoen. toereikend moet zijn. Het totale benodigde weerstandsvermogen bedraagt derhalve ca. € 5 miljoen. Afgezet tegen het weerstandsvermogen van € 45 miljoen incidenteel en € 1,0 miljoen structureel, kan worden gesteld dat dit vermogen afdoende is om de risico’s te kunnen afdekken. Gezien deze inschatting is het vooralsnog niet direct noodzakelijk om expliciete normen aan te geven voor de benodigde hoogte van het weerstandsvermogen.
Pagina 78 van 153
Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risicoparagraaf Vervallen risico’s Pr. Risico
13
Ontwikkeling algemene uitkering 2015-2017
Korte omschrijving risico In de septembercirculaire 2013 zijn de voorlopige ramingen opgenomen van de ontwikkeling van de algemene uitkering voor de jaren 2014-2017. Deze raming wijkt vanaf 2015 tot 2017 af van de raming opgenomen in de meicirculaire. In de begrote cijfers voor de jaren 2015-2017 is zoveel mogelijk rekening gehouden met een daling van de algemene uitkering. Er is voor gekozen om nog geen rekening te houden met het volledige bedrag vanaf 2015 in verband met de onzekerheid over het feit of de forse daling van de algemene uitkering daadwerkelijk plaats zal vinden vanaf 2015. Het risico vervalt omdat de algemene uitkering conform septembercirculaire 2014 is geraamd.
B Risico’s Begroting 2015 Om het benodigde weerstandsvermogen te berekenen is een goede risico-inventarisatie nodig. Op basis van de uitgevoerde risico-inventarisatie is van alle relevante risico’s in kaart gebracht: de mogelijk scenario’s; de beheersmaatregelen ter voorkomen en ter beheersing van het risico; waardering van het risico (inschatting van de kans en financiële impact). De belangrijkste actuele risico’s die de gemeente loopt worden hierna per programma kort toegelicht. Pr. Risico
Herziening financieel verdeelmodel
1 bijdrage VNOG
Korte omschrijving risico Eén van de voorstellen uit MOED is een eenvoudiger en inzichtelijker verdeelmodel voor de bijdrage aan de VNOG. Leidend is hierbij de huidige gemeentefondsuitkering van het Rijk voor het uitgavencluster ‘Openbare orde en veiligheid’. Voor Winterswijk zou dat betekenen dat de bijdrage aan de VNOG stijgt met € 360.000. Dit is een nadeel van meer dan 30%.Hierover is nog geen AB besluit genomen. Mocht het voorstel aangenomen worden dan zijn de uiteindelijke financiële effecten afhankelijk van de uitkomsten van de herijking van het gemeentefonds in 2016. In 2016 wordt namelijk o.a. het uitgavencluster ‘Openbare orde en veiligheid’ binnen het gemeentefonds herijkt.
Pagina 79 van 153
Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing
4 Zandwinning ‘t Hilgelo
In 2005 is door Hoftijzer Verhuur- en Aannemingsbedrijf B.V. een schadeclaim ingediend ter grootte van € 550.000. Hoftijzer claimt schade te hebben geleden door vertraging in de bestemmingsplanprocedure ‘t Hilgelo. Zowel de gemeente als de verzekeraar zijn van mening dat aansprakelijkheid in deze kwestie niet aan de orde is. Ingeschat wordt dat de gemeente hier geen risico meer loopt. Wel loopt de gemeente een nog niet nader te bepalen risico in een lopende gerechtelijke procedure inzake het voldoen van alle financiële verplichtingen die zijn voortgevloeid uit de onteigeningsprocedure en de verrekening hiervan. Het risico wordt ingeschat tussen de € 0 en € 150.000.
6 Instellingen
In verband met de voorgenomen bezuinigingen bij de diverse gesubsidieerde instellingen kan de Gemeente Winterswijk geconfronteerd worden met frictiekosten bij deze instellingen en/of met éénmalige afwaarderingen.
6 Leningen verbonden partijen
De gemeente heeft eind 2013 € 2.829.000 uitstaan aan leningen verstrekt aan verbonden partijen
7 Hameland
7, 8, Transformatie Sociaal Domein 10,11
14 Bezuiniging op de organisatie
De financiële resultaten van Hameland zijn over de afgelopen paar jaar slecht geweest. Dit was aanleiding te reorganiseren, in het rapport ‘Hameland fundamenteel anders’ wordt deze reorganisatie uitgewerkt. De reorganisatie verloopt goed, maar er zijn toch extra middelen nodig. Het bedrag per SE (=fte Wsw) gaat vanaf 2015 in zes jaar omlaag met € 500 per jaar. Dit houdt in dat het tekort voor Winterswijk oploopt van € 407.500 in 2015 tot € 890.000 in 2018. In onze meerjarenbegroting houden we rekening met deze tekorten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het exploitatietekort van Hameland. Omdat er sprake is van een Gemeenschappelijke regeling is de invloed van de individuele gemeente redelijk beperkt. Voor alle te nemen maatregelen zal er een meerderheid van stemmen moeten zijn. De gemeente wordt vanaf 2015 geheel verantwoordelijk voor de uitvoering van het sociaal domein. De Jeugdzorg en onderdelen van de AWBZ worden naar de gemeenten gedecentraliseerd. Daarnaast wordt de Participatiewet ingevoerd, deze vervangt de Wet werk en bijstand, de Wsw en onderdelen van de Wajong voor zover het mensen betreft met arbeidscapaciteit. De budgetten zijn bekend, we weten hoeveel burgers het betreft. We weten echter nog niet of het budget toereikend is. Met betrekking tot de nog te realiseren bezuiniging loopt de organisatie de volgende twee risico’s: Risico op teveel verlies van kennis en kunde om alle taken te kunnen blijven uitvoeren. Risico op teveel verlies van capaciteit om alle taken te kunnen blijven uitvoeren. In principe is er afgesproken dat er evenveel taken komen te vervallen als dat er formatie verdwijnt.
Pagina 80 van 153
Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risico 15 Garantstelling Stichting Breedband Winterswijk (SBBW)
Korte omschrijving risico De garantstelling voor de door SBBW aan te trekken banklening bedraagt 3,7 miljoen euro (€3.703.413,-). In de onderliggende businesscase zou op basis van een zogenaamd worst case scenario SBBW op enig moment niet aan haar verplichtingen jegens de bankinstelling kunnen voldoen. De gemeente zal op dat moment door de bankinstelling worden aangesproken op haar garantstelling. Uitgaande van verpanding van de abonnementsgelden bedraagt het totale restrisico € 600.000,-(in jaar 19). Tegenover dit restrisico staat het onderpand (het recht van hypotheek), waarvan de waarde, op basis van het aantal aan te sluiten percelen (ca. 1300) momenteel wordt geschat op ca. 1.3 miljoen euro.
Risico Grondexploitatie In het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2011 (MPG 2011) en in het MPG 2010 is de risicoanalyse voor de grondexploitatie uitgewerkt met een Monte Carlo analyse. Voor het MPG 2012 is geen diepgaande risicoanalyse zoals vorige jaren uitgevoerd. Uitgangspunt is dat de boekwaarde van de grondexploitaties relatief beperkt van omvang blijft en de komende jaren geleidelijk gaat afnemen. Het is niet noodzakelijk om ieder jaar een diepgaande doch tijdrovende analyse te maken zoals voor het MPG 2011 is gedaan. In het MPG 2011 gaf de risico analyse een benodigd weerstandsvermogen aan van € 1,9 mln. om met 90% zekerheid een resultaat van € 9,0 mln. in de grondexploitaties te kunnen realiseren. In het MPG 2010 was de uitkomst dat een weerstandsvermogen van € 2,7 nodig was voor een resultaat van € 13,5 mln. met 90% zekerheid. Uit het MPG 2011 en het MPG 2010 kan worden afgeleid dat een weerstandsvermogen voor de grondexploitaties van Winterswijk van ca. € 2,5 mln. toereikend moet zijn. In veel gemeenten is het gangbaar om te werken met een algemene reserve grondexploitatie die voorziet in het weerstandsvermogen. In Winterswijk is er in 2004/2005 in het kader van het beleid voor reserves en voorzieningen voor gekozen om niet meer te werken met een risicoreserve voor grondexploitaties. Er is daardoor geen als zodanig benoemd weerstandsvermogen aanwezig. Een gedeelte groot € 2,5 mln. van het saldo van de algemene reserve van de gemeente vormt het weerstandsvermogen voor de grondexploitatie.
Pagina 81 van 153
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen De gemeente Winterswijk heeft een oppervlakte van in totaal 13.881 hectare. Voor het beheer van de openbare ruimte worden middelen ingezet voor: • wegen en verkeer inclusief openbare verlichting, kunstwerken, meubilair en bebording; • waterbeheer met inbegrip van riolering en beduikering; • groen; • gebouwen. Wegen Wegen Het wegenbeheer in de gemeente Winterswijk is zowel binnen als buiten de kom gebaseerd op een wegenbeheerplan. In beginsel wordt dit plan eenmaal per vier jaar opgesteld. De wegen worden voor het wegenbeheerplan volgens de CROW-systematiek (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Weg- en Waterbouwbouwkunde en de verkeerstechniek) met behulp van de schadecatalogus visueel geïnspecteerd. Op basis van deze inspectieresultaten wordt de onderhoudsbehoefte voor de verhardingen geraamd. Bij het opstellen van de onderhoudsbehoefte wordt rekening gehouden met landelijk gehanteerde normen ten aanzien van de toelaatbare schade voor diverse schadebeelden. In het Beheerplan Wegen 2012-2016 is de onderhoudsbehoefte voor de komende jaren vastgelegd. De uitvoering wordt, afhankelijk van de schaal, uitgevoerd door verschillende partijen. Het klein (dagelijks) onderhoud wordt gedaan door ROVA. Middelgroot onderhoud, waarbij weg- of trottoirdelen worden aangepakt, wordt middels een onderhoudsbestek door een marktpartij uitgevoerd. Groot onderhoud (reconstructie van de gehele weg of wijk) wordt projectmatig aanbesteed. Uitvoering van de projecten geschiedt conform het Investeringsplan. In 2014 is er groot onderhoud uitgevoerd op circa 3,5 km recreatieve fietspaden en circa 2,3 km buitenwegen. Het gedeelte van De Brinkeweg in de kern van Miste is gelijktijdig met de instandhouding ervan ingericht als een 30 km-weg. Daarnaast is middelgroot onderhoud uitgevoerd op een aantal wegen in het buitengebied om de levensduur ervan te verlengen. Openbare verlichting In het voorjaar van 2014 is een groot vervangingsproject voor openbare verlichting uitgevoerd. Op diverse ontsluitingswegen en straten zijn complete installaties of armaturen vernieuwd. Verder zijn nieuwe masten te verwachten voor onder andere Pelkpark. De Bataafseweg krijgt eind 2014/begin 2015 nieuwe verlichting die beter afgestemd is op de omgeving. De verwachting is dat een deel van het eigen net van de Tricot onderdeel wordt van het te beheren ondergronds areaal van de gemeente Winterswijk. Keuringen toonden aan dat in het centrum, met name in de Meddosestraat, muurankers voor hangende verlichting werden afgekeurd en op korte termijn dienen te worden vervangen. De vervanging van de huidige armaturen was pas voor 2022 ingepland. Streven is om conform het keuringsadvies alles voor november 2014 te hebben verholpen. Het vervangen van alle hangarmaturen staat voor 2015 nog ter discussie. In 2014 vertoonden de schakelkasten op de Markt problemen. De gebreken konden echter snel worden verholpen. De overbelasting van groepen is minder geworden, maar controle blijft van belang. Het aantal te remplaceren lampen neemt af door de toename van LED-armaturen en lampen met een langere brandduur.
Pagina 82 van 153
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen Het beleidsplan Openbare Verlichting is in het voorjaar door het college aanvaard. Daarmee zet de gemeente nieuwe stappen in de richting van een duurzamer en zuiniger beheer en beleid. Financieel wordt hierin een constant verloop aangehouden. Het onderhoudscontract voor verlichting, dat gezamenlijk met de gemeenten Oost Gelre, Bronkhorst en Berkelland is aanbesteed, liep op 30 juni 2014 af. Alle gemeenten hebben aangegeven in te stemmen met een verlenging waarbij de indexatie voor 2014 slechts +0,28% is. In 2015 kan het contract nog nog één met 1 jaar verlengd worden tot 30 juni 2016. Voor die tijd moet de gemeente voorbereidingen gaan treffen voor een nieuw contract. Civiele kunstwerken Onderhoud aan de civiele kunstwerken gebeurt op basis van visuele en technische inspecties. Daarbij worden maatregelen genomen die nodig zijn om de bruggen op een minimaal niveau verkeersveilig te houden. Vervangingsinvesteringen worden in het investeringsplan opgenomen. Het onderhoud van de Pieriksbrug in de Meenkmolenweg wordt in het vierde kwartaal van2014 uitgevoerd. Gelijktijdig start ook de renovatie van de bruggen in de Klandermansweg en de Greversweg. De (bruto) exploitatielasten met betrekking tot de wegen worden in 2015 geraamd op € 5,6 miljoen. inclusief de lasten voor straatnaamgeving en huisnummering, bermbeheer, gladheidbestrijding. Hierin is € 0,9 miljoen opgenomen voor de geraamde provinciale en overige bijdragen bij het project rotonde Groenloseweg/ontsluiting Arrisveld. De (netto) exploitatielasten van € 4,6 miljoen (€ 5,6 - € 0,9) bestaan uit € 3,1 miljoen aan niet-beïnvloedbare kapitaallasten (rente en afschrijving) en € 0,5 miljoen bijdrage ROVA. Door het uitstellen van investeringen in het wegenbeheer is het middelgroot en klein onderhoud onder druk komt te staan wat naar verwachting in de komende jaren gaat leiden tot hogere exploitatiekosten. Hiervoor is in de begroting 2015 een eenmalig calamiteitenbudget van € 100.000,- opgenomen. De (bruto) geraamde investeringen in wegen en verkeer zijn voor 2015 op € 3,5 miljoen (waaronder € 1,5 miljoen subsidiabele provinciale bijdragen, zodat de gemeentelijke netto-investering € 2,0 miljoen bedraagt).
Pagina 83 van 153
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen Kengetallen wegen 2012
2013
2014
2015
verharde wegen binnen de kom
97 km
97 km
98 km
98 km
verharde wegen buiten de kom
212 km
212 km
212 km
212 km
zandwegen
125 km
125 km
125 km
125 km
fietspaden
27 km
32 km
29,5 km
29,5 km
0
0
58 km
58 km
instandhouding wegen binnen de kom
6 km
0,2 km
0 km
1,5 km
instandhouding wegen buiten de kom
2 km
0 km
2,3 km
1,5 km
0
0
3,5 km
3 km
4.950 st
5.010 st
5.050 st
5.050 st
200 st
200 st
200 st
200 st
69 st
69 st
69 st
69 st
vervanging bruggen (autoverkeer)
2 st
0
1 st
2 st
vervanging brugdekken (autoverkeer)
1 st
0
0
0
vervanging voet-/fietsbruggen (dek)
2 st
0
0
0
tunnel
1 st
1 st
1 st
1 st
vm RAL fietspaden
instandhouding fietspaden openbare verlichting vervanging openbare verlichting bruggen
Riolering en waterbeheer Leidraad voor het aanleggen, beheren en onderhouden van het rioleringsstelsel in de gemeente Winterswijk is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2014-2018 dat in 2013 is vastgesteld. Anticiperend op het Bestuursakkoord Water (BAW) zijn binnen dit GRP op financieel gebied onderzoeksvragen meegenomen. Ingestemd is met het verder adequaat (dus niet meer zonder meer overal) afkoppelen binnen stedelijk gebied. Net zoals in de vorige planperiode is een gemiddeld ongewijzigde rioolheffing voorgesteld en is dit bestuurlijk bekrachtigd. Dit sluit tevens goed aan bij de BAW-opgaaf. In 2014 zijn vanuit de binnen de zuiveringskring Winterswijk betrokken organisaties (Waterschap Rijn en IJssel, gemeente Oost Gelre en Winterswijk) gesprekken opgestart om te onderzoeken of een intensievere samenwerking een optie is. De gesprekken hebben ertoe geleid dat de zuiveringskring Lichtenvoorde aan het gebied is toegevoegd en in het kader van het Bestuursakkoord Water een memo is opgesteld voor het onderdeel kosten. Daaruit blijkt dat gemeente Winterswijk goed op schema ligt. Op korte en middellange termijn is het besparingspotentieel voor Winterswijk relatief gering. De onderdelen kwaliteit en kwetsbaarheid zullen aan de rapportage worden toegevoegd en bestuurlijk worden gecommuniceerd, evenals de mogelijke samenwerkingsmogelijkheden. Bij de vervolggesprekken is ook RIONED betrokken. Om aan de landelijke bezuinigingsopgave te voldoen wordt regionaal, in het verlengde van het gerealiseerde feitenonderzoek binnen Achterhoek+, deelgenomen aan de uitwerking van de begin 2014 opgestarte samenwerkingskansen. Ook het management van alle deelnemende organisaties is hierbij betrokken en de opdracht is bestuurlijk bekrachtigd. De resultaten hiervan worden eind 2014 verwacht. Reguliere regionale overleggen zijn gecontinueerd, evenals deelname op Rijn Oost-niveau, onder meer op het onderwerp klimaat en droogte voor de toekomst (2050). Voor dat onderdeel is in het voorjaar 2014 een intentieverklaring door gemeenten getekend, om bij projecten zoveel mogelijk ‘ZON’ waardige aspecten mee te nemen. Pagina 84 van 153
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen
In de kom Winterswijk kern zijn beperkte rioolvervangingen uitgevoerd in de Pashof en de Industrieweg. Het bestaande hemelwaterriool in de Stationsstraat is verlengd en aangesloten op open water. In het buitengebied zijn diverse pompunits en tussengemalen vervangen, waarbij in de kern Kotten verdergaand hemelwater is afgekoppeld. Naar aanleiding van een verstopping in de Wehmerbeek en daardoor ontstane wateroverlast op landgoed Eelink is gemeente Winterswijk vanaf begin 2014 in gesprek met het waterschap, mede in relatie tot de retentievijver aldaar. De onderzoeken en te nemen maatregelen worden in de loop van 2014 in overleg vastgesteld en afhankelijk van taken en verantwoordelijkheden verdeeld over de organisaties. Ook het functioneren van de andere retentievijvers in Winterswijk wordt besproken, evenals evaluatie van het stedelijk waterbeheer en onderhoud door het waterschap. Metingen voor het grondwater, monitoring van bergingsvoorziening en overstorten van het gemengd riool worden in 2014 gecontinueerd. De exploitatielasten met betrekking tot riolering worden in 2015 geraamd op € 3,5 miljoen. Dit is inclusief € 2,3 miljoen kapitaallasten (rente en afschrijving). De geraamde investeringen in riolering voor 2015 zijn € 0,9 miljoen. Kengetallen riolering en waterbeheer
2012 riolering gemengd en vuilwater
2013
2014
2015
113 km
118 km
118 km
118 km
56 km
58 km
58 km
58 km
drukriolering persleiding
266 km
266 km
266 km
267 km
drukriolering pompunits
1.001 st
1.001 st
1.001 st
1.003 st
kolken
9.050 st
9.100 st
9.100 st
9.100 st
wadi’s
11 st
11 st
11 st
11 st
1 st
1 st
1 st
1 st
10.175 st
10.200 st
10.200 st
10.200 st
2.630 st
2.635 st
2.635 st
2.640 st
vervanging riolering
5 km
0
1,5 km
1,5 km
aanleg hemelwaterriolering
6 km
0,2 km
0,2 km
0,2 km
nog af te koppelen verhard oppervlak
4 ha
1 ha
1 ha
1 ha
12 km
12 km
12 km
12 km
riolering hemelwater
bergingsvijver aansluitingen riolering aansluitingen drukriolering
inspectie en reiniging riolering
Groen Het onderhoud van het stedelijk groen vindt deels nog plaats volgens de uitgangspunten van de nota ‘Evaluatie Groenbeleid en Beheer in de gemeente Winterswijk’ uit 1993. Delen van de nieuwe beheervisie, op basis van beeldkwaliteit, zijn gereed waaronder het bomenbeheersplan. De aanleg en het beheer van de ecologisch hoofdstructuren en natuurlijke verbindingen binnen stedelijk gebied
Pagina 85 van 153
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen geschiedt volgens de kaart ecologische groenstructuren. Het zeer selectief gebruiken van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen is onderdeel van het onderhouds- en beheerbeleid. Jaarlijks worden kleine delen van het stedelijk groen en de gemeentelijke sportvelden gerenoveerd. Het meerjarig investeringsplan is op basis van financiële druk verlaten. Het planmatig vervangen van het groen volgt niet meer de vastgestelde nota “Evaluatie Groenbeleid en Beheer in de gemeente Winterswijk”. In 2014 is er geen groen vervangen in combinatie met kapitaalswerken. In enkele groenstroken is de beplanting vervangen. De sportnota heeft de weg vrijgemaakt voor de reorganisatie van buitensportaccommodaties en het gezamenlijk gebruik van sportcomplexen door meerdere clubs. Een aantal clubs krijgt hierdoor zelfs een andere locatie. Door toepassing van kunstgras ontstaat een speelduurverlenging per veld waardoor minder velden hoeven te worden aangelegd. In 2014 is de aanleg van Jaspers fase 3 afgerond. Het bomenbestand is sterk verouderd waardoor nu veel bomen door ziekte in slechte staat verkeren. Hiervoor is in de begroting 2015 een eenmalig calamiteitenbudget van € 50.000,- opgenomen. De exploitatielasten onderhoud stedelijk groen worden in 2015 geraamd op € 1,7 miljoen. Dit is grotendeels (€ 1,6 miljoen) de bijdrage aan de ROVA. De (bruto) geraamde investeringen in groen zijn € 0,50 miljoen (waar onder € 0,25 miljoen subsidiabele provinciale bijdragen (met name project Parallelweg), zodat de gemeentelijke netto-investering € 0,25 miljoen bedraagt).
Kengetallen groen 2012 areaal groen vervanging groen
2013
2014
2015
136,2 ha
139,8
140,5
140,5
2 ha
0,2
0,2
0,2
Gebouwen Het gebouwen-/vastgoedbestand van de gemeente Winterswijk omvat ruim 60 objecten. Hieronder vallen o.a. 2 kantoorgebouwen, 8 binnensportaccommodaties, een brandweerkazerne, 1 welzijnsaccommodatie, 4 woningen en 3 peuterzalen. De overige objecten kunnen worden benoemd als buitengebruik gestelde scholen, industrie- en historische gebouwen, monumenten en fonteinen. Beleidskader Team Gebouwenbeheer heeft als bezuinigingsopdracht gekregen de onderhoudsniveaus van gebouwen terug te brengen naar het niveau ‘matig’. In 2013 zijn de Meerjarenonderhoudsplanning voor de boekjaren 2014 en verder geactualiseerd. In 2015 vindt een nieuwe actualisatie plaatst voor de begroting 2016 e.v. Het technisch onderhoud van gebouwen en installatie wordt ook in 2015 uitgevoerd op basis van Meerjarenonderhoudsplannen. De planningen zijn gebaseerd op landelijke normen (bijv. de NEN 2767) en uitgangspunten met betrekking tot vervangingsfrequentie, onderhoudsniveau (matig) en kosten. Met als uitgangspunt het onderhoudsniveau matig, zal onderhoud, naast de onderhoudscontracten voor de Pagina 86 van 153
Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen technische en werktuigbouwkundige installaties en de wettelijke taken en verantwoordelijkheden, voor de meeste gebouwen vooral op basis van correctief onderhoud worden uitgevoerd. Ieder Meerjarenonderhoudsplan is gebaseerd op een gedegen inventarisatie. Aan het onderhoudsprogramma worden de benodigde financiële middelen gekoppeld. Naar aanleiding hiervan kunnen definitieve keuzes gemaakt worden ten aanzien van het onderhoud en het doen van eventuele investeringen in een accommodatie. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties De Meerjarenonderhoudsplannen zijn gebaseerd op het in stand houden van de gebouwen en de technische installaties. Het onderhoud is georganiseerd met de beschikbare budgetten. De verantwoordelijkheid voor de gemeentelijke gebouwen ligt bij de teamcoördinator Gebouwenbeheer. Financiële consequenties Voor het onderhoud van de accommodaties worden meerjarige onderhoudsplannen opgesteld. Sinds 2007 gebeurt dit op een meer objectieve wijze door middel van een conditiemeting (vlg. NEN 2767) van het object. Voor de uitvoering van diverse jaarplannen worden de in de begroting opgenomen exploitatiebudgetten en de hiervoor bedoelde voorzieningen ingezet.
Pagina 87 van 153
Paragraaf D Financiering
Paragraaf D Financiering De financiering vindt plaats conform het treasurystatuut dat is vastgesteld in november 2004. Hierin is vastgelegd dat de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en het beheer prudent is. De provincie houdt toezicht op de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente op basis van gegevens die worden verstrekt uit hoofde van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). Hierbij is een aantal onderwerpen van belang: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer, De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van decentrale overheden; het gaat met name om regels voor het beheersen van financiële risico’s ten aanzien van aangetrokken en uitgezette middelen, en ten aanzien van het beheer van de treasury. Ingevolge de wettelijke eisen wordt in deze paragraaf informatie gegeven over de volgende onderwerpen: - kasbeheer, maximaal aan te trekken daggelden; - risicobeheer, minimalisatie van het renterisico; - gemeentefinanciering, de relatie tussen kort en langlopende leningen en de korte en lange termijnbehoefte aan geld. Risicobeheer De leningenportefeuille is zodanig gespreid dat het renterisico is beperkt. Ook de aflossing gebeurt per lening geleidelijk zodat herfinanciering jaarlijks moet plaatsvinden. Dat betekent dat significante rentewijzigingen pas in de loop van jaren doorwerken in de exploitatie van de gemeente. In 2007 is door de raad een voorstel aangenomen betreffende de looptijd van de langlopende geldleningen. Hierdoor wordt de renterisiconorm binnen de looptijd van de langlopende geldlening (langer dan een jaar) geminimaliseerd. Voor de berekening van de rekening-courant rente zijn de kredietvoorwaarden bij de BNG als volgt: Voor een debetsaldo (rood-staan) tot een maximum van € 6 miljoen wordt een rentebedrag in rekening gebracht dat is samengesteld uit het euribortarief (1 maand debet) met daarbij een standaard opslag van 0,45%. De credit-rente bestaat uit het euribor (1 maand credit) minus een afslag van 0,2%. Beleidsuitgangspunt is dat het uitzetten van overtollige liquiditeiten zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Met ingang van 16 december 2013 is de gemeente verplicht om overtollige liquiditeiten uit te zetten bij de Rijksoverheid, het zgn. schatkistbankieren. De gemeente kan via schatkistbankieren niet lenen van de rijksoverheid. Met de gewijzigde wet Fido beoogt de rijksoverheid dat de gemeenten een bijdrage leveren aan de vereiste daling van de EMU schuld voor de Nederlandse overheid. De decentrale overheden mogen onderling wel lenen van elkaar.
Pagina 88 van 153
Paragraaf D Financiering In volgend overzicht is de ontwikkeling geschetst van de financieringsbehoefte in de komende jaren. 2014 Saldo per 1 januari
2015
2.167
2016
3.122
2017 660
2018
-833
-852
Operationele activiteiten Exploitatieresultaat (voor bestemming) Afschrijvingen
-2.371
-153
-208
-152
38
6.290
5.095
5.019
4.906
4.837
Voorzieningen (toevoegingen)
517
544
508
591
314
Voorzieningen (onttrekkingen)
-819
-723
-428
-388
-374
3.617
4.763
4.891
4.957
4.815
-9.471
-4.923
-1.644
-1.815
-2.933
-200
-100
-100
-100
-100
-9.671
-5.023
-1.744
-1.915
-3.033
Saldo operationele activiteiten (A) Investeringsactiviteiten Investeringen (incl. inkomsten) Toe te rekenen ambtelijke kosten Saldo investeringsactiviteiten (B)
2014
2015
2016
2017
2018
Financieringsactiviteiten Aflossing lening NUON
0
6.814
0
0
Verstrekte leningen
0
0
0
0
0
440
490
490
484
287
Aflossing lening
-6.931
-9.506
-7.330
-7.345
-7.535
Opgenomen lening
13.500
2.200
3.800
5.900
Ontvangen aflossingen + overig
0
Saldo financieringsactiviteiten (C)
7.009
-2.202
-4.640
-3.061
-1.348
Saldo per 31 december
3.122
660
-833
-852
-418
2014
2015
2016
103.360
109.929
100.423
95.293
91.748
Aflossing
-6.931
-9.506
-7.330
-7.345
-7.535
Herfinanciering
13.500
0
2.200
3.800
5.900
109.929
100.423
95.293
91.748
90.113
Langlopende leningen begin jaar
Langlopende leningen eind jaar
2017
2018
Gemeentefinanciering Een renteherziening op de langlopende geldleningen is in 2015 niet mogelijk. Na de aflossing op de leningen heeft de gemeente Winterswijk per 1 januari 2014 een bedrag van € 103,36 miljoen (1 januari 2013 € 98,56 miljoen) uitstaan aan langlopende geldleningen tegen een gemiddeld rentepercentage 4,21% In 2013 zijn 3 langlopende geldleningen opgenomen. 1 lening van 2 miljoen die in 2015 wordt afgelost. Verder zijn er 2 leningen opgenomen van 5 miljoen elk met als aflossingsdatum resp. 2018 en 2023. In 2014 wordt 1 lening (looptijd 15 jaar 1999/2014) volledig afgelost. Tot september 2014 zijn nog geen langlopende geldleningen opgenomen.
Risico vlottende schulden We kennen zogenoemde vlottende en vaste schulden. Vlottende schulden zijn de schulden die wij op korte termijn moeten aflossen. Elk jaar worden deze bij de jaarrekening verantwoord in de balans. We hebben de mogelijkheid om daggeldleningen af te sluiten waarmee we onze liquiditeitspositie op korte termijn in stand kunnen houden. Er is dan ook geen risico dat we onze schulden op korte termijn niet kunnen aflossen. Regelmatig wordt daarvoor het saldo bepaald van de lopende rekening. Mede op
Pagina 89 van 153
Paragraaf D Financiering basis van adviezen van de Bank Nederlandsche Gemeenten (BNG) wordt bepaald of overschotten voor een bepaalde periode worden weggezet of tekorten voor de langere termijn worden gefinancierd. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het saldo- en liquiditeitsbeheer. Het aantrekken van daggelden vindt plaats binnen de hiervoor in de Wet FIDO gestelde normen. Daarnaast wordt elk kwartaal door middel van een periodieke controle getoetst of aan de kasgeldlimiet wordt voldaan. Risico vaste schulden De schulden op langere termijn worden aangegaan, conform ons treasurystatuut, bij gerenommeerde instellingen. Onze kredietwaardigheid is de hoogst haalbare ongeacht onze solvabiliteit. Dit komt omdat het Rijk garant staat voor onze schulden. De verlaging van onze solvabiliteit heeft daarom geen gevolgen voor onze kredietwaardigheid. Wel is het zo dat door het hoge investeringsniveau het aandeel van de afschrijvingen en rente in onze begroting zal toenemen. Daardoor wordt het moeilijker om in de begroting ruimte te vinden voor nieuw beleid. Rentevisie Het gemiddeld rentepercentage van de langlopende geldleningen is in 2014 3,983% . De rente is in belangrijke mate afhankelijk van de economische ontwikkeling, inflatie en de rentepercentages voor langlopende gelden. Mede gezien de kredietcrisis is het zeer moeilijk te voorspellen hoe de economie zich zal ontwikkelen. Wij gaan uit van de prognoses van het Rijk waarbij de verwachting is dat de inflatie onder controle zal blijven. Onze visie is dan ook dat de rente de komende jaren op een gelijkblijvend niveau zal blijven. Risico uitstaande schulden De gemeente leent ook geld uit. Deze positie wordt verantwoord in de jaarrekening. Het betreft hypotheekleningen aan eigen personeel (na 1 januari 2009 is het niet meer toegestaan nieuwe hypotheekleningen aan eigen personeel te verstrekken) en leningen aan verbonden partijen. Vooralsnog is er geen aanleiding om de uitstaande leningen af te waarderen. In het treasurystatuut is nu nog een limitatieve lijst opgenomen van organisaties waaraan de gemeente geld mag lenen. Deze lijst is vastgesteld door de raad en kan natuurlijk door de raad worden gewijzigd. Gebruik van derivaten Onze gemeente maakt geen gebruik van derivaten. Organisatie Het betalingsproces is vastgelegd in een procedure. Er is een organisatiebesluit en mandaatbesluit waarin de bevoegdheden en de verantwoordelijkheid van betrokken medewerkers zijn vastgelegd
Pagina 90 van 153
Paragraaf E Bedrijfsvoering
Paragraaf E Bedrijfsvoering Zoals aangegeven bij Programma 14 ‘Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking’ worden in deze paragraaf diverse aspecten van de organisatie beschreven. Personeel en organisatie De ontwikkelingen/thema’s voor 2015 zijn op hoofdlijnen de volgende: Bezuiniging personeel en organisatie De bezuinigingsopdracht bedraagt in totaal € 2.090.000,- voor de periode 2010-2015. De uitvoering van dit besluit krijgt in 2014 en 2015 verder zijn beslag. Op dit moment loopt de bezuinigingsopdracht volgens planning. In totaal moet nog € 409.000 bezuinigd worden (stand september 2014). Naar verwachting is de bezuiniging eind 2016/ begin 2017 gerealiseerd. Verloop fte’s gemeente Winterswijk 2006 tot en met 2018: aantal fte's 1 fte = 36 uur Totaal 2006
239,38
Totaal 2007
236,99
Totaal 2008
236,68
Totaal 2009
226,12
Totaal 2010
200,3
Totaal 2011
163,5
Totaal 2012
155,1
Totaal 2013
147,4
Aanname totaal 2014
146,6
Aanname totaal 2015
143,2
Aanname totaal 2016
136,6
Aanname totaal 2017
136,1
Aanname totaal 2018
136,1
Organisatieontwikkeling Het jaar 2015 staat in het teken van de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Begin 2014 is de nieuwe organisatie neergezet waarbij de verantwoordelijkheden nog lager g in de organisatie zijn belegd. De teams en teamcoördinatoren vervullen daarbij een centrale rol. Ook in 2015 wordt bekeken in hoeverre de organisatieveranderingen hun beoogde uitwerking hebben. 2015 wordt ook een belangrijk jaar voor wat betreft de transities in het sociale domein. Dit zal effect hebben op de formatie van de gemeente. Nieuw HRM-beleid In 2014 is een nieuw Human Resource-plan opgesteld. De belangrijkste punten uit dit plan zijn: • Een nieuw geformuleerde HR-visie voor de gemeente Winterswijk. De visie luidt: De gemeente Winterswijk is een professionele, financieel gezonde, betrouwbare en ambitieuze gemeente die meedenkt, transparant werkt en samen met haar partners haar doel bereikt. Als gemeentelijke organisatie spelen wij flexibel en adequaat in op veranderingen en staan wij middenin de samenleving. Wij werken vraag- en resultaatgericht en zijn gericht op samenwerking. Pagina 91 van 153
Paragraaf E Bedrijfsvoering
•
De speerpunten van het HR-beleid zijn leiderschap, flexibiliteit, resultaatgerichtheid, samenwerken/ontwikkeling en goed werkgeverschap.
De focus in het HR-plan in 2015 ligt op het ontwikkelen van een strategische personeelsplanning tot 2020 en een levensfasebewust personeelsbeleid. Intergemeentelijke samenwerking De samenwerking tussen de Achterhoekse gemeenten bij de drie decentralisaties Participatiewet, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de jeugdzorg is tot stand gekomen. Er is sprake van meerwaarde bij beleidsvorming, inkoop, communicatie en deskundigheidsontwikkeling. De samenwerking wordt in 2015 voortgezet. De regionale aanpak bij de budgettering van de jeugdzorg zal waarschijnlijk duurzaam worden. Inkoop werd al veelvuldig op regionale schaal gedaan. De concrete verkenning van Doetinchem en Winterswijk om vergaand samen te werken in de bedrijfsvoering is door bureau Berenschot uitgevoerd. Daar kwam een positief beeld uit. Het advies was om als volgende stap een plan van aanpak op te stellen. De colleges hebben bepaald om eerst nog een ICT-impactanalyse te laten uitvoeren. Arbeidsvoorwaarden Cao Over de nieuwe cao is ruim 1,5 jaar onderhandeld. Medio maart kondigden de bonden acties aan, omdat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) niet wilde ingaan op de eis voor structurele loonsverhoging. De bonden eisten een loonsverhoging van 2,5% in 2013 en 3% in 2014. In aanloop naar de landelijke stakingsdag 18 juni werden her en der acties gehouden en legden ambtenaren in verschillende steden het werk neer. Daags na de landelijke stakingsdag ontvingen de bonden een uitnodiging van de VNG om verder te praten. Beide partijen wilden voor de zomervakantie tot overeenstemming komen. De VNG en de vakbonden hebben een principeakkoord gesloten voor een nieuwe cao. De salarissen worden per 1 oktober 2014 verhoogd met 1% en per 1 april 2015 met € 50,- per maand. In oktober 2014 volgt een eenmalige uitkering van € 350,-. Verder zijn afspraken gemaakt over mobiliteit, werkervarings- en stageplekken voor jongeren, kansen voor mensen met een arbeidsbeperking en modernisering van de cao. Arbo en verzuim Ziekteverzuim Het verzuimpercentage in 2013 bedroeg 5,1% (excl. zwangerschapsverlof). Het verzuimpercentage van gemeenten van vergelijkbare omvang bedroeg in 2013 4,8%. Bij alle gemeenten samen gemiddeld 5,2%. Tot en met het tweede kwartaal van 2014 bedraagt het ziekteverzuim 3,6%. Door de bezuinigingen en nieuwe gemeentelijke taken neemt de druk op de medewerkers toe. Aandacht voor (frequent) ziekteverzuim is daardoor van groot belang. Agressie en geweld Agressie en geweld blijven een belangrijk thema. Agressie en geweld tegen ambtenaren heeft een grote impact op het getroffen individu en de omgeving. Er is daarom een intern interventieteam ingesteld dat optreedt bij incidenten. Tevens worden incidenten vastgelegd in het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem (GIR). De rapportages uit het GIR worden toegevoegd aan het sociaal jaarverslag. Het totaal aantal meldingen bedroeg in 2013 8.
Pagina 92 van 153
Paragraaf E Bedrijfsvoering Arbeidsmarkt Er is momenteel sprake van een zogenaamde ’ruime’ arbeidsmarkt. Dat wil zeggen: het aanbod aan werkenden overtreft de vraag naar werkenden. De situatie op de arbeidsmarkt is momenteel echter minder relevant omdat het aantal externe vacatures beperkt is. In de toekomst kan de situatie van een ruime arbeidsmarkt snel veranderen door de toenemende vergrijzing en de daarmee samenhangende uitstroom, gekoppeld aan de op termijn verwachte krapte op de arbeidsmarkt. Dit kan in de Achterhoek vooral gelden voor specialistische functies op hbo- en academisch niveau. In 2015 wordt echter nog geen verandering op de arbeidsmarkt verwacht. De huidige ruime arbeidsmarkt blijft bestaan, zij het iets minder ruim dan in 2014. Informatisering en automatisering Inleiding: algemeen Toenemende omvang dienstverlening In de loop van de tijd is de dienstverlening van gemeenten gegroeid. Deze tendens, een maatschappelijke noodzaak, zet zich nog steeds voort. Ook de transformatie van gemeenten door de drie decentralisaties (participatie, Wmo en jeugdzorg) heeft een grote impact. De gemeenten zijn de poort naar alle overheidsdiensten. Alle gangbare kanalen (telefoon, e-mail, social media, mondeling, schriftelijk, etc.) moeten bereikbaar zijn, waarbij de minister de voorkeur voor elektronische dienstverlening heeft uitgesproken. Om dit te realiseren zijn bijvoorbeeld de programma’s ’iNUP’ en ’Edienstverlening’ en ’Verkenning informatiehuishouding sociaal domein’ in het leven geroepen. Door invoering van de basisregistraties en het integraal en digitaal werken neemt de vraag naar ICTondersteuning toe. Ook de digitale dienstverlening naar de burger (status van aanvragen) zorgt ervoor dat zowel in applicaties als in menskracht geïnvesteerd moet worden. Inherent aan bovengenoemde ontwikkeling is dat de gebruikersorganisatie ook meeontwikkelt als het gaat om procesevaluatie, herinrichting van processen en het vaardig zijn in het gebruik van hedendaagse informatie, technologieën en principes. Intergemeentelijke samenwerking en kosten van ICT Op ICT- en informatiekundig vlak wordt op deelgebieden samengewerkt. Bijvoorbeeld in het voorzien in computer-uitwijkfaciliteit en een gezamenlijke dataopslag met de gemeente Berkelland. Op het gebied van de ontwikkeling van informatiebeveiliging wordt samen met Berkelland en Oost Gelre een generiek informatiebeveiligingsbeleid conform de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG) gemaakt. Dit is in de paragraaf informatiebeveiliging verder uitgewerkt. Ook bij het uitwerken van de informatiekundige vraag rondom de drie decentralisaties wordt samengewerkt. Komend jaar worden onder andere de mogelijkheden van samenwerking op het gebied van telefonie nader onderzocht. Kosten Het grootste risico binnen de ICT-begroting is de stijging van de exploitatielasten. Grootste oorzaken zijn de stijgende kosten van softwareonderhoud en de verplichte wettelijke koppelingen van onder ander de basisregistraties. Weliswaar vindt er een goede screening van alle pakketten plaats en zal in het komend investeringsplan automatisering ingezet worden op een positieve businesscase voordat tot aanschaf wordt overgegaan, maar de externe ontwikkelingen zijn zodanig dat hier op de lange termijn een stijging te verwachten is. Denk aan de drie transities (3D’s), Basisregistratie Personen (BRP), digitaal vergaderen. Algemene trends: een vooruitblik Enkele algemene trends in de zakelijke ICT mogen hier niet onvermeld blijven, omdat ze in de nabije toekomst ook in onze organisatie een rol gaan spelen. Deze trends zijn onder andere:
Pagina 93 van 153
Paragraaf E Bedrijfsvoering
•
•
Procesgericht werken en organiseren; een werkwijze waarbij de taken en activiteiten ten behoeve van de voortbrenging van producten en diensten worden georganiseerd rond de betreffende voortbrengingsprocessen (en dus niet teamgewijs). Een belangrijk onderdeel van deze werkwijze is het zogenoemde ‘zaakgericht werken’. Inmiddels is de (gefaseerde) invoering van zaakgericht werken gestart. Het Nieuwe Werken (HNW): de mogelijkheid om plaats- en tijdonafhankelijk te kunnen (samen)werken, bij voorkeur geheel digitaal (papierloos).
De elektronische overheid: Het Nationaal Uitvoeringsprogramma (i-NUP) De doelstelling van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (i-NUP) is de huidige versnippering van registraties bij overheid en semioverheid te verminderen. Overheden moeten in hun processen gebruik maken van basisregistraties. Basisregistraties vragen als gevolg van breed gebruik en door onderlinge koppeling om een hoge kwaliteit. Op hoofdlijnen kent het i-NUP twee doelstellingen: • •
Dienstverlening aan burgers en bedrijven verhogen; invoering van communicatie met de burger met behulp van e-dienstverlening (front-/midoffice). Gecentraliseerde registratie van gegevens voor werkprocessen (basisregistraties), op basis van het principe ‘eenmalige vastlegging en meervoudig gebruik’. De gemeente is bronhouder voor de volgende basisregistraties: A. Basisregistratie Personen (BRP) inclusief aansluiting op de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) voor persoonsgegevens. B. Basisregistratie Adressen en basisregistratie Gebouwen (BAG). C. Basisregistratie Wet waardering onroerende zaken (WOZ). D. Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).
Processen en toepassingen die hiermee verwant zijn: Bedrijvenloket, BurgerServiceNummer (BSN), DigiD (inclusief bedrijven), Bedrijven en InstellingenNummer (BIN), Omgevingsloket (Wabo). Informatisering Algemeen
Informatiemanagement Informatiemanagement staat in principe los van ICT, maar heeft daarmee wel nauwe raakvlakken. Zoals alle belangrijke zaken begint ook informatiemanagement met een visie: het informatiebeleidsplan. Dit plan zorgt ervoor dat er samenhang ontstaat tussen o.a. het organisatiebeleidsplan, het dienstverleningsconcept en de ICT-investeringen. Het heeft een planningshorizon van 3 tot 5 jaar. In dit plan wordt de oplossing voor het spanningsveld tussen eisen en ambities enerzijds en schaarse financiële middelen anderzijds ontwikkeld. Gemeenten moeten steeds meer realiseren met steeds beperkter middelen. Dit gegeven vormt een belangrijk aspect binnen dit plan. Informatiebeveiliging De organisatie heeft steeds meer oog gekregen voor informatiebeveiliging (IB). Dit is belangrijk omdat de wereld op ICT-gebied steeds kwetsbaarder wordt, getuige bijvoorbeeld de recente golf DDos-aanvallen, het onderscheppen van DigiD’s (uitkeringen- en toeslagenfraude), storingen in internetbankieren, pc’s die gekaapt worden, het zonder reden raadplegen van inkomensinformatie van bijvoorbeeld bekende Nederlanders via het zogenoemde Suwinet en het verlies van een zakelijke tablet of -telefoon. Ook technische en maatschappelijke ontwikkelingen en trends maken de noodzaak tot adequate IB steeds groter.
Pagina 94 van 153
Paragraaf E Bedrijfsvoering In 2013 is de IBD (Informatie Beveiligingsdienst) opgericht en tijdens het VNG-congres hebben gemeenten ook de resolutie “Informatieveiligheid, randvoorwaarde voor de professionele gemeente” bekrachtigd. De IBD is de informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten die zich richt zich op bewustwording en concrete ondersteuning om gemeenten te helpen hun informatiebeveiliging naar een hoger plan te tillen. Inmiddels is Winterswijk aangesloten bij de IBD en neemt zij hier een aantal (gratis) diensten af (o.a. monitoring en melding van actuele aanvallen op de gemeente). Specifiek De transities (3D’s) De projectgroep Informatiehuishouding 3D Achterhoek, waarin de informatiemanagers van de acht Achterhoekse gemeenten deelnemen, heeft de opdracht van het Directeuren Netwerk Achterhoek (DNA) om een projectplan informatiehuishouding te schrijven. In dit plan worden de vereiste informatiearchitectuur bij de transities in het sociale domein, de te nemen informatiekundige acties en de mogelijkheden tot samenwerking in beeld gebracht. Onder Informatiearchitectuur wordt in dit verband verstaan: • •
Het inzichtelijk maken welke informatiebehoeften bestaan bij de verschillende rollen van medewerkers. Wie heeft welke informatie nodig om zijn/haar rol goed te kunnen vervullen? Het inzichtelijk maken hoe de informatiestromen lopen (informatie tussen: hulpverlenerklant, gemeente-landelijke overheid, gemeente-opdrachtgever).
Het generiek projectplan met aandachtspunten en risico’s is inmiddels opgeleverd.
Waarstaatjegemeente.nl Waartstaatjegemeente.nl is een website die bestuurlijke informatie bevat en speelt een belangrijke rol in de Wet revitalisering generiek toezicht. Daarin is bepaald dat in de eerste lijn op horizontaal niveau verantwoording wordt afgelegd, waardoor de gemeenteraad haar controlerende rol beter kan vervullen. De toezichthouder (provincie of Rijk) treedt meer terug en voert het tweedelijns toezicht uit. Daartoe hebben zij informatie nodig. De wet verplicht gemeenten om die informatie ter beschikking te stellen. De wet bepaalt niet op welke wijze die informatie moet worden verzameld of ontsloten. Op de website Waarstaatjegemeente.nl kunnen gemeenten hun eigen prestaties vergelijken met die van collegagemeenten op verschillende maatschappelijke terreinen. Zo kan een gemeente zien op welke gebieden verbetering mogelijk is en van welke gemeenten mogelijk geleerd kan worden. Waarstaatjegemeente.nl, een initiatief van Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), bestaat uit verschillende instrumenten: • Burgeroordelen:- wat vindt de burger van uw gemeente? • Verklaringsmodellen: welke kenmerken beïnvloeden de prestaties van uw gemeente? • Cijfers/Benchmarks: hoe presteert uw gemeente ten opzichte van collega gemeenten? • Toezichtinformatie: hoe presteert uw gemeente op de uitvoering van de wettelijke taken? Waar komt de informatie vandaan? Gemeenten die deelnemen aan Waarstaatjegemeente.nl leveren een deel van de informatie zelf aan. Zij doen daarvoor een zelfonderzoek, een klanttevredenheidsonderzoek en een burgerpeiling. Daarnaast verzamelt KING jaarlijks nieuwe kengetallen voor de database. Ook datapartners van KING leveren informatie aan. Voorbeelden hiervan zijn het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Korps landelijke politiediensten (KLPD), adviesoverheid.nl, de Kamer van Koophandel en diverse ministeries. Voor de planning van de realisatie en de interne organisatie rond waarstaatjegemeente.nl is een geaccordeerd stappenplan ontwikkeld.
Pagina 95 van 153
Paragraaf E Bedrijfsvoering Automatisering Systeembeheer Er wordt gemigreerd van een opensource omgeving naar een Microsoft-/VMware omgeving. Hierdoor wordt in de toekomst het beheerproces vereenvoudigd. Deze ICT- inrichting wordt door de meeste buurtgemeenten gebruikt, waardoor toekomstige samenwerkingen eenvoudiger te realiseren zijn. Applicatiebeheer In de afgelopen jaren is het beheer van de belangrijkste applicaties meer gecentraliseerd binnen het team Automatisering. De Triple-C-applicaties (GovUnited) worden binnen het cluster Externe dienstverlening beheerd. De resterende applicaties worden binnen de betreffende gebruikersafdelingen beheerd. Het aantal applicaties dat binnen het centrale applicatiebeheer valt blijft toenemen. Applicatiesoftware Momenteel wordt voor de ondersteuning van de primaire processen nog steeds met de (hoofdzakelijk) Centric-applicaties gedraaid. De ontwikkeling van de applicatiesoftware hangt sterk af van een eventueel samenwerkingsverband met andere gemeenten en ketenpartners. Wij zullen in elk geval mee (moeten) doen aan de ontwikkelingen in iNUP-verband en de drie decentralisaties. Digitale documentaire informatievoorziening Vanaf 2011 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een professionalisering van de documentaire informatievoorziening. Gestart is met het digitaal vastleggen en beheren van een beperkt aantal documenten. Dat betreft zowel door de gemeente ontvangen als zelf geproduceerde stukken. De komende jaren wordt deze ontwikkeling verder geïntensiveerd. Een dergelijke ontwikkeling heeft een grote impact op de bedrijfsprocessen en het verandervermogen van de organisatie . Het resultaat moet een informatiehuishouding zijn die op digitale leest is geschoeid. In 2014 is zaakgericht werken in de organisatie uitgerold. Ook in 2015 zal de impact op de bedrijfsprocessen, het verander- en leervermogen van de organisatie op de proef worden gesteld. In 2015 zal de aandacht meer naar de beheerorganisatie gaan voor de borging van processen en informatie. Als gevolg van het feit dat aan het archiveringsproces strenge eisen worden gesteld (inclusief sociale media), zal naast het digitaal archiveringsproces (voorlopig) ook nog fysiek gearchiveerd moeten worden. Wanneer organisatiebrede audits op (digitale)werkprocessen voldoendes scoren, kan overgegaan worden tot uitsluitend digitaal te archiveren (substitutie). Overige facilitaire zaken (onder andere beheer gebouwen ) Algemeen Gezien de doorgevoerde bezuinigingen is de interne dienstverlening aan de organisatie sterk versoberd. De ondergrens voor dit onderdeel is bereikt. Beheer gebouwen In de begroting 2012 is op budgettaire gronden de keuze gemaakt om de onderhoudsstaat van de gebouwen terug te brengen naar het onderhoudsniveau ‘matig’. Deze staat van onderhoud zal in 2014 en 2015 worden gecontinueerd. De gemeente beheert naast gronden ook gebouwen, kunstobjecten, herdenkingsmonumenten en fonteinen. Het betreft: • 38 gebouwen; • 20 herdenkingsmonumenten en kunstobjecten; • 4 fonteinen.
Pagina 96 van 153
Paragraaf E Bedrijfsvoering De gebouwen worden gebruikt voor uiteenlopende doeleinden, zoals huisvesting bestuur en medewerkers, sportactiviteiten, wijkwerk, peuterspeelzaal en cultuurhistorische doeleinden. Daarnaast wordt een deel van de gebouwen gebruikt voor doeleinden die geen rechtstreeks openbaar belang dienen. Dit betreft gebouwen welke in het verleden zijn aangekocht met het doel nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in die gebieden mogelijk te maken. In afwachting van de uitvoering van die plannen worden deze gebouwen dan veelal voor een korte periode verhuurd. Gebouwen die niet meer nodig zijn voor deze plannen worden weer afgestoten. De gemeente heeft nog vijf woningen in bezit in de Leliestraat, Meester Meinenweg en Olden Goorweg (2 x) en de Gasthuisstraat. De woningen aan de Leliestraat en Meester Meinenweg zijn momenteel verhuurd. De andere woningen zijn in beheer bij Adhoc, waarvan het pand aan de Gasthuisstraat in de verkoop staat. Er is een analyse gemaakt van verkoop in verhuurde staat tegenover mogelijke investeringen (onderhoud). Conclusie is dat beter gewacht kan worden op verkoop in onverhuurde staat, zeker gezien het geringe aantal woningen. De intentie is de oude Driemarklocaties, het raadhuis, museum Freriks en De Huusker te verkopen. Voor de Prins Hendrikstraat, Zonnebrink en het raadhuis heeft Nibag b.v. haalbaarheidsstudies uitgevoerd. De kosten daarvan zijn voor 75% gesubsidieerd door de provincie Gelderland. Daarbij wordt vanuit de bouwkundige staat gekeken naar de herbestemmingsmogelijkheden met nieuwe functies in de betreffende panden. Hiermee hopen we de verkoopbaarheid van de panden te verhogen. Vindt er nog geen verkoop plaats, dan zal er een exploitatielast zijn waar nu maar een gering budget voor is. Het complex van museum Freriks is inmiddels verkocht. De verkoop en het passeren van de notariële akte heeft 6 augustus 2014 plaats gevonden. Met betrekking tot de Zonnebrink (voormalige Driemarklocatie) is een intentieovereenkomst getekend voor herontwikkeling. Inkoop Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor nieuwe zorgtaken op het gebied van de Wmo, jeugdzorg en Participatiewet. Voor wat betreft de inkoop van deze extra taken bereidt de gemeente Winterswijk zich zowel individueel als gezamenlijk met de andere Achterhoekse gemeenten voor. De meerwaarde van deze inkoopsamenwerking zit in het voorbereiden van de inkoop en het voorkomen dat iedere gemeente met een ander eisenpakket naar eenzelfde leverancier gaat. Echter, lokale keuzes blijven belangrijk. Bij gezamenlijke inkoop streven we daarom naar een gezamenlijk raamwerk, aangevuld met lokale afspraken. In 2015 zal het uitvoeren en beheren van deze nieuwe contracten de nodige aandacht vergen. Vanaf 18 april 2014 zijn de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie. Dit betekent dat de Aanbestedingswet 2012 uiterlijk in april 2016 moet worden aangepast aan deze nieuwe richtlijnen. In 2015 blijven wij deze ontwikkelingen volgen en -indien nodig- ons huidige inkoop-en aanbestedingsbeleid hierop aanpassen. Net als in 2014 krijgt het actualiseren van ons contractenregister ook in 2015 een hoge prioriteit. Hierdoor krijgen de budgethouders beter inzicht in de bestaande contracten en wordt het contractenbeheer verder geprofessionaliseerd. Duurzaam en sociaal inkopen: De duurzaamheidscriteria van www.pianoo.nl worden - waar mogelijkopgenomen in de offerteaanvragen van de gemeente Winterswijk. Sociale criteria krijgen ook steeds meer aandacht in de offerteaanvragen en worden al vaak meegenomen in de beoordelingssystematiek.
Pagina 97 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Paragraaf F Verbonden Partijen Onze gemeente heeft bestuurlijke en financiële belangen bij een aantal verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Verbonden partijen betreffen organisaties en instellingen waar een gemeente zowel een bestuurlijk als financieel belang in heeft. • Van een financieel belang is sprake als de gemeente de middelen, die aan een partij ter beschikking zijn gesteld, niet terugkrijgt bij faillissement van die partij of indien financiële problemen bij de derde partij kunnen worden verhaald bij de gemeente; • Bij een bestuurlijk belang gaat het om het hebben van zeggenschap van de gemeente in een derde partij, hetzij omdat de gemeente een zetel in het bestuur heeft, hetzij omdat ze via aandelen mee kan stemmen. In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangen die met de diverse verbonden partijen zijn gediend en de relatie met de gemeentelijke doelstellingen. Gemeentelijk Beleid Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. De huidige verbonden partijen hebben allemaal een historische bestaansgrond. Bij nieuwe deelnemingen komt bij de besluitvorming door de raad de publieke taak expliciet aan de orde op grond van de visie/doelstellingen van de deelneming. Het beleid is er verder op gericht de ontwikkelingen bij de verbonden partijen te volgen zodat financiële risico’s in een vroegtijdig worden gesignaleerd, zodat tijdig bijsturing kan plaatsvinden. Daarnaast wordt gevolgd of de taken worden uitgevoerd zoals bij de besluitvorming is vastgelegd. Wij kennen de volgende verbonden partijen: • Regio Achterhoek • PPS Impuls • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland • Hameland • Stadsbank Oost Nederland • Recreatieschap Achterhoek en Liemers • GGD Noord- en Oost Gelderland • Openbaar Lichaam Crematoria Twente • N.V. NUON • N.V. Alliander • N.V. VITENS • N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten • SDOA • N.V. ROVA • Stichting WCL • Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers • Omgevingsdienst Achterhoek • B.V. Winterswijks Energiebureau • Coöperatieve Achterhoekse Groene Energiemaatschappij AGEM U.A.
Pagina 98 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang
Financieel belang
Gemeenschappelijke regeling Regio Achterhoek Doetinchem De samenwerking richt zich op: de totstandkoming van regionaal beleid en lobby om daarmee de Achterhoek ‘op de kaart te zetten’; het ontwikkelen van regionaal beleid en projecten voor bovenlokale onderwerpen voor gemeenten en andere overheidsorganisaties; de afstemming van lokaal beleid, overleg tussen gemeenten en gemeenschappelijke belangenbehartiging; de uitvoering van gemeentelijke taken op het gebied van beheer van gesloten stortplaatsen. De gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 8 leden (één lid van het college van burgemeester en wethouders uit elke deelnemende gemeente). Voor Winterswijk is burgemeester Van Beem lid van het Algemeen Bestuur en tevens lid van het Dagelijks Bestuur. De bijdrage bedraagt in: 2012 € 150.718 2013 € 143.617 2014 € 132.180 (volgens begroting) 2015 € 130.906 (volgens begroting) De verhouding eigen vermogen - vreemd vermogen is op: 31 december 2011 € 1.325.000 - € 26.238.000 31 december 2012 € 1.257.000 - € 24.297.000 31 december 2013 € 1.046.000 - € 30.674.000
Inschatting: Eigen vermogen Vreemd vermogen Verwachte financiële resultaat over 2015 Ontwikkelingen
1-1-2015 € 906.000 € 16.765.000 € 0
31-12-2015 € 830.000 € 16.138.000
De Regio Achterhoek heeft in 2011 de Visie Achterhoek 2020 vastgesteld en uitgewerkt in een bijbehorende Agenda 2020. De realisatie van de Agenda 2020 vindt plaats in gezamenlijkheid van de drie O’s: de overheden (gemeenten) de ondernemers en de maatschappelijke organisaties. Daartoe is eind 2011 door partijen een convenant afgesloten. Beleidsafstemming gebeurt in de portefeuillehoudersoverleggen (PoHo’s), uitvoerende werkzaamheden gebeuren in de zogenaamde werkplaatsen. In de periode september 2013 september 2014 is de samenwerking van de drie O’s in de Achterhoek een nieuwe impuls gegeven olv onafhankelijk stuurgroepvoorzitter mevr. Liesbeth Spies. Daaruit is een nieuwe Uitvoeringsagenda voor de Achterhoek voortgekomen die op 2 juli 2014 door de vertegenwoordigers van de drie O’s is ondertekend. De hernieuwde samenwerking wordt organisatorisch vereenvoudigd, onder meer door de werkplaatsen op te heffen. Per september 2014 wordt beoogd een nieuwe onafhankelijk stuurgroepvoorzitter te benoemen. Pagina 99 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Relatie tot Programma’s Informatieuitwisseling
Risico's
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
De taken die de Regio uitvoert hebben betrekking op meerdere programma’s. Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en het algemeen bestuur, in portefeuillehouders overleggen en in werkplaatsen, en via de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting en jaarrekening). Vastgelegd is dat de raad meer dan voorheen bij de beleidsvoorbereiding van de Regio wordt betrokken, met name bij de jaarlijkse vaststelling van de Strategische Agenda. Uiteraard kan de raad te allen tijde informatie vragen. Deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor een eventueel exploitatietekort.
PPS WRS CV Winterswijk Beoogd wordt tot en met 2014 een aantal projecten uit te voeren waarmee invulling wordt gegeven aan de beoogde herontwikkeling van het centrumgebied in Winterswijk. Met drie andere partners heeft de gemeente de publiek-private samenwerking (PPS) Winterswijk Regio Stad (WRS) gevormd. De andere partners zijn de woningbouwvereniging De Woonplaats, Bouwfonds/Rabo Vastgoed en OBW BV. In 2010 is Bouwfonds/Rabo Vastgoed uitgetreden uit PPS Impuls, met betaling van een evenredig aandeel in het begrote verlies van PPS Impuls. De rechtsvorm van deze PPS is een CV/BV constructie. De partners nemen als commanditaire vennoot deel aan de PPS en hebben via een beherend vennoot, WRS BV, zeggenschap over de PPS. De hoofdentiteit is een commanditaire vennootschap, waarin de partners elk voor 32% als commandiet deelnemen. In deze CV neemt de beherend vennoot deel voor 4%. In WRS BV nemen de partners weer elk voor 33% deel. Voor de deelneming in WRS BV is door de gemeente in 2005 de besloten vennootschap Gemeente Winterswijk Regiostad Participatie BV opgericht. De ambtelijk vertegenwoordiger van de gemeente in PPS WRS is directeur van deze gemeentelijke BV. Als aandeelhouder brengt de gemeente kapitaal in. Deze inbreng is gelimiteerd op een maximaal bedrag van € 1.000.000. Tot op heden is aan vermogen € 770.000 ingebracht. Op basis van de laatst vastgestelde prognose van de PPS wordt verwacht dat van het gestorte kapitaal ruim € 300.000 wordt terugontvangen. Afhankelijk van de beëindigingsafspraken die nog moeten worden gemaakt kan de te ontvangen restitutie hoger uitvallen (ca. € 400.000). In de aandeelhoudersvergadering van PPS WRS op 3 juli 2014 is besloten, vooruitlopend op de financiële afwikkeling van de PPS, per deelnemer een bedrag van € 300.000 van het ingelegde kapitaal te restitueren. Inschatting: Eigen vermogen Vreemd vermogen Verwachte financiële resultaat over 2015
1-1-2015 €0 €0
31-12-2015 €0 €0 €0
Pagina 100 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Toelichting eigen vermogen: Het bedrag van de deelneming in de PPS dat niet wordt gerestitueerd dient voor het dekken van het opgelopen verlies. Deelneming – verlies = nihil.
Ontwikkelingen
Relatie tot begroting Informatieuitwisseling Risico's
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Doelstelling was dat de grondexploitatie door Impuls winst oplevert. In 2009 werd definitief duidelijk dat de onderneming tot financieel verlies zou leiden. In april 2009 hebben de aandeelhouders unaniem besloten om de verliezen niet verder te laten oplopen en om de PPS te beëindigen. De beëindiging is medio 2014 nog niet gerealiseerd. De samenwerkingsovereenkomst die ten grondslag ligt aan de PPS loopt af per 1-1-2015. Voor de beëindiging van de PPS moeten nog afspraken worden gemaakt over de afwikkeling van de projecten Spekende fase 2 en Notaristuin. Verwacht wordt dat Spekende fase 2 als project nog wordt gerealiseerd door de PPS. Programma 4. Via de informatievoorziening in relatie met de P&C-cyclus wordt de raad geïnformeerd over de stand van zaken en de lopende afbouwontwikkelingen. Voor de gemeente zal een gedeelte van de inbreng in Impuls verloren gaan. Hiervoor is in de jaarrekening 2009 een voorziening getroffen, rekening houdend met een verlies voor de gemeente van € 860.000. Dit bedrag is reeds voldaan en bestaat uit € 770.000 vermogensinbreng en uit een vergoeding van € 90.000 voor planontwikkelingskosten. De bijdrage door de gemeente kan nog oplopen met maximaal € 230.000 (€ 1.000.000 - € 770.000). Dit financiële risico wordt minimaal ingeschat. Verwacht wordt dat van de reeds voldane bijdrage meer dan € 300.000 wordt terugontvangen.
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland Apeldoorn De Veiligheidsregio heeft tot doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op het terrein van de openbare veiligheid en hulpverlening: rampenbestrijding, specifieke brandweertaken en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Sinds 1 januari 2013 vallen ook de basisbrandweertaken onder de VNOG. Al deze taken worden uitgevoerd aan de hand van een multidisciplinair veiligheidsbeleid, zowel preventief als repressief. De gemeenten: Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen Voor alle taken die de veiligheidsregio op het vlak van rampen- en crisisbeheersing met zich meebrengt is een veiligheidsbestuur verantwoordelijk. Dit veiligheidsbestuur bestaat in Noord- en OostGelderland uit alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten, het zogenaamde Algemeen Bestuur. De regionale samenwerking die de Wet op de veiligheidsregio’s beoogd heeft, heeft in de VNOG vorm gekregen in zes brandweerclusters. Bij ons Pagina 101 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Financieel belang
is dit Brandweer Achterhoek Oost. Elk cluster kent een eigen bestuurscommissie, bestaande uit de eigen burgemeesters. De taken en bevoegdheden betreffende de basis brandweerzorg liggen bij de bestuurscommissie. De netto bijdrage aan de Veiligheidsregio in 2015 is begroot op € 1.123.957 waarvan € 222.573 voor het geharmoniseerde deel van de VNOG en € 901.384 voor de Brandweer Achterhoek Oost (BWAO). Inschatting: Eigen vermogen Vreemd vermogen Verwachte financiële resultaat over 2015
Ontwikkelingen
Relatie tot Rekening Informatieuitwisseling
Risico’s
Naam Vestigingsplaats Doel Betrokkenen Bestuurlijk belang
Financieel belang
1-1-2015 € 3.500.000 € 36.000.000 € 0
31-12-2015 € 3.500.000 € 36.000.000
De besluitvorming over het project MOED (Masterplan Optimalisering Effectuering Doelmatigheid brandweer), waarmee het algemeen bestuur heeft aangegeven om de brandweerorganisatie gereed te willen maken voor de toekomst, vindt in september 2014 plaats. De uitvoering van dat project zal in 2014 en 2015 zijn beslag vinden. De taken die de veiligheidsregio uitvoert zijn beschreven in Programma 1 Bestuur en veiligheid. Informatie-uitwisseling vindt plaats in het algemeen bestuur en de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting, rekening). Vastgelegd is dat de raad te allen tijde informatie kan vragen. Vooral financieel. Besluitvorming over nieuw beleid loopt via het Algemeen Bestuur van de VNOG. Winterswijk heeft daarin 3 stemmen (één voor elke 10.000 inwoners), op een totaal van ca. 80 stemmen. De invloed op het beleid is dus beperkt. De invloed op de basisbrandweerzorg is veel groter omdat deze wordt uitgeoefend in de bestuurscommissie van BWAO. De besluitvorming over MOED kan gevolgen hebben voor de aansturing van de basisbrandweerzorg in de bestuurscommissies.
Hameland Lichtenvoorde De gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam) Hameland voert de WSW (wet sociale werkvoorziening) uit. Hamelandgroep kent vijf deelnemende gemeenten: Aalten, Berkelland, Oost Gelre, Haaksbergen en Winterswijk. De gemeente Winterswijk is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en in het dagelijks bestuur. Leden de heer W. Aalderink (DB en AB) en de heer G.J.W. te Gronde (AB). Jaarlijkse taakrealisatie De gemeente ontvangt jaarlijks van het rijk een WSW-budget voor de realisatie van WSW plaatsen. De hoogte van het budget is afhankelijk van de taakstelling die de minister van SZW aan de gemeente toebedeeld. De taakstelling, dat wil zeggen het realiseren van een minimaal aantal WSWplaatsen, wordt bepaald aan de hand van het aantal in de gemeente woonachtige WSW-geïndiceerden ten opzichte van het landelijk aantal
Pagina 102 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen WSW-geïndiceerden. Rekening wordt gehouden met het aantal inwoners (ingeschreven in de GBA) met een WSW indicatie dat beschikbaar is voor werk. Een WSWgeïndiceerde in de arbeidshandicapcategorie ‘ernstig’ (te bepalen door het UWV) wordt voor 1,25 meegerekend. Het door het rijk aan de gemeente toegekende jaarlijkse budget wordt op basis van bestaand beleid 1 op 1 doorbetaald aan het werkvoorzieningsschap Hameland. Hameland wordt door de gemeente belast met de feitelijke realisatie van de taakstelling. De vaststelling van het WSW-budget vindt per gemeente achteraf, dat wil zeggen na het uitvoeringsjaar, plaats. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal gerealiseerde WSW-plaatsen, zoals de gemeente dat heeft verantwoord in de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening. Ingeval van onderrealisatie (de gemeente heeft minder WSW-plaatsen gerealiseerd dan in haar taakstellingsbeschikking is opgenomen) moet de gemeente het teveel aan haar betaalde budget terugbetalen. Omdat de gemeente het door het rijk toegekende budget 1 op 1 doorbetaald aan Hameland vordert de gemeente het op haar beurt teveel doorbetaalde rijksbudget weer terug van Hameland. Ingeval van overrealisatie (de gemeente heeft meer WSW-plaatsen gerealiseerd dan in haar taakstellingsbeschikking is opgenomen), bekostigt de gemeente de extra WSW-plaatsen uit eigen middelen. Omdat de gemeente het budget 1 op 1 doorbetaalt aan Hameland betaalt Hameland de overrealisatie uit eigen middelen. Ook vindt er uitruil plaats met aangesloten gemeenten die onderrealisatie hebben. In de praktijk wordt er tussen de Hameland gemeenten de laatste jaren gebruik gemaakt van de uitruilmogelijkheid. Exploitatietekort Hameland Hameland zal de komende jaren nog geen sluitende exploitatie hebben. Om dat verlies op te kunnen vangen heeft Hameland de bijdragen van de deelnemende gemeenten nodig. Over 2012 en 2013 is er een extra bijdrage gevraagd van de gemeenten. Er was een exploitatietekort vooral vanwege het verschil tussen subsidie per SE en loonkosten. Ook over 2014 en volgende jaren zal er naar verwachting een bijdrage van de gemeenten nodig zijn. De volgende tekorten zijn begroot door Hameland: 2015 : € 407.500 2016 : € 644.000 2017 : € 768.400 2018 : € 890.000 Eigen Vermogen: per 31-12-2012 : € 279.000 per 31-12-2013 : € 279.000 Vreemd Vermogen: per 31-12-2012 : € 16.319.000 per 31-12-2013 : € 12.668.000
Pagina 103 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Ontwikkelingen
Relatie tot Programma’s Informatieuitwisseling Risico's
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Inschatting: 1-1-2015 31-12-2015 Eigen Vermogen € 279.000 € 279.000 Vreemd Vermogen € 11.719.000 € 10.942.000 Verwachte financiële resultaat 2015 € 0 De reorganisatie (Hameland Fundamenteel Anders) is goed verlopen. Toch zullen er extra middelen nodig zijn, onder andere om overtollig ambtelijk personeel af te laten vloeien.. Daarnaast gaat het bedrag per SE ( =FTE Wsw) vanaf 2015 gedurende 6 jaar omlaag. Vanwege de invoering van de Participatiewet, waardoor de instroom in de Wsw ophoudt en de tegenvallende resultaten, wordt er gezocht naar een andere vorm van Sociale Werkvoorziening. In het coalitieprogramma is opgenomen dat we Hameland positief ontmantelen. De streefdatum is januari 2017. Programma 7 Arbeidsparticipatie en Inkomensvoorziening. Op de bij de gemeenschappelijke regelingen gebruikelijke wijze worden de financiële stukken door de deelnemende gemeenten goedgekeurd. Deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor een eventueel exploitatietekort.
Stadsbank Oost Nederland Enschede De bank is een kredietbank als bedoeld in de Wet op het Consumenten Krediet en heeft tot doel om een, zowel vanuit een bedrijfseconomische alsook maatschappelijke optiek bezien, verantwoord pakket van al dan niet, financiële dienstverlening aan te bieden aan, in het bijzonder, de ingezetenen in haar rechtsgebied. De gemeenten: Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Oost Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Lochem, Montferland, Oldenzaal, Oude IJsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden en Winterswijk. De gemeente Winterswijk is in het Algemeen Bestuur van de Stadsbank vertegenwoordigd. Lid is de heer W. Aalderink, plaatsvervangend lid is de heer G.J.W. te Gronde Rekening: Er is geen exploitatietekort, dus ook geen beroep op de gemeenten. Voor 2015 is een bedrag van € 237.000 begroot. Dit bedrag is onderdeel van het budget voor het bijzondere bijstands/minimabeleid en staat niet apart in de begroting. Het eigen vermogen bedraagt: per 31-12-2012 € 3.560.900 per 31-12-2013 € 3.009.000 Het vreemd vermogen bedraagt: per 31-12-2012 € 16.403.800 per 31-12-2013 € 16.097.100 Begroting: Wanneer het resultaat daartoe aanleiding geeft dragen de deelnemende gemeenten, naar rato van het inwoneraantal, het Pagina 104 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Ontwikkelingen
exploitatieverlies. De Stadsbank heeft in 2013 te maken gehad met een reorganisatie, het zittende management is op non actief gesteld. Er is geld gereserveerd voor de eventuele frictiekosten. De Stadsbank speelt in op de vraag naar meer maatwerk.
Relatie tot Programma’s Informatieuitwisseling Risico's
Programma 7 Arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening.
Naam Vestigingsplaats Doel
Recreatieschap Achterhoek en Liemers Hummelo Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het terrein van de openluchtrecreatie en het toerisme, zulks met bescherming van de natuur en het landschappelijk karakter. De gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Duiven, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Rijnwaarden, Westervoort, Winterswijk en Zutphen De gemeente Winterswijk is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur. De heer G.J.W. te Gronde is lid. Plaatsvervanger is ing. H.J.G. Gommers In 2013 is € 63.915 subsidie begroot en betaald. Voor 2014 en verder wordt geen bijdrage van de gemeenten gevraagd. De verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen: op 31-12-2013 is het eigen vermogen ruim € 87.366 en het vreemd vermogen ruim € 2,3 miljoen. Het RAL is in 2013 ontmanteld. De recreatiegebieden in de Achterhoek zijn overgedragen aan RGV. Recreatiegebied De Bijland is niet overgedragen. De fietspaden zijn per 1 januari overgedragen aan de deelnemende gemeenten in het RAL. Gemeente Winterswijk heeft daarbij ook één onderhoudsmedewerker overgenomen. Het routebureau is onderdeel van St. Achterhoek Toerisme. Op dit moment rondt het RAL administratieve werkzaamheden af. Programma 16 Vrijetijdseconomie Informatie uitwisseling vindt plaats in het algemeen bestuur en de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting, jaarrekening). Met de ontmanteling van het RAL is een einde gekomen aan de deelname van gemeente Winterswijk aan deze WGR.
Betrokkenen
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling Risico's
Op de bij de gemeenschappelijke regelingen gebruikelijke wijze worden de financiële stukken door de deelnemende gemeenten goedgekeurd. Gering.
Pagina 105 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
GGD Noord- en Oost Gelderland Apeldoorn De GGD heeft tot doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op het terrein van de openbare gezondheidszorg. De GGD is belast met de gemeentelijke taken genoemd in de Wet Publieke gezondheid en jeugdgezondheidszorg. Daarnaast zijn taken op het gebied van de forensische geneeskunde ondergebracht bij de GGD (lijkschouwing). De gemeenten: Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Epe, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Voorst, Winterswijk , Zutphen, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Putten, Oldebroek, Ermelo en Elburg. De gemeente Winterswijk is vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur door wethouder I.G. Saris. In 2015 bedraagt de inwonerbijdrage die wij aan de GGD moeten betalen € 395.290 Het eigen vermogen van de GGD bedraagt • per 31 december 2012 € 3.764.921 • per 31 december 2013 € 3.507.000 • Het vreemd vermogen bedraagt • per 31 december 2012 € 4.336.583 • per 31 december 2013 € 3.466.000 Inschatting: 1-1-2015 31-12-2015 Eigen Vermogen € 2.762.000 € 2.282.000 Vreemd Vermogen € 3.000.000 € 3.000.000 Verwachte financiële resultaat 2015 € 0 In 2013 is de gemeente Hattem toegetreden tot de regio en is de naam veranderd GGD Noord- en Oost Gelderland. In het schooljaar 2013 2014 start de GGD met de uitvoering van het Extra contactmoment pubers. De ontwikkelingen naar één JGZ aanbod van 0 – 19 jaar is met het oog op de transitie jeugd tijdelijk gestopt, wel worden in twee regio’s van de GGD NOG pilots ontwikkeld om daarmee kennis en ervaring op te doen Programma 10 Maatschappelijke participatie en zorg.
Relatie tot Programma’s Informatie-uitwisseling Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en algemeen bestuur en op grond van in de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting en jaarrekening). Vastgelegd is dat de raad te allen tijde informatie kan vragen. Risico's Gelijk bij de andere gemeenschappelijke regelingen vooral financieel, doordat een meerderheid in het Algemeen bestuur beslist over nieuw beleid.
Pagina 106 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Naam Vestigingsplaats Doel Betrokkenen
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Relatie tot Programma’s
Openbaar Lichaam Crematoria Twente Enschede Het stichten en het exploiteren van crematoria. De gemeenten: Almelo, Berkelland, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Tubbergen, Wierden en Winterswijk. De gemeente Winterswijk is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de heer drs. M.J. van Beem. In 2014 is een voorschot op het aandeel in het resultaat over 2013 ontvangen van € 1.223,72 en de afrekening over 2012 ad € 250,13 ontvangen. De afrekening over 2013 wordt in 2015 ontvangen. Over 2014 en 2015 wordt geen dividend uitgekeerd. De gehanteerde verdeelsleutel is het aantal crematies per gemeente in het jaar waarover in het boekjaar dividend is ontvangen gedeeld door het totaal aantal crematies van de deelnemende gemeenten in dat jaar. Met de komst van het crematorium in Aalten is het aantal crematies van Winterswijkse ingezetenen in Usselo aanzienlijk gedaald. Het eigen vermogen van het OLCT bedroeg per 31 december 2013 € 1.594.834, dat is bijna € 15.000 meer dan per eind 2012 (€ 1.579.837). Inschatting: 1-1-2015 31-12-2015 Eigen Vermogen € 1.594.837 € 1.578.662 Vreemd Vermogen €0 €0 Verwachte financiële resultaat 2015 -/- € 16.175 Op dit moment zijn er twee crematoria in exploitatie (Usselo/Enschede en Almelo). In verband met de goede resultaten is in 2000 een aparte BV opgericht om het mogelijk te maken dividend aan de aandeelhouders uit te keren. In 2009 is definitief besloten tot het realiseren van een derde crematorium in Oldenzaal in samenwerking met In Pace Dela. De ingebruikname is vertraagd door een procedure bij de Raad van State. De realisatie wordt de komende jaren verwacht. Dit zal een verschuiving van crematies van Enschede naar Oldenzaal tot gevolg hebben. En omdat de opbrengst van de vestiging in Oldenzaal gedeeld moet worden met een samenwerkingspartner zullen de inkomsten voor het totale concern verlagen en daardoor ook de hoogte van het dividend dat de deelnemende gemeenten gaan ontvangen. Op termijn wordt die daling naar verwachting gedeeltelijk goedgemaakt omdat vestiging van een crematievoorziening leidt tot een autonome stijging van het aantal crematies uit een bepaald gebied. Daarnaast wordt door de BV de komende jaren fors geïnvesteerd, waardoor het resultaat na 2015 als gevolg van hogere kapitaallasten sterk afneemt. Omdat het eigen vermogen van de BV dan minder gaat bedragen dan 35% van het balanstotaal wordt na 2015 geen winstuitkering meer verwacht. Omdat het belang in deze GR voor Winterswijk zeer marginaal is besloten uit te treden uit de GR. Aan het AB is verzocht om in afwijking van de gestelde vier jaren de uittreding te effectueren per 1 januari 2015. In het najaar worden de voorwaarden voor uittreding bekend gemaakt en ook of het AB akkoord gaat met uittreding per 1 januari 2015. Programma 2 Dienstverlening en Organisatie onder het onderdeel Begraafplaats. Pagina 107 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Informatieuitwisseling Risico's
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang Financieel belang
Informatie-uitwisseling vindt plaats in het algemeen bestuur en de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting en jaarrekening). De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor het exploitatietekort. De laatste jaren is hiervan echter geen sprake. Ook voor 2015 wordt, als Winterswijk dan nog deelneemt aan deze GR, het risico als zeer minimaal bestempeld. N.V. Nuon Energy Amsterdam Het leveren van elektriciteit, gas, warmte en water aan huishoudens en bedrijven. Nuon voert bovendien een actief milieudoelstellingenbeleid op het terrein van energie De grootste aandeelhouders van Nuon zijn de provincies Gelderland, Friesland, Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. Zij houden gezamenlijk ruim driekwart van de in totaal ruim 131 miljoen aandelen Nuon. Het overige deel wordt gehouden door circa 65 kleinere, gemeentelijke aandeelhouders en de provincie Flevoland. Er is geen specifiek bestuurlijk belang anders dan dat we als aandeelhouder een stemrecht hebben over 0,319% van het totaal. In 2014 is een dividend/rentebedrag ontvangen van € 132.000 Dit is een vast percentage van 2% over het bedrag dat de gemeente Winterswijk nog tegoed heeft van de verkochte (nog niet overgedragen) aandelen Nuon Energy aan Vattenfall. In 2015 worden de laatste aandelen overgedragen. In 2015 wordt voor de laatste keer dividend ontvangen. Dit is een bedrag van € 198.000 dividend € 132.000 over het jaar 2014 en € 66.000 voor de periode van 1 januari t/m 30 juni 2015. Eigen vermogen voor winstbestemming: 31-12-2012 3.331 miljoen 31-12-2013 2.920 miljoen Vreemd vermogen incl. verplichtingen: 31-12-2012 2.712 miljoen 31-12-2013 2.563 miljoen
Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting
Het Parlement heeft de zogeheten splitsingswet aangenomen waardoor de energiebedrijven zich niet hoeven te splitsen, maar daar wel toe gedwongen kunnen worden als daar een goede reden voor is. Per 1 juli 2009 is de Nuon N.V. gesplist in Nuon Energie N.V. en het netwerkbedrijf Allliander. Met terugwerkende kracht van 1 januari 2009 is Nuon overgenomen door Vattenfall. Vattenfall is eigendom van de Zweedse staat. De overdracht van de aandelen vindt plaats in 4 termijnen. In juli 2009 zijn 49% van de aandelen verkocht aan Vattenfall. De opbrengst van de verkoop is € 14,1 miljoen euro. De laatste aandelen 21% (€ 6,6 miljoen) worden per 1 juli 2015 overgedragen. De totale verkoopopbrengst van de aandelen is € 30,2 miljoen. Dit bedrag is in de jaarrekening 2009 als opbrengst geboekt. De gemeente Winterswijk heeft sinds de splitsingswet een belang van 0,319% in het netwerkbedrijf Alliander. Is opgenomen bij programma 13 Financiën. Pagina 108 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Informatieuitwisseling Risico's
Vindt plaats op een bij een bedrijf gebruikelijke wijze (aandeelhoudersvergadering). Indien Vattenfall niet aan haar betalingsverplichting kan voldoen krijgt de gemeente Winterswijk de mogelijkheid om de reeds verkocht aandelen terug te kopen voor de nominale waarde van € 5. In totaal had de gemeente 436.930 aandelen. Totaal bedrag 436.930 aandelen x € 5 is € 2.184.650. Van de totale verkoopopbrengst van € 30,2 miljoen is een bedrag van € 14,1 miljoen in 2009 ontvangen. Ook is in de risicoparagraaf een stukje opgenomen over het uitbetaalde bedrag van de escrow regeling. Het laatste gedeelte van de escrow regeling is in 2012 uitbetaald.
Naam Vestigingsplaats Doel
N.V. Alliander Arnhem Alliander is een netwerkbedrijf. De voornaamste taak is de distributie van energie aan 2,8 miljoen klanten in grote delen van Nederland. Alliander bestaat uit de onderdelen: Liander, Liandon, Liandyn en Alliander AG. Liander is met meer dan 90% van de omzet het grootste bedrijfsonderdeel van Alliander. Liander verzorgt het netwerkbeheer. De kernactiviteiten van Liandon zijn advies, projecten, onderhoud en beheer van hoogspanning, complexe middenspanning, gas en industriële installaties Liandyn is de partner voor inrichting van openbare ruimtes. Liandyn ontwerpt, installeert en beheert licht- verkeers en cameravoorzieningen. Alle financiering wordt geregeld via Alliander (moeder) De grootste aandeelhouders van Alliander zijn de provincies Gelderland, Friesland, Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. Zij houden gezamenlijk ruim driekwart van de in totaal ruim 131 miljoen aandelen Nuon. Het overige deel wordt gehouden door circa 65 kleinere, gemeentelijke aandeelhouders en de provincie Flevoland. De gemeente Winterswijk heeft een gelijk aantal aandelen Alliander als in het verleden aandelen Nuon n.v. Er is geen specifiek bestuurlijk belang anders dan dat we als aandeelhouder een stemrecht hebben over 436.930 aandelen. Dat is 0,319% van het totaal. Dividendbeleid: 45% van het resultaat wordt uitgekeerd aan dividend. (echter niet over de “papieren boekwinst”). Ook moet tevens rekening gehouden met de minimum solvabiliteitseis van 30%. In 2014 is een dividend van € 399.000 ontvangen. Op de tarieven hebben de aandeelhouders geen invloed. Het tariefbeleid is vastgesteld door de minister van EZ. De tarieven komen tot stand door de kosten en efficiency van 9 netwerkbeheerders met elkaar te vergelijken het gemiddelde is bepalend voor de tariefstelling voor een nieuwe periode van 2 jaar. De tarieven staan onder streng toezicht van toezichthouder de Energiekamer NMA. Bij tarieven is de efficiëntie van het bedrijf van hoog belang. De cijfers van het 1e halfjaar 2014 worden in september door Alliander bekend gemaakt.
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Eigen vermogen voor winstbestemming: 31-12-2012 3.203 miljoen Pagina 109 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen 31-12-2013 3.375 miljoen Vreemd vermogen incl. verplichtingen: 31-12-2012 4.211 miljoen 31-12-2013 4.173 miljoen Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling Risico's
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkeling om distributie van energie uit duurzame energiebronnen zoal biogas, zon, wind, water en getijde mogelijk te maken. Ontwikkelingen als de toename van kleinschalige decentrale opwek en de opkomst van de elektrische auto leiden er toe dat de energiehuishouding steeds complexer wordt. Hiervoor moeten noodzakelijke aanpassingen in het netwerk plaatsvinden. Is opgenomen bij programma 13. Financiën. Vindt plaats op een bij een bedrijf gebruikelijke wijze (aandeelhoudersvergadering). Productie en handel zijn commerciële activiteiten met daarbij behorende risico’s. Het klantenbestand heeft echter een gebonden karakter, dit in tegenstelling tot de energieleverancier. De gemeente Winterswijk is niet aansprakelijk voor de eventuele tekorten van Alliander.
N.V.Vitens Apeldoorn Winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. Voorts heeft de vennootschap ten doel het deelnemen in, het voeren van bestuur over en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, mits dit in enigerlei betrekking staat tot hetgeen hiervoor is omschreven. Eind 2009 had Vitens 2,4 miljoen aansluitingen en 47.500 km leidingnet. De wateromzet is 349 miljoen m3 per jaar. Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland. De provincies Gelderland en Overijssel en vele gemeenten in de provincies Drenthe, Flevoland, Gelderland, Noord-Holland, Utrecht, Overijssel en Zuid-Holland . De aandeelhoudersgroep Gelderland en Overijssel (provincies en gemeenten) en de provincie en gemeenten van Hydron Midden-Nederland hebben een vrijwel gelijkwaardige positie als aandeelhouder in de vennootschap. De gemeenten van Hydron Flevoland bezitten het restant van de aandelen (8,30%). De gemeente Winterswijk bezit 32.046 aandelen. Dit is 0,638% van het totaal van de uitgegeven 5.022.404 aandelen. De dividend uitkering over 2012 (uitbetaald in 2013) is € 82.350. Het dividend over 2013 uitbetaald in 2014 bedraagt € 87.165 De te ontvangen rente van de achtergestelde lening wordt elk jaar lager omdat jaarlijks een deel van de lening wordt afgelost De ontvangen rente bedraagt in 2013 € 65.000. Het rentepercentage komt overeen met het gemiddelde rentepercentage over 10-jaars Nederlandse staatslening over de 5 voorafgaande staatsleningen, vermeerderd met 100 basispunten. Eigen vermogen voor winstbestemming: 31-12-2012 386,1 miljoen 31-12-2013 398,3 miljoen Pagina 110 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Vreemd vermogen incl. verplichtingen: 31-12-2012 1.296,5 miljoen 31-12-2013 1.282,1 miljoen Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling Risico's
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang
Financieel belang
In juli 2009 is de drinkwaterwet door de 1e kamer aangenomen. De wet is volgens Vitens een erkenning voor de goede kwaliteit van het Nederlandse drinkwater. De belangrijke onderwerpen uit de wet en de ministeriele regelingen moeten nog verder worden uitgewerkt. Is opgenomen bij programma 13 Financiën. Vindt plaats op een bij een bedrijf gebruikelijke wijze (aandeelhoudersvergadering). Drinkwaterlevering kent een gebonden klantenbestand. Dit maakt dat het risicoprofiel minder groot is dan bij activiteiten in een geliberaliseerde markt.
N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten ’s-Gravenhage De BNG is opgericht in 1914 en gevestigd in Den Haag. Het is een bank van de overheid en voor het maatschappelijk belang. De missie en strategie is: Behoud van substantiële marktaandelen in de Nederlandse publieke sector en semi-publieke domein. Behalen van een redelijk rendement voor aandeelhouders. Het Rijk, de provincies, gemeenten en nog enkele andere overheidsinstanties. Er is geen specifiek bestuurlijk belang anders dan het stemrecht over 17.199 aandelen. Dit is 0,031% van het totaal. Het totaal aantal uitstaande aandelen is 55.690.720. Het aandeel van onze gemeente in het uitgekeerde dividend 2014 bedroeg € 21.800. Het financiële risico blijft beperkt tot het nominale bedrag van de aandelen. De nettowinst over 2013 bedraagt € 283 miljoen (2012: € 332 miljoen) . Eigen vermogen voor winstbestemming: 31-12-2012 2.752 miljoen 31-12-2013 3.430 miljoen Vreemd vermogen incl. verplichtingen: 31-12-2012 139.476 miljoen 31-12-2013 127.753 miljoen
Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling
De kredietcrisis raakt de BNG amper. Het verscherpte toezicht voor de banken is echter wel van invloed op de BNG. Het eigen vermogen moet met 1 miljard toenemen om aan de nieuwe solvabiliteitseisen te voldoen. Deze eisen moeten in 2018 gerealiseerd zijn. Is opgenomen bij programma 13 Financiën. Vindt plaats op een bij een bedrijf gebruikelijke wijze (aandeelhoudersvergadering).
Pagina 111 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Relatie tot Programma’s Informatieuitwisseling Risico's
Sociale Dienst Oost Achterhoek Groenlo De gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam) Sociale Dienst Oost Achterhoek voert de Wwb, Ioaw/z, wet inburgering en aanverwante regelingen uit. Sociale Dienst Oost Achterhoek heeft drie deelnemende gemeenten, te weten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk. De gemeente Winterswijk is vertegenwoordigd in het dagelijks en algemeen bestuur. Leden zijn de heer W. Aalderink en mevrouw I.G. Saris. Begroting 2015: De structurele exploitatiebijdrage bedraagt € 2.185.000, voor het overige betreft het hier grotendeels de doorbetaling van rijksbudgetten. Het eigen vermogen bedraagt op: 31-12-2012 € 2.654.000 31-12-2013 € 3.826.000 Het vreemde vermogen bedraagt op: 31-12-2012 € 11.143.000 31-12-2013 € 6.522.000 De Sociale dienst Oost Achterhoek is gestart per 1 januari 2010. De afgelopen jaren is er gewerkt aan meer kwaliteit, verminderen kwetsbaarheid en vergroten klantgerichtheid. Door de economisch crisis is het aantal klanten gestegen en de uitstroom verminderd. Naar verwachting zal het klantenbestand de komende jaren nog stijgen met 8% per jaar. Het inkomensdeel is niet voldoende om alle uitkeringen te betalen. Voor de jaren 2011-2013 is een Meerjarig Aanvullende Uitkering, (MAU) aangevraagd en toegekend. Om het klantenaantal structureel terug te dringen en daarmee het tekort op het inkomensdeel terug te dringen is een Businessplan opgesteld. De focus ligt op uitstroom van klanten, maar ook op het voorkomen van instroom. Men is streng aan de poort. Een andere ontwikkeling betreft de invoering van één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, de Participatiewet. Deze wet wordt per januari 2015 ingevoerd. De participatiewet vervangt de Wet sociale werkvoorziening en de Wajong voor zover het mensen met arbeidscapaciteit betreft. Het klantenbestand van SDOA zal door de instroom van nieuwe doelgroepen extra stijgen met naar verwachting 30 tot 60 personen per jaar. Programma 7 Arbeidsparticipatie en Inkomensvoorziening. Op de bij de gemeenschappelijke regelingen gebruikelijke wijze worden de financiële stukken door de deelnemende gemeenten goedgekeurd. De deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor een eventueel exploitatietekort
Pagina 112 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling Risico's
N.V. Rova Zwolle Het bevorderen van en/of het (doen) realiseren van integraal afvalketenbeheer en het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van het verwijderen van afvalstoffen, waaronder begrepen beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen ten behoeve van de deelnemende overheden (gemeenten, de Regio IJssel – Vecht en andere samenwerkingsverbanden). Vanuit de zorgtaak van de deelnemende overheden (gemeenten, de Regio IJssel – Vecht en andere samenwerkingsverbanden) en het daarmee samenhangende economisch belang, ten algemene nutte werkzaam te zijn op het gebied van de inzameling, bewerking en verwerking van afvalstoffen, de reiniging en de gladheidsbestrijding, alsmede op het gebied van direct of indirect daarmee verband houdende andere milieuvelden en de onderhoudstaken in de openbare ruimte. De aandeelhouders van ROVA 20 gemeenten in de provincies Overijssel, Gelderland, Drenthe, Utrecht en Flevoland, de Regio IJssel – Vecht en Afvalverwijdering Utrecht (AVU). Als aandeelhouder hebben wij stemrecht hebben over 290 aandelen. Dat is 3,4% van het totaal. Begroot in 2013 is een dividend van € 101.500, terwijl werkelijk is € 193.000 ontvangen in 2013. Begroot 2014 is 136.450 (waar onder € 68.000 interimdividend). Begroot 2015 is € 72.500. Vanaf 1 januari 2009 voert de ROVA de uitvoering van de taken huisvuilinzameling, machinale straatreiniging (vegen), kolken reinigen (riolering) en de onderhoudstaken in de openbare ruimte voor onze gemeente uit. Is opgenomen in programma 4. Vindt plaats op alle relevante niveaus: van de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden op ‘werkvloerniveau’ tot aan de aandeelhoudersvergadering. ROVA verzorgt de uitvoering van de reinigingstaken voor de deelnemende gemeente. Het accent ligt niet op het door ROVA zelf uitvoeren van de werkzaamheden. Als marktpartijen dit voordeliger kunnen, worden werkzaamheden uitbesteed. Om niet volledig afhankelijk te zijn van de markt, beschikt ROVA zelf over een uitvoerend bedrijf. Het risico van de deelneming in ROVA is daarom gering.
Pagina 113 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling
Risico's
Stichting Winterswijk Cultuur Landschap (WCL) Winterswijk De stichting stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan te formuleren en uit te voeren beleid voor behoud, herstel en ontwikkeling van het buitengebied van Winterswijk. Daarbij wordt uitgegaan van een integrale benadering van vijf thema’s: leefbaarheid, land- en tuinbouw, natuur- en landschapsbeheer, cultuurhistorie, recreatie en toerisme. Ook door het adviseren aan overheden. De gemeente Winterswijk, LTO Noord afdeling Winterswijk, het Platform Natuur en Landschap Winterswijk, Gelders particulier grondbezit, de Stichting Particulier Agrarisch Natuurbeheer, NSW-landgoederen Winterswijk e.o., de Recron afdeling Winterswijk, de Stichting Boer en Recreatie, de Adviescommissie Cultuurhistorie, de belangenverenigingen van het buitengebied, de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, Kon. Ned. Horeca afd. Winterswijk voor het buitengebied, Ondernemersvereniging Winterswijk. In 2005 is een doorstart gerealiseerd op initiatief van de gemeente Winterswijk. Het werkgebied is verkleind tot enkel de gemeente Winterswijk. De gemeente Winterswijk heeft drie leden in het bestuur (zowel in dagelijks als algemeen): de heren G.J.W. te Gronde (voorzitter) en A. Schoemaker (secretaris) en mevr. K. Wolterink. Budget 2014: (goedgekeurde) bijdrage bedraagt € 75.000 (2013 € 75.000, 2012 € 75.000 en 2011 € 150.000). Het eigen vermogen op 31 december 2013 is bedroeg € 122.678 (op 31 december 2012 € 83.873). Het vreemd vermogen op 31 december 2013 bedroeg € 964.936 (in 2012 € 1.789.971). Het jaarverslag 2013 is inmiddels binnen. Inschatting: 1-1-2015 31-12-2015 Eigen Vermogen € 100.000 € 100.000 Vreemd Vermogen € 1.000.000 € 800.000 Verwachte financiële resultaat 2015 € 175.000 Door het beperkte budget 2014 zullen evenals in 2013 minder projecten kunnen worden uitgevoerd. De landelijke pilot-GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid) bevindt zich inmiddels in een afrondende fase. In 2013 heeft de WCL zich ook bezig gehouden met het financieel en ambtelijk ondersteunen van de werkgroep Breedband Buitengebied Winterswijk. Op 18 februari 2013 zijn nieuwe WCL-statuten door het AB bekrachtigd. Er wordt geprobeerd om donateurs / sponsoren aan te trekken. De activiteiten die de Stichting WCL Winterswijk uitvoert hebben met name betrekking op programma 15 onderdeel Landelijk gebied. Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en algemeen bestuur en (conform statuten) door het jaarverslag. Ook worden periodiek voorlichtingsavonden georganiseerd voor bewoners uit het buitengebied over bepaalde (gemeentelijke) thema’s. Jaarverslagen worden in de maand juni altijd aan de deelnemende partijen (onder andere Gemeente Winterswijk) aangeboden. Er zijn diverse adviezen afgegeven aan onder andere de gemeente Winterswijk, Ministerie van infrastructuur en Milieu en de provincie Gelderland. Zeer gering. Een meerderheid van het algemeen bestuur beslist over nieuw beleid. Ook door de aanwezigheid van 3 gemeentelijke vertegenwoordigers is directe controle/inbreng aanwezig. Pagina 114 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Functiescheiding (binnen de Gemeente Winterswijk; rol secretaris en beleidsmedewerker plattelandsontwikkeling) is doorgevoerd. Binnen de St. WCL is het “WCL werkprocessendocument” vastgesteld; WCL werkt met een accountant en een boekhouder. De kans op het “omvallen” van WCL wordt als zeer gering ingeschat. Als dit onverhoopt toch gebeurt en er een positief saldo resteert, dan wordt dit overgemaakt aan die doelen die overeenkomen met de doelen van st. WCL. In geval van een negatief saldo zijn in principe de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk.
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang
Financieel belang
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers Doetinchem Doelstellingen zijn: a. Het overeenkomstig de Archiefwet beheren, toegankelijk maken en beschikbaar stellen van de archiefbewaarplaatsen van de deelnemende overheidslichamen b. Het toezicht door de streekarchivaris op het beheer van de niet naar de centrale archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemers als hiervoor genoemd onder a. c. Het in stand houden van en bevorderen van het cultureel erfgoed in het gebied van de Achterhoek en de Liemers in de ruimste zin van het woord. De gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk De leden en de plaatsvervangende leden van het Algemeen Bestuur worden per raadsperiode aangewezen door de gemeenteraden uit de gemeenteraden en de college van burgemeester en wethouders. Wethouder Gommers is lid en Burgemeester Van Beem is plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee andere leden, allen aangewezen door het algemeen bestuur en bij voorkeur uit verschillende gemeenten. De voorzitter en één lid worden uit het algemeen bestuur aangewezen en één lid op voordracht van de Staring Stichting. Gelijk met de realisatie van het Erfgoedcentrum is ook de bestuurscommissie ingesteld. De bestuurscommissie bestaat uit 3 dagelijks bestuursleden, aangevuld met 2 algemeen bestuursleden en 2 door het Staring Stichting voorgedragen leden. De gemeente Winterswijk is niet vertegenwoordigd in de bestuurscommissie. De bijdrage van de gemeente is gebaseerd op de begroting van het Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers. Eigen Vermogen: 31-12-2011 : € 20.949 31-12-2012 : € 0 31-12-2013 : € 22.935 Vreemd Vermogen 31-12-2011 :€ 806.379 31-12-2012 :€ 729.356 31-12-2013 :€ 712.413 Inschatting: Eigen Vermogen
1-1-2015 € 48.300
31-12-2015 € 73.516 Pagina 115 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Ontwikkelingen
Relatie tot Programma’s Informatieuitwisseling
Risico's
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Lang Vreemd Vermogen € 503.406 € 481.821 Verwachte financiële resultaat 2015 € 25.216 Op verzoek van het ECAL is de gemeenschappelijke regeling aangepast. De eerste wijziging is een gevolg van de inwerkingtreding per 1 oktober 2012 van de Wet revitalisering generiek toezicht. De andere wijziging heeft te maken met het toevoegen van een bepaling die betrekking heeft op de aanwezigheid van voldoende liquide middelen om altijd aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen (art. 28) en een bepaling die betrekking heeft op de gang van zaken bij liquidatie van de regeling (art. 33). Inmiddels is ook de tweede wijziging een feit. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt om diensten van het ECAL ook aan derden aan te kunnen bieden. Verder is een regeling opgenomen voor een bestuurswisseling binnen het algemeen bestuur voor het geval een lid afkomstig is uit een gemeente waar ten gevolge van een herindeling een tussentijdse gemeenteraadsverkiezing wordt gehouden. De taken zijn geclusterd in programma 6 Kunst, Cultuur en Erfgoed Informatie-uitwisseling vindt plaats in het dagelijks en het algemeen bestuur, in en via de op grond van de gemeenschappelijke regeling afgesproken overlegging van de financiële stukken (begroting en jaarrekening). Er is geen sprake van een exploitatietekort. De risico’s zijn gering. De gemeente Winterswijk zal de komende jaren weer archiefmateriaal aanbieden, maar de jaarlijkse bijdrage van Winterswijk staat vast tot en met 2018.
Omgevingsdienst Achterhoek Hengelo (Gld) De Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) is een samenwerkingsverband, opgericht ten behoeve van de gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemers ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Deze taken bestaan uit het basistakenpakket (versie 2.3) en alle overige inrichting gebonden milieutaken (milieubreed) en enkele wabo-brede specialismen (zoal geluid, bodem / bouwstoffen, asbest, luchtkwaliteit (geur), externe veiligheid en juridische zaken). De gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen en de provincie Gelderland. De gemeente Winterswijk is in het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Achterhoek vertegenwoordigd. Lid is de heer M.J. van Beem, plaatsvervangend lid is de heer H.J.G. Gommers De Omgevingsdienst Achterhoek is op 1 april 2013 opgericht. Op basis van ingebrachte taken wordt een exploitatiebegroting opgesteld waaraan deelnemende gemeenten en de provincie volgens een afgesproken verdeelsleutel bijdragen. De bijdrage aan de Omgevingsdienst Achterhoek wordt jaarlijks in de programmabegroting van de gemeente opgenomen,. De Omgevingsdienst Achterhoek legt inhoudelijk en financieel verantwoording af aan de betrokken gemeenten en de provincie. Bijdrage Pagina 116 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen 2015 € 595.567 (bron: begroting 2015 van de ODA). Dat bedrag is inclusief een integratie-uitkering van € 201.230 (overgang provinciale milieuinrichtingen naar de gemeenten, waarbij een integratie-uitkering via het gemeentefonds wordt verstrekt aan de gemeenten).
Ontwikkelingen
Relatie tot Programma’s Informatieuitwisseling Risico's
Inschatting: 1-1-2015 31-12-2015 Eigen vermogen ODA € 350.000 €0 Vreemd vermogen ODA €0 €0 Verwachte financiële resultaat over €0 2015 ODA De Omgevingsdienst Achterhoek is nog maar een net een jaar actief en is nog druk doende haar organisatie in te richten. Met deze ontwikkeling zullen zij ook in 2015 bezig blijven. Met name zal het accent daarbij liggen op ICT (een uniform VTH-systeem voor de ODA) en de organisatieondersteunende taken die zij bij één partner willen onderbrengen. Programma 2: Vergunningverlening en handhaving Op de bij de gemeenschappelijke regelingen gebruikelijke wijze worden de financiële stukken door de deelnemende gemeenten goedgekeurd. De Omgevingsdienst Achterhoek heeft voor 2015 en de jaren erna een begroting / financieel meerjarenperspectief opgesteld. Zoals hierboven aangegeven zal het accent de komende tijd liggen op een goed VTHsysteem. Daarover wordt momenteel door adviesbureau Quarant een informatiebeleidsplan opgesteld. Naar verwacht zal de aanschaf van een VTH-systeem kostbaar zijn. In de jaarrekening 2013 is daarom een groot gedeelte van het exploitatieresultaat voor dit doel aangewezen. Bureau Langedijk SWO heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop de ODA zelf, én de organisatie ondersteuning is georganiseerd. Voorheen werden de diensten door verschillende partners geleverd. Geadviseerd is om dit onder te brengen bij één partner. De uitvraag wordt op dit moment gedaan. Verder is geadviseerd de organisatie van de ODA verder in te richten door kwaliteitsmanagement en informatiemanagement direct onder aansturing van het management toe te voegen. Hiertoe wordt overgegaan tot formatie-uitbreiding. Financiële dekking zal voor de jaren 2014 en 2015 plaatsvinden ten laste van het vacaturebudget. Vanaf 2016 is er geen vacatureruimte meer en zal dekking binnen de bestaande exploitatie gevonden moeten worden.
Pagina 117 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang
Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling Risico's
B.V. Winterswijks Energiebureau Winterswijk Het ten algemene nutte werkzaam zijn op het gebied van het verduurzamen van de lokale energievoorziening door het lokaal sluiten van energiekringlopen, het lokaal benutten van de energetische waarde van groene reststromen uit de regio, het realiseren van duurzame energie ten behoeve van de lokale en regionale samenleving en het in eigen domein behouden van de maatschappelijke waarde van duurzame energie-initiatieven, in samenwerking met maatschappelijke partners en groepen burgers en hiermee de noodzakelijke energietransitie versnellen, een en ander door onder meer het stimuleren, ontwikkelen, produceren, toepassen en leveren van duurzame energie in de regio vanuit het streven naar een duurzame maatschappelijke ontwikkeling. De enige andere aandeelhouder van het Winterswijks Energiebureau is B.V, ROVA Duurzaam voor 50%. Als aandeelhouder hebben wij stemrecht over 9000 aandelen. Dat is 50% van het totaal. Het in 2013 gestorte aandelenkapitaal (totaal € 18.000) is het werkkapitaal van de BV. Winterswijk heeft 50% van het werkkapitaal gestort te weten € 9.000. Dividenduitkeringen worden vooralsnog niet verwacht. Het financieel belang beperkt zich voorlopig tot het nominale bedrag van de aandelen ad € 9.000. Inschatting: 1-1-2015 31-12-2015 Eigen Vermogen € 18.000 € 18.000 Vreemd Vermogen € 0 € 0 Verwachte financiële resultaat 2015 € 0 Het Winterswijks Energiebureau is opgericht op 4 juli 2013. Een aantal projecten op het gebied van de opwekking van duurzame energie in Winterswijk worden gefaciliteerd. Is opgenomen in programma 5 Innovatie Duurzame energie en Milieu. Vindt plaats op alle relevante niveaus: van de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden op ‘werkvloerniveau’ tot aan de aandeelhoudersvergadering. Het Winterswijks Energiebureau heeft geen personeel in dienst. Werkzaamheden worden uitgevoerd door personeel van de gemeente en ROVA. Voor (risico dragende) uitvoering van projecten is toestemming nodig van de stuurgroep. Het financiële risico blijft vooralsnog beperkt tot het nominale bedrag van de aandelen ad € 9.000.
Pagina 118 van 153
Paragraaf F Verbonden Partijen
Naam Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang
Financieel belang
Coöperatieve Achterhoekse Groene Energiemaatschappij AGEM U.A. Doetinchem De coöperatie richt zich op: • Het ontwikkelen en uitvoeren van duurzame energieprojecten in de Achterhoek; • Het geven van voorlichting over de opwekking en het gebruik van duurzame energie in de Achterhoek; • Het bevorderen van energiebesparing; Het instellen en beheren van een fonds teneinde toekomstige initiatieven op het gebied van duurzame energie in de Achterhoek te kunnen financieren. De gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 8 leden (één lid van het college van burgemeester en wethouders uit elke deelnemende gemeente). Voor Winterswijk is wethouder Gommers lid van het Algemeen Bestuur. De bijdrage bedraagt in: • 2012 € 29.000 • 2013 € 23.200 Eigen Vermogen per 31-12-2013 : € 387.414 Vreemd Vermogen per 31-12-2013: € 33.826
Ontwikkelingen
Relatie tot Begroting Informatieuitwisseling Risico's
Inschatting: 1-1-2015 31-12-2015 Eigen Vermogen € 265.000 € 127.000 Vreemd Vermogen € 80.000 € 120.000 Verwachte financiële resultaat 2015 -/- € 138.000 De raad heeft besloten de deelname na 2013 af te laten hangen van de tot dan toe behaalde resultaten. Medio 2014 zal dat worden geëvalueerd. Als de raad besluit de deelname voort te zetten, betkent dat een financiële bijdrage in • 2014 € 17.400 • 2015 € 11.600 • 2016 € 5.800 Is opgenomen in programma 5 Innovatie Duurzame energie en Milieu. Informatie-uitwisseling vindt bestuurlijk plaats in het algemeen bestuur en ambtelijk in het regionaal duurzaamheidsoverleg. Het gemeentelijk risico is beperkt tot de financiële bijdrage in de opstartkosten, zoals aangegeven bij financieel belang.
Pagina 119 van 153
Paragraaf G Grondbeleid
Paragraaf G Grondbeleid
Inleiding De paragraaf Grondbeleid in de begroting en het jaarverslag is verplicht volgens het Besluit Begroting & Verantwoording provincies en gemeenten. (BBV). Deze paragraaf dient ten minste te bevatten: • een visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; • een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; • een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; • een onderbouwing van de geraamde winstneming; • de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondexploitatie in relatie tot de risico’s van de grondzaken. De gemeente Winterswijk heeft haar grondbeleid niet vastgelegd in een door de raad vastgestelde beleidsnota. Twee keer per jaar wordt in de begroting en de jaarrekening de actuele situatie geschetst. Op basis daarvan worden voorstellen gedaan en wordt de koers op het gebied van het grondbeleid waar nodig bijgesteld. Jaarlijks wordt de financiële prognose van de grondexploitaties geactualiseerd in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties, dat in aansluiting op de jaarrekening wordt vastgesteld. De uitvoering van het grondbeleid is volgend op de ontwikkeling van het planologisch beleid. Per ontwikkelingslocatie wordt beoordeeld of de gemeente een actief of faciliterend grondbeleid voert en of samenwerking wordt gezocht met private partijen. Afhankelijk van de planologische mogelijkheden en de vraag worden in het kader van het product Grondexploitatie gronden verworven, bouwrijp gemaakt en uitgegeven voor de functies wonen en werken. In hoofdlijnen resulteert dit in een visie waarbij voor woningbouw hoofdzakelijk ruimte wordt gezocht op inbreidingslocaties. Uitzonderingen hierop is nog een aantal locaties waarvoor al bestemmingsplannen zijn vastgesteld: De Rikker fase 5B, Eelink, Meddo-Roetendael Plus en Brinkheurne. Revitalisering van bedrijventerreinen vindt plaats nabij het streekziekenhuis (herontwikkeling Cobercoterrein) en op het Bedrijvenlandgoed Slinge aan de Wooldseweg (voormalig DAV-terrein). In het noordoosten van de gemeente, aansluitend aan het Duitse bedrijventerrein Gaxel, wordt een grensoverschrijdende ontwikkeling beoogd in samenwerking met de gemeente Vreden. In het coalitieprogramma “Samen verder!” wordt de ambitie uitgesproken dat hier in de periode 2014-2018 activiteiten van substantiële betekenis ontstaan. Regionale Woonvisie In september 2009 zijn zeven Achterhoekse gemeenten samen met de provincie en de woningcorporaties gestart met een traject om te komen tot een regionale woonvisie / woningbouwverdeling onder het motto ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder’. De te grote aantallen woningen in alle woningbouwprogramma’s zijn teruggebracht van 14.000 naar 5.900 woningen zoals genoemd in het Kwalitatief Woonprogramma 3 (KWP3). Over de verdeling van dit aantal is een afspraak gemaakt tussen de zeven Achterhoekse gemeenten. Volgens deze afspraak zou Winterswijk 685 woningen aan de huidige voorraad toevoegen in de periode 2010 - 2020. In januari 2011 is de Regionale Woonvisie Achterhoek vastgesteld door de gemeenteraden. Inmiddels heeft de eerste evaluatie van de regionale woonvisie plaatsgevonden. Verwacht wordt dat in de regio de piek in de woningbehoefte in 2025 wordt bereikt. Er wordt rekening mee gehouden dat de tot 2020 afgesproken aantallen nu het kader vormen voor de periode tot 2025.
Pagina 120 van 153
Paragraaf G Grondbeleid De regionale afspraak houdt in dat per jaar gemiddeld 45 woningen aan de voorraad mogen worden toegevoegd. In de gemeentelijke grondexploitaties wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid van kavels voor gemiddeld 25 woningen per jaar vanuit gemeentelijke ontwikkelingslocaties. Bij de evaluatie van de regionale woonvisie in juli 2013 is afgesproken in 2014 een kernenfoto te maken van de 21 hoofdkernen in de Achterhoek. Onder aansturing van de Stuurgroep Regiovisie Wonen worden de kernfoto’s opgesteld en geanalyseerd naar regionale en lokale thema's. Met deze input zal begin 2015 de regionale Woonagenda 2015-2025 worden opgesteld die door de afzonderlijke gemeenteraden in het voorjaar zal worden vastgesteld en daarna aan de provincie wordt aangeboden. Op basis van de uitkomst van de Kernenfoto's wordt het woonbeleid voor de komende 10 jaar opgesteld. Deze regionale Woonagenda 2012-2025 geeft aan hoeveel en welke woningen op termijn nodig zijn en welke thema's daarin een belangrijke rol spelen. Na regionale afstemming stellen de afzonderlijke gemeenteraden de Woonagenda vast. Structuurvisie Voor de bebouwde kom van Winterswijk is het planologisch beleid op hoofdlijnen vastgelegd in de Structuurvisie Kom Winterswijk 2010 - 2020. Deze visie, inclusief uitvoeringsparagraaf, is op 24 februari 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. In de uitvoeringsparagraaf van de structuurvisie is nadrukkelijk aandacht voor de relatie tussen ruimtelijke projecten en toekomstige gebiedsontwikkelingen. Hierdoor is het mogelijk om de kosten van ruimtelijke ontwikkelingen en bovenwijkse voorzieningen (mede) te verhalen op particuliere grondexploitaties. Om gericht aan het uitvoeren van de structuurvisie te werken wordt vanaf 2011 jaarlijks een Meerjaren Investeringsplanning Ruimtelijke projecten (MIR) vastgesteld. In de MIR wordt de actuele stand van zaken gepresenteerd inzake de uitvoering van de investeringsprojecten uit de structuurvisie. Gekeken wordt daarbij naar de kosten van de projecten en naar mogelijke dekkingsmiddelen met inbegrip van kostenverhaal op grondexploitaties. Voor wat betreft wonen is in de structuurvisie een selectie gemaakt uit alle mogelijke tot woongebied te ontwikkelingen locaties. De selectie voldoet aan de kwantitatieve afspraken die zijn gemaakt in het kader van KWP 3. Prioriteit is toegekend aan de locaties waarover al harde afspraken waren gemaakt, bijvoorbeeld vastgelegd in een bestemmingsplan, en aan de locaties die het meeste bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen uit de structuurvisie. Daarbij gaat het met name om de herontwikkeling van locaties die hun functie gaan verliezen of al hebben verloren. Meerjarig Perspectief Grondexploitaties In aansluiting op de jaarrekening wordt jaarlijks het Meerjarig Perspectief Grondexploitaties (MPG) samengesteld. Het MPG is een meerjarige analyse met aandacht voor de verbanden tussen: • de financiële resultaten van de gemeentelijke grondexploitaties; • de risicoanalyse over de actieve projectenportefeuille; • de benodigde weerstandscapaciteit; • de investeringsprojecten die in principe uit de opbrengsten van de actieve grondexploitaties moeten worden gefinancierd. Met het instrument MPG worden de risico’s die worden gelopen met het grondbeleid en de grondexploitaties beter en eerder inzichtelijk. Daardoor wordt het mogelijk om doelgerichter en in een eerder stadium bij te sturen op ontwikkelingen. Bij het samenstellen van het MPG worden de exploitatieberekeningen van de complexen geactualiseerd. De uitgaven voor de grondexploitatie die in de begroting worden verwerkt zijn ontleend aan het MPG. Beleidsontwikkeling De rekenkamercommissie voor de gemeenten Aalten, Oost Gelre en Winterswijk heeft in 2011/2012 een onderzoek laten uitvoeren naar de gevolgen van de dalende woningbehoefte voor de grondexploitaties. De rekenkamercommissie heeft de volgende aanbevelingen gedaan: Pagina 121 van 153
Paragraaf G Grondbeleid 1. Zorg voor adequate en actuele informatie over de woningmarkt. 2. Stem het bouwprogramma af op de ontwikkeling van de woningbehoefte. 3. Werk aan transparante beleidskaders voor het grondbeleid. Het college heeft besloten invulling te geven aan de aanbevelingen van de rekenkamercommissie: • bij de verdere ontwikkeling van het woonbeleid na het beschikbaar komen van de resultaten van het regionale woonwensenonderzoek • bij de verdere ontwikkeling van het grondbeleid via de gemeentelijke woningbouwlocaties, zoals 'Ik Zie Winterswijk'; • via beleidsnotities voor (delen van) grondbeleid. In de Financiële verordening gemeente Winterswijk 2004 is bepaald dat het college de raad uiterlijk 1 mei in het tweede jaar van elke bestuursperiode een (bijgestelde) nota grondbeleid aanbiedt. Tot nu toe is het grondbeleid niet vastgelegd in een door de raad vastgestelde beleidsnota. Beoogd wordt de raad deze nota in de komende bestuursperiode aan te bieden. Bedrijventerreinen Op 19 december 2011 hebben Gedeputeerde Staten het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) Regio Achterhoek, vastgesteld. In aansluiting hierop heeft de gemeenteraad op 5 juli 2012 besloten in te stemmen met de Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerreinen Oost-Achterhoek om uitvoering te geven aan het RPB. Een stuurgroep bestaande uit de portefeuillehouders van de vier gemeenten uit de Oost-Achterhoek is ingesteld om de gezamenlijke ontwikkeling te stroomlijnen. Het RPB is gericht op de realisatie van het beleid van Rijk en provincie om te komen tot een herbezinning ten aanzien van het beleid en de programmering van bedrijventerreinen, in verband met de afnemende groei van de beroepsbevolking en de economie in de komende decennia. Concreet moet het beleid worden gericht op: • eerst inbreiden, dan pas uitbreiden; • zorgvuldige plannen en programmeren van de bedrijfsterreinen; • herstructureren van de bestaande bedrijfsterreinen; • aandacht voor (milieu)kwaliteit; • meer regionale samenwerking. In het RPB zijn afspraken gemaakt over onder meer de afstemming van vraag en aanbod van bedrijfsterreinen en de programmering van de herstructurering van verouderde bedrijfsterreinen. De plancapaciteit in de Oost-Achterhoek is daarbij teruggebracht. Volgens het RPB Achterhoek is in Winterswijk ruimte voor uitbreiding in de plannen Vèèneslat Zuid (Industrieterrein fase 3 en Fortuna) en Vèèneslat Noord (Parallelweg voormalig Heva) en voor uitgifte na revitalisering in de plannen Arrisveld, Bedrijvenlandgoed Slinge en Parallelweg 48 (voormalig Leemrijse). Gelet op actuele ontwikkelingen wordt er rekening mee gehouden dat Arrisveld (ca. 5 ha.) wordt ontwikkeld tot een park voor voorzieningen in de zorgsector en wordt onttrokken aan de voorraad bedrijventerrein. Voor het emplacement in de spoorzone (bruto ca. 5 ha) voorziet het RPB transformatie naar zakelijke dienstverlening, perifere detailhandel en maatschappelijkefuncties. Op het bedrijventerrein Dennenoord (ca. 5 ha) is gestart met een revitaliseringsproject. Er mag op worden gerekend dat Dennenoord gaat afslanken door het verplaatsen van enkele bedrijven naar elders. Een gedeelte van het bedrijventerrein Dennenoord wordt omgezet in natuur. De gemeente heeft drie complexen in exploitatie waar bedrijfskavels worden uitgegeven. In totaal is nog ongeveer 6 ha beschikbaar. Daar komt de herontwikkelingslocatie Leemrijse aan de Parallelweg nog bij. Dit terrein is in bezit van de gemeente, maar nog niet opgenomen in de grondexploitatie. Op deze locatie komt 6.770 m2 bedrijventerrein beschikbaar. Het bedrijventerrein Fortuna is in exploitatie. Hier zijn nog kavels beschikbaar. Het vroegere DAV-terrein aan de Wooldseweg wordt ingericht als een
Pagina 122 van 153
Paragraaf G Grondbeleid werklandschap onder de naam Bedrijvenlandgoed Slinge. Vanaf 2015 kunnen hier kavels worden uitgegeven. De gemeentelijke grondexplotaties voorzien niet in ontwikkelingen voor kantoren, detailhandel of leisure. In samenwerking met de eigenaar van het gebied worden de mogelijkheden onderzocht voor grootschalige detailhandel en/of leisure op het huidige emplacement in de spoorzone, in een samenhangende visie met de andere functies in dit gebied zoals openbaar vervoer, een middelbare school, sporthal en parkeren voor het centrum. Een uitgangspunt hierbij is dat in het gebied ruimte beschikbaar blijft voor een breder tracé voor de Parallelweg en voor de verlenging van de Dingstraat over of onder het spoor door. Op het Silo-terrein kan een supermarkt in combinatie met woningbouw en eventueel centrumdoeleinden (niet zijnde detailhandel) worden gerealiseerd. Hierover is met de ontwikkelaar van het Silo-terrein in 2013 een exploitatieovereenkomst gesloten. In samenwerking met de gemeente Vreden en de Euregio wordt onderzocht of een grensoverschrijdende ontwikkeling kan worden gerealiseerd grenzend aan Gaxel in Vreden. In Groenlo wordt door de gemeenten Oost Gelre en Berkelland het regionale bedrijventerrein De Laarberg fase 2 ontwikkeld. De gemeente Winterswijk ondersteunt deze ontwikkeling, maar participeert niet in dit project. Op langere termijn worden transformatie c.q. revitaliseringsprojecten beoogd in: • het gebied Narcisstraat e.o. bruto ca. 5 ha (transformatie naar wonen en/of werken/wonen); • het gebied Laan van Hilbelink e.o. bruto ca. 5 ha (revitalisering, deel transformatie - planvorming na 2020). Herontwikkeling PPS WRS De de aandeelhouders van PPS WRS hebben in 2009 besloten om deze gezamenlijke onderneming af te bouwen. Verwacht wordt dat het project Spekende fase 2 wordt afgerond door PPS WRS. De bouwkavel aan de Roelvinkstraat (Notaristuin fase 1) wordt niet meer door de PPS ontwikkeld. Silo-terrein Voor het Silo-terrein is een bestemmingsplan in procedure gebracht dat voorziet in een programma van maximaal 30 woningen, een supermarkt en bebouwing voor gemengde doeleinden niet zijnde detailhandel. Verwacht wordt dat het plan in het najaar 2014 wordt vastgesteld. Spoorzone De gemeente werkt aan de verdere ontwikkeling van de spoorzone. Dit betreft het emplacement ten zuidoosten van het Gerrit Komrij College en de sporthal, nu in eigendom van NS Poort, de ’kop’ van de spoorzone, het gebied waar onder meer het GOLS-station is gevestigd en het gebied ten noorden van het spoor. Het is de bedoeling om in dit laatstgenoemde gebied een fietsverbinding aan te leggen van het station naar de Wooldseweg. De herontwikkeling van het emplacement wordt gecombineerd met herstructurering en verbreding van de Parallelweg. Driemarklocaties De voormalige locaties van de Driemark worden herontwikkeld voor woningbouw en eventuele andere functies. Aandachtspunten zijn hergebruik van een deel van de gebouwen en nieuwbouw door middel van particulier opdrachtgeverschap. Het betreft de locaties Zonnebrink, Prins Hendrikstraat en Boterstraat. Op 23 april 2014 is een intentieovereenkomst gesloten voor de herontwikkeling van de locatie Zonnebrink met een programma dat voorziet in zorg en wonen. Sportvelden Morgenzonweg De bestemmingsplan Morgenzon is vastgesteld. Afhankelijk van het verloop van de bestemmingsplanprocedure kunnen in 2014 of begin 2015 kavels worden uitgegeven.
Pagina 123 van 153
Paragraaf G Grondbeleid Sanering bedrijventerrein Dennenoord Een project gericht op revitalisering van het bedrijventerrein Dennenoord is in uitvoering. De infrastructuur wordt vernieuwd en een aantal ondernemingen verhuist naar andere bedrijventerreinen. De vrijkomende grond wordt omgevormd tot natuur. Transformatie Narcisstraat In de structuurvisie bebouwde kom Winterswijk wordt aangegeven dat het voor de hand ligt om het bedrijventerrein rondom de Narcisstraat om te vormen tot een woongebied, een al lang bestaande wens. Door de afgenomen behoefte aan woningen en omdat er niet voldoende geld beschikbaar is, is een kostbare transformatie op korte termijn niet haalbaar. In het woningbouwprogramma tot en met 2020 wordt geen rekening gehouden met woningbouw op deze locatie. Onderzocht wordt op welke wijze het gebied Narcisstraat kan worden opgewaardeerd, waarbij ook wordt gekeken naar mogelijkheden om wonen en werken te combineren en naar een goede afstemming met de herontwikkeling van de spoorzone. Projecten in 2015 Projecten die in 2015 in uitvoering zijn of mogelijk gaan komen, zijn onder meer: Wonen • De Rikker 5-6 / onderdeel fase 5-B (particuliere exploitatie) In fase 5-B van De Rikker kunnen maximaal 52 woningen worden gerealiseerd. Het plan is in uitvoering. Voor het resterende gebied van De Rikker wordt uitgegaan van een gefaseerde ontwikkeling na 2020. • Eelink Op grond van een bij de grondverwerving gesloten overeenkomst wordt dit gebied samen met een particuliere exploitant ontwikkeld. Het betreft de bouw van woningen in het dure segment op grote kavels. • Spekende (project PPS Impuls) Verwacht wordt dat Spekende fase 2, met als programma 6 tot 9 appartementen, in 2015 in uitvoering komt. • Bossesteeg Aansluitend op de ontwikkeling in de Notaristuin wordt gewerkt wordt de Bossesteeg opgewaardeerd. Het betreft met name ook het opknappen en toegankelijk maken van de achterzijde aan de kant van de Notaristuin. Enkele panden zijn opgeknapt en weer in gebruik genomen na jarenlange leegstand. Enige nieuwbouw zal nog plaatsvinden. • Bilderdijkstraat (particuliere exploitatie) Op het het terrein van de voormalige oliehandel Bollen kunnen maximaal 6 woningen worden gebouwd. • Waliënsestraat/Singelweg (particuliere exploitatie) Op het voormalige Autopalace-terrein mogen een aantal appartementen en geschakelde woningen worden gebouwd. De bouwvergunning is verleend. In 2013 is de ontwikkelaar van het plan failliet gegaan. De huidige rechthebbende zoekt een partij die de ontwikkeling overneemt. Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat het plan alsnog wordt gerealiseerd. • Meddo Roetendael plus (particuliere exploitatie) Het totale plan voorziet in de bouw van circa 100 woningen in de periode 2009-2024. De eerste fase (38 woningen) is ontwikkeld. De meeste woningen in fase 1 zijn inmiddels gebouwd, maar er zijn nog kavels beschikbaar. Afhankelijk van het verdere verloop van de uitgifte in fase 1 en van de behoefte aan bouwgrond wordt bekeken wanneer met fase 2 wordt gestart. • Brinkheurne, terrein Grijsen, (particuliere exploitatie) De eerste woning is gereed. Vier woningen zijn in aanbouw. Het woonrijpmaken van de 1e fase vindt in 2014/2015 plaats. • Terrein Excelsior (particuliere exploitatie) Pagina 124 van 153
Paragraaf G Grondbeleid
•
•
•
•
•
Op het voormalige kwekerijterrein tussen de Tuunterstraat en de Leliestraat worden ca. 15 woningen gerealiseerd. De bouw van de eerste woningen aan de Anemoonstraat is voltooid. Pelkpark De nieuwbouw voor de basisscholen Kolibrie en Prins Willem Alexander is in uitvoering. Na de overgang van de scholen naar het nieuwe onderkomen komt huidige plek van de scholen beschikbaar voor woningbouw. Rekening wordt gehouden met 30 woningen. Vliertuin De basisschool De Vlier wordt vervangen door nieuwbouw, als onderdeel van een multifunctionele accommodatie (MFA) waarin ook onder meer een sportzaal wordt gebouwd ter vervanging van de sportzaal De Hazelder. In de stedenbouwkundige visie voor dit gebied is ook ruimte van woningbouw. In het bestemmingsplan is de woningbouwlocatie nog niet als zodanig opgenomen. Daarvoor zijn de plannen nog niet voldoende concreet. St. Elisabethgaarde Op een terrein gelegen tussen de St. Elisabethgaarde en de Kobstederstraat is ruimte voor 5 woningen. Hiermee is rekening gehouden in de woningbouwplanning (KWP 3). Sportvelden Morgenzon (IKZIEwinterswijk) De gemeente ontwikkelt en realiseert hier een woningbouwlocatie voor ca. 60 à 90 woningen. De ontwikkelingsvisie is vastgesteld. Volgens plan wordt in 2014/2015 gestart met de bouw van de eerste woningen. Burgemeester Bosmastraat (particuliere exploitatie) In 2014 is een bestemmingsplan vastgesteld voor de bouw van 2 half vrijstaande woningen, 6 appartementen en commerciële ruimte op een perceel tussen de Burgemeester Bosmastraat en de Wilhelminastaat.
Werken • Fortuna e.o. Op Fortuna is nog ca. 1,8 ha uitgeefbaar bedrijfsterrein beschikbaar. • Bedrijvenlandgoed Slinge (voormalig DAV terrein Wooldseweg) Naast meer ruimte voor de beek/ natuur wordt het voormalige DAV-terrein tot werklandschap ontwikkeld onder het motto 100% natuur, 100% werken. In april 2010 is de uitwerking Werklandschap DAV-terrein vastgesteld. Een ontwerp bestemmingsplan en een beeldkwaliteitsplan met veel aandacht voor landschappelijke inpassing zijn in voorbereiding. Voor de benadering van de markt is een concept ontwikkeld onder de naam Bedrijvenlandgoed Slinge. Financieel is dit een moeilijke grondexploitatie. In het kader van de SEB-regeling is door de provincie Gelderland een bijdrage van maximaal € 900.000,- toegekend. Daarnaast wordt rekening gehouden met een resterend tekort ten laste van de gemeente van € 1,15 miljoen. Hiervoor is een voorziening getroffen. Alle benodigde gronden in het plangebied zijn verworven. Afhankelijk van de vraag kan in 2015 worden gestart met de uitgifte van gronden. • Herontwikkeling Cobercoterrein (Arrisveld) De uitbreiding van het Beatrixpark wordt beperkt tot globaal gezien het terrein van de voormalige Coberco-locatie. In samenwerking met grondeigenaar Arrisveld BV is het bestemmingsplan in voorbereiding. Met Arrisveld BV en met het Streekziekenhuis Koningin Beatrix wordt onderzocht wordt of op dit terrein ook een gezondheidspark kan worden ontwikkeld. Arrisveld wordt in twee richtingen ontsloten door een gedeeltelijk nieuw aan te leggen weg tussen de Groenloseweg en de Rondweg West. Met de provincie is overeenstemming bereikt over de aanleg van een rotonde in de Groenloseweg voor de verbeterde ontsluiting van Arrisveld en van het streekziekenhuis. • Parallelweg (voormalig Heva en Leemrijse) Het locaties aan de Parallelweg waar voorheen de bedrijven Heva en Leemrijse waren gevestigd zijn beschikbaar voor herontwikkeling voor nieuwe bedrijvigheid.
Pagina 125 van 153
Paragraaf G Grondbeleid Overige • Hilgelo Het is de bedoeling dat er aan de noordzijde van ’t Hilgelo een hoogwaardige en onderscheidende voorziening komt voor verblijfs- en dagrecreatie. Het plan 't Praedium is in het najaar 2009 vertaald in de structuurvisie voor ’t Hilgelo. Deze structuurvisie is samen met de Plan MER en de exploitatieovereenkomst met de projectontwikkelaar Roelofs/van Wijnen op 25 februari 2010 vastgesteld door de gemeenteraad. De verdere voortgang is sindsdien afhankelijk van het contracteren van een belegger en/of exploitant voor het project door de ontwikkelaar. Mede door de economisch moeilijke tijden is men daar tot nu toe nog niet in geslaagd. Dit maakt het doorgaan van het project onzeker. Daarom worden de benodigde gronden vooralsnog niet verworven en wordt met de verdere uitwerking van het ontwerp-bestemmingsplan gewacht tot een exploitant bekend is. • Emplacement In samenspraak met de grondeigenaar, NS Poort, worden de mogelijkheden voor de verdere herontwikkeling van het spooremplacement verkend. In samenhang met een nieuwe invulling voor het emplacement wordt beoogd de Parallelweg op te waarderen tot volwaardige invalsroute naar het centrum. Financiële prognose grondexploitaties Bij de samenstelling van de jaarrekening 2013 zijn de exploitatieberekeningen voor de complexen in exploitatie geactualiseerd. De prognose voor deze complexen is als volgt: boekwaarde 31-12-2013
complex
uitgaven na 2013
opbrengsten eindjaar eindsaldo na 2013 exploitatie exploitatie
NCW eindsaldo per 31-12-2013 inclusief voorziening
Grondexploitatie in exploitatie Eelink
3.749.204
2.026.712
7.156.356
2024
336.149
207.135
Project Parallelweg
659.653
314.813
993.750
2015
-34.496
411
Morgenzon
670.060
3.048.665
7.845.467
2021
4.568.887
3.212.773
Zonnebrink (vm Driemark)
145.136
1.094.603
2.656.000
2023
1.437.802
925.841
Boterstraat (vm Driemark)
51.780
383.706
580.332
2017
122.097
102.386
IWO Pelkpark
151.039
874.516
1.580.000
2019
490.175
376.403
Fortuna e.o.
807.550
462.146
2.317.755
2019
956.759
734.691
Bedrijvenlandgoed Slinge
1.445.955
1.904.035
3.278.130
2018
-494.896
2.870
Totaal
7.680.378
10.109.196
26.407.789
5.562.510
In het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2013 (MPG 2013), gelijktijdig met de jaarrekening 2013 door de raad vastgesteld, wordt verder uitgebreid ingegaan op de projecten in de grondexploitatie. De actuele prognose voor de boekwaarde van de grondexploitaties is als volgt: jaar
boekwaarde per 1-1
winstafdracht
2015
9.836.000
p.m.
2016
8.859.000
p.m.
2017
6.086.000
p.m.
2018
4.315.000
p.m.
2019
2.451.000
p.m.
Pagina 126 van 153
Paragraaf G Grondbeleid
In de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn geen winstafdrachten vanuit de grondexploitatie verwerkt. In het MPG 2013 wordt er rekening mee gehouden dat het project Boterstraat in 2017 met een positief resultaat wordt afgesloten. Voorzichtigheidshalve is deze verwachting voor 2017 nog niet in de begroting verwerkt. Begroting 2015 In de begroting 2015 zijn budgetten opgenomen voor de uitgaven die in 2015 voor de grondexploitaties worden gedaan. Deze budgetten zijn gebaseerd op het MPG 2013 en op onderdelen aangepast op basis van voortschrijdend inzicht. De in de begroting 2015 opgenomen budgetten zijn: Complex
Uitgaven 2015
12 Eelink
369.000
15 Parallelweg (vm Heva)
26.000
17 Morgenzon
320.000
20 Zonnebrink
149.000
21 Boterstraat
157.000
24 IWO Pelkpark
245.000
54 Fortuna 91 Bedrijvenlandgoed Slinge 22 Prins Hendrikstraat (voorbereidingskrediet) 19 Narcisstraat (budget exploitatielasten) 92 De Rikker fase 5b (particuliere exploitatie) Totaal complexen
94.000 1.382.000 35.000 27.000 11.000
2.815.000
Voorziening grondexploitatie Binnen de grondexploitatie is een voorziening algemene tekorten bouwgrondexploitatie van € 1.382.000,- getroffen. Met deze voorziening wordt een aantal voor de toekomst te voorziene verliezen afgedekt. De voorziening is als volgt gespecificeerd: Omschrijving
Bedrag
Narcisstraat
452.000
Gaxel
300.000
Project Parallelweg
32.000
Bedrijvenlandgoed Slinge
400.000
Risicovoorziening particuliere exploitaties
198.000
Totaal getroffen voorziening
1.382.000
Narcisstraat/Gaxel De complexen Narcisstraat en Gaxel zijn nog niet in exploitatie genomen. Er zijn voor deze gebieden nog geen bestemmingsplannen vastgesteld en nog geen goedgekeurde grondexploitaties. Op grond van de Pagina 127 van 153
Paragraaf G Grondbeleid regels voor de jaarrekening (BBV) dienen dergelijke gronden op de balans te worden opgenomen voor de verkrijgingsprijs. Indien de feitelijke waarde bij de huidige bestemming minder is dan de aanschafwaarde dient te worden afgewaardeerd of dient een voorziening te worden getroffen voor het verschil. Voor het complex Narcisstraat wordt met de voorziening van € 452.000,- het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de WOZ-waarde, die de vrije verkoopwaarde in het economisch verkeer representeert, afgedekt. Voor het complex Gaxel dekt de voorziening van € 300.000,- het verschil tussen de verwervingskosten en de waarde bij agrarisch gebruik. Project Parallelweg In het MPG bij de jaarrekening 2013 is gerekend met een voorzichtiger verwachting ten aanzien van de opbrengst van dit bedrijventerrein. De herziene exploitatieberekening sloot met een tekort van € 32.000,- waarvoor een voorziening is getroffen. Bedrijvenlandgoed Slinge Financieel is dit een moeilijke grondexploitatie. Al met al wordt rekening gehouden met een tekort op de exploitatie van ruim € 2 miljoen. Van het tekort wordt € 0,9 miljoen gedragen door de provincie via een toegekende SEB-bijdrage. Het resterende gedeelte van het tekort (€ 1,15 miljoen) komt voor rekening van de gemeente. In de jaarrekening 2009 is al € 750.000,- afgewaardeerd op dit complex. Voor het resterende bedrag is een voorziening van € 400.000,- getroffen. Particuliere grondexploitaties Bij particuliere grondexploitaties worden de door de gemeente te maken kosten aan particuliere projectontwikkelaars doorberekend op basis van exploitatieovereenkomsten. Het kan voorkomen dat niet alle kosten worden verhaald, bijvoorbeeld doordat achteraf bezien de gemaakte kosten hoger uitvallen dan de vergoedingen die op basis van exploitatieovereenkomsten kunnen worden gedeclareerd of doordat projecten niet volgens plan worden afgerond. Bij de jaarrekening 2013 wordt opnieuw beoordeeld of het niveau van de voorziening moet worden bijgesteld. Bij de samenstelling van de begroting 2014 is er geen aanleiding tot maatregelen ten aanzien van de voorziening. Algemene reserve / weerstandvermogen Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor provincies en gemeenten geeft aan dat gemeenten de risico’s voortvloeiend uit de grondexploitaties moeten kunnen opvangen. Om te beoordelen of de gemeente hiervoor over voldoende weerstandscapaciteit beschikt, wordt aan de hand van een risicoanalyse de benodigde weerstandscapaciteit berekend. In het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2011 (MPG 2011) en in het MPG 2010 is de risicoanalyse voor de grondexploitatie uitgewerkt met een Monte Carlo analyse. Het gewenste weerstandsvermogen kwam uit op € 1,9 miljoen respectievelijk € 2,7 miljoen. Gebruikelijk is dat gemeenten een algemene reserve grondexploitatie hebben die als weerstandsvermogen voor de grondexploitatie dient. De gemeente Winterswijk kent geen algemene reserve grondexploitatie. De reserve grondexploitatie is in 2006 opgenomen in de algemene reserve. Daardoor is er geen separaat weerstandsvermogen voor de grondexploitatie beschikbaar. Winsten op complexen komen na realisatie tot uitdrukking in het rekeningsaldo van de gemeente en worden daardoor rechtstreeks toegevoegd aan de algemene reserve van de gemeente. Voorzienbare verliezen worden in het jaar waarin ze zijn geconstateerd verwerkt in de jaarrekening en ten laste van de algemene reserve van de gemeente gebracht. Methode van winstneming De winst kan op twee manieren worden genomen.
Pagina 128 van 153
Paragraaf G Grondbeleid De eerste is volgens de Percentage of Completion methode (PCM). Dit betekent dat de winst wordt genomen naar rato dat de gronden worden verkocht. Dit betekent dat de totale winst relatief vroeg in de totale looptijd van een exploitatie moet worden ingeschat. Er kunnen soms jaren overheengaan vanaf het moment dat de eerste gronden worden verkocht tot het einde van de exploitatie. Gedurende deze jaren kunnen nog veel onverwachte ontwikkelingen, de winst beïnvloeden. In Winterswijk is gekozen voor de tweede methode. Winst wordt pas genomen op het moment dat redelijkerwijs zeker is dat er ook inderdaad winst is. Dit gaat als volgt. Een exploitatie wordt financieel verantwoord op basis van boekwaarden. Zodra er kosten worden gemaakt (grondaankopen, bouwrijp maken, rente, etc.) worden deze kosten geactiveerd. Er ontstaat een boekwaarde. Op de balans verschijnen deze als ‘voorraden’. Op het moment dat gronden worden verkocht, wordt de opbrengst in mindering gebracht op de boekwaarde. Bij een financieel gezonde exploitatie zijn de opbrengsten groter dan de kosten. Er ontstaat dus een negatieve boekwaarde. Op dat moment wordt nog geen winst genomen. De winst wordt pas genomen op het moment dat de negatieve boekwaarde ‘groter’ is dan de verwachte nog te maken kosten. Pas dan wordt de winst ’afgeroomd’. Zijn er geen verwachte toekomstige kosten meer, dan wordt alle negatieve boekwaarde als winst beschouwd. Deze gronden worden dan in de balans opgenomen tegen een boekwaarde nul. Vanaf dat moment worden alle verkopen gezien als volledige winst.
Pagina 129 van 153
Paragraaf H Algemene middelen
Paragraaf H Algemene middelen
Overzicht algemene middelen Eén van de voorschriften in het BBV is dat er een overzicht wordt gepresenteerd van de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente. Omschrijving (bedragen *1000)
jaarrekening 2013
Prognose 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Algemene uitkeringen en bijzondere uitkering
28.313
29.668
38.251
38.188
37.668
37.366
Lokale heffingen en leges
13.332
13.331
13.790
13.591
13.572
13.572
Dividend en rente
2.908
2.441
2.595
2.600
2.632
2.573
Overige inkomsten
24.264
27.926
28.948
21.862
21.249
20.848
Totaal algemene middelen
68.817
73.366
83.584
76.241
75.121
74.359
Begrotingsnorm Europese Monetaire Unie (EU-norm) Het begrotingstekort van de gehele overheid mag volgens Europese normen niet hoger zijn dan 3%. Dit geldt dus niet alleen voor het tekort van de Rijksoverheid maar voor het saldo van alle overheden bij elkaar, inclusief de gemeenten. In principe moet de gemeente dus ook voldoen aan deze norm. Dit verschil met ons “BBV-resultaat” heeft te maken met een totaal andere manier van berekenen. Ons BBV-resultaat is een zogenoemd baten-lastensaldo. Daarbij wordt uitgegaan van de kosten die worden gemaakt voor een bepaald jaar. In dit resultaat houden we bijvoorbeeld rekening met afschrijvingen op investeringen. Afschrijvingen zijn echter geen uitgaven in een bepaald jaar. Er wordt ook rekening gehouden met nog te betalen kosten en nog te ontvangen bedragen. Het begrotingsresultaat wordt op Rijksoverheidsniveau en dus ook het EMU-saldo echter geheel anders berekend dan op provinciaal en gemeentelijk niveau. Het EMU saldo is op kasbasis. Daarbij kijken we dus echt naar wat is er ingekomen en wat is er uitgegaan aan geld. De Rijksoverheid kent dus geen kapitaallasten, maar rekent de investeringen en grondaankopen en dergelijke mee in het resultaat. Dat wil zeggen dat de investeringen die we in een bepaald jaar doen, in het geheel als “kosten” worden genomen. Het fenomeen afschrijvingen wordt dus niet toegepast in dit stelsel. Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof) De Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof) betreft de Nederlandse uitwerking van Europese afspraken ten aanzien van het EMU tekort. Het doel van de Wet HOF is te zorgen dat Nederland voldoet aan de EMU norm van maximaal 3% tekort op de begroting. De achterliggende gedachte bij de Wet HOF is, zorgen dat de provincies en gemeentes bijdragen aan houdbare overheidsfinanciën. Het Nederlandse EMU-tekort, voor het jaar 2015, is geraamd op € 14,6 miljard (2,2 % van het binnenlands bruto product = bbp). Dit bedrag is een optelsom van het tekort van het Rijk (€ 12,8 miljard) en de tekorten bij de decentrale overheden (in totaal € 1,8 miljard). In 2015 is het aandeel van de decentrale overheden in het totale EMU-tekort gemaximeerd op 0,5% bbp, waarvan 0,34% voor gemeenten. Alle tekorten van de gemeenten te samen moeten onder 0,34% blijven. Iedere gemeente heeft een referentiewaarde voor het te kort gekregen. Winterswijk heeft voor 2015 een EMU referentiewaarde van € 3.2 miljoen. Dit houdt in dat het EMU tekort voor Winterswijk niet hoger mag zijn dan € 3.2 miljoen. Wanneer het begrotingstekort te hoog wordt en Brussel kiest ervoor om Nederland te sanctioneren dan kan het Rijk dit aan lagere overheden doorberekenen door middel van een korting op het gemeentefonds
Pagina 130 van 153
Paragraaf I integriteit
Paragraaf I integriteit Integriteit heeft alles te maken met de kwaliteit van openbaar bestuur. Ook kan integriteit het vertrouwen van burgers in hun gemeente maken of breken. De gemeente moet dus extra aandacht geven aan integriteit, temeer omdat zij werkt met publieke middelen en op veel terreinen een monopolie positie heeft. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen politiek ambtsdragers en ambtenaren. Integriteit politiek ambtsdragers De integriteit van politiek ambtsdragers is voor een deel wettelijk geregeld. De Gemeentewet bevat bepalingen over respectievelijk verboden handelingen (art. 15) en het niet-deelnemen aan stemmingen (art. 28). Art. 2.4 Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat elk bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid vervult en dat het bestuursorgaan ervoor waakt dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden. In aanvulling hierop is er een aantal gemeentelijke regels en procedures ontwikkeld. De gemeenteraad heeft op 26 januari 2012 de ‘Gedragscode voor politiek ambtsdragers van de gemeente Winterswijk’ vastgesteld. Onder ‘politiek ambtsdragers’ wordt in dit verband verstaan de burgemeester, wethouders en raadsleden. Via de ‘Verordening op de raadscommissies’ is de gedragscode ook van toepassing op commissieleden en plaatsvervangende commissieleden. Op 31 oktober 2012 heeft de gemeenteraad het ‘Stappenplan onderzoek en registratie integriteitsschendingen politiek ambtsdragers’ vastgesteld. Het stappenplan moet leiden tot een meer uniforme aanpak bij vermeende of echte schendingen van de integriteit door politiek ambtsdragers. Het voorkomt willekeur en geeft betrokkenen zekerheid dat integriteitskwesties procedureel zorgvuldig worden behandeld. Het presidium heeft op 25 juni 2012 ingestemd met de introductie van een zogenaamde integriteitstoets voor politiek ambtsdragers. Het doel van de integriteitstoets is om problemen juist te voorkomen. Politiek ambtsdragers kunnen in situaties waarin integriteit een rol speelt – bijvoorbeeld bij een mogelijke belangenverstrengeling – contact opnemen met de juridisch controller en de griffier om samen een inschatting te maken van de situatie. Voorts vindt er elk halfjaar een actualisatie van nevenfuncties van alle politiek ambtsdragers plaats. Elke wijziging op dat terrein moet in beginsel door elke politiek ambtsdrager direct openbaar worden gemaakt. Ook dit jaar is er – op 11 juni 2014 – voor leden van de gemeenteraad, het college en het managementteam weer een informatieavond gehouden over integriteit bij politieke ambtsdragers. Daar is onder meer door dr. M. Becker, docent faculteit wijsbegeerte van de Radboud Universiteit Nijmegen, een presentatie gehouden onder de titel ’Integriteit: waar gaat het om?’. Tot slot is in het format voor de B&W-nota’s het kopje ‘integriteit’ toegevoegd zodat in de nota’s expliciet aandacht wordt besteed aan dit onderwerp. Integriteit ambtenaren De Ambtenarenwet (art. 125quater) verplicht het college ”een integriteitsbeleid te voeren dat is gericht op het bevorderen van goed ambtelijk handelen en dat in ieder geval aandacht besteedt aan het bevorderen van integriteitsbewustzijn en aan het voorkomen van misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie”. Het college moet ervoor zorgen ”dat het integriteitsbeleid een vast onderdeel uitmaakt van het personeelsbeleid in ieder geval door integriteit in
Pagina 131 van 153
Paragraaf I integriteit functioneringsgesprekken en werkoverleg aan de orde te stellen en door het aanbieden van scholing en vorming op het gebied van integriteit”. Op gemeentelijk niveau is de integriteit van ambtenaren allereerst geregeld in de Arbeidsvoorwaardenregelingen gemeente Winterswijk (CAR-UWO). De artikelen 15:1 en 15:1a t/m 15g gaan over de rechten en plichten van ambtenaren. Basisregel is dat de ambtenaar gehouden is zich te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Verder zijn bijvoorbeeld bepalingen opgenomen over het verbod om geschenken en gelden aan te nemen, over nevenwerkzaamheden en over de af te leggen eed of belofte. Op grond van art. 2.2 lid 3 kan voor aanstelling als vereiste worden gesteld, dat betrokkene in het bezit is van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Deze verklaring wordt gevraagd bij een ambtelijke aanstelling en bij externe inhuur voor langer dan drie maanden. Voor tijdelijke medewerkers die bij het Klant Contact Centrum en Burgerzaken met waardedocumenten (paspoort, ID-kaart, rijbewijs) werken geldt een verscherpte eis. Zij mogen niet eerder met hun werkzaamheden aanvangen dan nadat ze een VOG hebben overgelegd. Hieraan is ook in 2014 voldaan. Verder zijn de volgende gemeentelijke regelingen van kracht: • De Integriteitsregeling gemeente Winterswijk (collegebesluit van 6-5-2008). In deze regeling is een gedragscode voor ambtelijke integriteit opgenomen. • De Regeling openbaarmaking nevenwerkzaamheden en/of financieel belang Winterswijk (collegebesluit van 9-9-2008) en de Regeling openbaarmaking nevenwerkzaamheden en/of financieel belang ambtenaren van de griffie (raadsbesluit van 30-10-2008). In deze regelingen is voor een beperkt aantal ambtenaren de openbaarmaking van nevenwerkzaamheden en/of een financieel belang nader geregeld. • De Regeling melding vermoeden misstanden (collegebesluit van 24-1-2012). Dit is de klokkenluidersregeling van de gemeente. • Het Reglement Vertrouwenscommissie 2013 (collegebesluit van 29 januari 2013). De gemeente heeft een vertrouwenscommissie die een luisterend oor kan bieden voor een individuele werknemer/klager/hulpvrager van de gemeente Winterswijk, waarbij eventueel (en indien gewenst) advies gegeven kan worden of bemiddelend kan worden opgetreden. De aard van de hulpvraag/klacht kan betrekking hebben op rechtspositionele besluiten of op een aangelegenheid tussen het management en de werknemer, maar daarnaast ook op een melding in het kader van ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, agressie en geweld, discriminatie en seksuele intimidatie). Een melding ten aanzien van ongewenst gedrag wordt als een interne melding beschouwd gelet op de mogelijkheid ook extern een klacht te melden bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag (LKOG) te Den Haag. Deze commissie is ingesteld door het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). • De Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2013 (collegebesluit van 29 januari 2013). Deze regeling heeft betrekking op de hiervoor genoemde klachtbehandeling door de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag (LKOG) te Den Haag. De klager kan zich ook direct melden tot deze commissie. De commissie onderzoekt de klacht en brengt advies uit aan het bevoegd gezag (in de praktijk is dat de door het college gemandateerde algemeen directeur). • Het managementteam stelt jaarlijks een Sociaal Jaarverslag vast. Daarin moet ook van integriteitsschendingen melding worden gemaakt. Ter uitvoering van het integriteitsbeleid is er binnen de ambtelijke organisatie blijvende aandacht voor dit thema. Integriteit is een onderwerp in de gesprekkencyclus. Ook de Ondernemingsraad vervult een zelfgekozen rol door het management regelmatig over dit onderwerp te bevragen Het onderwerp integriteit wordt periodiek in het MT besproken en is onderdeel van het Humen Resource-plan.
Pagina 132 van 153
Bijlage 1: Overzicht investeringen 2015-2018
Bijlage 1: Overzicht investeringen 2015-2018
(bedragen x € 1.000) Programma Werkdoel 2 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 9 10 14 14 14
2015 2016 2017 2018 Uitgaaf Inkomst Uitgaaf Inkomst Uitgaaf Inkomst Uitgaaf Inkomst
Handhaving WABO herinrichting Dennenoord Oplevering voorm. Cobercoterrein Herontwikkeling omg. Narcisstraat Uitvoering verkeersstructuurplan Herinr. Narcis- Crocusstraat etc. Rioolbeheer en onderhoud buitengebied Hakkelerkamp Oost fase 1 KD Dingstraat Omgeving gemeentehuis herinrichting Schimmelpennincklaan; asfalt Korenstraat herinrichting Waliensestraat Instandhouding Haartweg Poolserweg Fietspad Schimmelpennincklaan Fietspad Bataafseweg Plateau Tuunterstraat bij Anemoonstraat Ravenshorsterweg (Plusmarkt-Schimmelpennicklaan) herinrichting Ravenhorstweg IWO Vliertuin Aanleg fietsstroken Parallelweg RAL fietspaden (instandhouding) Fietspad tussen station en Wooldseweg Parallelweg KSB3 Aanleg en reconstructie Vliertuin Herinrichting Kloksteeg - Notaristuin Instandhouding Schaapsweg Brugvervanging Mr. Ten Houtenlaan Brugvervanging Steurkampweg Wegen buiten de kern Beheer en onderhoud sportaccomodaties WMO individuele voorzieningen Gebouwenbeheer/onderh.Ambt.app. ICT uitvoering projecten autom.plan Gebouwenbeheer/onderh. Begraafplaat
16 540 450 20 100
-300 1.179 109 5 50 40
130 40 250 20 36 5 183 144
40 50
50 392 481
1.026 115
293 344 25
578 153 149 186
20 1.275 90 80 100 1.500 500 80 98 50 93
-60
-1.180 -250
300 100 310 31 440
310 131 40 6.654
1.730-
300
300
310 288
2.004
60-
59
2.114
-
3.232
-
Overige posten: (bedragen x € 1.000) Programma 4 3 6
Werkdoel Grondexploitatie* Aflossing verstrekte leningen Aflossing verstrekte leningen
2015 Uitgaaf 4.188
2016
Inkomst -5225 -7 -58
Uitgaaf 1.203
2017
Inkomst -4469 -8 -59
Uitgaaf 978
2018
Inkomst -3278 -1 -59
Uitgaaf
Inkomst
883
-3277 0 -6
*voor de berekening van de benodigde financiering is geen rekening gehouden met de bovenstaande inkomsten uit grondexploitatie. Totaal investeringen: (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Investeringen
4.924
1.944
2.114
3.232
Grondexploitatie
-1.037
-3.266
-2.300
-2.394
Totaal
3.887
-1.322
-186
838
Pagina 133 van 153
Bijlage 2: Reserves en voorzieningen
Bijlage 2: Reserves en voorzieningen 2015-2018 Omschijving (*1000)
Algemene reserve Algemene Reserve - vrij besteedbaar Rekeningresultaat Sub Totaal Overige bestemmingsreserves Inzamelingsstructuur huishoudelijk afval Bestemmingsreserve dekking ihkv bezuinigen Bestemmingsreserve stadsuitleg Bestemmingsreserve tarieven riolering Bestemmingsreserve automatisering Bestemmingsresrve onderhoud graven WMO
Saldo 01-01-2015
Verminderen
Saldo 31-12-2015
40.660
0
40.583 77 40.660 160 884 210 628 324 2.790 1.085
160 884 210 628 324 2.790 1.085 6.081 46.741
40.583 40.583
77 77
160 884 210 628 324 3.020 1.085
Sub Totaal Totaal eigen vermogen
6.311 46.894
Omschijving (*1000)
Saldo 01-012015
Algemene Voorzieningen Uitvoering wet APPA VRZ Voormalig personeel VRZ Wadi's Invulling CAO-gelden OR Sub Totaal Egalisatievoorzieningen Rioolrecht egalisatievoorziening Sub Totaal
Toevoegen
230
0 77
230 230
6.081 46.741
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-12-2015
2.161 1.353 0 76 3.589
115 9 0 0 124
0 179 0 0 179
2.276 1.183 0 76 3.534
2.657 2.657
67 67
63 63
2.661 2.661
Saldo 01-012015
40.660
Saldo 01-012016
Toevoegen
27 27
Verminderen
Saldo 31-122015
0
40.660 27 40.687
40.687
160 884 210 628 324 2.560 1.085
160 884 210 628 324 2.560 1.085
5.851 46.538
5.851 46.538
0
230
0 27
230 230
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122016
2.276 1.183 0 76 3.534
44 0 0 0 44
0 118 0 0 118
2.320 1.064 0 76 3.459
2.661 2.661
157 157
3 3
2.814 2.814
Saldo 01-012016
40.687
Saldo 01-012017
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122016
0 0 0
40.687 78 40.765
40.765
78 78
160 884 210 628 324 2.330 1.085
160 884 210 628 324 2.330 1.085
5.621 46.386
5.621 46.386
230
0 78
230 230
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122017
2.320 1.064 0 76 3.459
44 -37 0 0 7
0 78 0 0 78
2.364 950 0 76 3.389
2.814 2.814
277 277
3 3
3.088 3.088
Saldo 01-012017
40.765
Saldo 01-012018
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122017
268 268
0 0 0
40.765 268 41.033
230
0 268
230 230
160 884 210 628 324 2.100 1.085 5.391 46.424
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122018
2.364 950 0 76 3.389
44 -37 0 0 7
0 78 0 0 78
2.408 835 0 76 3.318
3.088 3.088
0 0
-11 -11
3.099 3.099
Pagina 134 van 153
Bijlage 2: Reserves en voorzieningen Omschijving (*1000)
Onderhoudsvoorzieningen Brandweerkazerne onderhoud Onderhoud banken Onderhoud fonteinen Algemene begraafplaats onderhoud Skinny-Binny Spoorstraat 12 onderhoud Kortestraat 38 onderhoud Kortestraat 38 peuterspeelzaal onderhoud Vlierstraat 5 onderhoud Vm Zwanenpol Plataanlaan onderhoud Loods Kastanjelaan 94 onderhoud Parallelweg 48 (pand Leemrijse) onderhoud Burloseweg 32 Onderhoud Leliestraat 9 Onderhoud Jacobstoren (incl klokken) onderhoud Sportzaal Hazelder onderhoud Sportzaal Stegeman onderhoud Sportzaal Bargerpaske onderhoud Sportzaal Alma onderhoud Gymnastieklokaal Woold onderhoud Sportcomplex Jaspers onderhoud Sportcomplex Vredenseweg onderhoud Monumenten Museum Freriks onderhoud Wijkaccommodatie de Olm onderhoud Peuterspeelzaalwerk onderhoud Gemeentehuis K. Rietbergplein onderhoud Beatrixschool Boterstraat 2 (archief) onderhoud Gymzaal 't Kempken onderhoud Onderhoud Strandbad (incl. paviljoen) onderhoud Sportcomplex Rusthuisstraat onderhoud Gemeentekantoor Stationsstr onderhoud Lijkenhuisje (oude begraafplaats) onderhoud Sporthal Spoorzone onderhoud Budocentrum onderhoud Sub Totaal Totaal voorzieningen
Saldo 01-012015
126 0 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 47 11 10 38 2 7 176 0 36 95 8 196 7 9 0 1.128 7.373
Toevoegen
Verminderen
Saldo 3112-2015
28 0 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 24 14 15 6 2 0 0 9 0 0 10 0 0 5 23 6 66 2 144 1 397 588
28 2 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 24 14 15 6 2 2 1 9 0 0 10 51 0 5 23 6 66 -2 144 1 448 690
126 -1 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 44 11 10 38 2 7 124 1 36 95 8 196 11 9 1 1.078 7.273
Saldo 01-012016
126 -1 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 44 11 10 38 2 7 124 1 36 95 8 196 11 9 1 1.078 7.273
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122016
28 0 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 0 14 15 6 2 0 0 9 0 0 10 0 0 5 23 6 66 2 144 1 373 574
28 2 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 0 14 15 6 2 2 1 9 0 0 10 51 0 5 23 6 66 -2 144 1 424 546
126 -1 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 42 10 10 38 2 7 73 1 36 95 8 196 15 9 1 1.028 7.302
Saldo 01-012017
126 -1 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 42 10 10 38 2 7 73 1 36 95 8 196 15 9 1 1.028 7.302
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122017
28 0 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 0 14 15 6 2 0 0 9 0 0 10 0 0 5 23 6 66 2 144 1 373 658
28 2 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 0 14 15 6 2 2 1 9 0 0 10 51 0 5 23 6 66 -2 144 1 424 506
126 -1 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 40 9 10 38 2 7 22 1 36 95 8 196 19 9 1 979 7.454
Saldo 01-012018
126 -1 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 40 9 10 38 2 7 22 1 36 95 8 196 19 9 1 979 7.454
Toevoegen
Verminderen
Saldo 31-122018
28 0 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 0 14 15 6 2 0 0 9 0 0 10 0 0 5 23 6 66 2 144 1 373 380
28 2 4 5 3 17 0 0 0 2 0 1 1 9 0 14 15 6 2 2 1 9 0 0 10 51 0 5 23 6 66 -2 144 1 424 491
126 -1 10 20 1 76 14 84 0 4 -3 5 2 0 0 33 21 43 49 38 9 10 38 2 7 -29 2 36 95 8 196 23 9 1 929 7.343
Pagina 135 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk In deze bijlage zijn relevante en interessante kerncijfers per programma opgenomen. Programma 2: Vergunning verlening en handhaving Vergunningverlening aantal vergunningen/ ontheffingen bouw, apv & bijz. wetten aantal meldingen (kap, live-muziek) totale inkomsten Bron: Peildatum:
2014 602 17 € 251.142,17 GisVG lijst/ overzichtslijst APV 18-9-2014
Handhaving
Aantal handhavingszaken Verbeurde dwangsommen
Toezicht drank en horeca
2014 Er lopen op dit moment 43 handhavingszaken en er moeten er ook nog 43 opgepakt worden. Verder zijn er in 2014 tot op heden 333 klachten/meldingen bij team Handhaving ingediend. In 2014 zijn er tot op heden 3 invorderingsbeschikkingen verstuurd voor in totaal € 61.500,- aan verbeurde dwangsommen. 21 zaken met betrekking tot de Drank- en Horecawet waarvan er nu 9 zijn afgerond. Op dit moment ligt het toezicht op de Drank- en Horecawet stil, omdat de toezichthouder Drank- en Horecawet wegens omstandigheden niet inzetbaar is.
Bron: Peildatum:
Excelbestand 'Meldingenlijst 2014-1' team Handhaving 17-sep-14
Programma 3: Economie Inkomenspositie gem. besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens Bron: Peildatum:
2012 32.000
www.waarstaatjegemeente.nl 2012
Programma 4: Ruimtelijke ontwikkeling kern, verkeer en vervoer Woningmarkt Gem.grootte 25.000 Winterswijk 50.000 inwoners
Samenstelling woningvoorraad in 2012, naar bouwvorm (%) Eéngezinswoningen (%) Meergezinswoningen (%)
2012 2012
90,6 9,4
84,7 15,3
Provincie Gelderland
Nederland
82,2 17,8
70,7 29,3
Bron: Systeem Woningvoorraad
11% van de woningvoorraad is gebouwd na 2000. De gemeente Winterswijk kent naar verhouding minder woningen uit de periode na 2000, en meer woningen uit de periode tussen 1900 en 1950 dan de andere gemeenten in de vergelijkbare gemeentegrootteklasse.
Pagina 136 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk
Gem.grootte 25.000 Winterswijk 50.000 inwoners
Samenstelling woningvoorraad in 2013, naar bouwjaar (%) vanaf 2000 1985-2000 (%) 1950-1985 (%) 1900-1950 (%) 1800-1900 (%) voor 1800 (%)
2013 2013 2013 2013 2013 2013
11 15 43 24 6 0
15 20 50 13 1 0
Provincie Gelderland
Nederland
15 20 48 15 2 0
15 20 46 17 2 1
Bron: Dataland
WOZ-waarde De gemiddelde WOZ-waarde in gemeente Winterswijk bedraagt 193.000 euro, tegen gemiddeld 239.000 euro in de groep gemeenten van vergelijkbare bevolkingsomvang. Gem.grootte 25.000 Provincie Winterswijk 50.000 Gelderland inwoners Gemiddelde WOZ-waarde (* € 1.000)
Nederland
193
239
237
225
2008
2009
2010
2011
2012
7,3
4,9
9,4
7,1
7
2012 97 km 212 km 125 km 27 km 0 6 km
2013 97 km 212 km 125 km 32 km 0 0,2 km
2014 98 km 212 km 125 km 29,5 km 58 km 0 km
2015 98 km 212 km 125 km 29,5 km 58 km 1,5 km
2 km
0 km
2,3 km
1,5 km
0 4.950 st 200 st 69 st
0 5.010 st 200 st 69 st
3,5 km 5.050 st 200 st 69 st
3 km 5.050 st 200 st 69 st
vervanging bruggen (autoverkeer)
2 st
0
1 st
2 st
vervanging brugdekken (autoverkeer) vervanging voet-/fietsbruggen (dek) tunnel
1 st 2 st 1 st
0 0 1 st
0 0 1 st
0 0 1 st
Bron: WSG (Systeem Woningvoorraad) Peildatum: Woz-waarde in 2014
Verkeersveiligheid Verkeersveiligheid Geregistreerde ongevallen totaal per 1.000 inwoners -Winterswijk Bron: WSG (Verkeersveiligheid) Peildatum: 2007- 2012
Onderhoud kapitaalgoederen Kengetallen wegen verharde wegen binnen de kom verharde wegen buiten de kom zandwegen fietspaden vm RAL fietspaden instandhouding wegen binnen de kom
instandhouding wegen buiten de kom instandhouding fietspaden openbare verlichting vervanging openbare verlichting bruggen
Pagina 137 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk Kengetallen riolering en waterbeheer riolering gemengd en vuilwater riolering hemelwater drukriolering persleiding drukriolering pompunits kolken wadi’s bergingsvijver aansluitingen riolering aansluitingen drukriolering vervanging riolering aanleg hemelwaterriolering nog af te koppelen verhard oppervlak inspectie en reiniging riolering
2012 113 km 56 km 266 km 1.001 st 9.050 st 11 st 1 st 10.175 st 2.630 st 5 km 6 km 4 ha 12 km
2013 118 km 58 km 266 km 1.001 st 9.100 st 11 st 1 st 10.200 st 2.635 st 0 0,2 km 1 ha 12 km
2014 118 km 58 km 266 km 1.001 st 9.100 st 11 st 1 st 10.200 st 2.635 st 1,5 km 0,2 km 1 ha 12 km
2015 118 km 58 km 267 km 1.003 st 9.100 st 11 st 1 st 10.200 st 2.640 st 1,5 km 0,2 km 1 ha 12 km
Kengetallen groen areaal groen vervanging groen
2012 136,2 ha 2 ha
2013 139,8 0,2
2014 140,5 0,2
2015 140,5 0,2
2011 194.639 105
2010 200.745 2.373 79 3,30% 213
2011 196.311 2.253 87 3,90% 213
2012
2013
596
1.933
0
0
0
0
0
1/0
1/0
2/0
2/0
2/0
Aantal openbare laadpalen (e-auto's)
0
0
0
3
3
Verdeling ingezameld huishoudelijk afval kunststof verpakkingsafval GFT-afval papier restafval
-
2,20% 21,90% 17,50% 58,30%
1,80% 22,20% 16,20% 59,80%
2,10% 22,90% 15,70% 59,30%
Bron: begroting 2015 paragraaf C Kapitaalgoederen Peildatum: 2012 t/m 2015
Programma 5: Innovatie, Duurzame energie en Milieu Indicator CO2-uitstroom (ton) Energieverbruik (TJ) Hernieuwde energie (TJ) als % van totaal energieverbruik vermogen zonnepanelen (kWpiek) 2)
Aantal Winterswijkse AGEM-klanten Aantal deelauto's (bedrijfsmaig/particulier)
Bron:
90
Klimaatmonitor, www.klimaatmonitor.databank.nl 2
) Bron: AGEM
Programma 6: Kunst, cultuur en erfgoed Bibliotheek Winterswijk bezoekers uitleningen Bron: Peildatum:
2013 95.784 197.062 jaarverslag 2013 Bilbiotheek 31-12-2013
Pagina 138 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk De Storm bezoekers Bron: Peildatum:
2012-2013 61.000 jaarverslag 2012-2013 De Storm 30-6-2013
Villa Mondriaan bezoekers Bron: Peildatum:
2013* 11.089 Jaarverslag 2013 Villa Mondriaan 31-12-2013 * 18 mei - 31 december 2013
Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers Virtuele unieke bezoekers Fysieke geregistreerde bezoekers Archiefstukken opgevraagd op de studiezaal Bron: Peildatum:
Jaarverslag 2013 31-12-2013
Muziekschool Aantal leerlingen Bron: Peildatum:
2013 779 Jaarverslag 2013 31-12-2013
Subsidies Aantal verstrekte subsidies Bedrag verstrekte subsidies Bron: Peildatum:
2013 41.151 1.578 2.420
2013 111 4.239.609 Pentaho (eigen systeem) 31-12-2013
Programma 7: Arbeidsparticipatie en Inkomensvoorziening Aantal uitkeringen in Winterswijk WW WWB WAO WIA Wajong IOAW/Z Bron: Peildatum:
2014 840 562 620 210 480 42 CBS/Ken je gemeente en SDOA(WWB en Ioawz) CBS 2014/ SDOA juli 2014
Pagina 139 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk Beroepsbevolking (16-65 jr) Beroeps-bevolkings Niet beroeps-bevolking Bron: Peildatum:
2013 12.900 4.800 CBS/Ken je gemeente 2013
Onderwijsniveau Laag Middel Hoog Bron: Peildatum:
2013 29,1 45,7 25,2 CBS/Ken je gemeente 2013
Sectoren Land/Bosbouw Nijverheid/Industrie Comm.Dienstverlening Bron: Peildatum:
2013 2 22 39 CBS/Ken je gemeente 2013
Programma 8: Basismobiliteit Leerlingen met vervoersvoorziening aantallen Bron: Peildatum:
2013 102
2012
2013
642 319 332
687 300 265
Eigen bestand Jaarultimo
Aantal uitstaande vervoersvoorzieningen Regiopassen Scootmobielen Rolstoelen (incl. electr.) Bron: Peildatum:
2012 107
GWS Jaarultimo
Programma 9: Sport Erkende sportverenigingen gemeente Aantal Bron: Peildatum:
2014 27 Sportnota sep-14
Pagina 140 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk
Aantal active sporters bij verenigingen
2013
Jeugdleden Seniorenleden
3.043 3.287
Bron: Peildatum:
Enquete behorende bij actualisatie Sportnota (geen volledigheidsgarantie) 1-1-2014
Aantal verstrekte subsidies sport Binnensport Buitensport Bron: Peildatum:
2014 21 7 Eigen systeem 2014
Programma 10: Maatschappelijke participatie en zorg Gebruik regelingen Welzijn & Zorg / Arbeidsparticipatie / Onderwijs / Inkomensondersteuning / Jeugdzorg
2011
Huishoudens, die gebruik maken van één of meer regelingen Huishouden, die geen gebruik maken van een regeling Huishoudens, die gebruik maken van één regeling Huishoudens, die gebruik maken van twee regelingen Huishoudens, die gebruik maken van drie regelingen Huishoudens, die gebruik maken van meer dan drie regelingen
7.385 5.445 2.625 1.725 945 2.095
Bron: Peildatum:
waarstaatjegemeente.nl 2011
Uitstaande voorzieningen HbH / PGB / PGB Alpha HH1 HH2 PGB PGB Alpha Bron: Peildatum:
2010 760 352 143
2011 799 311 133
2012 662 246 112 96
2013 593 172 95 135
GWS Jaarultimo
Programma 11: Jeugd(-zorg) en Onderwijs Leerlingen basisonderwijs (incl. speciaal onderwijs) Aantal Bron: Peildatum:
DUO 1-10-2013
Leerlingen voortgezetonderwijs Aantal Bron: Peildatum:
2012-2013 2.783
2012-2013 1.769 DUO 1-10-2013
Pagina 141 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk
Kinderen in Tel Kinderen in achterstands-wijken Werkloze jongeren (16-24jaar)
2012 13,45% 1,82%
Kinderen in jeugdzorg (nieuwe indicatie) Achterstandsleerlingen (4-12 jaar)
2,54% 10,40%
Bron: Peildatum:
Waarstaatjegemeente.nl 2012
Kinderopvang/peuterspeelzalen/peuteropvang Kinderopvang-locaties Peuterspeelzalen Peuteropvang-locaties Bron: Peildatum:
Gemeentegids 1-7-2014
Schoolverzuimdagen Primair onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs Bron: Peildatum:
2014 12 1 6
2012-2013 4 117 48 DUO / scholen 31-7-2013
Programma 12: Economie, deel centrum Detailhandelzaken in Winterswijk Aantal
2014 495
Horecazaken in Winterswijk Aantal
2014 120
Bron: Peildatum:
CBS Statline 15-8-2014
Marktbezetting aantal m2 Woensdag Zaterdag
Bron: Peildatum:
2014
vet 115 348
niet-vet 663 1344
Gemeentelijk belastingsysteem 2014
Koopzondagen
2014
Aantal Bron: Peildatum:
2014
12 vvvw.winterswijk.nl 2013
Pagina 142 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk
Programma 13: Financiën Begroting Structureel Incidenteel Totaal (- = tekort) Bron: Peildatum:
Saldo investeringen Saldo langlopende schulden Jaarrekeningsaldo
2012
2013
16.464 98.564 -471
7.271 103.360 -2.807
2012
2013
744,75 576,75
760,4 574,4
Jaarrekening 15 november
Lokale lasten Belastingdruk gezin wonende in eigen huis Belastingdruk gezin wonende in huurhuis Bron: Peildatum:
2014 745 -3.310 -2.565
Begroting 15 november
Financiële positie
Bron: Peildatum:
2013 595 -6.429 -5.834
Jaarrekening, paragraaf A Lokale Heffingen 15 november
Programma 14: Dienstverlening, organisatie en intergemeentelijke samenwerking Dienstverlening Overzicht e-dienstverlening Product:
2013
Afspraak maken Verhuizing en vestiging Uittreksel GBA Snoeihout verbranden Gevonden of verloren voorwerpen Ontheffing blauwe zone Geheimhoudingsverzoek Eigen verklaring rijbewijs Naamgebruik wijzigen Afschrift burgerlijke stand Nee Ja sticker Totaal
137 245 31 99 864 7 15 2 2 15 10 1427
Bron: Peildatum:
Midoffice GovUnited 31 december 2013
Pagina 143 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk Overzicht producten KCC Product:
2013
Paspoorten Vermissing paspoort
2.139 49
Nederlandse Identiteitskaart
2.359
Nederlandse Identiteitskaart t/m 13 jaar Gratis Nederlandse identiteitskaart
357 0
Vermissing Nederlandse identiteitskaart Rijbewijs Eigen verklaring CBR Uittreksel GBA Uittreksel Burgerlijke Stand Verklaring omtrent gedrag
181 2.091 588 430 1.243 803
Huwelijken (incl. geregistreerd partnerschappen) Kostenloze huwelijken Totaal Bron: Peildatum:
74 39 10.353 Key2Burgerzaken 31 december 2013
Bevolkingsgegevens Bevolkingsgegevens
2013
Aantal inwoners (verspreid over 9 kernen)
28.881
Winterswijk
Gem. grootte 25.000 50.000 inwoners
Nederland
208 40,2 36,2 9,1 5
297 40,2 33,6 7,7 5,7
405 38,3 29 9,4 11,7
Gem.grootte 25.000 Winterswijk 50.000 inwoners
Nederland
Bevolkingssdichtheid (pers/km2) Inwoners jonger dan 20 jaar (%) Inwoners van 65 jaar en ouder (%) Westerse allochtonen (%) Niet-westerse allochtonen (%)
Huishoudens Huishoudgrootte (gem. aantal pers.) Eénpersoonshuishoudens (%) Meerpersoonshuishoudens (%) Bron: Peildatum:
2,3 32,4 67,6
2,35 30,8 69,2
2,22 37 63
CBS 31 december 2013
Pagina 144 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk Medewerkers Aantal Aantal fte's (excl. college en griffie) Aantal medewerkers (excl. college en griffie) Bron: Peildatum:
2013 144 169 PIMS 16 september 2014
Programma 15: Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ordening Onderhoud kapitaalgoederen Verharde wegen binnen de kom Verharde wegen buiten de kom Zandwegen Fietspaden Openbare verlichting Vervanging openbare verlichting Riolering gemengd en vuilwater Riolering hemelwater Vervanging riolering
2013 97 km 212 km 125 km 33 km 5.025 st. 180 st. 118 km 58 km 0,7 km
Areaal groenonderhoud
139,8 ha
Aantal gemeentelijke gebouwen Bron: Peildatum:
42 Jaarrekening Gemeente Winterswijk 2013 31-12-2013
Vigerende bestemmingsplannen Partiele bestemmings-plannen Omgevings-vergunningen Wijzigings-plannen
2014 35 5 17
Bron: Peildatum:
Programma 16: Vrijetijdseconomie
Aantal Toeristische overnachtingen* Recreatieterreinen excl minicampings Minicampings Bed- en breakfast-eenheden Hotelbedden Bron: Peildatum:
2012 587.328 11 19 22 357 aanslag 2012, team Belastingen 2012 *optelling van registreerde en forfaitaire overnachtingen
Pagina 145 van 153
Bijlage 3: Kerncijfers Gemeente Winterswijk aantal recreactiewoningen Bron: Peildatum:
Toeristenbelasting bruto inkomsten toeristenbelasting Bron: Peildatum:
2014 572 lijst Team Handhaving 2014
2012 756.000 Team Belastingen 2012
Pagina 146 van 153
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma In de leeswijzer (pagina 4) van deze programmabegroting hebben we aangegeven dat we, naast de nadere uitwerking van de streefbeelden (wat gaan we ervoor doen en wat mag het kosten?) ook aan de slag zijn gegaan met de zogenaamde prestatie-indicatoren. De prestatie-indicatoren zijn vastgesteld op basis van de Balanced Scorecard methode. De Balanced Scorecard is een methode waarmee je de belangrijkste onderdelen van je organisatie op een structurele wijze meet en bijhoudt. Dit doe je door kritische succesfactoren (KSF’s) en kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) vast te stellen. KSF’s zijn zaken die van cruciaal belang zijn om een doel goed uit te kunnen voeren. KPI’s zijn meetmethoden om het doel te kwantificeren. De ambtelijke organisatie werkt sinds 2014 volgens deze methodiek. Er zijn organisatie-, team- en persoonlijke doelstellingen vastgesteld. De doelen uit het coalitieprogramma hebben wij ook volgens de Balanced Scorecard methodiek verwoord. Dit houdt in dat we per doel uit het coalitieprogramma KSF’s en KPI’s hebben vastgesteld. Omdat het benoemen van prestatie-indicatoren per programma nog niet voor alle programma’s volledig is uitgewerkt en ook de benodigde gegevens (met name vanuit de zogenaamde nulmetingen) nog niet voor alle programma’s beschikbaar zijn, hebben wij ervoor gekozen om de eerste opzet van de prestatieindicatoren nog niet in de programma’s zelf op te nemen, maar in deze bijlage. Een totaaloverzicht van alle doelen met bijbehorende KSF’s en KPI’s is vermeld in het document ‘Coalitieakkoorddoelstellingen 2014-2018’.
Programma 1: Bestuur en Veiligheid Een veilige omgeving zonder overlast Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Terugdringen overlast door jeugd Aantal jeugdgroepen 4 5 4 Jeugdgroep ‘shortlist’ van Politie Achterhoek Oost
Doelstelling Terugdringen fietsendiefstal Prestatie-indicator Aangiften fietsendiefstal Werkelijk 2013 176 Prognose 2014 190 Begroting 2015 170* Informatiebron Politiecijfers * Door ook in te zetten op aangiftebereidheid vanuit politie en toezichthouders kan het zijn dat het aantal aangiften fietsendiefstal toeneemt, ondanks een succesvolle aanpak.
Pagina 147 van 153
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma
Programma 2: Vergunningverlening en Handhaving Vergunningverlening en Handhaving
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Terugdringen van overlast Aantal meldingen/signaleringen * * * Jaarverslag politie/handhaving en wijkwerk.
*Nog nader te bepalen na nulmeting
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Geen toename permanente bewoning Aantal overtredingen
* * * Team handhaving
*Nog nader te bepalen na nulmeting
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Afhandelen van vergunningsverzoeken binnen wettelijke termijnen Aantal afhandelingen buiten termijn
2 1 0 Zaaksysteem
Pagina 148 van 153
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma Programma 3: Economie, deel industrie
Doelstelling Prestatieindicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Intensivering contacten met bedrijfsleven Aantal bedrijfscontactmomenten College: 9 College: 15 College: 20 Afsprakenagenda
Programma 4: Ruimtelijke Ontwikkeling en de Kern, plus verkeer en vervoer Openbare ruimte Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Voldoen aan beeldkwaliteit openbare ruimte (95%)
Doelstelling
Parkeerterrein (min 70 parkeerplaatsen) Zonnebrink
Prestatie-indicator
Aanleg extra parkeerplaatsen (min 70) nabij voormalig Driemark gebouw
Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
n.v.t. n.v.t. Realisatie Jaarverslag 2015
Schouwresultaat
Ruim gehaald Ruim gehaald (gemiddeld), wel meer d-scores (slijtage) Schouwverslagen/monitor
Programma 5: Innovatie, Duurzame Energie en Milieu
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Minimaal 500 klanten AGEM in 2018 Aantal klanten AGEM 0 25 75 Feitelijke situatie
Programma 6: Kunst, Cultuur en Erfgoed Erfgoed Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Passende herbestemming panden met cultuurhistorische waarde. Passende herbestemming 2 4 2 Feitelijke situatie
Pagina 149 van 153
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma
Kunst en Cultuur Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Minimaal 2 bovenregionale evenementen per jaar Er zijn minimaal 2 bovenregionale evenementen per jaar 3 3 2 Feitelijke situatie
Programma 7: Arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening Inkomensvoorziening Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Daling uitkeringsbestand /Aantal uitkeringen in 2018 op niveau 2013. Uitkomen met rijksbudget voor uitkeringsbetaling Aantal uitkeringen 534 565 662 SDOA
Programma 8: Basismobiliteit Er zijn voor dit programma geen prestatie-indicatoren opgenomen.
Programma 9: Sport
Sportstimulering Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Sportstimulering Het aantal sporters van de gesubsidieerde sportverenigingen 6.330 6.340 6.370 Enquête sportverenigingen
Doelstelling
Subsidies en tarieven De bezettingsgraad van de binnensportaccommodaties bedraagt (obv gegevens maart 2014) op werkdagen gemiddeld 67,4% en in het weekend 28,2% (vast gebruik). Seizoen 2013-2014: werkdagen gemiddeld 67,4% en in het weekend 28,2% (vast gebruik) Seizoen 2014 – 2015 bedraagt deze gemiddeld resp. 67,9% en 28,5% Bezettingsroosters binnensportaccommodaties
Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Pagina 150 van 153
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma Programma 10: Maatschappelijke Participatie en Zorg Toegang en Maatwerkvoorzieningen
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
e
e
Afname kosten 1 en 2 lijns-zorg Budget is toereikend Nader te bepalen na herindicaties Rijksinkomsten
Programma 11: Jeugd(-zorg) en Onderwijs Jeugdzorg Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Een goed georganiseerde en goed functionerende jeugdzorg. 2015 wordt nulmeting uitkomen met het rijksbudget Nvt Nvt Nieuw Rijksinkomsten
Programma 12: Economie, deel centrum
Doelstelling Prestatieindicator Werkelijk 2013 Prognose Begroting 2015 Informatiebron
Doelstelling Prestatieindicator Werkelijk 2013 Prognose Begroting 2015 Informatiebron
Een aantrekkelijk Winterswijks winkelcentrum De toename van het aantal externe bezoekers van het Winterswijkse winkelcentrum Niet bekend Nvt Nvt Opzetten van een monitoringssysteem dat het aantal externe bezoekers in het Winterswijkse winkelcentrum telt Een aantrekkelijk Winterswijks winkelcentrum Geen toename van het aantal m2leegstand in het Winterswijkse winkelcentrum 7.700 m2 Nvt Nvt Opzetten van een monitoringssysteem dat de leegstand (m2) in het Winterswijkse winkelcentrum telt
Pagina 151 van 153
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma Doelstelling Prestatieindicator
Een aantrekkelijk Winterswijks winkelcentrum Tevredenheid (minimaal een 7) van bezoekers van het Winterswijkse winkelcentrum Niet bekend Nvt Nvt Opzetten van een monitoringssysteem dat de tevredenheid van de bezoekers van het Winterswijkse winkelcentrum telt
Werkelijk 2013 Prognose Begroting 2015 Informatiebron
Programma 13: Financiën
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014
Financieel gezonde gemeente Schuldenpositie maximaal € 95.000.000 in 2018 € 103.000.000 € 109.929.000
Begroting 2015 Informatiebron
€ 100.423.000 Jaarrekening 2013/begroting 2014 en 2015
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Financieel gezonde gemeente Structureel sluitende begroting Sluitend Sluitend Sluitend Jaarrekening 2013/begroting 2014 en 2015
Programma 14: Dienstverlening, Organisatie en Intergemeentelijke samenwerking Dienstverlening Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Digitale dienstverlening aan de burger
Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Digitale dienstverlening aan de burger
Aantal e-producten en e-diensten
11 12 21 Jaarrekening 2013
Gebruik e-diensten
1.427 1.490 Aantal 2014 + 5% stijging
Jaarrekening 2013/onderzoek
Pagina 152 van 153
Bijlage 4: Prestatie indicatoren per programma Begraafplaats Doelstelling Prestatie-indicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Kostendekkendheid begraafplaats (100% in 2018) % kostendekkendheid 44% 44% 48% Jaarrekening 2013/begroting
Programma 15: Landelijk gebied inclusief ruimtelijke ontwikkeling Er zijn geen prestatie indicatoren opgenomen voor dit programma.
Programma 16: Vrijetijdseconomie
Doelstelling Prestatieindicator Werkelijk 2013 Prognose 2014 Begroting 2015 Informatiebron
Intensivering contacten met bedrijfsleven Aantal bedrijfscontactmomenten College: 9 College: 15 College: 20 Afsprakenagenda
Pagina 153 van 153