Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat FWVO Functionele Werkgroep Verontreiniging Oppervlaktewateren
Programma 2003
(en resultaten 2002) januari 2003
FWVO-nota 03.01
Eindredactie: J. Meijerink (Secretaris FWVO)
Programma 2003
2
Voorwoord .............................................................................................
Voor u ligt het nieuwe jaarprogramma van de Functionele Werkgroep Verontreiniging Oppervlaktewateren. In dit programma vindt u een overzicht van de inhoud en planning van alle FWVO-acties en -projecten voor het jaar 2003. De voorgenomen activiteiten van de verschillende clusters/projectgroepen van de FWVO worden toegelicht en de voor deze beoogde producten benodigde personele en financiële inzet van de regionale directies, de specialistische diensten en DG Water zijn - voor zover mogelijk -kwantitatief weergegeven. Het programma bevat verder een korte terugblik met de resultaten van het afgelopen jaar 2002. De FWVO valt met ingang van 2003 onder de verantwoordelijkheid van de directie Uitvoering van het hoofdkantoor van de Waterstaat. Het programma van de FWVO wordt inhoudelijk afgestemd in de stuurgroep BOP. Lange tijd is er onzekerheid geweest over de gevolgen van de instelling van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Water (IVW/DW) voor de FWVO. In het samenwerkingsprotocol dat ingaat op de samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de Inspectie Verkeer en Waterstaat is eind 2002 afgesproken dat de IVW/DW deel zal nemen aan de FWVO. De IVW/DW heeft daarom met ingang van november 2002 een afgevaardigde van de unit vergunningverlening in de FWVO. Ik hoop dat het programma u enthousiast maakt voor de voorgenomen werkzaamheden in 2003 en vertrouw op een goede en vruchtbare samenwerking om de geplande werkzaamheden ook daadwerkelijk te realiseren. Ir. C. Venema (voorzitter)
Reacties op het programma en op onze activiteiten zijn welkom en worden zeer gewaardeerd. U kunt met uw suggesties, op- of aanmerkingen dan wel vragen terecht bij het secretariaat van de FWVO, p/a RIZA, t.a.v. ing. J. Meijerink, Postbus 17, 8200 AA Lelystad, tel. nr.: (0320) 29 84 26 of mail naar
[email protected].
Programma 2003
3
Programma 2003
4
Inhoudsopgave ..........................................................................................
Voorwoord 3 Inhoudsopgave 5 1 De FWVO 7 1.1 Inleiding 7 1.2 Ontwikkelingen 7 1.3 Verantwoording 8 1.4 Samenstelling 8 1.5 Taak en verantwoordelijkheden 8 1.6 Rol 9 1.7 Werkwijze 9 1.7.1 Clusters 10 1.7.2 Jurisprudentie 11 1.7.3 Samenwerking met derden 11 2 De activiteiten van de FWVO-clusters 13 2.1 Cluster A: effectgericht beleid. 13 2.1.1 Taken van cluster A 13 2.1.2 Samenstelling van cluster A 16 2.1.3 Activiteiten 2003 van cluster A 16 2.1.4 Kosten overleg cluster A 18 2.1.5 Doorkijk naar de toekomst van cluster A 18 2.1.6 Overzichtstabel cluster A 18 2.2 Cluster B: internationaal, nationaal en regionaal 20 2.2.1 Taken van cluster B 20 2.2.2 Samenstelling van cluster B 20 2.2.3 Activiteiten 2003 van cluster B 20 2.2.4 Kosten overleg cluster B 22 2.2.5 Doorkijk naar de toekomst van cluster B 22 2.2.6 Overzichtstabel van cluster B 22 2.3 Cluster C: diffuse bronnen 24 2.3.1 Taken van cluster C 24 2.3.2 Samenstelling van cluster C 25 2.3.3 Activiteiten 2003 van cluster C 25 2.3.4 Kosten overleg cluster C 27 2.3.5 Doorkijk naar de toekomst van cluster C 28 2.3.6 Overzichtstabel van cluster C 28 2.4 Projectgroep Wbb Waterbodem (PWW) 30 2.4.1 Taken van de PWW 30 2.4.2 Samenstelling van de PWW 30 2.4.3 Activiteiten van de PWW 31 2.4.4 Kosten van het overleg van de PWW 32 2.4.5 Doorkijkje naar de toekomst van de PWW 32 2.5 Projectgroep Communicatie 33 2.5.1 Taken van de projectgroep Communicatie 33 2.5.2 Samenstelling van de projectgroep Communicatie 33 2.5.3 Activiteiten van de projectgroep Communicatie 33 2.5.4 Kosten van het overleg van de projectgroep Communicatie 33 2.5.5 Doorkijkje naar de toekomst van de projectgroep Communicatie 33
Programma 2003
5
2.6 Projectgroep Warmtelozingen koelwater 34 2.6.1 Taken van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater 34 2.6.2 Samenstelling van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater 34 2.6.3 Activiteiten van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater 34 2.6.4 Kosten van overleg van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater 34 2.6.5 Doorkijkje naar de toekomst van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater 34 2 7 Projectgroep Chloor in koelwater 35 2.7.1 Taken van de projectgroep Chloor in koelwater 35 2.7.2 Samenstelling van de projectgroep Chloor in koelwater 35 2.7.3 Activiteiten van de projectgroep Chloor in koelwater 35 2.7.4 Kosten van het overleg van de projectgroep Chloor in koelwater 35 2.7.5 Doorkijkje naar de toekomst van de projectgroep Chloor in koelwater 35 2.8 Netwerk Vergunningverlening 36 2.8.1 Taken van het netwerk 36 2.8.2 Samenstelling netwerk Vergunningverlening 36 2.8.3 Activiteiten 2003 van het netwerk 37 2.8.4 Kosten overleg netwerk 37 2.8.5 Doorkijk naar de toekomst van het netwerk 37 3 Belangrijkste resultaten 2002 39 3.1 Rapporten 39 3.2 Andere producten 40 .............................................................................................
Bijlagen Bijlage 1 43 Bijlage 2 45
Programma 2003
6
1 De FWVO ............................................................................................
1.1 Inleiding
Rijkswaterstaat stelde in 1973 een overlegorgaan in voor de uitvoering van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), de Functionele Werkgroep Verontreiniging Oppervlaktewateren (FWVO). De FWVO richtte zich in de beginjaren primair op de coördinatie van de Wvo-vergunningverlening. In de loop van de jaren is de taakstelling van de FWVO verbreed met de waterkwaliteitsaspecten van de Wet bodembescherming (Wbb) en de Wet op de waterhuishouding (Wwh). De FWVO heeft drie belangrijke functies: coördinatie, informatie-uitwisseling en het bijdragen aan ontwikkeling van het emissiebeleid. De coördinerende functie houdt in dat de tien regionale directies van Rijkswaterstaat de uitvoering van het emissiebeleid, waaronder de Wvo en de Wbb, onderling afstemmen. De tweede belangrijke functie van de FWVO is de uitwisseling van informatie over het emissiebeleid. De derde, maar zeker niet minder belangrijke functie is het leveren van bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid. De FWVO is het forum waar de regionale directies rechtstreeks met elkaar kunnen spreken over de uitvoering van wettelijke taken en de mogelijke oplossingen van problemen. Monitoring en onderlinge afstemming van de uitvoering van het diffuse bronnenbeleid neemt daarbij een belangrijke plaats in. Tevens wil de FWVO een klankbord zijn voor vragen op het gebied van de vergunningverlening voor de divisie Water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW /DW). De functionele werkgroep initieert onderzoek en publiceert hierover in rapporten. Ook organiseert de werkgroep workshops, cursussen en themadagen over actuele onderwerpen van de uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid. Voor het uitvoeren van haar taken steunt de FWVO op de deskundigheid van de FWVO-leden en hun achterban op het gebied van de Wvo, Wbb en Wwh. De FWVO is daartoe samengesteld uit een brede geleding van vertegenwoordigers binnen Verkeer en Waterstaat, waarin de regionale directies een prominente plaats innemen. Met name ten behoeve van het uitoefenen van de laatst genoemde functie laat de FWVO zich ondersteunen door een aantal permanente clusters en tijdelijke projectgroepen die inhoudelijke onderwerpen voorbereiden en uitwerken. Naast de regionale directies hebben ook het hoofdkantoor van de Waterstaat, directie Uitvoering (HKU), DG Water, IVW/DW en de technischwetenschappelijke diensten een belangrijke rol in de FWVO en in de clusters en projectgroepen. 1.2 Ontwikkelingen Aansturing
De instelling van het Directoraat-Generaal Water van het ministerie van V&W heeft gevolgen gehad voor de aansturing van de FWVO. De FWVO werd
Programma 2003
7
voorheen aangestuurd door het hoofd van de beleidsdirectie Water van het hoofdkantoor van de waterstaat. Momenteel wordt de FWVO aangestuurd door het hoofd van de directie Uitvoering van het hoofdkantoor van de Waterstaat. Zowel de directie Uitvoering van het hoofdkantoor als het DG Water hebben zitting in de FWVO. Inspectie Verkeer en Waterstaat
Vorig jaar is de oprichting van de divisie Water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat van start gegaan. De divisie Water is verantwoordelijk voor de auditing van de RWS-werkprocessen met betrekking tot de vergunningverlening en handhaving, de aansturing van de vergunningverlening eigen dienst de handhaving van vergunningen eigen dienst. Per 1 januari 2003 heeft de IVW/DW een afvaardiging in de FWVO. Tevens stuurt de IVW/DW per 1 november 2002 het WVO-Contactteam aan. Daar waar mogelijk zal afstemming worden gezocht met de handhaving. 1.3 Verantwoording
De FWVO is verantwoording schuldig aan de directie Uitvoering van het hoofdkantoor van de Waterstaat.. Deze is daarmee verantwoordelijk voor sturing op hoofdlijnen, de financiering van de FWVO, de formulering van beleid/toetsing van beleidsruimte en het doorgeven van ontwikkelingen. Ook het DG Water speelt bij dit laatste aspect een rol. Het jaarprogramma van de FWVO wordt afgestemd in de stuurgroep BOP. De secretaris van de FWVO is beheerder van het budget. De technisch-wetenschappelijke diensten houden zich, naast wettelijke advisering en anticiperend onderzoek, bezig met de advisering en het geven van voorstellen voor uniformering richting de vergunningverleners. De regionale directies zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de vergunningverlening. 1.4 Samenstelling
De FWVO is samengesteld uit vertegenwoordigers van: • de regionale directies belast met de uitvoering van de Wvo voor de Rijkswateren: de directies Noord-Nederland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Oost-Nederland, Utrecht, IJsselmeergebied, Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en Noordzee; • het hoofdkantoor van de Waterstaat, directie Uitvoering (HKU); • het Directoraat-Generaal Water van het Ministerie van V&W (DG W); • de inspectie Verkeer en waterstaat, divisie Water (IVW/DW); • het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ); • het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA); • de Hoofddirectie Juridische Zaken (HDJZ). Zie voor nadere informatie bijlage 2. 1.5 Taak en verantwoordelijkheden
De FWVO-taak houdt concreet in: • het coördineren, afstemmen, uniformeren van de uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid in relatie tot het vergunningenbeleid; • het vervullen van een klankbordfunctie bij de voorbereiding van het vergunningenbeleid voor de Rijkswateren, het signaleren van knelpunten bij de uitvoering daarvan en het aangeven van oplossingsrichtingen; • het stimuleren van communicatie en zorg voor adequate informatieuitwisseling tussen de betrokken directies en diensten;
Programma 2003
8
• • •
• • • • • • • •
het verzorgen van de jaarprogrammering van de FWVO en voortgangsrapportages van de clusters en projectgroepen; het anticiperen op het beleid van andere compartimenten in het kader van integraal milieubeleid; het bundelen van wensen en prioriteiten op het gebied van het emissiebeleid op nationaal en regionaal niveau en het uitdragen van deze wensen en prioriteiten richting het nationaal en internationaal niveau; het signaleren van ontwikkelingen op het gebied van de concretisering van NW4-doelstellingen, watersysteemverkenningen, enz; het ontwikkelen van en volgen van het effectgericht beleid; het leveren van bouwstenen voor de emissiebeheersplannen met betrekking tot het onderdeel diffuse bronnen; het monitoren en onderling afstemming van de uitvoering van het diffuse bronnenbeleid; het toetsen van beleidswensen met de uitvoeringspraktijk; het volgen van de ontwikkelingen op het gebied van vergunningstechnische en handhavingonderwerpen in het waterbodembeleid; uitwerking van het omgaan met warmtelozingen koelwater en het monitoren van het gebruik van koelwateradditieven; implementatie van beleidsregels door middel van bijvoorbeeld workshops en cursussen.
1.6 Rol
De rol van de FWVO beperkt zich niet tot die van de beleidsuitvoering en de evaluatie. Ook in de fase van beleidsvorming en regelgeving heeft de FWVO een rol. De FWVO stelt zich ten doel deze vier aspecten op een evenwichtige wijze in het programma te doen terugkomen. De FWVO is sterk in het onderdeel beleidsuitvoering. Verder is in het voorgaande jaar extra aandacht besteed aan monitoring en evaluatie van de beleidsuitvoering met het doel om vanuit de beleidsuitvoering beleidsmakers te adviseren over het beleid. Ook in 2003 wordt dit voortgezet. Maar ook wil de FWVO een rol spelen in de afstemming van het diffuse bronnenbeleid, b.v. door meer betrokken te zijn bij kwaliteitsborging van de emissiebeheersplannen. Verder wil de FWVO haar rol bij de vertaling van beleid in regels versterken, bijvoorbeeld door het aandragen van onderwerpen voor beleid en door het inspreken op de in ontwikkeling zijnde relevante regelgeving. Het cluster “Internationaal, nationaal en regionaal” richt zich hierbij m.n. op de evaluatie van internationale regelgeving op het gebied van het waterkwaliteitsbeleid en cluster “Diffuse bronnen” richt daarbij m.n. op het nationale diffuse bronnenbeleid. Anderzijds wordt de rol van de FWVO bij de vertaling van beleid in regels veelal ad hoc vervult door het doen van voorstellen en het leveren van commentaar op conceptregels. 1.7 Werkwijze
De FWVO werkt met zowel permanente clusters als tijdelijke projectgroepen. Doel van de clusters en projectgroepen is om met betrekking tot een afgebakend onderwerp producten te ontwikkelen die kunnen worden gebruikt in de beleidsuitvoering. De permanente clusters worden ingezet op onderwerpen die continuïteit behoeven, zoals bijvoorbeeld de uitvoering van het diffuse bronnenbeleid en de ontwikkeling van het effectgericht beleid. Meer ad hoc onderwerpen worden uitgevoerd door projectgroepen met een tijdelijk karakter. In 2003 zal de FWVO een discussie voeren over de borging van de kwaliteit van haar producten.
Programma 2003
9
De voorzitter en de secretaris van de FWVO vormen samen met de clustervoorzitters de programmagroep, tevens agendacommissie, die telkens voorafgaand aan de plenaire FWVO-vergaderingen bijeenkomt t.b.v. uitwisseling van informatie en afstemming van de programmering van werkzaamheden. De verschillende clusters / projectgroepen komen afhankelijk van het onderwerp - vaker of minder vaak per jaar bijeen. In de clusters, projectgroepen en in het netwerk werken FWVO-leden samen met andere deskundigen binnen Rijkswaterstaat en in enkele gevallen met vertegenwoordigers van de waterschappen. Binnen de clusters en projectgroepen kunnen werkgroepen actief zijn voor het uitvoeren van activiteiten taken. 1.7.1 Clusters
De FWVO wordt ondersteund door drie permanente clusters. Deze clusters vormen samen een afspiegeling van de belangrijkste thema's in een bepaald jaar. In 2003 zijn de volgende clusters actief: • cluster A: effectgericht beleid; • cluster B: internationaal, nationaal en regionaal; • cluster C: diffuse bronnen; • projectgroep WBB Waterbodems (PWW); • projectgroep Communicatie; • projectgroep Chloor in koelwater; • projectgroep Warmtelozingen koelwater; • netwerk Vergunningverlening. Cluster ‘Effectgericht beleid’ Centraal in het aandachtsgebied ‘effectgericht beleid’ staat de ontwikkeling van een instrument waarmee de milieubezwaarlijkheid van effluenten (afvalwaterlozingen) met meer of minder onbekende componenten (verontreinigende stoffen) kan worden vastgesteld. Deze methodiek staat bekend als totaal-effluentbeoordeling. Cluster ‘Internationaal, nationaal en regionaal’ Cluster B richt zich op de internationale ontwikkelingen. Internationale ontwikkelingen zijn van invloed op de beleidsuitvoering. Cluster B draagt zorg voor het bundelen van wensen en prioriteiten op het gebied van het emissiebeleid op nationaal en regionaal niveau en draagt deze uit richting het internationale werkveld. Verder draagt cluster B zorg voor de toetsing van de uitvoerbaarheid van het internationaal beleid. Cluster ‘Diffuse bronnen’ Dit cluster is door de FWVO in het leven geroepen om de uitvoering van de Rijkswaterstaatacties uit het landelijk Actieprogramma Diffuse Bronnen te stimuleren, te coördineren, te bewaken en over de voortgang ervan te rapporteren. Daarnaast draagt het cluster bouwstenen aan voor de invulling van de gebiedsgerichte aanpak door Rijkswaterstaat. Projectgroep ‘Wbb Waterbodem’ Deze projectgroep coördineert inhoudelijke onderwerpen op het gebied van waterbodemsanering en -verontreiniging. De werkzaamheden van de projectgroep zijn ondergebracht in een aantal werkgroepen. Omdat een deel van de werkzaamheden juridisch van aard is, onderhoudt de projectgroep nauwe banden met het Periodiek Overleg Bestuurlijk Juridisch (POBJ).
Programma 2003
10
Projectgroep ‘Communicatie’ De projectgroep houdt zich bezig met het communiceren over onderwerpen op het gebied van vergunningverlening via de nieuwsbrief Emissies en de internetsite. Projectgroep ‘Warmteproblematiek koelwaterlozingen’ In 1999 is het onderzoek naar de gevoeligheid van oppervlaktewateren voor warmtelozingen opgestart. Het eindrapport van de projectgroep wordt in april 2003 verwacht. Projectgroep ‘Chloor in koelwater’ In het kader van het streven naar een reductie van het gebruik van chloor in koelwater heeft de FWVO in 1998 besloten tot de instelling van de projectgroep chloor in koelwater. Na een reeds van onderzoeken en workshops zou de werkgroep aanvankelijk in 2002 rapporteren. In datzelfde jaar werd echter besloten dat de projectgroep zal wachten met het rapporten van haar bevindingen totdat de CIW 4 werkgroep Koelwater met haar rapport naar buiten komt. De rapportage wordt verwacht eind 2003. Netwerk ‘Vergunningverlening’ Het netwerk vergunningverlening komt in de plaats van het voormalig netwerk “Doelgroepbeleid industrie”. Geconstateerd is dat er behoefte is aan een platform voor de vergunningverlener. Het netwerk zal een klankbordfunctie gaan vervullen voor inhoudelijk onderwerpen die spelen op het gebied van de vergunningverlening. Denk daarbij met name aan de implementatie van instrumentarium voor de vergunningverlening. De precieze invulling van het netwerk zal begin 2003 worden vastgesteld. Wat betreft de invulling van de werkgroep wordt gedacht aan: – het organiseren van een twee jaarlijks contactdag voor vergunningverleners; – het onderhouden en evalueren van de standaardvergunning; – de Algemene beoordelingsmethodiek; – koelwater; – de normering van vergunningen; – het prioriteringsinstrument Controle op maat (CoMa). 1.7.2 Jurisprudentie
De FWVO heeft met ingang van 2003 geen taak meer in de informatieoverdracht van de jurisprudentie op het gebied van de Wvo. De advisering aan de Raad van State over onder andere de Wvo wordt uitgevoerd door de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak te Den Haag. De jurisprudentie is door de Raad van State toegankelijk gemaakt via internet (www.raadvanstate.nl). Het RIZA geeft door middel van de ‘Nieuwsbrief Emissies’ informatie over relevante jurisprudentie en eens per jaar wordt deze informatie gebundeld. 1.7.3 Samenwerking met derden
Hoewel de FWVO primair een overlegorgaan is van en voor Rijkswaterstaat, staat de werkgroep open voor samenwerking en afstemming met (overlegorganen van) andere waterbeheerders. De FWVO wisselt bijvoorbeeld informatie uit over belangrijke initiatieven en activiteiten met werkgroep Water en milieu van de Commissie Integraal Waterbeheer. De Rijkswaterstaatvertegenwoordiging in deze werkgroep is vormgegeven door deelname van de voorzitter van de FWVO als lid van de werkgroep Water en milieu. Daarnaast participeren medewerkers van waterschappen en de Unie
Programma 2003
11
van Waterschappen in enkele clusters van de FWVO. Hierdoor is het niet alleen mogelijk in te spelen op de kennis en ervaringen van nietRijkswaterbeheerders, maar kan ook een zo uniform mogelijke uitvoering van het beleid worden nagestreefd. Ten slotte worden de agenda’s voor de vergaderingen van de FWVO en de Uniewerkgroep vergunningen en handhaving onderling uitgewisseld om te komen tot een zekere mate van afstemming.
Programma 2003
12
2 De activiteiten van de FWVO-clusters .............................................................................................
2.1 Cluster A: effectgericht beleid. 2.1.1 Taken van cluster A
Cluster A volgt en werkt actief mee aan de ontwikkelingen op het gebied van het effectgerichte beleid. Effectgerichte aanpak houdt in dat de milieubezwaarlijkheid beoordeeld wordt met rechtstreekse metingen van (ecotoxicologische en biologische) effecten. Deze effecten worden gemeten in monsters (oppervlaktewater, sediment, lozingen). Deze aanpak kan een aanvulling worden op de huidige stofgerichte aanpak. Deze gaat uit van de zelfde milieubezwaarlijkheid, maar dan van individuele stoffen, voor zover deze in het laboratorium zijn bepaald. Tot nog toe kennen we slechts een klein percentage van alle in omloop zijnde stoffen. De effectgerichte aanpak (effecten meten in complexe monsters) fungeert als een vangnet voor dit kennishiaat. Alle effecten van alle stoffen (onbekende én bekende) worden gemeten. Een tweede voordeel is dat ook de effecten die door combinaties van stoffen veroorzaakt worden in de beoordeling zijn opgenomen. De taken van cluster A bestaan uit drie hoofdtaken en twee neventaken. De hoofdtaken betreffen het praktijkonderzoek voor Totaal-effluentbeoordeling. Onderstaand wordt een korte toelichting op TEB gegeven, waarna ingegaan wordt op de hoofd- en neventaken. Onderwerp van de hoofdtaken: Totaal-effluentbeoordeling
Totaal-effluentbeoordeling (TEB) betreft de effectgerichte aanpak, specifiek gericht op emissies (lozingen). De ecotoxicologische effecten worden gemeten in het totale effluent, waarin een mengsel van (bekende en onbekende) stoffen aanwezig is. De effecten (parameters) die gemeten worden zijn: 1) acute toxiciteit; 2) chronische toxiciteit; 3) bioaccumulatie; 4) genotoxiciteit; 5) persistentie. Deze parameters worden ook gebruikt in de stofgerichte aanpak (persistentie, bioaccumulatie en toxiciteit: PBT). In de stofgerichte aanpak worden de PBTwaarden van individuele stoffen in het laboratorium bepaald en vervolgens vertaald naar normen in de vorm van toegestane gehalten in lozingen. Zodoende wordt een groot deel van de bekende milieubezwaarlijke stoffen tegen gehouden. Met de TEB-aanpak worden ook de vele nog onbekende stoffen en combinatie-effecten van stoffen meegenomen. In NW4 is opgenomen dat TEB binnen de planperiode geïmplementeerd wordt in het emissiebeleid. In de TK-notitie tussendoelen (5 oktober 2000, kenmerk HKW/AW/2000/11598a) wordt ook gewezen naar TEB. Het project is in 1994 aangevangen en is naar verwachting eind 2005 gereed. Het programma is opgedeeld in drie inhoudelijke thema’s en drie procesfasen.
Programma 2003
13
Drie inhoudelijke thema’s die voor alle parameters aan bod komen: 1) meetinstrumenten (ontwikkeling van testen om effecten te meten); 2) identificatie (ontwikkeling van methoden om oorzaken te vinden); 3) maatlat (ontwikkeling van een wetenschappelijke maatlat). Drie procesfasen die voor alle onderwerpen doorlopen worden: 1) onderzoek (ontwikkeling in laboratorium en validatie/protocollen); 2) praktijkonderzoek (validatie, leereffecten en draagvlak); 3) inbedding in beleid (beleidsmatig toetsingskader, omgang etc.). Het eindresultaat is een instrumentarium dat gereed is voor uitvoering in de praktijk. ................................... Figuur 1 Fasering en stand van zaken programma TEB (De y-as geeft de procentuele inzet weer)
100 90 80
i n s t r u m e n t o n t w ik k e li n g
70 60 50 40
id e n tific a tie
30 20
m a a t la t
10 0 1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
O n d e rzo e k
P ra k tijk o n d e rz o e k
I n b e d d i n g b e le i d
Het onderzoek wordt gefinancierd via DG Water, dossier waterkwaliteit. Hierin zijn ook de onderzoeksprogramma’s van het effectgericht beleid voor waterbodems en oppervlaktewater opgenomen. Het praktijkonderzoek wordt in FWVO-kader uitgevoerd, waarbij regionale directies van de rijkswaterstaat opdrachtgever zijn. Dit betreft onderzoek voor alle vijf de effectparameters, zowel het uitvoeren van metingen als het identificeren van oorzaken. De regionale directies leveren hiervoor menskracht en financiën voor het overleg met bedrijven, het organiseren van monstername en het uitvoeren van testen door laboratoria. De directies worden bijgestaan door TEB-medewerkers van het RIZA. Daarnaast vindt ook praktijkonderzoek plaats i.s.m. regionale waterbeheerders (STOWA). De inbedding in beleid zal binnen FWVO cluster A besproken worden, maar zal uiteindelijk plaats vinden binnen CIW 4. Financiering komt vanuit WONS preventie en menskracht van de betrokken partijen (DGW, RD’s). In 2001 is een klankbordgroep TEB in CIW VI in het leven geroepen. In een later stadium zal een CIW projectgroep worden ingesteld. Hoofdtaken
De hoofdtaken van cluster A betreffen verschillende onderdelen van het praktijkonderzoek van het TEB-programma: 1) TEB-algemeen (evaluatie) 2) TEB-meten en -identificeren (praktijkonderzoeken) 1) TEB-algemeen Onder TEB-algemeen wordt de overall evaluatie en de handreiking TEB geschreven. Daarnaast wordt binnen deze taak aandacht besteed aan de beleidsmatige aspecten van TEB (ter voorbereiding van CIW) en aan eventuele nieuwe ontwikkelingen (andere parameters).
Programma 2003
14
2) TEB-meten en -identificeren Deze hoofdtaak betreft het uitvoeren van praktijkonderzoeken die, ofwel betrekking hebben op het meten van effecten, ofwel op het identificeren van de oorzaken van deze effecten. De effluenten worden onderzocht op de parameters acute toxiciteit, chronische toxiciteit en genotoxiciteit. Hoe precies met persistentie zal worden omgegaan moet nog besloten worden. Onder persistentie wordt hier verstaan de persistentie van de biologische effecten. Dit houdt in dat alle metingen worden uitgevoerd na simulatie van het verblijf in het oppervlaktewater, door middel van beluchtingstesten. In de praktijkonderzoeken naar identificatie worden effluenten gebruikt waarin nadelige effecten zijn aangetoond. In een beperkte selectie van deze effluenten zal identificatie-onderzoek worden uitgevoerd (cases). Ook hier betreft het onderzoek voor alle parameters. Neventaken
1) Vergeten stoffen 2) Afstemming compartimenten: oppervlaktewater - effluent – waterbodem De rollen van cluster A ten aanzien van de nevenactiviteiten bestaan uit afstemming en informatie-uitwisseling ten aanzien van projecten die elders gefinancierd worden. 1) Vergeten stoffen ‘Vergeten stoffen’ refereert naar stoffen waarvoor géén beleid is opgesteld, maar die wél milieubezwaarlijk zijn én in het (Nederlandse) oppervlaktewater voorkomen. Een eerste onderzoek is in 2001 afgerond, terwijl in 2002 en 2004 diverse vervolgonderzoeken worden uitgevoerd. Het vervolgonderzoek richt zich op het verifiëren van de gehalten in oppervlaktewater en het nader onderzoeken van de milieubezwaarlijkheid. De meetprogramma’s worden gefinancierd door meerdere directies en waterschappen, terwijl RIZA en RIKZ zich bezighouden met de analyses en het beoordelen van de milieubezwaarlijkheid. Ook internationaal wordt aandacht aan de vergeten stoffen besteed. In 2003 zal in opdracht van DG Water een analyse worden gemaakt (project State of the Art, vergeten stoffen) die in cluster A zal worden besproken. 2) Afstemming compartimenten Vooral voor de inbedding in beleid en het ontwikkelen van een toetsingskader voor effectgericht beleid, is het van belang dat afstemming tussen de compartimenten (waterbodem /effluent /oppervlaktewater) plaats vindt. Waar mogelijk wordt de zelfde systematiek gehanteerd en de beïnvloeding tussen de compartimenten dient in ogenschouw gehouden te worden. Startpunt is het project ‘Omgaan met bio-assays’ (2002) waarin biologische maatlatten voor oppervlaktewater worden voorgesteld. Daarnaast zijn de onderzoeksprogramma’s voor zoute en zoete sedimenten en oppervlaktewateren, sinds 2003 in één dossier van DG Water (dossier waterkwaliteit) opgenomen. In cluster A bestaat de mogelijkheid onderling te discussiëren. Taken en verantwoordelijkheden individuele deelnemers
Het RIZA heeft het voorzitterschap van cluster A. De voorzitter is verantwoordelijk voor de coördinatie van het jaarplan en de afstemming met de plenaire FWVO. Overige RIZA deelnemers begeleiden de uitvoering van TEB-praktijkonderzoeken.
Programma 2003
15
De RD’s zijn officieel projectleider van de praktijkonderzoeken (uitbesteding) en regelen de contacten met de bedrijven die hierbij betrokken zijn. De RD’s reserveren hiervoor tijd en geld. De RD’s dragen ook bij aan de interpretatie van de resultaten. Daarnaast is een belangrijke rol van de RD’s om hun ervaringen inzake vergunningverlening in relatie met TEB, in te brengen in de discussies rond de beleidsinbedding. RIKZ heeft als voornaamste rol de overdracht van kennis inzake technische informatie en resultaten vanuit de sedimenten te waarborgen. DG Water heeft een algemene rol. 2.1.2 Samenstelling van cluster A Instanties
Cluster A is vertegenwoordigd door Rijkswaterstaat (DG Water), regionale directies van Rijkswaterstaat, RIZA en RIKZ. Leden
Marijke Ferdinandy (voorzitter) Jos van Dalen Michiel van Veen Bas Hannessen Martijn van der Veen Henk Kloosterhuis Pim Neefjes Isaak Taroenodikromo vacature Cor Schipper Erwin Roex Bas Wonink Corine Baltus Rob Berbee Anton Gerritsen
RIZA DG Water directie Noord-Holland directie Noordzee directie Limburg directie Oost-Nederland directie Zuid-Holland directie Zeeland directie Noord-Nederland RIKZ RIZA RIZA RIZA RIZA RIZA
Agendaleden
Volkert Bakker Joop Bakker Jan Hendriks Vacature (afdelingshoofd EMP) Joan Meijerink (secretaris FWVO)
RIZA RIKZ RIZA RIZA RIZA
2.1.3 Activiteiten 2003 van cluster A
De volgende producten worden gedefinieerd voor 2003: Hoofdactiviteiten:
1. TEB-algemeen Product: In 2003 zijn de volgende producten voorzien: • Tussenrapportages meten, identificeren, beleid • Tussenrapportage TEB (overall) Wie: Trekkers: Ferdinandy, (Bakker, Roex) Deelnemers: RD’s, TEB-medewerkers RIZA Inzet: RD’s 1 dagen RIZA 30 dagen
Programma 2003
16
Wanneer: Financiën:
DG Water 3 dagen 2e helft 2003 nvt.
2. TEB-meten en -indentificeren Product: In 2002 is praktijkonderzoek uitgevoerd waarin chronische toxiciteit, genotoxiciteit, acute toxiciteit en bioaccumulatie is gemeten in een 20-tal effluenten. Afhankelijk van de resultaten zal in 2003/2004 nog aanvullend worden gemeten. In ieder geval moet in deze periode aandacht worden besteed aan de plaats van persistentie. Er ligt een projectplan klaar waarin de rol van persistentie wordt onderzocht (eventueel met co-financiering vanuit dossier waterkwaliteit). Ten aanzien van identificatie is het onderzoek naar bioaccumulatie en acute toxiciteit afgerond. Voor chronische toxiciteit en genotoxiciteit zal dit plaats vinden in de periode 2003/2004. De precieze planning in de tijd en per directie kan nog niet worden ingevuld. Deze is afhankelijk van enerzijds de resultaten van het onderzoek in 2002 en anderzijds de wensen en mogelijkheden van de directies. Producten voor 2003: Rapportages: • Evaluatierapport meten-genotoxiciteit; • Evaluatierapport meten-chronische toxiciteit; • Tussenrapport meten-totale TEB-set; • Tussenrapport identificatie oorzaken. Uitvoering praktijkonderzoek (nog nader vast te stellen): • meten • totale TEB-set; • rol persistentie. • identificatie oorzaken (cases): • genotoxiciteit; • chronische toxiciteit; • combinatie van parameters. Wie: Trekkers: Roex (RIZA) Deelnemers: RD’s, TEB-medewerkers RIZA Inzet: RD’s 14 dagen RIZA 140 dagen Wanneer: Heel 2003 Financiën: € 21.000,- of € 34.000,- per RD, afhankelijk van de keuze van de RD’s (zie § 2.1.5) (afwijking meerjarenplanning d.d. 2001). Overige activiteiten:
1. Vergeten stoffen Product: De relatie van TEB met monitoring van oppervlaktewater wordt gelegd in diverse ‘vergeten stoffen’ projecten. Die worden in samenwerking met RD’s en RIZA uitgevoerd. In cluster A worden de resultaten besproken, het cluster fungeert hierbij als kader voor nationale afstemming. Wie: Trekkers: Berbee Deelnemers: RD’s, RIZA-IM, WS, EM Inzet: geen extra inzet (is gelegen in de cluster A vergaderingen) Wanneer: heel 2003 Financiën: nvt
Programma 2003
17
2. Afstemming compartimenten Product: Informatie-uitwisseling met betrekking tot effectgericht beleid ten aanzien van effluenten, oppervlaktewater en baggerspecie. De resultaten zullen worden ingebracht in het deelprogramma TEB-inbedding in beleid (V. Bakker, RIZAEMN). Wie: Trekker: Ferdinandy, i.s.m. Bakker) Deelnemers: RIKZ, RIZA EM, RIZA WS, DG Water Inzet: geen extra inzet (is gelegen in de cluster A vergaderingen) Wanneer: heel 2003 Financiën: nvt 2.1.4 Kosten overleg cluster A
Aantal vergaderingen per jaar: 4. Kosten voor overleg per jaar: € 3.000,-. Inzet voor overleg per jaar: 15 dagen voor RIZA (inclusief maken jaarplan, voorbereiding en evaluaties) en 4 dagen voor RD’s, DG Water en RIKZ. 2.1.5 Doorkijk naar de toekomst van cluster A
De planning voor cluster A loopt momenteel door tot en met het jaar 2005, omdat dan het programma van TEB gereed moet zijn voor implementatie in de praktijk. ................................... Tabel 1 Oorspronkelijk meerjarenplanning (2001)
................................... Tabel 2 Voorgestelde meerjarenplanning
mensdagen riza mensdagen per RD financiën (k€) per RD
2002 195 22 25
2003 185 19 21
2004 190 29 21
2005 70 18 12
Totaal 640 88 79
mensdagen riza mensdagen per RD financiën (k€) per RD
2002 195 22 25
2003 185 19 34
2004 190 29 21*
2005 70 18 0
Totaal 640 88 80
* Afhankelijk van de mogelijkheden binnen de directies kan het budget van 2005 in het jaar 2003 of in het jaar 2004 worden ingezet. Beide jaren zijn bedoeld om programma te intensiveren, t.b.v. tijd voor evaluatie en rapportages in 2005. Ná 2005 zal uiteraard evaluatie plaats vinden, waarvoor nu een planning is gemaakt (zie detailplanning cluster A). Op dit moment is nog niet voorzien welke onderwerpen op het gebied van effectgericht beleid er zullen komen. Mogelijke onderwerpen zijn: • Biologische beoordeling binnen de KRW • Relatie vergeten stoffen programma en EU prioriteitsstoffenlijst/Internationale Commissies • Meer aandacht in 2003 en 2004 voor de afstemming tussen effluent/waterbodem/oppervlaktewater. 2.1.6 Overzichtstabel cluster A
Het overzicht van de personele (in mensdagen) en de financiële inzet (in euro’s) per instantie staan in de tabel op de volgende pagina weergegeven.
Programma 2003
18
................................... Tabel 3 Benodigde menskracht (dagen) en financiën cluster A
Bijeenkomsten (4 keer regulier )*
DG-Water directie Zeeland directie Noordzee directie Noord-Holland directie Zuid-Holland directie Noord-Nederland directie Limburg directie Oost-Nederland RIZA RIKZ Totaal mensdagen RWS Financiën (€) FWVO
4 4 4 4 4 4 4 4 15 4 51
TEB-algemeen (tussenrapporten TEB overall, TEB beleid, nieuwe ontwikkelingen) 3 1 1 1 1 1 1 1 30 0 40
TEB- meten totale set TEB, met persistentie
Totaal
0 14 14 14 14 14 14 14 140 0 238
7 19 19 19 19 19 19 19 185 4 329
€ 3.000,-
€ 3.000,€ 21.000,- of € 34.000,-
Financiën (€) per RD
* nevenactiviteiten (afstemming) vinden plaats in de dagen voor de bijeenkomsten van cluster A ** alleen de directies Zuid-Holland en Noordzee en Oost-Nederland zullen deze bijdrage leveren
Programma 2003
19
€ 147.000,- tot € 238.000,-
2.2 Cluster B: internationaal, nationaal en regionaal 2.2.1 Taken van cluster B
Internationale ontwikkelingen zijn van invloed op ons werk. Cluster B wil de regionale directies nauwer verbinden met het internationaal beleidswerk van RIZA, RIKZ en DG Water. Cluster B draagt zorg voor de bundeling van wensen en prioriteiten en onderlinge afstemming op het gebied van het emissiebeleid op nationaal en regionaal niveau en draagt deze uit richting het internationaal niveau. Het optimaliseren van de wisselwerking tussen internationaal, nationaal en regionaal emissiebeleid en -regelgeving is derhalve een belangrijk onderdeel van haar taak. Verder draagt cluster B zorg voor de toetsing van de uitvoerbaarheid van het internationaal beleid. Hierbij valt te denken aan monitoring van voortgang en betekenis voor emissies/waterkwaliteit en betekenis van de resultaten van L5 en de resultaten van het Manifest Utrecht. Taken en verantwoordelijkheden individuele deelnemers
Het cluster B wordt voorlopig voorgezeten door de regionale directie OostNederland. De voorzitter is verantwoordelijk voor de algehele gang van zaken binnen het cluster en organiseert de bijeenkomsten van het cluster. Het DG Water draagt zorg voor het aanleveren van informatie over internationaal beleid naar cluster B. De RD’s brengen ervaringen en kennis in op het gebied van nationaal en regionaal emissiebeleid. Ook het RIZA is vertegenwoordigd in dit cluster. 2.2.2 Samenstelling van cluster B Instanties
Cluster B is samengesteld uit vertegenwoordigers van DG Water, de diverse directies van Rijkswaterstaat, het RIZA en het RIKZ.. Leden
Mike Waltmans (kwartiermaker) Henk Kloosterhuis (ad interim secretaris) Carolien Breukers Lea Crijns Dick Stoppelenberg Francis Smeltekop Frans Tjallingii Bert Voortman Niek Beuzenberg Ricus Hoozemans Harm Oterdoom vacature vacature Karin Legierse / Rien van Zetten Onno van de Velde
directie Oost-Nederland directie Oost-Nederland directie IJsselmeergebied directie Limburg directie Noord-Holland directie Noord-Nederland directie Noordzee directie Oost-Nederland directie Zeeland directie Zuid-Holland DG Water Hoofdkantoor van de Waterstaat IVW / DW RIKZ RIZA
2.2.3 Activiteiten 2003 van cluster B
De volgende producten worden gedefinieerd voor 2003: Activiteiten:
1. Informeren van de FWVO over internationaal emissiebeleid Product: Informatieverstrekking over regelgeving en beleid op internationaal gebied. Wie: Trekker: DG Water Deelnemers: leden cluster B Inzet: 2 dagen per deelnemer en 4 dagen DG Water
Programma 2003
20
Wanneer: Financiën:
2003 n.v.t.
2. Inbreng van RD’s t.b.v. internationale dossiers (uitvoeringstoets). Product: Inbreng in en terugkoppeling van informatie naar het dossier internationaal door uitvoeren van evaluaties Wie: Trekker: DG Water Deelnemers: leden cluster B Inzet: 2 dagen per deelnemer, 4 dagen DG Water Wanneer: 2003 Financiën n.v.t. 3. Internetsite / informatiedossier. Product: Het ontwikkelen en beheren van een internetsite/informatiedossier Wie: Trekker: DG Water Deelnemers: leden cluster B Inzet: 1 dagen per deelnemer, 4 dagen DG Water Wanneer: 2003 Financiën n.v.t. 4. Klankbord Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water (EKW). Product: Klankbord ontwikkelingen / producten EKW Wie: trekker: RIZA Deelnemers: leden cluster B Inzet: 1 dagen per deelnemer, 4 dagen RIZA Wanneer: 2003 (tot de structurele EKW-organisatie er is) Financiën n.v.t. 5. Emissiebeheersplannen (EBP). Product: Toetsing van de EBP’s op aandeel internationale aspecten en regelgeving Wie: Trekker: directie Oost-Nederland Deelnemers: leden cluster B Inzet: 1 dagen per deelnemer, 4 dagen directie Oost-Nederland Wanneer: 2003 Financiën n.v.t. 6. Internationale richtlijnen. Product: Toetsing uitvoerbaarheid en uitvoering van internationale richtlijnen Wie: Trekker: - RIZA (EU stedelijk afvalwater) - directie Noordzee (HOI-richtilijn) - directie Zuid-Holland (IPPC-richtlijn/BREF’s) Deelnemers: leden cluster B Inzet: 1 dag per deelnemer, 2 dagen per trekker Wanneer: 2003 Financiën n.v.t. 7. Communicatie. Product: Nieuwsbrief internationale ontwikkelingen Wie: Trekker: RIKZ? Deelnemers: leden cluster B Inzet: 1 dagen per deelnemer, 4 dagen RIKZ Wanneer: 2003 Financiën P.M.
Programma 2003
21
2.2.4 Kosten overleg cluster B
Aantal vergaderingen per jaar: vier. Kosten voor overleg per jaar: € 5.000,Inzet (P) voor overleg per jaar: 15 dagen per RD, 20 dagen DG Water, directie Oost-Nederland, RIZA en RIKZ. 2.2.5 Doorkijk naar de toekomst van cluster B
Cluster B is in 2002 gestart met het huidige takenpakket en zal haar taken in beginsel de komende jaren voortzetten. Eind 2003 zal een evaluatie plaatsvinden van de bevindingen van de werkwijze en zal de formule zo nodig aangepast worden. 2.2.6 Overzichtstabel van cluster B
Het overzicht van de personele (in mensdagen) en de financiële inzet (in euro’s) per instantie staan in de tabel op de volgende pagina weergegeven.
Programma 2003
22
................................... Tabel 4 Benodigde menskracht (dagen) en financiën cluster B
Bijeenkomsten Informatie- Internationaal Internetsite (5 maal) verstrekking dossiers
Klankbord EKW
Toetsing EBP’s
Toetsing interna- Communicatie tionale richtlijnen
Totaal
DG Water
6
4
4
4
1
1
1
1
22
directie Oost-Nederland
10
2
2
1
1
4
1
1
22
directie Zuid-Holland
6
2
2
1
1
1
2
1
16
directie Zeeland
6
2
2
1
1
1
1
1
15
directie Noord-Nederland
6
2
2
1
1
1
1
1
15
directie Noordzee
6
2
2
1
1
1
2
1
16
directie Limburg
6
2
2
1
1
1
1
1
15
HKU
6
6
HDJZ
PM
IVW
PM 4
4
RIZA
6
2
2
1
4
1
2
1
19
Totaal mensdagen RWS
58
18
18
11
11
11
11
12
150
RIKZ
Totaal financiën (€)
Programma 2003
€ 5.000,-
€ 5.000,-
23
2.3 Cluster C: diffuse bronnen 2.3.1 Taken van cluster C
Cluster C heeft als taak de uitvoering van de Rijkswaterstaatacties uit het landelijk Actieprogramma Diffuse Bronnen te stimuleren, coördineren, bewaken en over de voortgang ervan te rapporteren. Doelstellingen voor 2003 en volgende jaren: A. Bouwstenen aandragen voor emissiebeheersplannen. Per aandachtsveld/diffuse bron beleidsinstrumenten, uitvoeringsstrategieën en structuren voor samenwerking ontwikkelen (initiëren en coördineren) . B. Het structureren en stimuleren van de informatie en communicatie binnen Rijkswaterstaat over de aanpak van diffuse verontreiniging. Functioneren als platform voor informatie-uitwisseling binnen RWS (Informatiepunt). C. Het monitoren van de voortgang aanpak diffuse verontreiniging binnen RWS. Naast de zorg voor kennis- en informatie-uitwisseling tussen de RD’s houdt cluster C zich bezig met het opstellen van documenten die ondersteunend zijn aan de uitvoering van de regionale diffuse bronnenaanpak (fact sheets en uitvoeringsdocumenten). Taken en verantwoordelijkheden individuele deelnemers
De leden van cluster C hebben ieder een eigen taak. Regionale directies:
Van vertegenwoordigers van regionale directies wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan het opstellen van uitvoeringsdocumenten en factsheets. Vanuit de aanpak diffuse bronnen in de regio wordt een actieve inbreng verwacht in de vergadering (leveren van feedback en inbreng eigen onderwerpen) en medewerking verleend aan het actualiseren van de databank diffuse bronnen. Verder wordt verwacht dat vertegenwoordigers van regionale directies op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in de “eigen”regio platforms en fungeren als intermediair tussen cluster C en de directie. Voorzitter
Naast een rol als vertegenwoordiger van de regionale directie wordt van de voorzitter verwacht dat zij de voortgang en de financiën bewaakt en de terugkoppeling verzorgt naar de FWVO. Verder wordt van de voorzitter verwacht dat zij op de hoogte is van de werkzaamheden van de CIW 4 subwerkgroep diffuse bronnen en fungeert als intermediair tussen de subwerkgroep en cluster C. De voorzitter is lid van het kernteam. Secretaris
Naast de rol als vertegenwoordiger van een regionale directie is zij verantwoordelijk voor het secretariaat en is zij lid van het kernteam. De secretaris verzorgt de verslaglegging, bewaakt afspraken, de financiën en het programma en signaleert ontwikkelingen en houdt de leden Cluster C hiervan op de hoogte. DG Water
Draagt zorg voor het intern en extern Rijkswaterstaat uitdragen van het diffuse bronnenbeleid van RWS en de activiteiten van cluster C en is lid van het kernteam. Daarnaast heeft de vertegenwoordiger van het DG Water in cluster C een inbreng vanuit interdepartementale ontwikkelingen en landelijke belangengroepen. Net als de voorzitter wordt ook van de vertegenwoordiger
Programma 2003
24
van DG Water verwacht dat hij op de hoogte is van de werkzaamheden van de CIW sub subwerkgroep diffuse bronnen. Verder levert hij inbreng vanuit het nationale waterbeleid en volgt hij internationale ontwikkelingen. Tenslotte draagt hij het diffuse bronnenbeleid voor het Ministerie van Verkeer & Waterstaat uit. RIZA
Van de vertegenwoordiger van het RIZA wordt verwacht dat hij op de hoogte is van landelijke ontwikkelingen, fungeert als intermediair tussen milieucoördinatorenoverleg BIM, RIZA en cluster C. Vanuit een landelijk overzicht wordt feedback gegeven aan leden van cluster C. Door het leveren van specialistische kennis wordt ondersteuning verleend bij het opstellen van inhoudelijke documenten zoals factsheets en uitvoeringsdocumenten. De vertegenwoordiger van het RIZA is tevens lid van het kernteam diffuse bronnen. DWW
De vertegenwoordiger van DWW fungeert als intermediair tussen DWW en cluster C. De vertegenwoordiger DWW heeft in cluster C een technisch beleidsmatige inbreng vanuit de kennisontwikkeling bij DWW op het gebied van preventieve milieumaatregelen voor wegen. Verder levert hij specialistische kennis en ondersteunt hij bij het opstellen van inhoudelijke documenten zoals factsheets en uitvoeringsdocumenten. 2.3.2 Samenstelling van cluster C Instanties
Cluster C is vertegenwoordigd door het DG Water van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, diverse directies van Rijkswaterstaat, DWW en RIZA. Leden
Els van Bon (voorzitter) Hans Overbeek Larissa Bakker (secretaris) Bart. Hellings Jurrie van de Velde Jan de Beer Vacature Jan van Tiel Paul Paulus Marion v.d. Meerendonk Roel Kwanten Christoph Reuther Sylke Davison Peter Vermij
directie Noord-Holland directie Noord-Holland directie Zuid-Holland DG Water directie Noord-Nederland directie Utrecht directie IJsselmeergebied directie Oost-Nederland directie Zeeland directie Noord-Brabant directie Limburg directie Noordzee DWW RIZA
Agendaleden
L.A. van Geldermalsen
Bouwdienst (agendalid)
2.3.3 Activiteiten 2003 van cluster C
De volgende producten worden gedefinieerd voor 2003: Hoofdactiviteiten:
1. Uitvoeringsdocument Landbouw Product: FWVO-nota Wie: Trekker: directie Oost-Nederland Inzet: Ca. 10 dagen directie Oost-Nederland en 3 dagen directie IJsselmeergebied
Programma 2003
25
Wanneer: Financiën:
oktober 2003 € 20.000,-
2. Uitvoeringsdocument Bouwmetalen Product: FWVO-nota Wie: Trekker: directie Zuid-Holland Inzet: Ca. 30 dagen Wanneer: Eind 2003 / begin 2004 Financiën: € 1.500,3. Uitvoeringsdocument Scheepscoatings Product FWVO-nota Wie: Trekker: RIZA Inzet: 2 dagen Wanneer: Eerste helft 2003 Financiën: € 1.500,Elke deelnemende instantie (agendaleden niet) levert additioneel 3 dagen inzet voor ondersteuning aan de bovenstaande uitvoeringsdocumenten, RIZA 6 dagen. 4. Werkconferentie Product Werkconferentie over een nog nader te bepalen onderwerp uit bestaande activiteiten Wie: Trekker: kernteam cluster C Deelnemers: allen Inzet: n.v.t. Wanneer: optioneel Financiën: € 1.500,5. Factsheets Product: Wie: Inzet: Wanneer: Financiën:
Factsheet over een nader te bepalen voorbeeldproject Trekker: kernteam cluster C Deelnemers: allen 1 dag per persoon optioneel € 1.500,-
6. Factsheet actorenanalyse Product: Factsheet Wie: Directie Noord-Holland Inzet: 4 dagen directie Noord-Holland + uitbesteding Wanneer: PM Financiën: € 10.0007. Recreatievaart Product: Concept milieuservicestation Trekker: Directie Zuid-Holland Inzet: 15 dagen: 2 dagen directie Zuid-Holland, 2 dagen RIZA en 1 dag per directie Wanneer: Eind 2003 Financiën: € 2.500,8. Stimuleringsproject metaal- en biocidevrije scheepsverven Product: Ondersteuning bij het creëren van draagvlak, het verzorgen van communicatie, het fungeren als intermediair bij de financiering
Programma 2003
26
Wie: Inzet: Wanneer: Financiën:
Trekker: directie Zuid-Holland Deelnemers: PM PM PM € 11.500,-
Overige activiteiten:
1. Hand in eigen boezem Product: FWVO-nota Wie: Trekker: directie Noord-Holland Deelnemers: allen, incl. inhuur Inzet: 10 dagen directie Noord-Holland, 5 dagen directie OostNederland, 5 dagen overige deelnemers (ook agendaleden) (totaal 80 dagen RWS) Wanneer: Begin 2003 Financiën: € 35.000,2. Secretariaat en voorzitterschap Product: Secretariaat is inhuur (grootste gedeelte) Wie: Trekker: directie Zuid-Holland, voorzitterschap: directie Noord-Holland Inzet: Inhuur secretariaat: 30 dagen Ir. M. Willems (BECO), 12,5 dagen secretariële ondersteuning van BECO, secretariaat directie Zuid-Holland: 5 dagen, voorzitterschap directie Noord-Holland: 10 dagen Wanneer: Gehele jaar Financiën: € 31.500,3. Evaluatie diffuse-bronnenaanpak bij RWS Product: Evaluatieverslag met aanbevelingen Wie: Trekker: directie Zuid-Holland, kernteam cluster C Inzet: Directie Noord-Holland: 6 dagen, 3 dagen DGW, 1 dag per kernteamlid Wanneer: 2003 Financiën: n.v.t. 4. EBP-analyse Product: Wie: Inzet: Wanneer: Financiën:
Evaluatieverslag met aanbevelingen Trekker: directie Noordzee Directie Noordzee: 5 dagen, 1 dag per RIZA, 1 dag DGW en 1 dag directie Zeeland 2003 5 10.000,-
2.3.4 Kosten overleg cluster C
Aantal vergaderingen per jaar: 4 reguliere vergaderingen en 4 kernteam vergaderingen Kosten (€) voor overleg per jaar: € 2.500, Inzet (P) voor overleg per jaar: 2 dagen per lid per overleg en kernteam( directie Zuid-Holland, directie Noord-Holland, DG Water en RIZA) 2 dagen per kernteamlid extra.
Programma 2003
27
2.3.5 Doorkijk naar de toekomst van cluster C Uitvoeringsdocumenten
Er zullen naar verwachting twee uitvoeringsdocumenten per jaar geproduceerd worden, waarvan het onderwerp bepaald zal worden door de Emissiebeheersplannen. Verder worden de bestaande uitvoeringsdocumenten geüpdatet. Werkconferentie
Er zal twee maal per jaar een werkconferentie gegeven worden waarvan het onderwerp jaarlijks vastgesteld zal worden. Eén van de werkconferenties zal als onderwerp de rol van RWS bij de aanpak van diffuse bronnen hebben. Voor de tweede werkconferentie wordt het onderwerp of de actorenanalyse of een nog nader te bepalen onderwerp. (Voorbeeld)projecten aanpak diffuse bronnen
Cluster C wil in 2002-2006 de communicatie binnen Rijkswaterstaat over uitgevoerde/lopende projecten voortzetten. Daarnaast wil cluster C het uitvoeren van nieuwe voorbeeldprojecten stimuleren. De voorbeeldprojecten moeten passen binnen de in de uitvoeringsdocumenten beschreven strategieën. Onderzoek biocidevrije scheepsverven
Op grond van de ervaringen met het onderzoek naar biocidevrije scheepsverven op overheidsschepen bij de directie Zuid-Holland verzorgt cluster C in 2003 de communicatie om zowel intern als extern de ervaringen uit te wisselen. Monitoring
De monitoringsresultaten dienen geïmplementeerd te worden. Reguliere werkzaamheden
Verder zal het cluster als reguliere werkzaamheden aanhouden: • informatiepunt rijkswaterstaatacties (structureren en coördineren van informatie-uitwisseling via o.a. de internetpagina www.wateremissies.nl; • communicatie van rijkswaterstaatacties; • monitoring: de monitoring van de inzet van RWS en mogelijk het effect van de inzet op de bestrijding van diffuse verontreinigingen is een belangrijk aandachtspunt in 2003. De bestaande enquête wordt aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met a) Hand In Eigen Boezem (voorbeeldfunctie) en b) Monitoring CIW/Unie van waterschappen (voor wat betreft aspecten voor eigen monitoring) 2.3.6 Overzichtstabel van cluster C
Het overzicht van de personele (in mensdagen) en de financiële inzet (in euro’s) per instantie staan in de tabel op de volgende pagina weergegeven.
Programma 2003
28
................................... Tabel 5 Benodigde menskracht (dagen) en financiën cluster C
DG Water
Bijeenkomsten Uitvoerings- Werkcon(4x regulier, 4x documenten ferenties kernteam) 10 3
Voorbeeldprojecten Biocidevrije Factsheet (projecten & scheepsverven actorenfactsheets) analyse PM PM
Recreatievaart
Monitoring HIEB
EBPanalyse
Totaal
1
5
1
23
6
1
10
44
1
2
5
53
directie Noord-Holland
20
3
PM
PM
directie Zuid-Holland
15
30
PM
PM
directie NoordNederland directie OostNederland directie Limburg
8
3
PM
PM
1
5
17
8
13
PM
PM
1
5
27
8
3
PM
PM
1
5
17
directie Noord-Brabant
8
3
PM
PM
1
5
17
directie IJsselmeergebied directie Utrecht
8
6
PM
PM
1
5
20
8
3
PM
PM
1
5
17
directie Noordzee
8
3
PM
PM
1
5
5
22
directie Zeeland
8
3
PM
PM
1
5
1
18
RIZA
10
14
PM
PM
2
5
1
33
DWW
8
3
PM
PM
1
5
17
PM
PM
5
5
RIKZ Bouwdienst Totaal dagen RWS Totaal financiën (€)
127
90
€ 31.500,-* + € 2.500,-
€ 23.000,-
€ 1.500,-
* ondersteuning BECO
Programma 2003
29
4
Evaluatie diffuse bronnenaanpak 3
1
PM
PM
PM
PM
4
5
€ 1.500,-
€ 11.500,-
€ 10.000,-
11
15 € 2.500,-
80
5 8
335
€ 35.000,- € 10.000,- € 129.000,-
2.4 Projectgroep Wbb Waterbodem (PWW) 2.4.1 Taken van de PWW
De PWW houdt zich bezig met een breeds scala aan onderwerpen op het gebied van waterbodem. Het pakket behelst zowel juridische, vergunningstechnische als handhavingonderwerpen in min of meer directe relatie tot de Wet bodembescherming (Wbb). De projectgroep PPW rapporteert daarbij zowel aan het DG Water, het POBJ (Periodiek Overleg Bestuurlijk Juridisch) als het WVO-Ct Tevens draagt ze bij aan de beleidsontwikkeling op het gebied van waterbodems, enerzijds door als klankbord te dienen, anderzijds door middel van actieve werkgroepen. 2.4.2 Samenstelling van de PWW Instanties
De PWW is samengesteld uit vertegenwoordigers van het hoofdkantoor van de Waterstaat, DG Water, de Hoofd Directie Juridische Zaken, diverse directies van Rijkswaterstaat, Bouwdienst en RIZA. Leden
Jeannette van Haren (voorzitter) Sebastian Jansen (secretaris) Regitse Hoogewerff Theo Joosten Henk Kloosterhuis Adriane Wijga Eveline de Lange-Bekker Piet den Besten Koos Hartnack Ben van der Meer Remco Bosma Erica Boers-Gerlings Tjeerd van den Heuvel Wouter Bulthuis Frans van Baar Juliette de Wilt-Hansen Jan de Beer Sylvia de Bruin Pierre Warnier Wienneke Janssen Sjoerd Hoornstra Kiem Tjan Arjen van der Luit Tineke Bilker Jan Kreeft Linda Snitsevorg Francklin de Bruijne Frank Scheffer
Programma 2003
30
directie Oost-Nederland directie IJsselmeergebied directie Oost-Nederland directie Oost-Nederland directie Oost-Nederland directie Zeeland directie Zeeland RIZA RIZA/AKWA directie Zuid-Holland directie Zuid-Holland directie Zuid-Holland HDJZ directie Noord-Holland directie Noord-Holland directie Utrecht directie Utrecht directie Noord-Brabant directie Limburg directie Limburg DG Water DG Water Hoofdkantoor / R directie Noord-Nederland directie Noord-Nederland directie IJsselmeergebied Bouwdienst Bouwdienst/AKWA
2.4.3 Activiteiten van de PWW
Voor 2003 en verder zijn de volgende activiteiten voorzien: 1. Klankbordgroep voor BGW/saneringsdoelstelling waterbodem (project Athene) Product: Advies aan AKWA Trekker: DG Water (S. Hoornstra)/anders; voor project RIZA (M. Tonkes/E. Sneller) deelnemers: R. Hoogewerff, S. Jansen, Th. Joosten, T. van den Heuvel en P. van Zundert (DZH). Inzet: ± 15 dagen Wanneer: 2002/2003 Financiën: n.v.t 2. Standaardisering Besluitvorming Waterbodems (StuW) Product: Standaardisering besluitvorming; op peil houden (juridisch en technisch) van de modelbesluiten en andere modelstukken, bestuderen jurisprudentie en beleid en dit becommentariëren, gericht op de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van de Wbb voor waterbodems. Trekker: directie Oost-Nederland (R. Hoogewerff) deelnemers: F. van Baar, W. Cornelissen, S. Jansen, B. van der Meer, L. Snitsevorg en T. van den Heuvel. Inzet: 35 dagen Wanneer: 2003 Bijzonderheden: Uitvoeren evaluatie gebruik documenten en ontwikkelen modellen Actief bodembeheer rivierbed. Financiën: n.v.t. 3. Rapport ’Hoe gaan we om met bagger’ Product: Een vertaling van het rapport ‘Hoe gaan we om met bagger’ van de directie Noord-Holland tot een landelijk toepasbaar rapport. Trekker: AKWA F. Scheffer (BWD) deelnemers: T. Joosten, B. van der Meer, W. Bulthuis, M. Baart (RDIJ) en eventueel G. Gerrits (Royal Haskoning) aangevuld met vertegenwoordigers van het DG Water, directie Limburg en het WVO-Ct. Inzet: P.M. Wanneer: 2003 Financiën: € 25.000,- (inbesteding door AKWA) 4. Kwalibo Product: Trekker: Inzet: Wanneer: Financiën:
Leveren van advies aan de RWS projectgroep Kwalibo en klankbord bij de ontwikkeling van een gewenste AMvB. Tjeerd van den Heuvel Deelnemers: moet nog worden vastgesteld. P.M. juni 2003 n.v.t.
5. Klankbordgroep wijziging Wbb Product: Leveren van een bijdrage aan de ontwikkelingen in de te wijzigen Wbb, klankbord ten behoeve van HDJZ en DG Water
Programma 2003
31
Trekker: Inzet: Wanneer: Financiën:
trekker en leden moeten nog worden vastgesteld. P.M. 2002 tot en 2004 n.v.t.
6. Klankbordgroep Actief bodembeheer AKWA (ABBA) Product: Advies op juridisch en vergunningtechnisch gebied aan AKWA/RIZA (DGW) bij het opstellen van een nieuw beleid actief bodembeheer waterbodems Trekker: nog niet vastgesteld Inzet: P.M. Wanneer: klankbordgroep wordt ingesteld bij start project ABBA Financiën: n.v.t. 7. Klankbordgroep nieuwe richtlijn saneringsonderzoek Product: Advies op juridisch en vergunningtechnisch gebied aan AKWA/RIZA bij het opstellen van een nieuwe richtlijn saneringsonderzoek Trekker: directie IJsselmeergebied (L. Snitsevorg) deelnemers: E. Boers-Gerlings, Th. Joosten Inzet: 25 dagen Wanneer: klankbordgroep wordt ingesteld bij start project nieuwe richtlijn saneringsonderzoek Financiën: n.v.t. 2.4.4 Kosten van het overleg van de PWW
De projectgroep zal jaarlijks circa viermaal vergaderen. Voor de realisatie van producten worden werkgroepen geformeerd. Iedere werkgroep maakt een werkplan. Ten aanzien van de benodigde inzet zullen in de projectgroep afspraken worden gemaakt. Vergaderkosten worden rechtsreeks bij het hoofdkantoor gedeclareerd. 2.4.5 Doorkijkje naar de toekomst van de PWW
De projectgroep heeft een continue karakter. De werkzaamheden van de projectgroep kent gezien de aard van de werkzaamheden in beginsel geen einddatum.
Programma 2003
32
2.5 Projectgroep Communicatie 2.5.1 Taken van de projectgroep Communicatie
De projectgroep communicatie houdt zich bezig met het communiceren over onderwerpen die spelen op het gebied van vergunningverlening. 2.5.2 Samenstelling van de projectgroep Communicatie Instanties
De projectgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de directies, het hoofdkantoor van de Waterstaat en RIZA. Leden
Joan Meijerink (voorzitter) Cor Venema Jos van Dalen Mike Waltmans Els van Bon Jowi Bijsterbosch
RIZA directie Limburg DG Water directie Oost-Nederland directie Noord-Holland RIZA
2.5.3 Activiteiten van de projectgroep Communicatie
In 2003 zijn de volgende activiteiten voorzien: 1. Internetsite FWVO Product: Internetsite FWVO op www.wateremissies.nl Trekker: RIZA (J. Meijerink) deelnemers: de overige leden van de projectgroep Inzet: 5 dagen RIZA Wanneer: 2003 (doorlopend) Financiën: n.v.t. 2. Informatieoverdracht nieuwsbrief wateremissies Product: Redactie nieuwsbrief Emissies, onderdeel FWVO Trekker: RIZA (J. Meijerink) deelnemers: geen Inzet: 5 dagen RIZA Wanneer: 2003 (doorlopend) Financiën: n.v.t. 3. Promotieactiviteiten Product: diverse Trekker: RIZA (J. Meijerink) deelnemers: de overige leden van de projectgroep Inzet: 5 dagen RIZA Wanneer: PM Financiën: € 1.000,2.5.4 Kosten van het overleg van de projectgroep Communicatie
Communicatie is een vast onderdeel van de programmacommissie van de FWVO en kost derhalve geen extra inzet. Aan de vergadering zijn derhalve kosten verbonden. 2.5.5 Doorkijkje naar de toekomst van de projectgroep Communicatie
De projectgroep zal ook komende jaren zorg dragen voor de informatieoverdracht vanuit de FWVO en het geven van naamsbekendheid aan de FWVO.
Programma 2003
33
2.6 Projectgroep Warmtelozingen koelwater 2.6.1 Taken van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater
De projectgroep is en 1999 opgericht. Haar taak was: “het aangeven van een voorkeursvolgorde in de inzet van elektriciteitscentrales ingeval van overschrijding van de koelwaternormen, rekeninghoudend met de kwetsbaarheid van het ontvangende oppervlaktewater”. Later is door de FWVO aangedrongen om tevens aandacht te besteden aan de beoordelingsystematiek: beoordeling lokaal of als watersysteem als geheel en deze te toetsen op het aspect handhaafbaarheid en na te gaan of de set van gehanteerde criteria (beschikbare koelcapaciteit, functietoekenning van ontvangend oppervlaktewater, visstand ter plaatse, risico op optreden van botulisme) voldoende is om de beoordeling op te baseren. 2.6.2 Samenstelling van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater Instanties
De projectgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de diverse directies en het RIZA. Leden
Dju Bijstra (voorzitter) Karin Michels Paul Borgerding Monique Bouwman
RIZA directie Noord-Holland directie Zuid-Holland directie Utrecht
2.6.3 Activiteiten van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater
In 2003 is de volgende activiteit voorzien: 1. Rapportage Warmtelozingen koelwater Product: FWVO-rapport Warmtelozingen Koelwater aan de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling. Het instrumentarium (de beoordelingssystematiek) zal worden uitgewerkt in CIWverband, waarvan het product in april 2003 wordt verwacht. Trekker: RIZA (D. Bijstra) deelnemers: leden van de projectgroep Inzet: 8 dagen RIZA, 2 dagen per RD (agendaleden niet) Wanneer: april 2003 Financiën: € 500,2.6.4 Kosten van overleg van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater
De projectgroep verwacht in 2003 2 keer te vergaderen. Kosten ca. € 500,2.6.5 Doorkijkje naar de toekomst van de projectgroep Warmtelozingen Koelwater
De projectgroep zal worden opgeheven na oplevering van het eindrapport.
Programma 2003
34
2.7 Projectgroep Chloor in koelwater 2.7.1 Taken van de projectgroep Chloor in koelwater
In het kader van het streven naar een reductie van het gebruik van chloor in koelwater heeft de FWVO in 1998 besloten tot de instelling van de projectgroep chloor in koelwater. Tevens heeft de projectgroep inbreng geleverd in de totstandkoming van de BAT Referentie Documenten (BREF) over koeling. In 2003 zal de werkgroep aandacht schenken aan het monitoren van de implementatie van de FWVO-aanbevelingen. Tevens zal aandacht worden besteed aan het voorkomen van de legionella bacterie in koelwatersystemen. 2.7.2 Samenstelling van de projectgroep Chloor in koelwater Instanties
De projectgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de diverse directies en het RIZA. Leden
Dju Bijstra (voorzitter) Niek Beuzenberg Theo Boon Paul Borgerding vacature
RIZA directie Zeeland directie Noord-Nederland directie Zuid-Holland directie Noord-Holland
2.7.3 Activiteiten van de projectgroep Chloor in koelwater
In 2003 is de volgende activiteit voorzien: 1. Monitoring implementatie FWVO-aanbevelingen uit haar rapport ‘Verantwoord omgaan met biociden in koelwater’ Product: Monitoringsrapportage Trekker: RIZA (D. Bijstra) deelnemers: P.M. Inzet: 17 dagen RIZA, totaal14 dagen RD’s (optioneel 7 dagen Waterschappen) Wanneer: eind 2003, begin 2004 Financiën: n.v.t. 2.7.4 Kosten van het overleg van de projectgroep Chloor in koelwater
De projectgroep zal in 2003 4 keer vergaderen. Kosten ca. € 1.000,-. 2.7.5 Doorkijkje naar de toekomst van de projectgroep Chloor in koelwater
De projectgroep zal geheel 2003 actief zijn en orden opgeheven na oplevering van het product.
Programma 2003
35
2.8 Netwerk Vergunningverlening 2.8.1 Taken van het netwerk
Het netwerkvergunning “Vergunningverlening” komt in de plaats van het voormalig netwerk “Doelgroepbeleid industrie”. Voor de signaleren van ontwikkelingen op het gebied van het doelgroepbeleid industrie bleek een netwerk niet noodzakelijk. Daarom heeft de FWVO er voor gekozen het netwerk in zijn huidige vorm op te heffen. Eventueel voorkomende zaken op het gebied van het doelgroepbeleid zullen worden behandeld in de plenaire vergadering van de FWVO. Tevens is geconstateerd dat er behoefte is aan een platform voor de vergunningverlener. Het netwerk dient een klankbordfunctie te vervullen voor inhoudelijk onderwerpen die spelen op het gebied van de vergunningverlening. Denk daarbij met name aan de implementatie van instrumentarium voor de vergunningverlening. De precieze invulling van het netwerk is nog niet rond. Wat betreft de invulling van de werkgroep wordt gedacht aan: – Het organiseren van een twee jaarlijks contactdag voor vergunningverleners. Als onderwerp voor de eerste contactdag wordt gedacht aan “De toekomst van de vergunningverlening”. – Hoe geeft de vergunningverlening vorm aan het onderhouden en evalueren van de standaardvergunning. – De Algemene beoordelingsmethodiek. – Koelwater. – De normering van vergunningen. – Het prioriteringsinstrument Controle op maat (CoMa). Begin 2003 zal de FWVO een inhoudelijk voorstel voor invulling van het netwerk bespreken. Op basis van dit voorstel zal nadere invulling worden gegeven aan het netwerk. 2.8.2 Samenstelling netwerk Vergunningverlening Instanties
Verkeer & Waterstaat wordt in het netwerk vertegenwoordigd door de regionale directies van Rijkswaterstaat en het RIZA. Door deelname van enkele vertegenwoordigers uit de waterschapswereld en de Unie van Waterschappen wordt eveneens ingespeeld op ervaringen van de niet-Rijkswaterbeheerder, om daarmee een zo uniform mogelijk beleid vanuit de waterkwaliteitsbeheerders na te streven. Naar aanleiding van het inhoudelijk voorstel voor nadere invulling van het netwerk kan de samenstelling wijzigen. Leden
Els van Bon (kwartiermaker) Monique Bouwman-Selier (secretaris) Izaak Taroenodikromo Jan de Jager Anton Gerrits Marjon van den Meerendonk Peter Omvlee Marjo van den Brink Hans Kip Cor van Pinxteren
Programma 2003
36
directie Noord-Holland directie Utrecht directie Zeeland directie Noord-Nederland directie Noord-Holland directie Noord-Brabant directie Noord-Brabant directie Limburg directie Oost-Nederland directie IJsselmeergebied
Volkert Bakker Pia Eckstein John Zijlmans Maarten Revallier Petty Grootens
RIZA Unie van Waterschappen GTD Oost-Brabant Hoogheemraadschap van Rijnland Hoogheemraadschap West-Brabant
2.8.3 Activiteiten 2003 van het netwerk
Onderhouden van het netwerk en minimaal 2 vergaderingen. Bij de nadere invulling zullen tevens activiteiten worden benoemd. 2.8.4 Kosten overleg netwerk
Aantal vergaderingen per jaar: minimaal 2. Daarnaast optioneel 1 gezamenlijk overleg met de DMI-coördinatoren van de provincies. Kosten voor overleg per jaar: ca. € 1.000,-. De Kosten voor een contactdag voor vergunningverleners bedraagt ca. € 10.000,-. Inzet (P) voor overleg per jaar: 3 dagen per deelnemende instantie, dit is ca. 33 dagen totaal RWS. 2.8.5 Doorkijk naar de toekomst van het netwerk
In 2003 zal het plan van aanpak worden vastgesteld en zal nadere uitwerking worden gegeven aan de invulling van het netwerk.
Programma 2003
37
Programma 2003
38
3 Belangrijkste resultaten 2002 .............................................................................................
3.1 Rapporten
Monitoring RWS-activiteiten m.b.t. diffuse bronnen, FWVO-nota 02.02, juli 2002 De nota betreft een overzicht van RWS-activiteiten die bijdragen aan de diffuse verontreiniging van het oppervlaktewater en is een vervolg op het rapport “Hand in eigen (water)boezem”, FWVO-notanummer 97-01, dat door de FWVO in 1997 werd uitgebracht. Het genereren van het overzicht moest antwoord geven op de vraag naar het belang van de aanpak van diffuse bronnen voor de regionale directies (inventarisatie van probleemstoffen en –bronnen, e.d.). Echter in de periode tussen het verschijnen van deze nota en de gegevensverzameling kwam het proces van Emissiekader NW4 in een stroomversnelling. Daarmee is een gedeelte van de vraagstelling naar de monitoring van activiteiten achterhaald. Desalniettemin betreft het een nuttige momentopname van de stand van zaken van destijds en is het waardevol dat vastgelegd te hebben. Uitvoeringsdocument Onkruidbestrijding verhard oppervlak, FWVO-nota 02.03, februari 2002 In 1997 sloot Rijkswaterstaat een convenant met de andere overheden, het MJP-G, waarin werd afgesproken om het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in zowel het openbaar groen als op het verhard oppervlak te reduceren. Rijkswaterstaat voldoet reeds aan de doelstelling met betrekking tot het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in het openbaar groen. Op het gebied van de verharding is de verbruiks-emissie ongeveer gelijk gebleven en de doelstelling voor reductie van de emissie naar oppervlaktewater van 90% is vooralsnog niet gehaald. Als waterkwaliteitsbeheerder streeft Rijkswaterstaat echter naar een nulgebruik van bestrijdingsmiddelen. Om de reductiedoelstelling alsnog te behalen en daarmee de voorbeeldfunctie van Rijkswaterstaat te versterken heeft de FWVO bijgaand uitvoeringsdocument opgesteld. Het uitvoeringsdocument biedt een handreiking om het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op het verhard oppervlak verder te reduceren en de emissie van bestrijdingsmiddelen naar oppervlaktewater te beperken en is uitgebracht als een bindend advies m.b.t. de uitvoering van het Meerjarenplan gewasbescherming (MJP-G) door Rijkswaterstaat. de FWVO zal een serie van vijf uitvoeringsdocumenten uitbrengen in de loop van 2002/2003. TEB-praktijkonderzoek, Deel A-6: evaluatierapport identificatie oorzaken acute toxiciteit, FWVO-nota 02.04, juni 2002
Het rapport betreft een praktijkonderzoek naar de identificatie van oorzaken van acute toxiciteit en is uitgevoerd in het kader van het programma totaal-effluentbeoordeling. Het praktijkonderzoek is uitgevoerd in 2000 en 2001 door de Directies Oost Nederland, Noord Holland, Zuid Holland en Zeeland. Gebleken is dat identificatie van
Programma 2003
39
oorzaken niet eenvoudig is, maar maatwerk en puzzelwerk. Vaak zijn onverwachte stofgroepen de oorzaak gebleken. Samenwerking tussen disciplines (ecotoxicologen, chemici, procestechnologen) en tussen instanties (beheerder, bedrijf en onderzoeksbureau) is van groot belang. De oorzaken konden worden achterhaald tot op stofgroepniveau (en soms tot individuele stoffen), waardoor het mogelijk is maatregelen te ontwikkelen. Het rapport doet (nog) geen uitspraak over de toepassing van het instrument totaal- effluentbeoordeling. TEB-praktijkonderzoek, Deel B-1: evaluatierapport meten en identificatie oorzaken bioaccumulatie – organische stoffen, FWVO-nota 02.05, juni 2002 Ook dit rapport betreft een praktijkonderzoek in het kader van het programma totaal-effluentbeoordeling. Het praktijkonderzoek naar bioaccumulatie van organische stoffen is in 2001 uitgevoerd door Directies Zeeland, Noord-Holland, Zuid-Holland, Limburg en Noord-Nederland. Er zijn 29 effluenten onderzocht met de SPME-methode. Gebleken is dat de hoeveelheid bioaccumulerende stoffen in circa de helft van de onderzochte effluenten hoger zijn dat de gehalten in oppervlaktewateren. Het betreft nietreguliere stoffen als gehalogeneerde aromaten, gealkyleerde PAKs, alkanen en ftalaten. Het belang van de parameter bioaccumulatie is door alle betrokken partijen onderkend. De methode werkt goed en wordt alleen nog op een aantal punten gevalideerd. 3.2 Andere producten
Workshop coating scheepvaart 21 maart 2002 organiseerde de FWVO een workshop over het onderwerp antifoulinggebruik in de scheepvaart. Tijdens deze workshop bleek dat aan de handhaving van het gebruik van antifouling in de recreatievaart door de meeste directies weinig aandacht werd besteed. belangrijkste argument was de moeilijk handhaafbare regelgeving. Het bleek echter heel wel mogelijk om handhavend op te treden en scheepseigenaren op heterdaad te betrappen op het gebruik van b.v. koperhoudende antifouling. Hiervan gaat een sterke preventieve werking uit. De problematiek van het gebruik van antifouling kan niet alleen door rijkswaterstaat worden opgelost. Er zijn vele actoren betrokken. In de workshop is aandacht besteed aan het adresseren van mogelijke acties die kunnen bijdragen aan de oplossing van de problematiek. De FWVO heeft het voornemen om hierover in 2003 een rapport uit te brengen met de titel Uitvoeringsdocument Scheepscoating. Workshop ladingresten scheepvaart De FWVO organiseerde op 25 juni 2002 een workshop over ladingresten scheepvaart. De aanwezigen constateerden dat het er in het Scheepsafvalstoffenverdrag veel aandacht wordt besteed aan het voorkomen van het ontstaan van ladingresten. Die aandacht gaat voorbij aan de emissies die optreden tijdens het laden en lossen als gevolg van mors en verwaaiing van lading. Daarom moet meer aandacht worden gegeven aan het verlenen van vergunning voor de op- en overslag van met name droge bulkgoederen. De FWVO zal hierover in 2003 een factsheet opstellen met hierin een richtlijn voor de directies over hoe om te gaan met vergunningverlening en handhaving voor de op- en overslag.
Programma 2003
40
Symposium “Zuiver en Allert” Op donderdag 31 oktober 2002 organiseerde het Wvo-Contactteam en de FWVO in nauwe samenwerking met de Unie van Waterschappen en de Divisie Water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat het 10de symposium over vergunningverlening en handhaving van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Dit jaar is het symposium georganiseerd rond het thema: transparantie, professionalisering en integriteit. De scheiding van beleid en uitvoering en de inspectievorming die de laatste jaren vorm heeft gekregen binnen het ministerie V&W moet leiden tot een meer transparante overheid. De professionalisering van de handhaving heeft tot doel om te komen tot versterking van de kwaliteit van de handhaving van milieuwetten. Integriteit is een onderwerp, dat uitgebreid in de publiciteit staat en waar ook vergunningverleners en handhavers in hun werk mee te maken hebben. Het symposium trok ca. 450 bezoekers. Tijdens het symposium gaf de Inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat de heer dr. F.J.H. Mertens het officiële startsein voor de Divisie Water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Tevens ging de film “Boter bij de vis” in première. De film brengt de ontwikkeling van de handhaving van de Wvo in beeld. Cursus BMP-3 chemie Eind 2002 ging de derde ronde bedrijfsmilieuplannen (BMP’s) voor de doelgroep chemische industrie van start. Centraal thema daarin is de verbreding (duurzaam ondernemen, met name productgerichte milieuzorg in de keten). Het bevoegd gezag heeft een belangrijke rol in het BMP-3 proces. In het kader van de kennisopbouw en overdracht van expertise zijn er rond de jaarwisseling samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en VROM zeven trainingen georganiseerd voor ambtenaren van provincies, gemeenten en waterkwaliteitsbeheerders. De deelnemers waren in het algemeen zeer tevreden over deze trainingen. Wel vinden ze de materie moeilijk, en ervaren ze het vrijwillige karakter van de afspraken met de sector als een probleem. Eind 2002 zijn drie 'terugkomdagen' georganiseerd (mede betaald door de FWVO) waarop ervaringen konden worden uitgewisseld. Die ervaringen zijn wisselend. Tot nu toe heeft ongeveer de helft van de circa 120 bedrijven een ontwerp BMP ingediend, en dat is van wisselende kwaliteit. In de loop van 2003 kan de balans worden opgemaakt en wordt duidelijk wat het proces gaat opleveren.
Programma 2003
41
Programma 2003
42
Bijlage 1 .............................................................................................
Samenvatting FWVO-programma 2003 Gewenste inzet in mensdagen (P) en benodigde financiële middelen in k€ directies/ dienst NN ON RDIJ UTR NH ZH ZLD NBR LIMB NZ RIKZ RIZA DG W HDJZ HKU DWW BD FWVO Totaal
2003 F
P
21 34
66 104 56 30 97 110 66 28 68 65 21 396 75 13 14 17
21 34 21 21 34
5 188* 374
1231
* in dit bedrag is tevens k€ 12 apparaatkosten opgenomen 1 mensdag = 8 uur
Programma 2003
43
Programma 2003
44
Bijlage 2 .............................................................................................
Leden van de FWVO de heer ir. C. Venema (voorzitter) de heer ing. J. Meijerink (secretaris) de heer mr. T.P.F. van den Heuvel de heer J. Jonkhoff de heer ing. P.F.P.M. Warnier de heer ing. A.H.M.M. Kerkhof mevrouw ing. E. van Bon de heer ir. W.G. Prins de heer ing. B. Hannessen de heer ir. M.J.P.H. Waltmans de heer ir. G.W. van Vliet mevrouw ing. M. Bouwman de heer ing. N.C. Beuzenberg mevrouw E.M. Gijzendorffen de heer ir. J.P. van Dalen mevrouw ir. H. Klavers de heer ir. F. Dijkman de heer drs. ing. M van Zetten mevrouw J. Bijsterbosch
Programma 2003
45
directie Limburg RIZA Hoofddirectie Juridische Zaken directie IJsselmeergebied directie Limburg directie Noord-Brabant directie Noord-Holland directie Noord-Nederland directie Noordzee directie Oost-Nederland directie Utrecht directie Utrecht directie Zeeland directie Zuid-Holland DG Water HKU IVW / DW RIKZ RIZA