Programma 2 Openbare Orde en Veiligheid
2.1 Inleiding Openbare Orde en Veiligheid is een primaire taak van de lokale overheid. Samen met haar partners werkt de overheid aan een veilige en prettige leefomgeving. In de Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Spijkenisse 2010-2013 heeft de gemeenteraad de kaders gezet en prioriteiten benoemd waar het veiligheidsbeleid de focus op moet leggen. Het integrale beleid van veiligheid heeft veel raakvlakken met andere beleidsterreinen. Dit maakt het een complex vraagstuk, wat inzet vraagt en verantwoordelijkheid van meerdere partijen. Maar ook vraagt het inzet van de individuele burger, maatschappelijke organisaties, bedrijven en woningbouwcorporaties om bij te dragen aan een veilige woon- en leefomgeving.
2.2 Probleemanalyse Voor deze probleemanalyse zijn de uitkomsten van de Lemon-enquête 2010 en de Veiligheidsrapportage 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond als bron gebruikt, die betrekking hebben op het veiligheidsgevoel en beleving van de inwoners van Spijkenisse. Uit de enquête blijkt dat bijna tweederde deel van de inwoners zich in het algemeen veilig voelt. In de eigen buurt ligt de score hoger: dan voelt driekwart van de inwoners zich veilig. Slechts drie procent van de inwoners geeft aan zich in de eigen buurt vaak onveilig te voelen. De Lemon-enquête 2010 laat voorts zien dat de gevoelens van veiligheid niet wezenlijk veranderd zijn in vergelijking met het vorige onderzoek in 2008. Naast antwoorden op vragen over (on)veiligheid zijn er ook rapportcijfers gegeven voor het veiligheidsgevoel, voor ervaren overlast als gevolg van criminaliteit (zoals vandalisme, inbraak, diefstal, vernielingen en geweldpleging) en voor overlast veroorzaakt door andere buurtbewoners en door het verkeer. Gemiddeld geeft men in 2010 een rapportcijfer van 7,0 voor het gevoel van veiligheid in de eigen buurt. Het oordeel over de criminaliteit blijft hierbij met 6,6 achter. Wanneer het gaat om verkeersoverlast en overlast in het algemeen dan zien we hieronder een ander beeld. Over deze aspecten zijn de bewoners het minst tevreden.
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 39
De veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2012 Naast de scores uit de Lemon-enquete zijn ook gegevens ontleend aan de Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2012. De Veiligheidsrapportage 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond geeft een beeld van de veiligheid in de gehele regio over de jaren 2010 en 2011. Per onderwerp wordt een lijst gegeven van de regiogemeente en wat de score is. Ten opzichte van 2009 is het percentage bewoners dat (zeer) tevreden is over de eigen buurt met 0,1% gestegen naar 80%. Dat is onder het regionale gemiddelde van 81,8%. Voor wat betreft het percentage inwoners dat zich vaak onveilig voelt in de gemeente Spijkenisse is dit gestegen van 2,6% in 2009 naar 3,7% in 2011. Dit is wel onder het regiogemiddelde van 4,3%. Het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt is in 2011 wel iets verbeterd ten opzicht van 2009. Het verschil is minimaal: 0,7%. Het percentage bewoners dat zich weleens onveilig voelt in de eigen buurt in de gemeente Spijkenisse is in 2011 23,6%. Dit is een verbetering van 1,4% ten opzichte van 2009. Het regiogemiddelde is 22,8%.
40 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
2.3 Probleemstelling Spijkenisse wil een veilige leefomgeving voor haar burgers realiseren en ontwikkelt daarvoor een passend integraal veiligheidsbeleid en brengt dat ook tot uitvoering. De uitvoering vindt plaats door het opstellen van een Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid. Het veiligheidsbeleid bestaat enerzijds uit een fysieke component (beheer openbare ruimte en ruimtelijke ontwikkeling) en anderzijds uit een sociale component (sociale infrastructuur en sociale binding) en een handhavingcomponent (toezicht). Om deze verschillende componenten in samenhang te ontwikkelen en in samenwerking met maatschappelijke partners en betrokken inwoners op te pakken, kiest de gemeente voor een regierol. Deze regierol vertaalt zich in het vormgeven van een Kerngroep Integraal Veiligheidsbeleid (IVB), waar de regie bij Openbare Orde & Veiligheid ligt. In de Kerngroep vindt de integrale afstemming plaats met partners in het veiligheidsveld. Vanuit verschillende afdelingen is er vertegenwoordiging, waardoor een zo breed mogelijk draagvlak gecreëerd wordt. Voor 2013 zijn de volgende accenten gelegd bij: - Herijking van de Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Spijkenisse 2010-2013 naar een Kadernota 2014-2017; - Het bijbehorende uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid; - Crisisbeheersing op orde; - Jeugd en Veiligheid; - Veilige Woon- en Leefomgeving; - Wijkveiligheid.
2.4 Wat willen we bereiken? In deze paragraaf zijn de doelstellingen omschreven waar vanuit het programma 2 op in gezet wordt. Er zijn 4 centrale thema‟s; te weten: Veiligheid, Overlast, Actief Burgerschap en Criminaliteitsbestrijding. Per thema zijn effectindicatoren waaruit af te leiden valt wat we met programma 2 willen bereiken (meetbaar effect). 2.4.1 Veiligheid Doelstelling: Terugdringen criminaliteit en onveiligheidsgevoelens. effectindicator Percentage dat zich wel eens onveiligheid voelt Spijkenisse algemeen Aantal aangiften geweldsmisdrijven (per 1000 inwoners)
bron Lemon-enquête
Politie RotterdamRijnmond
realisatie (jaar) 33% (2010) 7 (2010)
streefwaarde 2013 30% (Lemon2012)
≤ 2010
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 41
2.4.2 Overlast Doelstelling: Aanpak van overlast in de wijken: Centrum 2; Schiekamp; Groenewoud Hoog; Waterland Zuid; Akkers Zuid en Akkers-centrum, Akkers Noord, Gildenwijk en Sterrenkwartier Hoog. Gestreefd wordt naar vermindering van de sociale overlast in bovenstaande wijken. Op basis van vier vragen naar buurtproblemen in de Lemon-enquête die te maken hebben met vormen van gedrag die als „ernstig overlast gevend‟ kunnen worden aangemerkt (dronken mensen op straat, mensen die op straat worden lastiggevallen, drugsoverlast, overlast door groepen jongeren) is de schaalscore „sociale overlast‟ samengesteld. Bij de schaalscore geldt: lager is beter (1= weinig voorkomend, 10= vaak voorkomend). effectindicator
bron
realisatie (jaar)
streefwaarde 2013
schaalscore sociale overlast per Wijk: Centrum 2
Lemon-enquête
3,5 (2010)
3,3 (Lemon2012)
Schiekamp
Lemon-enquête
1,6 (Lemon2012)
Gildenwijk
Lemon-enquête
1,8 (2010) 3,1 (2010)
Groenewoud Hoog
Lemon-enquête
2,8 (2010)
2,6 (Lemon2012)
Waterland Zuid
Lemon-enquête
2,8 (2010)
2,6 (Lemon2012)
Sterrenkwartier Hoog
Lemon-enquête
3,8 (2010)
3,6 (Lemon2012)
Akkers Noord
Lemon-enquête
2,6 (2010)
2,4 (Lemon2012)
Akkers-Zuid
Lemon-enquête
2,2 (2010)
2,0 (Lemon2012)
Akkers Centrum
Lemon-enquête
5,4 (2010)
5,2 (Lemon2012)
2,9 (Lemon2012)
2.4.3 Actief Burgerschap Doelstelling: Sociale cohesie en de betrokkenheid en gehechtheid aan de buurt vergroten met punt 0,2. Wederkerigheid, zoals dat in het collegeprogramma is aangegeven, vormt hierbij het uitgangspunt. De schaalscore van de sociale cohesie (opgebouwd uit reacties van respondenten Lemon-enquete op vier stellingen: de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks, in deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om, ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid, ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt) loopt van 0 tot 10, waarbij geldt: hoe hoger de score op deze indicator, hoe hoger de ervaren sociale kwaliteit.
effectindicator schaalscore sociale cohesie
bron Lemon-enquête
42 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
realisatie (jaar) 5,6 (2010)
streefwaarde 2013 5,8 (2012)
2.4.4 Criminaliteitbestrijding Doelstelling: Inzetten op het ombuigen van ongewenst individueel gedrag naar gewenst individueel gedrag, bijvoorbeeld bij veelplegers en jeugdigen.
effectindicator % inwoners dat slachtoffer woninginbraak % inwoners dat slachtoffer diefstal uit de auto % inwoners dat slachtoffer autodiefstal % inwoners dat slachtoffer fietsdiefstal
is van is van is van is van
bron
realisatie (jaar)
streefwaarde 2013
Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond
1,0 (2011)
0,8 (2013)
1,9 (2011)
1,7 (2013)
0,7 (2011)
0,5 (2013)
2,9 (2011)
2,7 (2013)
In paragraaf 2.4 “Wat willen we bereiken” zijn de doelstellingen omschreven waar vanuit het programma 2 op in gezet wordt. Er zijn 4 centrale thema‟s; te weten: Veiligheid, Overlast, Actief Burgerschap en Criminaliteitsbestrijding. Per thema zijn effectindicatoren waaruit af te leiden valt wat we met programma 2 willen bereiken (meetbaar effect).
2.5 Wat gaan we daarvoor doen? Hieronder is terug te vinden welke prestatie-indicatoren zijn verbonden aan de doelen. Bij het thema veiligheid willen we het aantal misdrijven terugdringen. Het gaat om invloed op het gevoel van veiligheid. Vernielingen in de omgeving, maar ook is aangetoond dat jeugd/jongeren overlast, invloed heeft op het gevoel van veiligheid in de eigen woonomgeving.
2.5.1 Veiligheid prestatie-indicator
bron
Aantal aangepakte jeugdgroepen (volgens groepsaanpak Beke) Aantal aangewezen gebieden voor de gebiedsgerichte aanpak
Registratie
realisatie (jaar) 2 (2012)
streefwaarde 2013 ≥ 2012
Registratie
2 (2012)
≥ 2012
2.5.2 Overlast Bij overlast spreken we van overlast in de wijk of buurtproblemen. De doelstelling is om in de afgesproken wijken de schaalscore overlast terug te dringen. prestatie-indicator Aantal besproken (bekende) overlast gevers in casusoverleg Veiligheidshuis
bron Registratie
realisatie (jaar) 11 (2011)
streefwaarde 2013 20 (2013)
Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 43
2.5.3 Actief Burgerschap Bij actief burgerschap willen we juist de betrokkenheid van de burger bij de eigen woonomgeving vergroten. Dit valt o.a. terug te zien in het percentage dat vrijwilligerswerk verricht. Met betrokkenheid en actief burgerschap bedoelen wij ook buurtpreventie. prestatie-indicator
bron
Aantal wijken met buurtpreventie in Spijkenisse
realisatie (jaar) 10 (2012)
Registratie
streefwaarde 2013 ≥ 2012
2.5.4 Criminaliteitbestrijding We willen de criminaliteit in de gemeente bestrijden. Het gaat daarbij ook om “High Impact Crimes” die impact hebben op de maatschappij. De streefwaardes zijn kleiner of gelijk aan het niveau van de meetwaarde (2011). prestatie-indicator
bron
Aantal BIBOB toetsen bij verlening exploitatievergunning Aantal casuïstiek ingebracht bij het RIEC
Registratie
realisatie (jaar) 60 (2011)
streefwaarde 2013 ≥ 2011
Registratie
5 (2011)
≥ 2011
2.6 Effectiviteitmeting De effectiviteit wordt vastgesteld aan de hand van de veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond van 2010 en volgende jaren. Voorts vindt de effectiviteitmeting plaats aan de hand van verbetering van de rapportcijfers in de Lemon-enquête, op die onderdelen die betrekking hebben op programma 2.
2.7 Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Lasten Baten Saldo Programma Mutaties in Reserves Saldo na Bestemming
Realisatie
Begr.
Begr.
Mrj. Begr.
Mrj. Begr.
Mrj. Begr.
2011
2012
2013
2014
2015
2016
7.057
7.290
6.918
6.897
6.891
6.889
254
282
205
205
205
205
6.802
7.008
6.713
6.692
6.686
6.684
-608
-152
0
0
0
0
6.194
6.856
6.713
6.692
6.686
6.684
Naast de toegestane loon- en prijscorrectie en de vastgestelde begrotingswijzigingen wordt het verschil ten opzichte van 2012 op dit programma verklaard door een verlaging van de indexatie van de subsidie aan de VRR naar 0% voor een bedrag van € 135.000. Het budget met betrekking tot veiligheid centrum van € 100.000 is overgeheveld van programma 2 naar 5, omdat dit betrekking heeft op de openbare ruimte. Tenslotte zijn zowel de lasten als de baten met betrekking tot Halt verlaagd met € 50.000.
44 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse
2.8 Belangrijke ontwikkelingen voor 2013 1. Herijking Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2010-2013 In 2010 is de Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2010-2013 opgesteld. Deze is voor 4 jaar vastgesteld en loopt tot 2013. Voor de volgende vier jaar dient de Kadernota herijkt te worden. De Kerngroep Integrale Veiligheid zal hiertoe het initiatief nemen. De gebiedsscan (plus) zal mede dienen als input voor de nieuwe Kadernota. 2. Versterking toezicht in het publieke domein Toezicht en handhaving speelt steeds meer een nadrukkelijke rol. Van de overheid wordt verwacht dat zij haar toezichthoudende taak uitvoert. Zeker in het publieke domein, waar toenemende maatschappelijke problemen aan het licht komen. Door het sterker wegzetten van Integrale Handhaving, door middel van Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving, gaat daar aan gewerkt worden. 3. Buurtgoa‟s. Een verdere doorontwikkeling van het project Buurtgoa‟s wordt ingezet. Elke wijk in de gemeente heeft haar eigen buurtgoa. Deze opereert naast de wijkagent en als contact met de burger op straat. 4. Regionalisering HALT. Tijdens een vergadering van 4 oktober 2011 heeft het landelijk bestuurlijk platform van Halt Nederland besloten om uiterlijk per 1 januari 2013 één landelijke uitvoeringsorganisatie te realiseren. Vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie is aangekondigd dat de bestuurlijke constructie van de bestaande en nieuwe Haltregio‟s een stichting gaat worden in plaats van een gemeenschappelijke regeling. Uiterlijk per 1 januari 2013 moet de Stichting Halt Nederland worden opgericht en wordt de gemeenschappelijke regeling Rotterdam Rijnmond opgeheven. Op 20 december 2011 hebben de regionale Halt afdelingen een convenant ondertekend op basis waarvan zij zich verplichten mee te werken en alles te doen wat nuttig en nodig is om de Halt Organisatie in juridische, organisatorische en economische zin per 1 januari 2013 over te dragen aan de gemeenschappelijke organisatie. Verdere besluitvorming zal in 2012 plaatsvinden. 5. Professionalisering van de gemeentelijke opsporingsambtenaren. Doordat handhaving op lokaal niveau steeds belangrijker wordt, is professionalisering van de eigen GOA‟s aan de orde. Door een goed en gewaardeerd handhavingapparaat staat de gemeente sterk. Ook de verantwoordelijkheid van het openbaar bestuur als behoorlijk handhaver en toezichthouder vraagt professionalisering. Hierin wordt mede samengewerkt met het Openbaar Ministerie voor het onder andere stroomlijnen van procedures. 6. Doorontwikkeling regionaal veiligheidshuis. Per 2011 is het Veiligheidshuis geregionaliseerd en bedient alle regiogemeenten van de politieregio. Om de lokale binding zo goed mogelijk te realiseren vinden er op locaties casus besprekingen plaats. Voor de Zuid-Hollandse Eilanden (Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee) vindt dit plaats op het politiebureau te Spijkenisse. Gestart is met het thema Veelplegers. Dit zal in de loop van 2012 en 2013 verder uitgebreid worden met de thema‟s Huiselijk Geweld en Jeugd. 7. Nieuwe Politiewet Bij de hervorming van het politiebestel en samenvoeging van de politieregio‟s wordt de politiewet herzien. Dit heeft met name consequenties voor de manier waarop de politie wordt aangestuurd. In het driehoeksoverleg met de burgemeester en de officier van justitie worden afspraken gemaakt over de inzet van de politie op lokaal niveau. De burgemeester zal deze afspraken maken aan de hand van Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse | 45
het door de gemeenteraad vastgestelde lokale integraal veiligheidsplan. De strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (opsporing en vervolging) en het beleid ter zake valt onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie. 8. Continuering pilot Drank & Horeca In 2013 zal de pilot Drank & Horeca op Voorne-Putten (minus gemeente Hellevoetsluis) gecontinueerd worden. Ondanks het wegvallen van de subsidie, betalen de vier gemeenten aan de pilot. Deze zal door de huidige Drank & Horeca GOA‟s worden ingezet. 9. Wijkveiligheid De gebiedsgerichte aanpak in het kader van wijkveiligheid zal in 2013 zich o.a. richten op Groenewoud Hoog. Gedragsbeïnvloeding middels metingen op snelheden zal in 2013 worden voortgezet op basis van locatievoorstellen door bewoners. Bij een percentielwaarde onder de 85% zullen voorstellen voor snelheidsremmende maatregelen volgen.
46 | Programmabegroting 2013 Gemeente Spijkenisse