Profielschets Kernleerstoel Landschapsarchitectuur
Afdeling ‘Urbanism’ Faculteit Bouwkunde TU Delft
Inhoudsopgave
Inleiding
2
Doel van de leerstoel
2
Positionering van de leerstoel
4
Organisatie van de leerstoel
6
Leeropdracht
6
Werkzaamheden van de leerstoelhouder
6
Functie-eisen
7
Samenstelling van de benoemingsadviescommissie
7
Profielschets Hoogleraar Landschaparchitecture
2
1. Inleiding De Faculteit Bouwkunde van de TU Delft zoekt een hoogleraar om de kernleerstoel Landschapsarchitectuur te vervullen. Op 1 januari 2011 neemt de huidige hoogleraar Clemens Steenbergen afscheid. Hij kan terugkijken op een periode waarin de betekenis van het vakgebied in onderwijs en onderzoek internationaal toonaangevend is geworden. Landschapsarchitectuur is al onderdeel van het curriculum van de faculteit sinds de jaren veertig van de vorige eeuw waar Jan Bijhouwer een lectoraat vervulde. Later is dit uitgebouwd en geformaliseerd in een vakgroep waaraan Frans Maas bijna twintig jaar als hoogleraar leiding gaf. Dit gestage werk heeft er uiteindelijk toe geleid om een volledige Mastertrack Landschapsarchitectuur te kunnen aanbieden. Deze start in september 2010. Het vakgebied van de Landschapsarchitectuur is als ontwikkelingsonderdeel van de faculteit Bouwkunde aangewezen, dat betekent dat op basis van het voorliggende businessplan de faculteit bereid is om in de uitbreiding van de sectie te investeren . In deze profielschets wordt een beeld geschetst van de leerstoel en van de leeropdracht en de werkzaamheden van de nieuwe hoogleraar en de functie-eisen die gesteld worden. Er ligt een uitdagende taak om de betekenis van het vakgebied van de Landschapsarchitectuur verder uit te bouwen in het licht van de sterke verstedelijking, zowel mondiaal als in Nederland. 2. Doel van de leerstoel De kernleerstoel Landschapsarchitectuur richt zich op onderwijs en onderzoek in een vakgebied dat zowel in Nederland als internationaal een steeds prominenter plaats inneemt bij ruimtelijke transformaties van het (stads)landschap. Het vermogen om plaatsen, netwerken, infrastructuren en stedelijke velden ruimtelijk te organiseren en architectonisch te bewerken maakt de landschapsarchitectuur tot een onmisbare schakel in actuele ruimtelijke vraagstukken. Kennis over de conceptuele, technische en materiële kracht van het landschap behoort inmiddels tot de uitrusting van de meeste ontwerpbureaus; evenals landschapsarchitectonische vaardigheden om complexe, contextuele ruimtelijke vraagstukken op te lossen. Het vakgebied landschapsarchitectuur omvat woon-, werk-, infrastructuur-, recreatie-, natuur en waterlandschappen op verschillende schalen en op uiteenlopende planniveaus; van architectonische ensembles en stedelijke fragmenten tot metropolitane park- en watersystemen. In de beroepspraktijk speelt de landschapsarchitectuur op al deze terreinen een rol, met een wisselende intensiteit en in verschillende fasen en planvormen. Het landschapsarchitectonisch ontwerp heeft een eigen signatuur. Anders dan architectuur en stedenbouw is het geënt op de lezing en interpretatie van topografische situaties, natuurlijke processen en formele, materiële en culturele kwaliteiten van een plaats. Deze aspecten – de genius loci – zijn bepalend voor de landschapsarchitectuur. De Landschapsarchitectuur is bij uitstek een discipline, die tussen en met Architectuur en Stedebouw opereert en architectonische kwaliteit in het (stads)landschap kan verankeren. Het vakgebied omvat een landschapsarchitectonisch perspectief op onderzoek, ontwerp, uitvoering en beheer van landschappelijke en stedelijke systemen. De vakinhoud valt uiteen in het leren herkennen, begrijpen en benutten van processen van uiteenlopende aard (natuurlijke, klimatologische, geomorfologische, hydrologische en sociale processen) en van de patronen waarin deze processen kunnen resulteren en de landschapsarchitectonische bewerking daarvan (vorm, structuur en functie).
Profielschets Hoogleraar Landschaparchitecture
3
Onderwijs
De leerstoel Landschapsarchitectuur aan de Faculteit Bouwkunde biedt vanaf september 2010 een Mastertrack voor de opleiding tot landschapsarchitect aan. Het MSc onderwijsprogramma heeft een uitgesproken universitair karakter: • het legt de breedte van het vakgebied open; • het geeft op cruciale disciplinaire thema’s een wetenschappelijke verdieping; • het is gekoppeld aan een parallel onderzoeksprogramma. Deze masteropleiding legt zijn accent op het ontwerpen en maakt in zijn curriculum dankbaar gebruik van eigen concepten, theorieën, typologieën en eerder ontwikkeld onderzoeksinstrumentarium. Dit ontwerponderwijs staat voor een voortdurende wisselwerking tussen denken (wetenschap, analyse en reflectie op bestaande voorbeelden) en doen (intuïtieve, speculatieve interventies en toetsing daarvan). De Mastertrack bouwt voort op de kennisbasis en het ontwerpcurriculum van de bachelor.
Onderzoek
Het onderzoeksprogramma voor de komende jaren is opgebouwd uit de volgende aandachtsgebieden: Architectuur en Landschap, Het Nederlandse Landschap en Landschapsarchitectuur van de Stad. In het deelprogramma Architectuur en Landschap worden de technische, topografische, ruimtelijke, programmatische en beeldende verhoudingen tussen gebouw, tuin en landschap onderzocht. In het deelprogramma Het Nederlandse Landschap worden de technische, topografische, ruimtelijke, programmatische en beeldende inrichting van Nederlandse cultuurlandschappen onderzocht. Het Nederlandse landschap en de Nederlandse delta worden gezien als laboratorium voor wereldwijde vraagstukken van transformatieprocessen. In het deelprogramma Landschapsarchitectuur van de Stad worden de technische, topografische, ruimtelijke, metabolistische, programmatische en beeldende verhoudingen tussen de stad en het ommeland onderzocht en omgezet in landschappelijke en landschapsarchitectonische vraagstellingen. De leerstoel zal zich in de komende jaren richten op het verder uitbouwen en valoriseren van het fundamentele onderzoek dat in de afgelopen jaren binnen de leerstoel verricht is voor actuele landschapsarchitectonische vraagstukken in binnen- en buitenland. 3. Positionering van de leerstoel
Algemeen
De Nederlandse praktijk en de wetenschap op het gebied van de landschapsarchitectuur hebben in de loop van de 20e eeuw internationaal een unieke positie en een hoog aanzien ontwikkeld. De leerstoel landschapsarchitectuur TU Delft heeft international erkende wetenschappelijke bijdragen geleverd en start vanaf het najaar 2010 een Mastertrack Landschapsarchitectuur. Wij spelen daarmee in op een internationale tendens van grote architectuurfaculteiten om het gehele schaalbereik van het ruimtelijk ontwerpen in hun curriculum te verenigen. Bij de leidende ETH van Zürich is een tiental jaren geleden met succes een master landschapsarchitectuur toegevoegd. Bij de Graduate School of Design in Harvard, de oudste landschapsarchitectuurfaculteit ter wereld is naast de architectuurrichting ook de stedenbouwrichting in het curriculum opgenomen. Er zijn inmiddels meer dan 130 opleidingen in landschapsarchitectuur wereldwijd - een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. Landschapsachitectuur is een vakgebied dat op unieke wijze in staat is te reageren op temporele veranderingen, adaptatie, transformatie en successie en presenteert zich daarom als perfecte analogie voor verstedelijkvraagstukken. Het is bij uitstek geschikt om de veranderingsdruk en de onbepaaldheid van de huidige urbane conditie te begrijpen en vorm te geven. Landschapsarchitectuur is daarmee niet alleen een mogelijk formeel model maar, misschien nog belangrijker, een model voor het proces.
Profielschets Hoogleraar Landschaparchitecture
4
Positionering ten opzichte van praktijk en andere universiteiten
Landschapsarchitectuur is een sterk groeiend vakgebied dat een steeds prominentere plaats in de ontwerppraktijk inneemt. De conceptuele en materiële kracht van het landschapsontwerp behoort inmiddels tot de uitrusting van de meeste ontwerpbureaus; net als landschapsarchitectonische vaardigheden om complexe contextuele vraagstukken te kunnen beantwoorden. De landschapsarchitectuur maakt tegenwoordig ook vanzelfsprekend onderdeel uit van de publieke sector op alle niveaus en is ook een groeiende factor van betekenis in onderzoek en onderwijs. De vraag naar landschapsarchitecten neemt hiermee gestaag toe, zowel in binnen- als buitenland. Nederland telt op dit moment maar één universitaire Masteropleiding Landschapsarchitectuur (Wageningen Universiteit). Daarnaast is er een avondopleiding (post-HBO opleiding) bij de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Het aantal afstudeerders langs deze twee opleidingen staat niet (meer) in verhouding tot de aard en de omvang van de huidige beroepspraktijk. Het gemiddelde aantal van 25 gekwalificeerde landschapsarchitecten dat per jaar in Nederland afstudeert vertegenwoordigde bijvoorbeeld in 2008 nog geen 20% van de vacatures voor aan landschapsarchitectuur gerelateerde banen in Nederland alleen. De profilering van de nieuwe opleiding is in overleg met de leerstoelgroep Landschapsarchitectuur van de Wageningen Universiteit tot stand gekomen. Beide programma’s bieden een volledig wetenschappelijk opleiding in de landschapsarchitectuur aan, met overigens belangrijke accentverschillen en verschillen in de context van de opleidingen die voor de verscheidenheid van het vakgebied binnen Nederland een verrijking zullen vormen. De Delftse Landschapsarchitectuuropleiding profileert de relatie met de architectuur en het (landschaps)ontwerp en heeft een sterke internationale positie in fundamenteel en ontwerpend onderzoek in de landschapsarchitectuur. Naast de relatie met de architectuur en de ontwerppraktijk staat de relatie met de stedenbouwkunde en de stedelijke problematiek in de opleiding centraal. Het onderwijsprogramma onderscheidt zich als een Delftse studierichting: • het ontwerp staat centraal; • het profileert de relatie met Architectuur en Stedenbouw; • het exploreert de relatie met Civiele Techniek.
Positionering ten opzichte van andere leerstoelen binnen de faculteit
In het leerstoelenplan van de Faculteit Bouwkunde is sprake van een leerstoelenstructuur die in elke afdeling volgens hetzelfde ‘format’ is opgebouwd. Volgens deze structuur is een afdeling samengesteld uit secties, waarbij in elke sectie leerstoelen zijn ondergebracht die inhoudelijk een nauwe verwantschap hebben. Centraal in elke sectie staat een kernleerstoel, die zowel inhoudelijk als organisatorisch de kern van de sectie vormt. De sectie Landschapsarchitectuur maakt deel uit van de afdeling Stedenbouwkunde. De afdeling Stedebouwkunde bestaat uit drie secties: Stedenbouwkundig Ontwerpen, Ruimtelijke Planning & Strategie en Landschapsarchitectuur. Bovendien participeren de secties gezamenlijk in het stedenbouw- en landschapsprogramma in de Bacheloropleiding Bouwkunde. De leerstoel heeft een goede samenwerking in zowel onderwijs als onderzoek met de afdeling Architectuur, Architectonische Compositie (prof. ir. Umberto Barbieri) en Interieur (prof. ir. Tony Fretton). De praktijkleerstoel Belvedère (prof. ir. Eric Luiten) onderhoudt nauwe banden met de afdeling RMIT (prof.dr.ir.Jo Coenen). 4. Organisatie van de leerstoel De sectie Landschapsarchitectuur bestaat uit de vacante kernleerstoel, een tijdelijke extern gefinancierde praktijkleerstoel Belvedère (tot 2013), die sinds 2005 bezet wordt door prof. ir. Eric Luiten (0,4 fte), twee universitair hoofddocenten, drie universitair docenten en enkele onderzoekers en docenten. Ook heeft de sectie twee extern gefinancierde promovendi.
Profielschets Hoogleraar Landschaparchitecture
5
In het facultaire leerstoelenplan 2010-2013 is tevens ruimte opgenomen voor een praktijkleerstoel ‘Landscape Urbanism’ (0.2 fte), die op korte termijn zal worden ingevuld. 5. Leeropdracht De leeropdracht omvat drie aandachtsgebieden: ontwikkeling van onderwijs en theorievorming en uitbouw van de onderzoekportfolio. Vanaf het najaar 2010 is het vakgebied van de Landschapsarchitectuur voor het eerst als zelfstandig wetenschapsgebied binnen de faculteit Bouwkunde vertegenwoordigd door de instelling van de Master Landschapsarchitectuur. Het programma dient binnen vijf jaren uit te groeien tot een internationaal gerespecteerde en erkende opleiding. Uitgangspunt van het nieuwe onderwijs is om de koppeling tussen onderzoek en ontwerp te versterken en zo o.a. een bijdrage te leveren aan het debat over ‘research by design’, zoals dat op de faculteit Bouwkunde in Delft en in de vakwereld wordt gevoerd. In de laatste jaren is vanuit de TUDelft in de onderzoeksmethoden ‘Design Research’, bestaand uit analytisch en typologisch ontwerponderzoek en ‘Research by Design’, bestaand uit speculatieve projecties en ontwerpend onderzoek, internationaal gerespecteerde expertise ontwikkeld. Verdere ontwikkeling van deze methoden is wenselijk om een bijdrage aan de theorieontwikkeling van het vakgebied te leveren. Daarnaast heeft de leerstoel expertise ontwikkeld in het herontdekken van de landschapsarchitectonische gereedschapskist. Historische voorbeelden worden onderzocht met de middelen en instrumenten van het ontwerp zelf, zoals: de kaart, de opmeting, de plattegrond, het aanzicht in perspectief, maar ook de ruimtelijke tekening, de ontleding in lagen, de decompositie of reeksanalyses. Deze technieken zijn tegenwoordig dankzij digitale mogelijkheden op interessante wijze te combineren en kunnen een immense dichtheid van informatie verwerken. Ontdekkingen die hieruit voortkomen hebben niet alleen verloren gewaand instrumentarium voor de huidige tijd beschikbaar gemaakt maar genereren nieuwe hypotheses voor het vakgebied en zijn inzetbaar bij talloze actuele landschapsopgaven. Gedacht kan worden aan het opzetten van een onderzoekslaboratorium, waarin ontwerpende onderzoekers opgeleid worden met daaraan gekoppeld divers promotieonderzoek. 6. Werkzaamheden van de leerstoelhouder De hoogleraar Landschapsarchitectuur van de kernleerstoel zal een aanstelling van 0,8 tot 1 fte krijgen voor een periode van 4 jaar. Taken van de hoogleraar zijn:
Onderzoek •
• • • •
het verrichten en leiding geven aan zelf geformuleerd wetenschappelijke onderzoek, alsmede van onderzoek in opdracht van derden; het coördineren en uitbouwen van het onderzoeksprogramma; het begeleiden van promovendi, gekoppeld aan het onderzoeksprogramma; uitbouwen van onderzoeksmethoden; verwerven van externe financiële middelen (derde geldstroom, e.d.).
Onderwijs • • • • • •
het profileren van de nieuwe Master track in binnnen- en buitenland; het leveren van inhoudelijke bijdragen aan het onderwijs (BSC, MSC, post doctoraal EMU); het verzorgen van colleges en voordrachten, binnen en buiten de faculteit; het incidenteel vervullen van tutor /docentenrollen; het begeleiden van afstudeerders en faciliteren van het post master onderwijs; het begeleiden van promovendi.
Profielschets Hoogleraar Landschaparchitecture
6
Organisatie
• • • • •
het leiding geven aan de medewerkers; het financieel beheer van de sectie; de coördinatie van onderwijs en onderzoek in de sectie Landschapsarchitectuur binnen de afdeling; het verrichten van bestuurlijke taken binnen de afdeling en de faculteit; het onderhouden en uitbouwen van relaties met de praktijk, de aanverwante faculteiten, de wetenschappelijke instituten en de beroepsorganisaties in binnen- en buitenland.
7. Functie-eisen aan de leerstoelhouder • • • • • • • • • • •
academische opleiding in de tuin- en landschapsarchitectuur, architectuur, stedenbouw of een andere relevante ontwerpopleiding; aantoonbare onderzoekservaring op wetenschappelijk niveau; blijkend uit onderzoeksrecord en promotie; uitstekende didactische eigenschappen en ervaring ook in het opzetten van een onderwijsprogramma; in staat om de koppeling onderzoek en onderwijs verder uit te bouwen; aantoonbare expertise op het gebied van de landschapsarchitectuur, met name in stedelijke gebieden; in staat om een bijdrage te leveren aan de theorievorming van het landschapsarchitectonisch ontwerpen; heeft goede relaties met andere disciplines en in het bijzondere met Architectuur en Stedebouw; goede leiderschap- en managementcapaciteiten; goede internationale contacten in de wereld van de landschapsarchitectuur; samenwerkingsgericht, goede sociale vaardigheden; mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands en Engels.
8. Inrichting van de benoemingsadviescommissie • • • • • • • • • •
Prof.ir. C.M. (Maurits) de Hoog (voorzitter), hoogleraar Stedelijke en Regionale Ontwikkeling, faculteit Bouwkunde TU Delft, afdelingdvoorzitter Urbanism Prof.dr.ir. M.J.F. (Marcel) Stive, Professor Coastal Engineering, faculteit Civiele Techniek TU Delft Prof.dr.ir. A. (Adri) van den Brink, hoogleraar Land Use Planning, Wageningen Universiteit Prof.dr.ir.Arch. M. (Marcel) Smets, hoogleraar Theory and Practice of Urbanism, Universiteit Leuven Ir. A. (Ank) Bleeker, Ank Bleeker en Anneke Nauta landschapsarchitect BNT Prof.ir. D.E. (Dick) van Gameren, hoogleraar Architectonisch Ontwerpen, faculteit Bouwkunde TU Delft Prof.ir. D.F. (Dirk) Sijmons, hoogleraar Environmental Design, faculteit Bouwkunde TU Delft Ir. I. (Inge) Bobbink, UHD Landschapsarchitectuur, faculteit Bouwkunde TU Delft Peter Kuip, manager HRM, faculteit Bouwkunde TU Delft Drs. Amber Leeuwenburgh (secretaris), afdelingssecretaris Urbanism
Profielschets Hoogleraar Landschaparchitecture
7