Proces Verbaal van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ABN AMRO Holding N.V. 28 april 2005 (anonieme versie)
2
Inhoudsopgave
1.
Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2004
pag. 7
2.
A. Vaststellen van de Jaarrekening 2004 B. Toelichting op het dividend en reserveringsbeleid en vaststellen voorgesteld dividend 2004 C. Decharge van de leden van de Raad van Bestuur voor hun taakuitoefening in het afgelopen boekjaar zoals blijkt uit het jaarverslag 2004 en de tijdens deze vergadering verstrekte informatie D. Decharge van de leden van de Raad van Commissarissen voor hun taakuitoefening in het afgelopen boekjaar zoals blijkt uit het jaarverslag 2004 en de tijdens deze vergadering verstrekte informatie
pag. 36 pag. 37
3.
Vaststellen beloningsbeleid Raad van Bestuur
pag. 41
4.
Benoeming leden van de Raad van Commissarissen A. Voordracht voor de benoeming van de heer mr R.F. van den Bergh B. Voordracht voor de benoeming van de heer mr A. Ruys
pag. 48
5.
A. Corporate governance B. voorstel tot wijziging van de statuten samenhangende met de invoering van de Structuurwet en de Nederlandse corporate governance code
pag. 51 pag. 53
6.
Verlening van een machtiging aan de Raad van Bestuur om met goedkeuring van de Raad van Commissarissen de vennootschap anders dan om niet eigen aandelen te doen verkrijgen tot het aantal hetwelk, ingevolge het bepaalde in artikel 2:98 lid 2 BW, maximaal door de vennootschap verkregen kan worden
pag. 53
7.
Besluit tot aanwijzing van de Raad van Bestuur voor een periode van 18 maanden met ingang van 29 april 2005 als het
pag. 54
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
pag. 40
pag. 40
pag. 49
3
bevoegde orgaan dat – met goedkeuring van de Raad van Commissarissen – bevoegd is tot: A. uitgifte van gewone aandelen, preferente in gewone pag. 54 aandelen converteerbare aandelen en preferente financieringsaandelen, daaronder begrepen het verlenen van rechten tot het nemen van deze soorten aandelen, onder voorwaarde dat: - een gezamenlijk maximum van 20% van het geplaatste aandelenkapitaal per 28 april 2005 niet wordt overschreden; - de koers niet beneden pari is, behoudens het bepaalde in art. 2:80 lid 2 BW; en voorts onder zodanige voorwaarden als bij iedere uitgifte door de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen zal worden bepaald. B. beperking of uitsluiting van het wettelijk of statutair pag. 55 voorkeursrecht van aandeelhouders bij uitgifte van gewone aandelen, preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen en preferente financieringsaandelen en het verlenen van rechten tot het nemen van deze aandelen, in overeenstemming met de onder agendapunt 7a omschreven machtiging 8.
Rondvraag
pag. 56
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
4
Lijst van sprekers: (alfabetische volgorde) Spreker 1 Spreker 14 Spreker 11 Spreker 2 Spreker 9 Spreker 15 Spreker 6 Spreker 4 Spreker 19 mr R.W.J. Groenink
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
Spreker 21 mr R.J.C. van Helden Spreker 18 Spreker 20 Drs W.G. Jiskoot Mr J.Ch. H. Kuiper Spreker 17 De heer mr A.A. Loudon (voorzitter) Spreker 10 Spreker 12 Spreker 16 Spreker 3 Dr T. de Swaan Spreker 13 Spreker 8 Spreker 7 Spreker 5
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
7 35 33, 34 16, 17, 55, 56 31, 32, 37 42, 50, 58 22, 23, 45, 46 19 56 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 27, 28, 29, 30, 31, 33, 34, 35, 36, 38, 39, 46, 51, 52, 57, 58, 59 57 7, 56 48 57 18 21, 22 46, 47, 49, 50, 53 5, 6, 7, 32, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 59 32, 43, 44, 45, 52 34 46 18, 19 19, 21, 24, 30, 31, 37, 52, 53 35, 48, 58 31, 57 24, 25, 26, 27, 30, 31 19, 20
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
5
Proces-verbaal van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ABN AMRO Holding N.V. gehouden op 28 april 2005 te ‘s-Gravenhage
Op achtentwintig april tweeduizend vijf om veertien uur heb ik, mr. Rudolf Jan Cornelis van Helden, notaris te Amsterdam, mij - ten verzoeke van de Raad van Bestuur van de te Amsterdam gevestigde naamloze vennootschap: ABN AMRO Holding N.V., kantoorhoudende aan de Gustav Mahlerlaan 10, 1082 PP Amsterdam, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam onder nummer 33.220.369 - bevonden in het Congres Centrum aan het Churchillplein 10 te ’s-Gravenhage, teneinde te constateren hetgeen zal worden behandeld en besloten in de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van gemelde vennootschap, hierna te noemen: de vennootschap dan wel ABN AMRO, dan wel de bank. Jonkheer mr. Aarnout Alexander Loudon, voorzitter van de Raad van Commissarissen van de vennootschap, wonende te 6881 CS Velp, Rembrandtlaan 16, geboren te 's-Gravenhage op tien december negentienhonderd zesendertig, paspoort nummer ND1871575, gehuwd, leidt als zodanig - ingevolge artikel 31 van de statuten van de vennootschap - de vergadering. Voorzitter: Ik open de vergadering en heet u allen zeer hartelijk welkom. In het bijzonder wil ik welkom heten de afgevaardigden van de Centrale Ondernemingsraad en van de European Staff Council, de schrijvende pers, de externe accountant Ernst en Young, vertegenwoordigd door de heren Hulst en Boogaart. Helaas kunnen de heren Ruys en Van den Bergh, die zullen worden voorgesteld als nieuwe leden van de Raad van Commissarissen vandaag niet aanwezig zijn en ook is een bericht van verhindering ontvangen van de heer Scaroni. Ik stel vast dat de oproeping is geschied overeenkomstig de artikelen 28, 29 en 30 van de Statuten door middel van een advertentie op één april tweeduizendvijf in de Officiële Prijscourant van de Euronext N.V. en in de edities van NRC Handelsblad, De Telegraaf en
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
6
Het Financiële Dagblad. In de oproeping waren vermeld plaats, datum en aanvangsuur van de vergadering; de mededeling dat de volledige agenda en de toelichting daarop alsmede het jaarverslag over tweeduizendvier met de voorgestelde statutenwijziging ter inzage en kosteloos verkrijgbaar waren bij de banken als genoemd in de advertentie. Ik stel vast dat de vergadering derhalve rechtsgeldige beslissingen kan nemen. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders is dit jaar voor het eerst door middel van een webcast via internet te volgen. Uiteraard wordt ook geïnteresseerden die de vergadering op deze wijze bijwonen de mogelijkheid geboden de vergadering in het Nederlands of in het Engels te volgen. Deze aandeelhouders kunnen echter geen vragen stellen of tijdens de vergadering hun stem uitbrengen. De notaris, de heer Van Helden van Notariskantoor Meijer zal gedurende deze vergadering notulen bijhouden. Ik wil u verzoeken zo beknopt mogelijk te zijn, teneinde alle vragenstellers binnen de geschatte tijdsduur van de vergadering de gelegenheid te bieden hun vraag naar voren te brengen. Evenals vorig jaar zal er ook via de Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders op afstand worden gestemd. Vierentwintigduizend zeshonderd eenenvijftig (24.651) ABN AMRO aandeelhouders staan geregistreerd bij de Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders. Hen is vooraf per brief de gelegenheid geboden bij volmacht schriftelijk te stemmen. Daarvan hebben drieduizend vijfhonderd eenenzeventig (3.571), oftewel circa veertien en een half procent (14,5 %) van de aandeelhouders gebruik gemaakt, vertegenwoordigende zeven miljoen zevenhonderd negenentwintigduizend vierhonderd achtentachtig (4.729.488) gewone aandelen en vierhonderd negenendertigduizend tweehonderd achtentwintig (439.228) certificaten van preferente aandelen. Aanwezig zijn driehonderd zeven (307) aandeelhouders met driehonderd vijfentachtig miljoen zeshonderd achtenzestigduizend vijfhonderd eenendertig (385.668.531) aandelen, deze geven recht op driehonderd vijfentachtig miljoen zeshonderd achtenzestigduizend vijfhonderd eenendertig (385.668.531) stemmen, zeven (7) certificaathouders met zevenhonderd negentien miljoen driehonderd achtenvijftigduizend zeshonderd veertig (719.358.640) certificaten, dezen geven recht op eenentwintig miljoen zevenenveertigduizend vijfenzestig (21.047.065) stemmen en het totaal aantal uit te brengen stemmen is derhalve vierhonderd zes miljoen zevenhonderd vijftienduizend vijfhonderd zesennegentig (406.715.596). De notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van negenentwintig april tweeduizend vier en van de buitengewone algemene aandeelhouders vergadering van vijfentwintig augustus tweeduizend vier waren, conform hetgeen gesteld is in het corporate government supplement, na de vergadering op internet ter beschikking. Zijn er naar aanleiding van de notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van negenentwintig april tweeduizend vier nog vragen.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
7
Spreker 1: Ik zag in de notulen dat de namen van de aandeelhouders niet vermeld waren. Waarom niet? Mr R.J.C. van Helden: Er is een officieel verslag met de namen, maar het verslag wat gepubliceerd wordt op de website van de bank is bewust anoniem gemaakt. Maar als u hier als aandeelhouder of aanwezige een kopie van het procesverbaal vraagt, dan ziet u keurig de namen vermeld staan. Voorzitter: Dan zijn bij deze de notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van negenentwintig april tweeduizend vier definitief vastgesteld. Zijn er naar aanleiding van de notulen van de buitengewone aandeelhouders vergadering van vijfentwintig augustus tweeduizend vier nog vragen? Dat is niet het geval. Dan zijn bij deze de notulen van de buitengewone aandeelhouders vergadering van vijfentwintig augustus tweeduizend vier definitief vastgesteld. 1. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2004 Graag wil ik nu het woord geven aan de heer Groenink, voorzitter van de Raad van Bestuur, die aan de hand van een presentatie een toelichting zal geven op het eerste agendapunt. Mr R.W.J. Groenink: Geachte aandeelhouders, u ziet een nettowinststijging tot zeventien punt drie procent (17,3 %). Dat is een cijfer overigens waar wij best trots op zijn en wat een goede prestatie van de bank weerspiegelt. Vandaag zal ik u meenemen naar de strategie van ABN AMRO, met name de voordelen van het zijn van één bank, dat wij ons concentreren op het behalen van de voordelen van het zijn van één groep, één geïntegreerde bank. Natuurlijk vertellen wij wat over het bod op Antonveneta, wij nemen met u de doelstellingen voor de planningcyclus en de performancecyclus tweeduizend vijf / tweeduizend acht door en vanzelfsprekend eindigen wij met de resultaten tweeduizend vier en die van het eerste kwartaal tweeduizend vijf. Wij beginnen met de strategie van ABN AMRO. De kern van onze strategie is het creëren van waarde voor onze klanten. Je zou zelfs kunnen zeggen duurzame waarde, want wij streven ook een duurzame relatie met onze klanten na. Dat doen wij door kwalitatief hoogwaardige financiële oplossingen aan te bieden die zo goed mogelijk aansluiten aan de behoeften van de klant en die ook beantwoorden aan de lange termijn doelstellingen van de klant. De bank is niet uit op korte termijn gewin ten koste van zijn klant, maar wij zoeken een relatie met het lange termijn perspectief en rendement zowel voor onze klanten als voor onszelf. Als wij het hebben over klanten dan concentreren wij ons met name op het middensegment van de zakelijke en de particuliere klanten in onze thuismarkten. Onze thuismarkten zijn gedefinieerd als Nederland, de Verenigde Staten en Brazilië en ook de nieuwe groeimarkten in het Verre Oosten. Wij concentreren ons op de private banking klanten in Europa met name, Nederland, Frankrijk, Duitsland. Wij concentreren ons ook op
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
8
de grote ondernemingen, ik kom daar zo op terug. De kern is en dat is ook de boodschap van de één bank strategie, dat wij gebruik maken van alle kennis en kunde verzameld in onze mensen en onze producten, waar ook ter wereld om een klant te kunnen bedienen. Het maakt niet uit waar het product wordt ontwikkeld, waar het wordt gemaakt, beheerd, het moet beschikbaar komen voor die klant waar ook ter wereld die behoefte heeft aan dat product. Vervolgens willen wij concernbreed onze kennis en ervaringen delen. In het Engels zeggen wij dan: shared knowledge, shared services and shared values. Dat zijn kernbegrippen voor ons om tot een optimale bedrijfsvoering te komen. Als laatste, de allocatie is natuurlijk het belangrijkste, de allocatie van mensen en middelen. Dat doen wij volgens de principes van managing for value, wat een model is om mensen en middelen te sturen daar waar het meeste waarde wordt gecreëerd. Ik noemde u net al het middensegment. Het middensegment, zakelijk en particulier, is het middenbedrijf, het grootbedrijf, de onderkant van de hele grote ondernemingen en dat is aan de particuliere kant wat wij noemen meer dan gemiddeld en de private klanten. Dat is de kern van onze groep klanten die wij willen bedienen, overal ter wereld. Omdat die klant behoeftes heeft die het best door ABN AMRO kunnen worden beantwoord. Die klant heeft behoefte aan lokale relatiebeheerders. Die leveren wij. Zo’n klant heeft behoefte aan een uitgebreid concurrerend productenpakket, dat leveren wij. Lokaal ook, maar wij kunnen het ook inbrengen vanuit andere plekken. Die klant eist efficiënte distributie tegen lage kosten. Onze platformen voor productdistributie en voor het maken van producten en onze verwerkingseenheden zijn de meest sophisticated ter wereld. Daar waar de klant sectorkennis in industriële sectoren als energie of de automobielindustrie verlangt, leveren wij dat ook, wij leveren een internationaal netwerk. Deze combinatie van al deze kennis en kunde en kundigheden denken wij, is uniek in de wereld en er zijn maar weinig banken die al deze dingen kunnen combineren en wij zijn er van overtuigd dat wij daarmee een uniek aanbod leveren aan onze klanten. Om een beeld te geven van hoe die middengroep klanten gepositioneerd is in onze totale klanten segmentering hebben wij deze piramide ontwikkeld waarbij de middenbalk aangeeft op welke klantengroep wij ons concentreren. Dat zijn private clients, “mass affluent” aan de kant van de consumenten en mid-market corporates aan de zakelijke kant. Maar natuurlijk bedienen wij ook het massa retail bedrijf, want dat hebben wij nodig als basis voor het volume om onze kosten te kunnen verdelen over een kritische massa en natuurlijk bedienen wij ook het kleinbedrijf, voor dezelfde reden. Ook omdat uit die groep weer meer klanten komen die het beter gaan doen, die meer gaan verdienen, die een erfenis krijgen en de zakelijke bedrijven die zich van een klein bedrijf ontwikkelen tot een middenbedrijf. Het is ook een bron van nieuwe klanten. Wij bedienen ook de heel rijke welgestelde privé klanten, wij bedienen ook de grote multinationale maatschappijen omdat die soorten klantengroepen zeer kritisch zijn ten aanzien van de producten die je ze moet leveren en ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening en
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
9
die klanten leggen een enorme druk op onze organisatie om te zorgen dat wij de beste zijn van de klas. Dat hebben wij nodig om te kunnen innoveren en u weet het allemaal in deze tijd: om concurrerend te blijven is innovatie essentieel om te overleven en wij moeten ook innoveren in onze productontwikkeling, in onze serviceniveau’s en onze topklanten dwingen ons daartoe, vandaar dat wij die ook willen en zullen blijven bedienen. Wij zijn er van overtuigd dat deze strategie en de focus op het middensegment zal leiden tot winstgevende batengroei. Het is in de huidige omstandigheden, economische omstandigheden in Europa, in Nederland en ook in de Verenigde Staten niet echt gemakkelijk om sterk te groeien. De macro-economische situatie laat dat niet toe. Dus hebben wij een winnende formule nodig om te zorgen dat wij in Nederland en in de Verenigde Staten toch een heel tevredenstellende groei laten zien. Wij zijn er van overtuigd dat wij met het verbeterde productenpakket en verbeterde aandacht, versterkte aandacht, en het verbeterde service niveau op onze bestaande klanten meer zullen kunnen verdienen in onze bestaande markten, maar ook in onze nieuwe thuismarkten zoals in India, China en Pakistan. Wij zijn er ook van overtuigd dat wij het aandeel in wat de klant te verdelen heeft in rente en commissies in banken, dat wij dat zullen kunnen verbeteren. Dit is ook een van de redenen om bijvoorbeeld een groeistrategie te kiezen in dit segment omdat dat middensegment de hoogste potentie heeft voor verdere batengroei. Ik noemde in het begin al het benutten van de voordelen van één bank. Om dat te versterken zijn wij overgegaan tot het creëren van samenwerkingsplatformen voor consumentenbankieren en voor het zakelijke bankieren. Dat zijn samenwerkingsplatformen tussen al die klantengroepen die een klantensegment bedienen en met name natuurlijk in het middensegment, daar zit de kern van ons bedrijf. Die hebben een samenwerkingsverband opgericht waarbij zij met elkaar praten over hoe zij hun klanten beter kunnen bedienen, hoe zij elkaar kunnen helpen en de tweede reden waarom zij bij elkaar komen, is om met elkaar te bespreken wat voor producten zij nodig hebben van de productgroepen, van Assetmanagement, van Transaction Banking of van Group Shared Services onder andere. Het is een bundeling van de krachten, van de cliëntengroep management tegenover het productgroep management om te zorgen dat zij op tijd de juiste producten geleverd krijgen waar zij ze nodig hebben, een versterking van de horizontale verbindingen tussen alle verschillende bedrijfsonderdelen. Daarvoor hebben wij het consumentensegment en het commerciële segment geïnstalleerd. Een belangrijk onderdeel van, naast het creëren van deze segmenten over alle business units heen, is ook het creëren van het concept van Shared Services. Wij zijn begonnen met Group Shared Services om na te gaan welke bedrijfsactiviteiten beter voor gezamenlijke rekening kunnen worden uitgevoerd dan alleen. Dan moet u denken aan activiteiten die geïsoleerd plaats vonden in de Verenigde Staten en in Brazilië en in Nederland en op andere plekken en die allemaal identiek waren in aard, waardoor het verstandig leek om die voor gezamenlijke rekening onder te brengen
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
10
in één groep en daar de voordelen uit te halen. Voordelen van verbeterde producten, meer efficiënte bedrijfsvoering en betere inkoopkracht op de markt, een bundeling van inkoopkracht. Die Group Shared Services initiative is nu ontwikkeld tot een volledig volwaardig bedrijfsonderdeel dat mede aangestuurd wordt door de bedrijfsonderdelen die allemaal een stukje van hun services hebben ingebracht. Daarnaast hebben wij ook Group Services geïntroduceerd, dat is een groepsactiviteit die service activiteiten van bedrijfsonderdelen overneemt en voor hun rekening gaat runnen en ook met de bedoeling natuurlijk om dat beter en efficiënter te doen. In de strategie van Wholesale staat thans voorop, dat zij met hun product en producten met name ook de klanten uit de C & CC business en private clients bedienen. Daarnaast blijven zij natuurlijk een kleine groep van hele grote internationals bedienen, om de reden die ik u aangaf: a. omdat dat op zichzelf rendabel is maar b. omdat die groep een bron is van vernieuwing. Deze aanscherping van de focus zal leiden tot verdere reductie in het aantal mensen dat bij Wholesale werkt en tot een substantiële kostenbesparing, structureel in het jaar tweeduizend zeven. Wij zijn ervan overtuigd dat met het beter afstemmen van het productaanbod op de klantenbehoefte, wij ook daar winstgevende batengroei zullen realiseren, meer dan in een min of meer stand-alone positie van Wholesale. Het feit dat alle onderdelen deel zijn van een geïntegreerde strategie, en een geïntegreerde organisatie, de samenwerking optimaal is en er zo groot mogelijke synergieën tussen de bedrijfsonderdelen bestaan, moeten leiden tot voordelen. Het volgende onderwerp wat ik u aankondigde was een toelichting op het bod op de bank Antonveneta. U heeft het natuurlijk allemaal in de krant kunnen lezen en niet alleen het feit dat wij een toelating gevraagd hebben om het bod uit te brengen maar op het hele vervolgtraject, dat leest als een spannende roman ongeveer. Waarom Antonveneta? Acquisitie levert groei en natuurlijk moet het zijn: goede acquisitie levert goede groei, goede acquisitie is groei die netto winst oplevert en die versterking oplevert van niet alleen de bank, maar ook van de nettowinst en de winst per aandeel. Noord Italië en Italië in zijn algemeenheid behoort tot de welvarendste gebieden van Europa, maar gek genoeg heeft het een ondervertegenwoordiging in termen van efficiënt bankieren, maar ook een ondervertegenwoordiging in termen van productpenetratie. Als je kijkt naar de vergelijking tussen de productpenetratie in West Europa, in landen als Nederland en Italië, dan zie je dat de Italiaanse bankklant gemiddeld minder producten afneemt dan in de andere landen. Er is derhalve ruimte voor een sterkere afzet van bancaire en financiële diensten in zijn algemeenheid. Vervolgens als je kijkt naar Antonveneta dan zie je dat Antonveneta zelfs nog onder het gemiddelde scoort van de Italiaanse bank, met andere woorden, Antonveneta heeft nog een additionele potentie tot groei. Antonveneta komt uit een klassiek, lokaal bankbedrijf voort, waar aan de consumentenklanten simpele spaarrekeningen en kleine kredieten werden aangeboden en aan de zakelijke sector deposito’s en kredieten. Het is
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
11
bezig zich vanuit die positie, die historische positie en relatie met haar klanten te ontwikkelen en dat betekent dat Antonveneta een enorme potentie heeft voor groei, batengroei en ook groei van de nettowinst. Dat hebben wij natuurlijk gezien, wij hebben het niet alleen gezien, wij hebben Antonveneta de afgelopen jaren geholpen om te transformeren van een kleine lokale bank naar een sterke middenspeler in de Italiaanse markt. Het is natuurlijk ook aan de concurrentie in Italië niet ontgaan dat Antonveneta zich aan het ontwikkelen is tot een parel in het Italiaanse bankwezen. De acquisitie van Antonveneta levert ABN AMRO in tweeduizend zeven al een economische winst op, dat wil zeggen dat wij in tweeduizend zeven de kosten van het kapitaal dat wij beschikbaar moeten stellen om Antonveneta over te nemen, al goed maken en zal al twaalf maanden na de overname de winst per aandeel positief beïnvloed worden door deze acquisitie. Wij zien forse mogelijkheden voor kostensynergieën, die het al bestaande beleid van Antonveneta verder zullen ondersteunen. Vandaar dat voor ons op zich Antonveneta altijd al een buitengewoon interessante partner zou zijn in de toekomst. Wij hebben ons tot recent geschikt in de situatie in Italië dat buitenlandse banken niet meer dan vijftien procent (15 %) mochten deelnemen in Italiaanse banken. Wij zijn tot in januari bezig geweest om met onze oude collega aandeelhouders te trachten een pact te vormen, de bank had geen ander intentie dan te komen tot een nieuw pact met Italiaanse aandeelhouders om de goede groei van Antonveneta voort te zetten. Helaas is het gebleken in januari dat onze partners niet langer bereid waren om een pact met ABN AMRO voort te zetten omdat velen ervan overtuigd waren dat zij hun aandelen op korte termijn te gelde zouden moeten maken en dat leek ook een aantrekkelijk alternatief want op dat moment was ook al Banca Popolare di Lodi in de markt om aandelen op te kopen. Dit ging sluipenderwijs steeds verder, wij hadden op een bepaald moment geen andere keuze meer als betrouwbare aandeelhouder van Antonveneta ter verdediging van Antonveneta in haar eigen markten, ter verdediging van de klanten van Antonveneta en ter verdediging van de kleine aandeelhouders van Antonveneta en niet in de laatste plaats ter verdediging van onze eigen financiële belangen, om een bod uit te brengen op Antonveneta. Dat hebben wij dan ook gedaan en wij hebben dat tevens onmiddellijk doen vergezellen met een majeure financiering in eigen vermogen van de bank. Wij hebben honderd vijfendertig miljoen (135.000.000) nieuwe aandelen uitgegeven, met het doel om te laten zien aan Antonveneta en aan de autoriteiten in Italië dat ABN AMRO zorgvuldig en goed en prudent gefinancierd was op het moment dat zij haar bod uitbracht. Om met alle eventualiteiten rekening te houden hebben wij tevens aan onze aandeelhouders via perspublicaties en analistenbijeenkomsten laten weten dat, mocht het bod niet slagen, wij het opgehaalde geld weer terug zullen geven zodat wij daarmee de verwatering, die anders op zou treden van de winst per aandeel, zouden terugdraaien. Antonveneta heeft het heel goed gedaan, u heeft het kunnen lezen in de krant. Antonveneta heeft een zeer goede winstsprong gemaakt in tweeduizend vier en zij hebben ook net hun
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
12
eerste kwartaal gerapporteerd. Vorig jaar hadden zij het eerste kwartaal tachtig miljoen (80.000.000) verdiend, dit eerste kwartaal honderd twintig miljoen (120.000.000), dat is vijftig procent (50 %) meer. Het laat zien dat de winstverbetering van Antonveneta nog steeds doorgaat en dat Antonveneta geheel in lijn ligt met de door haar uitgesproken verwachtingen op basis waarvan wij natuurlijk ons bod hebben gebaseerd. Wij zijn al jarenlang betrokken via het pact, wij zitten al jarenlang in het bestuur van Antonveneta, in de board of directors, in de Raad van Toezicht; wij hebben vier bestuursleden, wij hebben het management aangesteld, wij hebben geholpen in de herstructurering van de bank, de kredietportefeuille, wij hebben geholpen om een nieuw strategisch plan te schrijven en te implementeren, de organisatie is totaal veranderd en aangepast en dit alles onder onze duidelijke invloed en leiding en daar begint Antonveneta nu sterk de vruchten van te plukken. Het bod zoals wij dat nu gedaan hebben, leidt tot duidelijkheid, de keuze op dit moment is duidelijk: er is maar één keuze, er ligt maar één bod in de markt en dat is van ABN AMRO en het is duidelijk dat Antonveneta, wanneer het overgenomen wordt door ABN AMRO, een heldere en duidelijke plaats behoudt in de regio. Heel belangrijk voor Padua is natuurlijk dat Antonveneta daar gevestigd blijft, dat het zijn eigen naam houdt, zijn eigen hoofdkantoor en dat het grootste gedeelte van de activiteiten zich zal blijven afspelen in de regio onder leiding van de eigen mensen. Het heeft een zeer interessant klantenbestand, ik gaf dat al eerder aan, het past precies in onze middengroep definitie van zeer belangwekkende klanten, het heeft een komma drie miljoen (1.300.000) particuliere relaties en nog eens een keer tachtigduizend (80.000) zakelijke relaties en het zou sterk toevoegen aan de versteviging van de positie van ABN AMRO in de Europese markt wat betreft het aantal cliënten. Als laatste over de positie van Antonveneta, nog waar zij gevestigd zijn: met name in het noorden, sterke marktaandelen in het noordoosten, in de provincie Veneto, maar ook in het midden en in het zuiden, dat geeft dus ook aan dat Antonveneta, mochten wij er in slagen haar te verwerven, voor ons een heel belangrijk platform is om onze activiteiten in Italië uit te breiden. Voor de financiële kant van de zaak wijs ik graag nog op het feit dat het effect op de winst per aandeel in tweeduizend zes tenminste neutraal zal zijn en tenminste positief na twaalf maanden, maar in tweeduizend zeven verwachten wij al dat wij de kosten van het kapitaal volledig zullen goed maken. Wij zullen het honderd procent (100 %) in cash aanbieden, dat hebben wij al aangekondigd. Maar wij zijn natuurlijk nog niet met een bod in de markt en de financieringsmix zal bestaan, conform het profiel van de financieringsmix van ABN AMRO, voor een groot gedeelte uit vermogen en een gedeelte uit subsidiair vermogen. Wij gaan er van uit dat wij een gedeelte van de financiering zullen doen door de uitgifte van het finale stockdividend in tweeduizend vier en mogelijkerwijs ook het interim dividend tweeduizend vijf niet te neutraliseren. Die stock zullen wij gebruiken als versterking van het vermogen en wij zullen dat niet neutraliseren door die aandelen weer op de beurs in te
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
13
kopen. Dit zijn de belangrijkste elementen uit de overzichten die wij reeds gepresenteerd hebben. Belangrijk is dat wij voor de berekening van onze synergieën en de toekomstverwachting van Antonveneta geen gebruik gemaakt hebben van de verwachtingen van het management zelf, wij hebben gebruik gemaakt van de verwachtingen van analisten en die zijn conservatiever dan het management. Wij geloven overigens van harte dat het management haar eigen verwachtingen zal waar maken. Wij hebben ook niet meegenomen de batensynergieën die wij verwachten te kunnen bereiken, maar alleen de kostensynergieën. Met andere woorden: alle aannames voor de overname van Antonveneta zijn buitengewoon conservatief en rechtvaardigen alleszins op die gronden de overname prijs van vijfentwintig euro (€ 25,-) per aandeel. Dan in het kort de doelstellingen voor tweeduizend vijf tot tweeduizend acht. U weet dat wij, en dat doen wij al sinds tweeduizend één, in vierjarige cyclussen opereren, middellange termijn doelstellingen voor de bank. Het is bij ons zeker niet allemaal korte baan werk, wij werken niet voor het volgende kwartaal, wij werken op z’n best voor één jaar, maar wij werken in belangrijke mate voor de lange termijn. En de eerste cycli die wij hebben afgesproken met elkaar en die zijn voorgelegd en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen, zijn onze prestaties op het gebied van totale rendement voor onze aandeelhouders en dat uitgezet tegen een peergroup van twintig. U ziet hier wat wij gedaan hebben in de cyclus tweeduizend één / tweeduizend vier. Onze doelstelling was om bij de eerste vijf te komen. Ik heb u bij de verschijning van onze jaarcijfers in februari al geschreven dat wij dat niet gehaald hebben. Wij zijn op positie elf geëindigd. Dat is jammer, onze ambitie hebben wij niet kunnen waarmaken. Daar is een fors aantal verklaringen voor, met name gelegen in verandering van de markt, de totale omgooiing van onze strategie in tweeduizend één , maar ook simpelweg de te hoog gestelde ambities. Daar lopen wij niet voor weg. Dit heeft onder meer betekend dat het topkader van de bank het lange termijn performance share plan van tweeduizend vier niet uitgekeerd gekregen heeft omdat dat pas voor een klein beetje begon te tellen bij positie tien. Tweeduizend twee/ tweeduizend vijf, dat is de cyclus die aan het eind van het jaar afloopt en die ziet er een stuk gunstiger uit. Wij zijn op dit moment op positie zes en wij hopen, wij vechten ervoor natuurlijk, dat wij op die positie vijf aan het eind van dit jaar zullen terecht komen. Wat het gebracht heeft, die sterke voorkeur op aandeelhouderswaarde, is dat wij de bank op alle plaatsen sterk verbeterd hebben. Wij hebben ons teruggesaneerd, zou je bijna kunnen zeggen, naar onze kernactiviteiten door sanering, maar belangrijker ook nog door verkopen van niet kernactiviteiten. Wij hebben de kapitaalallocatie herverdeeld tussen de verschillende bedrijfsonderdelen, wij hebben het vermogen versterkt, want wij zaten op een wat krap vermogen aan het begin van de cyclus. Dat hebben wij sterk verbeterd en wij hebben de efficiencyratio van de onderneming natuurlijk ook fors teruggebracht, kortom, al deze indicatoren geven aan dat de bank een stuk sterker is geworden en een veel betere
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
14
uitgangspositie heeft financieel, maar ook wat betreft innerlijke kracht, slagkracht, vermogen tot generatie van baten, dan wij dat vier jaar geleden hadden. Wij handhaven onze doelstelling voor de cyclus tweeduizend vijf / tweeduizend acht ook wat betreft de totale opbrengst per aandeelhouder. Wij hebben echter besloten om daar een doelstelling aan toe te voegen. Naast onze ambitie van TRS, de top vijf, hebben wij een financiële doelstelling geformuleerd: een gemiddeld rendement op het eigen vermogen doelstelling, een doelstelling die direct gerelateerd is aan de prestaties van de bank zelf. Het totale rendement voor de aandeelhouders is natuurlijk een doelstelling die ligt buiten de onderneming omdat die gerelateerd is voor een belangrijk gedeelte aan de waarde ontwikkeling van het aandeel. Die ambitie handhaven wij zonder meer want wij zijn er van overtuigd dat dat een sterke verbinding geeft tussen de uiteindelijke belangen van u als aandeelhouders, de waardecreatie middels dividenden en vermogensgroei van het aandeel. Vandaar dat wij nu de lange termijn doelstelling gesplitst hebben in een ambitie voor het totale rendement voor de aandeelhouders en het gemiddelde rendement op eigen vermogen. Wij hebben gekozen voor twintig procent (20 %) voor de komende vier jaar. Dat lijkt in relatie tot de prestatie van vorig jaar niet al te hoog, maar wij hebben met name al rekening gehouden met acquisities die initieel een sterk verwaterend effect hebben op het rendement. Dat is ook helder meteen bij de acquisitie van Antonveneta, als die doorgaat, die heeft namelijk een licht verwaterend effect op de resultaten van tweeduizend vijf en begin tweeduizend zes. Dat werkt natuurlijk ook in je gemiddelde rendement op het eigen vermogen door. Ik heb hier nog voor u het overzicht van het rendement zoals wij dat behaald hebben in tweeduizend vier op basis van IFRS, bijna vijfentwintig procent (25 %). Iets gezakt in het eerste kwartaal door de vermogensversterking die wij hebben bereikt en hier ziet u de wijze waarop het rendement op het eigen vermogen door ons wordt berekend, dan kunt u dat zelf later ook min of meer volgen en opmaken hoe wij het doen gedurende het jaar. Als laatste punt de resultaten, die ik nog kort aan u zou willen toelichten. Ik doe dat aan de hand van een overzicht over de vierjarige periode. Dan ziet u de trend in de ontwikkelingen. Samengesteld hebben wij jaarlijks een groei bereikt van de nettowinst van meer dan zestien procent (16 %), daarbij hebben wij geëlimineerd de verkoopopbrengsten van een deelneming die is verkocht en herstructureringskosten. De eenmalige plussen en minnen hebben wij geëlimineerd en wij hebben overgehouden wat het kernbedrijf van ABN AMRO gedurende die vier jaar heeft gerealiseerd. Dan ziet u een bestendige lijn in de groei van de winst met meer dan vijftien procent (15 %) per jaar. Wij horen wel eens, dat is allemaal prachtig maar jullie baten groeien niet. Maar wat gemakshalve vergeten wordt is dat wij allerlei activiteiten die omzet genereren verkocht hebben en dat heeft natuurlijk een fors drukkend effect op de omzet. Maar als je nog eens een keer tweeduizend drie en tweeduizend vier specifiek naast elkaar legt, dan zie je dat de omzet
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
15
zelfs gestegen is, als je die enorme val van de inkomsten van het hypotheekbedrijf van de Verenigde Staten er uit laat. Dat beschouwen wij ongeveer als een van buiten komend onheil en je kunt het omgekeerd zeggen, als een windfall profit in tweeduizend drie. Als je die weg laat, dan zie je dat wij in de andere bedrijfsactiviteiten wel degelijk batengroei hebben weten te realiseren. Wij hebben de kredietportefeuille fors teruggebracht met veertig miljard. Ondanks het feit dat wij veertig miljard aan kredietvolume kwijt zijn met de daarbij behorende interest en baten, hebben wij toch de baten op peil weten te houden. Deze twee corrigerende opmerkingen maak ik graag om de geringe absolute batengroei van de bank in een iets ander daglicht te stellen. De kostenbeheersing is de afgelopen jaren heel sterk geweest, wij hebben dat jaar in jaar uit ook gezegd en u ziet het hier nog een keer in de cijfers. Vorig jaar hebben wij een lichte stijging van de kosten gezien met name gebaseerd op de kostenstijging in Brazilië door de acquisitie van Sudameris en een forse loonstijging in Brazilië. Brazilië begint in onze cijfers echt mee te tellen en door te tellen. Toegenomen kosten in de New Growth Markets, met name Azië. Azië is natuurlijk een hele sterke groeimarkt, daar gaan de kosten twintig, vijfentwintig procent (20, 25 %) per jaar omhoog, de baten groeien gelukkig nog een stuk harder. Dan de toegenomen kosten in Wholesale die direct gerelateerd zijn aan de variabele beloning, gerelateerd aan stijgende inkomsten en dat hebben wij niet allemaal kunnen compenseren door lagere kosten, in Noord Amerika en Nederland, maar wel bijna. Wij vinden dat een hele goede prestatie. Het bedrijfsresultaat, ook erg belangrijk omdat wij ook willen laten zien wat wij verdienen. Als wij even niet naar de voorzieningen kijken, zien wij dat vorig jaar praktisch alle bedrijfsonderdelen een sterke stijging hebben laten zien van het bedrijfsresultaat. De Verenigde Staten is echter met eenendertig procent (31 %) afgenomen, dat heeft uitsluitend te maken met het hypotheekbedrijf, wat meer dan zestig procent (60 %) in baten en op bijdragen terugviel. Als je kijkt naar de samengestelde groei van de baten dan zie je dat wij er toch in geslaagd zijn de afgelopen vier jaar om die met meer dan zes procent (6 %) per jaar te laten groeien. Belangrijk element in de uiteindelijke nettowinst van de bank zijn de voorzieningen. Na het bedrijfsresultaat gaan de voorzieningen er af. De voorzieningen zijn bij de bank fors gedaald in tweeduizend vier als gevolg van verbeterde macro-economische omstandigheden, maar ook door sterk beheer van de bank zelf. Wij zien met name in de Verenigde Staten en in de Wholesale portefeuille heel veel geld terugkomen van wat wij eerst hebben voorzien, omdat wij oorspronkelijk een te hoge voorziening getroffen hebben uit voorzichtigheidsoverwegingen. Dat helpt ons natuurlijk zeer. Wat wij in tweeduizend twee en tweeduizend één te veel voorzien hebben, krijgen wij nu in tweeduizend vier weer terug in onze winst- en verliesrekening. Wij beschouwen dat als een normaal onderdeel van onze bedrijfsactiviteiten. Gegeven het feit dat kredietverlening voor ABN AMRO een verschrikkelijk belangrijke kernactiviteit is, beschouwen wij de voorzieningen die wij
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
16
moeten treffen of de vrijval die wij krijgen, in feite als onderdeel van onze kernkosten. Het dividend, altijd belangrijk, hebben wij voorgesteld om wederom te verhogen met vijf cent (€ 0,05) tot één euro (€ 1,00) per aandeel. U ziet een consistente stijging van het dividend. Wij zien ook het dividendrendement zich handhaven voor tweeduizend vier, op een behoorlijk hoog dividendrendement van vijf en een half procent (5,5 %). Wij hebben bij de aankondiging van de halfjaarcijfers een beleidswijziging aangekondigd om het verwateringseffect van het stockdividend te neutraliseren, en die hebben wij ook uitgevoerd. Wij hebben het stockdividend zoals opgenomen bij het interim dividend tweeduizend vier, geneutraliseerd door inkoop in de markt. Dat zullen wij ook in de toekomst blijven doen, want dat is nieuw beleid, zij het dat wij, zoals ik net zei in relatie tot het bod op Antonveneta, hebben aangekondigd dat wij de eerste en misschien de tweede dividendbetaling zullen gebruiken om het vermogen te versterken wat nodig is om de acquisitie van Antonveneta te financieren. Wij streven naar een minimaal gelijkblijvend dividend met het doel om dat op termijn te verhogen. Wij zijn van plan om eventuele vergrote volatiliteit in de nettowinst van de bank naar boven of naar beneden te negeren bij onze uitkering van dividend. Het beleid blijft vijfenveertig procent (45 %) dividend uit de uitkeringspercentage maar dat is op basis van wat wij beschouwen als het genormaliseerde resultaat, geschoond voor volatiliteitseffecten als gevolg van boekhoudkundige waarderingen. Dan het eerste kwartaal: U heeft de cijfers in de pers kunnen zien. De operationele nettowinst, dat is het nieuwe kernbegrip, onze oude nettowinst, dat heet nu operationele nettowinst is, zestien procent (16 %) hoger dan het eerste kwartaal tweeduizend vier. Wederom is het eerste kwartaal tweeduizend vijf een recordkwartaal, wij hebben nog nooit een zo hoge nettowinst geboekt als dit eerste kwartaal. Dat is te danken, en dat wil ik graag eens onderstrepen, want dat wordt toch ons inziens, wat onderbelicht in de pers, in belangrijke mate aan verbeterde resultaten in onze kernactiviteiten in Nederland, in Brazilië, in de Verenigde Staten, dat zijn de gebieden waar wij onze midmarket strategie, onze midsegmentklanten hebben zitten. Die hebben het allemaal in het eerste kwartaal beter gedaan en de Verenigde Staten hebben het zelfs beter gedaan ondanks het feit dat in het hypotheekbedrijf nog weer slechter was dan het eerste kwartaal vorig jaar. Met die verbeterde resultaten zijn wij in staat geweest om het zelfs beter te doen dan vorig jaar en hebben wij de lagere resultaten van Wholesale opgevangen. Wij hebben zelfs opgevangen die eenmalige baten van vorig jaar van honderdvijftienmiljoen (€ 115.000.000) door de verkoop van de aandelen Bank Austria, wij hebben veel negatieve ontwikkelingen in het eerste kwartaal goedgemaakt door een veel betere operationele performance van onze kernactiviteiten. Hiermee wil ik graag eindigen: met een prachtig eerste kwartaalresultaat. Spreker 2: Laat ik voorop stellen dat ik trots ben aandeelhouder van deze bank te zijn. Ik denk dat het bod op Antonveneta goed is. Doordat u die Italiaanse bank goed kende, deed u
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
17
het goed met uw bod. Als ik de presentatie zie dan ben ik bijna bang dat het bod nog aan de lage kant is want het is een bank met geweldige perspectieven in precies de goede doelgroep. Ik denk dat het een hele goede doelstelling is die bank te verwerven. Er werd vroeger ook zo veel over Brazilië gesproken, en dat is gebleken een heel goede acquisitie te zijn geweest. Wij moeten er wel op rekenen dat het bod hoger wordt. Toch is het jammer dat wij niet met die flits emissie mee mochten doen. Wij zijn eigenlijk gepasseerd en dat vinden wij jammer. Hebben de nieuwe aandeelhouders die er zo snel bij zijn gekomen recht op dividend? Tenslotte: Als u niet zo veel kennis had gestopt in Antonveneta dan was het bod niet zo hoog geweest. Wat betekent de steun van mevrouw Kroes, wat kunt u er mee doen en is die steun niet mosterd na de maaltijd, want ik heb begrepen dat op zaterdag er een aandeelhoudersvergadering is en dat u de aandelen twee dagen van tevoren moet deponeren. Lukt dat nog of is het eigenlijk een verloren race, wat ik zeer zou betreuren. Mr R.W.J. Groenink: Hartelijk dank voor uw ondersteuning van het door ons voorgenomen bod. Ik ben blij te horen dat u onze analyse deelt. De nieuwe aandeelhouders hebben inderdaad recht op dividend, dat was een van de kernelementen om met zo’n flits emissie, zoals u het noemt, onmiddellijk zoveel geld uit de markt te halen. Laten wij niet vergeten dat het de grootste onderhandse plaatsing in Europa is geweest tot nu toe ooit en die is in één dag gelukt. De heer Jiskoot zal toelichten waarom het geen claim emissie is geworden, maar een onderhandse bookbuilding. Wij zijn mevrouw Kroes natuurlijk zeer dankbaar. Brussel heeft vandaag laten weten dat uit mededingingsoverwegingen er geen bezwaar is tegen de overname van Antonveneta, daarnaast heeft de commissaris uit mededingingsoverwegingen brieven gestuurd naar de autoriteiten in Italië, met name de Banca d’Italia en Consob, met vragen over de gelijke behandeling. Want daar gaat het in dit geval natuurlijk om, de gelijke behandeling. Worden wij allemaal zoals wij optreden daar, gelijk behandeld. Daar hebben wij vraagtekens bij. En die vraagtekens hebben wij ook gedeponeerd bij de autoriteiten en wij hebben Brussel attent gemaakt op het feit dat het er niet op lijkt dat wij op hetzelfde speelveld spelen en dat de bedoeling is van zowel de lokale nationale wetgeving als de Europese wetgeving dat dat wel gebeurt en dat er niet gediscrimineerd mag worden tegen een buitenlandse aandeelhouder. Daar ondervinden wij steun. Die vragen zijn gesteld, ook over het besluit van de Centrale Bank van Italië om ons toestemming te geven voor een verkrijging van aandelen tot twintig procent (20%) nadat Lodi al de toestemming had gekregen om een belang tot dertig procent (30%) op te bouwen tegen welk besluit wij beroep hebben aangetekend. Vervolgens kregen wij plotseling toestemming om ook ons belang tot dertig procent (30%) uit te breiden. Dat zijn natuurlijk toch dingen waarbij de wenkbrauwen omhoog gaan en waar wij nadere uitleg over willen hebben. Het betekent dat wij op dit moment de aandeelhoudersvergadering van Antonveneta ingaan met minder aandelen dan onze concurrent en dat feit dat het er minder zijn rekenen wij toe aan een ongelijke behandeling. Het komt ook te laat want: a. zijn er
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
18
geen aandelen meer in de markt te krijgen en b. zelfs al zouden wij vanaf gistermiddag nog gekocht hebben dan tellen deze niet meer mee voor de aandeelhoudersvergadering van aanstaande zaterdag. Timing is of the essence, zeggen zij dan. Wij hebben te maken met moeilijkheden, wij doen er alles aan om de Italianen er op te wijzen dat zij hun eigen verplichtingen gecreëerd hebben in wetten en regelgeving en dat zij zich daaraan moeten houden en dat wij er alles aan zullen doen om onze belangen en die van onze kleine coaandeelhouders te verdedigen. Dat betekent dat wij ons bod door zullen zetten, wij zijn er van overuigd dat het een uitstekend bod is voor de aandeelhouders van Antonveneta, wij blijven er vast van overtuigd dat het in Antonveneta’s belang is om onder de paraplu van ABN AMRO te komen. Wij hebben er vertrouwen in, nog steeds, dat het bod de meerderheid van de aandeelhouders zal aanspreken en ook al zouden ons dan mogelijkerwijze nog verder tegenslagen te wachten staan, wij geven niet op. Drs W.G. Jiskoot: Het is inderdaad voor ons van essentieel belang om meteen en zo snel mogelijk een versterking van ons eigen vermogen te hebben omdat dat ook weer niet tegen ons kan worden gebruikt. Deze methode die wij gekozen hebben is bij verre de snelste, daarbij konden wij in één dag het geld ophalen. Een claim emissie duurt zoals u weet op zijn minst in de markt twee weken en ook de voorbereidingsperiode van een claim emissie is langer en ingewikkelder. Dan waren wij drie, vier weken verder geweest voordat wij ongeconditioneerd het geld hadden en dat vonden wij een te groot risico. Daarmee hebben wij helaas, laat ik het zo zeggen, voor u en andere aandeelhouders deze weg moeten kiezen. Spreker 3: De heer Groenink heeft een aantal jaren geleden verkondigd dat ABN AMRO bank tot de eerste tien banken van de wereld moest gaan behoren. Als ik het aandeelhoudersbulletin van de ING bank lees, staat ABN AMRO bank nummer zestien, terwijl de ING bank op nummer zes staat. Dat vind ik nogal een frappant verschil. U heeft uw aandelenportefeuille in een assurantiebedrijf afgestoten, waarom heeft u dat niet gehouden, daar is toch geld in te verdienen? Is het zinvol om een fusie te overwegen met de ING bank? Mr R.W.J. Groenink: Als het waar zou zijn dat ING nu nummer zes is, zouden wij met een fusie misschien wel nummer één worden. Wij hebben vier, bijna vijf jaar geleden de doelstelling geformuleerd om in een peergroup van twintig banken te streven om te behoren tot de top vijf van die peergroup, in termen van het creëren van marktwaarde. Marktwaarde is gedefinieerd als stijging van de waarde van het aandeel plus uitgekeerde dividenden. Dat is de enige doelstelling die ABN AMRO heeft geformuleerd vergelijkenderwijze met andere bedrijven. Ik heb u laten zien dat wij die niet gehaald hebben. Dan uw vraag over het verkochte verzekeringsbedrijf: wij hebben heel doelbewust gekozen om geen bank-verzekeraar te willen zijn. Wij hadden een verzekeringsbedrijf in Nederland, dat hebben wij zelfs zelf opgebouwd, zowel in schade als in leven. Dat had een
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
19
zekere omvang bereikt, maar had onvoldoende schaalgrootte om voldoende rendabel te worden. Dat bedrijf hebben wij aan Delta Lloyd verkocht, tegen een vijftig procents (50 %) belang in het levenbedrijf en een exclusief contract met Delta Lloyd voor de verkoop van verzekeringsproducten. Dat gaat heel erg goed. Er was voor ons eerlijk gezegd geen enkele keuze voor assurantie vasthouden of niet, want de omvang daarvan was te gering om het tot een serieus wereldbedrijf uit te bouwen. Spreker 3: Waarom geeft u het dividend niet eens een keer alleen maar in contanten. Mr R.W.J. Groenink: Wij hebben vorig jaar besloten om wel de mogelijkheid van een stockdividend te handhaven, omdat er, gegeven het feit dat bijna zestig procent (60 %) van ons dividend opgenomen wordt in stock, kennelijk een grote behoeft is aan stockdividend. Wij hebben onze aandeelhouders de mogelijkheid van stockdividend niet willlen ontnemen, tegelijk hebben wij aangekondigd dit te neutraliseren door de stocks terug te kopen in de markt. Het aantal nieuwe aandelen wat in de markt komt als gevolg van het stockdividend, halen wij er weer uit door deze terug te kopen waardoor effectief ABN AMRO alleen maar een contant dividend ter beschikking stelt. Wij doen feitelijk al wat u zegt. Spreker 3: Hartelijk dank. Spreker 4: In de doorgaans zeer goed geïnformeerde Neuer Zürcher Zeitung van vandaag is de heer De Swaan geciteerd dat hij gezegd zou hebben dat hij optimistisch is dat het “Übernahmepoker”, zoals dat genoemd wordt, met de Banca di Lodi en dat de ABN dat “für sich entscheiden wirt”. Mijn vraag is, is hij daar goed geciteerd en zo ja, waarop is dat gebaseerd, die overtuiging. Drs T. de Swaan: Ik heb de vraag in ieder geval niet in het Duits beantwoord, dus of ik goed in het Duits geciteerd ben, weet ik niet. Tijdens de persconferentie over de eerste kwartaalcijfers, hebben de meeste journalisten gevraagd over de ontwikkelingen in Italië. Ik heb geantwoord dat wij in een bepaalde fase van de ontwikkeling zitten: de Banca d’Italia moet reageren op ons verzoek een bod te mogen uitbrengen, daarmee zitten zij in de termijn die daarvoor staat. Het feit dat wij daar nog geen reactie op hebben gekregen is an sich geen teken dat zij er tegen zijn. Wij hadden en hebben een positief advies van de board van Antonveneta die in de vergadering van twee weken geleden het bod van ABN AMRO verwelkomd heeft en wij worden geconfronteerd met een relatief kleine speler in Noord Italië die ook aandelen koopt in Antonveneta. Ik vind het en vond het gisteren dan ook geen enkele reden om door die ontwikkeling pessimistischer te zijn over de mogelijkheden voor ABN AMRO om Antonveneta over te nemen; ik ben nog steeds niet pessimistisch en niet pessimistisch zijn, betekent optimistisch. Spreker 5: I am speaking on behalf of the German shareholders organization, DSW. First of all I must congratulate all the people of the bank for the good results, including the first quarter, which are in comparison, I would say what I hear and I read about German banks,
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
20
excellent. I would like to come back on the goal which mr. Groenink said for the past years and that he failed it. I still think that by improving from the twentieth place to the eleventh already a good step in four years is and hopefully you will do it in the next four years to be among the first five. The main issue and question is however why the shareholders return hasn’t improved yet. You did a good job, you increased each year the profit with sixteen percent (16 %). Normally the profit should be followed by the stock price or the stock price will follow the profit growth, but that didn’t happen. The profit has grown these four years with fifty percent (50 %), wonderful. But the earnings per share have grown only twenty percent (20 %) and maybe that is one of the answers. You explained very well the acquisition of Banca Antonveneta, and that this acquisition fits very well into the business of ABN AMRO. We know for years that you were looking for this chance and it will be hopefully correct to take this chance, but I do not understand why that you had to make this fast placement of one hundred thirty five million (135.000.000) shares. That is eight percent (8 %) of the capital and at a price which was not very fascinating, considering that the price of eighteen nineteen euros (€ 18 / € 19) is not a fair price for ABN AMRO. It should be a quarter higher. You sold it to new shareholders and you did not give the chance to the existing shareholders to participate in it and as a consequence you have diluted their investment. I think this is an issue you have not watched carefully and maybe that is again a reason why you have not reached your goal. If you do these things again, you will never reach the goal. My other question regards the situation in the US mortgage market. You made a fantastic business in two thousand three, it dropped down in two thousand four and when you look at the first quarter of two thousand five it has even further been reduced. I wonder why this kind of business is so instable, so volatile especially since you have explained that you have about two hundred billion (200.000.000.000) mortgage funds under management, at least you have under service. At least that should be a more stabilized income. Will the profits fail? The other question regards the delisting of the stocks at many stock exchanges like London, Frankfurt, Hamburg, Düsseldorf, Zürich and Singapore. Maybe there is a reason for it, there is no big trade and it maybe costs a certain amount. However if you look at total shareholder return, you have to look after that your company is known and your stock is known at local stock exchanges as well in those countries. I wonder why you did that, because I don’t think that it is the appropriate way to act like a bank. Mr R.W.J. Groenink: Voor het niet meer quoteren van ABN AMRO op een aantal markten zijn een aantal redenen en dat heeft te maken met het totale gebrek aan activiteit op de beurzen waar wij ons uit teruggetrokken hebben. Waar wij alleen voor de vorm maar niet met enige materiële effectiviteit aanwezig waren, dus nul tot praktisch geen handel. Terwijl daartegenover twee aspecten staan, te weten de kosten. Met de daily listing besparen wij nu jaarlijks iets van vier miljoen euro (€ 4.000.000) aan kosten. Maar wat
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
21
misschien nog wel belangrijker werd, steeds meer en meer, was de eisen die elke beurs stelt aan corporate governance rapportage verplichting. Wij hebben op zich niks tegen rapportage, want dat doen wij in Nederland en in New York, maar wij hebben wel problemen met conflicterende rapportages en dat is voor ons een groot probleem. Als er geen materieel belang is, geen handel, en de naamsbekendheid van ABN AMRO lijdt echt niet op het wel of niet gequoteerd zijn in Londen of Frankfurt, was er voor ons geen reden om er te blijven. Wat betreft Antonveneta en die emissie. Er is helder gezegd waarom wij kozen voor een onderhandse plaatsing versus een claim emissie. Dat was gebaseerd op de wens om op de dag zelf dat wij uitkwamen met onze mededeling dat wij een bod wilden uitbrengen, dat wij dat ook gekund hadden en dan kun je je afvragen moest dat dan? Wij hadden ook onze aankondiging van de overname kunnen doen zonder dat wij het vermogen reeds hadden opgehaald en daar een maand of twee maanden voor een claim emissie kunnen nemen. De reden waarom wij daar niet voor gekozen hebben ligt in het feit dat wij onder geen beding het verwijt zouden kunnen krijgen of het aangrijpingspunt zouden geven dat wij onvoldoende gekapitaliseerd zouden zijn om het bod op Antonveneta te doen. Achteraf hadden wij daar natuurlijk helemaal niet bang voor hoeven zijn, want het blijkt dat de Banca di Lodi met nul vermogen mag bieden, dus dat was waarschijnlijk voor ons ook nog wel mogelijk geweest. Het was voor ons op dat moment een grote zorg, wij wilden onder geen beding in een situatie terecht komen dat de Italiaanse toezichthouder uit puur financiële overwegingen zou kunnen zeggen dat wij niet voldoende gekapitaliseerd waren. Drs T. de Swaan: U heeft volkomen gelijk dat wij in de afgelopen jaren het aandelenkapitaal uitgebreid hebben door middel inderdaad van het niet neutraliseren van het stockdividend waardoor de winst per aandeel niet in gelijke tred omhoog gegaan is als de nettowinst. Zoals de heer Groenink al zei, die politiek hebben wij gewijzigd. Die politiek konden wij wijzigen omdat vanaf medio vorig jaar de kapitaal ratio’s van de bank wederom op een prijspeil waren dat wij ons dat konden permitteren. De heer Groenink heeft in zijn inleiding als één van de verworvenheden van de laatste jaren erop gewezen dat het heel belangrijk was om de kapitaalratio’s van de bank wederom in veilig vaarwater te brengen. In tweeduizend één was de tier one ratio in de gevarenzone terecht gekomen doordat wij een aantal acquisities gedaan hadden, welke wij met eigen vermogen gefinancierd hadden zonder aandelen te emitteren. In feite kan je zeggen dat door het niet neutraliseren van het stockdividend wij in die jaren een aandelen emissie gedaan hebben en die was afgerond medio vorig jaar. Toen konden wij besluiten om het stockdividend wederom te neutraliseren waarmee de toename van de nettowinst zich direct vertaalt in een toename van de winst per aandeel. Mr J.Ch. H. Kuiper: Het Amerikaanse hypotheekbedrijf. Het is een beetje het verhaal van een groot feest en een grote kater. Het hypotheekbedrijf kenmerkt zich in Amerika
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
22
door een aantal facetten. Ten eerste is het voor tachtig, vijfentachtig procent (80 % / 85 %) een intermediair bedrijf dat zich vooral richt op vastrentende dertig jaar lopende leningen. De andere vijftien procent (15 %) zetten wij af via onze eigen kantoren. Het tweede element is dat er een grote servicing portefeuille in zit, die inderdaad rond de tweehonderd miljard (€ 200.000.000.000) is aan absolute waarde, niet de contante waarde van de servicing fee’s, maar de absolute waarde. Dat geeft inderdaad een stabiel inkomen. Waar zit nu die volatiliteit waar wij het over hebben? Bij de rentedaling die zich in tweeduizend drie ging aftekenen en voor een korte periode in tweeduizend vier was er een enorme vraag naar die specifieke hypotheekvorm, vaste rente dertig jaar lang, omdat iedereen die lange rente wilde vastleggen op dat zeer lage niveau. Daar profiteerde het intermediairbedrijf van ABN AMRO groots van, dat werd vier en een half, vijf keer zo groot dan het daarvoor was. Dat is nu weer weggevallen. Nu is er een grote vraag naar variabele rentes, naar alt e subprime leningen, grote risico leningen, die wij niet afzetten via het intermediairbedrijf, maar alleen via ons eigen kanaal. De grote volatiliteit in de rente die in tweeduizend drie speelde met als gevolg een snelle daling had een negatief gevolg omdat daarmee de hypotheek servicing rights minder waard werden omdat het boetevrij aflossen in Amerika kan. Omdat daardoor de servicing rights snel in waarde dalen, worden die gehedged. Die hedge hebben wij goed gedaan, en daar hebben wij veel op verdiend. Doordat de volatiliteit nu weg gevallen is, is het inkomen op de hedges op de servicing portefeuille, die inderdaad een stabiel inkomen heeft, veel kleiner geworden, dat is het andere element waardoor de ontwikkeling van de bruto baten in het bedrijf sterk naar beneden gekomen is. Wat is de toekomst? De toekomst van het Amerikaanse hypotheekbedrijf is goed, acht procent (8 %) per jaar groei, dat is hetgeen verwacht wordt. Alleen wij gaan weer terug naar de basis die er bestond in tweeduizend twee, tweeduizend drie, voor de grote rentedaling en die aanpassing doet pijn, maar wij hebben vertrouwen in het hypotheekbedrijf. Spreker 6: Ik spreek namens de VBDO, namens de institutionele en particuliere duurzame beleggers. Allereerst onze complimenten voor uw bijzonder uitgebreide en, toch niet helemaal maar wel aardig in de richting, volledige duurzaamheidverslag. Ik denk dat u daarmee inmiddels wel voorop loopt in de financiële sector, in ieder geval in Nederland. Het wordt voor ons ook steeds moeilijker om er goede vragen over te verzinnen. De eerste vraag gaat over de duurzame producten en diensten. Op pagina 40 lees ik dat u nieuwe commerciële kansen signaleert in de markt voor maatschappelijke financiële producten, dat is niet nieuw, dat onderschrijven wij ook. Het is niet voor niets dat de ethische banken al een aantal jaren sterker groeien dan de reguliere banken. Het is een mooie ambitie van u, maar het ontbreekt nu nog even aan concrete acties. Misschien kunt u vertellen welke concrete acties u gaat ondernemen om deze nieuwe marktkansen in te nemen en om daar vooruitgang op te maken. Hoe zit dat in de communicatie? Ik kan mij niet herinneren de
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
23
laatste tijd iets te hebben gezien in TV spots bijvoorbeeld, over uw duurzame producten. Graag uw concrete doelstelling ten aanzien van dit punt. Vervolgens over de verificatie. Het duurzaamheidverslag is geverificeerd door de externe accountant, ook al bewonderenswaardig. Kunt u ons meedelen wat voor aanbeveling de accountant heeft gedaan in zijn managementletter aan het bestuur naar aanleiding van de verificatie van de duurzaamheidverslag. Op pagina 10 lees ik dat de businesspartners van ABN AMRO moeten voldoen aan uw eigen standaarden. U geeft aan: wij beoordelen zakenpartners op de normen en waarden. Hoe gaat u dat controleren en wat zijn de consequenties van niet naleven. Dan uw stemrecht als aandeelhouder en grootaandeelhouder van een enorm aantal andere ondernemingen. In Het Financiële Dagblad, van september tweeduizend vier, zegt u dat u het stemrecht gaat uitbreiden. Gaat dat gelden voor honderd procent (100 %) van de aandelen die u in uw bezit heeft en zo ja, hoe gaat u daar verslag over uitbrengen en welke concrete duurzaamheidcriteria gaat u inpassen in uw stemgedrag. Gaat u als voortvloeisel van dat stemgedrag, ook engagement uitvoeren met die ondernemingen waarin u belegt. Engagement wil zeggen dat u in gesprek gaat met ondernemingen als zij niet presteren overeenkomstig uw maatstaven. U wilt bijdragen aan de Millenium development cause. Dat is vrij abstract, lijkt mij ook wel moeilijk voor een commerciële onderneming. Kunt u vertellen hoe u daaraan wilt gaan bijdragen, wat de relatie is tot uw kernactiviteiten. Mr R.W.J. Groenink: De Millenium cause onderschrijven wij als bank, maar u heeft gelijk dat wij daar niet een directe vertaling aan kunnen geven binnen ons eigen bedrijf. Maar in zijn algemeenheid nemen wij aan alle belangrijke fora deel, waarin in termen van oplossingen en aanbevelingen gesproken wordt ten aanzien van de uitvoering en realisatie van de millenium cause. Op al die belangrijke fora zijn vooraanstaande medewerkers van de bank aanwezig, met name onze directeur generaal, die over de duurzaamheidprogramma’s van de bank waakt. Herman Mulder is een veelvuldige spreker, panellid en is een intellectuele drager van onze visies en helpt met het bedenken van oplossingen en oplossingsrichtingen. Wat betreft stemrechten heeft onze asset management club een verklaring uitgegeven, die ook op haar website staat, dat zij beginnend met Amsterdam en Luxemburg stemrecht op door de fondsen beheerde aandelen zal gaan uitbrengen. Het staat precies beschreven en zij zullen daar ook over rapporteren. Zij zijn niet van plan om uw zogenaamde engagementpolicy te volgen. Het blijven assetmanagers. Op een bepaald moment zullen zij hun stemgedrag kenbaar maken, hoe zij er over denken. Zij zijn natuurlijk geen institutionele structurele aandeelhouder van die bedrijven, maar als hun ideeën niet gevolgd worden, dan zullen zij wellicht de consequenties trekken. Wat betreft de relaties met onze leveranciers: dat is sterk gelegd bij onze inkoopafdelingen die de duurzaamheidcriteria kennen waaraan wij vinden dat wij zelf en ook onze klanten moeten voldoen. Die worden daar aan getoetst en in het geval er afwijkingen zijn die niet worden hersteld dan wordt omgezien naar een andere leverancier. Dat hebben wij in de
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
24
afgelopen jaren in belangrijke mate in Brazilië in de praktijk gebracht, maar dat gebeurt ondertussen ook in andere bedrijfsonderdelen van de bank en met name ook bij de centrale inkoop. Drs T. de Swaan: Allereerst hartelijk dank voor uw complimenten, ik zal die gaarne overbrengen aan degenen die heel hard gewerkt hebben aan dit duurzaamheidverslag. Wij hechten er zeer aan om het verder te verbeteren en nog inzichtelijker te maken. Mag ik een opmerking maken over uw punt ten aanzien van onze zakenpartners en ook een indruk geven op welke wijze wij bij onze klantenselectie te werk gaan. Wij hebben voor een aantal, gevoelige bedrijfstakken policy papers ontwikkeld, voor zaken doen met bedrijven in de defensie industrie, met bedrijven in de mijnbouw, in de bosbouw, etcetera, op welke wijze er met de klant omgegaan moet worden, wat voor vragen er gesteld moeten worden aan de klanten, of zij zich houden aan de normen en waarden, die wij op basis van onze wensen om een duurzaam beleid te voeren, noodzakelijk achten. Op die basis wordt dus een selectie toegepast. Als de betrokken klanten niet bereid zijn die vragen te beantwoorden dan is dat een teken dat wij extra voorzichtig zullen zijn en extra veiligheden in zullen bouwen voordat wij zaken met de betrokkene doen. In het verslag zelve heeft u kunnen lezen onze focus op microfinanciering, zowel in Brazilië als in India. In beide landen hebben wij dat met succes geïntroduceerd. Vier en een half duizend kredieten in Brazilië. In Nederland kennen wij groene kredietverlening, de Groenbank etcetera, en proberen wij producten op de markt te zetten die aan additionele eisen ten aanzien van duurzaamheid voldoen. Mr R.W.J. Groenink: Hieraan zou ik willen toevoegen dat wij jaar op jaar de doelstellingen concreter en harder maken en ook van jaar op jaar daarover in zijn algemeenheid zullen rapporteren. Spreker 7: Ik spreek namens de Vereniging van Effecten Bezitters, wij hebben een aantal volmachten, acht honderd zeventien (817), met in totaal één komma twee miljoen (1.200.000) aandelen. U hebt van ons een brief gehad in het kader van het communicatiekanaal en die brief begon met allerlei aardige dingen en misschien hebt u zich wel even afgevraagd of de brief wel van de VEB afkomstig was, maar dat was zo en ik denk dat het hier het afgelopen jaar goed is gegaan, dat de afgelopen jaren er een duidelijke verbetering is geweest van de winstgevendheid. Een punt van zorg is evenwel dat dat met name komt uit kostenbesparingen en veel minder uit de batengroei. Wij zijn ingegaan op het niet halen van de doelstelling en u hebt daar een reactie op gegeven, ik moet zeggen dat ik die reactie niet sluitend vind. Het feit dat u uw doelstelling om in de top vijf te komen niet hebt gehaald, komt u met een aantal argumenten en dat is onder andere dat u gedurende de vier jarige cyclus met grotere uitdagingen geconfronteerd werd, maar dat zijn andere banken in uw peergroup ook. Het feit dat u de uitwerking van de noodzakelijke herstructureringsprogramma’s hebt onderschat, is iets wat aan het
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
25
management is aan te rekenen. Dat is iets wat niet als een verklaring dient met externe factoren. Voor de rest zegt u dat de Wholesale markten zijn tegengevallen en dat is natuurlijk ook zo voor anderen. Misschien wordt ABN AMRO daar iets zwaarder door getroffen, maar dat blijft nog steeds een externe omstandigheid en dat is precies de reden dat die peergroup is gekozen, namelijk dat u minder afhankelijk zou zijn van marktomstandigheden, maar dat uw relatieve positie als criterium zou gelden. Wat ons betreft bent u daar niet in geslaagd en die beoordeling lijkt u te delen. De vragen over de toekomst van ABN AMRO zijn op dit moment gericht op Italië, maar op iets langere termijn toch ook op die batengroei en op het feit of die kostenbesparingen die zijn gerealiseerd. Zowel de resultaten over tweeduizend vier als het eerste kwartaal tweeduizend vijf worden positief beïnvloed door lage voorzieningen voor slechte leningen tot een relatief erg laag niveau. De vraag is of u denkt dat u dat lage niveau de komende jaren kunt houden. Dan Italië. Wij hebben vragen gesteld over de logica van de samenstelling van uw portefeuille. Belangrijke activiteiten in Nederland, de Verenigde Staten of in Brazilië en als dit zou lukken in Italië. Wij hebben al geconstateerd dat dat een hele goede halve finale is voor een volleybaltoernooi, maar dat dat niet iets is wat logisch klinkt als een global bank. Er zijn nog wat specifieke bezwaren daarbij, dat zijn de culturele problemen die je kunt hebben bij het opereren in de Italiaanse markt en waar u op dit moment bij een poging die bank over te nemen al tegenaan loopt en de beperkte synergie die je bereikt als je op zo’n afstand activiteiten onderneemt en ook de prijs die u daarvoor betaalt. In ieder geval is deze stap zodanig belangrijk dat kan gesproken worden van een wezenlijke wijziging van de samenstelling van deze bank. In dat opzicht is de vraag waarom u niet een vergadering hebt belegd met de vraag aan aandeelhouders of zij het eens zijn met deze wijziging van uw profiel en risicoprofiel. De tweede vraag betreft de prijs. U zei net iets heel aardigs, u zei Antonveneta heeft het fantastisch gedaan in het eerste kwartaal, de winst is met vijftig procent (50 %) gestegen, maar u en ik weten dat het een winst is die door eenmalige baten is opgevoerd. Ik dacht dat het Credit Industriale Sammaranesi is dat een bate heeft opgeleverd van drie-entwintig miljoen euro (€ 23.000.000). Zonder die bate zou er winstgroei zijn geweest van acht procent (8 %). Als u dan de vergadering hier voorspiegelt dat het zo fantastisch gaat en dat er vijftig procent (50 %) winstgroei is, dan lijkt mij dat een overstatement. Honderd twintig miljoen (€ 120.000.000) wordt er op dit moment als kwartaalwinst bereikt, als je dat op jaarbasis doet is dat vierhonderd tachtig (€ 480.000.000) en de overname som van deze bank ligt boven de zeven miljard euro (€ 7.000.000.000) en dan betaalt u zestien à zeventien keer de winst van het lopende jaar voor Antonveneta, daar waar Europese banken doorgaans op tien tot twaalf keer de winst worden gewaardeerd en ABN AMRO zelf op acht en een half. Er is een vraag over de rechtvaardiging van die prijs en op welk moment u denkt tien procent (10 %) op die som te kunnen verdienen. Tien procent (10 %) op een overname som van
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
26
zeven komma twee miljard euro (€ 7.200.000.000) is zevenhonderd twintig miljoen (720.000.000). Dat u de eigen aandelen die u hebt verkregen niet meetelt bij het presenteren van die overname som, lijkt mij niet helemaal correct. U koopt alle aandelen en degene die u op dit moment in bezit hebt kunt u ook verkopen en in die zin is het overname bedrag nog steeds boven de zeven miljard. De vraag is in hoeverre andere Italiaanse belangen die u hebt instrumenteel zijn in het doen van deze overname, wat de gevolgen zijn voor uw belangen in Capitalia van negen procent en of u voornemens bent, als de overname succesvol is, dit belang te verkopen. Ik heb gisteren de heer De Swaan gezien op CNBC die werd geconfronteerd met de vraag of hij het open hield of het bod zou worden verhoogd en dat hield hij nadrukkelijk open, hij wilde niet speculeren op de toekomst maar hij hield nadrukkelijk die mogelijkheid open en ik zou toch graag de verzekering hebben in deze vergadering dat u daartoe niet over zult gaan. Dan iets over de financiering. U hebt een deel van de overname op voorhand al gefinancierd met de uitgifte van honderd vijfendertig miljoen aandelen, die zijn gewaardeerd op ongeveer achtenhalf keer de winst. Vindt u dat het aandeel ABN AMRO redelijk geprijsd is en als dat niet zo is, wat gaat u daaraan doen. U bent op dit moment wel bereid om het aandeel in te zetten als ruilmiddel bij het doen van overnames. Er is sterk de indruk in de markt dat op het moment dat u bent gaan rondbellen of die aandelen geplaatst konden worden dat grote aandeelhouders, institutionele aandeelhouders, hun bestaande bezit in ABN AMRO hebben verkocht in de markt en vervolgens via inschrijving op die emissie hun stukken hebben teruggekocht. Heeft u de verzekering dat diegenen die zijn benaderd voor het deelnemen aan die emissie hun stukken niet hebben verkocht en ook niet rechten daarop hebben? Hoe hebt u dat geregeld. Het dividendbeleid: net nu ING twee dagen geleden is overgegaan tot een volledig cashdividend, een daadwerkelijke uitkering aan aandeelhouders voor het ter beschikking stellen van het risicodragend kapitaal, gaat u weer over, in ieder geval tijdelijk, op stockdividend en dat is natuurlijk feitelijk geen uitkering, want als u geld uitkeert en u biedt de keus in aandelen en u hebt ook nog de mogelijkheid om diegenen die kiezen voor contanten om daar aandelen voor uit te geven, dan gaat er uiteindelijk geen geld de vennootschap uit. Ik zou u willen verzoeken om daar op terug te keren. Dan het rendement op eigen vermogen. Ik kom al bij uw vergaderingen sinds de fusie van ABN en AMRO, de doelstellingen zijn voortdurend gewijzigd. Aanvankelijk was het rendement op het eigen vermogen, dat kon sterk worden beïnvloed door zaken die niet operationeel tot verbetering leiden. Dat steeg alleen al door de afboeking van goodwill. Na een aantal jaren daarover te discussieren, u was daar zelf bij, is die doelstelling afgeschaft en is overgegaan op winstgroei per aandeel, die doelstelling is een paar keer verhoogd. Toen kon die niet worden gehaald begin jaren van deze eeuw, is overgegaan op de relatieve positie in de peergroup en nu komt u met een doelstelling van een rendement op het eigen vermogen
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
27
van twintig procent (20 %). U toont direct aan waarom die doelstelling helemaal niet werkt, want u zegt er is een heel goede overname die wij kunnen plegen in Italië maar daardoor daalt het rendement op het eigen vermogen. Dat geeft precies aan dat het dus kennelijk niet een goede maatstaf is van performance en bovendien legt u de lat lager dan waar u zit. U zit afhankelijk van inclusief of exclusief bijzondere baten tussen de vijfentwintig (25 %) en dertig procent (30 %) op het eigen vermogen. Dan is een doelstelling van twintig procent (20 %) eenvoudigweg te laag. Iemand die een rapportcijfer haalt van een acht en zijn ouders vragen wat ga je nu doen de volgende keer, antwoordt met ik ga proberen een zes te halen, komt niet overtuigend over. Het beleid in het kader van IFRS. Ik weet niet of u er gelukkig mee bent, ik denk uiteindelijk dat de eindbelegger er misschien ook niet al te gelukkig mee is omdat hij fluctuaties ziet die hij niet altijd zal kunnen begrijpen, maar de vraag is of er ook invloed van IFRS is op uw beleid, niet alleen op de presentatie van de cijfers, maar op het beleid. Bij ING heeft dat invloed omdat men het valutarisico, het dollarrisico niet meer afdekt. Maar je kunt de neiging hebben om derivate posities te sluiten in het derde kwartaal al, als die positief eindigen omdat je op die manier al een beetje zekerheid hebt over het eindresultaat dat je dan over een jaar kunt presenteren. Mijn vraag is, of dat invloed heeft op het beleid. Mr R.W.J. Groenink: Wij geven inderdaad de verantwoording dat wij er als management niet in geslaagd zijn om in de top vijf van de Peergroup te komen. Dat wij alleen maar argumenten aanvoeren van buiten af, is onzin, wij zeggen recht op en neer als ABN AMRO management dat wij er niet in geslaagd zijn om de doelstelling te halen van vier jaar. Wij geven er wel een verklaring bij, want u heeft ook recht op een verklaring en die verklaring geven wij in allen gemoede op grond van onze waarnemingen van vier jaar en die hebben gedeeltelijk te maken met de interne zaken, gedeeltelijk met externe zaken. Als wij het over externe zaken hebben, dan hebben wij het over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de wereldeconomie, de financiële markten, de wijzigingen in de markt voor zakelijke dienstverlening, die de initiële strategie van ABN AMRO om uit te groeien tot een wereldspeler op het gebied van zakelijk bankieren met een doelstelling om tenminste vijftig procent (50 %) van de baten, de winst en de economische winst uit het Wholesale bankbedrijf te laten komen, onderuit gehaald hebben. Dat zijn externe factoren. Interne factoren hebben wij zelf ook aangevoerd, die hebben te maken met interne zwakte van het Wholesale bedrijf die wij pas op latere momenten in alle naaktheid hebben gezien en die ons in tweeduizend één hebben gebracht tot een volledige verandering van strategie, die wij hier ook in de jaarvergadering van tweeduizend twee hebben uitgelegd, namelijk dat wij van ons hoofddoel om een grote wereldspeler op het Wholesale bankgebied te worden stapten naar ons hoofddoel om een heel grote commercial en retail bank te worden. Andere factoren hebben natuurlijk ook een rol gespeeld, met name de noodzaak om het vermogen
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
28
te versterken, die uiteindelijk veel harder heeft doorgewerkt op de ontwikkeling van de winst per aandeel, wat een storend element is, als je dat vergelijkt met andere banken die niet zo’n zwak vermogen hadden in tweeduizend als wij, en die een veel sterkere winstgroei per aandeel hebben kunnen laten zien. Als laatste plaats, u noemt het zelf, de batengroei. Wij hebben te maken gehad met niet alleen macro-economische omstandigheden die buitengewoon ongunstig waren, die voer ik ook niet aan, want dat geldt voor iedereen zoals u terecht zegt, maar wij hebben ook nog eens een keer in een fors aantal van onze belangrijkste markten zeer omvangrijke reorganisaties moeten doorvoeren, die bijna onvermijdelijk een negatieve invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de baten. Wij hebben die zaken aangegeven, die geleid hebben tot een achterblijvende ontwikkeling ten opzichte van de rest van de spelers, die van de externe omstandigheden min of meer net zo veel last hadden als wij, dat voeren wij ook helemaal niet aan, maar wij hebben wel gezegd dat wij versterkt uit de strijd gekomen zijn en dat wij ons veel beter gepositioneerd voelen voor de toekomst. Dan kom ik bij uw toekomstvraag, waar moet die batengroei vandaan komen. Dat is interessant, dat vraagt elke onderneming zich af, hoe die dat nou weer voor elkaar moet spelen de komende jaren. Wij kijken dan naar de markten waarin wij opereren waar wij onze belangrijkste activiteiten hebben, waar wij ons kapitaal in hebben geïnvesteerd en dan zien wij dat wij natuurlijk historisch gezien opereren in Nederland met zeer matige vooruitzichten voor de economische groei, Europa idem dito, de Verenigde Staten ietsje beter omdat wij de voorzienigheid gehad hebben om in de jaren negentig fors te investeren in het Midden Westen, maar ook in Brazilië waar wij nu de vruchten van plukken en wij hebben vervolgens hetzelfde gedaan in het Verre Oosten. Die batengroei heeft op zich onze hoogste prioriteit en wij kijken voor wat betreft de ontwikkeling van onze rentabiliteit en de netto groei van de bank, en de nettowinst per aandeelgroei, niet naar onze lage voorzieningen. In onze projecties mag u er veilig van uit gaan dat wij rekening houden met een hoger voorzieningen niveau dan wij in tweeduizend vier gezien hebben. Wij hebben ook aangegeven in de bespreking van de jaarcijfers met de markt in februari dat wij het lage niveau van tweeduizend vier niet denken vast te houden, onze plannen zijn niet gebaseerd op een kunstmatig laag voorzieningen niveau. Wij concentreren ons sterk op de groei van de baten. Dat moet organisch, natuurlijk in de eerste plaats is dat organisch, dat betekent dat de bestaande bedrijven in Nederland, in de Verenigde Staten en Brazilië, zestig procent (60 %) van onze hele bank een batengroei moeten laten zien die beter is dan de markt. Wij zijn er van overtuigd dat wij daartoe in staat zijn. Dat legt een hele solide basis onder de rendementsontwikkeling van de bank. Het tweede is de kosten. Wij zijn er van overtuigd, dat met onze structurele kostenmaatregel door middel van Global Shared Services wij in tweeduizend zeven structureel meer dan zeshonderd miljoen euro (€ 600.000.000) zullen besparen ten opzichte van tweeduizend vier. Dat legt een solide basis om de kostenlijn van de bank in de komende jaren redelijk
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
29
stabiel te houden. Met een batengroei die ruim boven de vijf procent (5 %) gaat liggen en vrijwel stabiele kostengroei kom je in een buitengewoon positief verhaal terecht. Dat is organisch. Vervolgens moeten wij harder groeien, want wij hebben een doelstelling om in die top vijf van de TRS te komen, dat betekent dat wij het niet gemiddeld moeten doen, maar beter. Daarvoor zijn acquisities nodig, het is onvermijdelijk om waardecreërende acquisities te doen. De acquisitie in Italië ís een waardecreërende acquisitie. Niet in het eerste jaar, u heeft volkomen gelijk, dat hebben wij ook in onze persberichten naar de aandeelhouders en de markt laten weten, het eerste jaar leidt tot verwatering van de winst, volkomen logisch als je een eigen PE hebt van tien en je koopt iets voor zestien of zeventien dat het verkeerd gaat. Maar er zitten nog zulke kostensynergieën die wij zelf onder controle hebben als ABN AMRO, wanneer wij daar aandeelhouder zijn, naast het stijgende rendement van de bank. Natuurlijk zit in het eerste kwartaal van Antonveneta een eenmalige bate. Ik weet wat er de komende kwartalen gaat gebeuren en dat is significant. De winstgevendheid van Antonveneta stijgt autonoom zonder dat wij er verder een vinger naar uitsteken. Daarbovenop komen de kostenbesparende maatregelen, die wij er nog eens opleggen en wij praten niet eens over de synergieën aan de batenkant die wij kunnen realiseren. Op die basis is de acquisitie van Antonveneta in tweeduizend zeven kostendekkend in termen van het kapitaal, ik zei het al in mijn inleiding. Antonveneta gaat meer dan de kosten van het kapitaal verdienen in tweeduizend zeven en in die zin is het dus een zeer goede acquisitie. De wezenlijke samenstelling van de bank verandert door deze acquisitie? Nee. Met alle respect, ABN AMRO is geen Citybank, maar zeven en een half miljard acquisitie leidt niet met de toevoeging van de Italiaanse markt van Antonveneta tot een wezenlijk andere samenstelling van de bank. Wij vonden het ook verantwoord om dat besluit te nemen zonder u daar van te voren over te raadplegen. Ik ga niet speculeren over de gevolgen voor Capitalia. Wij zijn aandeelhouder in Capitalia voor negen procent (9 %).Wij zijn onderdeel van het pact dat loopt tot het eind van tweeduizend zes en wij zijn een trouw lid van het pact en wij ondersteunen het management in de uitvoering van haar plannen. Wat betreft uw vraag om een uitspraak van mij te horen dat wij het bod op Antonveneta niet zullen verhogen. Alleen al uit tactische overwegingen zou het voor mij buitengewoon onverstandig zijn om in deze vergadering te zeggen dat wij dat niet zouden doen en dat begrijpt u ook. Aandeel ABN AMRO juist geprijsd? Nee, natuurlijk niet. Wij vinden ook met z’n allen hier achter de tafel dat het aandeel ABN AMRO hoger gewaardeerd zou moeten worden, maar wij hebben rekening te houden met de realiteit en dat betekent dat als op dit moment met deze prijs van ABN AMRO deze mogelijkheid zich voordoet en wij kunnen in tweeduizend zeven dit als een rendabele acquisitie boeken, wij tegenover u durven te zeggen, dat het een verstandige investering is ondanks het feit dat het in tweeduizend vijf tot verwatering leidt, want in tweeduizend zeven voegt het toe aan de waarde van de onderneming en wij zitten hier niet om alleen
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
30
maar te letten op het volgende kwartaal, wij hebben de verantwoordelijkheid om te zorgen dat de bank ook over vijf en over tien jaar nog steeds een rendabele instelling is. Uw vraag over institutionelen: er is geen pre-marketing geweest aan institutionelen, met andere woorden, mensen zijn niet eerder op de hoogte gebracht dan ieder ander in de markt. Uw opmerking over het dividend begrijp ik niet. Wil een aandeelhouder een contant dividend dan krijgt hij een contant dividend. De bank heeft zijn beleid vorig jaar gewijzigd om, als mensen stockdividend opnemen, dat te neutraliseren en wij hebben gekozen om dit instrument te gebruiken ter financiering van de acquisitie van Antonveneta en niet om nog meer nieuwe aandelen in de markt te zetten. Drs T. de Swaan: Uw vraag over voorzieningen: Als u kijkt naar de voorzieningen in de afgelopen jaren zult u zien dat wij vorig jaar ongeveer dertig basispunten van een naar risico gewogen activa aan voorzieningen hadden. Dat is op hetzelfde niveau als de laatste zeven jaar. Wij hadden een aantal uitschieters in de jaren tweeduizend één, -twee en –drie. Dat was voornamelijk een gevolg van de Amerikaanse situatie. U weet dat daar toen door allerlei omstandigheden een aantal zeer grote bedrijven faillissement hebben aangevraagd en dat heeft geleid tot heel hoge voorzieningen, ook bij ABN AMRO. Maar als je kijkt over de laatste zeven / tien jaar, zitten wij ongeveer op een niveau van tussen de dertig, en vijfendertig basispunten. Ik zeg niet dat dat een perfecte indicatie voor de toekomst is, maar het is wel ongeveer het beeld van de afgelopen tien jaar. Blij met IFRS? Ja ik ben blij met IFRS, mits IFRS leidt tot een betere vergelijkbaarheid van onderlinge cijfers van bedrijven. Of dit de meest ideale accountingregels zijn, weet ik niet, maar accountingregels zijn afspraken en als maar iedereen zich aan dezelfde afspraken houdt, dan vergroot je de transparantie. In dit geval gaat het gepaard met mogelijkerwijs een wat grotere volatiliteit, maar dat is een gewenningsproces. Belangrijkste lijkt mij dat wanneer het mogelijk zou zijn om via IFRS een eenvormigheid van accountingregels in tenminste Europa of de nietAmerikaanse wereld te bewerkstelligen, dat wij dan al een enorme stap vooruit zijn gegaan. Het is niet onze bedoeling dat wij ons beleid op accountingregels afstemmen, maar het zijn de accountingregels die het gevolg zijn van beleid en niet andersom. Spreker 7: Ik heb een vraag gesteld over die verhoging van het bod van Antonveneta. Ik had niet verwacht dat ik daar een positief antwoord op zou kunnen krijgen, maar u kunt het wel gebruiken in Italië. U kunt zeggen dat er groot verzet is tegen een verhoging of een forse verhoging van de Nederlandse aandeelhouders. U zei dat het aandeel op tien keer de winst staat, dat staat het niet, het staat op acht en een half keer de winst. Het dividendrendement op het aandeel ABN AMRO is vijf en een half procent (5,5 %). Dat betekent dat het aandeel laag gewaardeerd is, dat is op zich nog niet zo erg, behalve als u het gaat inzetten als ruilmiddel bij overnames, dan hebt u er last van. De lage waardering van het aandeel moet een zorgwekkend punt zijn en waarom is het zorgwekkend? Omdat kennelijk uw vertrouwen in enerzijds batengroei en anderzijds kostenbesparingen van
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
31
zeshonderd miljoen niet in de markt leeft. De analistenrapporten twijfelen allemaal over de groeicapaciteit van ABN AMRO. Daar heeft u een probleem en dat probleem leidt tot hogere vermogenskosten omdat u een laag geprijsd aandeel hebt. Wat gaat u daar actief aan doen? Mr R.W.J. Groenink: Wij begrijpen ook heus wel dat wij een probleem hebben. Mijn probleem is dat ik aan de markt geen voorspiegelingen wil doen, die ik niet kan waarmaken, met andere woorden, ik presteer liever en laat zien dat deze bank inderdaad doet wat hij zegt dat hij doet, en laat zien dat wij inderdaad een gestage, gedegen en structurele batengroei kunnen genereren in de komende jaren, waardoor vanzelf de winst per aandeel zal stijgen op het gewenste niveau en de koerswinst zal volgen. Ik ga op dit moment geen uitspraken doen waar wij op enig moment weer op zouden moeten terugkomen, maar dat neemt niet weg dat ik het vertrouwen uitspreek dat wij de strategie hebben om per bedrijfsonderdeel de baten te laten groeien die nodig zijn om inderdaad de markt ervan te overtuigen dat ABN AMRO niet alleen een winstmachine is en een dividendmachine, maar ook nog eens een groeimachine. Spreker 8: Ik wil u, het personeel en de commissarissen bedanken voor het gevoerde beleid en voor het resultaat. Ik wil nog wat toevoegen aan dat dividendbeleid. Spreker 7 was niet zo enthousiast, dat u weer keuze geeft, ik wel! Het bod Antonveneta. Waarom had u een emissie nodig? U heeft toch Leaseplan en Bank of Asia verkocht, of waren de opbrengsten daar niet genoeg, zodat u nog een emissie nodig had? Stel dat het bod niet door zou gaan, welke richting kijkt u dan uit? Drs T. de Swaan: Allereerst dank voor uw complimenten. Uw vraag over de verkoop van Leaseplan en de Bank of Asia. U constateert terecht, dat wij voor beide bedrijven een mooie opbrengst gekregen hebben in de loop van het vorig jaar, maar u kunt zich ook waarschijnlijk herinneren dat wij bij de publicatie van onze jaarcijfers tevens hebben aangekondigd dat wij een aantal herstructureringvoorzieningen en met name in Group Shared Services hebben getroffen, die tot doel hebben daar verdere efficiency verbeteringen in het bedrijf te creëren en die moeten leiden tot een laag kostenniveau van zeshonderd miljoen euro (€ 600.000.000) in tweeduizend zeven. Een goede investering in onze ogen en daarnaast speelt ook de verdere herstructurering van de Wholesalebank en last but not least hebben wij in de onderhandelingen over de winstdelingsregeling in Nederland een voorziening genomen om die winstdelingsregeling zodanig te veranderen dat het uiteindelijk een forse kostenbesparingvoor de ABN AMRO oplevert. Dat betekent dat de netto opbrengst van al deze activiteiten niet voldoende was om het bod op Antonveneta te financieren. Spreker 9: Het resultaat van ABN AMRO mag dan achter de tafel gezien worden als een prachtig resultaat, ik denk dat er toch wel enige zaken zijn die mis zijn gegaan. Er wordt heel veel gesproken over Antonveneta. ABN AMRO heeft in de eerste plaats door zijn
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
32
participatie, door in de board van Antonveneta te zitten, in de afgelopen tijd waarde gecreëerd waardoor de waarde van het aandeel Antonvenenta gestegen is. Vervolgens heeft men een enorm cultuurverschil tussen Nederland en Italië onderschat. Op zich is de overname een goede zaak, aan de andere kant denk ik dat het gaat mislukken. Meneer Fazio van de Italiaanse Centrale Bank is u toch te slim af, alles is eigenlijk geblokkeerd. Weliswaar is Banca Populare di Lodi onvoldoende gekapitaliseerd om alles te kunnen waarmaken. Ik denk dat u schaakmat bent gezet door alle betrokken partijen. Dan het jaarverslag: op pagina 122 staat dat er een fors negatieve kasstroom is uit operationele bankactiviteiten, de winst neemt met zeventien procent (17 %) toe maar de kasstroom is negatief. Het lijkt mij een beetje wankele basis en het is bovendien voor de tweede keer in een half jaar tijd dat zich dat voordoet. Dan pagina 151: u hebt in het verleden een behoorlijke personeelsreductie van zes en een half duizend mensen doorgevoerd, maar als ik het jaarverslag bekijk zie ik daar niks meer van terug. De kosten van het personeel zijn met tien procent (10 %) toegenomen. Pagina 135: post voorzieningen personeelskosten, plus twintig procent (20 %). Pagina 10: bedrijfsresultaat min drie procent (3 %), dat versus pagina 121, dat begrijp ik niet. Als ik op pagina 10 kijk, zie ik winst zevenendertig honderd zeven plus zeventiende komma drie procent en dan kijk ik op pagina 121 en dan staat er opeens dat de winst éénenveertig honderd negen is. Dat zou resulteren in respectievelijk een euro vierennegentig (€ 1,94) per aandeel en twee euro vijfenveertig (€ 2,45), vanwaar deze discrepantie? Voorzitter: Mag ik u er even op wijzen dat u nu allemaal vragen aan het stellen bent over de jaarstukken. Daar komen wij straks aan toe. Spreker 10: Ik ben hier aanwezig namens de pensioenfondsen ABP, PGGM, Pensioenfonds Grafische Bedrijven, Spoorwegpensioenfonds, Pensioenfonds Openbaar Vervoer en nog enkele kleine andere pensioenfondsen. Wij kunnen ook niet om Antonveneta heen. U heeft reeds een aanmerkelijk percentage in handen, maar als het bod zou slagen, zal het restant nog enkele miljarden kosten. Ik meen dat u in de presentatie aandacht heeft besteed aan hoe u die rest eventueel zou gaan financieren, helemaal duidelijk is mij dat niet geworden, wellicht dat u dat nog even zou kunnen toelichten voor het geval de rest zou worden aangeboden. Wat gebeurt er als slechts een deel van de aandelen wordt aangeboden? U heeft gezegd in het biedingsbericht dat u het bod ook gestand zult doen als vijftig procent (50 %) plus één aandeel wordt aangeboden, maar de vraag is heeft u dan ook overwegende zeggenschap en kunt u dan die synergie realiseren, die u voor ogen staat. Hoe gaat u het aangetrokken nieuwe eigen vermogen rendabel maken, als de aandeelhouders van Antonveneta hun stukken niet aanbieden. Eerder zei u dat aangetrokken middelen dan weer worden uitgekeerd aan aandeelhouders, maar is dat niet een buitengewoon kostbare operatie?
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
33
Mr R.W.J. Groenink: Het restant kan nog miljarden kosten. Wij hebben nu op dit moment iets meer dan twee en een half miljard (€ 2.500.000.000) uit de markt gehaald met de aandelen emissie, vervolgens is beschikbaar het dividend dat door de aandeelhouders niet in contanten wordt opgenomen, het slotdividend tweeduizend vier en successievelijk kunnen wij ook nog gebruiken het interim dividend tweeduizend vijf en misschien zelfs het slotdividend tweeduizend vijf. Alle drie ongeveer geschat op een half miljard (€ 500.000.000), zijnde de historische opname van het stockdividend. Met andere woorden, maximaal vier miljard (€ 4.000.000.000) in eigen vermogen en dan nog eens een keer iets meer dan twee miljard (€ 2.000.000.000) exclusief de achttien procent (18 %) die wij al hebben, moet nog worden gefinancierd. Onze bedoeling om uit te gaan van onze geconsolideerde tier one en core tier one ratio, die is voor ons bepalend voor de financiering van Antonveneta. Wij kijken zeer kritisch naar die ontwikkeling van die tier one ratio en de core tier one ratio, gedurende dit half jaar en de rest van het jaar en naar de winstontwikkeling van de bank en ook door de naar risico gewogen activa, en die componenten bij elkaar bepalen de hoogte van de geschatte tier one en de core tier one en hoeveel wij dan van het restant van de financiering kunnen doen met hybride instrumenten. Voor ons als uitgangspunt geldt, dat wij aan het eind van tweeduizend zes een core tier one ratio willen hebben van tenminste zes procent (6 %) en dat betekent met de verhouding van maximaal vijfentwintig procent (25 %) aan hybride instrumenten, dat wij daarmee ook weer boven de acht zitten wat betreft de tier one ratio. Dit verhaal gaat ook op pro rata parte, als wij minder in handen krijgen, dan zullen wij op die manier ook te werk gaan en het is zelfs waarschijnlijk dat als wij bij eenenvijftig procent (51 %) zouden blijven steken van Antonveneta, dat een deel van het vermogen wat wij nu opgehaald hebben, teruggegeven wordt omdat in een bepaalde andere verhouding dan die twee en en half miljard (€ 2.500.000.000) kan worden gefinancierd. Wat wij teveel zouden hebben opgehaald aan eigen vermogen zullen wij weer teruggeven. Wat betreft dividendneutralisatie is dat eenvoudig nog dit jaar, voor wat betreft teruggave van het opgehaalde vermogen uit de acquisitie is dat op dit moment nog problematisch, gegeven de fiscale wetgeving in Nederland, maar daar wordt aan gewerkt om dat zo kosten-gunstig mogelijk te laten plaats vinden. De synergieën zoals wij die beschreven hebben, de honderd zestig miljoen (€ 160.000.000) kosten synergieën van Antonveneta, zijn te behalen zonder dat wij honderd procent (100 %) aandeelhouder zijn. Er is geen honderd procent (100 %) aandeelhouderschap voor nodig omdat de kostensynergieën, die wij aan Antonveneta aanbieden, zo dwingend zijn dat die ook voor minderheids aandeelhouders zeer gunstig zijn. Spreker 11: Met betrekking tot Antonveneta heb ik nog een korte zakelijke vraag. Bestaan er bij het nemen van besluiten op de vergadering, de aandeelhoudersvergadering van Antonveneta van aanstaande zaterdag, voorschriften voor wat betreft het quorum.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
34
Mr R.W.J. Groenink: Vijftig procent (50 %) van het geplaatste kapitaal moet aanwezig zijn. Anders vindt er daarna, twee weken later een vergadering plaats waar dat quorum niet geldt. Spreker 11: Als u nu afwezig zou blijven, weet u dan of er vijftig procent (50 %) wel of niet zou zijn. Mr R.W.J. Groenink: Dat vind ik heel gevaarlijk om daarover te speculeren, want wij kunnen niet in het aandelenregister van Antonveneta kijken. Wij hebben besloten, dat wij dat risico niet nemen en dat wij zorgen dat wij aanwezig zijn om te kunnen stemmen. Vandaar dat de vergadering van aanstaande zaterdag rechtsgeldig zal kunnen plaatsvinden, omdat er meer dan vijftig procent (50 %) van het geplaatste kapitaal aanwezig zal zijn. Spreker 12: U begeeft zich zo’n beetje op de woelige baren, bijna letterlijk en figuurlijk, want u verkondigt in het jaarverslag in maart vorig jaar dat ABN AMRO deel gaat nemen aan de Volvo Ocean Race. Ik heb begrepen dat dat zeiljacht twaalfhonderd vijftig euro (€ 1250,-) per zeemijl gaat kosten. Is het zeiljacht geboekt onder de verantwoording van de bedrijfsmiddelen of is het alleen maar sponsoring? Daarnaast sponsort u ook nog het ABN AMRO ATP tennistoernooi in Rotterdam, dan natuurlijk ook met miljoenen de Amsterdamse voetbalclub, dan komen de aandeelhouders er maar bekaaid af met vijftig eurocent (€ 0,50). Mr R.W.J. Groenink: De boten, het zijn er twee, zijn geen bedrijfsmiddelen. Dat boeken wij onder kosten. De boten worden in één keer afgeschreven. Wij geven inderdaad per jaar een fors bedrag uit aan sponsoring, sinds jaar en dag natuurlijk aan Ajax en aan het tennistoernooi. Dat zijn sponsoractiviteiten die waanzinnig goede resultaten voor de bank opleveren in termen van naamsbekendheid en echt niet alleen in Nederland maar over de hele wereld wordt het tennistoernooi uitgezonden. Ajax wedstrijden zijn overal op de hele wereld te volgen en ook in voor ons belangrijke landen als India, Taiwan, China en Brazilië, dat levert ons alle naamsbekendheid op. Ook doen wij uitgebreid aan klantenentertainment rondom Ajax, rondom het tennistoernooi. U weet dat van de honderdduizend mensen die naar het tennistoernooi komen, er meer dan vijfentwintigduizend ABN klanten zijn. Nu doen wij eenmalig mee aan de Volvo Ocean Race. Die brengt een aantal zeer interessante elementen met zich mee. De boten zeilen negen maanden, en gedurende die tijd heb je een grote mediabelangstelling. Daarnaast is er een ongelofelijke belangstelling bij het type klanten dat wij nastreven, dat middensegment, voor dit soort activiteiten. Er kijken miljoenen mensen per dag gedurende de race, die gaan naar de sites toe óf van de boten zelf óf van de organisatie. Kortom het levert ons een ongelofelijke hoeveelheid zendtijd op, aandacht, merkbekendheid en het past ons met name nu in dit jaar zeer goed, nu wij de hele bank gebrand hebben rondom ABN AMRO en het schild en wij ook de nieuwe leus hebben geïntroduceerd: making more possible.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
35
Vandaar dat dit voor ons voor dit jaar en vorig jaar een zeer verdiende en verantwoorde keuze is geweest. Marketingkosten zijn een esssentieel onderdeel van elk bedrijf wat grote hoeveelheden klanten moet bereiken in de wereld en is een zeer verantwoord onderdeel van de bedrijfskosten. Spreker 13: Met dank aan de tienduizenden medewerkers voor het maken van zoveel tevreden klanten en de winst. Het bod op Antonveneta is in ieder geval een succes, want er wordt mee voorkomen dat een ander voor een koopje er mee vandoor gaat wat ABN AMRO opgebouwd heeft. Dan is er het belang van het voordeel van de schaalvergroting, want met schaalvergroting kan je beter nieuwe markten, veelbelovende markten op zoals India en China. Oekraïne is interessant want het biedt toegang tot de nog grotere Russische markt. De inkomstenbelasting is slechts elf procent (11 %) en het is ook een zeer prettig land. Mr R.W.J. Groenink: De acquisitie van Antonveneta is onderdeel van ons streven om tot schaalvergroting te komen, meer klanten te kunnen bedienen. Hoe meer klanten wij kunnen bedienen op dezelfde fysieke en IT infrastructuur, des te lager de kosten per product en per klant worden. Dat is een belangrijk gegeven. Juist nu wij bezig zijn om de achterkant van de bank zoveel mogelijk gelijk te maken en een basis te creëren waarop wij in feite al onze activiteiten kunnen draaien, wereldwijd, is het heel interessant om je klantenbasis te vergroten, dat is de onderliggende filosofie en dan telt een acquisitie als Antonveneta daarin heel goed. Natuurlijk kijken wij niet alleen naar Italië, maar wij kijken ook naar alle andere landen, die in potentie de mogelijkheid bieden voor een substantiële uitbreiding van de bank met grote klantengroepen verdedigbaar op marktaandelen. Dat is een proces wat continu doorloopt, dat heeft te maken met politieke stabiliteit, dat heeft te maken met groeikansen, dat heeft te maken met toegankelijkheid, de ontwikkeling van de economie, de ontwikkeling van de juridische infrastructuur, kortom alles en in dat kader wegen wij Oekraïne heus mee, maar ik denk niet dat het op dit moment erg hoog op de prioriteiten lijst staat. Spreker 14: Ik lees: making more possible. De slogan geeft aan dat u heel duidelijk flirt met de Angelsaksische taal en ook met de Angelsaksische manier van ondernemen. In het Angelsaksische model staat vooral het korte termijn denken centraal en de kosten. Zijn bij u kosten belangrijker zijn dan klantvriendelijkheid? Kunt u concreet duidelijk maken dat de bank serieus werk maakt van die klantvriendelijkheid? Klantvriendelijkheid is sterk verbonden aan bereikbaarheid. Nog steeds is de bank vrijwel uitsluitend bereikbaar via een 0900 nummer, een kleine miljoen aansluitingen kunnen die 0900 nummers niet bellen. Wilt u serieus onderzoeken of u die 0900 nummers niet kunt vervangen door een makkelijker en beter bereikbaar 0800 nummer. Mr R.W.J. Groenink: Klanttevredenheid is bij ons een kernmeting die wij verrichten van tijd tot tijd per jaar, niet een keer per jaar, maar meerdere keren per jaar, in al onze
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
36
belangrijke klantgebieden, dat is Nederland, Brazilië, de Verenigde Staten, bij Wholesale. Wij meten hoe wij er voor staan. Wij hebben programma’s, gericht op verbetering van de klanttevredenheid en die zijn ook effectief, want als je kijkt naar de mate van klanttevredenheid in Brazilië, in de Verenigde Staten, is die enorm hoog en dat is niet omdat wij dat hoog vinden, maar omdat wij dat vergelijken met onze concurrenten in die lokale markten. Daar doen wij het heel goed in. In Nederland hadden wij een probleem, daar hebben wij het ook over gehad in het verleden maar in de afgelopen jaren is de klanttevredenheid wel enorm toegenomen. Alle management lagen hebben klanttevredenheid in hun doelstellingen staan en werken er hard aan op hun eigen werkterrein om dat te verbeteren. Voorzitter: Ik geloof dat hiermee alle vragen zijn beantwoord en ik stel u voor om het verslag van de Raad van Bestuur voor kennisgeving aan te nemen en dit agendapunt te sluiten. 2. A. Vaststellen van de jaarrekening 2004 In verband met toepassing van bepalingen uit de Nederlandse corporate governance code is agendapunt 2 dit jaar opgesplitst in vier afzonderlijke punten, die ieder afzonderlijk behandeld zullen worden. ABN AMRO past de best practice bepaling V 2.1 uit de Nederlandse corporate governance code toe. De externe accountant, Ernst en Young, vertegenwoordigd door de heren Hulst en Boogaart, woont de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bij. Eventuele vragen inzake de wijze waarop wordt gecontroleerd, de betekenis van de verklaring en de controle van de gekozen waarderingsmethodieken kunnen door de externe accountant worden beantwoord, maar de vragen aan de externe accountant dienen via mij te lopen. In de bestaande statuten van ABN AMRO wordt bepaald dat het dividend wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen. De aandeelhoudersvergadering heeft het recht tot vaststelling van de jaarrekening. Met het vaststellen van de jaarrekening door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders is feitelijk het voorgestelde dividend vastgesteld. Dit betekent dan ook dat er na het vaststellen van de jaarrekening door de aandeelhoudersvergadering niet nog eens afzonderlijk over het dividendvoorstel door de aandeelhoudersvergadering gestemd kan worden. Echter, in overeenstemming met de best practice bepalingen en de corporate governance code wordt het dividendbeleid en het voorgestelde dividend afzonderlijk behandeld onder punt 2 B. Omdat het dividendbeleid en de jaarrekening nauw met elkaar samenhangen en om de discussie over het dividend en het dividendbeleid meer inhoud te kunnen geven, zullen wij eerst punt 2 A behandelen, zonder dat wij hier direct over gaan stemmen. Vervolgens wordt punt 2 B behandeld, waarna aansluitend gestemd zal worden over punt 2 A (over 2 B hoeft niet gestemd te worden), het vaststellen van de jaarrekening. In de voorgestelde statutenwijziging is
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
37
opgenomen dat het dividend in de toekomst door de aandeelhoudersvergadering wordt vastgesteld. Daarom stel ik thans agendapunt 2 A, vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar tweeduizend vier aan de orde. Spreker 9: Ik heb eerder een aantal vragen gesteld, waar ik graag antwoord op krijg. Drs T. de Swaan: Uw eerste vraag betrof de kasstroom op pagina 122. U zei dat het al enige tijd was dat wij een negatieve kasstroom hadden. Als ik de cijfers goed bekijk, hadden wij in tweeduizend drie een positieve kasstroom van een komma zeven miljard, (€ 1.700.000.000). Ik denk dat, en ik geloof dat ik het antwoord ook al voorgaande jaren heb gegeven, de kasstroom bij een bank een wat minder belangrijke, pregnante rol speelt dan bij een gewoon bedrijf omdat je in staat bent, en dat ziet u ook als u kijkt naar de bedragen in de diverse onderdelen, kasstromen uit operationele activiteiten en kasstromen uit investeringsactiviteiten en een kasstroom uit financieringsactiviteiten, simpel kan sturen, bijvoorbeeld door het opnemen van deposito’s bij banken of het plaatsen van deposito’s bij banken. De mogelijkheid om je kasstroom te muteren bij een bank is wat anders dan bij een normaal bedrijf, vandaar ook dat u die vrij sterke fluctuaties ziet, een negatieve kasstroom van vier komma vier miljoen (€ 4.400.000) over tweeduizend twee, een positieve van een komma zeven (€ 1.700.000) over tweeduizend drie en een negatief van een miljoen (€ 1.000.000) over tweeduizend vier. Uw vraag over de personeelskosten op pagina 151. Het aantal personeelsleden is weliswaar in Nederland in de afgelopen jaren redelijk snel teruggelopen, maar door de aankoop van de Braziliaanse Bank Sudameris in tweeduizend drie is het aantal personeelsleden vergeleken met tweeduizend drie iets omhoog gegaan. Het is niet juist om de ontwikkeling in Nederland af te spiegelen op het gehele bedrijf, want in de rest van de wereld worden natuurlijk medewerkers aangenomen en zijn banken overgenomen, die geleid hebben tot het toenemen van het aantal medewerkers en dientengevolge het toenemen van het salaris. Bovendien hebben wij natuurlijk collectieve arbeidsovereenkomsten in Nederland, en ook in andere landen en die leiden tot een stijging van de personeelskosten. Het verschil tussen die vijf komma vier miljard (€ 5.400.000.000) en de vier miljard (€ 4.000.000.000) die gemeld staat bij de geconsolideerde verlies- en winstrekening op pagina 121 zou niet overeenkomen met het bedrag genoemd op pagina 10. Op pagina 10 wordt gesproken over het bedrijfsresultaat voor belastingen terwijl de vier komma een miljard (€ 4.100.000.000) die u daaronder ziet, de nettowinst is na belastingen. Voorzitter: Ik kom nu toe aan agendapunt 2B. 2.
B. Toelichting op het dividend en reserveringsbeleid en vaststellen voorgesteld dividend 2004 Dit agendapunt bestaat feitelijk uit twee onderdelen namelijk een toelichting op het dividend- en reserveringsbeleid en het vaststellen van het voorgestelde dividend
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
38
tweeduizend vier. Wij zullen eerst een toelichting op het dividend- en reserveringsbeleid geven. Mr R.W.J. Groenink: Sinds jaar en dag hanteert de bank het beleid om tussen de vijfenveertig (45%) en vijftig procent (50%) van de nettowinst ter beschikking te stellen van de aandeelhouders. Als je kijkt over de afgelopen tien jaar, dan bewegen wij ons ook grosso modo in die band, behalve in de jaren tweeduizend één en tweeduizend twee, waarin wij bij een tijdelijke daling van onze nettowinst geen aanleiding vonden om het uitkeringspercentage terug te brengen. Wij hebben dit toen boven de vijfenvijftig procent (55%) laten stijgen, tijdelijk. Maar de lange lijn is tussen de vijfenveertig (45%) en de vijftig procent (50%). Vervolgens kennen wij al sinds jaar en dag, op grond van kennelijke behoefte van onze aandeelhouders, en dat zijn echt niet alleen onze particuliere aandeelhouders in Nederland, maar dat zijn ook een substantieel aantal institutionele aandeelhouders in België en Scandinavië met name, maar in Engeland en de Verenigde Staten, een stockdividend. Door het dividend ter beschikking te stellen in stock hebben wij de mogelijkheid open gehouden om het vermogen te laten stijgen door uitgifte van nieuwe aandelen wat wel leidt tot verwatering. Dit is een van de middelen geweest die de heer De Swaan ook heeft aangegeven om het vermogen in de afgelopen vier jaar te versterken en weer op een peil te brengen, wat nodig was om te blijven voldoen aan de Rating Agency’s eisen ten aanzien van een dubbele A standaard. Nu zijn wij op een punt aangeland dat het vermogen op peil is en dat wij ook in de benchmark van ons vergelijkbare banken op een niveau zitten wat als voldoende aangemerkt gaat worden en is er uit dien hoofde geen noodzaak meer om het dividend ter beschikking te stellen in de vorm van een stock. Desondanks willen wij toch graag de mogelijkheid voor onze aandeelhouders blijven open houden, maar hebben wij besloten om het te neutraliseren en dat betekent dat in de toekomst in principe honderd procent (100 %) van het dividend in contanten het bedrijf verlaat en dat wij uitsluitend het ingehouden gedeelte van de winst over houden. Daarmee wordt natuurlijk het uitkeringspercentage belangrijk, want als je hoe dan ook het grootste gedeelte van je dividend in je huis houdt middels stock, dan is het uitkeringspercentage niet zo relevant. Nu wij besloten hebben om dat niet meer te doen, is het uitkeringspercentage relevant. Daarom hebben wij nogmaals, ook in het licht van de nieuwe accountingregels IFRS, het uitkeringspercentage tegen het licht gehouden en hebben wij onze groeiperspectieven geëvalueerd en zijn wij tot de conclusie gekomen dat met een inhouding van vijftig procent (50 %) het bedrijf in voldoende mate kan worden gefinancierd en dat wij voor zover nodig kunnen wij een beroep doen op de aandelenmarkt om eventuele vergroting van het kapitaal te financieren. De invloed van IFRS schatten wij mogelijkerwijze op de resultaten als licht volatiel, dat is op dit moment nog niet helemaal te voorspellen, maar wij zullen zoals ik al zei, dat negeren indien wij van mening zijn dat die volatiliteit niet structureel is, maar incidenteel voor een jaar en houden wij vast aan
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
39
ongeveer vijfenveertig, vijftig procent (45 / 50 %) als uitkeringspercentage. In de derde plaats streven wij naar een geleidelijk stijgend dividend op basis van natuurlijk onze projecties en verwachtingen ten aanzien van de stijging van de nettowinst en in dat kader past ook het voorstel om het dividend met vijf cent (€ 0,05) te verhogen. Voorzitter: Zijn er nog vragen naar aanleiding van het dividend- en reserveringsbeleid. Dat is niet het geval. Dan gaan wij nu naar het voorgestelde dividend tweeduizend vier. Als slotdividend zal vijftig eurocent (€ 0,50) per gewoon aandeel worden uitgekeerd. Het slotdividend kan naar keuze van de aandeelhouder in gewone aandelen ten laste van de agioreserve worden uitgekeerd, dan wel in contanten worden ontvangen. De betaalbaarstelling van het slotdividend wordt door middel van een persbericht op twee mei aanstaande na beurs bekendgemaakt en zal tevens door middel van een advertentie in de Officiële Prijscourant, De Telegraaf, Het Financiële Dagblad en NRC Handelsblad worden gepubliceerd. Aandeelhouders wordt van maandag twee mei tweeduizend vijf tot de sluiting van de Effectenbeurs van Euronext Amsterdam N.V. op dinsdag achttien mei tweeduizend vijf de gelegenheid geboden hun keuze kenbaar te maken. Na achttien mei tweeduizend vijf zullen de gewone aandelen, die valideren tegen de niet aangeboden dividendrechten worden verkocht en zal de netto-opbrengst worden gereserveerd voor de houders van de nog op te komen dividendrechten. Op negentien mei tweeduizend vijf na sluiting van de Effectenbeurs van Euronext Amsterdam N.V. zal worden vastgesteld hoeveel dividendrechten recht geven op een nieuw gewoon aandeel van zesenvijftig eurocent (€ 0,56) nominaal. Dit zal worden berekend op basis van de naar volume gewogen gemiddelde koers van alle op de Eurolist by Euronext Amsterdam N.V. verhandelde gewone aandelen ABN AMRO Holding N.V. per zeventien, achttien en negentien mei tweeduizend vijf. De waarde van het stockdividend zal nagenoeg gelijk zijn aan de waarde van het contante dividend. De nieuwe gewone aandelen zijn gerechtigd tot het dividend over het boekjaar tweeduizend vijf en volgende jaren. Het slotdividend wordt met ingang van vierentwintig mei betaalbaar gesteld bij alle kantoren van de bank en bij diverse buitenlandse betaalkantoren. Zijn er naar aanleiding van dit agendapunt nog vragen? Dat is niet het geval. Dan stel ik u voor dit agendapunt te sluiten en dan gaan wij nu stemmen over punt 2 A, het vaststellen van de jaarrekening tweeduizend vier. Zoals gezegd houdt stemmen over dit punt in, dat, indien u stemt voor vaststelling van de jaarrekening, het dividend over tweeduizend vier tegelijk is vastgesteld. Bij vaststelling van de jaarrekening en de daarin opgenomen winstverdeling over tweeduizend vier zal een dividend van een euro (€ 1,00) per gewoon aandeel van zesenvijftig eurocent (€ 0,56) nominaal worden uitgekeerd. Een deel hiervan is reeds in september tweeduizend vier betaalbaar gesteld als interim-dividend van vijftig eurocent (€ 0,50), naar keuze geheel in contanten dan wel een uitkering in gewone aandelen ten laste van de agioreserve, zodanig
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
40
dat op vierendertig gewone aandelen een nieuw gewoon aandeel kon worden verkregen. Ik stel voor nu te stemmen over de vaststelling van de jaarrekening. Ik kan u mededelen dat de uitslag - met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: De jaarreking is vastgesteld met voor: 376.666.092 (driehonderd zesenzeventig miljoen zeshonderd zesenzestigduizend tweeënnegentig), tegen: 54.137 (vierenvijftigduizend honderd zevenendertig), onthoudingen: 29.994.860 (negenentwintig miljoen negenhonderd vierennegentigduizend achthonderd zestig). 2.
C. Decharge van de leden van de Raad van Bestuur voor hun taakuitoefening in het afgelopen boekjaar zoals blijkt uit het jaarverslag 2004 en de tijdens deze vergadering verstrekte informatie. Ik stel voor decharge te verlenen aan de leden van de Raad van Bestuur wegens de door hun verrichte taakuitoefening in tweeduizend vier. Zijn er naar aanleiding van dit voorstel nog vragen? Dat is niet het geval. Dan stel ik voor om nu over dit punt te gaan stemmen. Ik kan u mededelen dat de uitslag - met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: Decharge is verleend aan de leden van de Raad van Bestuur voor hun taak uitoefening is het afgelopen boekjaar, blijkende uit de jaarrekening 2004 en de tijdens de vergadering verstrekte informatie met voor: 390.190.353 (driehonderd negentig miljoen honderd negentigduizend driehonderd drieënvijftig), tegen: 674.659 (zeshonderd vierenzeventigduizend zeshonderd negenenvijftig), onthoudingen: 15.845.183 (vijftien miljoen achthonderd vijfenveertigduizend honderd drieëntachtig). 2.
D. Decharge van de leden van de Raad van Commissarissen voor hun taakuitoefening in het afgelopen boekjaar zoals blijkt uit het jaarverslag 2004 en de tijdens deze vergadering verstrekte informatie Ik stel voor decharge te verlenen aan de leden van de Raad van Commissarissen wegens de door hen verrichte taakuitoefening in tweeduizend vier. Zijn er naar aanleiding van dit voorstel vragen? Dat is niet het geval. Dan is de stemming nu geopend. Ik kan u mededelen dat de uitslag - met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: Decharge is verleend aan de Raad van Commissarissen voor hun taakuitoefening in het afgelopen boekjaar, blijkende uit de jaarrekening 2004 en de tijdens de vergadering verstrekte informatie met voor: 390.049.417 (driehonderd negentig miljoen negenenveertigduizend vierhonderd zeventien), tegen: 733.444 (zevenhonderd drieëndertigduizend vierhonderd vierenveertig), onthoudingen: 15.932.535 (vijftien miljoen negenhonderd tweeëndertigduizend vijfhonderd vijfendertig).
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
41
3. Vaststellen beloningsbeleid Raad van Bestuur Zoals in de toelichting bij dit agendapunt ook is aangegeven, wordt voorgesteld om vanaf tweeduizend vijf het beloningspakket van de Raad van Bestuur qua samenstelling te wijzigen. De totale verwachte waarde van het pakket zal daarbij gelijk blijven aan het huidige niveau. Ik zal het voorstel en de overwegingen daarbij hierna kort toelichten. Het arbeidsvoorwaardenpakket voor de Raad van Bestuur is sinds tweeduizend één vrijwel ongewijzigd gebleven. In tweeduizend vier is het pakket geëvalueerd en is er nog eens goed naar de structuur en met name de effectiviteit van de aandelen gerelateerde regelingen en het evenwicht in het pakket gekeken. Wij kwamen daarbij tot de conclusie dat het accent wellicht te veel lag op lange termijn beloningsinstrumenten en met name te veel gericht was op prestatiecriteria die niet direct door de Raad van Bestuur beïnvloedbaar zijn. Wij besloten daarom tot enkele aanpassingen in de samenstelling van het pakket te komen, met iets minder nadruk op de lange termijn beloning ten gunste van het bonuselement. Het beloningspakket zal voortaan uit drie gelijkwaardige onderdelen bestaan, te weten: basis salaris, bonus en de lange termijn beloningsinstrumenten die uit twee onderdelen bestaan. De componenten vertegenwoordigen alle drie een gelijke waarde of verwachtingswaarde. Het is wellicht goed om u te vermelden dat de nu voorliggende inhoud van het pakket eind vorig jaar eerst met een aantal groot-aandeelhouders is besproken om zodoende hun mening te peilen en hun reacties waren positief. Ik zal de drie componenten nu één voor één kort toelichten. Het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur wordt getoetst en vastgesteld aan de hand van een peergroup van Europese ondernemingen. In de samenstelling van de peer group wordt ABN AMRO geadviseerd door Towers Perrin. Maar laat ik er hier geen enkel misverstand over laten bestaan, zij adviseren ons, zij beschikken over informatie die wij niet direct beschikbaar hebben, maar wij Raad van Commissarissen van deze onderneming beslissen. De peergroup waartegen de salarissen van de Raad van Bestuur worden getoetst bestaat voornamelijk uit Europese financiële instellingen en in mindere mate uit Amerikaanse financiële instellingen. De gehanteerde peergroup is ten opzichte van vorig jaar onveranderd gebleven. In vergelijking met de peergroup bevinden de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur zich op een gemiddeld niveau. De jaarlijkse bonus die behaald kan worden als de kwantitatieve prestatiedoelstellingen volledig worden gehaald, lag in het afgelopen jaar tussen zestig (60 %) en vijfenzeventig procent (75 %) van het jaarsalaris. Wij zijn voornemens dit te verhogen naar honderd procent (100 %) van het jaarsalaris met dien verstande dat het maximum van de bonus gehandhaafd blijft op honderd vijfentwintig procent (125 %), alleen bij zeer uitzonderlijke prestaties. Ook de discretionaire bevoegdheid van het Nomination and Compensation Committee om de bonusuitkering met maximaal twintig procent (20 %) van het jaarsalaris te verhogen of aan
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
42
te passen blijft bestaan. Zo’n aanpassing wordt ingegeven door de beoordeling van de individuele prestaties van een lid van de Raad van Bestuur ten opzichte van de gestelde kwalitatieve performance criteria. Dan tot slot het derde gedeelte van de beloning, de lange termijn beloning. Er wordt naar gestreefd de verwachtingswaarde op ongeveer honderd procent (100 %) van het salaris uit te laten komen. In het voorstel bestaat de lange termijn beloning uit twee elementen, ten eerste de uitgestelde bonusregeling en ten tweede het performance share plan. Vorig jaar bent u akkoord gegaan met de invoering van een uitgestelde bonusregeling, die dit jaar voor het eerst is toegepast. Op basis van deze regeling kan vijfentwintig procent (25 %) van het jaarsalaris worden omgezet in aandelen ABN AMRO. Deze aandelen blijven gedurende drie jaar geblokkeerd en na drie jaar wordt voor elk aandeel voor rekening van de bank een extra aandeel toegekend. Dat heeft u vorig jaar goedgekeurd. Daarnaast zijn wij voornemens een performance share plan te gebruiken als lange termijn beloningsinstrument en dit betekent dat de opties vanaf tweeduizendvijf geen onderdeel meer uitmaken van het beloningspakket van de Raad van Bestuur. Dit beleid past bij de ontwikkelingen bij andere grote bedrijven in Nederland en in Europa, waar opties steeds minder worden toegepast en aandelen in toenemende mate onderdeel worden van de lange termijn beloning. Voor het performance share plan zijn wij van plan het aantal voorwaardelijke aandelen in twee gelijke delen toe te kennen. De ene helft blijft, net als nu, gerelateerd aan de relatieve performance qua totaal rendement voor aandeelhouders, de total shareholders return. Er komt geen verandering in de samenstelling van de peergroup van twintig financiële instellingen en ook de voorwaarden voor toekenning blijven hetzelfde. Voor de andere helft zal het performance share plan worden gekoppeld aan het gemiddeld rendement op eigen vermogen dat de bank over de meetperiode realiseert. Deze meetperiode blijft gehandhaafd op vier jaar en het doel rendement op eigen vermogen is gesteld op twintig procent (20 %). Door de koppeling van een deel van het performance share plan aan het gemiddelde rendement op eigen vermogen wordt meteen een relatie gelegd met de nieuwe lange termijn doelstelling van de bank. Dit zijn in het kort de voorgestelde wijzigingen. Spreker 15: Is het juist dat de verhoging, die u nu voorstelt, een stijging van vierenveertig procent (44 %) ten opzichte van de vorige verhoging inhoudt? Voorzitter: Ik begrijp niet hoe u daaraan kan zijn gekomen. Ik heb heel duidelijk gezegd: wij hebben het totale pakket iets veranderd, iets meer bonus, iets minder lange termijn beloning, maar het totale pakket komt in waarde overeen met het pakket dat wij ook in tweeduizend vier al hadden. Daar vindt op zichzelf geen verhoging plaats. Spreker 15: Heeft de Raad van Bestuur het beleid om het salaris van de mensen op de werkvloer gelijk te laten stijgen als hun eigen beloning? Voorzitter: Ik denk niet dat het mogelijk is dat je op lange termijn altijd precies op gelijke basis door de hele bank de salarissen verhoogt. Er moet een duidelijke relatie bestaan
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
43
tussen het niveau van de salarissen van de Raad van Bestuur of het beloningspakket van de Raad van Bestuur, en van de directeur-generaal daaronder en van alle rangen die daar weer onder komen. Dat moet wel een samenhang vertonen. In de afgelopen jaren zijn die verschillen in beloning eigenlijk kleiner zijn geworden. Spreker 10: Het kenmerk van een beleid is onzes inziens dat er een zekere consistentie in valt waar te nemen. Als het gaat om het beloningsbeleid van ABN AMRO praten wij nu over de derde variant in een termijn van vier jaar, dat tast de geloofwaardigheid van hun beleid aan. Ik heb enkele vragen bij de korte termijn bonus en de aandelen gerelateerde beloning. Bij die korte termijn bonus zegt u dat de jaarlijkse bonus honderd procent (100 %) zal gaan bedragen van het basissalaris als de prestatiedoelstellingen worden behaald. Kunt u toelichten waarom u vindt dat die target bonus moet worden verhoogd van zestig (60) tot vijfenzeventig procent (75 %) naar honderd (100 %). De onderbouwing daarvan ontgaat ons nog. U hanteert daarbij als toekenningcriteria onder meer economische winst, verhouding kosten-baten en kernvermogen als prestatiedoelstellingen. Die woorden “onder meer” suggereren dat er ook nog andere maatstaven worden gehanteerd en is dat het geval? Hebben die maatstaven een gelijke weging in de eindbeoordeling? U geeft aan dat vanwege concurrentie overwegingen de prestatiemaatstaven niet openbaar worden gemaakt. Het moet toch bekend zijn hoe de bonusuitkering wordt vastgesteld en hoe gaat u op dit punt toch in ieder geval de door ons gewenste transparantie betrachten? Dan de aandelen gerelateerde beloning. De prestatie target voor aandelenopties, zoals die gold voor tweeduizend vier, was gelijk aan het rendement op het eigen vermogen van vijftien procent (15 %) onder IFRS. Wij krijgen langzaam zicht op de consequenties van IFRS en die impact kan anders zijn dan wij aanvankelijk verwacht hadden. Zo waren in tweeduizend vier die cijfers van IFRS nog niet bekend. Bent u het eens met de stelling dat het achteraf vreemd is geweest dat in tweeduizend vier is voorgesteld om die target van vijftien procent (15 %) voor te stellen. Wij wisten toch eigenlijk helemaal niet of die voldoende uitdagend zou zijn. De impact was niet duidelijk. Kunt u ten aanzien van het nieuwe voorstel nader ingaan op de zorgen die u heeft omtrent de effectiviteit van de optie regeling. U heeft om die reden ook besloten om opties als beloningsinstrument te schrappen, zou u dat willen toelichten. Wat is er gebeurd, wat zijn uw afwegingen geweest. Hoe valt ook die afschaffing te rijmen met de motivering van het beleid over de afgelopen jaren. U wilt een zwaarder gewicht toekennen aan de prestatiecriteria, waarop de leden van de Raad van Bestuur direct invloed kunnen uitoefenen: de helft van het performance share plan wordt afhankelijk van het gemiddelde rendement op eigen vermogen. Kunt u toelichten waarom u kiest voor een fifty-fifty benadering? U kiest nu voor een Return On Equity maatstaf van twintig procent (20 %), waarschijnlijk gebaseerd op de IFRS cijfers van het eerste kwartaal, is het wel betrouwbaar? Is het verstandig om op basis van één kwartaal, die Return On Equity target reeds vast te stellen, hoe weten wij of die voldoende
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
44
uitdagend zal zijn. In het verleden is daar ook twijfel over geweest. Vorig jaar zei u nog dat een target van vijftien procent (15 %) onder IFRS buitengewoon ambitieus zou zijn. Dat geeft eigenlijk al aan hoe tijdelijk die inzichten en criteria zijn en bovendien is Return On Equity bij u een belangrijke prestatie maatstaf. Wij denken dat het gebruik van ratio’s in beloningsystemen bijzonder gevaarlijk is en dat ze er niet alleen toe kunnen leiden dat de korte termijn resultaten worden nagestreefd ten koste van lange termijn investeringen, maar bovendien staan zij in een enigszins kwaad daglicht. Return On Equity bijvoorbeeld is een beïnvloedbaar cijfer, u kunt draaien aan de teller en aan de noemer. In dat licht is het bijvoorbeeld ook saillant dat u nog steeds de goodwill ten laste brengt van het eigen vermogen. Dat is een illustratie hoe verkeerd het is om een ratio toe te passen. Voorzitter: U begon te zeggen dat dit de derde verandering in het beloningsbeleid is en daardoor de geloofwaardigheid van het beleid wordt aangetast. De veranderingen die wij hebben doorgevoerd zijn nooit van een zodanige omvang geweest, dat je kan spreken over een totaal ander beleid. Ook deze nu voorgestelde verandering is eigenlijk meer een aanpassing van het beleid. Dat dat regelmatig gebeurt is best mogelijk. Er vinden nu eenmaal bepaalde ontwikkelingen plaats in de beloningsmarkt. Wij kijken daar nauw naar en als wij het goed vinden, volgen wij die, wij zijn flexibel genoeg om dat te doen. Maar het zijn geen majeure veranderingen waardoor de beloning opeens op een heel andere manier is samengesteld en op een andere manier de Raad van Bestuur zou proberen aan te moedigen om betere prestaties te leveren. De bedoeling van het beleid blijft in hoge mate hetzelfde met een aantal aanpassingen. Dan uw opmerking over de korte termijn bonus: waarom naar honderd procent (100 %) van het salaris bij het halen van prestatiecriteria, en dan moet je dat ergens anders in terugvinden. Wij hebben het totale pakket bekeken en dat laten wij in waarde min of meer gelijk, maar wij vonden de lange termijn beloning daarin te zwaar wegen. Dat hebben wij teruggebracht. Dat hebben wij teruggevonden in de bonus, waarbij je ook tegelijkertijd een evenwichtig pakket krijgt, namelijk een salaris, een vast gedeelte, een bonus, een beloning voor de prestaties op de korte termijn en een lange termijn gerichte beloning. Wij vinden een evenwicht tussen die drie goed. Het is absoluut geen vlucht omhoog. Prestatiemaatstaven niet openbaar maken. Er moet een evenwicht zijn tussen de last voor de onderneming en de beloning voor de ontvanger. Wij vertellen heel duidelijk wat de prestatiecriteria zijn, u noemde er een aantal op, en die criteria zijn heel duidelijk geformuleerd, die worden getoetst, die criteria hebben ook verschillende waarden, het ene criterium telt zwaarder bij de samenstelling van het kwantitatieve gedeelte van de bonus dan het andere en dat wordt heel nauwkeurig gedaan maar aan het einde van de rit heeft de Raad van Commissarissen de ruimte om bij te sturen en dat kan zowel naar boven als naar beneden. Verder had u een vraag over de opties. Als je de ontwikkelingen goed gevolgd hebt, heb je zien aankomen dat dat een beloningsinstrument is dat op de uittocht was. Maar het beloningselement voor de ontvanger werd steeds
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
45
minder: men waardeerde die opties niet meer als een beloningspakket met waarde. De last voor de onderneming bleef hetzelfde, maar de appreciatie van die last in de vorm van een beloning voor een lid van de Raad van Bestuur nam af. Dat is eigenlijk de reden geweest waardoor opties aan populariteit hebben verloren. ABN AMRO is zeker niet de eerste onderneming, die besloten heeft om opties niet meer mee te nemen in het pakket. Bij opties hanteerden wij inderdaad een return on equity als maatstaf of die opties ook werkelijk gevest zouden worden, maar in het hele pakket was die toetsing meer wat wij een decencytest noemen dan een heel stretching test, dat was een onderdeel van de beloning wat je redelijkerwijs bij een gewone goede prestatie van de bank zou moeten kunnen halen. Met een vijftien procent (15 %) return on equity op IFRS basis, weet je wel zeker dat dat een goed cijfer is. Bij het beloningsbeleid voor de lange termijn zitten wij zelfs op twintig procent (20 %) return on equity op IFRS basis. Ik denk ook dat wij van tijd tot tijd zullen bekijken of die twintig procent (20 %) doelstelling voor de eerste termijn van vier jaar onder alle omstandigheden gehandhaafd zal worden. Liefst wel, maar als er ontwikkelingen in de markt duidelijk aangeven dat dat percentage veel te laag zou zijn, dan zal daarna gekeken moeten worden. Waarom zijn wij naar een vijftig vijftig verhouding gegaan in de lange termijn beloning. Dat hebben wij gedaan omdat wij de opties hebben afgeschaft en derhalve iets meer moesten gaan doen in dat lange termijn plan. Wij vonden het niet wenselijk om met een heel nieuw lange termijn plan te komen, omdat het oude lange termijn plan zeker zijn sterke en ook zijn goede punten had en daarom hebben wij besloten dat wij van het totale lange termijn plan de helft zouden voortzetten in de vorm van het performance share plan, dat wij al hadden, en dat wij de andere helft zouden maken in de vorm die gerelateerd zou zijn aan de return on equity over de periode van vier jaar en dat sluit nauw aan bij de doelstelling van de bank. Dat zijn de overwegingen geweest die ons daartoe gebracht hebben. Tenslotte: wij boeken in tweeduizend vijf geen goodwill meer af van het eigen vermogen. Spreker 10: Mag ik uw woorden zo interpreteren dat ook in het beloningsbeleid uiteindelijk er een zekere redelijkheidstoets is geïncorporeerd en dat de Raad van Commissarissen de mogelijkheid heeft om te zeggen: die consequenties van IFRS zijn zodanig anders dan wij bij aanvang hadden gedacht, en die leiden tot uitkomsten die wij op dat moment volstrekt niet realistisch hadden gedacht, wij zullen ingrijpen en dat wij als aandeelhouders de Raad van Commissarissen daarop ook kunnen aanspreken. Voorzitter: Wij hebben altijd de ruimte om een redelijkheidstest toe te passen. Onaanvaardbare uitkomsten, die zal noch de Raad van Bestuur noch de Raad van Commissarissen voor zijn rekening willen nemen, maar als wij dat doen en dat moet u dan ook realiseren, zijn wij op een subjectieve wijze bezig. Spreker 6: Ik heb een korte vraag over de niet financiële criteria die worden gebruikt in het bonusbeleid. Worden die gebruikt bij zowel het vaststellen van de korte als de lange
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
46
termijn bonus en wat is de aard van die criteria. Ik kan die niet terugvinden, niet op pagina 159 van het financiële jaarverslag en ook niet op pagina tien van het duurzaamheidsverslag. Wat is het aandeel van die niet-financiële criteria, meestal is dat dertig procent (30 %), maar misschien kunt u dat even bevestigen. Voorzitter: De persoonlijke prestatiecriteria worden alleen gebruikt bij de vaststelling van de korte termijn bonus en zijn verschillend voor de leden van de Raad van Bestuur. Spreker 6: Is de medewerkers tevredenheid, welke nog niet helemaal optimaal is, ook een criterium? Voorzitter: Als er ergens sprake is van een grote medewerkers ontevredenheid zou dat heel goed een kwalitatief criterium kunnen zijn voor een lid van de Raad van Bestuur om daar verbetering in aan te brengen in het gedeelte waar hij verantwoordelijk voor is. Spreker 6: Voor hoeveel dragen deze targets bij aan de bonus? Voorzitter: Die kunnen maximaal het kwantitatieve gedeelte van de bonus met twintig procent (20 %) verhogen of verlagen. Spreker 16: Ik zou wel eens willen weten waar medewerkers van de bank hun salaris voor krijgen? Mr R.J.W. Groenink: Medewerkers van de bank worden aangesteld in een bepaalde functie, waar bepaalde functie-eisen aan worden gesteld en die functie-eisen dienen vervuld te worden. Aan die functie-eisen, voor zover het betreft CAO-personeel, zijn CAO salarissen en CAO schalen aan verbonden, vakantiegeld en noem maar op, alles wat onderdeel is van het CAO akkoord en boven de CAO schalen zijn er aparte salarisschalen en naast het salaris en alles wat erbij hoort, wat aan de functie gekoppeld is. Bij de laatste CAO afspraken zijn er ook prestatiebeoordelingen ingevoerd met een variabele component, afhankelijk van hoe die medewerker invulling geeft aan het takenpakket dat hij heeft, hij of zij heeft, vindt er een beoordeling plaats en kan er een variabele beloning aanvullend worden toegekend. Spreker 17: Spreker 10 heeft al een groot aantal vragen gesteld en ik heb daar nog een aantal aanvullende vragen op. Wij zien dat u het lange termijn performance plan hebt aangepast door daar geen opties meer, maar aandelen in de plaats te verstrekken. De VEB is tegenstander van dit soort beloning omdat dat eigenlijk in feite ook gratis aandelen zijn. Daarbij gaf u aan dat u die aandelen zal gaan toekennen conform de reeds bekende standaarden en dat betekent eigenlijk dat zelfs bij een gemiddeld niveau ook nog aandelen zullen worden toegekend en dat was juist volgens mij niet de bedoeling van het bonusplan, want u gaf zelf ook al aan dat bij goede prestaties en zelfs uitzonderlijk goede prestaties plaats is voor bonus en niet bij een gemiddelde prestatie. U hebt uw accent meer gelegd op de korte termijn bonus, de jaarbonus, u hebt daar al in een reactie aangegeven, dat u de doelstellingen vooraf niet kenbaar wil maken. Ik neem aan dat de criteria, economische winst, efficiencyratio, kernvermogen, dat die in elk geval voor tweeduizend vijf ook zullen
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
47
gelden, maar wat ons zeer teleurstelt is dat u zelfs niet achteraf daarover verantwoording aflegt, met andere woorden wat waren nou de doelstellingen voor tweeduizend vier en wat is nu precies gerealiseerd. Die mate van transparantie is toch minimaal vereist om uw werkwijze als Raad van Commissarissen goed te kunnen beoordelen. U gaf aan dat u eind vorig jaar gesprekken had gevoerd met enkele groot-aandeelhouders, ik zou graag willen weten wie dat waren. Voorzitter: De VEB houdt niet van lange termijn beloning in de vorm van aandelen, maar vroeger hield de VEB ook niet van beloningen in de vorm van opties en als je ze allebei uitschakelt, dan wordt het heel moeilijk om op de lange termijn althans in de aandelensfeer nog iets te doen. Waarom willen wij iets in de aandelensfeer doen: omdat uiteindelijk daar de belangen van aandeelhouders en bestuurders, voor zover ze beloond worden of beloond kunnen worden in aandelen, volkomen parallel lopen. Ik heb al uitgelegd waarom opties aan populariteit hebben verloren en waarom die niet meer aantrekkelijk zijn vanuit de visie van het bedrijf zelf. Dan kom je onherroepelijk voor de beslissing dat je dan in de vorm van aandelen iets meer gaat doen. U stelt dat wij het accent op de korte termijn bonus hebben gelegd. Dat is onjuist, die korte termijn bonus is in het totale pakket even belangrijk als het salaris en als het lange termijn beloningselement. Over de doelstellingen zou eigenlijk graag openlijk over willen kunnen communiceren, maar dat is gewoon iets wat niet mogelijk is uit concurrentie overwegingen. Maar ik kan u wel zeggen, als wij een pakket uitrekenen, dat ook de accountants nog eens bekijken of wij ons houden aan het beleid dat is afgesproken, de voorwaarden die gelden voor dat onderdeel van de beloning. Wij hebben met een redelijk groot aantal aandeelhouders in Nederland overleg gevoerd, maar ook met een aantal buitenlanders tot in Amerika toe, en daar heeft men in het algemeen positief gereageerd. Spreker 17: U heeft inderdaad gelijk dat de VEB tegenstander was van het instrument opties als beloning en u wilde juist een instrument hebben waarbij de belangen tussen de aandeelhouders en het management parallel zouden lopen. Dat willen wij ook graag, maar het probleempunt wat de VEB heeft bij aandelen is, dat die in waarde kunnen dalen en dat daar het management niet de nadelen van ondervindt. Voorzitter: Als de aandelen dalen krijgen de leden van de Raad van Bestuur ook minder waarde. En bovendien moeten ze die aandelen ook nog vijf jaar vasthouden, nadat zij ze gekregen hebben. Spreker 17: De VEB vindt het onverteerbaar, dat zelfs achteraf niet over de doelstellingen van het afgelopen boekjaar gerapporteerd kan worden. Het zijn doelstellingen die voor een jaar gelden, die moeten gerealiseerd worden, dan zou toch op het einde van het jaar na afloop daarover gerapporteerd kunnen worden wat de doelstelling was en in hoeverre die ook gerealiseerd is.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
48
Voorzitter: Het lijkt allemaal zo makkelijk, maar ten eerste zijn er een groot aantal doelstellingen, die jaar in jaar uit terugkomen en alleen al daarom kunnen wij daar niet openlijk over praten. Spreker 18: Bij openheid kan je het bonussysteem makkelijk volgen. Het is voor ons van belang om te weten, niet alleen als een controle, om te kunnen zien wat heeft men ervoor gedaan, voor die bonus. Voorzitter: Ik heb werkelijk tot in detail uitgelegd hoe wij ermee omgaan en grotere openheid kan ik niet geven. Spreker 18: U kunt een globale opstelling doen, dat doet u ook met uw personeel. Spreker 13: Wanneer je naar ABN AMRO kijkt naar het beheerde vermogen en de beheerde geldstroom betekent dat een enorme maatschappelijke verantwoordelijkheid. Voorzitter: De Raad van Bestuur is regelmatig bezig met wat het bedrijf gaande houdt, het vertrouwen dat men in het bedrijf moet hebben, de verantwoordelijkheden die men draagt, grote bedragen die men beheert voor andere mensen en dat is voor het goed functioneren van een Raad van Bestuur, ook heel belangrijk dat dat gebeurt en daarom is het een zware functie, die goed beloond moet worden, waarbij wij vergelijkingsmateriaal moeten hebben. Daar zijn deskundige bureaus voor nodig, die ons de informatie aanleveren en op basis daarvan, zowel op basis van wat ze kwantitatief gepresteerd hebben, als wat ze kwalitatief gepresteerd hebben, komen wij tenslotte op die totale bonus. Het voorgaande samenvattend wordt u gevraagd om de voorgestelde wijzigingen in het bezoldigingsbeleid voor de Raad van Bestuur met terugwerkende kracht tot een januari tweeduizend vijf goed te keuren. Ik open de stemming. Ik kan u mededelen dat de uitslag –met inachtneming van de proxy voting procedure – luidt: Het bezoldigingsbeleid van de Raad van Bestuur is goedgekeurd met: voor: 372.016.070 (driehonderd tweeënzeventig miljoen zestienduizend zeventig), tegen: 5.004.230 (vijf miljoen vierduizend tweehonderd dertig), onthoudingen: 29.695.296 (negenentwintig miljoen zeshonderd vijfennegentigduizend tweehonderd zesennegentig). 4.
Benoeming leden van de Raad van Commissarissen A. voordracht voor de benoeming van de heer mr R.F. van den Bergh De Raad van Commissarissen doet een niet bindende voordracht voor benoeming van de heer mr. R.F. van den Bergh met ingang van achtentwintig april tweeduizend vijf tot commissaris van de vennootschap. De Raad van Commissarissen is van mening dat het profiel van de heer Van den Bergh past in de daartoe opgestelde profielschets, als opgenomen op onze website en dat de heer Van den Bergh de gewenste bijdrage zal kunnen leveren in de Raad van Commissarissen. De heer Van den Bergh is na een lange
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
49
loopbaan bij VNU, waarover u nadere informatie vindt in de toelichting op de agenda, op dit moment voorzitter van de Raad van Bestuur van VNU. Spreker 17: Ik zou graag willen weten om welke reden u voor de heer Van den Bergh hebt gekozen, want ik neem aan dat er zakelijke relaties zullen zijn tussen ABN AMRO en VNU. De heer Van den Bergh heeft tot voor kort ook nog deel uitgemaakt van de Raad van Advies van ABN AMRO en in december tweeduizend drie, is de heer Van den Bergh teruggetreden uit de Raad van Commissarissen van Getronics en dat was omdat hij onvoldoende tijd had om zijn commissariaat bij Getronics te kunnen uitvoeren. Nu zie ik dat hij hier bij ABN AMRO in het college gaat komen, ik zou toch graag willen weten waarom u toch hebt besloten om hem nu wel op te nemen in uw eigen college, terwijl hij voor Getronics geen tijd meer had. Het lijkt mij dat het commissariaat van ABN AMRO zeker niet minder werkzaamheden zal bevatten. Voorzitter: Wij hebben voor de heer Van den Bergh gekozen nadat wij heel breed gekeken hebben hoe wij in de twee vacatures konden voorzien en de heer Van den Bergh heeft op ons een uitstekende indruk gemaakt en degenen die hem al langer kenden onderschreven dat ook. Hij is iemand die verantwoordelijkheid gedragen heeft, die internationaal al bezig geweest is, die veel in Amerika bezig is, voor de bank een belangrijk geografisch gebied, en die in de dienstensector zit en daardoor ook een interessante versterking van onze Raad is, gezien de toch toenemende belang van de dienstensector. Dat heeft ons allemaal doen besluiten om de heer Van den Bergh te benaderen. Wat er bij Getronics gebeurd is, weet ik niet. Ik weet alleen wel dat de heer Van den Bergh heeft aangegeven, dat hij misschien wel eens een vergadering zal missen zeker in het begin, als de agenda’s al vast liggen. Ik heb van hem echter tevens vernomen dat hij de meeste van onze vergaderingen zal bijwonen. Ik stel voor om nu over dit punt te stemmen. Ik kan u mededelen dat de uitslag –met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: Voor: 388.675.474 (driehonderd achtentachtig miljoen zeshonderd vijfenzeventigduizend vierhonderd vierenzeventig), tegen: 956.998 (negenhonderd zesenvijftigduizend negenhonderd achtennegentig), onthoudingen: 17.083.123 (zeventien miljoen drieëntachtig duizend honderd drieëntwintig). De heer Van den Bergh is benoemd tot commissaris van de Vennootschap. 4. B. voordracht voor de benoeming van de heer mr. A. Ruys De Raad van Commissarissen doet een niet bindende voordracht voor benoeming van de heer mr. A. Ruys met ingang van achtentwintig april tweeduizend vijf tot commissaris van de vennootschap. De Raad van Commissarissen is van mening dat het profiel van de heer Ruys past in de daartoe opgestelde profielschets, als opgenomen op onze website, en dat de
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
50
heer Ruys de gewenste bijdrage zal kunnen leveren in de Raad van Commissarissen. De heer Ruys is momenteel voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V. waar hij op één oktober tweeduizend vijf zal aftreden. Nadere informatie over zijn loopbaan vindt u in de toelichting op de agenda. Spreker 17: Welke zakelijke relaties zijn er tussen Heineken en de ABN AMRO. U gaf al zojuist aan dat de heer Ruys zal aftreden als voorzitter Raad van Bestuur van Heineken. Ik interpreteer dat meer als een soort van ontslag wegens teleurstellende prestaties van het aandeel Heineken. Heeft u daar ook rekening mee gehouden? Voorzitter: U neemt mij niet kwalijk dat ik niet ingegaan ben op de zakelijke relatie tussen VNU en ABN AMRO: wij doen geen mededelingen over zakelijke relaties. Het wordt heel moeilijk om een goede Nederlandse commissaris te vinden, als die van een bedrijf komt dat geen zakelijke relatie met de ABN AMRO mag hebben. In de Raad van Commissarissen praat men niet over de zakelijke relatie. Mocht er toch eens een keer iets aan de orde komen waardoor je in een conflict of interests komt, dan hebben wij daar hele duidelijke procedures voor hoe te handelen. De heer Ruys is gewoon de persoon die hij is met een grote ervaring op consumentengebied met name en iemand die veel kan bijdragen aan de totale samenstelling van de Raad van Commissarissen met zijn achtergrond en wij hebben daarom geen moment van twijfel gehad toen wij hoorden dat hij aftrad als voorzitter bij Heineken. Spreker 15: Welke doelstellingen geeft u een lid van de Raad van Commissarissen mee? Voorzitter: Wij geven hen natuurlijk geen concrete doelstellingen van tevoren mee. Wij verwachten van hen dat zij een actieve rol spelen in de Raad van Commissarissen, in het toezicht dat wij namens u uitoefenen op de Raad van Bestuur en met raad en daad de Raad van Bestuur terzijde staan. Daar heeft iedereen natuurlijk zijn sterke en zwakke punten en op je sterke punten zal je dan actiever zijn en het zal erg afhangen van het onderwerp wat op een goed moment in de bank aan de orde komt. Wij hebben ook een heel goed introductieprogramma ontwikkeld voor nieuwe commissarissen, welke de nieuwe commissarissen ook zullen volgen. Spreker 15: Hoeveel tijd denkt u dat de leden van de Raad van Commissarissen besteden aan hun uitvoerende taak op jaarbasis. Voorzitter: Ik vind dat een vraag die moeilijk te beantwoorden is. Iedereen geeft daar zijn eigen invulling aan, de een is wat sneller dan de ander. Ik durf niet voor al mijn collega’s hier te zeggen hoeveel dagen zij daarmee bezig zijn, maar het is een toenemende tijd die in beslag genomen wordt en dan gaat het niet zozeer om de vergaderingen van de Raad van Commissarissen, maar vooral ook van de commissies. De tijd die je moet besteden aan een Auditcommissie, een Remuneratiecommissie, is aanzienlijk toegenomen en bij elkaar krijg je een toenemend tijdsbeslag. Dan stel ik voor dat wij nu gaan stemmen over de benoeming van de heer Ruys.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
51
Ik kan u mededelen dat de uitslag – met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: Voor: 377.607.026 (driehonderd zevenenzeventig miljoen zeshonderd zevenduizend zesentwintig), tegen: 1.071.722 (één miljoen éénenzeventigduizend zevenhonderd tweeëntwintig), onthoudingen: 28.036.848 (achtentwintig miljoen zesendertigduizend achthonderd achtenveertig). De heer Ruys is derhalve benoemd tot commissaris van de Vennootschap. Ik zou de twee collega’s die hier vandaag voor de laatste keer aanwezig zijn, hartelijk willen bedanken voor hun bijdrage. De heer Van Veen en de heer Dik. De heer Van Veen is acht jaar commissaris geweest en is vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen geweest. Ik heb altijd veel op hem kunnen steunen uit hoofde van zijn functie van vicevoorzitter. Beide heren zijn ook lid van de Auditcommissie. Het waren twee commissarissen waar wij met veel genoegen aan zullen terug denken en, ik hoop namens u allen, hartelijk zou willen bedanken voor hun bijdrage aan de onderneming. Dan zou ik u ook willen meedelen dat wij als volgt zullen voorzien in de vacature van vice-voorzitter, die nu ontstaat: die zal worden ingenomen door de heer Arthur Martinez, een Amerikaanse collega van ons en het is ook de bedoeling dat de heer Martinez in tweeduizend zes mij zal opvolgen als voorzitter van de Raad van Commissarissen. 5. A. Corporate governance Mr R.J.W. Groenink: Wij hebben vorig jaar reeds vooruitlopend op de invoering van de code en de in werking treden van de code, de hele code behandeld in een apart boek. Op dat moment konden wij u bij de vorige vergadering een jaar geleden rapporteren dat er vijf afwijkingen waren. Dit jaar hebben wij besloten geen apart nieuw boek uit te geven, alles staat op de internet site van de bank. Er is slechts één wijziging ten opzichte van vorig jaar, de andere vier afwijkingen worden door de Raad van Bestuur, successievelijk de Raad van Commissarissen ondersteund. De enige afwijking die wij toen nog hadden was de positie van de preferente aandelen met een stemmenmacht, die beschouwd konden worden als beschermingsconstructie. Die is bij afschaffing van die preferente aandelen opgeheven. De vier afwijkingen, ik noem ze heel kort nog een keer, welke gehandhaafd blijven, zijn: benoemingstermijn van de zittende bestuurders: de nieuwe bestuurders zullen een termijn krijgen van vier jaar als lid van de Raad van Bestuur, voor de zittende bestuurders blijft het bestaande contract gelden, hetzelfde geldt voor de afvloeiingsregelingen in de bestaande contracten welke niet worden aangepast. Voor nieuwe leden heeft de Raad van Commissarissen een nieuw contract vastgesteld met een afvloeiingsregeling die meer overeen komt in geest en principes van Tabaksblat. De volgende afwijking van Tabaksblat: het voorzitterschap van de remuneratiecommissie en het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen wordt gecombineerd, dat wordt gehandhaafd, gegeven het feit dat de Raad
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
52
van Commissarissen er zeer aan hecht dat haar voorzitter ook leiding geeft aan het remuneratie- en het benoemingsproces. Als laatste: de bindende voordracht voor de benoeming van bestuurders en commissarissen, vorig jaar is reeds aangekondigd dat de commissarissen vooralsnog geen bindende voordracht zullen doen voor commissarissen, maar niet bindende voordrachten, zoals u ook vandaag weer gezien heeft. Er blijven bindende voordrachten voor de leden van de Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen acht het van eminent belang dat zij middels een bindende voordracht sterke invloed kan uitoefenen op de samenstelling van de Raad van Bestuur, dat beschouwt zij als een van haar kerntaken en die wenst zij ook te handhaven. Dit zijn in het kort de wijzigingen ten opzichte van de afwijkingen van de code, die zijn ook vermeld op de website en daar ook zijn gemotiveerd. Tot zover de situatie ten aanzien van corporate governance. In zijn algemeenheid kunnen wij blijven concluderen dat voor de overgrote meerderheid ABN AMRO volledig voldoet aan de wensen en eisen van de Tabaksblat code. Spreker 10: Wij hebben waardering voor de kwaliteit van de corporate governance van ABN AMRO. U heeft in de afgelopen jaren telkens grote stappen gezet ter verbetering, wij hebben u daarvoor ook vorig jaar complimenten toegezwaaid en daar sluit ik mij ook dit jaar bij aan. Niettemin hebben wij ook vorig jaar gewezen op het doorbreken van bindende voordrachten en de meerderheids- en quorumeis die u daarvoor stelt. Wij hebben er op aangedrongen, dat u die dit jaar zou opruimen, helaas heeft u dat niet gedaan, dat verzoek zouden wij bij dezen willen herhalen om dat opnieuw in overweging te nemen. De heer Groenink zei aan het begin van deze vergadering dat ABN AMRO Assetmanagement verantwoording aflegt van haar rol als belegger en aandeelhouder, als vermogensbeheerder ook. Ik heb daarop gezocht op de website, maar ik heb dat niet kunnen traceren, wellicht dat dat toch op zijn minst wat meer pregnant dan tot uitdrukking zou kunnen worden gebracht, als het er staat. Tenslotte, u doet geen uitlatingen, althans nog niet, over het In Control Statement, dat gevergd wordt door de code Tabaksblat. Kunt u aangeven welke knelpunten u ontmoet en welke voortgang u maakt in het onderzoek, dat moet leiden tot het In Control Statement. Voorzitter: De bindende voordracht leden Raad van Bestuur. Ik zal u in alle eerlijkheid zeggen, het is een punt waar wij natuurlijk uitgebreid bij hebben stil gestaan, ook toen wij besloten dat wij dat voor commissarissen dat niet zouden doen. Wij zijn van mening, dat het toch voor de eenheid van het beleid heel belangrijk is dat wij daar een goede grip op hebben. Dat heeft ons doen besluiten om voor leden van de Raad van Bestuur wel met een bindende voordracht te komen en met de doorbrekingsmogelijkheden, die er volgens de wet zijn. Drs T. de Swaan: Uw vraag over In Control. Wij moeten in New York voldoen aan de zware eisen van de Sarbanes Oxley sectie 404. U weet misschien ook dat inmiddels de SSI
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
53
besloten heeft om de invoering daarvan voor buitenlandse genoteerde ondernemingen in de Verenigde Staten een jaar uit te stellen. Wij streven er naar om aan het eind van het jaar volledig 404 compliant te zijn en op die manier ook te voldoen aan Tabaksblat In Control vereisten. Spreker 17: De VEB heeft ook bezwaren tegen de quorum eisen om de bindende voordracht te doorbreken en betreurt het dat zulks in afwijking van de code, niet de mogelijkheid is opgenomen om indien het quorum er niet is, in een tweede vergadering met gewone meerderheid een besluit tot doorbreking kan worden genomen. Daarmee wordt ook een open discussie over de samenstelling van het bestuur niet mogelijk. Voorzitter: Bij bindende voordracht, vergat ik nog één overweging namelijk dat wij geen enkele beschermingsmaatregel meer hebben na de afschaffing van de preferente aandelen en de controle over de benoeming van bestuurders willen behouden en dat die niet opeens doorkruist kan worden in een vijandige situatie. Dat is ook een reden waarom wij op dit punt afwijken van de code Tabaksblat. Nu alle vragen zijn beantwoord stel ik vast dat het onderwerp corporate governance naar tevredenheid is besproken. 5.
B. Voorstel tot wijziging van de statuten samenhangende met de invoering van de Structuurwet en de Nederlandse corporate governance code Het voorstel tot statutenwijziging voorziet in een aantal aanpassingen, gebaseerd op bepalingen in de Nederlandse corporate governance code. Tevens dienen de statuten aangepast te worden aan de Structuurwet die in oktober tweeduizendvier in werking is getreden. Deze wet heeft ook gevolgen voor vennootschappen waarop het structuurregime niet van toepassing is, zoals ABN AMRO Holding N.V. Verder worden geen inhoudelijke wijzigingen voorgesteld, behoudens een enkele technische aanpassing. Niemand wenst het woord? Dan gaan wij er nu over stemmen. Ik kan u mededelen dat de uitslag –met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: Voor: 374.631.137 (driehonderd vierenzeventig miljoen zeshonderd éénendertigduizend honderd zevenendertig), tegen: 243.617 (tweehonderd drieënveertigduizend zeshonderd zeventien), onthoudingen: 31.840.842 (éénendertig miljoen achthonderd veertigduizend achthonderd tweeënveertig) en dat derhalve goedkeuring aan de wijziging van de statuten en machtiging aan elke medewerker van het notariskantoor om de verklaring van geen bezwaar aan te vragen en de akte van statutenwijziging te tekenen, is verleend. 6.
Verlening van een machtiging aan de Raad van Bestuur om met goedkeuring van de Raad van Commissarissen de vennootschap anders dan om niet eigen aandelen te doen verkrijgen tot het aantal hetwelk, ingevolge het bepaalde in artikel 2:98 lid 2 BW, maximaal door de vennootschap verkregen kan worden
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
54
Deze verkrijging mag geschieden door alle overeenkomsten, daaronder begrepen transacties ter beurze en onderhandse transacties. Voor het laatst is een machtiging gegeven door de aandeelhoudersvergadering op negenentwintig april tweeduizend vier. De machtiging geldt voor een periode van achttien maanden te rekenen vanaf negenentwintig april tweeduizend vijf. De verkrijgingsprijs zal gelegen moeten zijn tussen de nominale waarde van de aandelen en een bedrag gelijk aan honderd tien procent (110 %) van de beursprijs. Onder beursprijs wordt verstaan: het gemiddelde van de per elk van de vijf beursdagen waarop een notering is opgemaakt voorafgaande aan de dag van de verkrijging, vast te stellen hoogste prijs per aandeel blijkens de Officiële Prijscourant uitgegeven door Euronext N.V. of een van haar dochtermaatschappijen. Nu er geen vragen zijn naar aanleiding van het voorstel, wil ik thans dit voorstel in stemming brengen. Ik kan u mededelen dat de uitslag –met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: Voor: 390.584.519 (driehonderd negentig miljoen vijfhonderd vierentachtigduizend vijfhonderd negentien), tegen: 371.413 (driehonderd éénenzeventigduizend vierhonderd dertien), onthoudingen: 15.759.664 (vijftien miljoen zevenhonderd negenenvijftigduizend zeshonderd vierenzestig). De vergadering heeft haar goedkeuring verleend aan de machtiging tot inkoop aan de Raad van Bestuur. 7.
Besluit tot aanwijzing van de Raad van Bestuur voor een periode van 18 maanden met ingang van 29 april 2005 als het bevoegde orgaan dat – met goedkeuring van de Raad van Commissarissen- bevoegd is tot: A. uitgifte van gewone aandelen, preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen en preferente financieringsaandelen, daaronder begrepen het verlenen van rechten tot het nemen van deze soorten aandelen, onder voorwaarde dat: - een gezamenlijk maximum van 20 % van het geplaatste aandelenkapitaal per 28 april 2005 niet wordt overschreden; - de koers niet beneden pari is, behoudens het bepaalde in art. 2:80 lid 2 BW; en voorts onder zodanige voorwaarden als bij iedere uitgifte door de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen zal worden bepaald. Allereerst agendapunt zeven a. Voor het laatst is een aanwijzing gegeven door de aandeelhoudersvergadering op negenentwintig april tweeduizend vier, welke machtiging is gewijzigd door de
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
55
buitengewone vergadering van aandeelhouders van vijfentwintig augustus tweeduizend vier. Thans wordt u weer gevraagd de Raad van Bestuur te machtigen voor het uitgeven van aandelen, voor een periode van achttien maanden. De door de aandeelhoudersvergadering afgegeven machtiging geldt tevens voor het aangaan van een onherroepelijke verplichting tot het uitgeven van aandelen. Op deze wijze is nog steeds verzekerd dat in het geval van een acquisitie, de financiering daarvan, geheel of gedeeltelijk door middel van uitgifte van nieuwe aandelen, gedurende het gehele acquisitie traject, inclusief het verkrijgen van de vereiste goedkeuringen, is geregeld. De voorgestelde twintig procent (20 %) kan naast een mogelijke financiering van acquisities, tot een maximum van tien procent (10 %) worden aangewend voor het toekennen van rechten uit hoofde van aandelenoptieregelingen aan de Raad van Bestuur, het topkader en overig personeel, alsmede voor versterking van het eigen vermogen. Gelet op hetgeen bij agendapunt zes aan de orde is geweest, zal de uitgifte van aandelen die voort kunnen komen uit de uitoefening van rechten op aandelen uit hoofde van voormelde aandelenoptieregelingen en het share performance plan, beperkt blijven tot een maximum van één procent (1 %) van het uitstaande aandelenkapitaal per jaar. Spreker 2: Is dit toch een soort beschermingsmaatregel of is dat niet het geval. Voorzitter: Nee, het is absoluut geen beschermingsmaatregel. Dan stel ik voor nu over dit punt te stemmen. Ik kan u mededelen dat de uitslag –met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: De vergadering verleent haar goedkeuring aan de machtiging tot uitgifte van aandelen met: voor: 340.292.187 (driehonderd veertig miljoen tweehonderd tweeënnegentigduizend honderd zevenentachtig), tegen: 49.081.007 (negenenveertig miljoen éénentachtigduizend zeven), onthoudingen: 17.342.402 (zeventien miljoen driehonderd tweeënveertigduizend vierhonderdtwee). 7.
B. beperking of uitsluiting van het wettelijk of statutair voorkeursrecht van aandeelhouders bij uitgifte van gewone aandelen, preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen en preferente financieringsaandelen en het verlenen van rechten tot het nemen van deze aandelen, in overeenstemming met de onder agendapunt 7a omschreven machtiging. Beperking of uitsluiting van het wettelijk of statutair voorkeursrecht van aandeelhouders bij uitgifte van gewone aandelen en preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen en het verlenen van rechten tot het nemen van deze aandelen, ingevolge de onder agendapunt zeven a omschreven aanwijzing ten belope van een gezamenlijk maximum van twintig procent (20 %) van de som van het aantal geplaatste gewone aandelen en het aantal
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
56
geplaatste preferente in gewone aandelen converteerbare aandelen per negenentwintig april tweeduizend vijf. De beperking van het voorkeursrecht kan wenselijk zijn om de plaatsing van de uit te geven aandelen te bevorderen, met name wanneer uit de opbrengst ervan een overname moet worden gefinancierd. Het voorkeursrecht komt namelijk alleen toe aan houders van gewone aandelen tegen storting in geld. Bij storting anders dan in geld bestaat er geen wettelijk voorkeursrecht voor houders van gewone aandelen. Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen zullen met hun bevoegdheden krachtens de emissies voorkeursrechtaanwijzing omgaan in het belang van de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, aandeelhouders en certificaathouders. Voor een besluit van de algemene vergadering tot beperking of uitsluiting van het voorkeursrecht of tot wijziging is een meerderheid van tenminste twee derden der uitgebrachte stemmen vereist indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal in de vergadering is vertegenwoordigd, hetgeen vandaag het geval is. Nu er geen vragen zijn breng ik dit punt in stemming. Ik kan u mededelen dat de uitslag –met inachtneming van de proxy voting procedure luidt: De vergadering verleent goedkeuring aan de machtiging tot het beperken van het voorkeursrecht met: voor: 296.060.068 (tweehonderd zesennegentig miljoen zestigduizend achtenzestig), tegen: 91.903.889 (eenennegentig miljoen negenhonderd drieduizend achthonderd negenentachtig), onthoudingen: 18.751.639 (achttien miljoen zevenhonderd éénenvijftigduizend zeshonderd negenendertig). 8. Rondvraag Spreker 2: ABN AMRO is een Nederlandse bank en de voorzitter van de Raad van Commissarissen spreekt een prachtig soort Nederlands, maar dat gaat waarschijnlijk veranderen als de heer Martinez de voorzittershamer overneemt en ik zou eigenlijk willen voorstellen dat meneer Martinez maar een inburgeringcursus volgt. Voorzitter: De heer Martinez is al een tijdje commissaris, hij is heel goed thuis met de Nederlandse cultuur en met de vertaaltechniek, die wij hier hebben, verzeker ik u dat de communicatie uitstekend zal gaan en dat er geen enkel probleem zal zijn om met hem te communiceren. Spreker 19: Ik complimenteer u met a. voor de goede wijze waarop de bank gewerkt heeft het afgelopen jaar, b. voor de wijze waarop de vergadering geleid is. Ik heb ook nog een kritiekpuntje: waarom staat op het stemkaartje geen aantallen. Mr. R.J.C. van Helden: Bij de registratie kunt u nagaan of het aantal klopt, maar – te uwer geruststelling – de techniek is zodanig dat het kaartje uitsluitend aangeeft het aantal door u gedeponeerde aandelen zodat het altijd klopt.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
57
Spreker 8: Door de invoering van de registratiedatum betekent het dat het mogelijk is dat hier aandeelhouders zijn, die geen aandeelhouder zijn. Voorzitter: U heeft gelijk. Het is mogelijk dat iemand die hier als aandeelhouder optreedt, zijn aandelen verkocht heeft. Spreker 20: Ik verbaas mij er altijd over dat het jaarverslag van zo’n ontzettend zwaar papier is gemaakt. Is het niet mogelijk het wat lichter te maken? Is het mogelijk de Engelse termen in het jaarverslag gebruikt worden, achterin alfabetisch te verklaren. Wat is peergroup? Is het niet mogelijk dat alle gevolmachtigden, die meer dan tien procent (10 %) van de stemmen vertegenwoordigen hun stemgedrag van tevoren kenbaar maken zodat wij eigenlijk van tevoren al weten of alle dingen zijn aangenomen op voorhand, want dan hoeven wij helemaal niet meer te stemmen. Voorzitter: U wilt openbaar stemmen, maar er zijn ook aandeelhouders die het juist helemaal niet openbaar willen. Er was vandaag ook een groot aandeelhouder, die zijn stemmen in het geheim heeft uitgebracht en wij waren allemaal erg benieuwd hoe dat zou uitpakken. Spreker 21: Tijdens de vergadering vanmiddag kwam naar voren dat rapportering volgens IFRS normen kan leiden tot een grotere volatiliteit van de jaarcijfers. Nu zal deze verhoogde volatiliteit van de jaarcijfers ook leiden tot een verhoogde volatiliteit bij de beurskoersen en dat is eigenlijk het laatste wat een serieuze aandeelhouder wil hebben. Ik weet dat rapportering volgens IFRS regels leidt tot een betere mogelijkheid om resultaten van gelijksoortige bedrijven te vergelijken. Maar men wil ook graag een vergelijking hebben met de cijfers in het verleden. Kan men nu niet bij de toekomstige jaarverslagen publiceren volgens IFRS regels zoals vereist, maar ook volgens de normen die voorheen gehanteerd werden, waardoor een vergelijking in de tijd ook een stuk makkelijker is en paniekreacties vermeden kunnen worden. Mr R.J.W. Groenink: In de eerste plaats denk ik dat, voor zover de volatiliteit optreedt in de resultaten van de bank dat de marktanalisten daar wel mee om weten te gaan en dat weten te verklaren, waardoor als gevolg daarvan grote fluctuaties van de koersen niet te zo verwachten zijn. In de tweede plaats het blijven publiceren onder de Nederlandse accountingregels is voor ons onmogelijk, want dat is veel en veel te duur, dan moeten wij een heel apart consolidatiesysteem aan houden. Wij hebben al het probleem van IFRS en wij moeten nog een keer een vertaalslag naar US GAAP maken, dat is al duur genoeg. Wij zullen de volgende keer het nog netjes naast elkaar leggen, maar dan moet het echt afgelopen zijn en ik ben ook van mening dat, als wij een paar kwartalen gewerkt hebben met IFRS, iedereen ook echt wel weet hoe hij die cijfers moet wegen en wat voor waarde die eraan moet toekennen, en dat de behoefte om te blijven terugkijken naar de onder de Nederlandse accountingregels opgestelde cijfers snel zal afnemen.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
58
Spreker 13: Kunt u er over denken om volgende vergadering misschien een pauze in te lassen. Spreker 15: Taal is de cultuur van ons leven. Maar ik lees zoveel Engelse woorden in het jaarverslag. Ik heb erg veel zorg en dat mag over een Nederlandse onderneming, over haar Nederlandse personeel, erg veel zorg in de lagere regionen bij de organisatie over waar staan wij in de toekomst. U heeft meer personeel, maar in Nederland steeds minder. De werkdruk wordt steeds hoger. In het jaarverslag en ook in de toelichting van de heer Rijkman Groenink mis ik daar voldoende affectueuze opmerkingen over. Is daar wat onderzoek naar gedaan hoe de mensen met meer presteren in minder tijd omgaan. Hoe gaat u om met de pers. U doet zoveel outsourcing in dat geweldige, goedkope en nog niet erg efficiënte land India, hoe gaat u daar mee om. Mr. R.J.W. Groenink: Het taalgebruik wordt natuurlijk geraakt door het feit dat Engels de officiële taal is van de bank. Wij zijn weliswaar een in Nederland gevestigde onderneming met een jaarvergadering hier in Nederland, de voertaal van de bank is Engels en dat betekent dat alle hoofdbegrippen in eerste instantie in het Engels tot stand komen en dan noodzakelijkerwijs vertaald worden naar het Nederlands, of in het grootste gedeelte van de gevallen, niet meer vertaald worden. Als liefhebber van de Nederlandse taal en het gebruiken van de Nederlandse taal doet het af en toe pijn, maar het is de realiteit waarmee wij hebben te leven. U zegt dat het jaarverslag te weinig affectueus is ten aanzien van de Nederlandse medewerker. Ik herken dat niet, maar ik neem uw observatie gewoon aan voor wat het is. Dat neemt niet weg, dat de leiding in Nederland, maar ook de Raad van Bestuur vanuit de houdstermaatschappij zeer nauw betrokken is en zeer nauw volgt wat er in het Nederlandse bedrijf gebeurt, de werkdruk in het dagelijkse bedrijf, en de veranderingen die het Nederlandse bedrijf ondergaat en dat zij daar zeer bij betrokken is en dat wij het ook vanuit de top van de bank laten merken. Wij moeten natuurlijk hoe dan ook evenwichtig omgaan met iedereen die bij de onderneming betrokken is, wij mogen nooit uit het oog verliezen als leiding van de onderneming, dat wij leiding geven aan honderdduizend mensen op alle plaatsen in de wereld en wij moeten dus ook aandacht besteden aan onze mensen in de Verenigde Staten waar dertigduizend mensen werken, in Brazilië waar meer dan dertigduizend mensen werken, dan nog eens een keer twintigduizend in de rest van de wereld. Wees gerust, ook al staat het niet zo naar uw genoegen in het jaarverslag, die aandacht en die affectie voor onze Nederlandse werknemers is er wel degelijk. Wij geven inderdaad strategisch geen antwoord op de derde vraag. India, China, outsourcing is iets dat blijvend bij ons zal zijn. Zolang er zeer substantiële beloningsverschillen zijn tussen delen in de wereld zal het zo zijn, en tegelijkertijd de kwaliteit van de dienstverlening, de kwaliteit van het aanbod vergelijkbaar is met dat in dure landen, zal offshoring van activiteiten blijven plaats vinden, zowel in de
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen
59
industriële sector als in de dienstensector. Dat is een gegeven dat pas op zeer lange termijn, wanneer onevenwichtigheden zijn verdwenen, zal eindigen en elke onderneming heeft de plicht om zijn lange termijn voortbestaan te verzekeren door gebruik te maken van optimaal de bronnen die haar ter beschikking staan en onderdeel daarvan is natuurlijk kwalitatief hoogwaardige arbeid tegen een zo goed mogelijke prijs. Voorzitter: Ik sluit de vergadering en dank u voor uw aanwezigheid.
Mr M.J. Meijer c.s. notarissen