Inhoud Inhoud:
p. 1
Dankwoord:
p. 2
Probleemstelling:
p. 3
Bronnen:
p. 5
1. De context: wie of wat is adel?:
p. 6
2. De familie van Gryspeere: individuele gegevens:
p. 27
3. De familie van Gryspeere: toetsing:
p. 60
Besluit:
p. 70
Bibliografie:
p. 72
Bijlagen:
p. 82
1
Dankwoord Via deze weg wil ik graag enkele mensen bedanken die mij begeleid en geholpen hebben tijdens mijn onderzoek en die het mogelijk hebben gemaakt om deze scriptie te schrijven. Ten eerste mijn promotor Prof. Dr. Jan Dumolyn en Dr.Frederik Buylaert wegens het mij met raad en daad bijstaan en omdat zij telkens bereid waren om mijn vragen te beantwoorden. Ten tweede de mensen van de verschillende bibliotheken en archieven die mij tijdens mijn zoektocht in deze instellingen wegwijs gemaakt hebben. Ten derde mijn familie, meer bepaald mijn ouders en mijn zus. Zonder hun steun was het überhaupt niet mogelijk geweest om mijn studies ettelijke jaren geleden aan te vatten. Ten vierde Filip Cauwelier die ervoor gezorgd heeft dat ik mijn studentenjaren niet platzak moest doorlopen. En last but not least mijn vrienden Jochen Baert, Wouter Lefevere, Areta Lombary en Sofie Segaert die mij altijd weten te motiveren en te inspireren hebben.
Kenneth
2
Probleemstelling In de laatste decennia van de vorige eeuw zagen we een hernieuwde aandacht voor sociale elites in middeleeuws en vroegmodern Europa en een herwaardering van de kwalitatieve onderzoeksmethode. In deze periode verschenen er tal van studies die poogden om hun vraagstellingen te beantwoorden aan de hand van kleine case-studies. Deze nieuwe historische richting kennen we nu onder de naam microstoria.1 Ook tijdens mijn onderzoek zal ik gebruik maken van dit perspectief. Meerbepaald ben ik op zoek gegaan naar het nalatenschap van de Vlaamse adellijke familie van Gryspeere. Ondanks het feit dat er al talloze familiegeschiedenissen verschenen zijn blijft mijn case toch zijn waarde behouden. De familie van Gryspeere behoorde immers niet tot de hoge noch tot de stedelijke elite, maar wel tot de lagere plattelandsadel. En laat dat nu net een onderzoeksgebied zijn dat nog niet zo veel aandacht kreeg. Om een familie te kunnen bestuderen is het noodzakelijk om deze eerst in haar sociale en maatschappelijke context te kunnen plaatsen. Wat deze familie onderscheidt van de doorsnee middeleeuwse familie is het feit dat ze tot de adelstand behoorde. Daarom wil ik op zoek gaan naar wat de adellijke status in die tijd en op die plaats, laatmiddeleeuws Vlaanderen, precies inhield. Het is zeker niet mijn bedoeling op het einde van mijn scriptie een waterdichte definitie van de adelstand voor te dragen. Al te enge definities beperken, naar mijn mening, immers het onderzoek. Daarentegen wil ik op zoek gaan naar een aantal sleutelelementen die de adel net van adel maakte; en een adellijke familie met andere woorden onderscheidt van een niet-adellijke familie. Na het schetsen van de context waarin mijn onderwerp zich bevond wil ik op zoek gaan naar de familie van Gryspeere zelf, meer bepaald naar de individuele leden ervan. Het is mijn bedoeling dat ik in staat zal zijn om hun levensloop in grote lijnen voor te stellen. Daarom wil ik een aantal vragen over hen kunnen beantwoorden. Centrale thema‟s hier zijn burgerlijke stand, bezittingen, functies en carrière. Omdat de familie van Gryspeere meerdere generaties over verschillende eeuwen telt heb ik mij bij dit onderzoek beperkt tot de personen die leefden tussen medio 14e eeuw en begin 16e eeuw (ongeveer 1350-1500 dus). In een derde onderdeel van mijn onderzoek wil ik beide bovenstaande vraagstellingen aan elkaar koppelen. Zo wil ik in de mate van het mogelijke kijken welke sleutelelementen, waarop de adellijke status gebaseerd was, we terugvinden bij de familie van Gryspeere; of 1
BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, p. 201
3
waar mijn onderzoeksfamilie een uitzondering vormt. Ik wil hier met andere woorden kijken waar beide delen mekaar bevestigen of tegenspreken. En met dit laatste deel sluiten we weer aan bij wat het opzet van de microstoria-school is. Namelijk vanuit een kleine case-studie gaan kijken wat we te weten kunnen komen over het grotere geheel.
4
Bronnen Net als in alle geschiedkundig onderzoek beschikt de historicus zowel over primaire als over secundaire bronnen. Onder secundaire bronnen verstaan we ondermeer uitgegeven studies, werkinstrumenten, inventarissen en repertoria van heraldische, epigrafische en genealogische aard. Op gebied van onderzoek naar adellijke geslachten zijn er ons vooral enkele genealogische repertoria uit de 19e eeuw bekend. Aangezien zij uit een minder wetenschappelijk-objectieve periode stammen moeten we deze altijd met een korreltje zout nemen. Ook voor studies van andere aard uit deze periode geldt deze vuistregel. Uitgegeven bronnen die tot stand kwamen in de laatste decennia zijn daarentegen, over het algemeen, meer betrouwbaar, hoewel we de historische kritiek nooit uit het oog mogen verliezen. Daarom gaan we onze kennis die we uit de secundaire bronnen puurden toetsen aan de inhoud van de primaire bronnen die ons overgebleven zijn over de familie van Gryspeere. Gelukkig beschikken wij over een archiefsysteem waarin deze bronnen bewaard zijn gebleven. Hieronder zal ik kort toelichten welke bronnen in waar ingekeken heb. In het Algemene Rijksarchief te Brussel bevinden zich onder het archief van de rekenkamer2 ondermeer nog enkele leenregisters en onder het archief van de grote raad van Mechelen de procesbundels3 van deze instelling. In het Rijksarchief van Brugge waren voor mij vooral de „blauwe nummers‟4 interessant en de aanwezige leenregisters5 van de Burg van Brugge. In het Rijksarchief van Gent wordt de inventaris van de raad van Vlaanderen6 bewaard. In het Rijksarchief van Kortrijk vinden we onder het fonds d‟Ennetières7 alle oorkonden van voor 1500 terug. In het stadsarchief van Brugge bevinden zich de overige leenregisters 8 van de Burg van Brugge en andere bronnen in verband met de Brugse Vrije. In het stadsarchief van Gent vinden we de bronnen van de schepenbank van de keure en van de schepenbank van gedele9 terug.
2
ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers ARA, Grote Raad van Mechelen, Processen in eerste aanleg 4 RAB, Oorkonden blauwe nummers 5 RAB, Leenhof van Brugge 6 RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg 7 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500 8 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge 9 SAG, Reeks 330 3
5
1 De context: Wie of wat is adel? Het is zoals ik al zei niet mijn bedoeling om één waterdichte definitie op het begrip adeldom te plakken. Als we aan adel denken dan worden we spontaan overvallen door de begrippen rijkdom, grondbezit en verschillende opeenvolgende generaties blauw bloed. Maar deze criteria zijn verre van sluitend, zo is de adellijke status geen genetische aangelegenheid, maar heeft het een sociaaleconomische grondslag, zoals blijkt uit het verwerven of net het verliezen ervan.10 Er bestaan daarenboven ook nog andere kenmerken die deze sociale status bepaalden. De afbakening van de elite op grond van uiteenlopende criteria verklaart daarbij de betwistingen over het adellijke statuut, wat eveneens leidt tot een heterogene samenstelling van de adel, die op zijn beurt de diversiteit ervan weerspiegelt.11 Dat adeldom een sociale status was die bepaald werd door uiteenlopende, misschien soms tegenstrijdige, criteria betekent echter niet dat de sociale consensus die in mideleeuws Vlaanderen erover bestond aan grote veranderingen onderhevig was. Het aantal adellijke families in laatmiddeleeuws Vlaanderen blijk relatief stabiel te zijn geweest. 12 De financiële lasten die een adellijke levenswijze met zich meebracht maakten de toegang tot de adelstand immers exclusief genoeg.13 Om een idee te geven: de adel van het graafschap Vlaanderen telde in de periode tussen 1350 en 1500 ongeveer 440 verschillende families.14 Voor het overgrote deel van deze adellijke families geldt dat zij het adellijke statuut pas in de late 14 e of in de 15e eeuw verworven hebben. De Vlaamse adel telde in 1500 ongeveer 250 families waarvan er slechts een honderdtal reeds anderhalve eeuw eerder bekend stonden als van adel.15 Deze edelen vormden zo‟n 0,5procent van de bevolking op een totaal van ongeveer 660.000 inwoners. 16 De in de middeleeuwen grootstad Brugge telde op dat moment zo‟n 40.000 inwoners.17 Om voor onszelf toch een poging te doen om een duidelijk beeld te scheppen van welke elementen nu precies het al dan niet tot het behoren van de adelstand bepaalden volgen we de 10
JANSSENS (P.). De evolutie van de Belgische adel sinds de late Middeleeuwen. Brussel, Gemeentekrediet, 1998, p. 105 11 Ibid., p. 105 12 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 52 13 Ibid., p. 54 14 Ibid., p. 25 15 Ibid., p. 48 16 Ibid., p. 235 17 BUYLAERT (F). Edelen in de Vlaamse stedelijke samenleving. Een kwantitatieve benadering van de elite van het laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Brugge. Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis, 2007, 4, p. 32
6
studie van Buylaert.18 Volgens hem zijn er in het algemeen 5 kenmerken aan te duiden die noodzakelijk waren om van adel te zijn of het te worden; heerlijke machtsuitoefening, een patrilineaire familiestructuur, het geslacht, een welbepaald huwelijkspatroon en het “vivre noblement”.19 In de pagina‟s die volgen zal ik een overzicht geven van wat die verschillende elementen nu precies inhouden.
18
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008 19 Ibid., p. 519
7
Heerlijke machtsuitoefening De slagzin “Omme dat leengoet dat hoecste ende heerlichte dinc vander Werelt es” dekt in feite reeds de lading van het eerste element.20 Dé voorwaarde bij uitstek waaraan de edelman in het middeleeuwse Vlaanderen moest voldoen om als een volwaardig edelman beschouwd te worden was het bezit van grond. De positie van de edelman wordt bij deze dus gekoppeld aan zijn positie als grootgrondbezitter. We mogen dit gegeven echter niet al te simplistisch voorstellen. Het volstond met andere woorden niet om te beschikken over een aantal hectare bos of lgrond. De edelman beschikte dus liefst over een of meerdere landgoederen, waarbij de ingezetenen van deze onderworpen waren aan de macht van de heer, de zongenaamde heerlijke macht.21 Om te begrijpen hoe dit systeem precies in mekaar zat schetsen we eerst even de context. Het graafschap Vlaanderen was in de middeleeuwen niet enkel verdeeld in ambachten en kasselrijen, maar lag ook bezaaid met verschillende leengoederen die een feodaal karakter hadden. Deze feodale leengoederen behoorden tot het leenstelsel. Dit was een hiërarchische structuur die ontstaan was in de nasleep van de val van het Karolingische Rijk. Het centrale gezag brokkelde af en lokale potentaten trokken meer en meer macht naar zich toe. Zij probeerden op hun beurt om hun gezag te vergroten. Daarvoor gaven ze een deel van hun grondgebied of bepaalde rechten over een stuk grond aan hun vertrouwelingen. In ruil daarvoor stond de leenman zijn heer bij met raad en daad bijstaan en was hem ook militaire steun verplicht. De leenmannen dien een uitgestrekt leen kregen toegewezen speelden dan weer op hun beurt leenheer. Op die manier verbrokkelde het graafschap Vlaanderen in een niet te tellen aantal lenen en achterlenen.22 Voor 1200 konden lenen niet verkocht worden, zij waren immers erfelijk en in principe was het de oudste zoon die het leen erfde. 23 Deze fase waarin nieuwe lenen en heerlijkheden gecreëerd werden, was omstreeks 1300 geëindigd.24
20
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 62 21 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 63, DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, 598 p. 76 22 CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 64; DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, 598 p. 73 23 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, 598 p. 74 24 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 113
8
Een leen is dus een opbrengstgoed waarmee een leenheer tegen bepaalde voorwaarden een leenman begunstigde. Een heerlijkheid is een grondleen die samengesteld was uit een stuk leengrond en uit inkomsten op cijnsgronden.25 We mogen het bezitten van een heerlijkheid dus niet volledig gelijkstellen met het bezitten van grond. De heer van een bepaalde heerlijkheid moest immers niet noodzakelijk grondbezitter zijn van deze heerlijkheid. Hij had wel bepaalde rechten over dit gebied, met de term heerlijkheid wordt dan ook het gebied aangeduid waarop deze rechten betrekking hadden. Hoe groter de in het feodale eigendom besloten macht over de ingezeten was, des te sterker de adellijke uitstraling van de heer in kwestie. De heerlijke macht werd immers afgemeten aan de mate waarin de bezitter recht mocht spreken over de ingezetenen. 26 Doordat de heer zowel over deze juridische als bestuurlijke rechten beschikte in zijn heerlijkheid kwam het meer dan eens tot conflicten met de baljuws.27 Verschillende heerlijkheden beschikten immers over een eigen schepenbank en een eigen baljuw. We kunnen ook niet alle lenen over dezelfde kam scheren. Slechts een klein deel van het Vlaamse feodale patrimonium verschafte de leenbezitter in kwestie aanspraak op heerlijke machtsuitoefening en daarmee ook de mogelijkheid om zich als edelman te profileren. Omgekeerd moet beklemtoond worden dat niet elke edelman een leenbezitter was. 28 Het was immers zo dat een leen verkocht kon worden bijvoorbeeld wanneer de heer in geldnood verkeerde.29 Het was dan niet uitsluitend voorbehouden aan andere edelen om dat specifieke leen op te kopen, maar ook rijke burgers konden dat doen indien zij over voldoende kapitaal beschikten. In Vlaanderen was er in de Late Middeleeuwen immers een rijke burgerlijke elite ontstaan die het zich financieel kon permitteren om er een adellijke levensstijl op na te houden. En doordat heerlijke machtsuitoefening het fundament was waarop een adellijke status gebouwd werd kwam het meer dan eens voor dat iemand uit de niet-adellijke elite een leen kocht in een poging om op die manier tot de adelstand verheven te worden. 30 We moeten er dus op wijzen dat de band tussen de adellijke status en het leenbezit in de late
25
DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, 598 p. 75 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 66 27 Ibid., p. 66 28 Ibid., p. 66 29 CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 304 30 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 116 26
9
middeleeuwen al relatief los geworden was, maar machtsuitoefening werd in Vlaanderen tot dan toe nog altijd in eerste plaats met leenbezit geassocieerd.31 Het uitoefenen van bestuurlijke en juridische macht binnen een feodaal patrimonium was dus de hoeksteen van de adellijke status. Maar naast de vraag over welke graad van rechtsmacht de heer beschikte waren er ook nog andere elementen van belang32: Zo speelde ook de omvang en kwaliteit van het grondgebeid een belangrijke rol, hoewel deze eigenschappen van minder belang waren voor de mate waarin een heerlijkheid een aanspraak op een adellijke status van de eigenaar kon schragen.33 Ook het eventuele bezit van een kasteel kon een rol spelen. In de 14e en 15e eeuw was het Vlaamse platteland bezaaid met onroerende goederen die weliswaar bescheidener waren dan een kasteel, het betrof hoeves die op een motteheuvel gebouwd waren en die vervolgens eventueel omgracht of omwald werden; de zogenaamde “moated sites”. Maar ook hier weer is het verband tussen het bezit van een verblijf op het platteland en de adellijke status los. Er waren immers steeds meer en meer rijke families uit de Vlaamse steden die er een buitenverblijf op nahielden.34 Vanuit de aloude de associatie van militaire machtsuitoefening met een hoge sociale status was ook het bezit van militair gekleurde rechten bij de heerlijkheid zeer prestigieus.35 Oorspronkelijk waren aan het leenbezit ook militaire plichten gekoppeld, maar in de 14e en in de 15e eeuw was het overgrote deel van de lenen in Vlaanderen veel te klein geworden om nog met volwaardige militaire verplichtingen te worden belast. Zo was er een situatie gegroeid waarin leenhouders enkel ten strijde moesten trekken indien dit uitdrukkelijk in het denombrement vermeld stond. In het denombrement werden alle rechten en plichten van leenheer en leenman opgesomd en werd het leen nauwkeurig beschreven.36 Voor alle andere lenen waren de militaire verplichtingen van geen tel meer. In 1475 voerde Karel de Stoute zelfs een regeling in waarbij deze militaire plichten afgekocht konden worden, de
31
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 65 32 Ibid., p. 67 33 Ibid., p. 66 34 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 68; CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 13151477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 235 35 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 70 36 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, 598 p. 74
10
zongenaamde “zesde penning”. Dit betekende echter geen ontridderlijking van de Vlaamse adel, want deze “zesde penning” was niet van toepassing op hen.37 De adellijke sociale status in het middeleeuwse Vlaanderen was dus onlosmakelijk verbonden met heerlijke machtsuitoefening. Het bezit van een of meerdere heerlijkheden als bron van machtsuitoefening was van primordiaal belang voor het verwerven en/of het behouden van een adellijke status. Voor iemand die geen beroep kon doen op een heerlijk patrimonium was het moeilijk om een adellijke status te behouden of te verwerven. De heerlijkheid, die rang en status bepaalde, vormde daarenboven ook een bron van inkomsten waarmee een adellijke levensstijl geleid kon worden.38 Leenbezit werd sterk geassocieerd met adelsdom omdat het de noodzakelijke heerlijke macht om van adel te zijn of het te worden hier meestal was in vervat; aangezien de meeste heerlijkheden immers leengoederen waren 39. Andere heerlijkheden hadden een allodiaal karakter en waren met andere woorden niet aan het leenstelsel onderhevig. Net omdat dit leenbezit zo‟n centrale rol speelde in het onderbouwen van de sociale status van een edelman zijn de bewaarde leenregisters van het graafschap Vlaanderen dan ook de meest voor de handliggende bronnen voor het traceren van die Vlaamse edelen.40 Er waren natuurlijk ook nog andere vormen van machtsuitoefening. Deze verschilden weliswaar van de heerlijke macht zoals hierboven beschreven, maar sluiten er toch nauw bij aan. Daarom wil ik hieronder een kort overzicht geven van de voornaamste politieke functies die in het graafschap Vlaanderen voorhanden waren. Met de vestiging van de Bourgondische staat, na de dood van Lodewijk van Male in 1384 en de opvolging van zijn schoonzoon Filips de Stoute, werd de uitbouw van een netwerk van centrale instellingen ingezet.41 Dit netwerk was echter gebaseerd op de krijtlijnen van de structuren die de graven van Vlaanderen reeds uitgetekend hadden. 42 Deze instellingen waren er natuurlijk op gericht om de goede gang van zaken in het graafschap te vrijwaren, maar ook
37
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, pp. 132-134 38 CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 88 39 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 72 40 BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 54 41 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 61 42 SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 25
11
om het centrale gezag uit te bouwen. De vorstelijke staat is er voor 1500 echter nooit in geslaagd om banden te smeden met de meerderheid van de Vlaamse adel.43 De personen die het dichtst bij de vorst stonden waren natuurlijk de kamerheren en de raadsmannen. Raadsheren werden omwille van hun expertise persoonlijk opgeroepen om de vorst bij te staan. Ook dit proces was al onder de graven van Vlaanderen ingezet en overgenomen door de Bourgondische hertogen.44 Functies zoals kamerheer waren reeds in de 13e eeuw erfelijk bezit geworden van bepaalde adellijke families en waren dus eerder symbolisch dan verdienstelijk van aard.45 De rentmeesters waren belast met het innen van de vorstelijke inkomsten. Doordat ook zij rechtstreeks afhankelijk van de vorst waren, waren zij een gedroomd instrument voor de uitbouw van het centrale gezag op lokaal niveau.46 Verder op lokaal niveau vinden we de baljuw terug; hij was een vorstelijke dienaar die belast was met de grafelijke machtsuitoefening in een bepaald ambtsgebied; hij oefende met andere woorden de heerlijke rechten van de vorst uit.47 Het merendeel van de baljuws was afkomstig uit families uit de lagere adel.48 Het baljuwsambt was zeer begeerd omwille van verschillende redenen: het was lucratief, had een raakvlak met de heerlijke machtsuitoefening en er waren enorm veel baljuwfuncties beschikbaar.49 Het ambt was verder onderverdeeld in verschillende graden zoals onder-, poort- en hoofdbaljuw50; helemaal bovenaan stond de souverein-baljuw51 van Vlaanderen. Daarnaast was er ook het ambt van schepen. De leden uit de schepencolleges van de grote Vlaamse steden zoals Gent, Brugge en Ieper beschikten over grote autoriteit, 52 zij vormden
43
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 420 44 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 93 45 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 363 46 SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 23 47 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 41, 63 48 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 85 49 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 41, 364 50 VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, 701 p. 122 51 SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 25; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, 701 p. 7 52 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 41
12
immers de draaischijf van de lokale besluitvorming.53 De schepenbanken van de Vlaamse steden werden onder het Bourgondische bewind jaarlijks aangesteld door hertogelijke commissarissen, met uitzondering van Gent tot in 1453.54 De schepenen van het Brugse Vrije werden voor het leven benoemd en waren in principe onafzetbaar.55 Niet alle instellingen waren echter afhankelijk van het centrale gezag. Als stok achter de deur tegen de centrale macht, en tegen de vorstelijke willekeur, bestond er de Staten van Vlaanderen.56 De Staten vormde een eigen machtcentrum op zich en onderhield niet altijd even vriendschappelijke relaties met de vorst.57 Het college der leden bestond uit afgevaardigden van de magistraten van Gent, Brugge, Ieper en het Brugse Vrije (alhoewel deze laatste niet altijd erkend werd als vierde lid). Het aantal afgevaardigden varieerde volgens het belang van de vergadering, maar lag gemiddeld op drie per lid.58 De aangekaarte onderwerpen op de representatieve vergaderingen waren zowel fiscaal, politiek, publiek- en privaatrechtelijk als economisch van aard.59 Omdat de Leden hun afgevaardigden rekruteerden uit de elite van hun kwartier valt het belang van een bepaalde familie af te wegen door na te gaan in hoeveel van de vier Leden de familie ingewerkt was.60
53
BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 72 54 Ibid., p. 87 55 BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 88; BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 35 56 BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 129 57 Ibid., p. 127 58 Ibid., p. 135 59 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 95 60 BUYLAERT (F.). Gevaarlijke tijden. Een vergelijking van machtsverwerving en machtsbehoud bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Holland en Vlaanderen. Tijdschrift voor geschiedenis, 2006, 119, p. 325
13
Patrilineaire familiestructuur Het tweede fundament waarop de adellijke status gebouwd werd is de patrilineaire familiestructuur die bepaalde waarop het familiale patrimonium van de ene op de volgende generatie werd overgedragen. Het was de bedoeling van de adellijke families dat hun eigendommen, zowel roerend als onroerend, liefst zo intact en volledige mogelijk overgedragen werden naar de volgende generatie. Het familiale patrimonium zorgde er immers voor dat de erfgenamen de adellijke levensstijl konden voortzetten en dat de familie de adellijke status kon behouden. Het nageslacht kon die status logischerwijze enkel voortzetten indien het patrimonium intact werd gehouden bij de erfdeling.61 Het was echter precies door de verschillende erfdelingen dat de permanente belangen van een geslacht, namelijk het behoud, de symbolische continuïteit en het economische welzijn van het geslacht in kwestie, op de helling kwam te staan.62 Het gewoonterecht in het graafschap Vlaanderen, dat vooral de rechten van de familie verdedigde, zou er echter voor zorgen dat deze risico‟s beperkt bleven. 63 In het graafschap Vlaanderen kreeg het leenrecht in de late twaalfde en dertiende eeuw een patrilineair karakter. Het werd toen de algemene regel van het feodale erfrecht dat het patrimonium steeds toeviel aan de oudste mannelijke erfgenaam van de erflater64. Jongere zonen en dochters kregen een kleiner recht op het feodale nalatenschap, het zogenaamde “verderdingsrecht”.65 Er waren natuurlijk nog andere mogelijkheden om het patrimonium van een al te sterke verdeling te vrijwaren. Zo kon men ervoor zorgen dat een aantal kinderen buiten de verdeling van de erfenis bleven door ze bijvoorbeeld naar kloosters te sturen. Dit bespaarde de families niet enkel een heleboel problemen bij de erfenis, maar zorgde ook prestige en verzekerde het
61
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 76 62 DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 9 63 BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, p. 217 64 DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 8 65 BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, p. 217; BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 77
14
zielenheil van de familie. Omdat clerici ook vaak vertegenwoordigd waren in bestuurlijke instellingen kunnen we dit ook zien als een politieke investering.66 Het leenrecht was er dus op gericht op het leenpatrimonium zo ongeschonden mogelijke aan de oudste mannelijke erfgenaam over te dragen. Waarbij in de mate van het mogelijke rekening gehouden werd met de jongere erfgenamen67. Deze grondtrekken van het Vlaamse leenrecht waren tegen 1300 gevormd en hebben in de 14e en in de 15e eeuw nog nauwelijks wijzigingen ondergaan.68 Het familiepatrimonium van de adellijke families bestond in late middeleeuwen echter niet uitsluitend uit feodale goederen; dat maakte het mogelijk dat andere goederen wel gelijkmatig verdeeld konden worden onder de verschillende nakomelingen. De verdeling van niet-feodale goederen van een adellijk kerngezin gebeurde immers volgende de regels van het allodiale recht en dat had een meer egalitair karakter.69 Deze verervingtactiek had natuurlijk belangrijke gevolgen voor de verschillende individuen binnen het kerngezin en binnen de adellijke familie. De al dan niet adellijke status van een individu was onlosmakelijk verbonden met zijn plaats in de kinderrij van het kerngezin.70 De prioriteit lag bij het verzekeren van de vooraanstaande status van de oudste zoon. Indien het mogelijk was werd ook de vooraanstaande status van de andere kinderen verzekerd. Maar hun belangen kwamen steeds op de tweede plaats indien de omstandigheden het adellijke gezin tot een keuze dwongen.71 Tegelijk met het bevoordelen van de oudste mannelijke erfgenaam betekende dit “stamvadermodel” tegelijkertijd dat dochters sowieso gediscrimineerd werden. Dit patrilineaire model ging immers via de mannelijke lijn terug op een gemeenschappelijke stamvader en was gebaseerd op de ongelijkheid tussen jongens en meisjes72. Vrouwen hadden echter geen memorabele voorvaderen en verdwenen dan ook, eens uitgehuwelijkt, uit de
66
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 71; CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 13151477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 218 67 CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 214 68 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 77; DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 8 69 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 78 70 Ibid., p. 78 71 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 78; CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 13151477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 214 72 CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 214
15
lignage.73 De situatie voor bastaardkinderen lag nog anders; een bastaard kon in feite enkel erven van zijn moeder en kon ook geen erflater zijn. Het is echter niet zo dat zij volledig aan hun lot werden overgelaten want zij konden net als wettige kinderen ingezet worden om sociale netwerken op te bouwen.74 Daarom werd zijn afstamming erkend en nu en dan zelfs gelegitimeerd, maar het zou desalniettemin altijd een tweede plaats toegeschreven krijgen.75 Het patrimoniaal gestructureerde leenrecht was dus zonder twijfel de belangrijkste steunpilaar voor het voortzetten van de adellijke familie. Een logisch gevolg daarvan was dat de adellijke naam van een familie sterk gekoppeld werd aan het bezit van een bepaalde heerlijkheid76. Het was dan ook heel prestigieus voor een adellijke familie om de heerlijke titel te dragen van het leengoed waaraan de familienaam ontleend was.77 Het grootste deel van de Vlaamse adellijke families was omstreeks 1500 echter al lang niet meer in het bezit van het oorspronkelijke titelgoed.78
73
DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 9 74 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 79 75 CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 224 76 DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 10 77 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 143 78 Ibid., p. 82
16
Het geslacht Hierboven lazen we dat de oudste zoon het stamgoed van de familie erfde, maar tegelijkertijd erfde hij ook een verantwoordelijkheidsrol, namelijk die van “pater familias”. In ruil voor zijn goede zorgen kreeg hij trouw en gehoorzaamheid van de overige familieleden. Daarbij groeiden na verloop van tijd uit één adellijk kerngezin meerdere nieuwe kerngezinnen,
die
vaak
ook
een
adellijke
status
hadden.79
Het
geheel
van
verwantschapsrelaties die tussen deze verschillende kerngezinnen bestond heten wij het geslacht. Dit geslacht omvatte alle personen die aan hun gedeelde stamvader een collectief identiteitsbesef ontleenden.80 De samenwerking binnen en tussen deze kerngezinnen was zowel de bouwsteen van hun collectieve maatschappelijke macht als een dreigende splitzwam binnen het geslacht. 81 Binnen een geslacht zijn er immers verschillende spanningsvelden te onderscheiden. Een eerste spanningsveld is dat tussen de wensen van het individu en die van het collectief. We weten bijvoorbeeld dat het huwelijk algemeen genomen geen kwestie was van liefde, maar eerder van tactische overwegingen vanuit de familie in een poging om het patrimonium te verstevigen en/of uit te breiden. Een tweede spanningsveld bestond tussen de verschillende leden van één kerngezin, waarbinnen de oudste zoon altijd bevooroordeeld werd tegenover de andere kinderen. De status van het individu werd verder niet enkel bepaald door zijn plaats binnen het kerngezin, maar ook door zijn plaats binnen de lignage. Een derde spanningsveld is dat tussen de verschillende kerngezinnen van het geslacht. Zij behoorden wel allen tot dezelfde clan, maar stonden niet allemaal even hoog op de ladder.82 Omdat er voor de families van de adellijke elite meer aanleiding tot spanning was, omdat het beheer van de grote rijkdom ongelijke kosten en baten voor de verschillende familieleden met zich meebracht, moest de familie zichzelf voorzien van een anti-conflictsmechanisme.83 Conflicten tussen familieleden werden immers strijdig geacht met het ideaal van solidariteit
79
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 88 80 BUYLAERT (F.). Gevaarlijke tijden. Een vergelijking van machtsverwerving en machtsbehoud bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Holland en Vlaanderen. Tijdschrift voor geschiedenis, 2006, 119, pp. 323 81 BUYLAERT (F.). Familiekwesties. De beheersing van vetes en private conflicten in de elite van laatmiddeleeuws Gent. Tijdschrift voor Stadsgeschiedenis, 2007, 2, p. 2 82 BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, p. 217 83 BUYLAERT (F.). Familiekwesties. De beheersing van vetes en private conflicten in de elite van laatmiddeleeuws Gent. Tijdschrift voor Stadsgeschiedenis, 2007, 2, p. 2
17
binnen het kerngezin en binnen het geslacht. Interne conflicten werden bijgevolg in de eerste plaats door de familie (in bronnen geduid als “vrienden en magen”) zelf opgelost.84 Het belang van de familie stond dus altijd op de eerste plaats. De onderlinge solidariteit en een systeem van risicospreiding moest ervoor zorgen dat de familiale machtsbasis ongeschonden bleef tijdens eventuele crisismomenten. De samenwerking in familieverband was niet enkel noodzakelijk om conflicten in te dammen, maar ook om een positie hoger op de adelladder te bereiken en om bepaalde verworvenheden te beschermen. Zo hadden de adellijk
families
een
reeks
gedeelde
sociale
en
politieke
belangen
zoals
de
vertegenwoordiging in het stadsbestuur en in andere al dan niet lokale instellingen.85 Ook het huwelijk van een edelman of een edelvrouw stond, zoals hierboven reeds vermeld, in het teken van het familiale belang; denken we maar aan het veelvuldig voorkomen van dubbele huwelijken waarbij 2 personen uit één kerngezin of één geslacht huwen met 2 personen uit een ander kerngezin of geslacht. Huwen was geen kwestie van gevoelens of emoties, de besluitvorming lag in hoge mate bij de familie, eerder dan bij het individu.86 Het huwelijk was een speelbal geworden in de handen van het geslacht omdat adeldom vanaf de 13e eeuw in Vlaanderen zowel via vader- als via moederszijde overdraagbaar was.87 Daarom was het belangrijk voor de familie dat zij zelf konden beslissen wie met wie huwde. Via een huwelijk met een andere edelman of edelvrouw kon de adellijke status en het heerlijke patrimonium versterkt en/of uitgebreid worden. Via het huwelijk met iemand uit de rijke burgerlijke elite kon men de financiële kas van de familie spijzen. Verwantschap en huwelijk vormden het draagvlak van uitgebreide adellijke netwerken die nadrukkelijk bevestigd en versterkt werden door dooprelaties en voornamgevignspatronen.88 Sociale netwerken speelden een grote rol in het leven van de laatmiddeleeuwse Vlaamse adel en er waren ook nog andere vormen van “networking”. Een meer ongelijke vorm van netwerkvorming was die van de patronage, het uitwisselen van bescherming, gunsten en of diensten tussen ongelijke partners. Zo kon iemand van de hoge adel patronagerelatie aangaan met iemand uit de lage adel of uit de niet-adellijke elite. Dergelijke relaties werden met
84
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 86 85 BUYLAERT (F.). Gevaarlijke tijden. Een vergelijking van machtsverwerving en machtsbehoud bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Holland en Vlaanderen. Tijdschrift voor geschiedenis, 2006, 119, p. 327; BUYLAERT (F.). Familiekwesties. De beheersing van vetes en private conflicten in de elite van laatmiddeleeuws Gent. Tijdschrift voor Stadsgeschiedenis, 2007, 2, p. 2 86 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 89 87 Ibid., p. 93 88 Ibid., p. 101
18
andere woorden aangewend om contacten aan te knopen met personen die buiten de door de eigen sociale positie beperkte ruimte van het huwelijk vielen.89 Doordat de adeldom geen individuele , maar een familiale aangelegenheid was wordt ook het veranderlijke karakter er van verklaard. De maatschappelijke positie van een adellijke familie was immers aan verandering onderhevig. Het in stand houden van deze positie vereiste een bestendige zorg. Een zorg die geörchestreerd werd binnen het geslacht. We mogen immers niet vergeten dat adeldom niet onvergankelijk was. Geslachten verdwenen en verschenen en men kan adeldom dan ook omschrijven als een graduele eigenschap: men werd minder of men werd meer van adel.90 Adeldom was dus een individuele sociale status die in hoge mate ingebed was in een familiale structuur.91
Het
familiale
netwerk
fungeerde
als
een
sociaal
en
politiek
samenwerkingsverband en werd gevormd door een reeks besluitvormingsmechanismen die het voortbestaan van het geslacht moesten verzekeren en interne conflicten moesten verhinderen.92 De gemeenschappelijke afstamming van een voorouder in mannelijke lijn vormde het geslachtsbewustzijn. Een bewustzijn dat bijvoorbeeld sterk naar voren kwam in het wapenschild.93
89
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 106 90 JANSSENS (P.). De evolutie van de Belgische adel sinds de late Middeleeuwen. Brussel, Gemeentekrediet, 1998, p. 107 91 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 107 92 BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, p. 217; BUYLAERT (F.). Gevaarlijke tijden. Een vergelijking van machtsverwerving en machtsbehoud bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Holland en Vlaanderen. Tijdschrift voor geschiedenis, 2006, 119, p. 323 93 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 94
19
Huwelijkspatroon Het huwelijk, en daarmee gepaard gaande het opzetten van verschillende netwerken via het huwelijk, was voor de laatmiddeleeuwse edelen een belangrijke aangelegenheid. Het huwelijk bood immers voor de familie het ideale middel om via een alliantie met een andere adellijke familie het familiale patrimonium uit te breiden. De in Vlaanderen vastgestelde obsessie om huwelijksnetwerken ook tijdens crisissen in stand te houden wijst er daarenboven op dat de adel maar al te goed wist dat familiale netwerken de basis vormden voor hun macht en status.94 De Vlaamse adel zag zich echter genoodzaakt om niet alleen huwelijksbanden aan te knopen met andere adellijke families maar ook met families van de gegoede burgerlijke elite. Een huwelijk met iemand uit deze klasse zorgde immers voor een ware kapitaalsinjectie. Een alliantie met een adellijke familie kon op haar beurt een opgang in de adelstand betekenen voor een burgerlijke familie, indien de troeven goed werden uitgespeeld. De voorkeur van de Vlaamse adel zou echter altijd uitgaan naar een andere adellijke familie, maar de aanwezigheid van een grote, rijke en machtige burgerlijke elite maakte het niet opportuun om deze logica tot het uiterste door te drijven.95 De huwelijksnetwerken van een respectabele Vlaamse adellijke familie waren al bij al vrij open, althans voor burgers die tot de maatschappelijke elite van het graafschap behoorden.96 De uitgebreide netwerken van de Vlaamse adel had diepe vertakkingen in de burgerlijke elitenetwerken van stads- en kasselrijbesturen;
vooral
Brugse
en
Gents
patriciërs
waren
graag
geziene
huwelijkskandidaten.97 De hoge adel vormde hierop een uitzondering, want zij vormden een eigen huwelijksnetwerk. Wanneer er gebrek aan geschikte huwelijkskandidaten in de eigen omgeving dreigde werd er simpelweg over de grens gezocht.98 Net omdat het huwelijk zo‟n belangrijke aangelegenheid was, speelde ook hier de familie de belangrijkste beslissende rol. De partnerkeuze werd zelfden of nooit gebaseerd op affectieve
94
BUYLAERT (F.). Gevaarlijke tijden. Een vergelijking van machtsverwerving en machtsbehoud bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Holland en Vlaanderen. Tijdschrift voor geschiedenis, 2006, 119, p. 327 95 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 287 96 Ibid., p. 286 97 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 285; DUMOLYN (J.). Staatsvorming en vorstelijke ambtenaren in het graafschap Vlaanderen (1419-1477). Leuven, Garant, 2003, p. 190 98 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 512
20
gevoelens, maar werd geregeld door de familie, vaak al lang voor een effectief huwelijk tussen twee kinderen mogelijk was.99 Om daarbij het risico van een kinderloos huwelijk te ontlopen werden vaak ook dubbele huwelijken opgezet. Het ontbreken van een legitieme opvolger kon immers een versnippering van het patrimonium betekenen.100 Een opmerkelijke rol in dit gegeven is de rol van de vrouw. Iemand van het vrouwelijke geslacht uithuwelijken betekende immers de kost van een bruidschat bestaande uit geld of roerende goederen. In dat opzicht was het interessanter om een dochter naar een klooster te sturen. Dat bracht zoals hierboven reeds vermeld enkele voordelen met zich mee. Bovendien kwam het deel van het familiale patrimonium waar zij recht op had na haar dood terug bij de lignage, aangezien zij geen kinderen naliet.101 En toch werden niet alle dochters in kloosters gestopt, en dat omwille van hun inzetbaarheid als sociaal bindmiddel in wat Bourdieu omschrijft als een uitwisseling van kapitaalsoorten.102 Dit zijnde een uitwisseling tussen economisch kapitaal, de bruidschat, en het sociaalsymobilische kapitaal, de familiale sociale positie. De vrouw was met andere woorden een pion in de mannelijk-gekleurde sociale strategieën van het adellijke geslacht.103 De patrimoniale logica was ook hier aanwezig en bestond er in om de status van de dochter te verzekeren, door haar geld en roerende goederen mee te geven. De grond, de hoeksteen van het familiebezit, werd echter zo goed en zo kwaad als mogelijk binnen de eigen lignage gehouden.104
99
CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 202 100 Ibid., p. 204 101 DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 13 102 DUMOLYN (J.). Staatsvorming en vorstelijke ambtenaren in het graafschap Vlaanderen (1419-1477). Leuven, Garant, 2003, p. 186 103 DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 22 104 Ibid., p. 14
21
Vivre noblement De adellijke levenswijze was tot in de 16e eeuw gebaseerd op het bezitten van een heerlijkheid met rechtsmacht, grondheerlijkheid met daaraan gekoppeld rechten van bestuurlijke, gerechtelijk en militaire aard.105 Maar het al dan niet behoren tot de adelstand steunde niet enkel en alleen op feiten, het was ook een kwestie van appreciatie, een vorm van sociale status die bepaald werd door sociale profilering en perceptie. Over adeldom werd niet alleen geoordeeld door de edelen zelf, maar ook door niet-edelen. Om als edelman gezien te worden moest men met andere woorden ten eerste door de andere edelen in hun selecte clubje aanvaard worden en moest men ten tweede ook door de niet-edelen als zodanig aanzien worden. Om dat proces te begunstigen was het zaak voor de edelman om zich dan ook van het gewone volk te onderscheiden en zichzelf uit te geven voor edelman. 106 De middelen die daarvoor aangewend werden kunnen we omschrijven als het “vivre noblement”. We lazen voordien al dat de Vlaamse adel erg actief was op het gebied van netwerken. Ware het nu huwelijksnetwerken, vriendschapsnetwerken of patronagenetwerken. Het was sowieso de bedoeling dat de familie hun status bevestigd zag. Appreciatie van andere adellijke families kon ondermeer verkregen worden door huwelijksbanden aan te gaan met hen. Het aanzien van bijvoorbeeld families van burgerlijke elite werd verkregen door patronagebanden aan te gaan met hen. In beide gevallen werd de status van de familie in kwestie bevestigd.107 Een tweede middel van profilering was het gebruik van aanspreektitels. 108 Onder adellijke titels verstaan we eervolle onderscheidingen die gedragen worden door edellieden. Deze titels werden vooral door geboorte overgedragen en er was meestal weinig verdienste aan verbonden109. En uitzondering op deze regel is de titel van “ridder”, een titel die niet overdraagbaar was van de ene generatie op de andere generatie. In de middeleeuwen was het zelfs ook mogelijk voor niet-edelen om deze titel te verwerven aangezien deze steeds door verdienste verkregen werd. Via de procedure van de ridderslag kwam er tegelijk ook nieuw 105
JANSSENS (P.). De evolutie van de Belgische adel sinds de late Middeleeuwen. Brussel, Gemeentekrediet, 1998, p. 120 106 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 110; JANSSENS (P.). De evolutie van de Belgische adel sinds de late Middeleeuwen. Brussel, Gemeentekrediet, 1998, p. 106 107 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 106; JANSSENS (P.). De evolutie van de Belgische adel sinds de late Middeleeuwen. Brussel, Gemeentekrediet, 1998, p. 106 108 JANSSENS (P.). De evolutie van de Belgische adel sinds de late Middeleeuwen. Brussel, Gemeentekrediet, 1998, p. 106 109 BOSSUYT (S.). Rijke stinkerds. Editie en analyse van de middleeeuwse grafschriften te Ieper (1118-1566). Leuven, Universiteit Leuven (onuitgegeven licenciaatserhandeling), 2000, 2delen.
22
bloed in de adelrangen. De niet edelen die geridderd werden, werden echter wel gerekruteerd uit de bovenste lagen van de burgerij.110 Zowel edelen als niet-edelen moesten voor deze titel dus steeds de ridderslag krijgen. Dit was een zeer prestigieuze en kostbare aangelegenheid, wat het in feite een privilege voor de hogere adel maakte. Maar voor of na een veldslag, bij een troonsbestijging of bij een blijde intrede werden ook mensen van de lagere adel en van de burgerij geridderd.111 Een voorbeeld dat we kunnen aanhalen om te illustreren dat het dragen van een titel er wel degelijk toe deed is een bron uit 1515 waarin een edelman uit het Brugse Vrije richtlijnen opstelde voor het concreet aanspreken en aanschrijven van de verschillende edellieden uit het vrije.112 Natuurlijk zijn er ook nog andere aanspreektitels, zoals ambtstitels, maar deze wijzen niet automatisch op een adellijke afkomst.113 Ook het militaire aspect was een van de pijlers van het “vivre noblement”. Het ideaal van de edelman werd bepaald door ridderlijk waarden zoals eer, moed en deugd. Vanuit deze optiek kon de edelman in kwestie niet anders dan deel te nemen aan veld- en kruistochten en andere militaire ondernemingen. Wie zich niet aan dit ideaal hield riskeerde sociaal gedegradeerd te worden. Zoals reeds eerder vermeld waren deze militaire plichten verbonden aan het leenbezit. In laatmiddeleeuws Vlaanderen waren echter nog enkel die lenen waarvan het expliciet zo in het denombrement vermeld stond belast met militaire verplichtingen. 114 Samen met het veranderende karakter van oorlogsvoering tijdens de late middeleeuwen werd de rol van de adel binnen het leger minder belangrijk. Van een ontridderlijking van de Vlaamse adel was er echter geen sprake.115 Gekoppeld aan het militaire was het in het dagelijkse leven dragen van een zwaard het uiterlijke kenteken van uitstek bij de adel.116 In laatmiddeleeuws Vlaanderen bleven adeldom en het militaire aspect hand in hand gaan, maar de krijgshaftige levensbeschouwing was niet meer exclusief voor de adel alleen.117 Ook het benadrukken van de band met het voorgeslacht was onderdeel van het “vivre noblement”. De edelman had immers zijn status geërfd van zijn ouders. Samen met het benadrukken van de plaats binnen een stamboom kwam ook het benadrukken van de plaats 110
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 33 111 Ibid., p. 29 112 Ibid., p. 222 113 BOSSUYT (S.). Rijke stinkerds. Editie en analyse van de middleeeuwse grafschriften te Ieper (1118-1566). Leuven, Universiteit Leuven (onuitgegeven licenciaatserhandeling), 2000, 2delen. 114 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 132 115 Ibid., p. 133 116 Ibid., p. 136 117 Ibid., p. 135
23
binnen een geslacht. Dat dit geslacht een belangrijke rol speelde in het leven van de edelman lazen we hierboven al. Bij de oudste adellijke families was de geslachtsnaam veelal afgeleid van het oorspronkelijke grondbezit dat de familie de status van heer en dus ook van edelen had gegeven.118 Adellijke families die de oorspronkelijke heerlijkheid niet meer in beslag hadden probeerden dan ook om die heerlijkheid terug te verwerven of om enig ander goed naar de familie te laten vernoemen.
119
Wanneer de heerlijkheid een kasteel bevatte, of een
versterkte hoeve leidde dat tot een hoger prestige voor de familie. Ook het bezit van zwanen op het landgoed, of het jagen met valken wijst op een adellijke afstamming.120 Anderzijds was er ook het fenomeen dat de plattelandsadel investeerde in onroerend goed binnen de stad. 121 Edelen verwezen met hun stadswoning dan wel uitdrukkijk naar hun heerlijkheid, en dit opnieuw om hun adellijke status tegenover de stedelijke bevolking te illustreren. Waarschijnlijk was er sprake van een seizoensgebonden ritme waarbij ze afwisselend in hun stadshuizen en in hun hoeve op hun heerlijkheid woonden.122 Het behoren tot een bepaald geslacht werd niet enkel benadrukt via de familienaam maar ook via het wapenschild. Zo‟n schild leende zich ideaal tot het uitdrukken van iemand zijn sociale positie.123 Het is echter zo dat ook het wapenschild geen exclusief adellijk fenomeen is. Een letterlijk en figuurlijk laatste manier om aan te tonen dat men tot de adelstand behoorde is via het graf en de aantekeningen die op het grafzerk aangebracht werden. De memoriacultuur was van groot belang voor de adellijke status, het was immers de laatste kans om zich tegenover de geloofsgemeenschap te profileren als edelman of edelvrouw. Memoria, ook de memoria-architectuur van groot belang voor de veruiterlijking van de adellijke status. Het graf was de laatste kans om zich tegenover de geloofsgemeenschap als lid van de maatschappelijke elite te profileren.124 De voorkeur van de edelen ging er naar uit om zich in de parochiekerk van hun heerlijkheid te laten begraven. Het hebben van een graf in een kerk was immers een kwestie van prestige.125 Waar de persoon in kwestie precies begraven werd is een van de weinige zaken die weinig of
118
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 138 119 Ibid., p. 144 120 Ibid., p. 137 121 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 68; CARON (M.-T.). 1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, p. 235 122 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 467 123 Ibid., p. 154 124 Ibid., p. 155 125 Ibid., p. 157
sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen.
sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen.
24
niet bepaald werd door het geslacht. Het was eerder een persoonlijke keuze, hoewel die keuze onderworpen was aan de wetgeving van die tijd.126 Zo was het in principe verboden voor parochianen van een bepaalde parochie om in een andere parochie begraven te worden. Het grafmonument bood verschillende mogelijkheden om zich te profileren en dat probeerde men dan ook maximaal te benutten. Op het graf vinden we doorgaans de titel, de heerlijke eigendommen en de de namen van ouders en echtgeno(o)t(e) van de persoon in kwestie terug. Soms vermelde het graf ook kleine biografieën. Ook wapenschilden werden heel vaak op het monument geplaatst.127 Voor de lage adel waren vloerzerken de regel in de late middeleeuwen; de hoge adel verkoos daarentegen eerder om begraven te worden onder een tombe, alhoewel dit nu en dan ook het geval was voor een lid van de lage adel.128
126
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 158; BOSSUYT (S.). Rijke stinkerds. Editie en analyse van de middleeeuwse grafschriften te Ieper (1118-1566). Leuven, Universiteit Leuven (onuitgegeven licenciaatserhandeling), 2000, 2delen. 127 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 163; BOSSUYT (S.). Rijke stinkerds. Editie en analyse van de middleeeuwse grafschriften te Ieper (1118-1566). Leuven, Universiteit Leuven (onuitgegeven licenciaatserhandeling), 2000, 2delen. 128 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 160
25
Tussentijds besluit Via deze 5 elementen zijn we dus enigszins in staat om de adelstand in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen af te bakenen. Het is ook wel duidelijk dat deze 5 kenmerken nauw verweven zijn met elkaar en niet in staat zijn om op hun eigen te staan. Geen “vivre noblement” zonder heerlijke macht, geen patrilineaire familiestructuur zonder een allesbeheersend geslacht. Het werd ook duidelijk dat eigenlijk weinig of geen elementen exclusief voorbehouden waren aan de adel. Het is tussen 1350 en 1500 ook niet zinvol om een sociaaldemografische scheidingslijn te trekken tussen adellijke en niet-adellijke geslachten die samen de elite van het laatmiddeleeuwse Vlaanderen vormden.129 Op gebied van levensstijl, bezit en macht waren er weinig verschillen tussen de meeste edelen en de rijke burgers, zodat het van beklemtonen van het behoren tot de adelstand, via de verschillende criteria, van essentieel belang werd om zich als zodanig te profileren.130
129
BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 131 130 Ibid., p. 174
26
2 De familie van Gryspeere: individuele gegevens Hieronder publiceer ik de resultaten van mijn onderzoek naar de individuen die deel uitmaakten van de familie van Gryspeere tussen medio 14e en begin 16e eeuw. De gegevens zijn afkomstig uit zowel primaire als secundaire bronnen. De gepubliceerde resultaten zijn dus afkomstig uit een vergelijkende studie. Per gegeven staat dan ook in voetnoot welke bronnen ik aangewend heb. Ik vermelde al dat bronnen zoals 19e eeuwse genealogieën niet altijd even betrouwbaar zijn, daarom heb ik ook de gegevens die ik maar in één “onbetrouwbare” bron teruggevonden heb gecursiveerd. Centrale thema‟s hier zijn burgerlijke stand, titels, eigendom en functies. De naam van de familie van Gryspeere heb ik geüniformiseerd wegens het voorkomen van al te verschillende schrijfwijzen. Ook voor de voornamen heb ik dat gedaan. De geslachtsnamen van de aangetrouwde families heb ik zo goed als mogelijk in de oorspronkelijke vorm gelaten.
27
Jan van Gryspeere, Heer van Gryspeere131 Volgnummer: 1A1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Man/vrouw: [voornaam onbekend] van Ogierlande132 (1A2) Huwelijk: Kinderen: Jan van Gryspeere133 (2A1) Katerien van Gryspeere134 (2B1) Titels: Ridder135 Functies: Baljuw van Ieper136 van 5 mei 1376 tot 11 januari 1378137 en van 11 maart 1386 tot 17 september 1386138 Hoogbaljuw van Ieper in 1378139 Baljuw van Brugge tussen 1380 en 1381140 Beheerder van de Spijker te Ieper tussen 1386 en 18 januari 1387141
131
DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 ; DIEGERICK (I. L. A.). Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux archives de la ville d'Ypres. Brugge, 1853, deel I, p. 233 132 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 133 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 134 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 135 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2879; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14541, fol. 13 r.; SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 279; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 80; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 630; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 ; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel V, p. 315 136 SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 140 137 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 93, 118, 134, 160, 266, 311, 332, 335, 385, 386 ; DIEGERICK (I. L. A.). Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux archives de la ville d'Ypres. Brugge, 1853, Deel I, p. 212 138 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14541, fol. 13 r. – 16 v.; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 630 139 DIEGERICK (I. L. A.). Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux archives de la ville d'Ypres. Brugge, 1853, deel I, p. 212 140 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 375 ; FINOT (J.). Inventaire sommaire des départementales antérieures à 1790. Nord. Série B: Archives civiles: Chambre des Comptes de Lille. Lille, Danel, 1877-1906, deel VII, p. 8
28
Schepen van het Brugse Vrije142 in 1402143 Raadsman144 en kamerheer145 van graaf van Vlaanderen Lodewijk van Male Eigendom: Opmerking: [voornaam onbekend] van Ogierlande146 Volgnummer: 1A2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Dankart van Ogierlande147 Man/Vrouw: Jan van Gryspeere (1A1)148 Huwelijk: Kinderen: Jan van Gryspeere149 (2A1) Katerien van Gryspeere150 (2B1) Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
141
SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 279 142 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 85 143 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2879; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3331 144 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 47047, fol. 13 r.; SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, pp. 58-59 ; DIEGERICK (I. L. A.). Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux archives de la ville d'Ypres. Brugge, 1853, Deel I, p. 233; NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 93; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 292 145 DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 146 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 147 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 148 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 149 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 150 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292
29
Jan van Gryspeere, Heer van Gryspeere, Ogierlande en Egem151 Volgnummer: 2A1 Geboorte: Sterfte: 30 mei 1435152, ligt begraven te Torhout, naast zijn vrouw Margeriet Langheraert153 Ouders: Jan van Gryspeere154 (1A1) [voornaam onbekend] van Ogierlande155 (1A2) Man/vrouw: Margeriet Langheraert156 (2A2) Alice van Heule157 (2A3) Huwelijk: Huwt op 9 oktober 1418 met Alice van Heule te Wijnendale158 Kinderen: Uit zijn eerste huwelijk: Jacqueline van Gryspeere159 (3A1) Uit zijn tweede huwelijk: Margeriet van Gryspeere160 (3B1) 151
SAG, Reeks 330, reg. 17, 1421-1422, fol. 63 r.-v. 65 r., 69r.; SAG, Reeks 330, reg. 18, 1424-1425, fol. 68 r.; RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8636; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 152 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 153 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 154 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 155 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 156 DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, Deel I, pg. 517; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450 ; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; 157 RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8636; SAG, Reeks 330, reg. 17, 14211422, fol. 69 r.; DAUCHY (S.). De Vlaamse appels bij het parlement van Parijs: een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en soevereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode. Gent, 1992, p. 380; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 158 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 159 DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, Deel I, pg. 517; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450 ; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360; 160 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892
30
Isabel van Gryspeere161 (3C1) Leyman van Gryspeere162 (3D1) Jacques van Gryspeere163 (3E1) Willem van Gryspeere164 (3F1) Philipotte van Gryspeere165, bastaardsdochter (3X1) Titels: Functies:
Ridder166 Baljuw van Veurne van 27 juli 1424 tot 9 juli 1427167 Burgemeester van de commune van het Brugse Vrije168 Schepenen van het Brugse Vrije vanaf 1410 tot aan zijn dood169
161
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 162 Ibid., p. 293 163 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 60 v.; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 23 v.; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, Deel I, pg. 517 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 164 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 165 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 5 166 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14011, fol. 103 r.; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21799, fol. 20 r.; SAB, Politieke charters, 1e reeks, nr. 942; SAG, Reeks 330, reg. 18, 1424-1425, fol. 68 r.; SAG, Reeks 330, reg. 17, 1421-1422, fol. 63 r.-v. 65 r.; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2425, 3340, 3346, 3348, 3349, 3350, 3352, 3373, 3379, 3382, 3387, 6822, 6824, 7161; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p 94, 103; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 648; DAUCHY (S.). De Vlaamse appels bij het parlement van Parijs: een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en soevereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode. Gent, 1992, p. 380; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 10931794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 109; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 167 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14011, fol. 103 r. – 177 v.; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 648; DAUCHY (S.). De Vlaamse appels bij het parlement van Parijs: een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en soevereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode. Gent, 1992, p. 380 168 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 169 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2425, 3340, 3346, 3348, 3349, 3350, 3352, 3373, 3379, 3382, 3387, 6822, 6824, 7161; SAB, Politieke charters, 1 e reeks, nr. 934, 942; SAB, Fonds van de Bogardenschool, Cartularium B, fol. 62 v. – 63; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 540; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 1093-1794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 108-109, 131; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292
31
Eigendom:
Opmerking:
Afgevaardigde van de Staten van Vlaanderen voor het Brugse Vrije vanaf 1410170 Hield een leengoed binnen de parochie van Oudenburg171, dit goed werd later geërfd door zijn zoon Jacques van Gryspeere (3E1) Het leengoed Gryspeere, het leengoed Te Walle en het leengoed Deefackere172 Jan bezat ook een rente over de gemeente Wevelgem173 Werd Heer van Ogierlande via zijn moeder174
Margeriet Langheraert Volgnummer: 2A2 Geboorte: Sterfte: 21 april 1414175, ligt begraven te Torhout, naast haar man Jan van Gryspeere176 Ouders: Willem Langheraert177 Man/vrouw: Jan van Gryspeere178 (2A1) Huwelijk: Kinderen: Jacqueline van Gryspeere179 (3A1) Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: 170
BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 540, 576; ZOETE (A.). Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (14051419): excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, Paleis der Academiën, 1981, pp. 522-1344 171 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 23 v. 172 Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10 pp. 248 173 Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10 pp. 248 174 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 175 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 176 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 177 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 178 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 45 ; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 ; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, Deel I, pg. 517 179 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 45 ; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, Deel I, pg. 517
32
Alice van Heule Volgnummer: 2A3 Geboorte: Sterfte: 30 mei 1434180 Ouders: Jacques van Heule of Roger van Heule181 Man/vrouw: Jan van Gryspeere182 (2A1) Huwelijk: Huwt op 9 oktober 1418 met Jan van Gryspeere te Wijnendale183 Kinderen: Margeriet van Gryspeere184 (3B1) Isabel van Gryspeere185 (3C1) Leyman van Gryspeere186 (3D1) Jacques van Gryspeere187 (3E1) Willem van Gryspeere188 (3F1) Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
Katerien van Gryspeere Volgnummer: 2B1 Geboorte: 180
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 181 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 182 RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8636; SAG, Reeks 330, reg. 17, 14211422, fol. 69 r.; DAUCHY (S.). De Vlaamse appels bij het parlement van Parijs: een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en soevereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode. Gent, 1992, p. 380; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 183 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 184 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 185 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 186 Ibid., p. 293 187 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 188 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891
33
1422189 Jan van Gryspeere190 (1A1) [voornaam onbekend] van Ogierlande191 (1A2) Man/vrouw: Willem de Tollenaere192 (2B2) Jan van Stavele193 (2B3) Huwelijk: Kinderen: Stierf zonder kinderen na te laten194 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Sterfte: Ouders:
Willem de Tollenaere Volgnummer: 2B2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Man/vrouw: Katerien van Gryspeere195 (2B1) Huwelijk: Kinderen: Titels: Functies: Eigendommen: Opmerkingen:
189
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 190 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 191 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 192 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 193 SAG, Reeks 330, reg. 17, 1421-1422, fol. 63 r.-v. 65 r.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 292 194 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 195 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315
34
Jan van Stavele, Heer van Izegem196 Volgnummer: 2B3 Geboorte: Sterfte: 1456197 Ouders: Willem van Stavele198 Margeriet van Heule199 Man/vrouw: Katerien van Gryspeere200 (2B1) Margeriet d’Antoing201 Huwelijk: Kinderen: Uit zijn tweede huwelijk: Jan van Stavele202 Jeanne van Stavele203 Marie van Stavele204 Willem van Stavele205 Jossine van Stavele206 207 Titels: Ridder Functies: Raadsman en kamerheer van hertog van Bourgondië Filips de Goede208 Eigendom: Opmerking: Lid van het riddergenootschap van St-Georges209 Jacqueline van Gryspeere, Vrouw van Baasrode210 Volgnummer: 3A1 Geboorte: Sterfte: 1448211 196
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 197 Ibid., p. 315 198 Ibid., p. 315 199 Ibid., p. 315 200 SAG, Reeks 330, reg. 17, 1421-1422, fol. 63 r.-v. 65 r.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 201 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 202 Ibid., p. 315 203 Ibid., p. 315 204 Ibid., p. 315 205 Ibid., p. 315 206 Ibid., p. 315 207 BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 94; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 208 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 209 Ibid., p. 315 210 DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, deel I, p. 517 211 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292
35
Jan van Gryspeere212 (2A1) Margeriet Langheraert213 (2A1) Man/vrouw: Gerard van Maldegem214 (3A2) Boudewijn de Vos215 (3A3) Huwelijk: Kinderen: Elisa van Maldegem216 Titels: Functies: Eigendom: Hield een leengoed in Moerkerke217 Opmerking: Ontving een rente op de spijker van Brugge218 Ouders:
Gerard van Maldegem, Heer van Schoondijk en Baasrode219 Volgnummer: 3A2 Geboorte: Sterfte: 1429220 Ouders: Philippe van Maldegem221 Marie van Grimberghe222 Man/vrouw: Jacqueline van Gryspeere223 (3A1)
212
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360 213 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360 214 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, deel I, p. 517 215 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 66 r.; SAG, Reeks 330, reg. 26, 1454-1455, fol. 42 v.; SAG, Reeks 330, reg. 27, 1455-1456, fol. 329 r.-v.; SAG, Reeks 330, reg. 28, 1457-1458, fol. 62 r., 70 v., 78 v., 95 v.; SAG, Reeks 330, reg. 29, 1461-1462, fol. 89 r.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II,p. 359 216 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 450 217 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 66 r. 218 DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, deel I, p. 517 219 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, deel I, p. 517 220 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450 221 Ibid., p. 450 222 Ibid., p. 450 223 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés
36
Huwelijk: Kinderen: Titels: Functies:
Elisa van Maldegem224 Ridder225 Raadsman en kamerheer van Hertog van Bourgondië Jan zonder Vrees226 Goot-baljuw van Brugge en het Vrije in 1418, 1420 en 1423227
Eigendom: Opmerking: Boudewijn de Vos, Heer van Lovendegem, Zomergem en Laarne228 Volgnummer: 3A3 Geboorte: Sterfte: Ouders: Boudewijn de Vos229 Margeriet van Lovendegem230 Man/vrouw: Jacqueline van Gryspeere231 (3A1) Huwelijk: Kinderen: Titels: Ridder232 des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, deel I, p. 517 224 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 450 225 BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p 101; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450 226 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450 227 Ibid. I, p. 450 228 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 66 r.; SAG, Reeks 330, reg. 27, 1455-1456, fol. 329 r.-v.; SAG, Reeks 330, reg. 28, 1457-1458, fol. 62 r., 78 v., 95v.; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p 123; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 630; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 359 229 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 1 r .; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 80 r.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 359 230 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 359 231 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 66 r.; SAG, Reeks 330, reg. 26, 1454-1455, fol. 42 v.; SAG, Reeks 330, reg. 27, 1455-1456, fol. 329 r.-v.; SAG, Reeks 330, reg. 28, 1457-1458, fol. 62 r., 70v., 78 v., 95v.,; SAG, Reeks 330, reg. 29, 1461-1462, fol. 89 r.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360 232 SAG, Reeks 330, reg. 26, 1454-1455, fol. 42 v.; SAG, Reeks 330, reg. 28, 1457-1458, fol. 62 r., 78 v.; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap
37
Functies: Eigendom: Opmerking:
Baljuw van Gent van 4 september 1444 tot 28 juni 1449233 Schepen van het Vrije van 1449 tot 1453234 Had een leengoed binnen de stad van Brugge235 en een leengoed te Zevekote236
Margeriet van Gryspeere Volgnummer: 3B1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Grijspeere237 (2A1) Alice van Heule238 (2A3) Man/vrouw: Jean de Lisle239 (3B2) Huwelijk: Kinderen: Jacques de Lille240 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Jean de Lisle, Heer van Aisnel en Fontenoy241 Volgnummer: 3B2 Geboorte: Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 100, 123; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 630; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360 233 VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 630; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360 234 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 360 235 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 1 r. 236 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 80 r. 237 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 238 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 239 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; POPLIMONT (C.). La Belgique héraldique: recueil historique, chronologique, généalogique et biographique complet de toutes les maisons nobles reconnues de la Belgique. Brussel, Adriaens, 1863-1867, p. 177 240 POPLIMONT (C.). La Belgique héraldique: recueil historique, chronologique, généalogique et biographique complet de toutes les maisons nobles reconnues de la Belgique. Brussel, Adriaens, 1863-1867, p. 177 241 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892
38
Sterfte: Ouders:
Thomas de Lille242 Agnes de Mailly243 Man/vrouw: Margeriet van Gryspeere244 (3B1) Huwelijk: Kinderen: Jacques de Lille245 Titels: Functies: Kamerheer van Karel van Bourgondië246 Provoost van Kamerijk in 1477247 Eigendomm: Opmerking:
Isabelle van Gryspeere Volgnummer: 3C1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Gryspeere248 (2A1) Alice van Heule249 (2A3) Man/vrouw: Jan van Wynezeele250 (3C2) Huwelijk: Kinderen: Françoise van Wynezeele251 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
242
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 243 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 244 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; POPLIMONT (C.). La Belgique héraldique: recueil historique, chronologique, généalogique et biographique complet de toutes les maisons nobles reconnues de la Belgique. Brussel, Adriaens, 1863-1867, p. 177 245 POPLIMONT (C.). La Belgique héraldique: recueil historique, chronologique, généalogique et biographique complet de toutes les maisons nobles reconnues de la Belgique. Brussel, Adriaens, 1863-1867, p. 177 246 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 247 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 248 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 249 Ibid., p. 293 250 Ibid., p. 293 251 Ibid., p. 293
39
Jan van Wynezeele Volgnummer: 3C2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Wynezeele252 Katerien van Briarde253 Man/vrouw: Isabelle van Gryspeere254 (3C1) Huwelijk: Kinderen: Françoise van Wynezeele255 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Leyman van Gryspeere, Heer van Tannay en Verbois256 Volgnummer: 3D1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Gryspeere257 (2A1) Alice van Heule258 (2A3) Man/vrouw: Isabelle van Gherbode259 (3D2) Huwelijk: Kinderen: Jossine van Gryspeere260 (4A1) Titels: Ridder261 Functies: Burgemeester van het Brugse Vrije262 Kasteelheer van Wynendale263
252
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 253 Ibid., p. 293 254 Ibid., p. 293 255 Ibid., p. 293 256 Ibid., p. 114, 293 257 Ibid., p. 292 258 Ibid., p. 292 259 Ibid., p. 114, 293 260 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 114, 293; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 261 SAG, Reeks 330, reg. 29, 1461-1462, fol. 54 v.; CARON (M.-T.). Les voeux du faisan, noblesse en fête, esprit de croisade: le manuscrit français 11594 de la Bibliothèque nationale de France. Turnhout, Brepols, 2003, p. 163, 167; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 262 GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Cartulaire de l'ancienne estaple de Bruges: recueil de documents concernant le commerce intérieur et maritime, les relations internationales et l'histoire économique de cette ville. Brugge, de Plancke, 1904-1906, deel II, p. 325; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 263 FEYS (E.), VAN DE CASTEELE (D.). Histoire d'Oudenbourg accompagnée de pièces justificatives comprenant le cartulaire de la ville et de nombreux extraits des comptes communaux. Brugge, De Zuttere, 1873,
40
Eigendom: Opmerking:
Isabelle van Gherbode Volgnummer: 3D2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Gherbode264 Isabelle van Belle265 Man/vrouw: Leyman van Gryspeere266 (3D1) Huwelijk: Kinderen: Jossine van Gryspeere267 (4A1) Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Jacques van Gryspeere, Heer van Gryspeere, Ogierlande en Gits268 Volgnummer: 3E1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Gryspeere269 (2A1) Alice van Heule270 (2A3) Man/vrouw: Margeriet Vilain271 (3E2) Huwelijk: Kinderen: Jan van Gryspeere272 (4B1)
deel I, p. 203; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 264 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 265 Ibid., p. 293 266 Ibid., p. 114, 293 267 Ibid., p. 114, 293 268 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 269 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 23 v.; SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 60 v.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 270 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 271 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293
41
Arnoud van Gryspeere273 (4C1) Katerien van Grijspeere274 (4D1) Severin van Grijspeere275, bastaardszoon (4X1) Titels: Functies: Eigendom:
Afgevaardigde van de Staten van Vlaanderen276 Een leengoed in Oudenburg-ambacht277 Een leengoed in de parochie Oudenburg278 Het leengoed Gryspeere, het leengoed Te Walle en het leengoed Deefackere279 Jacques bezat ook een rente over de gemeente Wevelgem280
Opmerking: Margeriet Vilain, gezegd van Gent281 Volgnummer: 3E2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Adrien Vilain282 Jossine van Praet283 Man/vrouw: Jacques de Gryspeere284 (3E1) 272
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 273 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 274 Ibid., p. 294 275 Ibid., p. 279 276 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21845, fol. 12 r .- v.; BLOCKMANS (W. P.). Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (1467-1477): excerpten uit de rekeningen van de Vlaamse steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, Paleis der Academiën, 1971, p. 281 277 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 60 v. 278 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 23 v.; SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 60 v. 279 Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10, p. 248 280 Ibid., p. 248 281 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 282 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 283 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 284 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293
42
Huwelijk: Kinderen:
Jan van Gryspeere285 (4B1) Arnold van Gryspeere286 (4C1) Katerien van Grijspeere287 (4D1)
Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Willem van Gryspeere, heer van Cockelmonde, Egem en Maldegem288 Volgnummer: 3F1 Geboorte: ca 1428289 Sterfte: 6 februari 1508290 Ouders: Jan van Gryspeere291 (2A1) Alice van Heule292 (2A3) Man/vrouw: Isabelle Jooris293 (3F2) Isabelle de Luu294 (3F3) Huwelijk: Huwt in 1473 met Isabelle de Luu295 Kinderen: Uit zijn tweede huwelijk: Willem van Gryspeere296 (4E1) Eleonora van Gryspeere297 (4F1) 285
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 286 Ibid., p. 294 287 Ibid., p. 294 288 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21844, fol. 17 v.; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 1959, 1960; SAB, Politieke charters, 1e reeks, nr. 1242; Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 90; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 155; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 289 Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere 290 Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 291 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 292 Ibid., p. 294 293 Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 294 Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 295 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 296 Ibid., p. 295
43
Katerien van Gryspeere298 (4G1) Jossine van Gryspeere299 (4H1) Antoine van Gryspeere300 (4I1) Titels: Functies:
Eigendom: Opmerking:
Ridder301 Schepen van het Brugse Vrije van 1458 tot 1508302 Burgemeester van het Brugse Vrije303 Baljuw van Nieuwpoort van 19 augustus 1488 tot 10 september 1490304 Hield een leengoed in de parochie van Beveren305
Isabelle Jooris Volgnummer: 3F2 Geboorte: Sterfte: 1 oktober 1468306 Ouders: Jacques Jooris307 Jeanne van den Abeele308 297
Ibid., p. 295 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295 299 Ibid., p. 295 300 Ibid., p. 295 301 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1111, fol. 107; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14285; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2103, 2426, 3528, 3493, 3533, 3544, 6894, 11424; RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8631; Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 90; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 1093-1794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 131; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 302 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2103, 2426, 3493, 3528, 3533, 3544, 6894, 11424; SAB, Fonds van de Bogardenschool, Cartularium B; SAB, Fonds van de ambachten, Peltiers, register Donaas de Moor; SAB, Fondations anniversaires 1494 – 1738, 1487 febr. 20; SAB, Inventaris Adornes en Jeruzalem, nr. 703; SAB, Oorkonden private aangelegenheden, nr. 104/65; RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 607; GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Coutume du Franc de Bruges. Brussel, Gobbaerts, 1879, deel II, p. 350351; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 10931794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 116, 118, 119, 129, 131; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 303 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 1959; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 90; BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, pp. 230; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 304 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14285 305 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1111, fol. 107 306 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 307 Ibid., p. 294 298
44
Man/vrouw: Willem van Gryspeere309 (3F1) Huwelijk: Kinderen: Sterft kinderloos310 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
Isabelle de Luu Volgnummer: 3F3 Geboorte: Sterfte: 1507311 Ouders: Gilbert de Luu312 Isabelle van Gaele313 Man/vrouw: Willem van Gryspeere314 (3F1) Huwelijk: Huwt in 1473 met Willem van Gryspeere315 Kinderen: Willem van Gryspeere316 (4E1) Eleonora van Gryspeere317 (4F1) Katerien van Gryspeere318 (4G1) Jossine van Gryspeere319 (4H1) Antoine van Gryspeere320 (4I1) Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
Philipotte van Gryspeere Volgnummer: 3X1 308
Ibid., p. 294 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 310 Ibid., p. 294 311 Ibid., p. 294 312 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 313 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 314 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 315 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 316 Ibid., p. 295 317 Ibid., p. 295 318 Ibid., p. 295 319 Ibid., p. 295 320 Ibid., p. 295 309
45
Geboorte: Sterfte:
Werd begraven in de graftombe van de familie de Vooght in de Sint Janskerk te Gent321 Ouders: Jan van Gryspeere322 (2A1) Man/Vrouw: Sasbold de Vooght323 (3X2) Huwelijk: Kinderen: Thierry de Vooght324 Philipotte de Vooght325 Brigitte de Vooght326 Florent de Vooght327 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Sasbold de Vooght, Heer van Pumereynde328 Volgnummer: 3X2 Geboorte: Sterfte: 1465329, werd samen met zijn vrouw Philipotte van Gryspeere begraven in graftombe van de familie de Vooght in de St Janskerk te Gent330 Ouders: Rombaut de Vooght331 Anne van Amerongen332 Man/vrouw: Philipotte van Gryspeere333 (3X1) Huwelijk: Kinderen: Thierry de Vooght334 Philipotte de Vooght335 Brigitte de Vooght336 Florent de Vooght337 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: 321
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 5 322 Ibid., p. 5 323 Ibid., p. 5 324 Ibid., p. 5 325 Ibid., p. 5 326 Ibid., p. 5 327 Ibid., p. 5 328 Ibid., p. 5 329 Ibid., p. 5 330 Ibid., p. 5 331 Ibid., p. 5 332 Ibid., p. 5 333 Ibid., p. 5 334 Ibid., p. 5 335 Ibid., p. 5 336 Ibid., p. 5 337 Ibid., p. 5
46
Jossine van Gryspeere, Dame van Tannay en Verbois338 Volgnummer: 4A1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Leyman van Gryspeere339 (3D1) Isabelle van Gherbode340 (3D2) Man/vrouw: Simon de Rochefay341 (4A2) Nicolas d‟Avelus342 (4A3) Jan van Poeke343 (4A4) Huwelijk: In 1480 met Nicolas d’Avelus344 Kinderen: Uit haar tweede huwelijk: Charles d’Avelus345 Uit haar derde huwelijk: Jan van Poeke346 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
Simon de Rochefay Volgnummer: 4A2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Man/vrouw: Jossine van Gryspeere347 (4A1) Huwelijk: Kinderen: Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Nicolas d’Avelus Volgnummer: 4A3 Geboorte: 338
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 339 Ibid., p. 114, 293 340 Ibid., p. 114, 293 341 Ibid., p. 293 342 ARA, Grote Raad van Mechelen, Processen in eerste aanleg, nr. 70, fol. 1-14; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 343 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 114, 293 344 Ibid., p. 293 345 Ibid., p. 293 346 Ibid., p. 114 347 Ibid., p. 293
47
Sterfte: Ouders: Man/vrouw: Huwelijk: Kinderen: Titels: Functies:
Onthoofd te Brugge op 9 maart 1484348, begraven in de St Donaaskerk te Brugge349 Jossine van Gryspeere350 (4A1) In 1480351 Charles d’Avelus352 Ridder353 Raadsheer en hofmeester van hertog Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië354
Eigendom: Opmerking: Jan van Poeke, Heer van Poeke, Lomme, Weldene en Wingen355 Volgnummer: 4A4 Geboorte: Sterfte: 1478, onthoofd tijdens de Gentse opstand356 Ouders: Roland van Poeke357 Yvonne van der Goes358 Man/vrouw: Jossine van Gryspeere359 (4A1) Huwelijk: Kinderen: Jan van Poeke360 Titels: Schildknaap361 Burggraaf van Ieper362 Functies: Schepen van gedeele te Gent363 Schepen van de Keure te Gent in 1462, 1465, 1472 en 1478364 348
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 349 Ibid., p. 293 350 ARA, Grote Raad van Mechelen, Processen in eerste aanleg, nr. 70, fol. 1–14; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 351 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 352 Ibid., p. 293 353 Ibid., p. 293 354 ARA, Grote Raad van Mechelen, Processen in eerste aanleg, nr. 70, fol. 1–14; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 355 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 114, 293 356 Ibid., p. 114, 293 357 Ibid., p. 293 358 Ibid., p. 293 359 Ibid., p. 114, 293 360 Ibid., p. 114 361 BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 132 362 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 114 363 Ibid., p. 114
48
Eigendom: Opmerking: Jan van Gryspeere, Heer van Gryspeere, Gits en Ogierlande365 Volgnummer: 4B1 Geboorte: Sterfte: Werd vermoord in 1528366 Ouders: Jacques van Gryspeere367 (3E1) Margeriet Vilain368 (3E2) Man/vrouw: Katerien de Beer369 (4B2) Huwelijk: Kinderen: Jan van Gryspeere370 (5A1) Titels: Functies: Schepen van het Brugse Vrije van 1482 tot 1487371 Eigendom: Het leengoed Gryspeere, het leengoed Te Walle en het leengoed Deefackere372 Jan bezat ook een rente over de gemeente Wevelgem373 Opmerking:
Katerien de Beer Volgnummer: 4B2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Willem de Beer374 Man/vrouw: Josse van Heule375 Jan van Gryspeere376 (4B1) Huwelijk: Kinderen: Jan van Gryspeere377 (5A1) Titels: Functies: 364
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 114 365 Ibid., p. 293 366 Ibid., p. 294 367 Ibid., p. 293 368 Ibid., p. 293 369 Ibid., p. 293 370 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 576; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 293 371 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 372 Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10, p. 248 373 Ibid., p. 248 374 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 375 Ibid., p. 293 376 Ibid., p. 293 377 Ibid., p. 293
49
Eigendommen: Opmerkingen:
Severin van Gryspeere Volgnummer: 4X1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jacques van Gryspeere378 (3E1) Man/vrouw: Huwelijk: Kinderen: Jossine van Gryspeere379 Pierkin van Gryspeere380 Titels: Functies: Baljuw van Kortermark381 Eigendom: Bezit een leengoed te Gits, in leen gehouden van het hof ten Cringhe 382 Opmerking: Severin was voogd van Jan van Gryspeere383 (5A1)
Arnold van Gryspeere Volgnummer: 4C1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jacques van Gryspeere384 (3E1) Margeriet Vilain385 (3E2) Man/vrouw: Huwelijk: Kinderen: Stierf kinderloos386 Titels: 378
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 279 379 BETHUNE (J.). Méreaux des familles brugeoises. Brugge, De Plancke, 1890, p. 290; DHONDT-DE WAEPENAERT (E.). Quartiers généalogiques des familles flamandes. Handzame, familia et patria, 1969, P. 402; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 141 380 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 599 381 FEYS (E.), VAN DE CASTEELE (D.). Histoire d'Oudenbourg accompagnée de pièces justificatives comprenant le cartulaire de la ville et de nombreux extraits des comptes communaux. Brugge, De Zuttere, 1873, deel I, p. 244; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 279 382 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 575, 599, 600 383 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 600; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 279 384 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 385 Ibid., p. 294 386 Ibid., p. 294
50
Functies: Eigendom: Opmerking:
Het goed Gryspeere387, hij diende zijn denombrement in in 1502
Katerien van Gryspeere Volgnummer: 4D1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jacques van Gryspeere388 (3E1) Margeriet Vilain389 (3E2) Man/vrouw: Bossaert van Hembiese390 Huwelijk: Kinderen: Elise van Hembiese391 Jan van Hembiese392 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Door de dood van zijn neef Jan van Gryspeere (5A1) werd Jan van Hembiese heer van Gryspeere, Gits en Ogierlande393
Bossaert van Hembiese Volgnummer: 4D2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Hembiese394 Man/vrouw: Katerien van Gryspeere395 (4D1) Huwelijk: Kinderen: Elise van Hembiese396 387
DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 162 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 389 Ibid., p. 294 390 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 291 391 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 392 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 291 393 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 394 Ibid., p. 291 395 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 291 388
51
Jan van Hembiese397 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
Door de dood van zijn neef Jan van Gryspeere (5A1) werd Jan van Hembiese heer van Gryspeere, Gits en Ogierlande398
Willem van Gryspeere, heer van Egem, Cockelmonde en Ledegem399 Volgnummer: 4E1 Geboorte: Sterfte: 15 augustus 1573400 Ouders: Willem van Gryspeere401 (3F1) Isabelle de Luu402 (3F3) Man/vrouw: Agnes van Moerkerke403 (4E2) Huwelijk: Kinderen: Willem van Gryspeere404 Jan van Gryspeere405 Antoine van Gryspeere406 396
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 397 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 291 398 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 399 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080, fol. 51 r.; RAB, Brugse Vrije, Bundels, nr. 778, fol. 3 r., 4 r.; GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Cartulaire de l'ancienne estaple de Bruges: recueil de documents concernant le commerce intérieur et maritime, les relations internationales et l'histoire économique de cette ville. Brugge, de Plancke, 1904-1906, deel 3, p. 91; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, p. 517; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 243, 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 400 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296 401 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080, fol. 323 r. – 324 r.; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, p. 517; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296 402 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296 403 Ibid., p. 243, 296 404 Ibid., p. 296 405 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 406 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296
52
Gilbert van Gryspeere407 Marie van Gryspeere408 Francois van Gryspeere409 Titels: Functies:
Jonkheer410 Ridder411 Burgemeester van het Brugse Vrije412 Luitenant in de compagnie van de heer van Praet413 Luitenant in de compagnie van de hertog van Savoye414 Gouverneur voor het hertogdom Savoye415
Eigendom: Opmerking: Agnes van Praet, gezegd van Moerkerke416 Volgnummer: 4E2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Man/vrouw: Willem van Gryspeere417 (4E1) Huwelijk: Kinderen: Willem van Gryspeere418 407
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 243, 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; D‟HANE-STEENHUYSE (E.), HUYTTENS (J.).La noblesse de Flandre du Xe au XVIIe siècle d'après des documents. Brussel, Van Trigt, 1863, deel II, p. 21 408 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296 409 Ibid., p. 296 410 RAB, Brugse Vrije, Bundels, nr. 778, fol. 3 r., 4 r 411 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080, fol. 51 r.; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080, fol. 323 r. – 324 r.; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des PaysBas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, p. 517 412 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 243, 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 413 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 414 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 415 DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 416 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 243, 294 417 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 243, 294
53
Jan van Gryspeere419 Antoine van Gryspeere420 Gilbert van Gryspeere421 Marie van Gryspeere422 Francois van Gryspeere423 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
Eleonora van Gryspeere Volgnummer: 4F1 Geboorte: Sterfte: Werd begraven in de kerk van Hooglede naast haar man Victor van Diksmuide424 Ouders: Willem van Gryspeere425 (3F1) Isabelle de Luu426 (3F3) Man/vrouw: Victor van Diksmuide427 (4F2) Huwelijk: Kinderen: Victor van Diksmuide428 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: 418
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296 419 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 420 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296 421 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 243, 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 422 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 296 423 Ibid., p. 296 424 VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 425 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 25, 295 426 Ibid., p. 25, 295 427 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 25, 295; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel III, p. 232; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 428 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel III, p. 232; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140
54
Victor van Diksmuide, Heer van Volmerbeke en van Bas-Woestyne429 Volgnummer: 4F2 Geboorte: Sterfte: 2 september 1511430, werd begraven in de kerk van Hooglede naast zijn vrouw Eleonora van Gryspeere431 Ouders: Jan van Diksmuide432 Maria van Volmerbeke433 Man/vrouw: Eleonora van Gryspeere434 (4F1) Huwelijk: Kinderen: Victor van Diksmuide435 Titels: Schildknaap436 Functies: Eigendom: Hield een leengoed binnen de stad Brugge437 Opmerking:
Katerien van Gryspeere Volgnummer: 4G1 Geboorte: Sterfte: 1540438 429
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 52, 295; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 430 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 431 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 432 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 433 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 434 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel III, p. 232; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 435 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1075, fol. 30 r. – v.; RAB, Leenhof van Brugge, reg. 65, fol. 30 r.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel III, p. 232; VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 436 VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, p. 140 437 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1075, fol. 30 r.-v.; RAB, Leenhof van Brugge, reg. 65, fol. 30 r.
55
Willem van Gryspeere439 (3F1) Isabelle de Luu440 (3F3) Man/vrouw: Josse de Goux441 (4G2) Huwelijk: Kinderen: Willem de Goux442 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Ouders:
Josse de Goux, Heer van het land van Wedergraet443 Volgnummer: 4G2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Willem de Goux444 Isabelle de Hennin-Cuvillers445 Man/vrouw: Katerien van Gryspeere446 (4G1) Huwelijk: Kinderen: Willem de Goux447 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
Jossine van Gryspeere Volgnummer: 4H1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Willem van Gryspeere448 (3F1) Isabelle de Luu449 (3F3) Man/vrouw: Jan Neufville450 (4H2) Huwelijk: 438
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295 439 Ibid., p. 295 440 Ibid., p. 295 441 Ibid., p. 295 442 Ibid., p. 295 443 Ibid., p. 295 444 Ibid., p. 295 445 Ibid., p. 295 446 Ibid., p. 295 447 Ibid., p. 295 448 Ibid., p. 295 449 Ibid., p. 295 450 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892
56
Kinderen: Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Jean Neufville, Heer van Yve, Neufville en Breaugies451 Volgnummer: 4H2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Man/vrouw: Jossine van Gryspeere452 (4H1) Huwelijk: Kinderen: Titels: Functies: Eigendommen: Opmerkingen:
Antoine van Gryspeere Volgnummer: 4I1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Man/vrouw: Martine van Moerkerke453 (4I1) Huwelijk: Kinderen: Françoise van Gryspeere454 François van Gryspeere455, bastaardzoon Titels: Functies: Schepen van het Brugse Vrije van 1515 tot 1521456 451
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 452 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 453 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 209 454 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 209 455 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; GAILLARD, (J.). Inscriptions funéraires et monumentales de la Flandre occidentale avec des données historiques et généalogiques :arrondissements de Bruges. Brugge, 1861-1867, deel I, p. 33, 43
57
Eigendom: Opmerking:
Martine van Moerkerke Volgnummer: 4I2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Roland van Moerkerke457 Man/vrouw: Antoine van Gryspeere458 (4I1) Huwelijk: Kinderen: Françoise van Gryspeere459 Titels: Functies: Eigendom: Opmerking: Jan van Gryspeere, Heer van Gryspeere, Ogierlande en Gits460 Volgnummer: 5A1 Geboorte: Sterfte: Ouders: Jan van Gryspeere461 (4B1) Katerien de Beer462 (4B2) Man/vrouw: Anne de Beer463 (5A2) Huwelijk: Kinderen: Titels: Schildknaap464 456
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; GAILLARD, (J.). Inscriptions funéraires et monumentales de la Flandre occidentale avec des données historiques et généalogiques :arrondissements de Bruges. Brugge, 1861-1867, deel I, p. 43 457 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295 458 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 209 459 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel VI, p. 209 460 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 461 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 576; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 293 462 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 463 Ibid., p. 294 464 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 576
58
Functies: Eigendom: Opmerking:
Een goed te Gits, in leen gehouden van het hof ten Cringhe465 Een goed in de parochie van Heule466 Jan erfde het leengoed te Gits via zijn voogd Severin van Gryspeere 467 (4X1) Daarom denk ik ook te mogen zeggen dat niet Jan zelf maar zijn vader (4B1) in 1528 vermoord werd. In het andere geval zie ik niet in waarom Jan van Gryspeere (5A1) een voogd krijgt toegewezen.468 Na de dood van Jan van Gryspeere werd zijn neef Jan van Hembiese heer van Gryspeere, Gits en Ogierlande469
Anne de Beer Volgnummer: 5A2 Geboorte: Sterfte: Ouders: Man/vrouw: Jan van Gryspeere470 (5A1) Huwelijk: Kinderen: Titels: Functies: Eigendom: Opmerking:
465
RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 576 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1081, fol. 228 v. 467 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 576, 600 468 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 469 Ibid., p. 294 470 Ibid., p. 294 466
59
3 De familie van Gryspeere: toetsing In dit laatste deel zal ik deel 1 en deel 2 aan elkaar koppelen. Het is mijn bedoeling om na te gaan in welke mate de vijf sleutelelementen in deel 1 aanwezig zijn bij de familie van Gryspeere. Om het overzicht te behouden heb ik ervoor gekozen om bij deze bespreking enkel de individuen van de familie van Gryspeere zelf te gebruiken. In deze bespreking heb ik ook niet alle details opgenomen omdat die voldoende aanwezig zijn in deel 2. Het zou daarenboven de duidelijkheid niet ten goede komen. De eerste vermelding van de heerlijkheid Gryspeere stamt uit de 13e eeuw. Het stond vermeld als een achterleen van het hof van Ooigem dat op dat moment in handen was Hugo IV, kasteelheer van Gent.471 De heerlijkheid van Ooigem was een allodiaal bezit.472 Een tweede vermelding vinden we pas terug in het jaar 1439473, in dat jaar was de heerlijkheid in het bezit van Jan van Gryspeere (2A1). De heerlijkheid was toen dus reeds in handen van de familie van Gryspeere. Omdat de eerste vermelding van de heerlijkheid uit een vroegere periode stamt dan die van de familie denk ik dat we met relatieve zekerheid mogen aannemen dat de familie naar de heerlijkheid vernoemd is en dat de familie daarenboven hun adellijke status ook aan de heerlijkheid te danken heeft. De heerlijkheid Gryspeere was een goed van 36 bunder474 gelegen in de parochie Lendelede.475 Wat neerkomt op ongeveer 50 hectare. We mogen echter geen vergissing maken want Lendelede telde twee landgoederen die de naam Gryspeere dragen. De heerlijkheid die het titelgoed van de familie van Gryspeere vormde ligt in de westhoek van Lendelede en krijgt vaak de toevoeging “Oyghems” om het van de gelijknamige heerlijkheid uit de oosthoek te onderscheiden.476 Gryspeere “Oyghems” dus was een vliegende heerlijkheid bestaande uit een rente van 16 ½ mudden477 witte haver, 40 hennen en 38 schellingen parisis die betaald moest worden op sintandriesdag (30 november).478 De heerlijkheid had recht op een baljuw en een volle 471
WARLOP (E.). De Vlaamse adel voor 1300. Handzame, Familia et patria, 1968, deel 1, pg. 533 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 161 473 Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10, p. 248 474 1 bunder = 1 hectare 41 are 475 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 181 476 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 162 477 1 mudde = 1056, 19 liter 478 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 161 472
60
schepenbank en bezat lage, middelbare en hoge justitie. Bij verkoop van de rentegronden had de heer recht op 15 groot van elk pond groot479 en bij overlijden op de dubbele jaarrente.480 Het is mijn veronderstelling dat Jan van Gryspeere (1A1) in het bezit geraakt is van deze heerlijkheid in de tweede helft van de 14e eeuw; of dit echter 100 procent zeker zo is kan ik niet bewijzen. Na zijn dood werd de heerlijkheid overgeërfd door zijn zoon Jan van Gryspeere (2A1), zoals we zagen was deze in 1439 immers in het bezit van het goed. In 1490 was zijn zoon Jacques van Gryspeere (3E1) in het bezit van de heerlijkheid.481 Zijn zoon Arnold van Gryspeere (4C1) diende op 29 maart 1502 zijn denombrement van het goed Gryspeere in.482 Arnold stierf echter kinderloos483, daardoor ging de heerlijkheid over op zijn broer Jan van Gryspeere (4B1). In 1533484 is de heerlijkheid nog altijd in handen van de familie, namelijk van Jan van Gryspeere (5A1), zijn vader werd immers 5 jaar daarvoor vermoord. 485 Omdat deze laatstgenoemde Jan stierf zonder erflaters kwam de heerlijkheid in de handen van Jan van Hembiese, zijn neef.486 Hier lijkt de familie van Gryspeere haar greep op het oorspronkelijke titelgoed te zijn verloren. Met het verlies van de heerlijkheid Gryspeere werden ook de heerlijkheden Ogierlande487 en Gits, die sinds Jan van Gryspeere (2A1) in handen waren van de familie, overgeheveld aan de familie van Hembiese. In 1579 echter werd Arent van Gryspeere de eigenaar van het de heerlijkheid Gryspeere. Arent was deken van verschillende neringen te Gent488 en was ook verschillende malen schepen van zowel keure als van gedele.489 Ik heb echter geen enkele aanwijzing gevonden dat Arent een rechtstreekse afstammeling is van Jan van Gryspeere (1A1).
Of deze laatste Jan van Gryspeere, de stamvader van onze familie, nu al dan niet zijn status dankt aan de heerlijkheid van Gryspeere kunnen we dus niet met 100 procent zekerheid 479
1 pond groot = 1 pond parisis DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 162 481 Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10, p. 248 482 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 162 483 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 484 Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10, p. 248 485 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294 486 Ibid., p. 294 487 Ogierlande was een heerlijkheid op het grondgebied van Gits, Hooglede, Torhoud, Kortemark, Roeselare en Oostnieuwkerke. 488 DE POTTER (F.). Gent, van den oudsten tijd tot heden: geschiedkundige beschrijving der stad. Handzame, Familia et patria, 1969, deel 7, P. 530, 541, 543, 544; 489 Memorieboek der stad Ghent: van 't jaer 1301 tot 1737. Gent, Annoot-Braeckman, 1852-1861, deel 1, p. 368, 370, 574, deel 2, p. 10, 246, 256, 263, 282, 302, 332 480
61
zeggen. Wat wel een feit is, is dat hij tijdens zijn leven erg actief was op het politieke toneel. Van 1376 tot 1378490 was hij baljuw van Ieper en werd dat nogmaals in 1386491. In dat jaar werd hij daar ook ingezet als beheerder van de Spijker492, hij werd hiertoe door de hertog aangesteld.493 Jan van Gryspeere was immers raadsheer van Filips de Stoute, zo hielp hij onder andere bij de aanstelling van de verpachting van de meierie van Kortrijk494. In Brugge was hij baljuw tussen 1380 en 1381495, later werd hij ook nog schepen van het Brugse Vrije.496 Ook zijn zoon Jan van Gryspeere (2A1) verdiende de pluimen op zijn politieke hoed. Hij was baljuw van Veurne van 1424 tot 1427497 en burgemeester498 en schepen van het Brugse Vrije499. Wat het belang van deze Jan van Gryspeere echter het meeste illustreert zijn de deelnamen aan de representatieve vergaderingen van de Staten van Vlaanderen. In zijn leven werd hij maar liefst 73 geconvoceerd door deze instelling als afgevaardigde voor het vierde lid.500 Volgens Blockmans501 is hij in de periode 1386 tot 1419 dan ook een van de meeste belangrijke personen van het Brugse Vrije. 490
NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 93, 118, 134, 160, 266, 311, 332, 335, 385, 386 ; DIEGERICK (I. L. A.). Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux archives de la ville d'Ypres. Brugge, 1853, Deel I, p. 212 491 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14541, fol. 13 r. – 16 v.; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 630 492 SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 279 492 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 85 493 SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 58 494 Ibid., p. 122 495 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 375 ; FINOT (J.). Inventaire sommaire des départementales antérieures à 1790. Nord. Série B: Archives civiles: Chambre des Comptes de Lille. Lille, Danel, 1877-1906, deel VII, p. 8 496 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2879; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3331 497 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14011, fol. 103 r. – 177 v.; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 648; DAUCHY (S.). De Vlaamse appels bij het parlement van Parijs: een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en soevereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode. Gent, 1992, p. 380 498 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 499 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2425, 3340, 3346, 3348, 3349, 3350, 3352, 3373, 3379, 3382, 3387, 6822, 6824, 7161; SAB, Politieke charters, 1 e reeks, nr. 934, 942; SAB, Fonds van de Bogardenschool, Cartularium B, fol. 62 v. – 63; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 540; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 1093-1794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 108-109, 131; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 500 BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van
62
Zijn zoon Leyman van Gryspeere (3D1) was ook even burgemeester van het Brugse Vrije. 502 Een andere zoon Jacques van Gryspeere (3E1) trad eveneens op als afgevaardigde voor de Staten van Vlaanderen.503 Nog een andere zoon Willem van Gryspeere (3F1) was de meest politiek-actieve. Net als de meeste van Gryspeeres die in de politiek verzeild geraakten werd hij schepen504 en burgemeester505 van het Brugse Vrije. Hiertoe werd hij persoonlijk door aartshertog Maximiliaan benoemd op 25 juli 1485, nadat het Vrije terug hersteld was als vierde Lid van de Staten van Vlaanderen.506 Tijdens de opstand van Gent en Brugge tegen Maximiliaan had het Vrije immers deze status verloren. Drie jaar later zou het die echter al weer verliezen doordat Gent de erkenning van het Vrije als volwaardig Lid weigerde.507 Niettemin zou Willem van Gryspeere in deze periode, samen met nog enkele andere
België, 1978, p. 540, 576; ZOETE (A.). Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (14051419): excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, Paleis der Academiën, 1981, pp. 522-1344 501 BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 540, 576 502 GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Cartulaire de l'ancienne estaple de Bruges: recueil de documents concernant le commerce intérieur et maritime, les relations internationales et l'histoire économique de cette ville. Brugge, de Plancke, 1904-1906, deel II, p. 325; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 503 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21845, fol. 12 r .- v.; BLOCKMANS (W. P.). Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (1467-1477): excerpten uit de rekeningen van de Vlaamse steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, Paleis der Academiën, 1971, p. 281 504 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2103, 2426, 3493, 3528, 3533, 3544, 6894, 11424; SAB, Fonds van de Bogardenschool, Cartularium B; SAB, Fonds van de ambachten, Peltiers, register Donaas de Moor; SAB, Fondations anniversaires 1494 – 1738, 1487 febr. 20; SAB, Inventaris Adornes en Jeruzalem, nr. 703; SAB, Oorkonden private aangelegenheden, nr. 104/65; RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 607; GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Coutume du Franc de Bruges. Brussel, Gobbaerts, 1879, deel II, p. 350351; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 10931794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 116, 118, 119, 129, 131; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 505 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 1959; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 90; BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, pp. 230; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 506 BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, p 230 507 BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 129
63
vorstgezinde figuren, het bestuur van het Vrije domineren.508 Daarnaast was hij tussen 1480 en 1490 ook nog baljuw van Nieuwpoort.509 Jan van Gryspeere (4B1), zoon van Jacques, was ook schepen van het Brugse Vrije. 510 Zijn halfbroer Severin van Gryspeere (4X1) was baljuw van Kortemark.511 Hun neef Willem van Gryspeere (4E1) was burgemeester van het Vrije.512 Ten slotte werd diens broer Antoine van Gryspeere schepen van het Brugse Vrije.513
Als we de overerving van de heerlijkheid Gryspeere volgen is het niet moeilijk om de hoofdtak van de familie te ontwaren. Jan van Gryspeere (2A1) erfde de heerlijkheid Gryspeere via zijn vader en de heerlijkheid Ogierlande514 via zijn moeder. Beide heerlijkheden werden vervolgens overgeërfd door Jacques van Gryspeere (3E1). Ook het leengoed dat Jan van Gryspeere bezat in de parochie van Oudenburg werd door Jacques van Gryspeere geërfd.515 Vervolgens kwam Arnold van Gryspeere (4C1), zoon van Jacques van Gryspeere, in het bezit van de heerlijkheid Gryspeere.516 Zijn broer Jan van Gryspeere (4B1) werd na diens dood heer van Gryspeere en Ogierlande, en van Gits517, dat ook reeds door zijn vader Jacques van Gryspeere verworven was. Zowel Gryspeere, Ogierlande als Gits werden daarop overgedragen aan Jan van Gryspeere (5A1). Het is dus duidelijk dat de heerlijkheid telkenmale wordt overgeërfd en, althans zeker, tot de laatstgenoemde Jan van Gryspeere binnen de familie bleef. Wat daarbij opvalt is dat niet enkel het oorspronkelijke titelgoed overgeërfd wordt, maar dat er ook heerlijkheden 508
BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, p 230 509 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14285 510 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 511 FEYS (E.), VAN DE CASTEELE (D.). Histoire d'Oudenbourg accompagnée de pièces justificatives comprenant le cartulaire de la ville et de nombreux extraits des comptes communaux. Brugge, De Zuttere, 1873, deel I, p. 244; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 279 512 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 243, 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 513 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 295; GAILLARD, (J.). Inscriptions funéraires et monumentales de la Flandre occidentale avec des données historiques et généalogiques :arrondissements de Bruges. Brugge, 1861-1867, deel I, p. 43 514 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 515 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074, fol. 23 v. 516 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 162 517 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293
64
bijkwamen. Het heerlijke patrimonium waarover de hoofdtak tussen medio 14e en begin 16e eeuw beschikte werd dus niet enkel intact gehouden, maar ook uitgebreid. Maar hoe zat het dan met de andere nakomelingen? Ik meen een splitsing te kunnen ontwaren tussen de takken van de broers Jacques van Gryspeere (3E1) en Willem van Gryspeere (3F1). Terwijl Jacques van Gryspeere van zijn ouders de heerlijkheden Gryspeere en Ogierlande erfde, kreeg Willem van Gryspeere de heerlijkheid Egem518 toegewezen. Zijn vader Jan van Gryspeere (2A1) was immers ook reeds heer van Egem.519 Willem van Gryspeere werd dus heer van Egem en verkreeg tijdens zijn leven ook nog de heerlijkheid Cockelmonde.520 Beide heerlijkheden werden na zijn dood overgedragen naar zijn zoon Willem van Gryspeere (4E1). 521 Ook de tweede tak slaagde er dus in om zijn heerlijk patrimonium uit te breiden. Een derde tak die eventueel onder Leyman van Gryspeere (3D1) had kunnen ontstaan erfde naar mijn inziens niets van het heerlijke patrimonium van de familie van Gryspeere. Niettemin bleef Leyman van Gryspeere van adel. Misschien door eigen verdienste of misschien had hij genoeg kapitaal geërfd om zichzelf een heerlijkheid aan te schaffen. Daar kan ik echter geen uitspraak over doen. Door gebrek aan mannelijke nakomelingen stierf deze tak trouwens onmiddellijk uit.
518
Gemeente in West-Vlaanderen, arrondissement Tielt SAG, Reeks 330, reg. 17, 1421-1422, fol. 63 r.-v. 65 r., 69r.; SAG, Reeks 330, reg. 18, 1424-1425, fol. 68 r.; RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8636; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 520 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21844, fol. 17 v.; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 1959, 1960; SAB, Politieke charters, 1e reeks, nr. 1242; Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 90; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 155; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 521 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080, fol. 51 r.; RAB, Brugse Vrije, Bundels, nr. 778, fol. 3 r., 4 r.; GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Cartulaire de l'ancienne estaple de Bruges: recueil de documents concernant le commerce intérieur et maritime, les relations internationales et l'histoire économique de cette ville. Brugge, de Plancke, 1904-1906, deel 3, p. 91; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, p. 517; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 243, 296; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 519
65
De patrilineaire familiestructuur wordt bij deze dus bevestigd, alhoewel ik bij gebrek aan precieze geboortedata niet met 100 procent zekerheid kan zeggen of telkens de oudste zoon bevoordeeld werd. Ook bij gebrek aan staten van goed voor deze personen kan ik weinig zeggen over de verdeling van de roerende goederen. Waarschijnlijk beschikte Jan van Gryspeere (2A1) toch over genoeg roerende goederen en kapitaal om al zijn kinderen een aanzienlijk erfdeel te geven. Ik vermelde hierboven reeds mijn hypothese dat Leyman van Gryspeere genoeg kapitaal meekreeg om zichzelf een heerlijkheid aan te schaffen. Deze hypothese kan wel eens kloppen aangezien ik met zekerheid kan zeggen dat 3 van de 4 dochters van Jan van Gryspeere huwden met een edelman. Zonder een aanzienlijke bruidsschat522 zou Jan van Gryspeere nooit in staat zijn geweest om zijn dochters aan edellieden uit te huwelijken. Er moet dus wel voldoende kapitaal aanwezig geweest zijn. Jacqueline van Gryspeere (3A1) huwde met Gerard van Maldegem523 en met Boudewijn de Vos524. Margeriet van Gryspeere (3B1) huwde met Jean de Lisle 525. En Philipotte van Gryspeere (3X1) huwde met Sasbold de Vooght526. Dat Philipotte van Gryspeere als bastaarddochter ook gehuwd is met een edelman toont daarenboven aan dat bastaardkinderen door de familie van Gryspeere niet in de kou werden gezet. Ook Severin van Gryspeere (4X1), bastaardzoon van Jacques van Gryspeere (3E1), werd niet uit de lignage gestoten. Hij werd immers voogd 527 van Jan van Gryspeere (5A1) na de dood van diens vader.
522
DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, p. 13 523 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292, 450; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, deel I, p. 517 524 SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518, fol. 66 r.; SAG, Reeks 330, reg. 26, 1454-1455, fol. 42 v.; SAG, Reeks 330, reg. 27, 1455-1456, fol. 329 r.-v.; SAG, Reeks 330, reg. 28, 1457-1458, fol. 62 r., 70 v., 78 v., 95 v.; SAG, Reeks 330, reg. 29, 1461-1462, fol. 89 r.; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 292; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II,p. 359 525 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892; POPLIMONT (C.). La Belgique héraldique: recueil historique, chronologique, généalogique et biographique complet de toutes les maisons nobles reconnues de la Belgique. Brussel, Adriaens, 1863-1867, p. 177 526 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel II, p. 5 527 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 600; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel I, p. 279
66
Niet enkel dochters van Jan van Gryspeere (2A1) werden uitgehuwelijkt aan andere edelen. Van de 19 besproken van Gryspeeres die in het huwelijksbootje traden kan ik van 17 met zekerheid zeggen dat dat met een andere edelman of edelvrouw gebeurde. Enkel van Isabelle van Gryspeere (3C1) die huwde met Jan van Wynezeele528 en van Jan van Gryspeere (5A1) die huwe met Anne de Beer529 kan ik geen uitsluitsel geven. Waarschijnlijk vormden deze twee echter geen uitzondering op de andere familieleden. Dit bewijst nogmaals dat de familie van Gryspeere kapitaalkrachtig geweest moet zijn. Dat het huwelijk daarenboven een strategische rol speelde in het uitbreiden van dat kapitaal en vooral van het heerlijk patrimonium kan hier nog maar eens geïllustreerd worden. Wanneer Jan van Gryspeere (1A1) huwt met een dochter uit het geslacht van Ogierlande 530 verzekerde hij zijn nakomelingen van de gelijknamige heerlijkheid,531 die toch zeker tot en met Jan van Gryspeere (5A1) in de handen van de familie van Gryspeere bleef. In hoeverre het geslacht een bepalende rol speelde in de huwelijkskeuzes of welk familielid de plak zwaaide valt moeilijk te zeggen. Daarvoor zouden we moeten terugkeren in de tijd. Het kan echter geen toeval zijn dat omzeggens alle van Gryspeeres huwden met iemand uit een ander adellijk geslacht. De adellijke status van de andere familie zal dus in de meeste gevallen wel degelijk een grotere rol gespeeld hebben dan eventuele affectieve gevoelens.
Dat de familie van Gryspeere voldoende appreciatie gekregen zal heeft van zowel adellijke als niet-adellijke tijdgenoten staat buiten kijf. De familie beschikte over een voldoende groot heerlijk patrimonium, was alomtegenwoordig in de lokale bestuurlijke instellingen en was verweven in een uitgebreid huwelijksnetwerk met andere adellijke families. Niettemin beschikten de van Gryspeeres nog over andere middelen om hun adellijke status uit te dragen. Zo droegen Jan van Gryspeere532 (1A1), Jan van Gryspeere533 (2A1), Leyman van Gryspeere534 (3D1), Willem van Gryspeere535 (3F1) en Willem van Gryspeere536 (4E1) allen
528
GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 293 529 Ibid., p. 294 530 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des PaysBas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel V, p. 315 531 DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 532 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2879; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14541, fol. 13 r.; SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in
67
de titel van ridder; een titel van verdienstelijke aard zoals we al eerder lazen.537 Jan van Gryspeere (5A1) droeg de titel van schildknaap538, wat er op duidt dat hij op dat moment nog geen ridder was. De verdienstelijke aard van de riddertitel had natuurlijk een militaire inslag. Ook op dat gebied was de familie van Gryspeere aanwezig. Wanneer eind mei 1487 Maximiliaan het graafschap Vlaanderen met een Duits leger binnenvalt, vervoegt Severin van Gryspeere (4X1) de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, p. 279; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p. 80; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 630; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 ; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 18571864, deel V, p. 315 533 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14011, fol. 103 r.; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21799, fol. 20 r.; SAB, Politieke charters, 1e reeks, nr. 942; SAG, Reeks 330, reg. 18, 1424-1425, fol. 68 r.; SAG, Reeks 330, reg. 17, 1421-1422, fol. 63 r.-v. 65 r.; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2425, 3340, 3346, 3348, 3349, 3350, 3352, 3373, 3379, 3382, 3387, 6822, 6824, 7161; BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, p 94, 103; VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, p. 648; DAUCHY (S.). De Vlaamse appels bij het parlement van Parijs: een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en soevereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode. Gent, 1992, p. 380; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 10931794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 109; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 891 ; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 292 534 SAG, Reeks 330, reg. 29, 1461-1462, fol. 54 v.; CARON (M.-T.). Les voeux du faisan, noblesse en fête, esprit de croisade: le manuscrit français 11594 de la Bibliothèque nationale de France. Turnhout, Brepols, 2003, p. 163, 167; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 535 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1111, fol. 107; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14285; RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2103, 2426, 3528, 3493, 3533, 3544, 6894, 11424; RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8631; Database J. Haemers, fiche Willem van Gryspeere; BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, p. 90; CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 1093-1794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, p. 131; GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 294; DE VEGIANO (M.). Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne. Gent, Gyselynck, 1862-1876, p. 892 536 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080, fol. 51 r.; ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080, fol. 323 r. – 324 r.; DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303; DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des PaysBas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, p. 517 537 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008, p. 29 538 BOSSUYT (S.). Rijke stinkerds. Editie en analyse van de middleeeuwse grafschriften te Ieper (1118-1566). Leuven, Universiteit Leuven (onuitgegeven licenciaatserhandeling), 2000, 2delen.
68
de troepen van Brugge en van het Vrije, die het verzet organiseerden. 539 Wat opvallend is aangezien we eerder lazen dat de familie van Gryspeere eerder vorstgezind was. Willem van Gryspeere (3F1) was immers een gunsteling van diezelfde Maximiliaan. Misschien koos de familie van Gryspeere er voor om hun eieren in verschillende mandjes te leggen, zodat hun machtsbasis na het conflict sowieso ongeschonden zou zijn; een geval van risicospreiding dus.540 Of misschien hield de tak van Willem van Gryspeere (3F1) er op dat gebied een andere mening op na dan de tak van Jacques van Gryspeere (3E1). Severin van Gryspeere was immers een zoon van die Jacques van Gryspeere. Ook hier kan ik enkel hypotheses naar voren brengen, maar geen uitsluitsel geven. Willem van Gryspeere (4E1) zoon van de vorstgezinde Willem van Gryspeere (3F1) was luitenant541 in het leger van de heer van Praet, die hoogstwaarschijnlijk zijn schoonvader was aangezien hij gehuwd was met Agnes van Praet542.
539
FEYS (E.), VAN DE CASTEELE (D.). Histoire d'Oudenbourg accompagnée de pièces justificatives comprenant le cartulaire de la ville et de nombreux extraits des comptes communaux. Brugge, De Zuttere, 1873, deel 1, pg. 244 540 BUYLAERT (F.). Gevaarlijke tijden. Een vergelijking van machtsverwerving en machtsbehoud bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Holland en Vlaanderen. Tijdschrift voor geschiedenis, 2006, 119, p. 327 541 DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, p. 303 542 GAILLARD (J.). Bruges et le franc our leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, deel I, p. 243, 296
69
Besluit De familie van Gryspeere kwam naar mijn mening in bezit van de adellijke status door een combinatie van twee elementen. Ten eerste was het hoogstwaarschijnlijk Jan van Gryspeere (1A1) die de heerlijkheid Gryspeere wist te verwerven. Wat de kans ook reëel maakt dat de familie naar de heerlijkheid genoemd is. De Heerlijke macht in het leengoed ingesloten was voldoende groot om adellijke aspiraties te staven. Ten tweede stond diezelfde Jan van Gryspeere in gratie van de vorst. Of hij in die gratie stond door zijn verdiensten of als hij andersom in staat was om verdiensten te stellen doordat hij in gratie stond van Filips de Stoute weten we niet. Wat wel vaststaat is dat hij de fundamenten legde voor de uitbouw van een stabiel adellijk geslacht. Dit geslacht moet volgens mij tot de gewone adel gerekend worden, zeker niet tot de hoge. De familie was wel alomtegenwoordig in de bestuurlijke instellingen op lokaal vlak. Maar het schijnt mij dat de grenzen van het Brugse Vrije ook de grenzen vormden van het aanzien van de van Gryspeeres. Op enkele uitzonderingen na natuurlijk. Dat het huwelijksnetwerk van de familie diep geworteld zit in verschillende andere adellijke geslachten bewijst dat zij in hun tijd op voldoende appreciatie en respect hebben kunnen rekenen van de andere adellijke families. Via deze netwerken slaagden de van Gryspeeres er bovendien in om hun heerlijke patrimonium uit te breiden. Dat heerlijke patrimonium was ook voor hen de hoeksteen van hun bestaan. Met respect voor de patrilineaire logica
wist de familie er in te slagen om het oorspronkelijke titelgoed
Gryspeere zeker gedurende vijf generaties in eigen handen te houden. Iets wat niet voor alle adellijke families weggelegd was. Bij gebrek aan precieze geboortedata is het wel moeilijk om te bepalen of het wel altijd de oudste zoon was die bevoordeeld werd met het leeuwendeel van de erfenis. Ik vond echter geen aanwijzing om te denken dat de familie van Gryspeere hier tegen de algemeen aanvaarde logica zouden zijn ingegaan. Net als bij andere adellijke families zal het geslachtsbewustzijn een centrale rol gespeeld hebben in het dagelijkse leven van de verschillende familieleden. Dat de familie er gedurende 150 jaar in slaagde om hun machtsbasis te vrijwaren en verder uit te bouwen kan immers geen toeval zijn. Of het geslacht van Gryspeere echt één en ondeelbaar was kan ik niet zeggen. Ik haalde al het voorbeeld aan van de tegenstrijdige feiten tijdens de oorlog met Maximiliaan. De kans is echter groot dat dit een geval van risicospreiding was die de familie moest behoeden van eventuele sociale degradatie na het conflict.
70
Ik kan dus besluiten dat alle elementen om een “vie noble” te leiden aanwezig waren. Met andere woorden vond ik bij de familie van Gryspeere in voldoende mate de vijf sleutelelementen uit deel 1 terug. Het nut van de microstoria heeft zich andermaal bewezen. Aan de hand van een case-studie heb ik praktijk aan theorie getoetst en bijgevolg de familie van Gryspeere in haar adellijke status bevestigd.
71
Bibliografie Algemeen Rijksarchief Brussel ARA, Grote Raad van Mechelen, Processen in eerste aanleg, nr. 70 ARA, Grote Raad van Mechelen, Processen in eerste aanleg, nr. 1062 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1074 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1075 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1080 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1081 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 1111 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14011 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14285 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 14541 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21799 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21844 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 21845 ARA, Rekenkamer, Rekeningen en Registers, nr. 47047
Rijksarchief Brugge RAB, Brugse Vrije, Bundels, nr. 778 RAB, Leenhof van Brugge, reg. 65 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 1959 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 1960 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2103 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2382 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2425
72
RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 2426 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3340 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3346 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3348 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3349 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3350 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3352 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3373 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3379 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3382 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3387 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3493 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3528 RAB, Oorkonden, blauwe nummers, nr. 3533 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 3544 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 6822 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 6824 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 6894 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 7161 RAB, Oorkonden blauwe nummers, nr. 11424
Rijksarchief Gent RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8631 RAG, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen in eerste aanleg, nr. 8636
73
Rijksarchief Kortrijk RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 575 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 576 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 594 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 599 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 600 RAK, Fonds d‟Ennetières, Oorkonden voor 1500, nr. 607
Stadsarchief Brugge SAB, Leenregister van de Burg van Brugge, nr. 518 SAB, Politieke charters, 1e reeks, nr. 934 SAB, Politieke charters, 1e reeks, nr. 942 SAB, Politieke charters, 1e reeks, nr. 1242 SAB, Fonds van de ambachten, Peltiers, register Donaas de Moor SAB, Fonds van de Bogardenschool, Oorkonden, nr. 324 SAB, Fonds van de Bogardenschool, Cartularium B SAB, Fondations anniversaires 1494 – 1738, 1487 febr. 20 SAB, Inventaris Adornes en Jeruzalem, nr. 703 SAB, Oorkonden private aangelegenheden, nr. 104/65
Stadsarchief Gent SAG, Reeks 330, reg. 17, 1421-1422 SAG, Reeks 330, reg. 18, 1424-1425 SAG, Reeks 330, reg. 26, 1454-1455 SAG, Reeks 330, reg. 27, 1455-1456
74
SAG, Reeks 330, reg. 28, 1457-1458 SAG, Reeks 330, reg. 29, 1461-1462
75
Archiefinventarissen BUNTINX (J.). Inventaris van het archief van de Raad van Vlaanderen. Brussel, 1964-1979, 9 delen. FINOT (J.). Inventaire sommaire des départementales antérieures à 1790. Nord. Série B: Archives civiles: Chambre des Comptes de Lille. Lille, Danel, 1877-1906, 8 delen GASCHARD, PINCHART. Inventaire des archives des chambres des comptes. Brussel, la commission royale d‟histoire, 1865, 4 delen. Inventaris leenhof van de Burg van Brugge. Rijksarchief Brugge SCHOUTEET (A.). Stadsarchief van Brugge. Regesten op de oorkonden. Brugge, Stadsarchief Brugge, 1973-1982, 4 delen. VANDERMAESEN (M.). Inventaris van de verzameling oorkonden met blauw nummer. Brussel, Algemeen rijksarchief, 1996, 116 p. WARLOP (E.). Inventaris fonds d‟Ennetières. Brussel, 1981, 624 p.
76
Uitgegeven bronnen, werkinstrumenten, inventarissen en heraldische, epigrafische en genealogische repertoria. BEELE (W.). Studie van de Ieperse persoonsnamen uit de stads- en baljuwrekeningen :12501400. Handzame, Familia et Patria, 1975, 2 delen. BETHUNE (J.). Méreaux des familles brugeoises. Brugge, De Plancke, 1890, 514 p. BLOCKMANS (W. P.). Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (14671477): excerpten uit de rekeningen van de Vlaamse steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, Paleis der Academiën, 1971, 352 p. BLOMMAERT (P.), DE SAINT GENOIS (J.). Graf- en gedenkschriften der provincie OostVlaenderen. Gent, Hebbelynck, 1858-1870, 3 delen. BOSSUYT (S.). Rijke stinkerds. Editie en analyse van de middleeeuwse grafschriften te Ieper (1118-1566). Leuven, Universiteit Leuven (onuitgegeven licenciaatserhandeling), 2000, 2delen. BUYLAERT (F.), DUMOLYN (J.) en DONCHE (P.), e.a. De adel ingelijst. Adelslijsten voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw. Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, 173, pp. 47-187. CARON (M.-T.). Les voeux du faisan, noblesse en fête, esprit de croisade: le manuscrit français 11594 de la Bibliothèque nationale de France. Turnhout, Brepols, 2003, 420 p. CARTON (C.), VAN DE PUTTE (F.). Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele: 1093-1794. Brugge, Vandecasteele-Werbrouck, 1858, 164 p. DANSAERT (G.). Nouvel armorial belge ancien et moderne. Précédé de L'art héraldique et ses diverses applications. Brussel, Moorthamers, 1949, 426 p. DAUCHY (S.). De Vlaamse appels bij het parlement van Parijs: een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en soevereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode. Gent, 1992, 5 delen. DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, 598 p. DE L‟ESPINOY (P.). Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire généalogique des comtes de Flandres, avec une description curieuse dudit pays. Douay,1631, 3 delen. DE POTTER (F.). Gent, van den oudsten tijd tot heden: geschiedkundige beschrijving der stad. Handzame, Familia et patria, 1969, 8 delen. DE RAADT (J.T.). Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants (Belgique, Royaume des Pays-Bas, Luxembourg, Allemagne, France): recueil historique et héraldique. Brussel, Société belge de librairie, 1897, 4 delen.
77
DE SCHOUTHEETE DE TERVARENT. Inventaire des archives de la ville et de l'église primaire de Saint-Nicolas. Brussel, Muquardt, 1872, 356 p. DE SEYN (E.) Dictionnaire historique et géographique des communes belges. Turnhout, Brepols, 1950, 2 delen. DE VEGIANO (M.). Nobiliaire Gent, Gyselynck, 1862-1876, 7 delen.
des
Pays-Bas
et
du
Comté
de
Bourgogne.
D‟HANE-STEENHUYSE (E.), HUYTTENS (J.).La noblesse de Flandre du Xe au XVIIe siècle d'après des documents. Brussel, Van Trigt, 1863, 2 delen. DHONDT-DE WAEPENAERT (E.). Quartiers généalogiques des familles flamandes. Handzame, familia et patria, 1969, 510 p. DIEGERICK (I. L. A.). Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux archives de la ville d'Ypres. Brugge, 1853, 4 delen. FEYS (E.), VAN DE CASTEELE (D.). Histoire d'Oudenbourg accompagnée de pièces justificatives comprenant le cartulaire de la ville et de nombreux extraits des comptes communaux. Brugge, De Zuttere, 1873, 2 delen. FRIS (V.). Dagboek van Gent van 1447 tot 1470 met een vervolg van 1477 tot 1515. Gent, Annoot-Braeckman, 1901-1904, 2 delen. GAILLARD (J.). Bruges et le franc ou leur magistrature et leur noblesse, avec des données historique et généalogiques sur chaque famille. Brugge, 1857-1864, 6 delen. GAILLARD, (J.). Inscriptions funéraires et monumentales de la Flandre occidentale avec des données historiques et généalogiques :arrondissements de Bruges. Brugge, 1861-1867, 2delen. GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Cartulaire de l'ancienne estaple de Bruges: recueil de documents concernant le commerce intérieur et maritime, les relations internationales et l'histoire économique de cette ville. Brugge, de Plancke, 1904-1906, 4 delen. GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.). Coutume du Franc de Bruges. Brussel, Gobbaerts, 1879, 3 delen. JOURDAIN (A.), VAN STALLE (L.). Dictionnaire encyclopédique de géographique historique du royaume de Belgique: Description de ses neuf provinces et de ses 2607 communes sous le rapport topographique, statistique, administratif, judiciaire, industriel, commercial, militaire, religieux, historique, littéraire, biographique et monumental. Brussel, Bruylant, 2 delen. Lijst der edelen en goede lieden bezitters van heerlijkheden in de kastelrie gelegen van 1387 tot 1633. Koninklijke geschied- en oudheidkundige kring van Kortrijk, Kortrijk, 1912-1913, 10, pp. 227-278
78
Memorieboek der stad Ghent: van 't jaer 1301 tot 1737. Gent, Annoot-Braeckman, 18521861, 4 delen. MERTENS (J.). De XIVde eeuwse voornaamste Brugse schepenfamilies. Ons heem, SintMartens-Latem, Verbond voor heemkunde, 1960, 14, pp. 233-236 NOWÉ (H.). Les baillis comtaux de Flandre: des origines à la fin du XIVe siècle. Brussel, Lamertin, 1929, p. 633 PARMENTIER (R. A.). Indices op de Brugsche Poorterboeken. Brugge, Desclée De Brouwer, 1938, 2 delen. POPLIMONT (C.). La Belgique héraldique: recueil historique, chronologique, généalogique et biographique complet de toutes les maisons nobles reconnues de la Belgique. Brussel, Adriaens, 1863-1867, 11 delen. REUSENS (E.), WILS (J.) en SCHILLINGS (A.). Matricule de l'Université de Louvain. Brussel, Palais des Académies, 1903-1969, 10 delen. VAN DUYSE (P.), DE BUSSCHER (E.). Inventaire analytique des chartres et documents appartenant aux archives de la ville de Gand. Gent, Annoot-Braeckman, 1867, 720 p. VAN DYCKE (F.). Recueil héraldique, avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennnes de la ville et du Franconat de Bruges. Brugge, De Moor, 1851, 563 p. VERMEERSCH (V.). Grafmonumenten te Brugge voor 1578, Brugge, Raaklijn, 1976, 3 delen. VROONEN (E.). Les noms de famille de Belgique: essai d'anthroponyme belge. Brussel, Dessart, 1957, 2 delen. VUYLSTEKE (J.). De rekeningen der stad Gent: tijdvak van Philips van Artevelde 13761389. Gent, Hoste, 1893, 540 p. WARLOP (E.). De Vlaamse adel voor 1300. Handzame, Familia et patria, 1968, 3 delen. ZOETE (A.). Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (1405-1419): excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, Paleis der Academiën, 1981, 2 delen.
79
Literatuur
BLOCKMANS (W. P.). De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijden (1384-1506). Brussel, Koninklijke academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, 1978, 671 p. BUYLAERT (F.). Familiekwesties. De beheersing van vetes en private conflicten in de elite van laatmiddeleeuws Gent. Tijdschrift voor Stadsgeschiedenis, 2007, 2, pp. 1-19. BUYLAERT (F). Edelen in de Vlaamse stedelijke samenleving. Een kwantitatieve benadering van de elite van het laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Brugge. Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis, 2007, 4, pp. 29-56. BUYLAERT (F.). Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie De Baenst. Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, 8, pp. 201-251 BUYLAERT (F.). Eeuwen van ambitie. Edelen, steden en sociale mobiliteit in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Gent, Rijksuniversiteit Gent, 2008 BUYLAERT (F.). Gevaarlijke tijden. Een vergelijking van machtsverwerving en machtsbehoud bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Holland en Vlaanderen. Tijdschrift voor geschiedenis, 2006, 119, pp. 312-327 CARON (M.-T.). La noblesse dans le Duché de Bourgogne 1315-1477. Rijsel, Presses universitaires de Lille, 1987, 586 p. DUMOLYN (J.). Vivre noblement. Material culture and elite identity in late medieval Flanders. Journal of interdisciplinary history, 2007, 38, 1, pp. 1-31 DUMOLYN (J.). Patriarchaal patrimonialisme. De vrouw als object in sociale transacties in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen: familiale strategieën en genderposities . Verslagen van het centrum voor genderstudies, Gent, RUG, 2003, 12, pp. 1-28 DUMOLYN (J.). Nobles, patricians and officers. The making of a regional political elite in the late medieval Flanders. Journal of social history, 2006, 40, 2, pp. 431-452 DUMOLYN (J.). Staatsvorming en vorstelijke ambtenaren in het graafschap Vlaanderen (1419-1477). Leuven, Garant, 2003, 250 p. DUMOLYN (J.). De Brugse opstand van 1436-1438. Heule, UGA, 1997, 381 p. DUMOLYN (J.). A short manual to the art of prosopography. In : Prosopography Approaches and Applications. A Handbook. Linacre College, 2007, pp. 35-70 JANSSENS (P.). De evolutie van de Belgische adel sinds de late Middeleeuwen. Brussel, Gemeentekrediet, 1998, 485 p.
80
SOENS (T.). De rentmeesters van de graaf van Vlaanderen: beheer en beheerers van het grafelijk domein in de late Middeleeuwen. Brussel, Paleis der Academiën, 2002, 370 p. VAN ROMPAEY (J.). Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de boergondische periode. Brussel, Paleis der Academiën, 1967, 701 p. VERBOVEN (K.), CARLIER (M.) en DUMOLYN (J.). A short manual to the art of Prosopography. In : KEATS-ROHAN (K.S.B.). Prosopography Approaches and Applications. A Handbook. Oxford, Unit for Prosopographical Research (Linacre College), 2007, pp. 35-69
81
Bijlagen Bijlage 1: Wapenschild familie van Gryspeere543
Bijlage 2: Feodale kaart van Lendelede544, het goed Gryspeere bevindt zich links op de kaart.
543
BLOMMAERT (P.), DE SAINT GENOIS (J.). Graf- en gedenkschriften der provincie Oost-Vlaenderen. Gent, Hebbelynck, 1858-1870, deel 3, p. 2 544 DELAERE (J.). Geschiedenis van Lendelede tot 2000. Kortrijk, Groeninghe, 2000, p. 86-87
82
83
84