pro memorie januari 2003
Een overzichtelijk naslagwerk ten behoeve van de administratievoering Administraties van bedrijven en instellingen zijn per 1 januari 2003 weer geconfronteerd met nieuwe tarieven, premies, uitvoeringsmaatregelen, wetten enz. In de jaarlijkse Pro Memorie is deze informatie op een overzichtelijke wijze samengevat. Daarnaast maken enkele andere, variabele gegevens die ook regelmatig door ondernemers, managers en administrateurs worden gebruikt, deel uit van deze uitgave. Zo wordt een overzicht gegeven van de rentetarieven ECB, de wettelijke rente, de heffings- en invorderingsrente, de valutakoersen en de omrekenkoersen van de euro. Tevens is een overzicht van in de regelgeving gebruikte afkortingen toegevoegd.
1
Inkomstenbelasting
1.1
Loon, pensioen, uitkering en auto van de zaak Bijtelling privé-gebruik auto Winst uit onderneming Van winst aftrekbare kosten woon-werkverkeer Bijtelling privé-gebruik woning1) Forfaitaire winstbepaling zeescheepvaart Scholingsaftrek Investeringsaftrek Ondernemersaftrek Oudedagsreserve (FOR) 1) Eigenwoningforfait Werknemersaftrek Premies voor lijfrenten Uitgaven voor kinderopvang Inkomen uit sparen en beleggen Forfaitair rendement Rendementsgrondslag Heffingvrij vermogen Verliezen op beleggingen in durfkapitaal (Tante Agaath) Uitgaven voor monumentenpanden Tarieven in de boxen Heffingskortingen
1.1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.7.1 1.7.2 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12
2
Beperking van aftrekposten en belastingvrije vergoedingen
3 4 4 4 4
5 6 7 8 11 11 11 12 13 15 15 16 17 18 18 19 20
21
Loonbelasting
30
3.1 3.2
Loonheffingskorting Afdrachtvermindering loonheffing Gebruikelijk loon Modelstaat voor loonberekening Bestanddelen van het loon vanaf 1 januari 2003
30
3.5
4
Vennootschapsbelasting
Dividendbelasting
33
6
Omzetbelasting
33
7
Belastingen van rechtsverkeer
34
Successie- en schenkingsrecht
34
8
5
3
3.3 3.4
5
30 31 31 32
33
9
Sociale wetten
36
9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.2
Volksverzekeringen Kinderbijslag Bijstandsuitkeringen Minimumloon per maand Werknemersverzekeringen
36 37 38 38 39
10
Wet Overhevelingstoeslag
40
Wet Arbeidsongeschiktheids verzekering Zelfstandigen (WAZ)
40
Ziekenfondswet voor zelfstandigen
41
Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm)
41
11
12 13 14
Discontopercentages en wettelijke rente
14.1 14.2
Wettelijke rente Heffings- en invorderingsrente bij belastingen Rentetarieven ECB in procenten1)
44
15
Koersen
44
15.1 15.2
Valutakoersen Omrekenkoersen
44 45
16
Lijst met afkortingen
45
14.3
43 43 44
1
Inkomstenbelasting Aftrekposten
Reisaftrek openbaar vervoer en fietsaftrek
Aftrekposten
Ziektekosten en andere buitengewone uitgaven
Levensonderhoud kinderen jonger dan 27 jaar
Kwijtscheldingen van “Tante Agaathleningen’”
Giften
Uitgaven monumentenpanden
Studiekosten en ander scholingsuitgaven
Uitgaven weekendbezoek gehandicapte kinderen
Premies voor lijfrenten
onderhoudsverplichtingen
Alimentatie en andere
Loon, pensioen, uitkering, auto van de zaak
Inkomsten
Winst uit onderneming Te verrekenen verliezen
Belasting
Box 1
Resultaat uit overige werkzaamheden
Box 1
Box 1
=
Aftrekposten van de eigen woning
Belastbaar inkomen
Box 2
=
Te betalen bedrag
Heffingskorting
Totaal belasting
Belasting
Box 3
Box 2
X 25%
=
Belasting inkomen
Box 3
Belastbaar inkomen
X 30%
Belastbaar
33,2% X tot 52%
Periodieke uitkeringen
Aftrekken in box 1 eventueel ook in box 3
=
=
Jonggehandicaptenkorting
(Aanvullende) ouderenkorting
(Aanvullende) alleenstaandeouderkorting
Combinatiekorting
(Aanvullende) kinderkorting
Arbeidskorting
Algemene heffingskorting
Heffingskortingen
– en box 2
–
=
Inkomen uit
Box 3
2003
Persoonsgebonden – aftrek
Uitgaven voor kinderopvang
Vast
januari
beleggen
sparen en
Inkomen uit (4%)
rendement
belang
aanmerkelijk
Inkomen uit
Box 2
woning
werk en
Ontvangen alimentatie Eigenwoningforfait
Aftrekposten Verrekenbare verliezen
Inkomsten Reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang Aftrekbare kosten
belang
Vervreemdingsvoorwaarden uit aanmerkelijk
Spaargeld, tweede woning, aandelen en dergelijke min schulden
Gemiddeld vermogen
3
+
–
1.1
Loon, pensioen, uitkering en auto van de zaak
1.1.1
Bijtelling privé-gebruik auto Privé-kilometers Meer dan Maar niet meer dan Km – 500 3.000 6.000 8.000 1)
2) 3)
4)
5)
Km 500 3.000 6.000 8.000
20031,3,4,5) Bijtelling op jaarbasis % 0 10 15 20 25
Privé-kilometers Meer dan Maar niet meer dan Km
Km
– 500 3.000 6.000 8.000
20021,3,4,5) Bijtelling op jaarbasis %
500 3.000 6.000 8.000
0 10 15 20 25
Privé-kilometers2) Meer dan Maar niet meer dan Km – 500 4.000 7.000
Km 500 4.000 7.000
20011,4) Bijtelling op jaarbasis % 0 15 20 25
Van de cataloguswaarde van de personenauto (inclusief OB/BPM) en/of bestelauto (inclusief OB). Voor personen- en bestelauto’s van 15 jaar of ouder geldt de waarde in het economisch verkeer als grondslag. Woon-werkverkeer werd in 2001 niet als privé-kilometers aangemerkt. Voor reizen woon-werk tot en met een enkelereisafstand van 10 kilometer geldt dat de gehele reis als privé wordt aangemerkt. Als de enkelereisafstand woon-werk meer bedraagt dan 30 kilometer wordt het meerdere als privé aangemerkt. Er is een overgangsregeling getroffen waardoor voor 2002 en 2003 1/3 van de als privé aan te merken woon-werkkilometers (maximaal 5.500) ook werkelijk tot de privé-kilometers wordt gerekend. Wanneer er niet sprake is van een sluitende rittenadministratie geldt in beginsel een bijtelling van ten minste 25%. Voor een bestelauto die door aard of inrichting slechts tot een beperkt voordeel leidt, geldt een bijtelling van ten minste 10%. Hieraan zijn nadere regels verbonden. O.a. mag de bestelauto naast het woon-werkverkeer niet meer dan 10.000 kilometer op jaarbasis voor privé-doeleinden worden gebruikt. Indien een dergelijke bestelauto, afgezien van het regelmatig woon-werkverkeer, niet voor privé-doeleinden wordt gebruikt, kan volstaan worden met een bijtelling van 2,5% van de cataloguswaarde. Deze cataloguswaarde wordt dan gesteld op maximaal EUR 18.000.
1.2
Winst uit onderneming
1.2.1
Van winst aftrekbare kosten woon-werkverkeer Bij het bepalen van de winst komen kosten ten laste van regelmatig woon-werkverkeer in aftrek tot ten hoogste het bedrag bepaald volgens de onderstaande tabel: Meer dan Km – 10 15 20
Reisafstand1) Maar niet meer dan Km
2003
2002
2001
EUR
EUR
EUR
10 15 20
– 780 1.092 1.560
– 780 1.092 1.560
– 780 1.092 1.560
1) Indien op drie dagen, twee dagen of een dag per week naar dezelfde plaats van de werkzaamheden wordt gereisd, dan geldt het bedrag gelijk aan respectievelijk driekwart, de helft en een kwart van het tabelbedrag. Wordt er naar verschillende plaatsen van werkzaamheden gereisd, dan dient voor iedere plaats afzonderlijk de tabel te worden toegepast. De som van de verschillende tabelbedragen kan nooit meer zijn dan het geldende jaarmaximum.
4
januari
2003
1.2.2
Bijtelling privé-gebruik woning1) De onttrekking wordt bepaald aan de hand van de onderstaande tabel: Woningwaarde Meer dan Maar niet meer dan EUR EUR % 12.500 25.000 50.000 75.000 1) 2)
1.2.3
12.500 25.000 50.000 75.000
20032) Op jaarbasis
20022) Op jaarbasis
1,15 (min. EUR 136) 1,45 1,60 1,75 2,00 (max. EUR 20.000)
20012) Op jaarbasis
%
%
1,10 (min. EUR 136) 1,40 1,55 1,70 1,95 (max. EUR 19.450)
1,10 (min. EUR 136) 1,40 1,55 1,70 1,95 (max. EUR 18.950)
Onder woning wordt mede verstaan een duurzaam aan een plaats gebonden schip of woonwagen. De woningwaarde is de volgens de wet WOZ voor die woning vastgestelde waarde of waarden voor het tijdvak waarbinnen het kalenderjaar valt.
Forfaitaire winstbepaling zeescheepvaart 2003 Tonnage in nettoton
Bedrag per dag per 1.000 nettoton EUR
Winst uit zeescheepvaart
9,08 6,81
9,08 61,29
10.000 15.000
4,54
70,37 68,10
25.000
2,27
138,47
Bedrag per dag per 1.000 nettoton EUR
Winst uit zeescheepvaart
1.000 9.000
9,08 6,81
9,08 61,29
10.000 15.000
4,54
70,37 68,10
25.000
2,27
138,47
1.000 9.000
Meerdere boven
EUR
2002 Tonnage in nettoton
Meerdere boven
januari
EUR
2003
5
2001 Tonnage in nettoton
Meerdere boven
1.2.4
Bedrag per dag per 1.000 nettoton EUR
Winst uit zeescheepvaart
1.000 9.000
9,08 6,81
9,08 61,29
10.000 15.000
4,54
70,37 68,10
25.000
2,27
138,47
EUR
Scholingsaftrek Algemene aftrek1) Meer dan EUR – 31.000 129.000
2003 Maar niet meer dan EUR 31.000 129.000
Meer dan %
EUR
20 20 20
– 30.000 124.000
2002 Maar niet meer dan EUR 30.000 124.000
Meer dan %
EUR
20 20 20
– 29.000 120.000
2001 Maar niet meer dan EUR 29.000 120.000
% 20 20 20
Extra aftrek1) Meer dan EUR – 31.000 129.000
2003 Maar niet meer dan EUR 31.000 129.000
Meer dan %
EUR
20 – –
– 30.000 124.000
2002 Maar niet meer dan EUR 30.000 124.000
Meer dan %
EUR
20 – –
– 29.000 120.000
2001 Maar niet meer dan EUR 29.000 120.000
% 20 – –
Extra aftrek oudere werknemers2) Meer dan EUR – 31.000 129.000
6
2003 Maar niet meer dan EUR 31.000 129.000
Meer dan %
EUR
– – –
– 30.000 124.000
2002 Maar niet meer dan EUR 30.000 124.000
januari
2003
Meer dan %
EUR
40 40 40
– 29.000 120.000
2001 Maar niet meer dan EUR 29.000 120.000
% 40 40 40
Extra aftrek aangewezen scholingskosten 3, 4) Meer dan EUR – 31.000 129.000 1)
2)
3)
4)
5)
2003 Maar niet meer dan EUR 31.000 129.000
Meer dan %
EUR
20 20 20
– 30.000 124.000
2002 Maar niet meer dan EUR 30.000 124.000
Meer dan %
EUR
20 20 20
– 29.000 120.000
2001 Maar niet meer dan EUR 29.000 120.000
% 20 20 20
Indien totale bedrag aan scholingskosten niet uitkomt boven EUR 129.000 (2002: EUR 124.000 en 2001: EUR 120.000), dan geldt tot en met een bedrag van EUR 31.000 (2002: EUR 30.000 en 2001: EUR 29.000) een extra aftrek van 20%. Voor de scholingskosten die betrekking hebben op werknemers van 40 jaar en ouder. Per 1 januari 2003 is deze aftrek vervallen. De scholingskosten die betrekking hebben op bij ministeriële regeling aangewezen vormen van scholing die zijn gericht op het op startkwalificatieniveau brengen van in de onderneming werkzame personen. Indien alle extra verhogingen van toepassing zijn zal de onder 3 genoemde aftrek zodanig worden verminderd dat de totale verhoging 70% bedraagt. Per 1 januari 2003 is deze vermindering vervallen. Als bedrag aan scholingsaftrek wordt ten hoogste in aanmerking genomen EUR 2.470.000 (2002: EUR 2.390.000 en 2001: EUR 2.310.000).
1.2.5
Investeringsaftrek
1.2.5.1
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek Bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van: Meer dan EUR – 2.000 33.000 64.000 93.000 124.000 155.000 186.000 217.000 248.000 279.000
2003 Maar niet meer dan EUR 2.000 33.000 64.000 93.000 124.000 155.000 186.000 217.000 248.000 279.000
Meer dan %
EUR
– 25 22 19 16 13 11 8 5 3 –
– 1.900 31.000 61.000 90.000 120.000 150.000 180.000 210.000 240.000 270.000
2002 Maar niet meer dan EUR 1.900 31.000 61.000 90.000 120.000 150.000 180.000 210.000 240.000 270.000
Meer dan % – 26,5 22 19 16 13 11 8 5 3 –
EUR – 1.800 30.000 59.000 87.000 116.000 145.000 174.000 203.000 232.000 261.000
2001 Maar niet meer dan EUR 1.800 30.000 59.000 87.000 116.000 145.000 174.000 203.000 232.000 261.000
% – 28 22 19 16 13 11 8 5 3 –
Indien de onderneming van de belastingplichtige deel uitmaakt van een samenwerkingsverband met een of meer andere belastingplichtigen die daarbij winst uit onderneming genieten of belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting, worden voor bepaling van het investeringsbedrag hun investeringen voor het samenwerkingsverband samengenomen. Bedrijfsmiddelen waarvoor het investeringsbedrag minder is dan EUR 450 komen niet voor investeringsaftrek in aanmerking.
januari
2003
7
1.2.5.2
Energie-investeringsaftrek De energie-investeringsaftrek bedraagt 55% bij een bedrag aan energie-investeringen in een kalenderjaar van meer dan EUR 2.000 (2002: EUR 1.900 en 2001: EUR 1.800) Als bedrag aan energie-investeringen wordt ten hoogste in aanmerking genomen EUR 103.000.000 (2002: EUR 99.000.000 en 2001: EUR 96.000.000). Bij een samenwerkingsverband worden de investeringen voor het hele samenwerkingsverband samengenomen. Investeringen kunnen voor zowel de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek als de energie-investeringsaftrek in aanmerking komen.
1.2.5.3
Milieu-investeringsaftrek Categorie I Meer dan EUR
2003 Maar niet meer dan EUR
– 2.000
2.000
Meer dan %
EUR
– 40
– 1.900
2002 Maar niet meer dan EUR 1.900
Meer dan %
EUR
– 40
– 1.800
2001 Maar niet meer dan EUR 1.800
% – 40
Categorie II Meer dan EUR
2003 Maar niet meer dan EUR
– 2.000
2.000
Meer dan %
EUR
– 30
– 1.900
2002 Maar niet meer dan EUR 1.900
Meer dan %
EUR
– 30
– 1.800
2001 Maar niet meer dan EUR 1.800
% – 30
Categorie III Meer dan EUR – 2.000
2003 Maar niet meer dan EUR 2.000
Meer dan %
EUR
– 15
– 1.900
2002 Maar niet meer dan EUR 1.900
Meer dan %
EUR
– 15
– 1.800
2001 Maar niet meer dan EUR 1.800
% – 15
Indien voor een investering bij de aangifte wordt gekozen voor energie-investeringsaftrek, blijft toepassing van de milieu-investeringsaftrek achterwege. 1.2.6
Ondernemersaftrek
1.2.6.1
Urencriterium Onder urencriterium wordt verstaan dat gedurende het kalenderjaar ten minste 1225 uren worden besteed aan werkzaamheden als ondernemer voor één of meer ondernemingen waaruit winst wordt genoten en dat van de totaal beschikbare tijd voor winst uit onderneming, belastbaar loon en het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden meer dan de helft wordt besteed aan het drijven van één of meer ondernemingen.
8
januari
2003
Voor de startende ondernemer die in één of meer van de vijf voorgaande kalenderjaren geen ondernemer was geldt slechts de eis van minimaal 1225 uren. Per 1 januari 2002 worden zwangere ondernemers gedurende hun periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof geacht hun werkzaamheden ten behoeve van de onderneming niet te hebben onderbroken. 1.2.6.2
Zelfstandigenaftrek/startersaftrek Zelfstandigenaftrek2) 2003 Winst
1)
2)
1.2.6.3
1)
2002 Zelfstandigenaftrek
Vanaf EUR
Tot EUR
– 12.550 14.555 16.570 47.455 49.460 51.475 53.480
12.550 14.555 16.570 47.455 49.460 51.475 53.480
Winst
1)
2001 Zelfstandigenaftrek
EUR
Vanaf EUR
Tot EUR
6.430 5.978 5.527 4.926 4.496 4.021 3.548 3.119
– 12.110 14.050 15.995 48.805 47.745 49.685 51.620
12.110 14.050 15.995 48.805 47.745 49.685 51.620
Winst
1)
Zelfstandigenaftrek
EUR
Vanaf EUR
Tot EUR
6.358 5.922 5.486 4.906 4.491 4.033 3.576 3.162
– 11.745 13.625 15.510 44.425 46.305 48.190 50.065
11.745 13.625 15.510 44.425 46.305 48.190 50.065
EUR 6.084 5.661 5.238 4.675 4.273 3.829 3.385 2.984
Winst is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer uit één of meer ondernemingen geniet. De ondernemer dient te voldoen aan het urencriterium als beschreven onder 1.2.6.1. Indien de ondernemer in één of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij hem in de periode niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek is toegepast, wordt de zelfstandigenaftrek verhoogd met EUR 1.895 (2002: EUR 1.829 en 2001: EUR 1.774).
S&O-aftrek S&O-aftrek1) Aantal uren S&O Vanaf tot – 625 1)
2)
625
20032) EUR
20022) EUR
2001 EUR
– 5.331
– 5.145
– 4.990
Indien de ondernemer in één of meer van de vijf voorgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij hem in de periode niet meer dan tweemaal de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk is toegepast, wordt de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk verhoogd met EUR 2.666 (2002: EUR 2.573 en 2001: EUR 2.495). De ondernemer moet voldoen aan het urencriterium als beschreven onder 1.2.6.1. Per 1 januari 2002 worden zwangere ondernemers geacht gedurende hun periode van zwangerschaps- of bevallingsverlof hun werkzaamheden voor toepassing van de speur- en ontwikkelingswerkaftrek niet te hebben onderbroken.
januari
2003
9
1.2.6.4
Meewerkaftrek/reële arbeidsbeloning partner Meewerkaftrek van winst1, 2) Aantal uren meewerken Vanaf
1)
2)
tot
2003 meewerkaftrek %
2002 meewerkaftrek %
2001 meewerkaftrek %
– 525 – – – 525 875 1,25 1,25 1,25 875 1.225 2,00 2,00 2,00 1.225 1.750 3,00 3,00 3,00 1.750 4,00 4,00 4,00 De meewerkaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet en van wie de partner zonder enige vergoeding arbeid verricht in een onderneming waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst geniet. Winst is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit ondernemingen waarin de partner zonder enige vergoeding arbeid verricht, verminderd met onteigeningswinst, stakingswinst en eindafrekeningswinst.
Reële arbeidsbeloning partner
Beloning voor meewerkende partner minimaal
2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
5.000
5.000
5.000
Een lagere vergoeding is niet aftrekbaar van de winst. De ontvangende partner hoeft in dat geval niets aan te geven. 1.2.6.5
Stakingsaftrek De stakingsaftrek geldt voor de ondernemer die in het kalenderjaar winst behaalt met of bij het staken van één of meer gehele ondernemingen waaruit hij als ondernemer winst geniet en bedraagt maximaal EUR 3.630. De in voorafgaande jaren genoten stakingsaftrek komt hierop in mindering. Overgangsregelingen Tijdelijke verhoging stakingsaftrek als gevolg van staking van de gehele onderneming door ondernemer1) 55 jaar of ouder EUR 2001 2002 2003 2004 2005 2006 1)
10
Jonger dan 55 jaar EUR
20.420 17.062 13.704 10.346 6.988 3.630
9.076 7.987 6.897 5.808 4.719 3.630
Tijdelijke stakingsaftrek als gevolg van staking van een gedeelte van een onderneming1) EUR 9.076 7.260 5.445 3.630 1.815
Verhoging geldt voor degenen die reeds vanaf 1 januari 2001 ondernemer zijn geweest. Deze bedragen zijn inclusief de reguliere stakingsaftrek. Eerder genoten stakingsvrijstelling komt in mindering op de aftrek.
januari
2003
1.2.7
Oudedagsreserve (FOR) 1)
Dotatie 12% van de als ondernemer2) genoten winst uit één of meerdere ondernemingen voor mutaties FOR (maximaal) 1)
2)
1.3
2002 EUR
2001 EUR
10.545
10.178
9.871
De FOR maakt deel uit van de fiscale winst en van het ondernemingsvermogen. Indien er meerdere ondernemingen zijn mag de ondernemer zelf bepalen aan welk ondernemingsvermogen de FOR wordt toegerekend. Dotaties zijn alleen mogelijk indien de ondernemer voldoet aan het urencriterium en bij aanvang van het kalenderjaar niet ouder is dan 65 jaar. De toevoeging bedraagt ten hoogste het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen aan het einde van het kalenderjaar de oudedagsreserve aan het begin van het kalenderjaar te boven gaat.
Eigenwoningforfait Eigenwoningwaarde1) Meer dan Maar niet meer dan EUR EUR – 12.500 25.000 50.000 75.000 1)
1.4
2003 EUR
12.500 25.000 50.000 75.000
2003 Forfait % – 0,30 0,45 0,60 0,80
2002 Forfait EUR
% – 0,30 0,45 0,60 0,80
max. 8.200
2001 Forfait EUR
max. 8.000
% – 0,30 0,45 0,60 0,80
EUR
max. 7.800
De eigenwoningwaarde is de volgens de wet WOZ voor die woning vastgestelde waarde of waarden voor het tijdvak waarbinnen het kalenderjaar valt.
Werknemersaftrek Forfaitaire aftrek Bestanddelen Fietsaftrek1) Reisaftrek Zeedagenaftrek2) 1) 2)
2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
Vervallen Zie tabel 4
362 Zie tabel 4
351 Zie tabel 4
Verminderd met de ontvangen vergoeding. Per zeedag; indien als kapitein/scheepsofficier/scheepsgezel van een schip ten minste 180 dagen per jaar wordt gemaakt.
januari
2003
11
Tabel reisaftrek regelmatig woon-werkverkeer per openbaar vervoer Reisaftrek1 t/m 5) Bij een reisafstand per openbaar vervoer Meer dan Maar niet meer dan Km Km – 10 15 20 30 40 50 60 70 80 1)
2)
3)
4)
5)
1.5
10 15 20 30 40 50 60 70 80
2003
2002
2001
EUR
EUR
EUR
– 376 503 846 1.049 1.371 1.524 1.691 1.749 1.773
– 362 485 816 1.012 1.323 1.471 1.632 1.688 1.711
– 351 470 791 981 1.283 1.426 1.582 1.637 1.659
Indien op drie dagen, twee dagen of een dag per week naar dezelfde plaats van werkzaamheden pleegt te worden gereisd, bedraagt de reisaftrek: a. indien de reisafstand niet meer beloopt dan 90 kilometer: driekwart, de helft respectievelijk een kwart van het in de tabel aangegeven bedrag; b. indien de reisafstand meer beloopt dan 90 kilometer: EUR 0,20 (2002: EUR 0,19 en 2001: EUR 0,18) per kilometer van die reisafstand vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop wordt gereisd, maar niet meer dan EUR 1.773 (2002: EUR 1.711 en 2001: EUR 1.659) per jaar. Indien naar verschillende plaatsen van werkzaamheden pleegt te worden gereisd, vindt de tabel afzonderlijk toepassing met betrekking tot het reizen naar elk van die plaatsen, waarbij de som van de reisaftrek niet meer bedraagt dan EUR 1.773 (2002: EUR 1.711 en 2001: EUR 1.659) per jaar. Indien op dezelfde dag naar verschillende plaatsen van werkzaamheden pleegt te worden gereisd, is het voorgaande uitsluitend van toepassing op het reizen naar de meest bereisde plaats van werkzaamheden. Indien de plaatsen van werkzaamheden even vaak plegen te worden bereisd, grootste afstand. Slechts voor 2002 en 2001: indien men ook voor de fietsaftrek in aanmerking komt, is de som van de volgens de fietsaftrek in aanmerking te nemen bedragen geen hoger bedrag dan EUR 1.711 in 2002 (2001: EUR 1.659). De per openbaar vervoer afgelegde reisafstand blijkt slechts uit een op een tijdvak van 12 maanden betrekking hebbende verklaring die is afgegeven door de desbetreffende openbaarvervoersonderneming (de openbaarvervoersverklaring).
Premies voor lijfrenten Aftrekbedragen
Basisruimte Jaarruimte (maximaal)2) Inhaalruimte 17% van de pensioengrondslag (maximaal)3) Inhaalruimte 17% van de pensioengrondslag voor personen van 55 jaar of ouder (maximaal)3) 1)
2)
3)
12
2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
Vervallen 1) 24.109
1.069 23.271
1.036 22.571
6.097
5.885
5.708
12.045
11.626
11.276
Premies zijn daardoor alleen nog aftrekbaar voorzover er sprake is van een pensioentekort. De hoogte van het aftrekbare bedrag moet bepaald worden aan de hand van de jaarruimte of reserveringsruimte. Aftrek is mogelijk voor personen die bij aanvang van het kalenderjaar jonger zijn dan 65 jaar en een pensioentekort hebben dat in hetzelfde kalenderjaar is ontstaan. Indien in de onmiddellijk aan het kalenderjaar voorafgaande periode van 7 jaren minder premies lijfrente zijn betaald dan was toegestaan, kan dit tekort worden ingehaald.
januari
2003
1.6
Uitgaven voor kinderopvang 2003 Niet voor aftrek in aanmerking komend bedrag per jaar Verzamelinkomen ter zake van kinderopvang bij: Meer dan Maar niet Opvang gedurende Opvang gedurende Naschoolse opvang Buitenschoolse meer dan meer dan vijf uur per vijf uur per dag of opvang dag, niet zijnde minder, niet zijnde buitenschoolse of naschoolse opvang naschoolse opvang of buitenschoolse opvang voor het voor elk voor het voor elk voor het voor elk voor het voor elk eerste volgen eerste volgen eerste volgen eerste volgen kind d kind kind d kind kind d kind kind d kind EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 25.600 49 49 28 28 27 27 34 34 25.600 29.000 427 427 248 248 235 235 295 295 29.000 32.400 804 804 466 466 442 442 555 555 32.400 35.800 1.182 979 686 568 650 538 816 676 35.800 39.200 1.560 1.121 905 650 858 617 1.076 773 39.200 42.600 1.937 1.264 1.123 733 1.065 695 1.337 872 42.600 46.000 2.315 1.418 1.343 822 1.273 780 1.597 978 46.000 49.300 2.693 1.574 1.562 913 1.481 866 1.858 1.086 49.300 52.600 3.071 1.709 1.781 991 1.689 940 2.119 1.179 52.600 55.850 3.449 1.844 2.000 1.070 1.897 1.014 2.380 1.272 55.850 59.100 4.015 1.978 2.329 1.147 2.208 1.088 2.770 1.365 59.100 62.400 4.581 2.113 2.657 1.226 2.520 1.162 3.161 1.458 62.400 65.650 5.147 2.244 2.985 1.296 2.831 1.236 3.551 1.548 65.650 68.900 5.715 2.244 3.315 1.296 3.143 1.236 3.943 1.548 68.900 72.200 6.281 2.244 3.643 1.296 3.455 1.236 4.334 1.548 72.200 75.450 7.413 2.244 4.300 1.296 4.077 1.236 5.115 1.548 75.450 7.464 2.244 4.332 1.296 4.104 1.236 5.148 1.548
januari
2003
13
2002 Verzamelinkomen Meer dan
14
Maar niet meer dan
EUR
EUR
– 24.650 27.900 31.200 34.450 37.750 41.000 44.250 47.500 50.650 53.750 56.900 60.050 63.200 66.350 69.500
24.650 27.900 31.200 34.450 37.750 41.000 44.250 47.500 50.650 53.750 56.900 60.050 63.200 66.350 69.500
Niet voor aftrek in aanmerking komend bedrag per jaar ter zake van kinderopvang bij: Opvang gedurende meer Opvang gedurende vijf Naschoolse opvang dan vijf uur per dag, niet uur per dag of minder zijnde buitenschoolse of (niet zijnde naschoolse naschoolse opvang opvang) en buitenschoolse opvang voor het voor elk voor het voor elk voor het voor elk eerste volgend eerste volgend eerste volgend kind kind kind kind kind kind EUR EUR EUR EUR EUR EUR 47 413 777 1.143 1.508 1.873 2.238 2.603 2.969 3.334 3.881 4.429 4.976 5.525 6.072 6.612
47 413 777 946 1.084 1.222 1.371 1.522 1.652 1.783 1.912 1.980 1.980 1.980 1.980 1.980
januari
31 275 518 762 1.005 1.249 1.492 1.735 1.979 2.223 2.587 2.953 3.317 3.683 4.048 4.368
2003
31 275 518 631 723 815 914 1.015 1.101 1.189 1.275 1.308 1.308 1.308 1.308 1.308
24 207 389 572 754 937 1.119 1.302 1.485 1.667 1.941 2.215 2.488 2.763 3.036 3.312
24 207 389 473 542 611 686 761 826 892 956 996 996 996 996 996
2001 Verzamelinkomen Meer dan
Maar niet meer dan
EUR
EUR
– 23.506 26.592 29.723 32.584 35.939 39.070 42.202 45.242 48.237 51.232 54.227 57.222 60.217 63.212 66.207
23.506 26.592 29.723 32.584 35.939 39.070 42.202 45.242 48.237 51.232 54.227 57.222 60.217 63.212 66.207
Niet voor aftrek in aanmerking komend bedrag per jaar ter zake van kinderopvang bij: Opvang gedurende meer Opvang gedurende vijf Naschoolse opvang dan vijf uur per dag, niet uur per dag of minder zijnde buitenschoolse of (niet zijnde naschoolse naschoolse opvang opvang) en buitenschoolse opvang voor het voor elk voor het voor elk voor het voor elk eerste volgend eerste volgend eerste volgend kind kind kind kind kind kind EUR EUR EUR EUR EUR EUR 45 395 744 1.094 1.443 1.792 2.142 2.491 2.841 3.190 3.714 4.238 4.762 5.287 5.811 6.333
45 395 744 905 1.037 1.169 1.312 1.456 1.581 1.706 1.830 1.906 1.906 1.906 1.906 1.906
30 263 496 729 962 1.195 1.428 1.661 1.894 2.127 2.476 2.826 3.175 3.525 3.874 4.222
30 263 496 604 692 780 874 971 1.054 1.137 1.220 1.271 1.271 1.271 1.271 1.271
23 197 372 547 722 896 1.071 1.246 1.420 1.595 1.857 2.119 2.381 2.643 2.906 3.166
23 197 372 453 519 585 656 728 790 853 915 953 953 953 953 953
Als de beroepsmatige opvang plaatsvindt op 4, 3, 2 of 1 dag(en) per week bedraagt de drempel 4/5, 3/5, 2/5, 1/5 van het bedrag in de tabel. Vereisten voor aftrek: ! !
Opvang moet voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen en administratieve voorwaarden. Het inkomen dat wordt genoten uit betaalde werkzaamheden buitenshuis, moet meer bedragen dan EUR 3.620 (2002: EUR 3.494 en 2001: EUR 3.937) De inkomenseis geldt ook voor de partner, tenzij voor de partner meewerkaftrek mogelijk is.
De maximale aftrek bedraagt EUR 9.400 (2002: EUR 9.073 en 2001: EUR 8.800) per kind voorzover de uitgaven uitgaan boven de eigen bijdrage die per kind geacht wordt te zijn verschuldigd.
1.7
Inkomen uit sparen en beleggen
1.7.1
Forfaitair rendement 2003 % Forfaitair rendement1) 1)
2002 % 4
2001 % 4
4
Het forfaitair rendement wordt berekend over het gemiddelde van de rendementsgrondslag aan het begin en aan het einde van het kalenderjaar, voorzover het gemiddelde meer bedraagt dan het heffingvrije vermogen.
januari
2003
15
1.7.2
Rendementsgrondslag Belast
Vrijgesteld1)
# Onroerende zaken
# Eigen woning # Tot het ondernemingsvermogen behorende onroerende zaken # Bossen # Natuurterreinen # Onbebouwde gedeelten van aangewezen landgoederen
# Rechten die (indirect) op onroerende zaken betrekking hebben. Bijvoorbeeld: Recht van erfpacht/recht van opstal/ appartementsrecht/recht van vruchtgebruik/gebruik of bewoning van onroerende zaak. # Roerende zaken die niet voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt/verbruikt # Roerende zaken die wel voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt/verbruikt maar hoofdzakelijk als belegging dienen
# Roerende zaken die voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt/verbruikt # Voorwerpen van kunst en wetenschap Tenzij zij dienen als belegging; het behoren tot een verzameling impliceert niet automatisch dat er sprake is van belegging. Inspecteur moet bewijzen dat het om een belegging gaat.
# Recht op roerende zaken Bijvoorbeeld termijn- of optiecontracten
# Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht, mits voor persoonlijke doeleinden gebruikt en niet hoofdzakelijk als belegging dienend (bewijslast bij inspecteur) # Rechten op overlijdensuitkeringen mits waarde van recht maximaal EUR 6.097 (2002: EUR 5.885 en 2001: EUR 5.708) per persoon bedraagt.
# Rechten die niet op zaken betrekking hebben Bijvoorbeeld chartaal en giraal geld, effecten, warrants, opties, schuldvorderingen # Winstrechten, kapitaalverzekeringen
# Rechten op kapitaalsuitkering uitsluitend ter zake van invaliditeit/ziekte/ongeval # Rechten van termijnen van overdrachtsprijs aanmerkelijk belang, indien overdrachtsprijs uit 1 of meer termijnen bestaat waarvan op vervreemdingstijdstip aantal of omvang onbekend is # Geblokkeerde spaartegoeden/ aandelenoptierechten/aandelen/winstbewijzen ingevolge een spaarloonregelingzijn vrijgesteld tot een gezamenlijk bedrag van maximaal EUR 17.025. Tot 2003 was de vrijstelling ook van toepassing op de geblokkeerde premiespaarregeling
16
januari
2003
Vervolg Vrijgesteld1)
Belast
# Maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal, beide maximaal EUR 50.185 (2002: EUR 48.441 en 2001: EUR 46.984). Indien belastingplichtige en partner bij aangifte daarom gezamenlijk verzoeken, kan de partner de vrijstelling volledig overdragen aan de belastingplichtige. Op het verzoek kan niet worden teruggekomen. # Op 14 september 1999 bestaande kapitaalverzekeringen, tot in totaal maximaal EUR 123.428 (2002 en 2001: EUR 123.428). Partners kunnen bij de aangifte verzoeken om toepassing van tweemaal de (maximale) vrijstelling, ongeacht de mate waarin zij ieder gerechtigd zijn tot de polis. # Overige vermogensrechten. Dit is een restcategorie, waaronder bijvoorbeeld niet bedrijfsmatig geëxploreerde vergunningen en vermogen dat in een trust ondergebracht is.
Aftrekbaar Schulden2) Verplichtingen met waarde economisch verkeer, inclusief schulden waarvan rente niet aftrekbaar is in box 1 of box 2 maar exclusief belastingschulden. 1)
2)
1.8
Vermogensbestanddelen die in box 1 of box 2 worden aangegeven, worden in box 3 niet in aanmerking genomen tenzij specifieke allocatieregels anders bepalen. De drempel bedraagt EUR 2.600 (2001 en 2002: EUR 2.500). Voor de belastingplichtige met een partner en gezamenlijke schulden van meer dan EUR 2.600 bedraagt de drempel voor beiden EUR 5.200, welke dubbele drempel op gezamenlijk verzoek bij aangifte kan worden verminderd, mits per saldo voor de belastingplichtige en zijn partner gezamenlijk 2x EUR 2.600 als drempel wordt gehanteerd. Op het verzoek kan niet worden teruggekomen.
Heffingvrij vermogen
Basisbedrag Kindertoeslag per minderjarig kind Ouderentoeslag
2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
18.800 2.510 (zie tabel)
18.146 2.422 (zie tabel)
17.600 2.349 (zie tabel)
Indien de belastingplichtige en zijn partner bij de aangifte van de belastingplichtige daarom gezamenlijk verzoeken, kan de partner zijn heffingvrije vermogen volledig overdragen aan de belastingplichtige; op het verzoek kan niet worden teruggekomen. Indien de belastingplichtige of zijn partner per einde kalenderjaar als ouder gezag over een minderjarig kind uitoefent, kan het heffingvrije vermogen met de kindertoeslag verhoogd worden. De
januari
2003
17
kindertoeslag wordt bij de oudste partner in aanmerking genomen, tenzij gezamenlijk anders verzocht wordt; op het verzoek kan niet worden teruggekomen. Tabel ouderentoeslag Bij een inkomen in box 1 - vóór inachtneming van de uitgaven voor kinderopvang en de persoonsgebonden aftrek – van: Meer dan EUR
1)
2003 Maar niet meer dan EUR
Ouderentoeslag1) EUR
Meer dan EUR
2002 Maar niet meer dan EUR
Ouderentoeslag1) EUR
Meer dan EUR
2001 Maar niet meer dan EUR
Ouderentoeslag1) EUR
– 12.718 24.886 – 12.276 24.020 – 11.906 23.296 12.718 17.694 12.443 12.276 17.079 12.010 11.906 16.565 11.648 17.694 17.079 16.565 De ouderentoeslag bedraagt 50% van de saldogrondslag doch ten hoogste de genoemde bedragen in de tabel.
Het heffingvrije vermogen wordt verhoogd met de ouderentoeslag, indien de belastingplichtige 65 jaar of ouder is op de einddatum en de saldogrondslag maximaal EUR 248.812 (2002: EUR 240.166 en 2001: EUR 232.944) bedraagt. De saldogrondslag is de gemiddelde rendementsgrondslag na aftrek van het heffingsvrije vermogen (basisbedrag + kindertoeslag) maar vóór aftrek van de ouderentoeslag. Indien de belastingplichtige en zijn partner bij de aangifte van de belastingplichtige daarom gezamenlijk verzoeken, kan de partner zijn ouderentoeslag volledig overdragen aan de belastingplichtige; op het verzoek kan niet worden teruggekomen.
1.9
Verliezen op beleggingen in durfkapitaal (Tante Agaath) Verliezen op beleggingen in durfkapitaal worden tot een bedrag van EUR 46.984 per beginnende ondernemer in aanmerking genomen. Het verlies dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: ! Het verlies heeft betrekking op geregistreerde achtergestelde geldleningen verstrekt aan beginnende ondernemers (natuurlijke dan wel rechtspersonen). ! De geldlening is bestemd voor financiering van verplicht ondernemingsvermogen. ! Het verlies wordt geleden gedurende de eerste acht jaar na het verstrekken van de lening.
1.10
Uitgaven voor monumentenpanden Aard van de woning
Aftrekdrempel
Eigen woning1)
De aftrekdrempel bedraagt 1,15% van de eigenwoningwaarde, met dien verstande dat die drempel niet lager is dan EUR 136 (2002 en 2001: EUR 136) en niet meer dan EUR 11.750 (2002: EUR 11.450 en 2001: EUR 11.150). De aftrekdrempel bedraagt 4% van de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak.
Geen eigen woning2) 1)
2)
18
Aftrekbare kosten worden gevormd door de onderhoudskosten, vaste lasten en afschrijvingen. Financieringslasten vallen niet onder de aftrekdrempel. Als aftrekbare kosten worden alleen de onderhoudskosten aangemerkt.
januari
2003
1.11
Tarieven in de boxen Box 1: Belastbaar inkomen uit woning en werk 2003 Bij een belastbaar inkomen Box 1 Meer dan EUR
15.883 28.850 49.464
Belastingtarief
Maar niet meer dan EUR 15.883 28.850 49.464
Totaaltarief
%
Tarief premie volksverzekeringen1) %
1,70 7,20 42,00 52,00
31,20 31,20 – –
32,90 38,40 42,00 52,00
Belastingtarief
Tarief premie volksverzekeringen1)
Totaaltarief
Heffing over totaal van de schijven
%
%
%
EUR
2,95 8,45 42,00 52,00
29,40 29,40 – –
32,35 37,85 42,00 52,00
Belastingtarief
Totaaltarief
%
Tarief premie volksverzekeringen1) %
2,95 8,20 42,00 52,00
29,40 29,40 – –
32,35 37,60 42,00 52,00
%
Heffing over totaal van de schijven EUR 5.225 10.204 18.861
2002 Bij een belastbaar inkomen Box 1 Meer dan EUR – 15.331 27.847 47.745
Maar niet meer dan EUR 15.331 27.847 47.745
4.959 9.696 18.053 –
2001 Bij een belastbaar inkomen Box 1 Meer dan EUR – 14.870 27.009 46.309 1)
Maar niet meer dan EUR 14.870 27.009 46.309
%
Heffing over totaal van de schijven EUR 4.810 9.374 17.840 –
AOW 17,90%, Anw 1,25%, AWBZ 12,05%. Voor bejaarden (65 jaar en ouder) bedraagt het premiegedeelte in de eerste en tweede schijf 13,30% (AWBZ en Anw). Aangezien zij geen overige premies verschuldigd zijn, is de eerste schijf voor hen derhalve 15,00% (2002: 14,45% en 2001: 14,45%) en de tweede schijf 20,50% (2002: 19,95% en 2001: 19,70%).
Box 2: Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 2003 % Tarief
2002 % 25
2001 % 25
25
Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 2003 % Tarief
2002 % 30
januari
2003
2001 % 30
30
19
1.12
Heffingskortingen 2003 Tot 65 jaar 65 jaar en ouder EUR EUR Algemene heffingskorting1) Arbeidskorting (maximaal) tot 57 jaar2) 57, 58 of 59 jaar3) 60 en 61 jaar3) 62, 63 of 64 jaar3) Kinderkorting4) Aanvullende kinderkorting5) # Inkomen lager dan EUR 27.438 # Verhoging bij drie of meer kinderen # Inkomen lager dan EUR 29.108 Combinatiekorting6) Alleenstaande-ouderkorting7) Aanvullende alleenstaandeouderkorting (maximaal)8) Ouderenkorting9) Aanvullende ouderenkorting10) Jonggehandicaptenkorting Toetrederskorting11) # 1e jaar # 2e en 3e jaar Korting maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal (maximaal)12) 1) 2)
3)
4)
5)
6)
20
1.766
2002 Tot 65 jaar 65 jaar en ouder EUR EUR 1.647
1.104 1.339 1.574 1.809 41 –
806 826 – – – – 20 –
534
2001 Tot 65 jaar 65 jaar en ouder EUR EUR 1.576
949 1.119 1.289 1.460 40 –
737 654 – – – – 19 –
920 920 920 920 38 192
704 411 – – – – 17 86
244
428
193
–
–
63
30
30
14
–
–
354 214 1.348
163 99 615
341 190 1.301
154 86 582
– 138 1.261
– 62 564
1.348
615 346 242
1.301
582 289 256
1.261
564 236 248
518
500
484
1.361 454
653
653
630
630
611
611
Geldt voor iedereen. Geldt voor diegene die met tegenwoordige arbeid inkomen genieten (winst uit onderneming, loon of resultaat uit overige werkzaamheden). Voor personen van 57 jaar en ouder wordt de arbeidskorting verhoogd tot maximaal de in de tabel genoemde bedragen, mits sprake is van inkomsten uit tegenwoordige arbeid. Geldt indien in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden tot zijn huishouden een kind behoort dat in belangrijke mate wordt onderhouden door hem of zijn partner en dat bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar (vóór 1 juli 2002: 16 jaar) nog niet heeft bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres van degene die de korting claimt staat ingeschreven. Geen recht op kinderkorting bestaat als het verzamelinkomen van beide partners meer bedraagt dan EUR 58.214 (2002: EUR 56.191 en 2001: EUR 54.501). Geldt indien men recht heeft op de kinderkorting en het gezamenlijke verzamelinkomen van beide partners niet meer bedraagt dan EUR 29.108 (2002: EUR 28.096 en 2001: EUR 27.251). Bij een gezamenlijk verzamelinkomen dat niet hoger is dan EUR 27.438 (2002: EUR 25.704) wordt de aanvullende kinderkorting verhoogd tot EUR 534 (2002: EUR 428). Daarnaast wordt deze aanvullende kinderkorting nog extra verhoogd met EUR 63 (2002: EUR 30) als er in het huishouden drie of meer kinderen zijn. Geldt indien men met tegenwoordige arbeid meer dan EUR 4.206 (2002: EUR 4.060 en 2001: EUR 3.938) winst uit één of meer ondernemingen, loon of resultaat uit overige werkzaamheden heeft genoten of in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek en in het kalenderjaar ten minste zes maanden tot zijn huishouding behoorde een kind, dat bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt en op hetzelfde woonadres stond ingeschreven. Als beide ouders aan de voorwaarden voldoen, hebben ze allebei recht op deze korting.
januari
2003
7)
8)
9)
10)
11)
12)
2
Geldt voor degene die in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden geen partner heeft, een huishouden voert met een kind dat in belangrijke mate wordt onderhouden en op hetzelfde woonadres staat ingeschreven en deze huishouding voert met geen ander dan kinderen die bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar niet hebben bereikt. Geldt voor degene die recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting, tegenwoordige arbeid verricht en gedurende het kalenderjaar meer dan zes maanden tot zijn huishouden een kind behoort dat bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 16 jaar (2001: 12 jaar) niet heeft bereikt en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres staat ingeschreven. De aftrek is 4,3% van de inkomsten uit tegenwoordige arbeid, maar maximaal EUR 1.348 (2002: EUR 1.301 en 2001: EUR 1.261). Geldt voor ouderen die aan het einde van het kalenderjaar ouder dan 65 jaar zijn, of indien de belastingplicht in de loop van het jaar is geëindigd, bij het einde van de belastingplicht en die een verzamelinkomen heeft van niet meer dan EUR 29.592 (2002: EUR 28.563 en 2001: EUR 27.704). Geldt voor degene op wie de ouderenkorting van toepassing is en die in het kalenderjaar in aanmerking komt voor een AOW-uitkering of een ouderdomspensioen voor alleenstaanden of daarvoor in aanmerking zou kunnen komen. Geldt voor degene die een uitkering (zoals bijstand, WAO, WAZ en Wajong) heeft of gesubsidieerd werk verricht en niet-gesubsidieerd werk gaat verrichten. De toetrederskorting wordt per 1 januari 2003 afgeschaft. Diegenen die vanaf die datum toetreden tot de arbeidsmarkt hebben daarom geen recht op toetrederskorting. Wel worden in 2003, 2004 en 2005 nog de tranches verrekend waarop men recht heeft gekregen door het toetreden tot de arbeidsmarkt vóór 1 januari 2003. De korting bedraagt voor beide 1,3% van het gemiddelde van de op de peildata vrijgestelde beleggingen. De bedragen staan genoemd in paragraaf 1.7.2. Vanaf 2003 geldt de korting voor beleggingen in durfkapitaal nog slechts voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen. Indirecte beleggingen in durfkapitaal (dat wil zeggen: geldleningen aan, aandelen in of winstbewijzen van bepaalde aangewezen participatiemaatschappijen) kwalificeren niet langer voor de korting.
Beperking van aftrekposten en belastingvrije vergoedingen I Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Aftrekbare kosten bij de werknemer
II Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Vergoedingensfeer
III Winst IB: Kosten specifiek voor de ondernemer bij de eenmanszaak en resultaat overige werkzaamheden
IV Winst IB/Vpb: Kosten ten aanzien van iedere onderneming
Geschenken ter gelegenheid van algemeen erkende feestdagen
N.v.t.
Belast Voor 2002 en 2001 onbelast tot maximaal EUR 136 per jaar
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Verstrekking en terbeschikkingstelling van computers e.d.1)
N.v.t.
Aftrekbaar
Verstrekking en terbeschikkingstelling van telewerkplek2)
N.v.t.
Maximaal Aftrekbaar EUR 2.269 (2001 en 2002: EUR 2.269) (of onkostenvergoeding) Maximaal Aftrekbaar EUR 1.815 (2002: EUR 1.815 en 2001: EUR 1.715) (of onkostenvergoeding)
januari
2003
Aftrekbaar
21
Vrijwilligersvergoeding
I Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Aftrekbare kosten bij de werknemer
II Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Vergoedingensfeer
III Winst IB: Kosten specifiek voor de ondernemer bij de eenmanszaak en resultaat overige werkzaamheden
N.v.t.
Vrijgesteld tot Aftrekbaar maximaal: per jaar EUR 700 (2002: EUR 700) (2001: EUR 667),
IV Winst IB/Vpb: Kosten ten aanzien van iedere onderneming
Aftrekbaar
per week EUR 20 (2002: EUR 20) (2001: EUR 19) Spaarregelingen3) Premiespaarloon/winstdeling
N.v.t.
Vervallen (2002 en 2001: max. EUR 521)
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Spaarloon
N.v.t.
Max. EUR 613 (2002 en 2001: max. EUR 788)
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Woon-werkverkeer
N.v.t.
Zie tabel 1
Aftrekbaar
Meerijregeling10)
N.v.t.
Maximaal EUR 0,28 (2002: EUR 0,28) per kilometer (2001: zie tabel 2)
Aftrekbaar volgens zie 1.2.1 Aftrekbaar
Zakelijk gebruik privé-auto
Niet aftrekbaar
Maximaal EUR 0,28 (2002: EUR 0,28) (2001:EUR 0,27) per kilometer
Maximaal EUR 0,28 (2002: EUR 0,28) (2001: EUR 0,27) per kilometer
Auto van de zaak
Kosten komen in mindering op de bijtelling Aftrekbaar als uitgaven voor kinderopvang, zie 1.6
Maximaal EUR 0,28 (2002: EUR 0,28) (2001: EUR 0,27) per kilometer N.v.t.
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Zie tabel 3
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Kinderopvang
22
januari
2003
Aftrekbaar
Werkruimte in privé-woning Er is elders geen werkruimte beschikbaar en de inkomsten worden voor 70% of meer in of vanuit de werkruimte verworven Er is elders wel werkruimte beschikbaar en de inkomsten worden voor 70% of meer in de werkruimte verworven Huisvesting buiten de woonplaats
I Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Aftrekbare kosten bij de werknemer
II Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Vergoedingensfeer
III Winst IB: Kosten specifiek voor de ondernemer bij de eenmanszaak en resultaat overige werkzaamheden
IV Winst IB/Vpb: Kosten ten aanzien van iedere onderneming
Niet aftrekbaar
Onbelast tot 20% van de huur dan wel huurwaarde van de woning
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Niet aftrekbaar
Onbelast tot 20% Aftrekbaar van de huur dan wel huurwaarde van de woning Onbelast voor een Maximaal 2 jaar periode van aftrekbaar maximaal 2 jaar
Aftrekbaar
Niet aftrekbaar
Aftrekbaar
Kleding en persoonlijke verzorging, uitgezonderd werkkleding Literatuur, uitgezonderd vakliteratuur Representatie Muziekinstrumenten, geluidsapparatuur, gereedschap, tekstverwerkers, schrijf- en rekenmachines, e.d.
Niet aftrekbaar
Belast
Niet aftrekbaar
Aftrekbaar
Niet aftrekbaar
Belast
Niet aftrekbaar
Aftrekbaar
Niet aftrekbaar Niet aftrekbaar
Onbelast Onbelast
90% aftrekbaar4) Niet aftrekbaar6)
90% aftrekbaar5) Aftrekbaar
Verhuiskosten
Niet aftrekbaar
Kosten overbrengen inboedel vermeerderd met EUR 5.445 (2001 en 2002: EUR 5.445)
Aftrekbaar
Studie-/opleidingskosten
Maximaal 12% jaarinkomen of EUR 5.445 (2001 en 2002: EUR 5.445) (kosten overbrengen inboedel onbelast) Onbelast
Aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek Niet aftrekbaar Onbelast
Aftrekbaar
Aftrekbaar
90% aftrekbaar4)
90% aftrekbaar5)
Cursussen, congressen, seminars, symposia, studiereizen, e.d. inclusief reis- en verblijfkosten
januari
2003
23
I Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Aftrekbare kosten bij de werknemer
II Belastingplichtige/ werknemer (IB/LB). Vergoedingensfeer
Voedsel, drank en genotsmiddelen
Niet aftrekbaar
90% aftrekbaar5)
Geldboeten (inclusief kosten criminele activiteiten)
Niet aftrekbaar
Consumpties 90% aftrekbaar4) tijdens werktijd onbelast, maximaal EUR 0,60 per dag. Voor maaltijden gelden forfaitaire bedragen. Belast7) Niet aftrekbaar
Telefoonabonnementen met meerdere aansluitingen
Niet aftrekbaar
Niet aftrekbaar zijn de telefoonabonnementen met betrekking tot telefoonaansluitingen in de woonruimte
Aftrekbaar
Eerste telefoon
Niet aftrekbaar
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Tweede telefoon
Niet aftrekbaar
Aftrekbaar
Aftrekbaar
Internetaansluiting via de kabel of ADSL
Niet aftrekbaar
Onbelast voorzover de vergoeding meer bedraagt dan EUR 19,59 (2002: EUR 18,72 en 2001: EUR 18,15) per maand8) Onbelast voorzover de vergoeding meer bedraagt dan EUR 22,69 (2001 en 2002: EUR 22,69) per maand9) Onbelast mits voor 90% of meer zakelijk gebruik Onbelast mits voor 90% of meer zakelijk gebruik
Aftrekbaar
Aftrekbaar
1) 2) 3) 4) 5)
8) 9)
24
III Winst IB: Kosten specifiek voor de ondernemer bij de eenmanszaak en resultaat overige werkzaamheden
IV Winst IB/Vpb: Kosten ten aanzien van iedere onderneming
Niet aftrekbaar
Voorzover de waarde in het economische verkeer van de apparatuur in het kalenderjaar en de twee voorafgaande jaren de genoemde bedragen niet overtreft. Voorzover de waarde in het economische verkeer van de inrichting van de werkruimte in de woning van de werknemer in het kalenderjaar en de vier voorafgaande jaren de genoemde bedragen niet overtreft. De werkgever dient over de vergoeding een eindheffing af te dragen van 15%. De belastingplichtige heeft de keuze om in afwijking van de 90% aftrekbaarheid van de kosten EUR 1.600 (2002 en 2001: EUR 1.500) niet in aftrek te brengen. Als bij een vennootschap aanmerkelijkbelanghouders werkzaam zijn, geldt ter aanzien van deze personen eveneens de aftrekbeperking en de keuzemogelijkheid zoals hiervoor vermeld onder voetnoot 4. 6) Indien de kosten en lasten betreft die verband houden met tot het privé-vermogen behorende zaken. 7) Tenzij er sprake is van een verkeersboete opgelegd aan de werkgever. De aansluiting (veelal ISDN) moet ten minste voor 10% zakelijk worden gebruikt. Bedraagt het privé-gebruik (inclusief abonnementskosten) meer dan EUR 454 per jaar, dan moet de waarde van het werkelijke privé-gebruik tot het loon worden gerekend. Voor 2001 was de vrije vergoeding alléén
januari
2003
10)
mogelijk voor de telefoon in de woning van de werknemer. Met ingang van 1 januari 2002 kan bijvoorbeeld ook de mobiele telefoon binnen de vergoedingsregeling vallen. Onder bepaalde voorwaarden kan aan een bestuurder voor reizen tussen woning en werk een belasting- en premievrije vergoeding worden betaald van EUR 0,28 per kilometer. De meerijder heeft geen recht op een vrije vergoeding voor het woon-werkverkeer.
Tabel 1 Vrijgestelde vergoedingen woon-werkverkeer 2003 (Enkelereis)afstand woonwerkverkeer Meer dan Maar niet meer dan Km Km 0
10
10
15
15
20
20
Vrijgesteld bedrag per
Maand Week Maand Week Maand Week Maand Week
Indien het aantal dagen per week waarop in de regel wordt gereisd, bedraagt 1 2 3 4 EUR EUR EUR EUR – – 16,25 3,75 22,75 5,25 32,50 7,50
– – 32,50 7,50 45,50 10,50 65,00 15,00
– – 48,75 11,25 68,25 15,75 97,50 22,50
– – 65,00 15,00 91,00 21,00 130,00 30,00
Tabel 1 Vrijgestelde vergoedingen woon-werkverkeer 2002 (Enkelereis)afstand woonwerkverkeer Meer dan Maar niet meer dan Km Km 0
10
10
15
15
20
20
Vrijgesteld bedrag per
Maand Week Maand Week Maand Week Maand Week
Indien het aantal dagen per week waarop in de regel wordt gereisd, bedraagt 1 2 3 4 EUR EUR EUR EUR – – 16,25 3,75 22,75 5,25 32,50 7,50
– – 32,50 7,50 45,50 10,50 65,00 15,00
– – 48,75 11,25 68,25 15,75 97,50 22,50
– – 65,00 15,00 91,00 21,00 130,00 30,00
Tabel 1 Vrijgestelde vergoedingen woon-werkverkeer 2001 (Enkelereis)afstand woonwerkverkeer Meer dan Maar niet meer dan Km Km 0
10
10
15
15
20
20
Vrijgesteld bedrag per
Maand Week Maand Week Maand Week Maand Week
januari
Indien het aantal dagen per week waarop in de regel wordt gereisd, bedraagt 1 2 3 4 EUR EUR EUR EUR – – 16,25 3,75 22,75 5,25 32,50 7,50
2003
– – 32,50 7,50 45,50 10,50 65,00 15,00
– – 48,75 11,25 68,25 15,75 97,50 22,50
– – 65,00 15,00 91,00 21,00 130,00 30,00
25
Tabel 2 Carpoolvergoeding 2001 Reisafstand1) Meer dan Km
Maar niet meer dan Km
– 15 30 50 1)
Vergoeding per jaar2)
15 30 50
EUR – 241 361 481
Inclusief omrijkilometers. Maximaal vrijgesteld.
2)
Tabel 3 Kinderopvang Kinderopvang niet zijnde naschoolse of buitenschoolse opvang. Dit geldt voor kinderen die nog niet het primair onderwijs volgen. Dus in beginsel in de leeftijd van 0 tot 5 jaar. Afhankelijk van het aantal uren opvang geldt tabel I (meer dan 5 uur opvang) of tabel II (5 uur opvang of minder). Naschoolse opvang: hiervoor geldt tabel III. Buitenschoolse opvang: hiervoor geldt tabel IV. Tabel I 2003 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van kinderopvang. Gedurende meer dan vijf uur per dag, niet zijnde buitenschoolse of naschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.360,00 1.625,00 2.155,00 2.685,00 3.215,00 3.745,00 4.275,00 4.805,00
26
– 313,75 375,00 497,25 619,50 742,00 864,25 986,50 1.108,75
– 62,75 75,00 99,45 123,90 148,40 172,85 197,30 221,75
39,00 76,10 110,25 178,50 240,65 299,85 362,00 423,65 466,50
januari
9,00 17,50 25,50 41,25 55,50 69,25 83,50 97,75 107,75
2003
1,80 3,50 5,10 8,25 11,10 13,85 16,70 19,55 21,55
39,00 45,35 45,35 52,90 71,90 89,85 108,75 127,60 140,25
9,00 10,50 10,50 12,25 16,50 20,75 25,00 29,50 32,25
1,80 2,10 2,10 2,45 3,30 4,15 5,00 5,90 6,45
Tabel I 2002 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van kinderopvang. Gedurende meer dan vijf uur per dag, niet zijnde buitenschoolse of naschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.305,00 1.572,50 2.107,50 2.642,50 3.177,50 3.712,50 4.247,50 4.782,50
– 301,25 363,00 486,25 609,75 733,25 856,75 980,25 1.103,75
– 60,25 72,60 97,25 121,95 146,65 171,35 196,05 220,75
37,50 73,60 106,60 172,60 232,65 289,85 350,00 409,60 413,25
8,75 17,00 24,50 39,75 53,75 67,00 80,75 94,50 95,25
1,75 3,40 4,90 7,95 10,75 13,40 16,15 18,90 19,05
37,50 43,85 43,85 51,15 69,50 86,85 105,15 123,35 123,75
8,75 10,00 10,00 11,75 16,00 20,00 24,25 28,50 28,50
1,75 2,00 2,00 2,35 3,20 4,00 4,85 5,70 5,70
Tabel I 2001 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van kinderopvang. Gedurende meer dan vijf uur per dag, niet zijnde buitenschoolse of naschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.243,00 1.497,00 2,006,00 2.514,00 3.022,00 3.530,00 4.039,00 4.547,00
– 286,90 345,55 462,86 580,16 697,46 814,76 931,95 1.049,25
– 57,38 69,11 92,57 116,03 139,49 162,95 186,39 209,85
36,08 70,45 101,99 165,13 222,65 277,33 334,89 391,95 395,81
8,28 16,22 23,48 38,12 51,39 63,98 77,26 90,42 91,32
1,66 3,24 4,70 7,62 10,28 12,80 15,45 18,08 18,26
36,08 41,93 41,93 49,01 66,48 83,11 100,63 117,98 119,12
8,28 9,64 9,64 11,34 15,32 19,17 23,26 27,23 27,45
1,66 1,93 1,93 2,27 3,06 3,83 4,65 5,45 5,49
Tabel II 2003 Loon (voor niet-genoemde bedragen treedt het naast lagere in de plaats) Per maand EUR
Per week EUR
– 1.360,00 1.625,00 2.155,00 2.685,00 3.215,00 3.745,00 4.275,00 4.805,00
– 313,75 375,00 497,25 619,50 742,00 864,25 986,50 1.108,75
Per dag EUR – 62,75 75,00 99,45 123,90 148,40 172,85 197,30 221,75
Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter zake van kinderopvang. Gedurende vijf uur per dag of minder, niet zijnde naschoolse opvang of buitenschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR 22,60 44,15 63,95 103,55 139,60 173,90 209,95 245,75 270,55
januari
5,25 10,25 14,75 24,00 32,25 40,25 48,50 56,75 62,50
2003
1,05 2,05 2,95 4,80 6,45 8,05 9,70 11,35 12,50
22,60 26,30 26,30 30,70 41,70 52,10 63,05 74,00 81,35
5,25 6,00 6,00 7,00 9,75 12,00 14,50 17,00 18,75
1,05 1,20 1,20 1,40 1,95 2,40 2,90 3,40 3,75
27
Tabel II 2002 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van kinderopvang. Gedurende vijf uur per dag of minder, niet zijnde naschoolse opvang alsmede buitenschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
1.305,00 1.572,50 2.107,50 2.642,50 3.177,50 3.712,50 4.247,50 4.782,50
301,25 363,00 486,25 609,75 733,25 856,75 980,25 1.103,75
– 60,25 72,60 97,25 121,95 146,65 171,35 196,05 220,75
25,00 49,05 71,05 115,05 155,10 193,20 233,35 273,05 275,50
5,75 11,25 16,50 26,50 35,75 44,50 53,75 63,00 63,50
1,15 2,25 3,30 5,30 7,15 8,90 10,75 12,60 12,70
25,00 29,20 29,20 34,10 46,35 57,90 70,10 82,20 82,50
5,75 6,75 6,75 7,75 10,75 13,25 16,25 19,00 19,00
1,15 1,35 1,35 1,55 2,15 2,65 3,25 3,80 3,80
Tabel II 2001 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van kinderopvang. Gedurende vijf uur per dag of minder, niet zijnde naschoolse opvang alsmede buitenschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.243,00 1.497,00 2.006,00 2.514,00 3.022,00 3.530,00 4.039,00 4.547,00
– 286,90 345,55 462,86 580,16 697,46 814,76 931,95 1.049,25
– 57,38 69,11 92,57 116,03 139,49 162,95 186,39 209,85
24,05 46,97 68,00 110,09 148,43 184,89 223,26 261,31 263,87
5,56 10,89 15,66 25,41 34,26 42,66 51,50 60,35 60,92
1,11 2,18 3,13 5,08 6,85 8,53 10,30 12,07 12,18
24,05 27,95 27,95 32,67 44,31 55,41 67,09 78,66 79,41
5,56 6,47 6,47 7,49 10,21 12,82 15,43 18,15 18,38
1,11 1,29 1,29 1,50 2,04 2,56 3,09 3,63 3,68
Tabel III 2003 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van naschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.360,00 1.625,00 2.155,00 2.685,00 3.215,00 3.745,00 4.275,00 4.805,00
28
– 313,75 375,00 497,25 619,50 742,00 864,25 986,50 1.108,75
– 62,75 75,00 99,45 123,90 148,40 172,85 197,30 221,75
21,45 41,85 60,65 98,20 132,35 164,90 199,10 233,00 256,60
januari
5,00 9,75 14,00 22,75 30,50 38,00 46,00 53,75 59,25
2003
1,00 1,95 2,80 4,55 6,10 7,60 9,20 10,75 11,85
21,45 24,95 24,95 29,10 39,55 49,40 59,80 70,15 77,15
5,00 5,75 5,75 6,75 9,25 11,50 13,75 16,25 17,75
1,00 1,15 1,15 1,35 1,85 2,30 2,75 3,25 3,55
Tabel III 2002 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van naschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.305,00 1.572,50 2.107,50 2.642,50 3.177,50 3.712,50 4.247,50 4.782,50
– 301,25 363,00 486,25 609,75 733,25 856,75 980,25 1.103,75
– 60,25 72,60 97,25 121,95 146,65 171,35 196,05 220,75
18,75 36,80 53,30 86,30 116,35 144,90 175,00 204,80 206,65
4,25 8,50 12,25 20,00 26,75 33,50 40,50 47,25 47,75
0,85 1,70 2,45 4,00 5,35 6,70 8,10 9,45 9,55
18,75 21,90 21,90 25,60 34,75 43,40 52,60 61,65 61,90
4,25 5,00 5,00 6,00 8,00 10,00 12,25 14,25 14,25
0,85 1,00 1,00 1,20 1,60 2,00 2,45 2,85 2,85
Tabel III 2001 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van naschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.243,00 1.497,00 2.006,00 2.514,00 3.022,00 3.530,00 4.039,00 4.547,00
– 286,90 345,55 462,86 580,16 697,46 814,76 931,95 1.049,25
– 57,38 69,11 92,57 116,03 139,49 162,95 186,39 209,85
18,04 35,24 51,00 82,57 111,33 138,68 167,44 195,99 197,92
4,20 8,17 11,80 19,06 25,64 31,99 38,68 45,26 45,72
0,84 1,63 2,36 3,81 5,13 6,40 7,74 9,05 9,14
18,04 20,96 20,96 24,50 33,24 41,57 50,32 58,99 59,56
4,20 4,88 4,88 5,67 7,71 9,64 11,57 13,61 13,73
0,84 0,98 0,98 1,13 1,54 1,93 2,31 2,72 2,75
Tabel IV 2003 Loon (voor niet-genoemde bedragen Niet voor belastingvrije vergoeding in aanmerking komend bedrag ter treedt het naast lagere in de plaats) zake van buitenschoolse opvang Voor het eerste kind Voor het tweede en volgende kind Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag Per maand Per week Per dag EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR – 1.360,00 1.625,00 2.155,00 2.685,00 3.215,00 3.745,00 4.275,00 4.805,00
– 313,75 375,00 497,25 619,50 742,00 864,25 986,50 1.108,75
– 62,75 75,00 99,45 123,90 148,40 172,85 197,30 221,75
26,90 52,50 76,05 123,15 166,05 206,90 249,80 292,35 321,90
januari
6,25 12,00 17,50 28,50 38,25 47,75 57,75 67,50 74,25
2003
1,25 2,40 3,50 5,70 7,65 9,55 11,55 13,50 14,85
26,90 31,30 31,30 36,50 49,60 62,00 75,05 88,05 96,75
6,25 7,25 7,25 8,50 11,50 14,25 17,25 20,25 22,25
1,25 1,45 1,45 1,70 2,30 2,85 3,45 4,05 4,45
29
Als kinderopvang bij de werknemer thuis plaatsvindt, mogen de volgende bedragen onbelast vergoed worden: Bedragen per kind
Jaar Maand Week Dag
3
Loonbelasting
3.1
Loonheffingskorting
2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
9.400,00 783,25 180,75 36,15
9.073,00 756,00 174,50 34,90
8.800,00 733,31 169,26 33,85
Met ingang van 2001 zijn de tariefgroepen en belastingvrije sommen verdwenen. Daarvoor in de plaats zijn de heffingskortingen gekomen. Er zijn vijf heffingskortingen die een werkgever of uitkeringsinstantie mag toepassen bij de inhouding van belasting en premie, samen de loonheffingskorting genoemd. De loonheffingskorting mag maar door één werkgever/ uitkeringsinstantie tegelijkertijd worden toegepast. Wel of geen loonheffingskorting? Heeft u naast de werkgever/ uitkeringsinstantie van wie u dit formulier ontvangen heeft, nog een andere werkgever/uitkeringsinstantie?
ja
Wordt bij uw andere werkgever/uitkeringsinstantie de loonheffingskorting toegepast?
nee
ja
De werkgever/uitkeringsinstantie van wie u dit formulier heeft ontvangen, moet de loonheffingskorting niet toepassen.
nee
De werkgever/uitkeringsinstantie van wie u dit formulier heeft ontvangen, moet de loonheffingskorting toepassen.
3.2
Afdrachtvermindering loonheffing Ten behoeve van de werkgever is een afdrachtkorting op de loonheffing mogelijk in verband met: 1. werknemers met lage lonen, vanaf de leeftijd van 23 jaar; 2. werknemers die voor de indiensttreding langdurig werkloos waren (m.i.v. 1 januari 2003 afgeschaft behoudens voor werknemers die bij aanvaarding van de dienstbetrekking 50 jaar of ouder zijn); 3. werknemers die onderwijs volgen; 4. scholing non-profit; 5. kinderopvang ten behoeve van kinderen van werknemers; 6. zeevarende werknemers op een schip onder Nederlandse vlag; 7. werknemers voor speur- en ontwikkelingswerk( m.i.v. 1 januari 2003 niet meer van toepassing op haalbaarheidsonderzoeken die niet gekoppeld zijn aan een verder ontwikkeltraject); 8. betaald ouderschapsverlof; 9. arbo non-profit. 30
januari
2003
Om voor de afdrachtkorting in aanmerking te komen, moet aan specifieke eisen worden voldaan. De afdrachtkorting is per categorie verschillend.
3.3
Gebruikelijk loon
Gebruikelijk loon
2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
38.118
38.118
38.118
Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht voor een vennootschap waarin hij of zij een aanmerkelijk belang heeft dan wel waaraan hij of zij vermogensbestanddelen ter beschikking stelt, wordt het in een kalenderjaar genoten loon ten minste gesteld op het in de tabel genoemde bedrag. De mogelijkheid bestaat dat een afwijkend loon in aanmerking moet worden genomen. Tegenbewijs is hierbij mogelijk.
3.4
Modelstaat voor loonberekening Te betalen door
Brutoloon Spaarloon Pensioenpremie Loon in natura (Grondslag premies werknemersverzekeringen) AWF-premie (4,75%) Franchise (EUR 57 per dag) AWF-premie (3,45%) Franchise (EUR 57 per dag) Wachtgeldpremie (WGF) (0,85%) ZFW-premie (1,7%) ZFW-premie (6,75%)
Berekening nettoloon EUR
Werkgever Werkgever Werknemer Werkgever Werknemer Werkgever
B
Werknemer
–
Berekening loonkosten EUR B + 1)
–
Berekening EUR B –
+ –
Werkgever
– +
G – +
Werkgever Werknemer Werkgever
–
+
Werknemer
–
+
+ L
Loonheffing, rekening houdend met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting
Nettoloon werknemer Afdrachtvermindering (zie paragraaf 3.2) WAO-basispremie (5,05%) WAO-variabele premie rekenpremie 2,35%)
N
Werkgever
– +
Werkgever
+
Loonkosten werkgever
K
januari
2003
31
1)
3.5
15% loonheffing
L= B= N= G=
loon voor de loonheffing brutoloon nettoloon werknemer grondslag premies werknemersverzekering K = loonkosten werkgever
Bestanddelen van het loon vanaf 1 januari 2003 A
B
C
ZFW
ZFW
AWF WAO
AWF
Ja
Ja
Ja
Ja Ja3) Ja Ja Ja Ja Ja Ja3) Nee Nee Nee Nee Nee
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja3) Nee Nee Nee Nee Nee
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee
Ja Nee Nee Nee4) Nee
Ja Nee Nee Nee4) Nee
Nee Ja Ja Ja Nee
Ja Ja Nee Nee Nee Ja
Ja Ja Nee Nee Nee Ja
Ja Ja Nee Ja Nee Ja
Welke al dan niet meetellen voor de vaststelling van het loon waarover A de door de werkgever te betalen premies B de op het loon van de werknemer in te houden belasting en premies moeten worden berekend1) C loon voor de loonheffing
LB
Positief Loon/salaris Vakantiebonnen/rechtenbeheersysteem (voor 87,5% nominale waarde)2) Bijzondere beloningen zoals gratificaties en tantièmes Fooien Beloningen in natura Wettelijk ziekengeld Suppletie wettelijk ziekengeld Wettelijke WAO-uitkering Suppletie wettelijke WAO- of WW-uitkering Ziekengeld aan niet-verzekerden Pensioen door werkgever uitbetaald Aandeel werkgever in premie WAO, WW Aandeel werkgever in premies ZFW Aandeel werkgever in pensioenpremie Wettelijk op loon in te houden premiebijdragen die de werkgever echter voor eigen rekening neemt Commissarisvergoeding Tegemoetkoming premie ziektekostenverzekering Uitkering VUT-regeling Privé-gebruik auto werkgever
Negatief (in aftrek te brengen) Ingehouden pensioenpremie Ingehouden premie WAO/Anw-hiaat Ingehouden ziekenfondspremie Ingehouden wachtgeld- en werkloosheidspremie Loonbelasting Ingehouden bijdrage in de VUT-regeling 1)
2) 3) 4)
32
Met inachtneming van de loon- en premiegrenzen der Sociale Verzekeringswetten. Voor werknemers van 65 jaar en ouder zijn geen premies verschuldigd. Mits het gaat om reeds op 31 december 1996 bestaande gevallen. Afhankelijk van tijdstip van uitkering en nog bestaand dienstverband. Wel premie ZFW.
januari
2003
4
Vennootschapsbelasting Aftrekfaciliteiten De in paragraaf 1.2.3, 1.2.4, 1.2.5 en 1.2.7 genoemde aftrekfaciliteiten zijn overeenkomstig van toepassing voor de winstbepaling voor de vennootschapsbelasting. Verliescompensatietermijnen
2003
2002
2001
Onbeperkt Drie jaar
Onbeperkt Drie jaar
Onbeperkt Drie jaar
% 29,0 34,5
% 29,0 34,5
% 30,0 35,0
Tarieven1,2)
2003 %
2002 %
2001 %
Dividend
25,0
25,0
25,0
Voorwaarts Achterwaarts Tarief Winst tot en met EUR 22.689 Winst vanaf EUR 22.689
5
Dividendbelasting
1)
2)
6
Dividenduitkeringen aan in EU-lidstaten gevestigde rechtspersonen kunnen, indien overigens aan alle vereisten voor de vrijstelling wordt voldaan, onder een 0%-tarief vallen. Indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, kan een korting worden toegepast op de af te dragen dividendbelasting bij “door-uitdeling” van buitenlandse deelnemingsdividenden.
Omzetbelasting
Belangrijkste tarieven Voorbelasting over kilometervergoeding1) Privé-gebruik auto Bedrijfskantines Kantines sportvereniging3)
2003 %
2002 %
2001 %
0/6/19 vervallen 12 6 11
0/6/19 122) 12 6 11
0/6/19 12 12 6 11
EUR
EUR
EUR
Kleine-ondernemingsregeling, vrijstelling verschuldigd bedrag na aftrek voorbelasting geheel tot
1) 2) 3) 4)
1.3454)
1.3454)
1.3454)
N.a.v. uitspraak Europese Hof is deze regeling ingetrokken. Deze regeling was van toepassing tot 1 oktober 2002. Bij toepassing van de forfaitaire methode. Daarboven beperkte vrijstellingsmogelijkheden.
januari
2003
33
7
Belastingen van rechtsverkeer
Overdrachtsbelasting Ruiling landerijen Assurantiebelasting Kapitaalsbelasting
8
2003 %
2002 %
2001 %
6 vrijgesteld 7 0,55
6 vrijgesteld 7 0,55
6 vrijgesteld 7 0,55
2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
Successie- en schenkingsrecht Vrijstellingen schenkingsrecht
Verkrijging door: Kind Kind 18-35 jaar (eenmalig) Alle anderen per 24 maanden Overheid Kerkelijke, charitatieve, wetenschappelijke, algemeen nut beogende instellingen (per 24 maanden)
4.143 20.711 2.486 geheel
3.999 19.991 2.399 geheel
3.878 19.389 2.326 geheel
4.143
3.999
3.878
Tarief successie- en schenkingsrecht 2003 Verkrijging tussen
34
en
(1) EUR
(2) EUR
– 20.714 41.424 82.840 165.673 331.340 828.338
20.714 41.424 82.840 165.673 331.340 828.338 en hoger
I. Echtgenoot, kinderen en afstammelingen in tweede of verdere graad1) of een verkrijger als hierna onder2) vermeld a b EUR % – 1.035 2.691 7.660 20.084 51.560 165.869
januari
II. Broers, zusters, bloedverwanten in de rechte opgaande lijn
5 8 12 15 19 23 27
2003
III. Andere verkrijging uitgezonderd de rechtspersonen die vallen onder het tarief van 11%
a EUR
b %
a EUR
b %
– 5.385 11.598 26.093 58.397 131.290 369.849
26 30 35 39 44 48 53
– 8.492 17.811 38.519 83.248 180.991 494.099
41 45 50 54 59 63 68
Tarief successie- en schenkingsrecht 2002 Verkrijging tussen
en
(1) EUR
(2) EUR
– 19.994 39.984 79.961 159.916 319.826 799.554
19.994 39.984 79.961 159.916 319.826 799.554 en hoger
I. Echtgenoot, kinderen en afstammelingen in tweede of verdere graad1) of een verkrijger als hierna onder2) vermeld a b EUR % – 999 2.598 7.395 19.388 49.770 160.107
II. Broers, zusters, bloedverwanten in de rechte opgaande lijn
5 8 12 15 19 23 27
III. Andere verkrijging uitgezonderd de rechtspersonen die vallen onder het tarief van 11%
a EUR
b %
a EUR
b %
– 5.198 11.195 25.186 56.368 126.728 356.997
26 30 35 39 44 48 53
– 8.197 17.192 37.180 80.355 174.701 476.929
41 45 50 54 59 63 68
Tarief successie- en schenkingsrecht 2001 Verkrijging tussen
en
(1) EUR
(2) EUR
– 19.392 38.781 77.556 155.107 310.209 775.513
19.392 38.781 77.556 155.107 310.209 775.513 en hoger
I. Echtgenoot, kinderen en afstammelingen in tweede of verdere graad1) of een verkrijger als hierna onder2) vermeld a b EUR % – 969 2.520 7.173 18.806 48.275 155.295
II. Broers, zusters, bloedverwanten in de rechte opgaande lijn
5 8 12 15 19 23 27
III. Andere verkrijging uitgezonderd de rechtspersonen die vallen onder het tarief van 11%
a EUR
b %
a EUR
b %
– 5.041 10.858 24.429 54.674 122.919 346.265
26 30 35 39 44 48 53
– 7.950 16.675 36.063 77.790 169.450 462.592
41 45 50 54 59 63 68
a: Belasting over het in kolom (1) genoemde bedrag. b: Heffingspercentage over het gedeelte van de (belaste) verkrijging dat ligt tussen de bedragen van kolom (1) en kolom (2). 1) Voor afstammelingen in de tweede of verdere graad bedraagt de belasting het ingevolge deze kolom verschuldigde, vermeerderd met 60% daarvan. 2) Onder verkrijger in tariefgroep 1 wordt verstaan een verkrijger – niet zijnde een echtgenoot; die: a. (met ingang van 1 januari 2002) tot het tijdstip van het overlijden of de schenking samen met de erflater of de schenker een als duurzaam bedoelde gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd, welke huishouding in geval van overlijden reeds zes maanden heeft geduurd en in geval van schenking reeds twee jaar heeft geduurd, waarbij slechts in aanmerking wordt genomen een periode na het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Het voeren van een gemeenschappelijke huishouding wordt slechts aangenomen indien de verkrijger en de erflater of de schenker volgens de basisadministratie persoonsgegevens of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende administratie buiten Nederland op hetzelfde woonadres staan ingeschreven en een wederzijdse zorgverplichting zijn aangegaan, vastgelegd in een notarieel samenlevingscontract. Dit letteronderdeel is niet van toepassing op bloedverwanten in de rechte lijn van de erflater of schenker en op verkrijgers die gedurende de laatste vijf kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar van overlijden onderscheidenlijk van schenking, voor de heffing van de inkomstenbelasting hadden kunnen kwalificeren als
januari
2003
35
partner van de erflater of schenker, doch zulks hebben nagelaten. De in dit letteronderdeel bedoelde verkrijger dient als enige persoon te voldoen aan de in dit onderdeel gestelde eisen. b. tot het tijdstip van het overlijden of de schenking samen met de erflater of de schenker na hun 22e jaar gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vijf jaren en met geen ander dan met één of meer kinderen jonger dan 27 jaar van één van hen of van hen beiden een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd. Met een kind wordt gelijkgesteld een pleegkind, waaronder in deze context wordt verstaan een kind dat door de verkrijger en de erflater of de schenker als een eigen kind is onderhouden en opgevoed; c. tot het tijdstip van het overlijden of de schenking samen met de erflater of de schenker na hun 22e jaar anders dan bedoeld onder b gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vijf jaren een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd.
9
Sociale wetten
9.1
Volksverzekeringen 2003 1)
AOW EUR 1. Ongehuwde bejaarden, gehuwde bejaarden zonder toeslag en weduwen zonder kind(eren) tot 18 jaar Maandelijkse uitkering Vakantie-uitkering (1/5-1/5) 2. Ongehuwde bejaarden en weduwen met kind(eren) tot 18 jaar Maandelijkse uitkering Vakantie-uitkering (1/5-1/5) 3. Gehuwde bejaarden met toeslag Maandelijkse uitkering Vakantie-uitkering (1/5-1/5) 4. Gehuwde bejaarden zonder toeslag ieder 50% Vakantie-uitkering (1/5-1/5) ieder 50% 1)
36
906,14 44,61
1.122,90 57,35
2002 1)
Anw EUR
AOW EUR
968,48 56,50
869,24 43,45
968,482) 56,50
1.077,54 55,87
2001 Anw EUR
932,38 54,95
932,382) 54,95
1)
AOW EUR
831,36 41,62
1.029,45 53,51
1.244,52 63,72
1.196,14 62,08
1.144,50 59,46
622,26 31,86
598,07 31,04
572,25 29,73
Anw EUR
892,18 52,63
892,182) 52,63
AOW Pensioenen Sedert 1 april 1988 is in de AOW de inkomensafhankelijke toeslag ingevoerd voor hen die op of na die datum 65 jaar zijn geworden. - Bij pensioenen die zijn ingegaan vóór 1 april 1988 bedraagt het maximale pensioen m.i.v. 1 januari 2003 EUR 622,26 (2002: EUR 598,07) en de daarbijbehorende toeslag, die niet inkomensafhankelijk is, eveneens EUR 622,26 (2002: EUR 598,07) (verhouding 50/50). - Bij pensioenen die zijn ingegaan op of na 1 april 1988 maar vóór 1 februari 1994 bedraagt het maximale pensioen m.i.v. 1 januari 2003 EUR 906,14 (2002: EUR 869,24) en de daarbijbehorende maximale toeslag EUR 338,38 (2002: EUR 326,90) (verhouding 70/30). - Bij pensioenen ingegaan op of na 1 februari 1994 bedraagt het maximale pensioen EUR 622,26 (2002: EUR 598,07) en de daarbijbehorende maximale toeslag eveneens EUR 622,26 (2002: EUR 598,07) (verhouding 50/50). Vanaf 1 januari 1996 worden samenwonende broers en zusters gelijkgesteld met samenwerkende gehuwden; de broers en zusters die op 31 december 1995 al
januari
2003
2)
9.1.1
samenwoonden en een AOW-uitkering genieten, worden niet gekort. De partnertoeslag is met ingang van 1 juli 1996 voor nieuwe AOW-gerechtigden inkomensafhankelijk. Nabestaanden die een halfwees jonger dan 18 jaar verzorgen, krijgen een inkomensonafhankelijke uitkering van 20% van het minimumloon. Nabestaanden met een kind tot 18 jaar die vóór 1 juli 1996 een AWWuitkering hadden, ontvangen bruto per maand EUR 1.188,77 (2002: EUR 1.145,61) (brutovakantie-uitkering per maand EUR 72,63 (2002: EUR 70,64)).
Kinderbijslag Kinderen geboren vóór 1 januari 1995 Aantal telkinderen
6 t/m 11 jaar EUR
1 2 3 4 5 6
211,71 239,15 248,29 268,39 280,45 288,49
12 t/m 17 jaar EUR 249,07 281,35 292,10 315,75 329,94 339,40
Kinderen geboren op of na 1 januari 1995 Aantal telkinderen
0 t/m 5 jaar
6 t/m 11 jaar
EUR
EUR
1 t/m 10
174,35
211,71
12 t/m 17 jaar EUR 249,07
Tabel maximale nettobijverdiensten per kwartaal1) Situatie/leeftijd
Thuiswonend2) 0 tot 16 jaar 16 en 17 jaar Vanaf 18 jaar Uitwonend3) Alle kinderen Vanaf 18 jaar 1)
2)
3)
Enkelvoudige kinderbijslag minder dan: EUR
Tweevoudige kinderbijslag maximaal: EUR
Drievoudige kinderbijslag minder dan: EUR
onbeperkt 1.175 1.175
onbeperkt N.v.t. 781
onbeperkt N.v.t. N.v.t.
1.662 1.662
1.024 1.024
N.v.t. 205
Als het kind ouder is dan 16 jaar of niet thuis woont dan dient er onderscheid gemaakt te worden tussen wat het kind verdient in de zomervakantie en in de rest van het jaar. In de zomermaanden (juni, juli en augustus) mag het kind met vakantiewerk in totaal een afwijkend bedrag netto bijverdienen zonder dat dit van invloed is op de kinderbijslag. Genoemde bedragen zijn van toepassing vanaf 1 oktober 2002. Het kind van 16 jaar of ouder mag het van toepassing zijnde bedrag uit de maximale nettobijverdienste aan inkomen hebben om de kinderbijslag niet te verspelen. Voor uitwonende kinderen geldt hetzelfde als voor thuiswonende kinderen. Maar in een aantal bijzondere situaties is het niet vanzelfsprekend dat u uw kind onderhoudt. U moet dan aantonen dat u uw kind voor een bepaald bedrag onderhoudt.
januari
2003
37
9.1.2
Bijstandsuitkeringen De bruto IOAW-uitkering bedraagt voor 2003 Per maand
EUR Gehuwden en ongehuwde partners v.a. 21 jaar Eenoudergezinnen Alleenstaanden vanaf 23 jaar Alleenstaanden van 22 jaar Alleenstaanden van 21 jaar
1.233,48 1.117,99 949,69 743,36 625,94
Vakantieuitkering per maand EUR 98,68 89,44 75,98 59,47 50,08
De bruto IOAW-uitkering bedraagt voor 2002 Per maand
EUR Gehuwden en ongehuwde partners v.a. 21 jaar Eenoudergezinnen Alleenstaanden vanaf 23 jaar
1.192,92 1.077,05 915,67
Vakantieuitkering per maand EUR 93,36 86,16 73,25
De bruto IOAW-uitkering bedraagt voor 2001 Per maand
EUR Gehuwden en ongehuwde partners v.a. 21 jaar Eenoudergezinnen Alleenstaanden vanaf 23 jaar
9.1.3
Vakantieuitkering per maand EUR
1.140,66 1.027,42 874,54
91,26 82,19 69,96
2003 EUR (excl. 8% vakantietoeslag)
2002 EUR (excl. 8% vakantietoeslag)
2001 EUR (excl. 8% vakantietoeslag)
1.249,20 1.061,80 905,65 768,25 655,85 568,40 493,45 430,95 374,75
1.206,60 1.025,60 874,80 742,10 633,50 549,00 476,60 416,30 362,00
1.154,46 981,30 837,00 709,98 606,11 525,30 456,00 398,28 356,33
Minimumloon per maand
23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar (vakantiewerkers)
38
januari
2003
9.2
Werknemersverzekeringen Premieheffingen Leeftijdsgrens AWF, WAO en ZFW
Verzekeringsloongrens AWF en WAO ZFW (peildatum 1/11 a.p.) tot 65 jaar ZFW (peildatum 1/11 a.p.) boven 65 jaar1)
2003
2002
2001
65 jaar
65 jaar
65 jaar
EUR
EUR
EUR
geen 31.750 20.200
geen 30.700 19.550
geen 29.813 18.968
111 165 57
108 159 55
103 153 53
261 28.971 29.905 43.065
261 28.188 27.144 41.499
261 26.883 26.100 39.933
Premieloon Max. per werkdag ZFW WW en WAO Premievrije voet per werkdag voor WW Maximum premieloon per jaar Bij maximum aantal werkdagen van: Voor ZFW Voor WW Voor WAO
%
%
%
Premiepercentages Totale premiepercentage: Voor ZFW Voor WW-wachtgeldverzekering2) Voor WW-werkloosheidsuitkering3) Voor WAO-basis4) Voor WAO-rekenpremie4)
8,45 variabel 8,20 5,05 2,35
7,95 variabel 8,55 5,85 2,11
7,95 variabel 8,90 6,10 1,66
Waarvan ten laste van de werknemer ZFW5) WW-wachtgeldverzekering2) WW-werkloosheidsuitkering
1,70 variabel 4,75
1,70 variabel 4,95
1,70 variabel 5,25
1)
2) 3) 4) 5)
Ouderen van 65 jaar en ouder kunnen ongeacht hun inkomen verzekerd blijven zoals zij dat voor hun 65e waren. Bij een inkomen onder de verzekeringsloongrens (65+) mogen zij van de particuliere verzekering overstappen naar het ziekenfonds. Per uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verschillend. Voor 2003 geldt een premievrije voet voor werkgevers én werknemers van EUR 57 per dag (2002: EUR 55). De WAO-premie komt geheel voor rekening van de werkgever. Daarnaast dient de verzekerde werknemer aan het ziekenfonds een zogenoemde nominale premie te betalen. De hoogte hiervan wordt door de ziekenfondsen zelfstandig vastgesteld. De gemiddelde nominale premie ZFW bedraagt EUR 257,37 per jaar per volwassene.
januari
2003
39
Uitkeringen ZW/WW/WAO1) 2003 EUR 165
Maximum dagloon
Maximum uitkeringsduur ZW, ziekengeld WAO WW
10
2001 EUR
159
153
% 70 100 70 70
% 70 100 70 70
% 70 100 70 70
52 weken Tot 65 jaar Afhankelijk van arbeidsverleden
52 weken Tot 65 jaar Afhankelijk van arbeidsverleden
52 weken Tot 65 jaar Afhankelijk van arbeidsverleden
Uitkeringspercentages van het dagloon ZW, ziekengeld Zwangerschap + bevalling WAO 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid WW
1)
2002 EUR
Om te voorkomen dat uitkeringsgerechtigden beneden het voor hen geldende sociaal minimum komen, kan een beroep worden gedaan op de Toeslagenwet.
Wet Overhevelingstoeslag Met ingang van 1 januari 2001 is de overhevelingstoeslag verdwenen. Vanaf dat moment wordt op grond van een wettelijke maatregel de toeslag tot een maximumbedrag verwerkt in de brutosalarissen en de sociale uitkeringen (bruteringsoperatie). Werkgevers en werknemers kunnen samen afspraken maken over hoe zij deze gevolgen kunnen opvangen.
11
Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) De WAZ geldt voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaars en directeuren-grootaandeelhouders (incl. echtgenoten). Het premie-inkomen wordt bepaald door de winst van de zelfstandigen of de zuivere inkomsten uit buiten dienstbetrekking verrichte tegenwoordige arbeid van de beroepsbeoefenaar en de meewerkende (verdienende) echtgenoot. 2003 EUR Maximum premie-inkomen1) Franchise
Premiepercentages
38.118 13.160
38.118 13.160
%
%
%
EUR
1) 2)
2001 EUR
38.118 13.160
8,80
Maximale premie2)
2002 EUR
2.196
8,80 EUR 2.196
8,80 EUR 2.196
De bijtelling privé-gebruik auto behoort niet tot het premie-inkomen. De betaalde premie WAZ is een aftrekpost voor de inkomstenbelasting. De terugontvangen premie WAZ is belastbaar voor de inkomstenbelasting.
40
januari
2003
12
Ziekenfondswet voor zelfstandigen Met ingang van 1 januari 2000 geldt er een wettelijke ziekenfondsverzekering voor zelfstandige ondernemers die tevens verzekerd zijn ingevolge de WAZ. Verplicht verzekerd is de zelfstandige van wie het gemiddelde belastbare inkomen over 1997, 1998 en 1999 gelijk of lager is dan de inkomensgrens. De verplichte verzekering geldt niet voor de beroepsbeoefenaren, de meewerkende echtgenoten en de directeuren-grootaandeelhouders. 2003 EUR
2001 EUR
ZFW-premie-inkomensgrens zelfstandige (peildatum 1/10 a.p.)
20.250
19.650
19.058
Premiepercentages
% 8,45
% 7,95
% 7,95
Maximale premie1)
EUR 1.711
EUR 1.562
EUR 1.515
1)
13
2002 EUR
Naast de procentuele premie betaalt de zelfstandige een nominale premie aan de ziekenfondsverzekeraar.
Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) Afvalstoffenbelasting De belasting op het storten van brandbaar afval is conform afspraken uit het regeerakkoord verhoogd. 2003 EUR Voor het storten van: Niet-brandbaar afval1) Brandbaar afval 1) 2)
13,47 81,65
20022) EUR
13,00 78,81
20012) EUR
12,61 65,44
Zijnde afvalstoffen die niet herbruikbaar en niet verbrandbaar zijn. Tarief per 1.000 kilogram en exclusief omzetbelasting.
Belasting op leidingwater 2003 EUR Leidingwater tot een maximum van 300 m3 1)
0,141
20021) EUR 0,136
20011) EUR 0,132
Per m3 en exclusief omzetbelasting.
januari
2003
41
Brandstoffenbelasting 2003 EUR
2002 EUR
2001 EUR
Soort brandstof
Per
Ongelode benzine Gelode benzine Halfzware olie Gasolie (motorbrandstof) Gasolie (ander gebruik) Zware stookolie LPG (motorbrandstof) Kolen Hoogoven-, cokesoven-, kolen- en raffinaderijgas Aardgas 0-10 mln. m3 Aardgas > 10 mln. m3 KV-gas
1.000 liter 1.000 liter 1.000 liter 1.000 liter 1.000 liter 1.000 liter 1.000 liter 1.000 liter
12,86 12,86 14,09 14,19 14,19 16,57 16,94 11,99
12,41 12,41 13,60 13,70 13,70 15,99 16,35 11,57
12,04 12,04 13,19 13,29 13,29 15,51 15,86 11,22
1.000 GJ 1.000 m3 1.000 m3 1.000 GJ
121,33 11,00 7,30 479,14
117,11 10,60 7,00 462,49
113,59 10,30 6,80 448,58
Grondwaterbelasting 20031) EUR Grondwater Vermindering infiltratie 1)
0,1743 0,1460
20021) EUR 0,1682 0,1409
20011) EUR 0,1631 0,1367
Exclusief omzetbelasting.
Regulerende energiebelasting Tarieven voor aardgas en elektriciteit1) Aardgas (m3) 20032) EUR 0 – 5.000 – 170.000 – > 1.000.000
5.000 170.000 1.000.000
0,1285 0,0600 0,0111 –
20022) EUR 0,1240 0,0579 0,0107 –
20012) EUR 0,1203 0,0562 0,0104 –
Groen gas (m3) 20032) EUR 0 – >5.000 –
42
5.000
0,0453 –
januari
2003
2002 EUR
2001 EUR
– –
– –
Elektriciteit (KWh) 20032) EUR 0 5.000 10.000 50.000 > 10.000.000
– – – –
5.000 10.000 50.000 10.000.000
20022) EUR
0,0639 0,0639 0,0207 0,0063 –
0,0601 0,0601 0,002 0,0061 –
20012) EUR 0,0583 0,0583 0,0194 –0,0059 –
Groene stroom (m3) 20032,3) EUR 0 – >10.000 1)
2) 3)
10.000
2002 EUR
2001 EUR
– –
– –
0,0175 –
Op de aan de hand van deze tarieven berekende belasting wordt vervolgens in beginsel een belastingvermindering van EUR 142 toegepast. Dit bedrag wordt verhoogd naar EUR 176 bij de inwerkingtreding van de MEP. Exclusief omzetbelasting Tarief wordt bij inwerkingtreding van de MEP in 2003 gewijzigd in 3,49 eurocent.
De REB-tarieven voor halfzware olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas (LPG), voorzover deze worden gebruikt anders dan motorbrandstof voor het wegverkeer worden per 1 januari 2003: 2003 EUR
Per Halfzware olie Gasolie LPG
1.000 liter 1.000 liter 1.000 liter
2002 EUR
135,10 136,24 161,16
130,41 131,51 155,56
2001 EUR 126,49 157,56 150,88
Compleet overzicht Een compleet overzicht (per milieubelasting) van de vele wijzigingen in de Wbm per 1 januari 2003 is verkrijgbaar bij de Vakgroep Belastingen Lokale Overheden en Milieuheffingen (secretariaat: 020-6561851).
14
Discontopercentages en wettelijke rente
14.1
Wettelijke rente
Per 1 januari
2003 %
2002 %
2001 %
2000 %
7
7
8
6
januari
2003
43
14.2
Heffings- en invorderingsrente bij belastingen
Per 1 januari Per 1 april Per 1 juli Per 1 oktober
14.3
2003 %
2002 %
2001 %
2000 %
3,25
3,45 3,25 3,25 3,25
4,70 4,10 4,45 4,20
2,75 3,25 4,00 4,50
Rentetarieven ECB in procenten1)
6 oktober 11 mei 31 augustus 18 september 9 november 6 december
2000 2001 2001 2001 2001 2002
Depositorente
Basisherfinancieringsrente
Marginale beleningsrente
3,75 3,50 3,25 2,75 2,25 1,75
4,25 4,25 4,25 4,25 4,25 4,25
5,75 5,50 5,25 4,75 4,25 3,75
Bron: De Nederlandsche Bank.
15
Koersen
15.1
Valutakoersen 31 december 2002 Canada Denemarken Groot-Brittannië Japan Noorwegen Verenigde Staten Zweden Zwitserland
per per per per per per per per
1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro
CAD DKK GBP JPY NOK USD SEK CHF
Bron: Het Financieele Dagblad 2 januari 2003
44
januari
2003
1,6550 7,4288 0,6505 124,3900 7,2756 1,0487 9,1528 1,4524
31 december 2001 Canada Denemarken Groot-Brittannië Japan Noorwegen Verenigde Staten Zweden Zwitserland
per per per per per per per per
1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro
CAD DKK GBP JPY NOK USD SEK CHF
1,4077 7,4365 0,6085 115,3300 7,9515 0,8813 9,3012 1,4829
Bron: Het Financieele Dagblad 2 januari 2002
15.2
Omrekenkoersen België Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje
16
per per per per per per per per per per per
1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro 1 euro
BEF DEM FIM FRF IEP ITL LUF NLG ATS PTE ESB
40,339900 1,955830 5,945730 6,559570 0,787564 1936,270000 40,339900 2,203710 13,760300 200,482000 166,386000
Lijst met afkortingen AAW
Algemene Arbeidsongeschiktheidswet
AKW
Algemene Kinderbijslagwet
Anw
Algemene nabestaandenwet
AOW
Algemene Ouderdomswet
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AWW
Algemene Weduwen- en Wezenwet
BPM
Belasting Personenauto’s en Motorrijwielen
IB
Inkomstenbelasting
IOAW
Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers
KB
Kinderbijslag
OB/BTW
Omzetbelasting of Belasting Toegevoegde Waarde
SW
Successiewet
VUT
Vervroegde Uittreding
WAO
Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
WAZ
Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen
WW
Werkloosheidswet
ZFW
Ziekenfondswet
ZW
Ziektewet
januari
2003
45
Realisatie : KPMG Marketing & Sales support Tekstproductie : KPMG Assurance Belastinggroep en KPMG Meijburg & Co. Meer informatie over onze dienstverlening vindt u op www.kpmg.nl en/of www.meijburg.nl
Disclaimer Hoewel bij de totstandkoming van deze uitgave de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, bestaat de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verandert of niet meer juist is. Dit kan ten gevolge van (aanpassing van) de regelgeving die bekend is geworden na het opmaken van deze uitgave. KPMG en KPMG Meijburg & Co zijn dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van informatie in deze uitgave. Geheel of gedeeltelijke vermenigvuldiging of overname van artikelen op welke wijze dan ook, is alleen toegestaan met bronvermelding.