Prioritair Programma Stad en Regio 2012-2015
Regiocontract FoodValley
25 april 2012
Partijen Het openbaar lichaam Regio FoodValley en het Algemeen Bestuur van het openbaar
lichaam FoodValley, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer T. Elzenga, plaatsvervangend voorzitter
Verder ook te noemen: Regio FoodValley De provincie Gelderland en Gedeputeerde Staten van Gelderland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.J. van Dijk, gedeputeerde
Verder ook te noemen: Gedeputeerde Staten of de provincie Gezamenlijk ook te noemen: partijen
Aldus overeengekomen en ondertekend, te Arnhem
op 25 april 2012
De provincie
Regio FoodValley
Overwegingen Op 25 april 2012 hebben Provinciale Staten het Programma Stad en Regio 2012-2015 vastgesteld.
Over dat programma en de bijdragen die partijen daaraan leveren en over deze overeenkomst, is constructief en intensief tussen partijen overlegd.
Partijen willen door middel van het Programma Stad en Regio 2012-2015 actief invulling geven aan de versterking van hun partnerschap.
Partijen willen met hun partnerschap ruimte bieden voor maatwerk en concrete resultaten boeken.
Waar nodig willen partijen elkaar bestuurlijk en ambtelijk, zowel inhoudelijk als
procesmatig, ondersteunen ter bespoediging van de uitvoering van het programma, waarbij zij de bedoeling hebben kennis, inzichten en ervaringen uit te wisselen.
Partijen vinden het gewenst in dit stadium een overeenkomst te sluiten die de
intenties en afspraken vastlegt, waarbij die overeenkomst tevens kan dienen als een
uitvoeringsovereenkomst in de zin van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht. Over programma’s of delen daarvan ten aanzien waarvan thans geen beslissing kan worden genomen over subsidieverlening, willen partijen afspreken op welke wijze daarmee in de toekomst wordt omgegaan. Die afspraken, die preambuleafspraken en procesafspraken
zijn genoemd, wensen partijen vast te leggen waarbij van de zijde van de provincie en de
Regio FoodValley sprake is van een inspanningsverplichting waarvan de nakoming mede
afhankelijk is van een nadere concretisering van de beschikbaarheid van sectorale middelen.
Partijen zien deze afspraken primair als bestuurlijke intenties die niet in rechte afdwingbaar moeten zijn.
Komen overeen Artikel 1. Algemeen 1. Deze overeenkomst wordt gesloten onder ontbindende voorwaarde van
subsidieverstrekking door Gedeputeerde Staten voor de uitvoering van het programma.
2. Op de subsidieverstrekking zijn de voorwaarden en voorschriften van de Algemene wet
bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 en de Subsidieregeling meerjarenprogramma’s Gelderland 2012 van toepassing.
3. Deze overeenkomst is een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de
Algemene wet bestuursrecht behorende bij de in lid 1 bedoelde subsidieverstrekking.
4. Deze overeenkomst beoogt geen wijziging in te houden van de afspraken in het kader van het Regionaal Samenwerkingsprogramma 2008-2011 ten behoeve waarvan Gedeputeerde Staten subsidie hebben verleend.
5. De Regio FoodValley verplicht zich tot volledige en tijdige uitvoering van de activiteiten ten behoeve waarvan Gedeputeerde Staten subsidie verstrekken.
6. Partijen zorgen er voor dat de uitvoering van de activiteiten niet strijdig is met regelgeving en beleid op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau, en evenmin met Europese
regelgeving (waaronder staatssteun). Zij bevorderen dat bij beleidswijzigingen zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met deze overeenkomst en de in het programma beschreven doelstellingen en ambitieniveau.
7. Op alle communicatie-uitingen (zoals website, drukwerk, bouwborden) wordt het logo
van de provincie Gelderland vermeld. Daarbij wordt aangegeven dat de activiteit mede tot stand is gekomen dankzij financiering van de provincie Gelderland.
8. Deze overeenkomst is in rechte afdwingbaar, met uitzondering van de preambuleafspraken en de procesafspraken.
Artikel 2. Financiën 1. De uitvoering van de programma’s geschiedt met financiële middelen van de Regio FoodValley, de provincie en derden conform de verdeling zoals opgenomen in de programmafiches die als bijlagen bij deze overeenkomst zijn gevoegd.
2. Indien zich wijzigingen voordoen in de financiering van een programma vindt hierover overleg tussen partijen plaats. Over de verhouding tussen de inzet van provinciale middelen en andere middelen wordt per programma verantwoording afgelegd.
3. Bij subsidieverlening wordt voorschot verleend tot 95% van het totale subsidiebedrag. Het voorschot wordt als volgt opgebouwd:
- 10% van het totale subsidiebedrag per 1 mei 2012
- 20% van het totale subsidiebedrag per 1 januari 2013
- 30% van het totale subsidiebedrag per 1 januari 2014 - 35% van het totale subsidiebedrag per 1 januari 2015
4. Het voorschot zal telkens binnen vier weken na de genoemde data worden uitbetaald. 5. Gedeputeerde Staten kunnen indien nodig de voorschotverlening wijzigen.
Artikel 3. Voortgang 1. In verband met de subsidieverstrekking zullen voorwaarden gelden ten aanzien van de jaarlijkse voortgangsrapportage. Die rapportage betreft de inhoudelijke en financiële
voortgang van de uitvoering van het programma, waarbij gebruik zal worden gemaakt van een door Gedeputeerde Staten vast te stellen model.
2. De voortgangsrapportage over 2013 dient te worden voorzien van een controleverklaring. 3. Tevens zullen voorwaarden gelden met betrekking tot de vaststelling van de subsidie, waartoe het verzoek vóór 1 juni 2016 aan Gedeputeerde Staten zal worden gezonden.
Daarbij zal een controleverklaring worden gevraagd die voldoet aan de voorwaarden
van het controleprotocol dat Gedeputeerde Staten uiterlijk 1 september 2012 vaststellen. Voorafgaand aan dit besluit vindt afstemming met de partner plaats.
Artikel 4. Aanpassing en versnelling 1. Naar aanleiding van een voortgangsrapportage kan een bestuurlijk gesprek worden gevoerd tussen partijen.
2. Naar aanleiding van dit bestuurlijke gesprek beslissen partijen over eventuele versnelling in de uitvoering van het programma en de daaraan verbonden kosten.
3. Op verzoek van de Regio FoodValley kunnen Gedeputeerde Staten de subsidieverlening wijzigen.
4. Indien de voortgangsrapportages daartoe aanleiding geven, kunnen Gedeputeerde Staten
na overleg met de Regio FoodValley de subsidieverlening wijzigen of geheel of gedeeltelijk intrekken. De provincie zal daarbij op redelijke wijze rekening houden met eventuele verplichtingen die zijn aangegaan.
5. Indien de voortgangsrapportage over 2013 daartoe aanleiding geeft, zullen Gedeputeerde Staten een herijking van het programma aan Provinciale Staten voorstellen.
Artikel 5. Handelingsvrijheid binnen het programma en budget 1. De Regio FoodValley is met het oog op het bereiken van de programmadoelen zoals
geformuleerd in de fiches bevoegd om na schriftelijke toestemming van Gedeputeerde
Staten de subsidie te besteden aan het realiseren van andere resultaten dan die, welke zijn genoemd in het programmafiche.
2. De Regio FoodValley is bevoegd om na schriftelijke toestemming van Gedeputeerde Staten de subsidie te besteden aan resultaten van een ander programmafiche.
Artikel 6. Regio als betaal- en beheerautoriteit 1. De Regio FoodValley zal voor de periode 2012-2017, of zoveel langer als ter uitvoering van de subsidieverlening noodzakelijk is, fungeren als betaal- en beheerautoriteit.
2. Over de inzet van de bij de subsidieverlening toegekende middelen en over de uitvoering van het programma kan de betaal- en beheerautoriteit afspraken maken met de deelnemende gemeenten.
3. De in het vorige lid bedoelde afspraken laten de rechten en verplichtingen van de betaal-
en beheerautoriteit op grond van de subsidiebeschikking tegenover de provincie onverlet. In elk geval blijft de betaal- en beheerautoriteit verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van de programma’s en de voortgang daarvan.
4. De provincie biedt de regio financiële ondersteuning voor een bedrag van € 50.000 per jaar.
Artikel 7. Preambuleafspraken 1. Voor het programma Arbeidsmarkt en Onderwijs heeft Regio FoodValley, buiten het
Programma Stad en Regio € 2.218.800 aangevraagd. In het deelprogramma Arbeidsmarkt en Onderwijs zitten onderdelen die Gedeputeerde Staten passend vinden binnen het Prioritair Programma Topsectoren en Innovatie. Gedeputeerde Staten gaan in 2012
met de Regio FoodValley in verder overleg om te bepalen welke onderdelen dat zijn en
welke bijdrage vanuit Topsectoren daarbij past opdat Regio FoodValley een aanvullende subsidieaanvraag kan doen bij het Prioritair Programma Topsectoren. Het genoemde bedrag van € 2.218.800 nemen Gedeputeerde Staten voor kennisgeving aan.
2. Het deelprogramma Zichtbaar FoodValley, (onderdeel van het thema Zakelijk toerisme) waarvoor de regio € 2.098.750 heeft aangevraagd, waarvan € 800.000 voor het festival Food4You, wordt in het kader van Stad en Regio niet gehonoreerd. Gedeputeerde
Staten zijn echter wel positief over het Food4Youfestival vanwege de kennisvalorisatie. Gedeputeerde Staten willen daaraan bijdragen vanuit het Prioritair Programma
Topsectoren en Innovatie, op voorwaarde dat de subsidieaanvraag scherper en helderder formuleert wat het festival beoogt en de continuïteit van het festival kan garanderen.
Alvorens een subsidieaanvraag wordt ingediend bij het Prioritair Programma Topsectoren, gaan partijen (w.o. de Stichting Food4You) in 2012 eerst nog met elkaar in gesprek over dit
festival. Het genoemde bedrag van € 800.000 lijkt Gedeputeerde Staten aan de hoge kant.
Artikel 8. Procesafspraken 1. Op basis van de voortgangsrapportages evalueren partijen de samenwerking in het kader van deze overeenkomst.
2. De Regio FoodValley spant zich in om bij de uitvoering van het programma werk te maken van energiebesparing en de opwekking van hernieuwbare energie.
3. Binnen het Programma Gezonde (jeugdige) mens is het deelprogramma Jeugd heeft toekomst, waarvoor de regio € 1.670.000 heeft aangevraagd, niet gehonoreerd. De
aanvraag zal echter worden meegenomen en worden afgewogen in het totaal van de aanvragen voor de Jeugdzorg.
4. Onderdeel van het Programma Gezonde (jeugdige) mens is het deelprogramma
Transitie AWBZ naar WMO, waarvoor de Regio FoodValley € 110.000 heeft aangevraagd. Gedeputeerde Staten zijn positief over het voorstel voor de transitie AWBZ naar WMO, maar zij verwachten in een aanvullende subsidieaanvraag een betere onderbouwing
van de kosten en de resultaten. Gedeputeerde Staten adviseren dit traject via inzet van
ondersteuningsinstellingen te realiseren. Hiervoor is mogelijk een bedrag van € 110.000 gereserveerd.
5. Waar het gaat om routenetwerken als onderdeel van de deelprogramma’s
“Kwaliteitsimpuls routenetwerken” en “Toegankelijkheid landelijk gebied” respectievelijk “Zichtbaar FoodValley”, wordt gewacht op de uitkomsten van het provinciaal onderzoek
naar missende schakels. Als daaruit blijkt dat er nog behoefte is aan nieuwe routes in de Regio FoodValley, kunnen nadere uitvoeringsafspraken worden gemaakt.
6. Het deelprogramma Duurzame Regionale Voedselvoorziening, wordt in het kader van Stad en Regio niet gehonoreerd. Er is voor dit deelprogramma ook geen budget gereserveerd. Partijen willen samen bekijken in hoeverre bij één van de prioritaire programma’s
(bijvoorbeeld het Prioritair Programma Topsectoren en Innovatie) mogelijkheden liggen om tot nadere afspraken te komen.
7. Regio FoodValley heeft een aanvraag ingediend voor de uitvoering van delen van het
programma Grebbelinie. Partners zullen met elkaar en met belanghebbenden (SVGV en Stichting Grebbelinie en provincie Utrecht) hierover in gesprek gaan.
8. Als onderdeel van het thema Zakelijk toerisme zal ook nader overleg plaatsvinden over de onderdelen promotie (w.o. Veluwepromotie) en onderzoek voorzieningen kennisregio.
9. Ter versterking van de samenwerking zullen partijen overleggen over de mogelijke start van een Pilot-Cultuurhistorie.
Artikel 9. Geschillen 1. Er is sprake van een geschil als een partij daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere partij. Partijen zullen na een zodanige melding terstond met
elkaar in overleg treden over een minnelijke oplossing voor het geschil, onverminderd
de bevoegdheid van een partij om ter verzekering van zijn rechten rechtsmiddelen in te stellen.
2. Indien één der partijen daarom verzoekt, benoemen partijen in onderling overleg een
mediator om het geschil te beslechten. Dit verzoek kan niet eerder worden gedaan dan
nadat zes weken zijn verstreken sinds de in het vorige lid bedoelde melding is verzonden. Partijen dragen ieder voor de helft bij in de kosten van de mediator.
3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing indien zich een onvoorziene omstandigheid voordoet waardoor volgens een der partijen een ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet kan worden verlangd.
4. Indien het niet mogelijk is gebleken een geschil door middel van mediation op te lossen, staat het partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te Arnhem.
Artikel 10. Slotbepalingen 1. Deze overeenkomst treedt in werking nadat deze door partijen is ondertekend.
2. Deze overeenkomst eindigt van rechtswege als alle daaruit voortvloeiende verplichtingen volledig zijn nagekomen.
3. De programmafiches maken deel uit van deze overeenkomst.
FoodValley Programma: De Gezonde (jeugdige) mens: Versterking Basisstructuur Doel(en)
Beoogde resultaten
Beoogde maatschappelijke effecten
Inzet en uitbreiding van de functies van de verwijsindex in andere sectoren dan de Jeugdzorg.
In 2014 zijn drie andere sectoren aangesloten op de verwijsindex.
Er ontstaat een goede verbinding tussen domeinen en sectoren wat betreft het signaleren van zorggedachten rond een kind. Er ontstaan matches op gezinsniveau en groepsniveau.
Coördinatie van zorg is een effectieve inzet, gericht op één gezin, één plan. Veiligheidshuis, Centra Jeugd en Gezin FoodValley (CJG’s) en Zorg Advies Teams (ZAT’s) hebben op operationeel niveau verbindingen gelegd. De zorgstructuur binnen het onderwijs is versterkt. Er zijn methodieken beschikbaar waarmee kwetsbare en nu onzichtbare groepen bereikt worden. De basisstructuur op FoodValley niveau heeft daarmee verdere vorm gekregen. Alcoholgebruik onder jongeren wordt verder teruggedrongen.
De verwijsindex kent een module voor signalering op groepsniveau en gezinsniveau. In 2014 wordt gestart met het werken met deze nieuwe modules. Professionals die werkzaam zijn binnen de basisstructuur, beschikken over de vaardigheden om coördinatie van zorg uit te voeren. Dit is per 1 januari 2015 gerealiseerd.
Door goede inzet van coördinatie van zorg neemt de effectiviteit van zorg en hulp toe.
Er is begin 2015 een set van operationele afspraken, waardoor uitwisseling van informatie en signalering van risico’s bij kinderen / jongeren tussen Veiligheidshuis, CJG’s en ZAT’s naadloos aansluiten.
Informatie-uitwisseling en signalering van risico’s levert een vroegtijdige aanpak van mogelijke problematiek op.
Op basis van een 0-meting in de eerste helft van 2013 wordt de zorgstructuur in het onderwijs in kaart gebracht. Eind 2015 is de zorgstructuur met 40% toegenomen.
Preventie, licht pedagogische hulp en signalering kenmerken de inzet van de CJG binnen de vindplaats onderwijs.
Er zijn drie programma’s ontwikkeld en uitgevoerd, gericht op terugdringen van schooluitval en spijbelen. De programma’s zijn voor 1 januari 2015 uitgevoerd en geëvalueerd. Hulpverleners zijn toegerust in het werken met kwetsbare en nu onzichtbare groepen. Ze voeren met deze groepen preventieve programma’s uit. De convenanten die in de vijf Gelderse en drie Utrechtse gemeenten zijn afgesloten binnen de kaders van de basisstructuur, worden onderzocht en vergeleken door één convenant op FoodValleyniveau. Het project FrisValley wordt uitgevoerd. De projectkosten voor FrisValley zijn in 2014 opgenomen in de begroting van de deelnemende (regio-)gemeenten.
Toelichting De Regio FoodValley stimuleert een samenleving die meer een beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Maar is ook een regio die opereert als vangnet voor de zwaksten in de samenleving. Het primaat ligt bij de lokale overheid. Het is noodzakelijk dat wordt beschikt over een basisstructuur van tijdige (vroeg-)signalering, melding, registratie, terugkoppeling en gecoördineerde aanpak. De regio kan bij uitstek een verbindende rol vervullen om een netwerk te helpen realiseren van wederzijdse informatie en communicatie, dwars door alle lokale en regionale disciplines heen. De intentie voor Frisvalley is het project voort te zetten rond de nieuwe uitdagingen: decentraal toezicht, oudercampagne, oudernetwerken, alcoholvrije school en voorlichting groep 7 en 8 basisschool. * De bijdrage gemeenten is inclusief de bijdrage van Utrechtse regiogemeenten. Het gaat hierbij om de volgende bedragen: • Sociale Domein: € 583.984 • Fris Valley: € 142.183
Het verbeteren van de positie van jongeren in de samenleving en op de arbeidsmarkt en terugdringing schooluitval. Binnen de basisstructuur worden die groepen bereikt die nu niet of onvoldoende in beeld zijn De eenduidigheid in het werken is toegenomen. Het aantal convenanten is afgenomen. Door de afname van alcoholgebruik onder jongeren worden de leerprestaties en de gezondheid van jongeren en adolescenten verbeterd. Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeente: (2012-2015)*
Derden: (2012-2015)
Sociale Domein: € 2.259.000
€ 2.259.000
€0
Fris Valley: € 550.000
€ 550.000
€0
Totaal: € 2.809.000
Totaal: € 2.809.000
€0
FoodValley Programma: Versterken woon- en leefomgeving en verduurzaming landbouw Doel(en)
Beoogde resultaten
Beoogde maatschappelijke effecten
Deelprogramma “Wonen”
Deelprogramma “Wonen”
Deelprogramma “Wonen”
De regio FoodValley werkt aan behoud en versterking van een mooie en aantrekkelijke woonomgeving. Daarnaast streven we ernaar dat de woningproductie weer los komt.
Woningmarktstrategie Er komt een visie op een gemeenschappelijke woningmarktstrategie en daarbij behorende instrumenten. In 2013 ondertekenen alle gemeenten de binnenregionale kwalitatieve verdeling en wordt jaarlijks in samenwerking met corporaties en marktpartijen gemonitord in hoeverre deze verdeling aansluit bij de vraag van de markt.
De problemen op de woningmarkt worden door de regionale aanpak efficiënter en flexibeler opgepakt, waardoor de doorlooptijd van te koop staande woningen wordt verkort en de wachtlijsten voor huurwoningen korter worden.
Grotere efficiëntie en effectiviteit bij het implementeren van landelijk en Europees beleid door een regionaal op elkaar afgestemde aanpak.
Het realiseren van een bewustzijn van de eigen verantwoordelijkheid van bewoners voor het langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Het verminderen van de druk op de Wmogelden van de gemeenten door dit bewustzijn.
Woonruimteverdeling Met de woningcorporaties in de Regio wordt gewerkt aan een optimale woonruimteverdeling. In 2012 en 2013 zetten wij de voordelen en nadelen van een gemeenschappelijke huisvestingsverordening naast elkaar. In 2013 besluiten wij over het al dan niet opzetten van gezamenlijke regelingen met betrekking tot woonruimteverdeling. Opplussen. Er komt in 2012 een plan van aanpak waarmee alle Regiogemeenten acties voor opplussen kunnen opzetten. In 2013 is helder welke acties in de Regio haalbaar zijn om ervoor te zorgen dat, door middel van opplussen nieuwe stijl, mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen huis kunnen blijven wonen. Vanaf 2014 volgt de uitvoering van deze acties.
Het afgestemde beleid in de Regio zorgt voor een zo optimaal mogelijke woonruimteverdeling op de sociale huurwoningmarkt.
Bewoners van de Regio nemen meer hun eigen verantwoordelijkheid bij het veilig en comfortabel maken van hun eigen woning. Zij kunnen hierdoor langer zelfstandig blijven wonen en minder aanspraak doen op Wmo-voorzieningen.
Wij starten een project gericht op woon-service-zones. Het opplussen van de bestaande woningvoorraad maakt hier onderdeel van uit.
Deelprogramma “Leefomgeving”
Deelprogramma “Leefomgeving”
Deelprogramma “Leefomgeving”
Behoud en versterking van natuur en landschap en kwaliteitverbetering van het landelijk gebied, conform de opgestelde Landschaps Ontwikkelings Plannen (LOP) danwel Gebieds Uitvoerings Programma’s (GUP).
Rentmeesterschap natuurlijke leefomgeving Eind 2015 zijn de volgende resultaten bereikt: • 15 vernieuwende plannen voor landschappelijke inpassing van agrarische bebouwing; • 5 nieuwe stallen die wat betreft architectuur in het landschap passen; • adviezen landschapsonderhoud bij minimaal 10% van de adressen/bouwblokken (boeren en burgers); • minimaal 100 adviezen over erfinrichting gegeven; • minimaal bruto 40 ha. natuur- en/of landschapselementen aangelegd of hersteld; • er zijn minimaal 2 nieuwe vrijwilligersgroepen gevormd voor landschapsonderhoud.
Hogere kwaliteit landschap en natuur. Verbetering acceptatie veehouderij via kwaliteitsimpuls nieuwe stallen. Meer betrokkenheid eigenaren en gebruikers buitengebied bij natuur en landschap. Bewoners en bezoekers ervaren de toegenomen kwaliteit van de leefomgeving. Steeds meer eigenaren treffen maatregelen tot behoud en versterking van de kwaliteit en diversiteit van waarden van natuur en landschap.
Bewaken en vergroten van landschappelijke waarden en structuren. En tegelijk een duurzame landbouw faciliteren. De Regio moet alternatieve manieren voor financiering van ruimtelijke kwaliteit vinden, omdat de overheidsfinanciën hiervoor steeds meer onder druk staan. Versterken van de recreatie in het landelijk gebied. Versterken van de cultuur-historische infrastructuur als onderdeel van de ontwikkelingsas FoodValley.
Regionale impuls beeldkwaliteit In 2013 ligt er een regionale agenda beeldkwaliteit. In 2014 zijn de daarin afgesproken ‘witte vlekken’ (ontbrekende gemeentelijke [deel]plannen) en thematische plannen opgesteld. In 2015 zijn de beeldkwaliteitsafspraken op gemeentelijk niveau geborgd en gecommuniceerd met relevante partijen. Versterken financieringsbronnen In 2015 is er een gemeenschappelijk kader voor een zgn. Landschapsinvesteringsregel (een rood voor groen regeling: koppeling tussen ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit) dat door iedere gemeente individueel toegepast kan worden.
Initiatiefnemers en ontwerpers zijn zich er van bewust dat landschappelijke inpassing hoort bij uitbreiding en nieuwbouw en maken ontwerpen met landschappelijke kwaliteit. Plannen worden consequent op dit aspect getoetst. Co-financiering van natuur en landschap met private middelen. Bewoners en gebruikers van het landelijk gebied ervaren kwaliteitsverbetering en voelen zich meer betrokken door de financiële participatie. Bedrijven benutten hun participatie via marketing (profilering).
FoodValley Programma: Versterken woon- en leefomgeving en verduurzaming landbouw Doel(en)
Beoogde resultaten
Beoogde maatschappelijke effecten
De ambitie is om tot de top 3 van de Nederlandse Openluchttheaters te gaan behoren, waar jaarlijks 25.000 tot 50.000 bezoekers komen.
In 2015 is er een Streekrekening FoodValley en een daaraan gekoppeld Streekfonds FoodValley, die aan de daaraan te verbinden voorwaarden voldoen. De middelen uit het Streekfonds kunnen worden ingezet voor duurzame projecten in het landelijk gebied.
Grotere belevingswaarde van het landelijk gebied.
Het doel is: een meer hoogwaardig en attractief museum; een uitbreiding van de openingstijden; een toename van het aantal bezoekers; een grotere en beter ontsloten collectie; een toename van de schoolklassen-bezoeken en groepsontvangsten; meer samenwerking met partners in het museale- en toeristische veld.
(partijen die zich betrokken voelen bij de Regio kunnen daaraan uiting geven door hun spaargeld tegen een marktconforme rente op de Streekrekening te zetten. Op basis van de omvang van het kapitaal op de Streekrekening zorgt de Rabobank voor een storting in het Streekfonds.) Toegankelijkheid landelijk gebied In 2015 zijn er 4 tot 5 klompenpaden aangelegd die als vliegwiel fungeren voor de lokale toeristische economie en landschappelijke versterking. Er wordt geanticipeerd op de realisatie van een sluitend provinciaal wandelpadennetwerk op de Veluwe en wandelpaden in Utrecht, zowel voor lange afstand (bijv. Grebbeliniepad) als voor kortere afstanden (b.v. TRAP-routes). In 2015 is aangesloten bij het internationale innovatieve karakter van de Regio FoodValley en de informatievoorziening is dan zowel in het Nederlands als in het Engels en zowel digitaal als analoog toegankelijk.
Behoud en versterking van het cultureel erfgoed. Verbetering van de woon- en leefomgeving voor inwoners van de Regio en toeristen. Het officieel geregistreerde museum biedt meer ruimte om het cultuurhistorische erfgoed van Nijkerk beter toegankelijk te maken en een breder publiek te bereiken (niet alleen lokaal maar zeker ook regionaal en waar mogelijk landelijk).
Benutten en versterken van de culturele infrastructuur Restauratie en verbouw van het Openluchttheater in Ede. Dit betreft restauratie van de parkaanleg en de gebouwen, aanpassing van licht, geluid en overkapping. Verder wordt een frequent en hoogwaardig programma-aanbod geboden dat is afgestemd met de andere podia in Ede en op termijn ook in de regio. Hierbij wordt uitgegaan van een opbouw naar 50 voorstellingen per jaar. In 2014 start het seizoen nieuwe stijl. In 2014 is het naastgelegen pand van het Museum Oud Nijkerk, een Rijksmonument, aangekocht en verbouwd. Het Museum Oud Nijkerk is dan vergroot en vernieuwd. Deelprogramma “Verduurzaming van de landbouw” Stimuleren en faciliteren van innovatie en verduurzaming van de landbouw, de veehouderij in het bijzonder, met behoud van verdiencapaciteit. Samenwerking met de WUR verstevigen en de regio meer als ‘proeftuin’ voor de WUR te laten fungeren.
Deelprogramma “Verduurzaming van de landbouw”
Deelprogramma “Verduurzaming van de landbouw”
Verduurzaming van de landbouw: Maatschappelijk verantwoord ondernemen Eind 2014 is een regionaal MVO-bedrijfslabel voor agrarische bedrijven ontwikkeld, waarmee bedrijven een ‘FoodValley’ kwaliteitsstempel krijgen. In 2015 zullen minimaal 15 bedrijven het FoodValley bedrijfslabel dragen. In 2015 zal minimaal 1/3 van de samenleving/burgers in de regio weten van het bestaan van het MVO-bedrijfslabel. In 2015 is een structurele kennisuitwisseling opgezet tussen de WUR en de ondernemers in de landbouw.
Steeds meer ondernemers kiezen voor duurzaam ondernemen (de ‘koplopers’ worden nagevolgd), zowel bedrijfstechnisch als in relatie tot de omgeving.
De regionale vraag - aanbod dynamiek stimuleren en verbinding consument en producent bevorderen.
In 2015 is op minimaal 20 landbouwbedrijven één of meerdere innovatieve en/of verduurzamingsprojecten uitgevoerd of in uitvoering (emissiearme stalsystemen, dierwelzijn, volksgezondheid en diergezondheid, beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing).
Landbouwstructuurverbetering (kavelruil met landschapsversterking) ten behoeve van grondgebonden veehouderijbedrijven.
Verbeteren omgevingsfactoren schaalvergroting grondgebonden landbouw Verdeeld over 2 á 3 deelgebieden, is er eind 2015 overeenstemming over de herverkaveling van een brutogebied van 400 hectare en over de versterking van minimaal bruto 20 hectare landschapsstructuren, conform de vastgestelde gemeentelijke landschapsplannen.
Verbetering woon- en leefklimaat door minder emissies en betere inpassing.
Een beter imago voor de landbouw. Een grotere regionale consumptie van regionaal geproduceerd voedsel. Hoger rendement kennisontwikkeling door toepassing in (en wisselwerking met) de praktijk. Meer toekomst perspectief voor (grotere) grondgebonden bedrijven. Hogere kwaliteit leefomgeving door landschapsversterking.
FoodValley Programma: Versterken woon- en leefomgeving en verduurzaming landbouw Doel(en)
Beoogde resultaten
Beoogde maatschappelijke effecten
Deelprogramma “Schone en duurzame leefomgeving”
Deelprogramma “Schone en duurzame leefomgeving”
Deelprogramma “Schone en duurzame leefomgeving”
Met ketenbeheer wil de regio producten en stoffen buiten zo kort mogelijk binnen het afvalstadium houden.
Beter benutten afval “biobased economy”. In 2015 zijn samen met de afvalbranche 5 projecten met een slimme combinatie van logistiek, techniek, organisatie, incentives en verwerking uitgevoerd. Aan de hand van de uitkomst van deze projecten geeft het programma antwoord op de vraag hoe gemeenten en bedrijven kunnen bijdragen aan een meer duurzame verwerking en inzameling van (huishoudelijk-) afval en daardoor terugwinning van grondstoffen.
Toelichting Wonen De regio werkt aan de opgave om tot regionale afstemming van woningbouwprogramma’s te komen. Daarbij is een integrale benadering van het onderwerp “wonen” nodig. De relatie met de op te stellen Structuurvisie Regio FoodValley is daarbij van belang. Leefomgeving De kwaliteit van de leefomgeving heeft betrekking op het stedelijk en dorpsgebied, het landelijk gebied en het overgangsgebied daartussen; de kernrandzones. Regio FoodValley legt het accent van de ambities voor de leefomgeving op de waarden natuur en landschap en de beleving daarvan. Verduurzaming van de landbouw De landbouw in onze regio maakt ingrijpende ontwikkelingen door. De samenleving stelt eisen aan duurzaamheid en dierenwelzijn. De regio wil ruimte bieden aan ondernemers die kiezen voor duurzaam ondernemen en inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen, wil koplopers stimuleren en wil bijdragen aan innovaties en kennisontwikkeling. Daarnaast wil de regio anticiperen op het grote aantal bedrijven dat de komende jaren zal stoppen. Schone en duurzame leefomgeving Wij hechten grote waarde aan een schone en duurzame leefomgeving en willen deze dan ook bevorderen. Wij willen een schone (en duurzame) leefomgeving o.a. bereiken door duurzaamheidsbeleid. Onze insteek is kaderstellend (beleid en handhaving), ondersteunend en faciliterend. * De bijdrage gemeenten is inclusief de bijdrage van Utrechtse regiogemeenten. Het gaat hierbij om de volgende bedragen: • Wonen: € 39.917 • Leefomgeving: € 109.041 • Verduurzaming van de landbouw: € 62.025 • Schone en duurzame leefomgeving: € 121.502
Door terugwinning van hernieuwbare of hergebruikte grondstoffen besparen op primaire grondstoffen
Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeenten: (2012-2015)*
Derden: (2012-2015)
Wonen: €107.283
€ 147.200
€ 117.917
Leefomgeving: € 4.879.625
€ 3.699.475
€ 1.346.000
Verduurzaming van de landbouw: € 1.635.000
€ 530.000
€ 2.405.000
Schone en duurzame leefomgeving: € 470.000
€ 470.000
€0
Totaal: € 7.091.908
Totaal: € 4.846.675
Totaal: € 3.868.917
FoodValley Programma: Zakelijk toerisme Doel(en) De projectregio (in Regio FoodValley) is binnen en buiten Nederland (Europa, Canada, VS, Indonesië) bekend vanwege haar WO2-historie in relatie met Vrede, Vrijheid en Veiligheid. Economische groei door WO2-/ VVVgerelateerd toerisme. Het woon- en leefklimaat is aantrekkelijker en waardevoller.
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten) • • • • • • •
In 2012 is er een layarroute over regionale WO2-historie/Places of Peace heeft eigen Layar App. Vanaf 2013 is er een duurzaam onderhouden website over regionale WO2historie. Vanaf 2013 worden WO2-erfgoed-arrangementen door marktpartijen aangeboden. In 2015 aangesloten bij ‘culture of peace’ van Unesco – en vergelijkbare initiatieven. Maatschappelijke WO2-gerelateerde organisaties en marktpartijen zijn versterkt. Organisatie en uitvoer WO-WEET is projectmatig vormgegeven (interne projectorganisatie werkt volgens standaard Projectmatig Creëren). Er wordt een levendig platform ontwikkeld voor uitwisseling en afstemming (Community of Practise).
Toelichting De regio streeft ernaar om recreatie, toerisme en cultuur in te zetten om een subliem leef- en vestigingsklimaat te scheppen voor de FoodValleyregio. Vanuit deze visie komt de opgave naar voren om promotionele activiteiten te ondernemen om het zakelijk toerisme te versterken. Dit programma beoogt op basis van bekendheid met WO2-historie, economische groei door toerisme in de regio te bevorderen en bewustzijn over de waarde van vrede, vrijheid en veiligheid te vergroten. Het draagt bij aan het vergroten van de zichtbaarheid van Regio FoodValley. Daarin past versterking van het imago van Wageningen als Stad der Bevrijding, de Airbornegeschiedenis / Market Garden en het Grebbeoffensief. Indicatoren: Tastbaar WO2-erfgoed is: musea, militaria, (lit)tekens uit de oorlog, monumenten n.a.v. de oorlog. Niet-tastbaar WO2-erfgoed is: biografie van het landschap, de verhalen die in de regio markerend zijn geweest, beeldmateriaal uit ’40-’45. De directe doelgroepen zijn: jeugd en jongeren (6-20 jaar) uit de regio, bewoners van de regio, toeristen en bezoekers (incl. zakelijke bezoekers van FoodValley). De instrumentele doelgroepen zijn: het regionale basis-, middelbaar onderwijs, HBO en WO, maatschappelijke WO2-gerelateerde organisaties, marktpartijen. * De bijdrage gemeenten is inclusief de bijdrage van Utrechtse regiogemeenten. Het gaat hierbij om het volgende bedrag: € 45.000.
Beoogde maatschappelijke effecten Doelgroepen zijn bekend met de regionale WO2historie. Doelgroepen maken diverser gebruik van het regionale WO2-erfgoed, zowel het tastbare als het niet-tastbare, aansluitend bij regionale, provinciale, landelijke en internationale vergelijkbare initiatieven. Structuurversterking van de bevrijdingstoeristische sector: het maatschappelijk middenveld en marktpartijen als geheel zijn beter georganiseerd. Maatschappelijke WO2-gerelateerde organisaties en onderwijs/kennisinstellingen ondernemen toekomstgerichte activiteiten.
Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeente: (2012-2015)*
Derden: (2012-2015)
€ 1.000.000
€ 2.295.000
€ 390.000