Prinsenpoort, uitwerking I ontwerp
nr. NL.IMRO.0193.BP14016-0002
Expertisecentrum Ruimtelijke Planvorming
Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle telefoon (038) 498 20 97
[email protected]
www.zwolle.nl www.bestemmingsplannen.zwolle.nl Opdrachtgever OWR Opdrachtnemer ECR Publicatieversie: NL.IMRO.0193.BP14016-0002 Datum:
30-09-2014
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Inhoudsopgave
TOELICHTING
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Samenvatting 1.2 Algemeen 1.3 Doel 1.4 Plangebied
6 6 6 6 6
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Inleiding 2.2 Programma 2.3 Ontsluiting en parkeren 2.4 Groenstructuur 2.5 Bebouwingsstructuur
7 7 7 7 8 9
Hoofdstuk 3 Beperkingen 3.1 Inleiding 3.2 Milieu 3.3 Kabels en leidingen
16 16 16 16
Hoofdstuk 4 Juridische aspecten 4.1 Inleiding 4.2 Inleidende regels 4.3 Bestemmingsregels 4.4 Algemene regels 4.5 Slotregel 4.6 Handhaving
18 18 18 18 21 21 21
Hoofdstuk 5
22
Economische uitvoerbaarheid
REGELS
23
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
24 24 27
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12
Bestemmingsregels Gemengd Groen Tuin Verkeer - Erftoegangsweg Wonen Wonen - Meergezinshuis Leiding - Gas Leiding - Hoogspanning Leiding - Riool Leiding - Water
28 28 31 33 35 37 40 43 44 45 46
Hoofdstuk 3 Artikel 13 Artikel 14
Algemene regels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels
47 47 48
2/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 4 Artikel 15
Slotregel Slotregel
49 49
3/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
4/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
TOELICHTING
5/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1
Samenvatting
1.2
Algemeen
Het globale bestemmingsplan 'Prinsenpoort' is op 26 mei 2014 door de gemeenteraad gewijzigd vastgesteld. Het vastgestelde bestemmingsplan heeft van 3 juli tot en met 13 augustus 2014 ter inzage gelegen en is op 14 augustus 2014 in werking getreden en onherroepelijk geworden. Het voorliggend uitwerkingsplan betreft de uitwerking van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort'. De uitgangspunten en doelstellingen, zoals die in het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' staan vermeld en in de regels zijn opgenomen, zijn bij deze uitwerking in acht genomen. Voor het woongebied is het Beeldreferentieboek Prinsenpoort opgesteld. Voor zover planologisch relevant is in dit uitwerkingsplan bij de bestemmingsregeling rekening gehouden met de inhoud van het Beeldreferentieboek.
1.3
Doel
Doel van het uitwerkingsplan is om op het vrijgekomen ABN-AMRO terrein woningen en eventueel kantoren te realiseren, die voorzien is een kwaliteitsverbetering van de locatie zelf, alsmede voor de aangrenzende woonwijk de Veerallee.
1.4
Plangebied
Het plangebied van dit uitwerkingsplan ligt globaal gezien tussen de IJsselallee, de A28, Prins Clauspark en de Prinses Margrietstraat. Het plangebied omvat de gebieden met de bestemming 'Gemengd - uit te werken' en 'Wonen - uit te werken'. Het uitwerkingsplan maakt het mogelijk in het plangebied in totaal 140 woningen en maximaal 10.000 m² kantoren te realiseren. De woningen die zijn opgenomen in het plangebied, betreffen grondgebonden woningen (vrijstaand, twee-onder-een kap en rijenwoningen) en appartementen.
Globale begrenzing plangebied
6/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 2 2.1
Planbeschrijving
Inleiding
Voor het gebied is een Beeldreferentieboek Prinsenpoort opgesteld. Het referentieboek is bedoelt als inspiratiebron voor de woningontwerpen. In het referentieboek is naast referentiebeelden van de te realiseren woningen, woningtypen, de ontsluiting van het woongebied en de verkaveling van het woongebied uitgewerkt. In vervolg hierop is dit uitwerkingsplan opgesteld. Er geldt namelijk een voorlopig bouwverbod totdat het ter plaatse geldend bestemmingsplan Prinsenpoort is uitgewerkt.
2.2
Programma
Prinsenpoort zal gefaseerd worden ontwikkeld en gerealiseerd. Gestart wordt met de woningbouw aansluitend aan de bestaande bebouwing langs de Verlengd Oranje Nassaulaan. Verwacht wordt dat de gebieden direct gelegen langs de IJsselallee en de A28 als laatste worden ontwikkeld. In totaal kunnen 140 woningen en 10.000 m² aan kantoren worden gebouwd. Het uitwerkingsplan biedt de mogelijkheid vrijstaande, twee-onder-een kap, rijenwoningen en appartementen te realiseren. Verder bevat het plan enkele flexibiliteitsregelingen. Deze maken het onder meer mogelijk om per bouwvlak te schuiven met woningaantallen, zodat de voorgestane woningbouw goed op de economische ontwikkelingen kan worden afgestemd.
Inrichtingsopzet Prinsenpoort
2.3
Ontsluiting en parkeren
Het plangebied wordt ontsloten via verschillende toegangswegen. Gemotoriseerd en langzaamverkeer kan het gebied bereiken vanaf:
7/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
de Veerallee via de Oranje Nassaulaan, Prins Bernhardstraat en Prinses Margrietstraat; de Kamperweg via de Prins Bernhardstraat en Prinses Margrietstraat; de Blaloweg via de Grote Voort en Parkweg. Daarnaast kan het langzaamverkeer nog gebruik maken van het Nijromenpad. Voor het gebied wordt voor wat betreft de parkeernorm uitgegaan van matig stedelijk en de ligging in de schil. Voor de bedrijfsfuncties gelden de parkeernormen van B-locaties. De bedrijvenlocatie zal in een eigen parkeervoorziening moeten voorzien. Voor vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen wordt rekening gehouden met een opstelplaats voor een auto op de eigen kavel.
2.4
Groenstructuur
De Veerallee, waaronder Prinsenpoort, wordt omgeven door een hoofdgroenstructuur bestaande uit de Zuid-Willemsvaartzone en de groenstroken langs de IJsselallee en de A28. Het groen op wijkniveau bestaat uit: brede groene profielen van o.a de Oranje Nassaulaan, Prinses Marijkestraat, Prins Bernhardstraat en Prinses Julianastraat; groene plekken in de wijk, zoals Prins Frederikplein; het Prins Clauspark.
Ruimtelijke karakteristiek
8/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Groenstructuur Prinsenpoort 1. Het groene profiel van de Oranje Nassaulaan wordt in Prinsenpoort door getrokken in vergelijkbare vorm, een groene middenberm met bomen; 2. De centrale open ruimte wordt groen ingericht met enkele grote bomen en een speelterrein. Deze plek is bedoeld als een ontmoetingsplek voor de bewoners; 3. In deze straat worden parkeerplaatsen opgenomen tussen groene hagen en fruitbomen; 4. De intentie is om het gebied tussen de wijk en de A28 in overleg met bewoners en door bewoners parkachtig in te richten. Afstemming hierover vindt plaats met betrokken partijen. Verder krijgt de Koningsboom een plek. Samen met de buurt wordt bekeken waar deze boom met het koningshek wordt geplaatst.
2.5
Bebouwingsstructuur
Prinsenpoort vormt een logische afronding van de Veerallee. Qua schaal en karakter sluiten de te realiseren woningen in jaren '30-bouwstijl goed aan op de bebouwing in de Veerallee. De kwaliteit van de jaren '30-stijl kenmerkt zich door een combinatie van individuele expressie en samenhang: warme bruinrode bakstenen gecombineerd met strak witte lijnen van doorlopende gootlijnen of erkerranden en de mogelijkheid van gekeimde gevels; individuele expressie van voordeuren of hoekoplossingen; accenten in maat en schaal binnen de hoofdvorm; samengestelde volumes, bijzondere kapvormen en -accenten en wisselende goothoogten;
9/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
rijke detaillering in metselwerk, gevelopeningen, belijningen etc. De woningen De grondgebonden woningen bestaan voornamelijk uit twee bouwlagen met een kap. De goot ligt over het algemeen op de tweede laag. Langs de Oranje Nassaulaan worden de bestaande volumegroottes van vrijstaande en de twee-onder-een-kapwoningen doorgezet. Aan de noordwestzijde van de wijk is een hogere dichtheid met meer rijwoningen mogelijk. Aan de Prinses Margrietstraat komen afwisselend vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen voor. Uitgangspunt voor de bebouwingsstructuur is een wijk te realiseren waarbinnen voldoende ruimte wordt geboden voor individuele expressie die passend is in het bebouwingsbeeld van de wijk. Rooilijnen De rooilijnen zijn in basis recht tot weinig verspringend. De voorgevel van het hoofdgebouw staat op minimaal 3 meter tot maximaal 5,5 meter uit de erfgrens. Alle woningen hebben een voortuin. Wel kunnen de woningen en woonblokken naar voren komende geveldelen (uitstekende erkers ed), terugliggende geveldelen (inpandige balkons ed), markante schoorstenen, dakkappelen, gedraaide kappen bevatten. Waardoor een zeer gevarieerd bebouwingsbeeld kan ontstaan.
Volumegrootte
De rooilijnen kunnen variëren van 3.00 - 5,50 meter uit de erfgrens
10/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Woningen die zowel met hun voor- als zijkant aan het openbaar gebied grenzen hebben zoveel mogelijk een tweezijdige oriëntatie, met bijvoorbeeld ramen, deuren of erkers. Op de hoeken kan de kaprichting zijn gedraaid of asymmetrisch gemaakt.
Woningen op hoeken:extra aandacht voor uitstraling en tweezijdige oriëntatie
11/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Inspiratiebeelden voor hoekwoningen
Dakrichting en kapvorm De dakrichting en kapvorm kan per woning of gekoppelde woningen verschillen.
12/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hieronder zijn inspiratie beelden gegeven van de dakrichting en kapvorm
13/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Aan- en uitbouwen
Mogelijkheden aanbouwen en erkers voor vrijstaande en halfvrijstaande woningen
Mogelijkheden aanbouwen en erkers voor rijenwoningen
Appartementengebouw Het appartementengebouw is gesitueerd bij het Prins Clauspark. De voorkant is georiënteerd op de straat. Aan de achterzijde bieden de buitenruimtes zicht op het Prins Clauspark. In de gevels kunnen ook terug liggende en/of naar buiten stekende elementen zitten. Verder kan de kapvorm variëren.
Ligging en oriëntatie appartementengebouw
14/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Referentiebeelden appartementengebouw
Kantoor- en/of woonlocatie In het zuidwesten van het plangebied is de mogelijkheid van kantoren gepland. De bebouwing kan uit meerdere bouwlagen bestaan. De voorkant is georiënteerd op de Spoolderparkweg. Het gevelbeeld sluit aan op de gevels van de omliggende bebouwing. In de gevels kunnen terug liggende en/of naar buiten stekende elementen zitten. In plaats van kantoren kan in dit zuidwestelijk deel van het plangebied woningen worden gerealiseerd. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat, zo ook op de Spoolderparkweg en verder gelden voor deze woningen dezelfde uitgangspunten als voor de woningen in het gebied met de bestemming 'Wonen'.
15/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 3 3.1
Beperkingen
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op aspecten die beperkingen met zich meebrengen bij het toekennen van bestemmingen. Het betreft zowel de diverse milieuaspecten als de ligging van kabels en leidingen.
3.2
Milieu
Geluid Voordat het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' is opgesteld is akoestisch onderzoek uitgevoerd naar het industrielawaai van het bedrijventerrein Voorst en wegverkeerslawaai van de A28, IJsselallee, Veerallee en het verkeersplein Spoolde. Voor wat betreft het industrielawaai wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Uit het akoestisch onderzoek naar het wegverkeerslawaai is gebleken dat de voorkeursgrenswaarde vanwege de A28 bij vrijwel alle woningen wordt overschreden. Voor wat betreft het wegverkeerslawaai vanwege de IJsselallee en het verkeersplein Spoolde wordt voor een aantal woningen de voorkeursgrenswaarde overschreden. Maatregelen worden getroffen in het overdrachtsgebied om de geluidsbelasting terug te dringen. Zo wordt de geluidswal ter hoogte van de toerit van de A28 verlengd tot aan het verkeersplein Spoolde. Langs de IJsselallee wordt het huidige geluidsscherm doorgetrokken, waardoor een aansluiting ontstaat met de door te trekken geluidswal langs de toerit van de A28. Wanneer parallel aan de IJsselallee een kantoorgebouw wordt gerealiseerd, zal (volledige) doortrekking van het geluidsscherm niet nodig zijn, omdat het kantoorgebouw zelf een effectieve geluidsafscherming kan vormen. De maatregelen in het overdrachtsgebied zijn niet afdoende. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Prinsenpoort zijn daarom de volgende hogere grenswaarden vastgesteld: vanwege de A28, 140 woningen met een geluidsbelasting van 53 dB; vanwege de IJsselallee, 5 woningen met geluidsbelasting van 51 dB en 15 woningen met een geluidsbelasting van 56 dB vanwege het verkeersplein Spoolde, 10 woningen met een geluidsbelasting van 50 dB en 5 woningen met een geluidsbelasting van 51 dB. Luchtkwaliteit Er is onderzoek uitgevoerd naar het aspect luchtkwaliteit. Uit het onderzoek blijkt dat de grenswaarden voldens de Wet luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied en vanwege de ontwikkeling van het plangebied Prinsenpoort niet worden overschreden. Externe veiligheid Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de realisatie van woningen en kantoren. Wel dient rekening te worden gehouden met de veiligheidscontouren van de gasleiding. Bodemkwaliteit Er zijn een aantal bodemonderzoeken uitgevoerd. Elk onderzoek is gericht op een deel van de planlocatie. De onderzoeken gezamenlijk bestijken het volledige plangebied van het bestemmingsplan Prinsenpoort. Op basis van de uitgevoerde onderzoeken wordt geconcludeerd dat de milieuhygiënische bodemkwaliteit voldoet voor de functies wonen en bedrijvigheid.
3.3
Kabels en leidingen
In het plangebied bevinden zich een aantal planologisch relevante kabels en leidingen. Dit betreft:
16/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
persriool; hogedruk gasleiding; ondergrondse hoogspanningsleiding; hoofdwaterleiding. In het plan zijn dubbelbestemmingen opgenomen voor de bescherming van deze kabels en leidingen. De bijbehorende regels van het bestemmingsplan Prinsenpoort zijn van toepassing.
17/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 4 4.1
Juridische aspecten
Inleiding
Dit uitwerkingsplan is gemaakt conform het 'Handboek bestemmingsplannen Zwolle' versie 20. Dit handboek is gebaseerd op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen SVBP2012, zoals vastgelegd in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. De regels zijn binnen de systematiek van de SVBP2012 aangepast aan de Zwolse situatie en uitgebreid met extra standaardbestemmingen, waaraan in Zwolle behoefte is. De regels van Prinsenpoort, uitwerking I zijn voor zover nodig op hun beurt weer aangepast aan specifieke situaties in het plangebied. Dit is een uitwerkingsplan, waarbij het bestemmingsplan 'Prinsenpoort', zoals vastgesteld op 26 mei 2014 door de gemeenteraad van Zwolle en onherroepelijk geworden op 14 augustus 2014, in stand blijft. Dit uitwerkingsplan maakt deel uit van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' en bevat alleen regels indien nodig. De regels van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' blijven van toepassing. Dit uitwerkingsplan bevat enkele eigen regels. Op deze wijze worden er bouwtitels verstrekt, zijn de bouwplannen toetsbaar en krijgt het plan eveneens een beheersfunctie. De regels van het uitwerkingsplan bestaan uit de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 1 Inleidende regels; Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels; Hoofdstuk 3 Algemene regels; Hoofdstuk 4 Slotregel.
4.2
Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen Hierin worden de in de regels gebruikte begrippen gedefinieerd. Ze zijn alfabetisch gerangschikt met uitzondering van de begrippen plan en uitwerkingsplan die als eerste zijn genoemd. Het doel van deze regels is om misverstanden of verschillen in interpretatie te voorkomen. Dit als aanvulling op de gevallen waarbij het woordenboek van Van Dale geen uitsluitsel geeft. Artikel 2 Wijze van meten Dit is de handleiding voor de manier van meten van diverse in het plan bepaalde maten.
4.3
Bestemmingsregels
Hierna wordt - voor zover nog nodig - een toelichting op een aantal artikelen van de bestemmingsregels gegeven: Artikel 3 Gemengd Deze bestemming is bedoeld voor kantoren en woningen. Uitgangspunten: Binnen het bouwvlak mogen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak worden gebouwd. geluidsgevoelige functies mogen alleen worden gerealiseerd, wanneer voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde dan wel vastgestelde hogere waarden. Halve meters bij hoogtebepalingen worden in het kader van de deregulering afgerond naar boven. Bij de bepaling van de voorzijde wordt gekeken waar de naar de weg toegekeerde grens van een bouwvlak en de naar de weg toegekeerde grens van de gevel van een hoofdgebouw is gelegen. Hierbij is
18/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
de zijde van de hoofdtoegang van het hoofdgebouw bepalend. Zo nodig kunnen nadere eisen worden gesteld aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, zodat bij het ontwikkelen van ongewenste situaties nog kan worden ingegrepen. Beroep aan huis: Volgens vaste jurisprudentie moet bij woningen ook een aan huis verbonden beroep worden toegelaten. Uit de jurisprudentie kan als enige ruimtelijk relevant criterium worden afgeleid het hebben van 'een ruimtelijke uitwerking of uitstraling, die in overeenstemming is met de woonfunctie van het betrokken perceel'. Er is in dit plan een regeling opgenomen voor het gebruik van een deel van een woning voor een aan huis verbonden beroep, zoals in de gemeente Zwolle bij deze bestemming gebruikelijk is. De beperking van het ruimtebeslag van de woning met inbegrip van de bijgebouwen tot 30% van het vloeroppervlak van de woning (met een absoluut maximum van 50 m²) dient om het verlies of de bovenmatige aantasting van de woonfunctie of van het woonkarakter tegen te gaan. Op deze wijze wordt tevens voorkomen dat de verkeersaantrekkende werking te groot zal worden. Het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden voor de uitoefening van een beroep of bedrijf, hoe gering ook van omvang, is zonder meer als strijdig met de woonbestemming aan te merken. In de begrippen is een definitie opgenomen over wat onder een aan huis verbonden beroep moet worden verstaan. Het gaat om een dienstverlenend beroep. De definitie van beroep aan huis is gelijk aan de landelijk gehanteerde standaarddefinitie. Indien er personeel in dienst wordt genomen kan er eerder sprake zijn van een ruimtelijke uitwerking of uitstraling die niet met de woonfunctie in overeenstemming is. Artikel 4 Groen Uitgangspunten: Het structuurgroen en het buurtgroen is bestemd tot 'Groen'. De overige groengebieden zijn bij de bestemming 'Verkeer - Erftoegangsweg' gevoegd. In de bestemming Groen zijn paden voor langzaam verkeer toegestaan maar geen wegen en parkeervoorzieningen voor snelverkeer. Dit is vast beleid waar niet van zal worden afgeweken. Bermen en groenstroken langs wegen, die geen structuur- of buurtgroen zijn, zijn opgenomen in de verkeersbestemmingen. Binnen deze laatste bestemmingen is een uitwisseling van groen, verkeer en parkeren overal toegestaan. Binnen de bestemming Groen zijn overal trapveldjes en speelvoorzieningen mogelijk. Binnen deze bestemming mogen overal gebouwtjes voor openbare nutsvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen tot 50 m² en met een goothoogte tot 3 meter en een nokhoogte tot 6 meter worden gebouwd. Artikel 5 Tuin Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen en carports bij recht worden gebouwd. Via een afwijking zijn bij een aangrenzend hoofdgebouw behorende bouwwerken wel mogelijk, mits geen aantasting plaatsvindt van de in de afwijkingsbevoegdheid genoemde criteria. Het gaat hier om bebouwing ten behoeve van uitbreiding van hoofdgebouwen, bij een aangrenzend hoofdgebouw behorende bijgebouwen en carports. Tevens moet zo nodig rekening worden gehouden met de Wet geluidhinder. Artikel 6 Verkeer - Erftoegangsweg Deze bestemming is opgenomen voor het verkeers- en verblijfsgebied met een erftoegangsfunctie. Het heeft een inrichting gericht op gemengd verkeer in een 30 kilometer gebied. Behalve de rijbanen zelf worden ook de bijbehorende bermen, voetpaden, fietspaden en parkeerplaatsen in de bestemming opgenomen. Ook groenvoorzieningen en speelvoorzieningen zijn als onderdeel van de verblijfsfunctie mogelijk in deze bestemming. Binnen deze bestemming mogen ook gebouwtjes voor openbare nutsvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen tot 50 m² en met een goothoogte tot 3 meter en een nokhoogte tot 6 meter
19/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
worden gebouwd. Artikel 7 Wonen Deze bestemming is bedoeld voor de eengezinshuizen. Dit zijn gebouwen, welke één woning omvatten. Uitgangspunten: Binnen het bouwvlak mogen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak worden gebouwd. Halve meters bij hoogtebepalingen worden in het kader van de deregulering afgerond naar boven. In het kader van de deregulering is in de regels opgenomen dat het erf binnen deze bestemming aan de zijkant en de achterkant van het bouwvlak zonder afwijking mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken tot maximaal 50% en 100 m². Ter wille van de openheid in het stedenbouwkundig beeld is het mogelijk bijbehorende bouwwerken in de zijtuin achter de voorgevel van het hoofdgebouw te plaatsen. Bij de bepaling van de voorzijde wordt gekeken waar de naar de weg toegekeerde grens van een bouwvlak en de naar de weg toegekeerde grens van de gevel van een hoofdgebouw is gelegen. Hierbij is de zijde van de hoofdtoegang van het hoofdgebouw bepalend. In de voortuinen komt de bestemming 'Tuin', waar in principe geen gebouwen en carports zijn toegestaan. Erkers zijn wel toegestaan. Zo nodig kunnen nadere eisen worden gesteld aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, zodat bij het ontwikkelen van ongewenste situaties nog kan worden ingegrepen. Beroep aan huis: Volgens vaste jurisprudentie moet binnen een woonbestemming ook een aan huis verbonden beroep worden toegelaten. Uit de jurisprudentie kan als enige ruimtelijk relevant criterium worden afgeleid het hebben van 'een ruimtelijke uitwerking of uitstraling, die in overeenstemming is met de woonfunctie van het betrokken perceel'. Er is in dit plan een regeling opgenomen voor het gebruik van een deel van een woning voor een aan huis verbonden beroep, zoals in de gemeente Zwolle bij deze bestemming gebruikelijk is. De beperking van het ruimtebeslag van de woning met inbegrip van de bijgebouwen tot 30% van het vloeroppervlak van de woning (met een absoluut maximum van 50 m²) dient om het verlies of de bovenmatige aantasting van de woonfunctie of van het woonkarakter tegen te gaan. Op deze wijze wordt tevens voorkomen dat de verkeersaantrekkende werking te groot zal worden. Het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden voor de uitoefening van een beroep of bedrijf, hoe gering ook van omvang, is zonder meer als strijdig met de woonbestemming aan te merken. In de begrippen is een definitie opgenomen over wat onder een aan huis verbonden beroep moet worden verstaan. Het gaat om een dienstverlenend beroep. De definitie van beroep aan huis is gelijk aan de landelijk gehanteerde standaarddefinitie. Indien er personeel in dienst wordt genomen kan er eerder sprake zijn van een ruimtelijke uitwerking of uitstraling die niet met de woonfunctie in overeenstemming is. Bouwwerk en die geen gebouwen zijn, zonder dak: Bij de regeling van deze bouwwerken is geen verschil gemaakt tussen verschillende soorten bouwwerken. Elk bouwwerk dat functioneel past in de bestemming kan worden toegelaten. Volstaan is met algemene bepalingen omtrent de maximum hoogte. Daarbij is voor erf- of perceelafscheidingen aansluiting gezocht bij het criterium voor vergunningvrij bouwen van het Bor en voor de afwijking bij het criterium van de Bouwverordening.
Artikel 8 Wonen - Meergezinshuis
20/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Deze bestemming is bedoeld voor meergezinshuizen. Dit zijn appartementen en andere gebouwen met meerdere naast en/of boven elkaar gelegen woningen, welke in tegenstelling tot het eengezinshuis qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kunnen worden. De definitie van eengezinshuis en meergezinshuis is opgenomen in de begrippen van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort. Voor deze bestemming gelden de zelfde uitgangspunten als voor de bestemming 'Wonen'. Bijgebouwenregeling: De regels voor bijbehorende bouwwerken wijken af van de regeling voor de eengezinshuizen. Per afzonderlijke gestapelde woning mag buiten het bouwvlak 25 m² worden gebouwd. Daarnaast mag er een onbeperkte oppervlakte worden gebouwd ten behoeve van algemene voorzieningen voor het meergezinshuis. Dit voorzover het bestemmingsvlak dit toelaat. Waar geen bijbehorende bouwwerken gewenst zijn, komt de bestemming 'Tuin'.
4.4
Algemene regels
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels Deze regel maakt het mogelijk de bestemmingen 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer - Erftoegangsweg', 'Wonen' alsmede 'Wonen - Meergezinshuis' onder in deze regel omschreven voorwaarden zodanig te wijzigen dat de situering en de vorm van de in het plan aangegeven bouwvlakken met bijbehorende tuinen, erven, wegen en groenvoorzieningen worden gewijzigd dan wel nieuwe bouwvlakken met bijbehorende tuinen, erven, wegen en groenvoorzieningen worden aangegeven. Artikel 14 Algemene procedureregels Hierin wordt de standaardprocedure voor de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eis beschreven.
4.5
Slotregel
Artikel 15 Slotregel Als laatste wordt de slotregel opgenomen. Deze regel bevat zowel de aanhalingstitel van het plan, de aanhalingstitel van de regels van het plan als de vaststellingregel van het plan.
4.6
Handhaving
De bestemmingsregels zijn op een dusdanige wijze geformuleerd, dat de handhaving van het uitwerkingsplan voor een ieder duidelijk kan zijn. Dit is met name gelegen in de formulering van de specifieke gebruiksregels, waarin een opsomming is opgenomen van de verschillende manieren van gebruik van gronden en bouwwerken die in ieder geval in strijd zijn met de bestemming.
21/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 5
Economische uitvoerbaarheid
De realisatie van de woningen en kantoren betreft een particulier initiatief. Verrekening van de kosten van de gemeente vindt via leges plaats.
22/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
REGELS
23/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1
plan:
het uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I met identificatienummer NL.IMRO.0193.BP14016-0002 van de gemeente Zwolle; 1.2
uitwerkingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen; 1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft; 1.5
bebouwingspercentage:
indien het percentage een bestemmingsvlak betreft: de verhouding tussen de oppervlakte van het te bebouwen terreingedeelte en de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak; indien het percentage een perceel betreft: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een perceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd; dit percentage wordt slechts berekend over het gedeelte van het bestemmingsvlak of het perceel, waarbinnen de bouwwerken mogen worden gebouwd; 1.6
bedrijf:
het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten; 1.7
bedrijf aan huis:
een dienstverlenend bedrijf of ambachtelijk bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.8
bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; 1.9
bijzondere woonvorm:
een gebouw of gedeelte van een gebouw dat blijkens aard, indeling en inrichting geschikt is voor de huisvesting van specifieke doelgroepen;
24/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
1.10
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 1.11
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel; 1.12
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.13
carport:
een overdekt bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat blijkens zijn aard kennelijk is bestemd voor het stallen van een motorvoertuig; 1.14
dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten, waarbij, het publiek rechtstreeks al dan niet via een balie te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen belwinkels, internetcafés, kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting; 1.15
landschapswaarden:
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur; 1.16
naar de weg toegekeerde gevel van een hoofdgebouw:
de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw, waar de hoofdtoegang van het hoofdgebouw is gelegen; 1.17
naar de weg toegekeerde grens van een bouwvlak:
de naar de weg toegekeerde grens van een bouwvlak, waar de hoofdtoegang van het op dat bouwvlak gelegen hoofdgebouw is gelegen; 1.18
normaal onderhoud:
werkzaamheden die regelmatig nodig zijn voor een goed beheer van de gronden; 1.19
nutstuinen:
kleinschalige tuinen zonder bebouwing ten behoeve van buurtbewoners, waarop op biologische wijze getuinierd wordt; 1.20
opslag:
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
25/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
1.21
overig bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; 1.22 peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil); 1.23
recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming, waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan; 1.24
ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit gevormd door de evenwichtige samenhang tussen (openbare) ruimte en gebouwde elementen; 1.25
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.26
sociale veiligheid:
de mogelijkheid om zich in een omgeving te kunnen bevinden zonder bedreigd te worden of het gevoel te hebben persoonlijk lastig te worden gevallen; 1.27
voorgevel:
de naar de weg toegekeerde gevel; 1.28
voorkeursgrenswaarde:
de maximum waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder; 1.29
wooneenheid:
elke ruimte of als eenheid samengesteld aantal ruimten, welke geschikt en bestemd is voor bewoning, zoals eengezinshuizen, bejaardenwoningen, woningen voor 1 en/of 2 persoonshuishoudens en meergezinshuizen;
26/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.2
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.4
de horizontale bouwdiepte van een gebouw:
de lengte van een gebouw, gemeten buitenwerks en loodrecht vanaf de naar de weg toegekeerde gevel; 2.5
de afstand tot de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw:
van enig punt van een bouwwerk tot de naar de weg toegekeerde gevel van dat gebouw. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits: a. de overschrijding van aanduidingsgrenzen, bouwgrenzen dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,30 meter bedraagt; b. een erker aan een naar de weg toegekeerde gevel van een woning niet breder is dan 3/5 deel van de betreffende gevel.
27/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 2 Artikel 3
3.1
Bestemmingsregels
Gemengd
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor beroep aan huis; 2. kantoorgebouwen, zonder baliefunctie; met daaraan ondergeschikt: b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
gebouwen ten behoeve van bijzondere woonvormen; wegen en paden; parkeervoorzieningen; geluidwerende voorzieningen; openbare nutsvoorzieningen; infrastructurele voorzieningen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen; water; infiltratievoorzieningen;
met de daarbij behorende: l. tuinen, erven en terreinen; m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Gebouwen ten behoeve van wonen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. het aandeel grondgebonden woningen is minimaal 50 % van het totale aantal woningen, waarbij de woningen binnen de bestemming 'Wonen' en 'Wonen - Meergezinshuis' in dit percentage is meegerekend; b. er mogen ten hoogste 140 woningen worden gebouwd, waarbij de woningen binnen de bestemming 'Wonen' en 'Wonen - Meergezinshuis' in dit aantal is meegerekend; c. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; d. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijerfgrens dient minimaal 2 meter te bedragen, tenzij het een hoofdgebouw betreft van halfvrijstaande of rijenwoningen, daarvan dient alleen bij de hoekwoning van het hoofdgebouw de afstand tot de zijerfgrens minimaal 2 meter te bedragen; e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw van een eengezinshuis mag niet meer dan 12 meter bedragen; f. de bouwhoogte van gebouwen voor meergezinshuizen mag niet meer dan 30 meter bedragen; g. de bouwdiepte van een eengezinshuis mag niet meer dan 14 meter bedragen; h. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel van een eengezinshuis niet meer dan 75 % bedragen; i. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel van een meergezinshuis niet meer dan 60 % bedragen; j. de bijbehorende bouwwerken moeten gelegen zijn achter de naar de weg toegekeerde voorgevel; k. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken per eengezinshuis, welke gelegen zijn op het bouwperceel van het eengezinshuis, mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte van
28/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
het gedeelte gelegen achter de voorgevel, tot een maximum van 100 m²; de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag: 1. indien aangebouwd niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw; 2. indien vrijstaand niet meer dan 3 meter bedragen; m. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwwerk mag niet meer dan 6 meter bedragen; n. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien: 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat; 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan; o. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. l.
3.2.2
Gebouwen ten behoeve van kantoren
Voor het bouwen van kantoorgebouwen en gebouwen ten behoeve van dienstverlening en maatschappelijke functies gelden de volgende regels: a. b. c. d.
de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; de voorgevel van de gebouwen zijn georiënteerd op de Spoolderparkweg en de Nijromenpad de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 30 meter bedragen; de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van deze functie mag niet meer bedragen dan 10.000 m²; e. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 60 % bedragen; f. de bijbehorende bouwwerken moeten gelegen zijn achter de naar de weg toegekeerde voorgevel. 3.2.3
Gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: a. de opervlakte van een nutsgebouw mag per gebouw niet meer dan 50 m² bedragen; b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 5 meter bedragen; c. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. 3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f. g. h.
een samenhangend stedenbouwkundig beeld; een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren; de sociale veiligheid; een goede milieusituatie; de bescherming van de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4
Afwijken van de bouwregels
3.4.1
Bevoegdheid
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in artikel 3.2.1 onder c om toe te staan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak
29/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
b. c. d. e.
wordt gebouwd, mits: 1. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; 2. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 25 m²; het bepaalde in artikel 3.2.1 onder e om toe te staan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter het bepaalde in artikel 3.2.1 onder g om toe te staan dat de bouwdiepte niet meer bedraagt dan 16 meter; het bepaalde in artikel 3.2.1 onder i om een bebouwingspercentage van maximaal 75 % toe te staan; het bepaalde in artikel 3.2.2 onder d om een bebouwingspercentage van maximaal 75 % toe te staan.
3.4.2
Voorwaarden
De in artikel 3.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f. g. h. 3.5
het stedenbouwkundig beeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de parkeergelegenheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidsgevoelige functies wanneer niet voldaan wordt aan de geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca met uitzondering van het gebruik voor ondergeschikte horeca ten behoeve van de functie kantoren; c. het gebruik van gebouwen voor beroep aan huis, tenzij het betreft een gedeelte van een woning met inbegrip van de bijbehorende bouwwerken behorende bij die woning en de vloeroppervlakte die voor beroep aan huis wordt gebruikt niet groter is dan 30% van de vloeroppervlakte van de genoemde bouwwerken tot een maximum van 50 m²; d. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
30/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 4
4.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
groenvoorzieningen; voetpaden, fietspaden en fiets/bromfietspaden; speelvoorzieningen, in ieder geval ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein'; water;
met daaraan ondergeschikt: e. f. g. h. i. j. k. l. m.
maatschappelijke voorzieningen; sport; recreatief medegebruik in de vorm van dagrecreatie educatief gebruik; nutstuinen; voorzieningen ten behoeve van beeldende kunst; geluidwerende voorzieningen; openbare nutsvoorzieningen; infrastructurele voorzieningen;
met de daarbij behorende: n. bebouwing. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 25 m² bedragen; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen; c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen. 4.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 meter bedragen. 4.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f. g.
een samenhangend stedenbouwkundig beeld; een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; een goede milieusituatie; de bescherming van de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
31/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
4.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
32/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 5
5.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; met daaraan ondergeschikt: a. opritten, parkeervoorzieningen en paden; met de daarbij behorende: b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde met uitzondering van carports. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 5.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van: a. erf- of perceelafscheidingen niet meer dan 1 meter mag bedragen; b. de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 meter mag bedragen. 5.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f. g. h.
een samenhangend stedenbouwkundig beeld; een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren; de sociale veiligheid; een goede milieusituatie; de bescherming van de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4
Afwijken van de bouwregels
5.4.1
Bevoegdheid
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 onder b en artikel 5.2.1 om toe te staan dat een bijbehorend bouwwerk behorende bij een hoofdgebouw, dat gelegen is op een aangrenzende bestemming, geheel of gedeeltelijk binnen de bestemming 'Tuin' wordt gebouwd, mits de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde. 5.4.2
Voorwaarden
De in artikel 5.4.1 genoemde afwijking kan slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
33/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
a. b. c. d. e. f. g. h. 5.5
het stedenbouwkundig beeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de parkeergelegenheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen ; b. het gebruik van gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud; c. het gebruik van gronden ten behoeve van een seksinrichting .
34/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 6
6.1
Verkeer - Erftoegangsweg
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Erftoegangsweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
erftoegangswegen; voetpaden, fietspaden en fiets/bromfietspaden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen;
met een inrichting gericht op gemengd verkeer in een 30 kilometer gebied; met daaraan ondergeschikt: f. g. h. i. j. k. l.
maatschappelijke voorzieningen; sport; voorzieningen ten behoeve van beeldende kunst; geluidwerende voorzieningen; openbare nutsvoorzieningen; infrastructurele voorzieningen; water;
met de daarbij behorende: m. bebouwing. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 50 m² bedragen; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen; c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen. 6.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 10 meter mag bedragen. 6.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f. g. h.
een samenhangend stedenbouwkundig beeld; een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren; de sociale veiligheid; een goede milieusituatie; de bescherming van de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
35/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
6.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen; b. het gebruik van gronden ten behoeve van een seksinrichting.
36/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 7
7.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. eengezinshuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor beroep aan huis; b. bijbehorende bouwwerken; met daaraan ondergeschikt: c. opritten, parkeervoorzieningen en paden; d. speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein'; met de daarbij behorende: e. tuinen en erven; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak. 7.2
Bouwregels
7.2.1
Hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoofd- en bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; b. er mogen ten hoogste 140 woningen worden gebouwd, waarbij de woningen binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Wonen - Meergezinshuis' in dit aantal is meegerekend; c. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijerfgrens dient minimaal 2 meter te bedragen, tenzij het een hoofdgebouw betreft van halfvrijstaande of rijenwoningen, daarvan dient alleen bij de hoekwoning van het hoofdgebouw de afstand tot de zijerfgrens minimaal 2 meter te bedragen; d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte in meters niet meer dan de aangegeven bouwhoogte bedragen; e. de bouwdiepte van een eengezinswoning mag niet meer dan 14 meter bedragen; f. de bijbehorende bouwwerken moeten gelegen zijn achter de naar de weg toegekeerde voorgevel; g. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' zijn bijbehorende bouwwerken niet toegestaan; h. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken per eengezinshuis, welke gelegen zijn op het bouwperceel van het eengezinshuis, mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte van het gedeelte, gelegen achter de voorgevel, tot een maximum van 100 m²; i. de goothoogte van een een bijbehorend bouwwerk mag: 1. indien aangebouwd niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw; 2. indien vrijstaand niet meer dan 3 meter bedragen; j. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 6 meter bedragen. k. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 75 % bedragen; 7.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien: 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat; 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan; b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter
37/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
bedragen. 7.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f. g. h.
een samenhangend stedenbouwkundig beeld; een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren; de sociale veiligheid; een goede milieusituatie; de bescherming van de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4
Afwijken van de bouwregels
7.4.1
Bevoegdheid
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in artikel 7.2.1 onder d om toe te staan dat de bouwhoogte van een bouwwerk wordt vergroot met niet meer dan 1 meter; b. het bepaalde in artikel7.2.1 onder e om toe te staan dat de bebouwingsdiepte van een woonhuis maximaal 16 meter bedraagt. 7.4.2
Voorwaarden
De in artikel 7.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f. g. h. 7.5
het stedenbouwkundig beeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de parkeergelegenheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gebouwen op een bouwperceel voor meer dan 1 woning; b. het gebruik van gebouwen voor beroep aan huis, tenzij het gedeelte dat voor beroep aan huis wordt gebruikt, niet groter is dan 30% van de vloeroppervlakte van de gebouwen op het perceel tot een maximum van 50 m²; c. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang; d. het gebruik van bouwwerken en het bijbehorende erf voor de uitoefening van een bedrijf; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; f. het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud.
38/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
7.6
Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1
Bevoegdheid
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het verbod als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het bepaalde in artikel 7.5 onder a om meerdere woningen op een perceel toe te staan. 7.6.2
Voorwaarden
De in artikel 7.6.1 genoemde afwijking kan slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f. g. h. 7.7
het stedenbouwkundig beeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de parkeergelegenheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Wonen' wijzigen in 'Wonen - Meergezinshuis' mits: a. b. c. d. e.
het totaal aantal woningen in het gehele plangebied niet meer dan 140 bedraagt; geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het stedenbouwkundig beeld; geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd op eigen terrein; voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde dan wel verleende hogere waarden.
39/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 8
8.1
Wonen - Meergezinshuis
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Meergezinshuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. meergezinshuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor beroep aan huis; b. bijbehorende bouwwerken; met daaraan ondergeschikt: c. d. e. f. g.
opritten, parkeervoorzieningen en paden; voorzieningen ten behoeve van beeldende kunst; openbare nutsvoorzieningen; groen; speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein';
met de daarbij behorende: h. tuinen en erven; i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak. 8.2
Bouwregels
8.2.1
Hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de volgende regels: a. er mogen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte in meters niet meer dan de aangegeven bouwhoogte bedragen; c. er mogen ten hoogste 140 woningen worden gebouwd, waarbij de woningen binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Wonen' in dit aantal is meegerekend. 8.2.2
Hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de volgende regels: a. er mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, maar er mogen geen zelfstandige hoofdgebouwen worden gebouwd; b. elk aaneengesloten deel van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van een bestemmingsvlak mag tot niet meer dan 50% per perceel worden bebouwd; c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een afzonderlijke woning mag niet meer bedragen dan 25 m² per woning; d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag: 1. indien aangebouwd niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw; 2. indien vrijstaand niet meer dan 3 meter bedragen; e. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 6 meter bedragen. 8.2.3
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien: 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele 40/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
relatie staat; 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan; b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. 8.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f. g. h.
een samenhangend stedenbouwkundig beeld; een goede woonsituatie; de verkeersveiligheid; de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren; de sociale veiligheid; een goede milieusituatie; de bescherming van de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4
Afwijken van de bouwregels
8.4.1
Bevoegdheid
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in artikel 8.1 onder a om toe te staan dat er eengezinswoningen worden gerealiseerd, waarbij de aanvraag getoetst moet worden aan het bepaalde in de bouw- en gebruiksregels van artikel 7 b. het bepaalde in de aanhef van artikel 8.2.1 om toe te staan dat een bouwvlak wordt vergroot, mits daardoor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; c. het bepaalde in artikel 8.2.1 onder b om toe te staan dat de bouwhoogte van een bouwwerk wordt vergroot met niet meer dan 1 meter; d. het bepaalde in artikel 8.2.2 onder d2 om toe te staan dat de goothoogte van een vrijstaand bouwwerk wordt vergroot tot niet meer dan 4 meter; e. het bepaalde in artikel 8.2.2 onder e om toe te staan dat de bouwhoogte van een bouwwerk wordt vergroot tot niet meer dan 7 meter. 8.4.2
Voorwaarden
De in artikel 8.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. b. c. d. e. f. g. h.
het stedenbouwkundig beeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid; de parkeergelegenheid; de sociale veiligheid; de milieusituatie; de groenstructuur; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
41/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
8.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak als zelfstandige woning; b. het gebruik van gebouwen voor beroep aan huis, tenzij het betreft een gedeelte van een woning met inbegrip van de bijbehorende bouwwerken behorende bij die woning en de vloeroppervlakte die voor beroep aan huis wordt gebruikt niet groter is dan 30% van de vloeroppervlakte van de genoemde bouwwerken tot een maximum van 50 m²; c. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang tenzij een afwijkend gebruik is toegestaan; d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; e. het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud; f. het gebruik van onbebouwde gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen;
42/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 9
Leiding - Gas
De regels van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' van de gemeente Zwolle, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2014 onder nummer EC 1304-0018, zijn van toepassing. Zie 'artikel 7 Leiding Gas' van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort'.
43/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 10
Leiding - Hoogspanning
De regels van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' van de gemeente Zwolle, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2014 onder nummer EC 1304-0018, zijn van toepassing. Zie 'artikel 8 Leiding Hoogspanning' van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort'.
44/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 11
Leiding - Riool
De regels van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' van de gemeente Zwolle, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2014 onder nummer EC 1304-0018, zijn van toepassing. Zie 'artikel 9 Leiding Riool' van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort'.
45/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 12
Leiding - Water
De regels van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort' van de gemeente Zwolle, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2014 onder nummer EC 1304-0018, zijn van toepassing. Zie 'artikel 10 Leiding Water' van het bestemmingsplan 'Prinsenpoort'.
46/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 3 Artikel 13
Algemene regels
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen 'Gemengd', 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer - Erftoegangsweg', 'Wonen' en 'Wonen - Meergezinshuis' wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de in het plan aangegeven bouwvlakken met bijbehorende tuinen, erven, wegen en groenvoorzieningen worden gewijzigd dan wel nieuwe bouwvlakken met bijbehorende tuinen, erven, wegen en groenvoorzieningen in het plan worden aangegeven, mits: a. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. het stedenbouwkundig beeld; 2. de woonsituatie; 3. de verkeersveiligheid; 4. de parkeergelegenheid; 5. de sociale veiligheid; 6. de milieusituatie; 7. de groenstructuur; 8. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
47/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Artikel 14
Algemene procedureregels
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eis is de volgende procedure van toepassing: a. Het ontwerp van een besluit met bijbehorende stukken wordt langs elektronische weg gedurende 2 weken ter inzage gelegd op de website van de gemeente Zwolle, waarbij de stukken door een ieder kunnen worden geraadpleegd en voor een ieder beschikbaar worden gesteld. b. De verbeelding op papier van het ontwerp van een besluit met bijbehorende stukken ligt eveneens gedurende de zelfde onder a genoemde periode in het informatiecentrum in het stadskantoor van de gemeente Zwolle voor een ieder ter inzage. c. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging van tevoren langs elektronische weg bekend op de website van de gemeente Zwolle. d. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging eveneens van tevoren bekend in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen die in de gemeente verspreid worden. e. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen. f. Gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders langs elektronische weg of schriftelijk hun zienswijzen naar voren brengen omtrent het ontwerp van het besluit.
48/49
30-09-2014 uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I
Hoofdstuk 4 Artikel 15
Slotregel
Slotregel
Het plan wordt aangehaald als: uitwerkingsplan Prinsenpoort, uitwerking I. Deze regels worden aangehaald als: Regels van het uitwerkingsplan 'Prinsenpoort, uitwerking I'. Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Zwolle in de vergadering van .... nummer .....
drs. H.J. Meijer, burgemeester,
R. Riemersma, secretaris,
49/49
31
LEGENDA
Prins Clauspark
Plangebied
Pb
Plangebiedgrens
R i j ks w eg
28
Bestemmingen Gemengd
GD
Pb
T
15
G
Groen
T
Tuin
W (spe)
Be rn ha rd st ra at Pb
W-MG
26
Pr i ns
T
Verkeer - Erftoegangsweg
V-EWE
50 66 28
Wonen
W
24
Wonen - Meergezinshuis
W-MG
20 4162 22
Dubbelbestemmingen
(spe)
20
4249
L-G
Leiding - Gas
L-H
Leiding - Hoogspanning
L-R
Leiding - Riool
4250
18
4029 16
W V-EWE
5494
4028
14
15
Leiding - Water
L-W
4027 12
Functieaanduidingen
4026 tank
T
3898
(spe)
Pb
5493
T
16
12
speelterrein
Bouwvlak
8
bouwvlak
[-bg]
15
3594
L-W
W
15
4081
17
Bouwaanduidingen
19 6
gar.
L-H
19
bijgebouwen uitgesloten
4863
T
W
[-bg]
3595
4094
4
T
Maatvoeringaanduidingen
17
4093
3950
26 41
2
4127
15
maatvoeringsvlak
n Ko
15
na An 13
r st na ow ul Pa
4036
09 35
10 35
11 35
12 35
an la au ss Na
(spe)
51 49
3986
e j an Or
12
G
4950
53 49
4952
maximum bouwhoogte (m)
B
Pb
Figuren 9
T
7
26
3501
trap
T
14
4865
3502
24
L-R Pb
22
ns i Pr
t aa r t ss t i ur Ma
10 8
63 34
4864 6
hartlijn leiding - water
64 34
W
3461 62 34
es ns i Pr
t aa r st et i gr r a M
hartlijn leiding - riool
12
Pb
3460 3466
19
15
12
3558
4161
3467
20
3459 3468
62 53
Sp oo l de rp ar kw eg
17 1
3469
VERKLARING
18
3
15
3440 5
4160
69 40
5467
13
3984 es ns i Pr
15
4609 13
3497
5468
at ra st ke j ri Ma
GD
11
3983
3982
4412
28
14 35
4610 2 9
66 51
3453 30
n i ng ni Ko
4042
13
84 40
32
3598
4044
Bronhouder:
Schaal:
Formaat:
Bestandsnaam:
Gemeente Zwolle
1 : 1000
A2
BP14016-0002.pdf
34
7
12
kadastrale sectiegrens
2890
t aa r t as i ph o S
4217
L-G
2888 2889
11
9
4293
kadastrale grenzen en perceelnummers
7
12
13 35
61 43
2214
5
16
39 32
3498
4212
3
9
4292
4
bebouwing met huisnummers
10
5165
4099
tank
16
70 40
t 3 1 a 4 a r 4 t s t e i r g r a sM e s n i r P
8
n aa l au ss Na
T
topografische gegevens van de bestaande
6 3441
3761
7
e j an Or
t a a r t s t e i r g r a sM e s n i r P
27
Planjurist:
Getekend door:
Datum:
Bladnr:
Vaststellingsbesluit:
J. Heerspink
J.F.G. Grobbe
30-09-2014
1 van 1
n.v.t.
29 10
36
4218
2961
38 5
83 40
G
n i ng ni Ko
3267
t aa r t as i ph o S 5317
4219
5
5316
35
Uitwerkingsplan Prinsenpoort
7
S
e j an Or
2962
r Jh
3
3174
4101 66 40
NL.IMRO.0193.BP14016-0002 Ontwerp
37
4025
3244 39
75 31
3554
8
Ni j ro m en pa d
n aa l au ss Na
ln en ot ch ns Li
85 46
v
4683
3
1 6 41
3243
3555
3900
76 31
57 46
NL.IMRO.0193.BP14016-0002.dgn 3-10-2014 9:23:06
hartlijn leiding - gas
5
ruimte op orde
ptt
7 51
3556 52
1848 3600 5
1827
Gemeente Zwolle
Expertisecentrum | Ruimtelijke Planvorming | Lubeckplein 2 | 8017 JZ Zwolle | Postbus 10007 | 8000 GA Zwolle | 038-498 9111
N