Prins Milieu Consultancy Asbest- en bodemonderzoek Saneringsbegeleiding Schimmelpennincklaan 2a 3571 BH Utrecht
Plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad op een bosperceel aan de Veenburgerweg te Zwartebroek
Projectnummer: Naam bestand: Versienummer: Auteur/inspecteur: Vrijgegeven:
11033-2 11033-2.r01 1 Ing M.J. Prins
Datum:
21 november 2011
Opdrachtgever: Akys b.v. Postbus 80 3950 AB Maarn
Tel./fax: 030 29 900 73 Mobiel: 06 293 684 95 Email:
[email protected] Website: www.pmc-milieu.nl KvK nr.: 30218063 BTW. nr.: nl135308501b01 Triodos bank: 77 78 40 987
Prins Milieu Consultancy
0
Inhoudsopgave
1
Inleiding ............................................................................................................................................ 3
2
Beschikbare informatie ..................................................................................................................... 3
3
Wet- en regelgeving........................................................................................................................... 3
4
Werkwijze ........................................................................................................................................ 3 4.1 Aannemingswerkzaamheden ..................................................................................................... 3 4.2 Voorzieningen ........................................................................................................................... 4 4.3 Milieuhygiënische controle op asbest (in de lucht) .................................................................... 4 4.4 Verificatie-onderzoek ................................................................................................................ 4 4.5 Grondgebruik............................................................................................................................ 5
5
Samenvatting .................................................................................................................................... 6
6
Bijlagen ............................................................................................................................................. 7
A.
Overzichtstekening
B.
Verkennend en nader asbestonderzoek van Tauw uit 2009
Projectnummer 11033-2
Plan van aanpak (deels) ontgraven puinpad op een bosperceel in Zwartebroek
Pagina 2 van 7
Prins Milieu Consultancy
1
Inleiding
Aksys b.v. heeft namens de afdeling Rijksvastgoed en ontwikkelingsbedrijf van het Ministerie van Financien, aan Prins Milieu Consultancy opdracht gegeven voor het opstellen van een plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad op een bosperceel aan de Veenburgerweg in Zwartebroek. Het doel van de werkzaamheden is het ontgraven van het asbesthoudende deel van het puinpad.
2
Beschikbare informatie
Op de locatie is door Tauw in mei 2009 een verkennend en nader asbestonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is verricht op de kadastrale percelen, bekend als gemeente Voorthuizen, sectie A, nummers 1046 en 1733. Het rapport is bijgevoegd als bijlage B. Op het kadastrale perceel 1046 is een voor asbest verdachte plek van circa 500 m2 onderzocht. Zowel tijdens het veldwerk als tijdens het laboratoriumonderzoek (zeven) zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Op perceel 1733 zijn twaalf sleuven, gelijkelijk verdeeld over puinpad, gemaakt. In enkele sleuven is één stuk asbesthoudend materiaal aangetroffen. In combinatie met de grondanalyses werd de inetrventiewaarde van 100 mg/kg droge stof. niet overschreden. Slechts in één sleuf (nummer 2) zijn veel stukken asbesthoudende restanten aangetroffen, waardoor uiteraard de interventiewaarde (100 mg/kg droge stof) wordt overschreden. Het verontreinigde gebied is afgeperkt door het niet aantreffen van asbesthoudende materialen in de sleuven 1 en 3. Het verontreinigde gebied bedraagt daarmee circa 100 m2. Met een diepte van circa 0,4 m1 bedraagt het te ontgraven grondvolume circa 40 m3. Het achterste deel van het perceel bevatte geen asbesthoudende materialen.
3
Wet- en regelgeving
De werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd onder het regiem van het besluit Asbestwegen (WMS). De uitvoering van de werkzaamheden vallen onder de SIKB-BRL 7000 en de (vanaf 1 juli 2011 in werking getreden) SIKB-BRL 7500. Op de milieukundige begeleiding is de SIKB-BRL 6000 van toepassing. Omdat er geen sprake is van objectgebonden werkzaamheden is de SC 530 niet van toepassing. Voor de invulling van de asbestcondities voor de medewerkers tijdens de werkzaamheden wordt echter wel gebruik gemaakt van de SC 530 en de CROW-publicatie 132 'Werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water'.
4
Werkwijze
De insteek is om het tot boven de interventiewaarde (100 mg/kg d.s.) met asbest beïnvloede deel van het gehele puinpad te ontgraven. In (delen van) het puinpad blijven asbestconcentraties onder de interventiewaarde (100 mg/kg droge stof) achter.
4.1
Aannemingswerkzaamheden
Hieronder zijn de aannemingswerkzaamheden uitgewerkt: 1. ontgraven van het puinpad ter plaatse - en aan weerszijden van sleuf 2; 2. afvoeren van de grond-, puin- en asbestfractie naar een erkend grondverwerkingsbedrijf; 3. aanvullen van het (voormalige) tracé van het puinpad.
Projectnummer 11033-2
Plan van aanpak (deels) ontgraven puinpad op een bosperceel in Zwartebroek
Pagina 3 van 7
Prins Milieu Consultancy 4.2
Voorzieningen
Conform de eisen geformuleerd in de SIKB-BRL 7000 en 7500, de SC 530 en CROW P132 zijn tijdens de werkzaamheden de onderstaande voorzieningen of materialen aanwezig: graafmachine met overdrukcabines; mobiele decontaminatie-unit; spoelstraat voor het schoonspuiten van weggaand materieel. Zoals uit de bovenstaande voorzieningen kan worden afgeleid, vinden de werkzaamheden geheel plaats onder asbestcondities. Voor het werk wordt een werkplan opgesteld. De tijdens de werkzaamheden continue aanwezige DTA-er / milieukundige begeleider is verantwoordelijk voor het bijhouden van het (logboek in het) werkplan. Alle documenten met betrekking tot de afvoer van de asbesthoudende fractie (groter dan 1 cm) worden door de DTA-er verzameld en eveneens opgenomen in het werkplan. Ook worden de werkzaamheden in shifts van elk 2 uur (3 per dag) uitgevoerd. In de praktijk kunnen de exacte werktijden afwijken van de onderstaande ideale situatie. voorbereiding, werkoverleg, omkleden 15 minuten werkzaamheden in containment 2,0 uur omkleden, pauze 45 minuten werkzaamheden in containment 2,0 uur omkledings-/doucheprocedure max. 1,0 uur werkzaamheden in containment 2,0 uur omkleden, opruimten 15 minuten
4.3
Milieuhygiënische controle op asbest (in de lucht)
In deze paragraaf is aangegeven op welke wijze en op welke momenten de diverse milieuhygiënische controles worden uitgevoerd Overeenkomstig de NEN 2990 worden er op gezette tijden achtergrond-/omgevingsluchtmetingen uitgevoerd. Op basis van het aantal getelde vezels op de filters wordt gecontroleerd of en eventueel in welke mate er sprake is van een emissie van asbestvezels als gevolg van de werkzaamheden. Het onderstaande meetregiem wordt gevolgd: 1e dag - continue luchtmetingen met celluose filters onderzocht met lichtmicroscopie; 2e en elke opvolgende dag – één meting gedurende 2 uur op een willekeurig moment Indien uit de luchtmetingen blijkt dat er (aanzienlijk) verhoogde concentraties asbest in de lucht aanwezig zijn, wordt teruggevallen op het meetregiem zoals dat voor de 1e dag is omschreven. Daarnaast wordt een vernevelingsinstallatie in werking gesteld. De luchtmetingen worden (waarschijnlijk en bij voorkeur) verricht door het geaccrediteerde laboratorium van IC Laboratoriumservices b.v. uit Maarn. De (voorlopige) certificaten van de luchtmetingen worden door de DTA-er in het werkplan opgenomen. De in paragraaf 4.1 omschreven (aannemings-)werkzaamheden worden conform de SIKB-BRL 6000 milieukundig begeleid. De mogelijkheid bestaat dat de werkzaamheden dusdanig kunnen worden gepland dat de milieukundig begeleider niet de gehele dag aanwezig hoeft te zijn.
4.4
Verificatie-onderzoek
Een onderdeel van de milieukundige begeleiding is het verrichten van een verificatie-onderzoek in het ontgraven puinpad-tracé. Het uitgangspunt is het ontgraven van alle bodemvreemde materialen. Daarom kan (en wordt er wellicht) voor gekozen om af te zien van het bemonsteren van de putbodem en op het analyseren op de aanwezigheid van asbest. Conform de SIKB-BRL 6000 (VKB-protocol 6001 – Milieukundige begeleiding landbodemsanering met conventionele methoden, versie 3.0 d.d. 16 april 2009) kan dit mits wordt voldaan aan de onderstaande voorwaarden:
Projectnummer 11033-2
Plan van aanpak (deels) ontgraven puinpad op een bosperceel in Zwartebroek
Pagina 4 van 7
Prins Milieu Consultancy dat de actuele contactzone volledig is ontgraven en de putbodem bestaat uit een volledig ongeroerde ondergrond; de asbestverontreiniging bestond uit fragmenten hechtgebonden (golf)plaatmateriaal; in de analysemonsters van de grond (fractie < 16 mm) is enkel asbest aangetroffen met een concentratie < 100 mg/kg ds; de Interventiewaarde betreft de terugsaneerwaarde bij de sanering; bij de visuele inspectie worden door de milieukundig begeleider conform de NEN 5707 geen fragmenten asbest aangetroffen. Indien niet aan de bovenstaande voorwaarden kan worden voldaan, zal in het veld de putbodem in vakken worden verdeeld. Door middel van bemonstering en analyses op de aanwezigheid van asbest wordt het verificatie-onderzoek door de milieukundig begeleider uitgevoerd.
4.5
Grondgebruik
Het uiteindelijke doel is het zonder belemmeringen kunnen en mogen gebruik maken van het puinpad. Voor het puinpad blijft gelden dat daarin asbest-concentraties tot onder de interventiewaarde van 100 mg/kg droge stof aanwezig kunnen zijn.
Projectnummer 11033-2
Plan van aanpak (deels) ontgraven puinpad op een bosperceel in Zwartebroek
Pagina 5 van 7
Prins Milieu Consultancy
5
Samenvatting
Voor het deels ontgraven van een puinpad met asbesthoudende materiaalrestanten op een bosperceel aan de Veenburgerweg in Zwartebroek is een plan van aanpak opgesteld. Het doel van de werkzaamheden is het ontgraven van het asbesthoudende deel van het puinpad. Op de locatie heeft Tauw in mei 2009 een verkennend en nader asbestonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is verricht op de kadastrale percelen, bekend als gemeente Voorthuizen, sectie A, nummers 1046 en 1733. Op het kadastrale perceel 1046 is een voor asbest verdachte plek van circa 500 m2 onderzocht. Zowel tijdens het veldwerk als tijdens het laboratoriumonderzoek (zeven) zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Op perceel 1733 zijn twaalf sleuven, gelijkelijk verdeeld over puinpad, gemaakt. In enkele sleuven is één stuk asbesthoudend materiaal aangetroffen. In combinatie met de grondanalyses werd de interventiewaarde van 100 mg/kg droge stof niet overschreden. Slechts in één sleuf (nummer 2) zijn veel stukken asbesthoudende restanten aangetroffen, waardoor uiteraard de interventiewaarde (100 mg/kg droge stof) wordt overschreden. Het verontreinigde gebied is afgeperkt door het niet aantreffen van asbesthoudende materialen in de sleuven 1 en 3. Het verontreinigde gebied bedraagt daarmee circa 100 m2. Met een diepte van circa 0,4 m1 bedraagt het te ontgraven grondvolume circa 40 m3. Het achterste deel van het perceel 1733 bevatte geen asbesthoudende materialen. De werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd onder het regiem van het besluit Asbestwegen (WMS). De uitvoering van de werkzaamheden vallen onder de SIKB-BRL 7000 en de (vanaf 1 juli 2011 in werking getreden) SIKB-BRL 7500. Op de milieukundige begeleiding is de SIKB-BRL 6000 van toepassing. Omdat er geen sprake is van objectgebonden werkzaamheden is de SC 530 niet van toepassing. Voor de invulling van de asbestcondities voor de medewerkers tijdens de werkzaamheden wordt echter wel gebruik gemaakt van de SC 530 en de CROW-publicatie 132 'Werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water'. In grote lijnen wordt in chronologische volgorde de onderstaande methodiek voorgesteld: ontgraven van het puinpad; verificatie-onderzoek conform de SIKB-BRL 6000 in de putbodem; afvoeren van de grond-, puin- en asbestfractie naar een erkend grondverwerkingsbedrijf; aanvullen van het (voormalige) tracé van het puinpad. Het uiteindelijke doel is het zonder belemmeringen kunnen en mogen gebruik maken van het puinpad. Voor het puinpad blijft gelden dat daarin asbest-concentraties tot onder de interventiewaarde van 100 mg/kg droge stof aanwezig kunnen zijn.
Projectnummer 11033-2
Plan van aanpak (deels) ontgraven puinpad op een bosperceel in Zwartebroek
Pagina 6 van 7
Prins Milieu Consultancy
6
Projectnummer 11033-2
Bijlagen
Plan van aanpak (deels) ontgraven puinpad op een bosperceel in Zwartebroek
Pagina 7 van 7
Prins Milieu Consultancy
Bijlage A: Overzichtstekening
Prins Milieu Consultancy Bijlage A: overzichtstekening
Prins Milieu Consultancy
Bijlage B: Verkennend en nader asbestonderzoek van Tauw uit 2009