e
ENERGIEZORG IN HET GEMEENTELIJK GEBOUWENPARK Draaiboek voor het opstellen van een plan van aanpak
2
Inhoud Inleiding
4
Doelstellingen
5
Voorbeeld actieplan
6
Stap 0 -Kader scheppen voor energiezorg binnen de gemeente
8
Stap 1 - Analyse van de bestaande situatie en opstellen van een globaal actieplan
9
Analyse van de bestaande situatie
9
Uitvoeren van een nulmeting
9
Energieboekhouding invoeren
9
Benchmarking met andere gebouwen
11
Analyse van de auditrapporten en afleiden mogelijke maatregelen
13
Rangschikking van de beschreven maatregelen
14
Definieer duidelijke doelstellingen
15
Indicatoren opstellen
15
Stap 2 - Acties en maatregelen uitvoeren
16
Opmaak gedetailleerd actieplan per maatregel
16
Inschatting van de moeilijkheid en kostprijs van uitvoering
16
Voorbeeld van een actieplan voor de uit te voeren maatregel Uitvoeren van de acties
16 17
Acties waarvoor technische werken nodig zijn
17
Communicatie en sensibilisering
17
Stap 3 - Acties opvolgen, controleren en meten
18
Opvolging van de energieboekhouding en monitoring
18
Opvolgen van de resultaten van de uitgevoerde maatregelen
20
Stap 4: Actieplan bijstellen en uitbreiden
22
Mogelijke valkuilen
23
Tijd
23
Details
23
Bijkomende info
23
3
Inleiding Dit document is bedoeld voor degenen die binnen de gemeente verantwoordelijk zijn voor het thema energie en het energiebeheer in de gemeentelijke gebouwen. Dit plan van aanpak beschrijft de belangrijkste stappen om tot systematische energiezorg te komen
performantie
in het gemeentelijk gebouwenpark.
Plan
Act
Do
Check
Continue
ng
verbeteri
Borging via managementsysteem tijd
Het invoeren van een gemeentelijk energiebeleid gebeurt idealiter in 4 grote stappen:
Plan energiezorg een plaats geven binnen het gemeentelijk beleid, audits uitvoeren, indicatoren vaststellen, de doelstelling definiëren, energieboekhouding opstarten en een concreet actieplan opstellen;
Do de actieplannen per maatregel verder detailleren en uitvoeren;
Check controle van de uitgevoerde acties door monitoring van de verbruiken, aftoetsen tegenover de doelstelling en rapportering van de resultaten;
Act blijven verbeteren, de plannen bijstellen op basis van de gemeten bevindingen. Eén van de belangrijkste onderdelen van een plan van aanpak is het opstellen van een zo concreet mogelijk actieplan, zoals bij wijze van voorbeeld geïllustreerd op pagina 6 en 7. In de komende paragrafen overlopen we de belangrijkste stappen om tot dergelijk actieplan te komen. Een goed uitgewerkt actieplan vergemakkelijkt immers het uitvoeren van de acties, omdat het meteen duidelijk is wat er moet gebeuren, door wie, tegen welke datum, en met welke indicator de resultaten worden geëvalueerd. Voor de energieverantwoordelijke vormt het actieplan op die manier een houvast om periodiek de stand van zaken op te volgen.
4
Doelstellingen Dit draaiboek voor het opstellen van een plan van aanpak is bewust algemeen geschreven en staat stil bij de methodiek en de logica van de verschillende te nemen stappen om tot een goed plan van aanpak voor energiezorg te komen binnen de gemeente. Om deze theorie concreet te maken zijn er in dit document een aantal praktijkvoorbeelden opgenomen. De doelstelling van een plan van aanpak is tweeledig: een kwantitatieve doelstelling: de daling van het energieverbruik en de CO2-uitstoot van het gemeentelijke gebouwenpark; een kwalitatieve doelstelling: de invoering van een echt beleid voor energiebeleid in de gemeentelijke administratie. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen zijn heel nauw met elkaar verbonden. De ervaring leert dat er in het besluitvormingsproces enkel daadwerkelijk met energie rekening wordt gehouden als de resultaten (energiebesparingen) snel volgen. En omgekeerd moeten de gerealiseerde besparingen om duurzaam te zijn en niet stil te vallen na enkele acties, gebaseerd zijn op kwalitatieve, structurele en diepgaande veranderingen in de organisatie. De kwalitatieve doelstelling is wel degelijk een doelstelling en niet louter een middel om de kwantitatieve doelstelling (energiebesparing) te bereiken! Het doel “energie besparen” kadert in een ruimere context van ‘beter beleid’: het comfort voor de gebruikers wordt veelal verhoogd en er komen middelen vrij die nuttiger kunnen aangewend worden, bij voorkeur voor het uitvoeren van nieuwe energiebesparende maatregelen.
5
Voorbeeld actieplan ACTIES
DEELACTIES
OPMERKING
STA P 1 - ANALYSE VAN DE B ESTAANDE SIT UAT I E E N O P S T E LLE N VA N E E N AC T I E P LA N E N E R GI E Z OR G ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIE
energieboekhouding opzetten en interpreteren, energieaudits uitvoeren, ...
Uitvoeren van een nulmeting
volledig gebouwenpark oplijsten met bijhorend energieverbruik (energiekadaster), uitvoeren meetcampagne, ...
vertrek hierbij waar mogelijk van reeds uitgevoerde energieaudits en de eventuele energieboekhouding
Energieboekhouding voor alle gemeentelijke gebouwen > 500m²
(sub)meters bijplaatsen
ga na waar dit nuttig is; vooral gebouwen met grote energieverbruiken en diverse gebruikersgroepen zijn interessant
energieboekhouding invoeren
instrument oprichten/aankopen: Excel, softwarepakket
meterstanden op vaste tijdstippen noteren en invoeren trimesterieel nazicht van de verbruiksgegevens evaluatie, communicatie en terugkoppeling omtrent realisaties, anomalieën, … Benchmarking met andere gebouwen Analyse van de auditrapporten en afleiden mogelijke maatregelen RANGSCHIKKING VAN DE BESCHREVEN MAATREGELEN
uit de audits komen diverse mogelijk uit te voeren maatregelen naar voren
kies eerst de acties die gemakkelijk uit te voeren zijn (quick wins, maatregelen met korte terugverdientijd (TVT), ...)
selecteer de op korte termijn uitvoerbare maatregelen
wijs de maatregelen toe binnen de kaders gesteld door het beleidsplan (doelstelling en beschikbare budgetten)
kies indicatoren om de uit te voeren acties op te volgen
het aantonen van een lager energieverbruik motiveert en zet aan tot een verdere uitvoering van het actieplan
DEFINIEER DUIDELIJKE DOELSTELLINGEN INDICATOREN OPSTELLEN
STA P 2 - ACT IES U ITVOER EN (AC TIEPLAN P E R M A AT R E G E L) VOORBEELD 1: VERVANGING BUITENSCHRIJNWERK VOORZIEN VAN ENKEL GLAS
inventarisatie van de hoeveelheden in de verschillende gebouwen prioritaire gebouwen vastleggen inschatting van de kostprijs en de moeilijkheid van uitvoering opstellen van bestek
aandacht voor isolatiewaarde (U-waarde) van glas en profiel, materialisatie, ZTA-waarde, luchtdichtheid, winddichtheid, duurzaamheid, ...
openbare aanbesteding opstarten + aannemer selecteren opmeting van het buitenschrijnwerk uitvoering
de uitvoering gebeurt best in de vakantieperiode voor scholen, of bij mildere temperaturen
oplevering
eventueel blowerdoortest voor en na de werken.
VOORBEELD 2: RENOVATIE STOOKPLAATS VOORBEELD 3: ISOLATIE PLATTE DAKEN COMMUNICATIE EN SENSIBILISERING
opzetten campagneteam brainstormen ideeën
STA P 3 - ACT IES OPVO LGEN, C O N TROL ERE N, M E T E N OPVOLGEN VAN DE ENERGIEBOEKHOUDING EN MONITORING
maandelijks meterstanden opnemen in prioritaire gebouwen, gegevens interpreteren door nakijken grafieken, kwartierwaarden, ...
OPVOLGEN VAN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVOERDE MAATREGELEN
tijdelijke meetcampagne
STA P 4 - ACT IEPLA N BIJ STELL EN EN UITBRE I DE N 6
TERMIJNEN
EXTERNE KOST
BEOOGDE BESPARING
VERANTWOORDELIJKE
TOELICHTING OP PAGINA 9 9
april 2012
5.000 euro
augustus 2012
6.800 euro
hoofd technische dienst
9
maandelijks vanaf september 2012 om de 4 maanden vanaf september 2012 persoon die met verschillende diensten en gebouwverantwoordelijken communiceert en een zeker gezag heeft
om de 4 maanden vanaf september 2012
11 13 energieteam in samenspraak met hoofd technische dienst
14 15 15 16
juni 2012 september 2012
december 2012
1.000 euro
februari 2013 april 2013
(20%) 15.000 euro
september 2013 oktober 2013
(80%) 75.000 euro
17
18 20 22
7
STAP 0 Kader scheppen voor energiezorg binnen de gemeente Energiebeleid zou als speerpunt structureel in het gemeentelijk beleid opgenomen moeten worden (via de beleids- en beheerscyclus (BBC), het gemeentelijk milieubeleidsplan, ...). Om resultaten te boeken, moet energiezorg immers in de structuur van de gemeente ingebed worden. Daarnaast wordt een energieverantwoordelijke aangesteld die tijd, bevoegdheden en middelen krijgt om zich te ontfermen over dit plan van aanpak en de coördinatie van de praktische uitvoering ervan. De functie van energieverantwoordelijke heeft raakvlakken met de milieudienst, de duurzaamheidsambtenaar en met de technische diensten (gebouwenbeheer, HVAC, elektriciteit, …). Net omwille van dit dienstenoverschrijdend karakter van energiezorg stelt de energieverantwoordelijke tevens een energieteam samen, met bij voorkeur minstens één afgevaardigde per betrokken dienst en een verantwoordelijke per gebouw. Voorzie regelmatig concrete en praktische opleidingen, vormingen en informatie, ... voor het energieteam.
8
STAP 1 Analyse van de bestaande situatie en opstellen van een globaal actieplan ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIE
draaiuren, ruimte- en watertemperaturen te registreren. De nulmeting kan na het uitvoeren van acties gebruikt worden om na
Om te weten wat er kan verbeteren, dient eerst de huidige
te gaan of de beoogde energiewinst wel werd bereikt. Eventueel
toestand in beeld gebracht te worden. Deze analyse wordt
kunnen op basis van deze nulmeting ook resultaatsverbinte-
steeds grondig uitgevoerd in de energieaudit omdat het de basis
nissen worden opgenomen in het contract met de uitvoerder van
is om verder correcte conclusies te trekken in verband met de be-
de energiebesparende maatregel waarvoor veranderingswerken
sparingsmogelijkheden. Maar wellicht werden niet alle gemeen-
vereist zijn.
telijke gebouwen geaudit. In deze stap is het daarom de bedoeling om, net als in een ener-
Energieboekhouding invoeren
gieaudit voor een bepaald gebouw, kritisch rond te kijken naar
Er wordt een energieboekhouding ingevoerd. De doelen van
de bestaande toestand van het volledige gebouwenpark
energieboekhouding zijn onder meer:
(energiekadaster) en gestructureerd op te lijsten hoeveel ener-
het verwerven van een beter inzicht in het energieverbruik;
gie elk gebouw verbruikt (nulmeting) en wat er allemaal voor
het opsporen van abnormaal (sluip-)verbruik en daardoor korter
verbetering vatbaar is. Men kan hiertoe inspiratie opdoen bij de
op de bal spelen dan wanneer enkel jaarlijkse energiefacturen
voorbeelden die opgesomd staan in de kaders op pagina 10 en 11
worden opgevolgd;
(energieboekhouding) en pagina 13 en 14 (verbetermogelijkhe-
het helpen evalueren van het energetisch gedrag van een
den) van dit document.
gebouw en van zijn technische installaties en met deze inzichten het verder optimaliseren van de energiehuishouding; het evalueren van de getroffen energiebesparingsmaatregelen
Bij het opstellen van een energiekadaster wordt het gebouwen-
door kwantitatieve indicatoren te monitoren en te toetsen aan
park onder de loep genomen.
de doelstelling;
De status van het gebouw wordt bepaald en er wordt kennis
het energiebewustzijn aanmoedigen;
genomen van de verbruikniveaus. Op basis van deze informatie
het creëren van een beter inzicht in de rentabiliteit van toekom-
wordt een lijst opgesteld waarin de gebouwen geklasseerd wor-
stige investeringen;
den volgens hun besparingspotentieel.
de terugkoppeling naar de begroting en nacalculatie; een transparante rapportering over het energieverbruik van de verschillende gebouwen (energiekadaster).
Uitvoeren van een nulmeting Bij de opstart van een energieboekhouding en alvorens er acties
De volgende informatie kan per gebouw van het gemeentelijk
worden ondernomen, is het goed om de bestaande toestand
patrimonium geïnventariseerd worden:
(per gebouw én van het gehele gebouwenpark) in beeld te bren-
de energiestromen (gas, stookolie, elektriciteit, hout, …) en het
gen met een nulmeting. Voor de gebouwen die reeds geaudit
water die in het gebouw verbruikt worden met per stroom:
werden, kan hiervoor vertrokken worden van de verbruiksanalyses
de locatie;
die in de auditrapporten werden opgenomen. Ook kan men bij-
het type;
voorbeeld vertrekken van de gecorrigeerde verbruiksgegevens uit
de meters in het gebouw met hun bijhorende EAN-nummer;
de energieboekhouding voor een bepaald jaar. Ter aanvulling kan
het energieverbruik van het gebouw per energiestroom (door
bijvoorbeeld een meetcampagne opgezet worden om verbruiken,
het uitpluizen van facturen uit het verleden, door het opvolgen
9
van de meterstanden doorheen de tijd (maandelijks) en/of door
Wanneer het over grote gebouwen gaat of wanneer men iets
het plaatsen van extra meters waar nodig);
meer in detail wil/kan treden, kan de energieboekhouding wor-
kengetallen: het vergelijken van de gebouwen onderling kan via
den verfijnd tot op het niveau van gebouwdelen of installaties.
kengetallen (benchmarking/energiekadaster);
Zo kan het bijvoorbeeld nuttig zijn om niet alleen het totale
de locatie van het gebouw;
elektriciteitsverbruik van het gebouw maar ook de deelverbruiken
de functie van het gebouw (handig om het verbruik te bench-
voor verlichting, verwarming, ventilatie, koeling, kantoorappara-
marken met andere gebouwen die een gelijkaardige functie heb-
ten, pompen, … te monitoren. In de rapporten van energieaudits
ben);
zijn dergelijke energiebalansen meestal opgenomen. De inzichten
de (verwarmde) oppervlakte van het gebouw.
op deelverbruiken laten toe om prioriteiten te bepalen.
VOORBEELD VAN EEN ENERGIEBOEKHOUDING Op de website www.steekwattinjezak.be (een initiatief van VOKA) kan men gratis een aantal Excelrekenbladen downloaden die sjablonen bevatten voor het opvolgen van het energieverbruik. Zulke rekenbladen zijn natuurlijk perfect zelf op te stellen. Daarbij kan men bv. de mogelijkheid voorzien om meerdere gebouwen in 1 registratietabel in te voeren. Het eerste voorbeeld is een Excelrekenblad dat gebruikt kan worden om één gebouw of afnamepunt op te volgen. Het tweede voorbeeld voorziet de mogelijkheid om de gegevens van meerdere gebouwen op te volgen en zou ook als masterrekenblad kunnen opgevat worden dat alle info uit de aparte rekenbladen haalt.
STEEK WATT IN JE ZAK! STEEK WATT IN JE ZAK ! Registratie elektriciteitsverbruik Registratie Electriciteitsverbruik
Naam bedrijf
Jaar :
2011
EAN-code : Vul hier de EAN-code van de aansluiting in Omschrijving meter : meter dagtarief Maand
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december TOTAAL GEMIDDELDE
Datum opname Datum opname meter begin maand einde maand stand begin maand
0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900 0/01/1900
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
meter stand einde maand
2011 Verbruik per maand (kWh)
Aantal 2011 2011 Opmerkingen gewerkte Verbruik / Kost per dagen werkdag maand (kWh) (in €)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0,0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0,0
0
0 0,0
Voorbeeld van de energieboekhouding beschikbaar op www.steekwattinjezak.be
10
Voorbeeld van een zelf opgesteld werkblad voor het opvolgen van meerdere gebouwen (energiekadaster) (Bron: PLAGE handleiding leefmilieu Brussel)
Lokale overheden kunnen ook beroep doen op software en (al dan niet gratis) dienstverlening die via de netbeheerders wordt aangeboden. Meer info is o.m. terug te vinden op: • www.eandis.be/eandis/klant/k_energieboekhouding.htm • www.infrax.be/nl/over-infrax/infrax-in-detail/taken-en-missie
Benchmarking met andere gebouwen
Let op: de benchmark is niet de referentie waarnaar moet gestreefd
Benchmarking is de oefening waarbij het specifieke verbruik van
worden! Bij het formuleren van doelen is het aan te raden om
het gebouw (kWh/m².jaar) wordt vergeleken met dat van andere
ambitieus te zijn en het (stukken) beter trachten te doen dan de
gebouwen van dezelfde categorie of sector. Er kan dus vergeleken
benchmark of het sectorgemiddelde! Het bereiken van het gemid-
worden met andere gebouwen binnen het eigen gebouwenpark of
delde kan in sommige gevallen natuurlijk wel al een mijlpaal zijn.
met externe cijfers. Hoewel de resultaten van een dergelijke oefening steeds relatief moeten gezien worden (de gebouwen waarmee wordt gebenchmarkt zijn zo gelijkaardig mogelijk maar natuurlijk nooit identiek), geeft dit toch een indicatie van de huidige toestand.
VOORBEELDEN VAN DE MEEST COURANTE BENCHMARKGEGEVENS Onderstaande tabellen zijn een selectie van de belangrijkste kengetallen in een aantal gebouwfuncties die kunnen voorkomen binnen het gemeentelijk gebouwenpatrimonium. Deze zijn gebaseerd op studies van het VITO en Novem (Agentschap NL). Meer informatie en gebouwfuncties zijn terug te vinden op volgende websites: • de website van VITO: www.vito.be • www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/energiecijfers-energie-gebouwde-omgeving (let op de jaartallen bij het interpreteren van gegevens)
Energieverbruik bij openbare besturen Brandstof [kWh/(m².jaar)] Elektriciteit [kWh/(m².jaar)] 203 73 Bron: Energiekengetallen Vito 2003, gemiddelde waarde van 153 gebouwen
11
Energieverbruik in scholen Brandstof Elektriciteit kWh/(m².jaar) kWh/(leerling.jaar) kWh/(m².jaar) kWh/(leerling.jaar) 147 1.319 32 260
Vrij onderwijs Gemeentelijk, provinciaal en gemeenschapsonderwijs
256
2.730
30
442
Bron: Energiekengetallen Vito 2003, gemiddelde waarde van 42 vrije scholen en 131 gemeentelijke, provinciale en gemeenschapsscholen
Energieverbruik in rusthuizen Brandstof Elektriciteit kWh/(m².jaar) kWh/(bed.jaar) kWh/(m².jaar) kWh/(bed.jaar) 233 11.111 53 2.777
50-100 bedden
Bron: Energiekengetallen Vito 2000, gemiddelde waarden
Energieverbruik in zwembaden Brandstof kWh/(m² wateropp.jaar) 4.017
kWh/(m².jaar) 858
kWh/(m².jaar) 228
Elektriciteit kWh/(m² wateropp.jaar) 1.455
Bron: Energiekengetallen Vito 2003, gemiddelde waarden van 46 zwembaden
Kantoren Onderwijs Ziekenhuizen Verzorging
Energieverbruik in uliteitsgebouwen, verdeeld naar energiedrager Gas Elektriciteit m³/(m².jaar) kWh/(m².jaar) 20 83 15 33 34 104 31 73 Bron: Agentschap NL 2007
Energieverbruik in uliteitsgebouwen, verdeeld naar funce [kWh/(m².jaar)] Kantoren Sporthallen Zwembaden Ziekenhuizen Verpleging Basisonderwijs Ruimteverwarming
139
128
467
186
200
114
Koeling
19
0
0
33
1
0
Warm tapwater
2
14
58
42
11
3
Bevochging
1
0
0
6
0
0
Diversen
7
7
67
51
11
3
Horeca
14
17
50
11
3
3
ICT-centraal
42
1
3
14
1
7
ICT-decentraal
25
0
2
6
2
10
Pompen
4
8
169
11
7
2
Productbereiding
0
0
56
6
8
0
Productkoeling
0
0
0
3
4
0
Transport
4
0
0
6
4
0
Venlae
11
28
222
42
11
0
Verlichng binnen
72
72
131
106
108
24
Verlichng buiten
3
6
7
3
4
1
Verlichng nood
1
1
3
3
2
2
344
281
1.234
526
378
Totaal
168 Bron: Agentschap NL 2008
12
Analyse van de auditrapporten en afleiden mogelijke maatregelen De gegevens die in de auditrapporten van de energieaudits wer-
Een ander doel van de analyse is er zeker van te zijn dat de volle-
den neergeschreven, dienen nauwgezet onderzocht te worden.
dige inhoud van het auditrapport goed begrepen werd: alle even-
De voorgestelde maatregelen moeten overlopen worden om er
tuele onduidelijkheden dienen opgehelderd te worden.
zeker van te zijn dat er in de audit geen praktische details
Vervolgens kan de energieverantwoordelijke inspiratie putten
werden vergeten die bij uitvoering een belemmering zouden
uit de auditrapporten en de investeringsmatrix om analoge
kunnen vormen voor het uitvoeren van de maatregel.
maatregelen voor andere vergelijkbare gebouwen uit het
Bijvoorbeeld:
gebouwenpark uit te voeren. Bij vragen of problemen kan de
zijn de kosten voor steigers meegerekend bij de investering om
provinciale Helpdesk Energiezorg ingeschakeld worden.
ramen te vervangen? is de stookplaats voldoende toegankelijk om de ketel te vervangen? kan de verlichting aan het plafond van het zwembad vervangen worden wanneer er water in staat?
VOORBEELD VAN EEN OVERZICHTSTABEL VAN DE BELANGRIJKSTE MAATREGELEN IN EEN KANTOORGEBOUW Onderstaande tabel geeft een voorbeeld van een overzicht van enkele maatregelen die typisch kunnen voortvloeien uit een energieaudit van een kantoorgebouw. De tabel geeft een ruwe raming van het besparingspotentieel, investeringskosten en terugverdientijd. Op een schaal van 0 tot 5 werd in dit geval vervolgens het potentieel, de rentabiliteit, het risico en de complexiteit gekwantificeerd, waarbij 0 staat voor zeer laag en 5 voor zeer hoog.
Besparing (kWh/j )
Besparing (€/j)
s ens i bi l i s eri ng verwa rmi ng
87.000
3.300
0
s ens i bi l i s eri ng el ektri ci tei t
25.200
3.700
Thermos ta s che kra nen voorzi en
6.500
Aa npa s s i ng va n de cv-s turi ng
Maatregel
Investering TVT excl. (€) sub (jaar)
Poteneel
rentabiliteit
risico
complexiteit
0
4
5
0
4
0
0
4
5
0
4
250
2.800
11
1
1
1
3
109.000
4.120
2.400
6
5
3
1
2
ra di a torfol i e
20.000
750
4.200
6
3
3
0
1
s pouwi s ol a e
130.000
4.900
53.000
11
5
1
2
3
verva ngi ng va n oude ra men
135.000
5.000
320.000
>30
5
0
2
2
6.000
230
1.300
6
2
3
0
1
?
?
?
?
2
2
0
2
rel i ghng
75.000
11.000
130.000
12
5
1
1
3
kl okken op el ektri s che boi l er
3.000
450
500
<1
2
5
0
1
PV-pa nel en (80kWp)
68.000
8.000
180.000
7
4
3
1
2
i s ol eren wa rme l ei di ngen i n de di chten s chouwopeni ngen
13
DE MEEST COURANTE VERBETERINGSMAATREGELEN Op de website www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/energie/energiebesparing zijn bovendien verschillende lijsten met maatregelen te raadplegen voor een aantal sectoren waaronder kantoren, scholen, zorg- en sportinstellingen, ... Uit deze lijsten kan men vervolgens een checklist extraheren of meer info onder de vorm van een naslagwerk genereren. Daarin kan zowel een technische uitleg,
n.v.t.
ontbreekt
aanwezig
een inschatting van het besparingspotentieel en de terugverdientijd teruggevonden worden.
TECHNISCHE RUIMTE
Is de cv-ketel een HR-ketel?
Is de temperatuur van het cv-water juist ingesteld?
Is de starttijd voor het opwarmen van het gebouw geoptimaliseerd?
RANGSCHIKKING VAN DE BESCHREVEN MAATREGELEN Indien dit nog niet is gebeurd in het auditrapport dienen de po-
waar wel een zekere investering voor nodig is maar een korte
tentiële maatregelen gerangschikt te worden op basis van finan-
terugverdientijd hebben. Op de derde plaats komen maatrege-
ciële en praktische haalbaarheid. Daarnaast wordt het actieplan
len met een langere terugverdientijd maar met een hoge IRR*
ook uitgebreid met acties voor gebouwen waarvoor nog geen
(bv. PV-panelen: de initiële investering is aanzienlijk, waardoor de
energieaudits werden uitgevoerd.
terugverdientijd meer dan 5 jaar bedraagt, maar daarna blijft de opbrengst van de investering wel nog een tijd hoog). De laagste
De zogenaamde quick wins (maatregelen die quasi geen in-
prioriteit wordt ten slotte gegeven aan de minst haalbare of minst
vestering vergen en (daardoor) op korte termijn winst opleveren)
rendabele maatregelen.
verdienen prioriteit. Op de tweede plaats komen maatregelen
14
* De interne opbrengstvoet (internal rate of return, IRR) of effectief rendement is een getal, meestal uitgedrukt als percentage, dat het netto rendement van de investeringen in een project weergeeft. Het is de opbrengstvoet (ook disconteringsvoet genoemd) waarbij de netto contante waarde van het geheel van kosten en baten nul is. Een project is aantrekkelijk als de IRR hoog is.
DEFINIEER DUIDELIJKE DOELSTELLINGEN Definieer per uit te voeren maatregel een duidelijke doelstelling en dit in het bijzonder naar de uitvoeringstermijn en de beoogde besparing.
INDICATOREN OPSTELLEN Om de vooruitgang op het gebied van energieverbruik te kun-
Indicatoren bij de doelstelling “de gebruikers sensibili-
nen opvolgen, dienen indicatoren opgesteld te worden. Met
seren voor energiebesparingen”:
deze indicatoren kan nagegaan worden in welke mate de
daling van het verbruik
vooropgestelde doelstellingen bereikt worden en waar nodig
vaststelling van nieuwe energiezuinige gedragingen
de acties bijgestuurd moeten worden.
de mate waarin rekening wordt gehouden met energiecriteria bij de aanschaf van nieuwe installaties
Enkele voorbeelden van indicatoren voor specifieke doelstellingen:
verdwijning van een aantal energieverslindende gedragingen Deze indicatoren doen tevens dienst als communicatiemiddel
Indicatoren bij de doelstelling “energieverbruik vermin-
en helpen bij het nemen van beslissingen. Indicatoren die aan-
deren”:
tonen dat er in een bepaald gebouw resultaten werden geboekt,
energieverbruik per gebouw per m²
kunnen als hefboom gebruikt worden om in de rest van het
energieverbruik per graaddag** per m² (voor verwarming)
gebouwenpark gelijkaardige resultaten na te streven. Dergelijke
procentuele evolutie van het energieverbruik tussen twee jaarlijkse
voorbeelden uit het gemeentelijk gebouwenpark hebben immers
facturen
een veel grotere overtuigingskracht dan voorbeelden die extern
percentage gebouwen waarvan het dakoppervlak volledig
aangereikt worden.
geïsoleerd is ...
Het is aanbevolen om de indicatoren te definiëren met het hele energieteam samen. Zo worden ze gemakkelijker aanvaard en kan specifieke kennis omtrent verbruiken, gedrag, … van de verschillende diensten of gebouwen in de indicatoren opgenomen worden.
** De graaddagen geven een invers beeld van de temperatuur (de warmte) weer. De graaddagen zijn dus een maatstaf voor de koude over een periode. De graaddagen voor alle dagen van het jaar vanaf 2001 zijn terug te vinden op www.aardgas.be/consumenten/over-aardgas/nieuws-en-publicaties/graaddagen
15
STAP 2 Acties en maatregelen uitvoeren OPMAAK GEDETAILLEERD ACTIEPLAN PER MAATREGEL Per uit te voeren maatregel wordt op basis van de verzamelde
worden om achteraf te controleren of de actie uitgevoerd is en
informatie een gedetailleerd actieplan opgemaakt. Dit is een lijst
om op te volgen wat het resultaat ervan is. Het geheel van al
van acties, hun timing, begroting, de beoogde energiewinst
deze maatregelen vormt het globaal actieplan voor energiezorg.
en de betrokken en verantwoordelijke personen of instanties. Bij elke actie kan ook de indicator vermeld worden die zal gebruikt
INSCHATTING VAN DE MOEILIJKHEID EN KOSTPRIJS VAN UITVOERING Sommige maatregelen vergen een simpele gedragswijziging van
deze stap wordt dus ook getracht een nauwkeuriger inzicht te
de gebouwgebruikers (wat nog niet wil zeggen dat het simpel
krijgen in de uitvoeringskosten. Samen met de analyse van
zal zijn om hen die aan te leren…), andere maatregelen vergen
de investeringsruimte (welk budget is er beschikbaar?) leidt dit
technische ingrepen.
tot het bepalen van de prioritaire en minder prioritaire acties.
De moeilijkheid van uitvoering kan bepalend zijn of deze wer-
Zowel de betrokken personen en diensten als een begroting van
ken kunnen uitgevoerd worden door eigen personeel (tech-
de kosten worden mee opgenomen in het actieplan. Er zullen
nische dienst), dan wel of er externe bedrijven/aannemers
wellicht nog heel wat stappen aan te pas komen om het beschik-
moeten ingeschakeld worden. Behalve de moeilijkheids-
bare budget, de timing en de prioritair uit te voeren investeringen
graad van de uitvoering, kan ook kwaliteitsgarantie een
op elkaar af te stemmen. Het is van belang om op het actieplan
rol spelen. Het al dan niet in eigen beheer uitvoeren van wer-
concrete en realistische termijnen te plakken.
ken zal een invloed hebben op de geraamde kostprijs ervan. In
VOORBEELD VAN EEN ACTIEPLAN VOOR DE UIT TE VOEREN MAATREGEL Het gedetailleerd actieplan hoeft geen uitgebreide roman te worden, maar moet zo concreet en overzichtelijk mogelijk inzoomen op Wie? doet Wat? Wanneer?. Aan het begin van dit document vindt u een voorbeeld van een actieplan, met daarin een aantal acties als voorbeeld uitgewerkt (installeren energieboekhouding en vervangen buitenschrijnwerk). Hoe dit actieplan er uit ziet is niet eenduidig vast te leggen. Volgende kolommen kunnen bijvoorbeeld nog toegevoegd worden om het actieplan verder te concretiseren: op te volgen indicatoren ontvanger of degene die de uitvoering controleert beoogde besparing eventueel nog een verdere opsplitsing van de verschillende deeltaken … Het actieplan behoort concreet en duidelijk te zijn, zodat een goede uitvoering en opvolging met de bijhorende timing voor de verschillende betrokkenen duidelijk is. Het actieplan is maatwerk voor elke gemeente op zich, waarbij de gemeente bijgestaan kan worden door de Provinciale Helpdesk Energiezorg om mogelijke subtaken, realistische termijnen en prioriteiten te definiëren.
16
UITVOEREN VAN DE ACTIES Acties waarvoor technische werken nodig zijn
Communicatie en sensibilisering
Wanneer er technische werken worden uitgevoerd die implicaties
Openbare gebouwen groter dan 500 m² (vanaf 2015: > 250 m²)
hebben op energiezorg, is het van belang om aan de uitvoerder
moeten verplicht een energieprestatiecertificaat (EPC) uithangen.
van de werken of de leverancier van de installatie voldoende
Vaak wordt daar echter verder niets mee gedaan. Nochtans kan
nauwkeurige randvoorwaarden op te leggen. Aarzel daarom niet
de informatie uit het EPC gebruikt worden om te communiceren
om waar nodig de hulp van de Helpdesk Energiezorg in te roepen
met de gebouwgebruikers over de prestaties van het gebouw.
voor:
Bedenk één of (bij voorkeur) meerdere strategieën (affiches,
het beoordelen van studies en voorontwerpen voor de uitvoering;
nieuwsbrief, …) om over het energieverbruik in de gemeentelijke
het nalezen van de bestekken en de beoordeling van de offertes
gebouwen (en de evolutie daarvan) te communiceren. Meteen
voor de uit te voeren werken;
kunnen toekomstplannen, acties en sensibiliserende tips worden
het begeleiden bij het plannen en de uitvoering van de werken,
verspreid.
bijvoorbeeld door aanwezigheid op een projectvergadering. Er moet ook op toegezien worden dat een postinterventiedossier opgemaakt wordt. Dit kan later dienst doen als handleiding voor de gebruikers en toekomstige beheerders. Ook bij het uitvoeren van werken in eigen beheer wordt er best door de betrokken personeelsleden van de technische dienst een gebruikershandleiding opgemaakt. Deze dient vooral te focussen op details die achteraf moeilijk te achterhalen zijn (bijvoorbeeld welke installaties of gebouwdelen allemaal aangesloten zijn op een bepaalde meter, hoe de sturing van installaties werkt en kan aangepast worden, enz.).
VOORBEELD: COMMUNICATIE VIA AFFICHES Mogelijke informatie die kan gecommuniceerd worden: het aandeel van dit gebouw in het totale energieverbruik van het gemeentelijke gebouwenpark; het gemiddelde verbruik bij andere gelijkaardige gebouwen; de evolutie van het verbruik gedurende de laatste jaren en de
Eventueel kan gewerkt worden met een mascotte om alle communi-
beoogde doelstelling;
catie m.b.t. energiezorg te stroomlijnen (bv. een getekend stripfiguur-
geboekte resultaten in de kijker zetten;
tje). (bron van voorbeeld: http://cms.dordrecht.nl/ )
tips voor het verlagen van het energieverbruik; energieweetjes (bv. een TL-lamp verbruikt bij de opstart niet zoveel meer energie dan wanneer ze brandt, dus van zodra ze enkele minuten uit kan blijven, is dat energetisch al voordeliger dan ze te laten branden; het ’s morgens heropstarten van de verwarming “verslindt” niet de besparingen van een verlaagd ingestelde nachttemperatuur); ...
17
STAP 3 Acties opvolgen, controleren en meten OPVOLGING VAN DE ENERGIEBOEKHOUDING EN MONITORING Eén van de (te plannen en) uit te voeren acties is ongetwijfeld het
Behalve het verzamelen van gegevens, is uiteraard ook de inter-
up-to-date houden van de energieboekhouding. Voor de prio-
pretatie ervan belangrijk. Een goed energieboekhoud-systeem
ritaire gebouwen komt het er op neer dat maandelijks alle
genereert automatisch verschillende grafieken waarop een histo-
meterstanden worden opgenomen en ingevoerd in het energie-
riek van ruwe data, genormaliseerde data (vb. gasverbruik t.o.v.
boekhoudsysteem. Voor minder prioritaire gebouwen kan dit
graaddagen), trends, uitschieters en prestaties tegenover gemid-
eventueel met een groter interval, maar als dat praktisch mogelijk
delden direct zichtbaar zijn. Bij het invoeren van de meterstanden
is, wordt toch aangeraden om alle meterstanden simultaan op
wordt best ook even onmiddellijk naar deze visualisaties ge-
te nemen, zodat de gegevens homogener zijn en de verwerking
keken omdat eventuele fouten bij het noteren of ingeven van de
ervan gemakkelijker wordt.
meterstanden sneller visueel te detecteren zijn dan in een tabel met waarden. Soms kan ook een automatische check voorzien worden die de energieverantwoordelijke alarmeert wanneer de ingevoerde gegevens (te ver) afwijken van het verbruik dat te voorspellen valt aan de hand van historische data.
VOORBEELD: INTERPRETEREN VAN PERIODIEKE GEGEVENS IN EEN ENERGIEBOEKHOUDSYSTEEM Voorbeeld 1: waterverbruik in een verzorgingstehuis. De watermeterstanden werden een aantal malen per dag genoteerd om een evolutie van het waterverbruik gedurende de dag te kunnen beschouwen. In onderstaande grafiek visualiseren we het berekende waterverbruik per uur over verschillende periodes van de dag.
Waterverbruik per uur (m³/h)
4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5
Maandag 16/4/07
Dinsdag 17/4/07
Woensdag 18/4/07
Donderdag 19/4/07
14u - 16u
12u - 14u
10u15 - 12u
8u - 10u15
6u30 - 8u
16u - 6u30
14u - 16u
12u - 14u
10u30 - 12u
9u - 10u30
7u - 9u
17u15 - 7u
14u - 17u15
12u - 14u
10u - 12u
8u - 10u
6u30 - 8u
16u - 6u30
14u - 16u
12u - 14u
10u15 - 12u
8u15 - 10u15
6u30 - 8u15
15u45 - 6u30
12u - 15u45
10u - 12u
0
vrijdag 20/4/07
We zien dus een vrij constant verbruik per dag van 33 – 34 m³. Opvallend is echter de verdeling van het verbruik. Zo valt slechts 55% van het dagverbruik tussen 6:00 en 16:00 terwijl gedurende deze periode de grootste waterbehoefte is. We zien wel een hoger gemiddeld
18
waterverbruik per uur tijdens de ochtenduren. Het wassen van de bewoners valt immers tussen deze periode. Tijdens de avonduren wordt gemiddeld per uur nog 1 m³ of 1.000 liter water verbruikt. Na nader onderzoek naar dit hoge nachtelijk waterverbruik, bleek er sprake te zijn van een ondergronds waterlek! Voorbeeld 2: gecorrigeerd maandelijks aardgasverbruik t.b.v. verwarming van kantoorgebouwen en werkplaatsen in een recreatiedomein.
70.000 kWh 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 jan
feb
mrt
apr
mei
2006
2007
jun 2008
jul 2009
aug
sep
okt
nov
dec
2010
Uit deze gegevens kan men afleiden dat men in 2006 en 2009 er in geslaagd is veel minder aardgas te verbruiken. Ook zien we nog een aanzienlijk verbruik in de zomermaanden (mei - september) terwijl de verwarming dan perfect uit kan. Beide waarnemingen kunnen wijzen op aanzienlijke besparingsmogelijkheden qua regeling van de stookinstallaties, wat ook hier het geval bleek te zijn.
Sommige (grotere) gebouwen hebben telemetrisch gelezen
monitoren van gebouwdelen of bepaalde installaties, kunnen
meters. Dat wil zeggen dat het verbruik op die bepaalde
voor een bepaalde periode ook verbruiksloggers gehuurd worden
EAN-code om het kwartier automatisch wordt gemeten en
die bv. om het kwartier het opgenomen vermogen registreren. Dit
wordt doorgestuurd naar de netbeheerder. Deze zogenaamde
kan erg nuttig zijn voor het zoeken naar de oorzaak van (abnor-
kwartuurwaarden zijn nog veel interessanter dan de maan-
maal) hoge maandelijkse verbruiken.
delijkse registraties. In de systemen eSight (Infrax) en Comeet (Eandis) zijn deze verbruiken rechtstreeks te raadplegen. Voor gebouwen die niet over dergelijke meters beschikken of voor het
19
VOORBEELD: INTERPRETEREN VAN KWARTUURWAARDEN IN EEN ENERGIEBOEKHOUDSYSTEEM In het Technisch Reglement voor Distributie van Elektriciteit in het Vlaams Gewest lezen we in artikel V.3.10.2 (aanvraag van gedetailleerde verbruiksgegevens) dat elke distributienetgebruiker maximaal één keer per jaar zijn verbruiksgegevens van de laatste drie jaar op eenvoudig verzoek, met opgave van zijn EAN-code, gratis kan verkrijgen bij de distributienetbeheerder. Hij kan die taak ook toevertrouwen aan een leverancier aan wie hij de nodige volmacht verleent. De opgevraagde verbruiksgegevens moeten door de distributienetbeheerder aan de aanvrager ter beschikking gesteld worden uiterlijk vijftien werkdagen na de aanvraag. Bij continu (of tele)gelezen netgebruikers kan men zo de digitale waarden van het verbruik per kwartier (kwartuurwaarden) ontvangen voor de afgelopen 3 jaar. Bij maandelijks of jaarlijks uitgelezen afnamepunten zijn deze waarden helaas niet beschikbaar. Onderstaande grafiek geeft ter illustratie het verloop van het opgenomen elektrisch vermogen over één werkweek in een kantoorgebouw.
Kwartierwaarden week 9 van 22/2 tot 28/2/2010 (kW) 35 30 25 20 15 10 5
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0
Uit zulke meetgegevens kunnen zeer interessante conclusies getrokken worden, zoals in dit voorbeeld: er is een basislast van circa 8 à 10 kW die opvalt als ‘sluimer’verbruik. Het loont de moeite om uit te klaren welke verbruikers hiervoor verantwoordelijk zijn. Hierop wordt dieper ingegaan bij de maatregelen; op werkdagen start om 7u een installatie op waar om 8u er een volledige doorstart is wanneer de mensen toekomen; vanaf omstreeks 16u30 tot 21u loopt het elektriciteitsverbruik traag af, wat mogelijks kan wijzen op een aantal apparaten die te lang aan blijven staan.
OPVOLGEN VAN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVOERDE MAATREGELEN Na het uitvoeren van de acties wordt best een systeem van
bouwdeel te registreren. Een blijvende monitoring zit vervat
tijdelijke of blijvende monitoring opgezet om het effect ervan
in de energieboekhouding. De indicatoren die eerder werden
te kwantificeren. Onder een tijdelijke monitoring verstaan
opgesteld kunnen nu aangewend worden om een evolutie te
we een meetcampagne, bijvoorbeeld met externe (gehuurde)
registreren relatief ten opzichte van de nulmeting.
apparatuur om het verbruik van een bepaald systeem of ge-
20
Het is essentieel om in te zien dat de bovenstaande stappen niet
De ISO 50001-standaard kan interessant zijn voor de ge-
lineair opeenvolgend zijn, maar dat ze cyclisch dienen doorlopen
meente, omdat ze een aantal procedures bevat die eveneens
te worden. Energiezorg vormt op die manier een kader voor een
helpen bij het opzetten en uitvoeren van energiemanagement.
voortdurend verbeteringsproces, een positieve spiraal. In dit ka-
De ISO-standaard voegt daar bovendien een opvolgingstraject
der is het ook belangrijk om de nieuwe norm omtrent energie-
voor de lange termijn aan toe. Dat garandeert dat de eerder
management te vermelden: ISO 50001.
uitgevoerde inspanningen opgevolgd en gecontroleerd worden en dat er bijkomende initiatieven worden genomen wanneer dat nuttig of nodig is. Meer informatie kan men terugvinden op www.iso.org/iso/iso_50001_energy.pdf
21
STAP 4 Actieplan bijstellen en uitbreiden In deze fase gaan we kijken of we het bestaande actieplan kunnen bijstellen op basis van de gemeten bevindingen. Dit kan bijvoorbeeld door de bestaande acties nog te verbeteren door een betere uitwerking (bijvoorbeeld door uitbreiding van sensibiliseringsacties, door verfijning van de energieboekhouding door het plaatsen van onderbemetering en telemetrie).
Om het energieverbruik in processen of gebouwen op te volgen en te analyseren, biedt de informatie van de hoofdteller onvoldoende houvast. Er is steeds meer behoefte aan onderbemetering door middel van het plaatsen van tussenmeters voor verschillende energiesoorten, zoals elektriciteit en gas. Bijvoorbeeld omdat er afgerekend dient te worden met (onder)huurders op werkelijk energiegebruik of omdat u wilt weten wat het energiegebruik van verschillende afnemers (bv. de luchtbehandelingkast, airco of liftinstallaties) is. Daarnaast geven de verbruiksprofielen van een gebouw, gebaseerd op de kwartuurwaarden of de gegevens van een submeter per installatie een beter beeld van het energiegebruik en de potentiële besparingen t.o.v. verbruiken in een staafdiagram op basis van gegevens die slechts één maal per maand worden uitgelezen. Voor het monitoren van kwartuurwaarden wordt gebruikt gemaakt van telemetrie waardoor deze meetgegevens digitaal worden uitgelezen.
Daarnaast moet vanuit het energieteam aandacht besteed worden aan langetermijnacties door het opstellen van een meerjarenplan voor de uitvoering van energiebesparende maatregelen. Door overleg met de verantwoordelijke schepen(en) en diensthoofden, moet er ook samen op toegezien worden dat er tijdig nieuwe maatregelen voorgesteld worden aan het schepencollege of de bevoegde organen. Enkel wanneer de beoogde maatregelen ingebed worden in het lokaal gemeentelijk beleid en deze een invulling krijgen in de ‘Beleids- en Beheerscyclus’, worden toekomstige maatregelen en bijhorende budgetten geborgd.
22
Mogelijke valkuilen TIJD
DETAILS
Het proces van beslissingen nemen en acties uitvoeren kost tijd.
Verlies u niet in details. Bij het opstellen van de energieboek-
Daarom is een goede planning van groot belang. Zorg ervoor dat
houding is het verleidelijk om bijvoorbeeld van alle gebouwen
de termijnen van onderhoudscontracten, looptijden van subsidies,
nauwkeurige oppervlaktes te bepalen (indien deze nog niet
nodige termijnen bij aanbestedingen, jaarlijkse begrotingen, enz.
beschikbaar zijn). Soms moet de middenweg gevonden worden
ingecalculeerd worden bij het plannen van acties.
om met snel beschikbare gegevens toch werkbare actieplannen op te maken. Geef ook prioriteit aan de belangrijkste gebouwen met betrekking tot de grootte van hun energieverbruik. Focus de beschikbare tijd en middelen in het begin eerst op die gebouwen die samen meer dan 50% van het totale energieverbruik uitmaken, dit zal minder dan de helft van het aantal gebouwen zijn. Een kleine actie in een energieverslindend gebouw heeft vaak meer resultaat dan een reeks intensievere acties in gebouwen die maar voor een klein aandeel van het energieverbruik staan.
Bijkomende info Meer algemene informatie over dit thema is verder terug te vinden op: PLAGE-handleiding Leefmilieu Brussel: Plan voor Lokale Actie voor het Gebruik van Energie, een uitgebreide handleiding opgesteld ten behoeve van energieverantwoordelijken. http://documentatie.leefmilieubrussel.be/documents/PLAGE_manuel_RE_Prof_NL.PDF
Handleiding ‘Realiseren van projecten “duurzaam energieverbruik”’, samenwerkingsovereenkomst 2008-2013, thema energie www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden/so_2008-2013/handleiding-gemeenten/handleiding-per-thema/energie
Handleiding cluster Energie 2005-2007 ‘Opstarten en uitbouwen van energiezorg’ www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden/so-2005-2007/algemene-informatie/handleiding-per-cluster/energie/ so_voorlopigehandleiding_EN.pdf
23
www.vlaamsbrabant.be/helpdeskenergiezorg