PRIJS
CE T5
15 "
BELGISCHE ƒ/? UITG/Cvvy
/^O.SO
fmJßjm
r
^n dit nummer bevindt zich een aardig liedje met woorden en muz>iek van öumas Wed. en Adm.: Galqewater 22, Seiden en Ch.de Costerstrnnt 10-12, Brüssel. - Tiet C S T-gedeelie stnat onder r(=d"irtie vin Pi^-r Wesierbifln
■
'
~
-
■■——^—:
"■"■
■■"—."■''_
■
et gnnTÊRyiE BIJ ELSE GRASSAU Na vier jaar zou ze dan weder optreden, de vrouw die eens heel Amster dam veroverd heeft. Ik verheugde mij er op haar weder in vollen luister op de planken te kunnen bewonderen, maar als men zoo een paar dagen voor een premiere zit, doet men het beste een artiste als zij niet te storen. Doch gisteravond is de première geweest van Else Grassau's nieuwste succes ,,De Australische Nachtegaal" en heden mid dag heb ik het gewaagd haar in de kleedkamer op te zoeken. Ik klopte.
accent klonk mij als muziek in de ooren. — Afs de rol mij maar lag, speelde ik graag alle stukken. Maar natuurlijk waren er glansrollen! Mijn grootste succes was wel de Mooie Cubaansche. het successtuk van Direktor Max Gabriel. Ik heb trouwens veel aan Direktor Gabriel te danken, want al de Operetten, die hij geschreven
Ja-
Darf ich eintreten ? Aber bitte, bitte. En spreekt u astu blieft hollandsch. Ik moet hollandsch spreken, begrijpt u, vanwege mijn rol. Bewonderend bleef ik staan. Daar zag ik haar weer als vroeger, mooi, slank en. .. • jong. Maar gaat u toch zitten. Ik nam plaats en weldra keuvelden wij samen gezellig over koetjes en kalfjes. Ik vroeg hoe het kwam. dat zij Amsterdam weer eens met een bezoek kwam vereeren. Dat zal ik u vertellen. Mijn oude directeur, mijnheer Max Gabriel, kwam mij in Berlijn opzoeken en vroeg mij, of ik weer eens in Amsterdam zou willen spelen. Nu, u weet, dat ik mij over het Amsterdamsche publiek nimmer te beklagen had en daar ik juist meer dan een maand vrij was, nam ik de uitnoodi ging dankbaar aan.Amsterdam heeft mi; altijd onweerstaanbaar aangetrokken. U herinnert u toch nog wel mijn optreden in het Rembrandt-theater? Of ik het mij herinner! Ik geloof niet, dat er één stuk was, dat ik niet gezien heb. En nu. mevrouv*, veroorloof mij de bekende vraag van den interviewer. Wat waren zoo al de stukken, waarin u het liefst optrad? O, dat weet ik zoo niet — haar lieflijk
Mevr. Grassau tiidens de repetitie.
en had moeite met mijn eerste woorden, zoo aangedaan was ik. Ik dank de Amsterdammers dan ook vriendelijk voor hun schitterende ontvangst. Dat moet u vooral in de krant zetten. Wat denkt u van 'tstuk.dat u nu speelt? Het is een prachtige operette en als zij ingespeeld is, zullen wij er allemaal veel pleizier van hebben. De muziek is werkelijk heerlijk. Direktor Gabriel verstaat het vak. hij weet wat wij en wat het publiek noodig heeft. En dat is de kunst van den operettecomponist. Dan waren er nog de twee groote schlagers ..Polenbloed" en „Cabaretprinses". Ook die zou ik nog dolgraag eens willen spelen. Luid gebel. Een rennen en draven van artisten. koristen en figuranten. Mevrouw Grassau. het is aan u. De heer Boedels kwam even om den hoek van de deur gluren. U ziet mijnheer, mijn plicht roept me. Maar als u nog eens een uurtje wil komen babbelen; ik woon in Hotel Schiller. En daar ging ze. jong, mooi en vol temperament als altijd, om het publiek te laten genieten van haar schoone kunst! Flora heeft een goede greep gedaan!
Else Grassau en 3an blok In „De Australische Nachtegaal" heeft waren groote successen. Trotsche Thea, Sinorita Pif Paf. daar heb ik stormenderhand de harten van de Hollanders mee veroverd Apropos, men zegt de Nederlanders zijn 'n koud volk. maar dat heb ik nooit kunnen merken. Dat heb ik gisteravond bij de premiere kunnen ondervinden. Dat-applaus bij mijn opkomst; ik werd er koud van Zondagmiddag. 20 December 1925.
Mevr. Grassau te midden der medespelenden In de artistenfoyer f* van het Floratheater. Vooraan, geheel links, de heer Max Gabriel.
SSö'Sae
Herrington, een reus in de finantieele wereld van NewYork, dwingt Helen, de mooie dochter van William Brinsley, zijn zoon Rex, een volslagen dronkaard, te trouwen. Herrington weet, dat Brinsley met geld van anderen gespeculeerd heeft en gebruikt dat ge heim, wel wetende dat Helen haar vader voor schande wil vrijwaren. Helen en Rex gaan, na een schitterende huwelijksinzegening in de kerk, naar Londen, waar Rex zich steeds aan drank te buiten gaat. De directeur van Herrington's firma in Londen maakt Helen het hof, ze wil niets van hem weten, daarop
I Vrouw^
maken; dit beschouwt Herrington geheel zakelijk. Helen en Rex gaan een zeereis maken en door tact gelukt 't Helen, Rex van den drank te houden. De boot vergaat en door allerlei omstandigheden zijn Helen, Rex en een matroos de eenige geredden. In een vreeselijke worsteling tusschen Rex, Helen en den matroos, wordt de laatste gedood. Helen en Rex worden gered en gaan naar New-York, waar Rex, nu hij gehoord heeft, dat zijn vader Helen tot 't huwelijk dwong, stappen wil nemen om Helen haar vrijheid terug te geven. Helen weigert echter te scheiden, nu ze weet dat Rex
TED.
Slotscène uit de 2de acte van ..De Australische Nachtegaal'
sase. SêS-sae-scge • sses.
een byzonders
telegrafeert die directeur aan Herrington, dat Helen haar man aanmoedigt tot drinken. Herrington komt te Londen, beschuldigt Helen van die daad en biedt haar echtscheiding aan, als ze Rex van den drank kan afhouden en een flink mensch van hem kan
haar steeds heeft liefgehad Een gelukkig huwelijk volgt pp wat oorspronkelijk gedwongen was In deze First National film spelen de bekende Amerikaansche artisten Norma Talmadge en Eugene O'Brien de hoofdrollen, n.l. die van Helen Rex.
Bmp«ppnpii.» .1 HIJ Wujp!p«WiwlW»^^»»^.-vf'^^
^^^^^^
■
FII.MTRIPTIEKJES VIII
EEN NAGELATEN BIOGRAFIE Onlangs hebben wij het portret gebracht van wijlen den heer Gosschalk, die ploiseling overleed. Hel was onze bedoeling geweest van dezen, in vele opzichten verdienstelijken, man een portret ihet levensbeschrijving ■ Ie brengen juist zoooLs wij dit van zijn begaafde dochter hadden gedaan. In verband hiermede hadden wij hem om enkele bijzonderheden uil zijn leven gevraagd. Thans krijgen wij van de familie Gosschalk toegezonden, de gegevens,welkedeoverledene kort voor zijn dood ten behoeve van ons blad had neergeschreven. Mei weemoedige gevoelens drukken wij deze nagelalen biografie, grootendeels onveranderd, af. Reeds als kind had ik aanleg voor muziek wal mij in mijn verdere loopbaan heel gsed Ie pas kwam. Want op 1.3-jarigen leeftijd trad ik in Groningen al als komiek op en zonder zelfoverschatting mag ik zeggen, dat ik de beste groningsche komiek was omdat er in de heele provincie geen ander bestond. Overal ben ik opgetreden, in kamers van allerlei aard. zelfs in keukens en op zolder. Voor mij was het mooiste dat hel mij lukte om mijn lieve moeder een paar rijksdaalders thuis te brengen. Dal konden ze bij ons best gebruiken. D'r waren tien kinderen en vader verdiende niet overvloedig. Bovendien was grootmoeder bij ons in huis. Later kwam ik in aanraking met de familie Culp. Dal waren artisten! Ik heb er veel geleerd en van alles gepresteerd.Het hpnorarium was reusachtig .. . noppes. M n vrouw was eveneens bij de familie Culp geëngageerd. Omdat ik het van het niets verdienen niet hebben kon begon ik zelf als »ondernemer' . Socsman, Zwaaf, Nico de Haas waren toentertijd de beste komieken. Doch de Groningsche boeren bemerkten, dat ik het van hen won. omdat ik zulke rare gezichten kon trekken. In de kleedkamer, was ik den schrik. Want zóó was ik klaar met m'n werk of ik begon op alle mogelijke wijzen m'n rood geschmikten neus schoon maken. Daarbij ontzag ik niet de handdoeken en zelfs niet de engelsche hemden van mijn collega s, die daarover braaf vloekten. In mijn hart ben ik altijd zakenman geweest en daardoor wist ik soms met de gekste dingen de recettcn Ie verhoogen. Ik ben met mijn vrouw ook in Duitschland geweest en heb daar veel succes gehad Later werd ik impressario en dit ging ook goed. Ik kreeg de gekste troepen. Indianen, negers, kaffers, alles wat je maar bedenken kunt. Van Duitschland ging ik weer naar Amsterdam, naar Groot Mokum, waar ik van alles deed. Gelukkig wist ik er mij nog al door te slaan, ledtreen noemt me tegenwoordig Oom Bram. Ik heb er geen bezwaar tegen. Ook de dames ^oemen me zoo en dat doet m'n hart goed. Ik zou nog heel wal meer kunnen schrijven, zoo eindigde hel artikel, over de gekke dingen, welke ik beleefd heb. doch dat bewaar ik voor later. Dal .later" heeft niet mogen zijn. De dood heeft zijn veto uilgesproken. En daarvoor moeten wij bukken. L.E. KOS
HET HUWELIJKSBUREAU Een aardige duitsche een-acter wordt op het oogenblik in het Cabaret La Gaïté te Amsterdam opgevoerd. Het stukje speelt in het armoedig ingerichte bureau van een huwelijksmakelaar Zijn bediende neemt hem steeds in het ootje, zoodat het publiek van de eene lachbui in de andere vervalt. Tenslotte treedt er een fran$aise binnen die geen woord verstaat van hetgeen
tegen haar gesproken wordt, er ontstaan de malste verwikkelingen. Zij is gekomen om een man te zoeken en trouwt den half idioten bediende. De mannelijke rollen worden gespeeld door de gebroeders Koppe. Mejuffrouw Lebouc is de franjaise. Het ontbreekt haar aan speelroutine. Hoewel het rolletje te klein is om veel te bederven had men er beter geen dilletante voor kunnen nemen. Een knap gezichtje doet veel, maar vergoedt niet alles. ERIC W.
PAULINE STARKE Een paar maal «reeds gaven we een foto. die ons loonde, wat Pauline Starke zoo al doet om haar jeugd, haar gratie, haar slanke lijn, haar lenigheid te behouden. We hebben uit Hollywood thans weer de nieuwste foto's van de geliefde Melro-Goldwynsler ontvangen en twee dezer zijn gewijd aan ,,K5rperpflegung' .
__^
—
r^-x
III..........I. It,..
1*333*3
PUISTJES HUIDZIEKTEN
ZWEREN,
Puisten, Eczeem, Huidziekten.
Reeds jaren is Gist het Standaard-geneesmiddel voor het zuiveren van bet bloed. In den vorm van IRVING'S Gist-Tamine Tabletten is de werking vlugger dan van gist alleen. Wanneer Irvings Gist-Tamine Tabletten het bloed gezuiverd hebben van alle slechte bestanddeelen, krijgt de huid een kleur als „melk en bloed", die men kan onderhouden door het gebruik van één of twee tabletten per dag. {Ter bestrijding van jeuk wasscbe men zich reet Irving's Gist-Tamine Tabletten, opgelost in warm water). Verkrijgbaar in doozen van f 0.75, 11.50 en f 2.50 bij de voornaamste Apothekers en Drogisten. Etnlgt Importran • U.V. ALQEM. HOLLANDSCHE HANDEL- EN INDUSTRIE MIJ (Afdccling bYenl VKc"| Dcnncweg 140 - Den Hug
IRVING'S GIST-TAMINE TABLETTEN
t. OPGERICHT 1866
©EZEILiCBMPSSIPIlIL PERRYS PING PONG
Betere uitvoering, triplex rackets met kurken handvat (roode doos) f 5.50 1 Extra uitvoering, eiken rackets met speciale ruwe zijde voor effect spel, uitstaande palen (groene doos) f 7.50 Ballen
... per stuk
f -.15;
Reglement
- 1.50'
- —15 PERRYS MAH JONGG KAARTSPEL De kostbare Mah ]ongg steenen vervangen door gewoon formaat speelkaarten, per spel met handleiding, bloc en vier puntentabellcn in luxe uitvoering f 4 50 Mah Jongg kaartspel in eenvoudige uitvoering, klein formaat kaarten 3.—
SJOELBAKKEN
PERRYS ROLLO SPEL
Compleet met 30 schijven en handleiding.
Een behendigheidsspel, dat door ongeoefenden gespeeld kan worden en voor den geoefenden speler zoo lastig gemaakt kan worden, dat het steeds interessant blijft. Een amusant gezelschapsspel. In stevlbe doos met handleiding f 9.5"
Mahoniehout, zware bak.
.
f 29.75
Eikenhout, licht gewast ...
- 24.50
.
Donker gebeitst triplexhout, met versterkingen ondaulen bak - 17.50,
SPEELKAARTEN Whistkaarten 52 blad plus joker.
SCHOONHEID GEZONDHEID
per dozijn
Ned. Kroon Amstel. . . . Dondorf . . ,
f 1.25 - 1.55 - 1.80
Fortuna , . . f 2.— Colonial ..;....- 2.— Dondorf - 2.50 Dondorf - 2.75 BOSTONKAART Tarief-tabel voor Boston-whist . . f -.25
PIKETKAARTEN Ned. j 32 Kroon 133 Arastel 32 33
Amsterdam
blad f 0.75 blad-1.05 blad-1.05 blad-1.30
,
's-Gravenhase
X
Arnhem
In het begin van het jaar staakten wij met het opnemen der wckelijksche overzichten der geschiedenis van den dag. Het was ons gebleken, dat een belangrijk deel onzer lezeressen en lezers van meening was, dat deze ruimte beter kon worden gebruikt. Waarmee wij het eens waren. De dagbladen geven zulke uitvoerige beschouwingen op dit gebied, dat wij, als weekblad, het vermelden der gebeurtenissen op die manier gerustiglijk achterwege konden laten. *
Met rackets, palen, netje, ballen en reglement. Eenvoudige uitvoering (bruine doos) f 3.50
_ PAT1ENCEKAARTEN 43 X 64 mM. f 1.75 38X60mM. - 1.25
;
'•
Utrecht
TRADING Co late PERRY & Co
- Groningen
Doch nu staan wij weer aan het einde van een jaar en voor het begin van een nieuwe periode. Zullen wij nu ook nalaten om ons jaarlijksch overzicht te plaatsen ? Wij meenden dat dit minder wenschelijk zou wezen. Een memorecren van het allerbelangrijkste dat 1925 de wereld gaf, moge in dit weekpraatje een plaats vinden. Het kan en zal zijn nut hebben. Wij leven zoo vlug, we vergeten " zoo snel, en voor hen die ons blad laten inbinden, zal het later aangenaam zijn, indien zij deze meest beteekenende evenementen nog eens, naast elkaar gesteld, kunnen terugvinden. %* De mortibus nil nisi bene. Van de dooden niets dan goeds, plachten de romeinen te zeggen.
Briaod
""■"'V.'
g^^^^^l veel persoonlijken moed en krachtige overtuiging behoefde. De directe gevolgen bleven voor Duitschland niet uit. De ontruiming van Keulen werd een voldangen feit, nadat het begin van 't jaar andere ontruimingen had zien voltrekken.
den, te rekenen met den strijd in Marokko en den opstand in Syrië. Zware moeilijkheden voor de Fransche republiek. De franken kelderden ondanks alle maatregelen.Tevergeefs poogde Caillaux, als minister van tinantiën, een regeling der schulden
In nog meerdere opzichten was 1925 belangrijk. Duitschland maakte een moeilijke crisis gelukkig door. Kort nadat de besprekingen in Londen 'n vergrooting der vriendschappelijke verhoudingen met de geallieerden onder den invloed van Herriot en Marx hadden doen ontstaan, stierf plotseling Ebert,
met Amerika te treffen. Wat in Engeland wel lukte, kwam in de Ver. Staten lang niet zoo goed tot stand. Ook Engeland had tal van bezwaren te bezweren. De economische toestand isin Groot-Brittanje verre van rooskleurig. Moeilijkheden van allerlei aard eischten voorziening, o.a. die der steenkolen-
it
Chamberlain
Luther
Wij mogen van 1925 veel goeds vertellen. In de historie zal aan de herinnering van dit jaar het tot stand komen van het verdrag van Locamo verbonden zijn. En laat ons hopen dat het daarom met vreugde blijve genoemd. Want verre boven alle gebeurtenissen steekt dit moment uit. Eindelijk hebben de vijanden van 1914 elkaar weer ontmoet en is het hiaat dat het verdrag van Versailles zoo zeer verzwakte, aangevuld, de waarborgen weiden vastgelegd, ■welke noodig zijn om een basis van elkander begrijpen, waardeeren en lespecteeren, tot onderbouw van de politiek der natiën te leggen. *
cheerzeep
I«II«,^W.|»,NäI1JIUI^^!UUJIM
I».III,>J#|II]<[1|I|I1.^III
*
+
De ervaring heeft ons voorzichtig gemaakt en daarom durven wij niet al te groote verwachtingen aan dit pact vastknoopen. Doch erkennen moet men toch wel, dat de mogelijkheid er is, dat de belangrijke stap is gezet, dat ondanks den tegenstand der uiterste groepen, het gezond verstand weer een overwinning heeft behaald. Mannen als Chamberlain, Briand, Luther en Stresemann zijn te prijzen voor deze daad, die
Ebert f
Hindenburg
de eerste president van de duitsche republiek, de man, die met groote verdiensten zijn moeielijk ambt had bekleed. Toen dreigde er groot gevaar. De reactie liet zich hooren. Hindenburg werd gekozen, wat velen vrees gaf, doch de oude veldmaarschalk bleek de man te zijn; voor wien zijn werkeüjkc bewonderaars hem hielden, iemand met een groot karakter en verstand, die de werkelijke belangen van de republiek begrijpt en respecteert. * Dat de wisseling van rijkspresident geen meer ingrijpende gevolgen had, is een zeer verheugend feit. Wel doorstond Duitschland verschillende schokken. Men behoeft slechts op de eenigszins opgeblazen Barmat-kwestie te wijzen en op het heftig verzet der duitschnationalen tegen het Locarno-pact. *** Doch ook de andere naties gingen niet allen over een pad zonder hindernissen. Frankrijk had, behalve zijn finantieele moeilijkheden, welke zoo'n grooten invloed op de regeel ingswisselingen uitoefen-
Herriet
PainUvé
m Koningin Alexandra
Burgq. Curxoo
mijnen. Nog steeds lijdt de engelsche industrie. Maatregelen in protectionistische richting werden genomen. Het staat te bezien of de beslissing van den Volkenbondsraad inzake Mosoel voor Groot-Britanje nog niet meerdere zwarigheden zal meebrengen. * * Eenige vooraanstaande persoonlijkheden in Engeland stierven, o.a. de koningin-weduwe Alexandra en Burggraaf Curzon, de bekende staatsman. Ook generaal French. *** In Italië heeft Mussolini nog siteeds het heft in handen, doch niet zonder tegenstand, welke wel het sterkste uitkwam, door aanvallen op zijn persoon. Tot nu heeft hij, zooals gezegd, zich weten te handhaven. Men beweert, dat hij plannen koestert om Italië tot een keizerrijk te doen verheffen. *** De Sowjet-republiek is de onruststoker in geheel de wereld. De omwentelingen in China, waarbij vooral in Shanghai de vijandschap tegen de engelschen sprak, worden van Moskou uit, zooal niet voorbe-
reid, dan toch gesteund. Het zal moeten blijken in hoeverre de staatsgreep in Perzië, waarbij de Sjah werd afgezet en door een ander vervangen, al of niet onder russischen invloed sitaat. *** Jeruzalem zag de opening der hebreeuwsche universiteit, waarbij Lord Balfour, de man, die door zijn verklaring de zionistische beweging zoo zeer tot steun was, aanwezig wilde wezen. De arabieren toonden hem hun ontevredenheid. Lord Plumer heeft Sir Herbert Samuel als engelsch machthebber in Palestina vervangen. * * ♦ Een incident tusschen Griekenland en Bulgarije dreigde het vertrouwen in den Volkerenbond te ondermijnen. Doch gelukkig bleek, dat het gezag van dit nieuwe instituut toch grooter was als men verwachtte. In ons overzicht mag de Parijsche tentoonstelling der decoratieve kunsten niet verzwegen worden. Deze tentoonstelling was een groot succes meer-en beter dan het tweede jaar van Wembly. Keiaas is er voor ons land de treurige gedachte aan den dood van Mr. Duparc aan verbonden. *** Gememoreerd dient ook te worden de reis, welke de prins^ van Wales door een groot deel van de wereld deed, die nu
Amundsen
Prins van Walea
met belangstelling wacht op het moment dat de engelsche troonopvolger zijn vrijgezellenschap opgeeft. De mislukte, doch belangrijke tocht van Amundsen en het avontuur van het engelsche luchtschip de R 33, noem ik tven terloops, om daarna het meer speciaal over ons eigen land te hebben. Er zijn ook daaromtrent verschillende belangrijke feiten te memoreeren. Ik doe'zulks zonder de zuivere chronologische volgorde te kiezen. *♦ De periodieke verkiezingen voor de Tweede Kamer brachten geen ingrijpende wijziging in de verhouding der partijen. Toch trad het kabinet Ruys de Beerenbrouck af, om vervangen te worden door een ministerie Colijn, dat over de kwestie van het gezantschap bij den Paus struikelde. Ondanks de pogingen van den heer Marchant en Dr. de Visser, leven we op dit oogenblik nog in een kabinetsèrisistijd. Jhr. Ruys de Beeflenbrouck werd voorzitter van de Tweede Kamer inplaats van den heer Kooien, die in het ministerie *
wu-.i*'
Colijn minister van handel en nijverheid werd. * * * De overeenkomst tusschen Nederland en België, zooals minister van Karnebeek die aanging, -blijft nog steeds verzet verwekken. Het is een open vraag of de nieuw op te treden regeering het zal willen handhaven. * Toen de volksvertegenwoordiging de middelen weigerde, noodig voor het doen houden van de Olympische spelen in
ons land, bleek de kracht van het particuliere initiatief. Doch ook later, toen de „ramp van Borculo" een deel van ons land teisterde, werden schoone bewijzen van burgerzin en offervaardigheid gegeven. *•* Ook zij vermeld het 35o-]ang bestaan van de leidsche universdteit, waarbij de koningin een eere-doctoraat werd toebedeeld, het 650-jarig bestaan van Amsterdam, zoo waardig gevierd en de Grotius-herdenking.
Ik vermeld belangrijke dingen niet. Bewust. Dit overzicht is slechts heel kort en noemt alleen de meest saillante punten. Helaas ontvielen'1 ook ons land beteekenende vrouwen en mannen. Wij kunnen niet beginnen, hen met namen te noemen, wij wilden niet gaarne door onvolledigheid oneerbiedig zijn. *** 1925 is afgesloten. 1926 gaat aanbreken.
Wij wenschen u van harte het goede. En boven alles hopen wij, dat de vriendschappelijke verhouding tusschen u, lezeressen en lezers, en ons, de redactie van dit blad, een krachtige en permanente moge blijven. Aan allen, die ons in het afgeloopen jaar door hun steun, hun medewerking en sympathie schraagden, onzen dank. Wij houden ons bij voortduring aanbevolen.
,.
I
.,
'
:
,?
■
1
*'
r
Een alleraardlsst Idee San Wensma 3r. f
De bekende tooneelspeler is op 46.iarigen leeftijd overleden.
De redactie van Weldons modebladen had voor haar lezeressen een wedstrijd uitgeschreven in het aankleeden van ooooen. Meer dan dan twee duizend exemplaren bereikten haar van alle kanten der wereid. Door een aantal welbekende actrices, waaronder Miss Gladys Uooper, Mary Temoest, Phylis Dare e.a. werden deze poppen aan de kinderpatient)es van ae Londensche hospitalen uitgereikt.
C. Heyman Crolsetf de bekende tooneelspeler en declamator is plotseling overleden.
M. E. R CURIUS.
i NIEUWJAAR. Dra, zal de klok voor 't laatst verkonden In 't oude jaar den middernacht. Een wijle nog, slechts enk'le stonden En wreder Is een Jaar volbracht. Hoe vliegt de tijdl Die dagen, weken, Wat zijn ze als een droom verstreken 1 Hoe spoedig staan wij weder klaar Voor nieuwen strijd in 't nieuwe jaar
2e Kerstdas in het Binnengasthuis te Amsterdam Eenige artisten traden hier voor.de zieken op Op onze foto Marie en Meyer Hamei, Tholen en van Lier.
Tweeiaarlllksch congres an het Nationaal arbeiderssecretariaat werd gedurende dejkeratdagen in het IJ-paviljoen te Amsterdam gehouden.
Th. v. d. Meliden
't Is nog een kwestie slechts van uren. Dat 't oude jaar woidt uitgeluid. Met bloedverwanten, vrienden, buren Zit men het, naar gewoonte uit. Weer prijken straks op onze tafels De oliebollen, punch en wafels, Öe champie, oesters, caviaar, Tot wijding van het nieuwe jaar. Wij gaan weer peinzen, overdenken. Wat 't oude jaar ons heeft gebracht; Of 't volgende misschien zal schenken. Hetgeen men zich wenscht toegedacht En als het mirwerk van den toren Den twaalfden slag zal laten hooren, Dan stellen wij met blij gebaar Een helldronk in op 't nieuwe laar.
herdacht den dag, dat hij voor 25 jaar in functie trad als secretaris der gemeente Boxtel.
De Theosofische Vereenlglng te Den Haas vierde 27 Dec. haar SO-jarig bestaan. De voornaamste leiders der vereeniging,
Zaansche molententoonstelllng in Koog aan de Zaan. Eenige modellen van Zaansche molens.
Straks maakt de koopman inventaris, öecijterend zijn jaargewin. ■Een ander krijgt wat meer salaris, De rekeningen komen in. De scheurkalender heeft weer blaadjes. Wij koopen nieuwe rijwielplaatjes. De uitverkoopen zijn weer daar. Als teeken van het nieuwe jaar. We krijgen weer de fooienklantjes. Als melkboer, aschman, enzoovoort. Veel kaartjes, zegenbeden, handjes. Omdat het bij nieuwjaar zoo hoort. Ook ik wil, net als and're menschen, Niet achterblijven met mijn wenschen. En daarom, aan den lezersschaar: Een recht öeluKKig Nieuwe Jaarl
Brand te Rotterdam In een pand aan de Weste Wagenstraat brak een ernstige brand uit.
H ERINNERING Babyshop In het Sted. museum te Amsterdam georganiseerd door de oermanente propaganda commissie van de vereeniging Parkherstellingsoorden,
]Vij herinneren onzen lezeressen' en lezers aan de buitengewone prijsvraag van hel Kerstno. Ook de nieuwe prijsvraag verdient uwe volle belangstelling.
De heer Frans Sägers werd ter gelegenheid van zijn 50-jatig jubileum als musicus en zijn 40-jarig jubileum als journalist te Amsterdam gehuldigd in 't midden Frans Sägers en Henri ter Hall,
^LlÉ^ HD in m
in in
II II
lai si iwst
HU
ui in
Üli III »I ii'.i ïii
-,at>ti _ STELLA FONTAINE EN HAAR DOCHTERTDE
Foto Godfried de Groot
Het nieuwe Qem. Waschhuls In de voormalige Oostergasfabrlek te Amsterdam.
Het nieuwe Gemeentehuis te Maarn.
Het Prot. Oude Mannen en Vrouwenhuls „Levensavond 'te Nlimegen, geopend.
.V ■ ' ' ■
^_
■■
,
'
'-
—
^SUfltfijgcfi^
QROOTE WERKEN IN 1925 DE SPOOBBRUG OVER DE KONINGSHAVEN De ontwikkeling van het havenbedrijf en van het verkeer in Ratterdam., hebben reeds lang verandering in de bestaande oewerverbindingen noodïg gemaakt. Langzamerhand nemen de vage plannen, idie tot verbetering der tegenwoordige onhoudbare toestanden zullen leiden^ vaste Nvojtnen aan. Reeds in het voorjaar is de Willemsbrug aanzienlijk verbreed geworden en in den ■zomer is men begonnen, ook den noordelijken oprij (van de zijde der Boompjes) te verbeteren. Ook de zuidelijke oprij (van de zijde der van der Takstraat) wordt veranderd en tegelijkertijd wordt de geheelc brug twee meter hooger geplaatst. De meeste schepen kunnen dan onder de Maasbrug doorvaren en dan behoeft men dus niet meer de route door de Koningshaven te nemen. De spoorbrug over de Maas is reeds in den loop van dezen zomer ongeveer 50 c.M. verhoogd geworden, wat' zeker een belangrijke verbetering is. De grootste belemmering voor het verkeer, de Koninginnebrug, Wordt radicaal weggenomen. De gemeente Rotterdam heeft een prijsvraag uitgeschreven voor ontwerpen van eene nieuwe brug. Het resultaat hiervan werd in April j.1. bekend gemaakt en de verschillende ontwerpen werden in het oude stadhuis tentoongesteld. De prijs van i o.ooo gld. werd toegekend aan het ontwerp van de machinefabriek Augsburg-Nürnberg (in verbinding met de firma Dijkerhoff en Widmann en den architect-ing. van Rood te 's-Gravenhage). Inplaats van de tegenwoordige draaibrug, komt nu een moderne ophaalbrug. In het stadstimmerhuis is men ijverig bezig met de voorbereidselen van den nieuwen brugbouw. Over de wijze, waarop de brug gebouwd wordt, is nog niets bekend. In verband met, door de gemeente Rotterdam voorgestelde verbeteringen in de oeververbindingen, werd ook een verandering van de spoorbrug over de Koningshaven noodzakelijk.
pooten rusten op de pijlers van de oude brug, de achtprpooten op nieuwe pijlers, die onder de vaste bogen aan de zijkanten gebouwd zijn. Dé nieuwe ophaalbrug hangt aan deze torens met zware stalen kettingen, welke over groote raderen loopen. De zuidelijke toren bevat een machinekamer, waarin het op- en neergaan van de brug tot stand gebracht wrordt. Het onderstuk van de brug kan tot 50 M. boven den waterspiegel omhoog getrokken worden. In April is reeds met dit werk een aanvang gemaakt. Eerst moesten de vaste hogen versterkt worden; daartoe- werden nieuwe knoopplaten aangebracht. De diagonalen werden gedeeltelijk versterkt of door nieuwe diagonalen vervangen. Ook aan de spoorbaan waren belangrijke werkzaamheden te verrichten. En dat alles zonder storing in het treinverkeer. Gedurende de zomer-diens.tregeling, konden de treinen slechts over één spoor loopen. Tegelijkertijd werden de nieuwe pijlers voor de schuine achterpooten der heftorens gebouwd. De pijlers zijn op twee betonringen van 8 M. middellijn gefundeerd. De versterkingen aan de vaste bruggen zijn gereed. Met het bouwen van de pijler« is men zóó- ver, dat binnen korten tijd, met de monteering der zuidelijke heftorens begonnen kan worden. Het geheele werk moet aan het eind van het volgend jaar gereed zijn. De ijzerconstructies worden uitgevoerd door de Gutehoffnungshütte A.G. te OberDe plannen en ontwerpen hiervoor wer- hausen (Rhld.); de bouw van de pijlers den op de bureaux voor den bruggenbouw door de Hollandsche beton maatschappij bij de Nederlandsche spoorwegen in in "den Haag. Utrecht uitgewerkt. Daar werd voorgeDe nieuwe brug zal een der belangsteld, inplaats van de tegenwoordige draai- rijkste en merkwaardigste bruggen van het brug met twee doorgangen voor de scheep- geheele vasteland worden. vaart, elk 19.5 M. breed, een nieuwe opTerwijl eeuwenlang de groote toren van haalbrug te bouwen met slechts één door- de St. Laurenskerk als getuige der klasgang van 53 M. breedte. stieke bouwkunst het stadsbeeld beheerschte, Aan beide zijden van de bestaande zullen de hooge, lichte ijzeren torens een draaibrug worden ijzeren torens gebouwd, opmerkelijke verandering in de silhouette die zich 65 M. boven den waterspiegel te weeg brengen en zullen zij zich als kenzullen verheffen. Deze torens zullen aan de merk der moderne techniek in de lucht onderzijde 15 M. breed worden. De voor- verheffen.
Het werk aan een der nieuwe peilers
—-
— D-iET BETERE JAAR
^
Morris had eerst om tien uur de telefoon-aanvraag gekregen, of hij direct in de Parklaan wilde ikomen, daar er een lekkage was ontstaan, waarvoor men zijn hulp noodig had. En ondanks het feit, dat z'n vrouw het heel jammer vond, dat hij met oudejaarsavond van huis moest, was de loodgieter met z'n gereedschap er op, uit gegaan. Zaken zijn zaken en je kunt de menschen toch niet met den vuilen boel laten zitten, vrouw. Zoo had hij geredeneerd, maar haar tevens de belofte gedaan, zoo vroeg mogelijk thuis te komen. Het huis in de Parklaan, was een mooi gebouw, een echte patriciërswoning en de huisknecht, die hem open deed, was van het oude, deftige type, dat men meestal in de woningen van families aantreft, die jarenlang de tradities van ouder op kind hebben zien overgaan. Morris ging met den huisdienaar naar boven. Het was een prachtig trappenhuis. Van elke verdieping af kon je naar beneden zien in de mooie hal. Onwillekeurig keek de loodgieter naar wat beneden gebeurde. Hij zag uit een der kamers een heer komen, gevolgd door een jonge vrouw, van zoo opvallende schoonheid, dat hij zijn oogen niet van haar kon afhouden. De bezoeker deed. blijkbaar zijn best om de jonge vrouw te overreden en ofschoon het gesprek op zachten toon werd gevoerd, hoorde Morris hoe hij pleitte: Hier zijn niets dan zorg en beproeving, die je wachten. Kom vanavond. Ga met me mee en ik zal je de weelde bieden, waarop jij recht hebt Violet 1 De aangesprokene scheen heel geagiteerd. Ik moet het overdenken Eric. Behalve Jolm is er de jongen. Ik kan nog niét besluiten ... Maar je zult wel, drong hij aan. Denk er aan, om elf uur wacht ik je aan het station. Morris hoorde niets meer en hij haastte zich om den huisknecht in te halen, den ouden man, die blijkbaar het gesprek niet had kunnen volgen en reeds eenige trappen hooger was. Tenslotte was hij-toch gekomen om zijn karrewei te doen en niet. om af te luisteren, wat er in het huis van zijn klant gebeurde. Wat ging 't hem aan, wat die vreemde menschen uitspookten, die van weelde niet wisten, wat voor gekheid te doen. Hoe eerder hij weer thuis kon komen, hoe prettiger het hem weer was. Zijn vrouw zat te wachten. Sinds het groote verlies, dat zij ruim een jaar geleden hadden, toen hun
HAAGSCHE TOONEELKRONIEK
Dans Nonneke, Dans . . . Charge in drie periodes door Mevr. /. H. l/ssel de Schepper en /. v. Randwijk, opgevoerd door het gezelsohap Odeon.
Men kan hel gezelschap aan de Heerengrachl ongefwijfeld nooit voor de voeten werpen, dat . het een gebrek aan ijver vertoont. Integendeel, er wordt inderdaad kolossaal gewerkt en de premières zijn er haast niet van de lucht. Een andere kwestie is, of in den kring van de verschillende begaafde acteurs en actrices wel één persoon aanwezig is, die een gelukkigen kijk op de aangeboden sfukken heeft. Ja, zelfs hef feit, dat men beschikt over een talentvolle figuur als Veterman, wiens decors en aankleeding van hef bovengenoemde stuk weer voortreffelijk waren — daarover straks nog een enkel woordje — en die zoowel op decoratief als op auteursgebied menigmaal reeds van zijn talenten heeft doen blijken, zelfs dat feit kan den indruk niet wegwerken, dat gemeenlijk niemand van het Odeon-Gezelschap een bijzonder gelukkige hand bij het aannemen van tooneelwerk heeft. Hier hebben we nu te doen met een oorspronkelijk Nederlandsch product en dat nog wel van een tweetal, dat. elk afzonderlijk ook, reeds eerder getoond heeft iets goeds tot stand te kunnen brengen. Ditmaal echter kan ik jammer genoeg aan de combinatie al heel weinig lof toezwaaien: het idee was perfect, de uitwerking echter van dien aard. dat waarlijk de opmerking, die ik door een kenner van het looneel hoorde maken, of wellicht elk op haar (zijn) beurt de geestigheden, goede zetten en invallen van defn) ander had weggewerkt, geenszins ongegrond was. Daargelaten nog, dat de c)iprge in hef derde bedrijf niet meer consequent is volgehouden — misschien was deze acte op zichzelf nog de minst slechte — ontbrak hef helaas aan den fijnen geest, die een charge tof een genot kan maken en zonder welken zij zoo licht in een zoutelooze nonsensikalifeit pleegt te ontaarden infusschen, het denkbeeld, waaruit het stuk geboren werd, was opperbest. Onzen hedendaagschen tijd van holheid en danswoede, van zoeken naar het bizarre, van onbeschaamde inflatie der zedelijke opvattingen, in ■een rake charge uit te beelden, ziet daar wat het doel van Mevrouw Ussel de Schepper en haar partner was. Daartoe wordf ons hef volgende ten tooneele gebracht. Een kranige vliegenier is getrouwd met een bekoorlijk vrouwtje, dat er naast haar wettigen echtgenoot een huisvriend op na houdt, terwijl zij zich ook door diens kameraad, den gentleman-huisknecht het hof zal laten maken. De gentleman in kwestie leert de schoonouders van den vliegenier de nieuwste dansen, daarin bijgestaan door het dienstmeisje. De huisvriend zal tot echtgenoot van zijn geliefde gepromoveerd worden, als men den naar Mars gevlogenen, eersten, gemaal dood waant. Edoch, veel moet hij zich van het huwelijk niet voorstellen, want liefde is niet voor den eigen man, doch altijd voor een ander weggelegd. Trouwens alles is van lieverlede op zijn kop gedraaid: de mannen loopen in vrouwenkleeren rond, de dames daarentegen zien er als heeren uit. Dan in de derde acte krijgen we een fötalen inkeer. Men gaaf in oer-stijve sobere kleedij rond, wijdt zich aan een nieuwen verheven godsdienst — alles echter is weer even hol, als de keerzijde der medaille was, die het heden te zien gaf (eerste bedrijf) — en de eenige, die waar en frisch aandoet is de plols van Mars teruggekeerde vliegenier, welke zijn vrouw meevoert, haar vrienden ten spijt. Het eindigt met een zedig uitziend dansje, reactie blijkbaar op den krankzinnigen Dinosaurusdans, welke we in twee fe genieten hadden gekregen. Dat was geestig en raak: de manier n.l. waarop Veterman, die trouwens ook prachtige invallen voor de kleedij heeft gehad, om dien dans in een futuristische omgeving met foebehooren, de muziek incluis, heeft uitgebeeld. Wanneer het publiek nog eenigszins tevreden de zaal verlaat, is dat m. i. in de eerste plaats aan Veterman s werk en dan ook aan het goede spel van Ghrispijn als gentleman-knéchf, Dick van Veen als diens makker, en liefhebbend vriend van des vliegeniers vrouw (waarin Jo Steenbergen veel goeds wist Ie geven) en van Nico de Jong, de vliegenier, te danken. T. K.
lieve jongen, hun Tom, gestorven was, waren zij nog meer van elkaar gaan houden, en nog meer op elkander aangewezen. De lekkage bleek op den zolder ontstaan. De huisknecht bleef er even bij kijken, om toe te rien hoe Morris an z'n werk begon. Jij schijnt ook haast te hebben, merkte de oude op. Natuurlijk. Oudejaarsavond, Ik wou wel graag bij de vrouw terug zijn. Dit is m'n laatste karrewei voor vandaag. Het is haast mijn laatste kanewei hier ook, antwoordde de ander. En er was iets in de manier, waarop dit gezegd werd, dat Morris deed opkijken. Je schijnt hier anders niet zoo'n slecht baantje te hebben. 't Was niet slecht, doch in den laatsten tijd is de toestand gekeerd. En we schijnen nu niet ver te zijn van wat ze in de boeken een crisis noemen. Het spijt me om m'nheer. Het is. een goeie man. Doch de zaken schijnen heelemaal mis. Ze spreken van een bankroet. 'n Akelig ding hè. Zeker als het zoo in den tijd van nieuwjaar komt als iedereen op betere tijden hoopt. De oude knecht schudde treurig het hoofd. Hij heeft 't werkelijk niet ' verdient, m'nheer. Het is een goede man. Maar d'r is hier in huis te veel noodig. Een jonge, mooie vrouw, 't is prachtig. Maar een, die niet van sparen weet en altijd maar nieuwe, dure dingen koopt, daar is niet tegen op te werken. Maar enfin, ik zal je niet langer ophouden, loodgieter.'tls hier koud en je wilt graag weg. Dus laat ik je alleen en ga ook weer naar mijn werk. De man. slofte de trappen af, terwijl Morris bij het licht van de kaars de lekkage trachtte te verhinderen, door het dichtsoldeeren van een pijp. Hij werkte flink door. Maar zijn gedachten keerden zich. telkens weer naar die mooie: vrouw, naar de vrouw, die van plan was haar man in densteek' te laten, juist op het oogenblik, dat hij haar 't meeste noodig had. Wanneer hij de vergelijking maakte met zijn eigen vrouw, dan was hij maar
ROYAJ MAAKT EEN5 KENNIS MET MI55 BLANCHE ROYAL
gelukkig, dat zijn Marie heel andere gedachten koesterde. Zij hadden beiden vreeselijk geleden onder den dood van hun lieveling. Doch zij konden het samen met liefde doormaken. Morris bewonderde Marie om haar tlinkheid en hij begreep, dat haar liefde voor hem een groote rol daarbij, had gespeeld. In ieder geval, zij hadden elkaar in hun leed nog meer gevonden. , En dan te denken aan die andere jonge vrouw, die haar man verlaten wilde met een trouwcloozen vriend, alléén om. dal zij anders de weelde moest opgeven, waarmee hij haar omringd had en welke voor een groot deel de oorzaak van zijn mislukking was. Terwijl Morris zoo met zijn werk bezig was en zijn gedachten, zooverre zij bij het werk niet noodig Waren, op andere wijze in beslag zag genomen, schrikte hij plotseling op, toen de zachte aanraking van een hand op zün schouder hem uit zijn gemijmer wekte. Omkeerend zag hij een kleinen jongen, 'n knaapje van 'n jaar of zes zeven achter hem staan. Wat is er, vent, je liet me schrikken. Wie ben jij, vroeg de jongen, wiens groote oogen den loodgieter nieuwsgierig aankeken. En wie ben jij? Ik ik ben Dick Merrington. Merrington ? Morris keek den jongen scherp aan en herhaalde: Heet je werkelijk Dick Merrington ?
De jongen kaikte van ja en •vroeg op zijn beurt: Vertel me nu ook ereis wie u bent. Ik ben de loodgieter en heet Morris. Het is Mer koud, vent. Doet dat maar aan. M'n jas is wel wat vuil, maar warm is hij wel. Dick liet zich niet lang vragen en schoot in de jas, die hem veel te wijd was. Morris heet u. Dat is grappig. Vader heeft dikwijls verteld, dat gedurende den oorlog en in zijn compagnie iemand, was, die Morris heette en die aan 't front zijn kameraad was. Dat klopt. Ik had een maat, Dick Merrington was zijn naam. Dat is dus je vader. Denk ereis aan, zoo overpeinsde Morris, dat ik het ben, die moet _ hooren hoe zoo'n mooie m'nheer m'n oude makker Dick z'n vrouw tracht te ontfutselen. Wil jij even den kandelaar vasthouden. Dick? Dan ben ik direct klaar, jongen en gaan we weer naar beneden. Dick zou geen jongen -zijn geweest, als hij niet graag een heuschen loodgieter had geholpen. Toen ze klaar waren en Morris zijn gereedschappen bij elkaar verzameld had, nam hij zijn zak en den kleinen jongen beide op en droeg ze naar beneden. Waar slaap je Dick, vroeg hij den jongen, ik zal je weer lekker naar je bedje brengen. Een paar minuten later zat Morris op den rand van een kinderbedje, terwijl de kleine
jongen tegen hem aanleunde en brand. En nog zat hij daar. met zijn helder stemmetje vroeg Plotseling werd de deur van of hij nog wat bij hem wilde het kamertje voorzichtig openblijven. Ik ben zoo bang alleen, gemaakt. Een „kling" klonk. zei hij. En 't sneed Morris door Het electrisch licht werd ophet hart. Natuurlijk dacht hij gedraaid. aan zijn eigen jongen, die Morris zag een jonge vrouw nooit,eenzaam was geweest. aan den ingang staan, die verEerst dacht ik, dat u het schrikt terugdeinsde. Kerstmannetje was, die nog op Wees maar niet bang, mezolder waart gebleven. En ik vrouw. Ik ben Morris, de loodhad hem zoo graag wat willen gieter. De huisknecht heeft mij vragen vergeten. En m'n nieuwe Wat had je hem dan willen kameraad is in slaap gevallen. vragen ? Morris zag aan den met bont Och (het kwam er met aar- afgezetten reismantel, aan het zelen uit) of hij pappie en koffertje in haar hand, dat deze mammie weer goeie vrienden vrouw het besluit genomen had, wilde maken. Vroeger was het de schepen achter zich te' verzoo anders. Maar nu is het branden, gereed stond om de zoo naar in huis. stem van den verleider te gaan Ze moeten weer kameraden volgen. worden, net zooals ik met je Ik was boven op zolder, om vader was, in de moeilijke oor- de pijp, die lek was, te repalogsjaren. reeren en toen kwam Dick naar Net zoo, m'nheer de lood- boven. Wat is de wereld toch gieter. En vol veilrouwen legde klein, mevrouwtje. De jongen Dickje z'n kopje tegen den noemde mij zijn naam en toen grooten zwaren man e n hij begreep ik, dat hij de zoon keek met een lieven, vertrou- was van. m'n kameraad in de wenden blik naar hem. Morris ooilogsdagen. Dick Merrington voelde een prop in zijn keel diende in dezelfde compagnie komen. En al wilde hij nog als ik. Wij hebben heel wat zoo graag naar Marie terug, moeilijke dagen meegemaakt. hij kon het niet over zich Hoe eigenaardig. Maar ik krijgen om z'n nieuw vriendje mag u toch niet langer hier te verlaten. Hij bleef bij hem houden, mijnheer Morris, u zult zitten en spoedig viel het kind, naar uw familie terug willen. tegen hem aangeleund, in slaap. Op oudejaarsavond zeker. Da's niets, mevrouw. Hij Morris wist werkelijk niet, slaapt zoo lekker. En dan, ik hoe lang hij op het bedje al heb in zoo'n langen tijd geen gezeten had. De kaars, welke jongen in mijn armen gehad. hij van boven mee had ge- Wij verloren ons zoontje net bracht, was reeds lang uitge- een jaar geleden.
■^v: ;'■■'■ ;
:
w
wwm*—""
r
Dat is vreeselijk, zei Violet Merrington. Mijn vrouw heeft haar verdriet dapper gedragen. U weet, hoe het dikwerf gaat (de loodgieter keek de vrouw van zijn vroegeren kameraad recht in het gezicht) juist als je elkaar het meeste noodig hebt, wil een van de twee bet zich wel ereis /il te makkelijk maken. Dat heeft mijn vrouw zeker niet gedaan. Een blos teekende zich af op de wangen der jonge vrouw en .zij wendde het hoofd om. Violet boog zich over het slapende kind. Haar kind. En iets scheen opnieuw in haar te ontwaken, dat te lang had gesluimerd. Haar jongen had 't zoo eenzaam gehad I Dat een vreemde hem moest troosten! Een vreemde, die meer liefde aan hem toonde, dan zijn eigen moeder. Mijnheer Morris, zei ze, en haar stem klonk wonderlijk zacht, vertel me ereis iets van uw jongen. Monis verlangde naar huis, hij wist, dat Marie op hem wachtte en ongerust zou wezen. Doch de eenvoudige man, hij begreep, hoe hij hier 'n hoogeren plicht had te vervullen, twee menschen te verbinden en drie gelukkig te maken, van die drie was er één een ouden vriend en de ander z'n nieuwste kameraadje. Elke minuut, dat hij de jonge vrouw in haar woning hield, was de kans minder, dat zij naar den ander zou toegaan. Daarom vertelde hij. Eenvoudig, maar met woorden die uit het hart kwamen. Over zijn jongen sprak hij en ook over haar man, zijn vriend, die zoo'n hartelijke kameraad was geweest, op wien je ko'n vertrouwen, wanneer de nood aan den man kwam. Ik hoop, dat u 't mij niet kwalijk zult nemen, maar ik hoorde vanavond hoe moeilijk hij 't in zaken had. Dat doet me zoo'n leed. Hij heeft het waarlijk niet verdiend en ik zou hem zoo graag de hand drukken, opdat hij voelt dat er nog vrienden zijn, die hem trouw willen blijven. De jonge vrouw verborg het hoofd in de dekens en Morris hoorde haar zacht gesnik. Mijn nieuwsite vriendje hier, wilde zoo graag het Kerstmannetje spreken, dat alle wenschen van kleine kinderen vervult. Hij wou hem vragen om pappie en mammie weer vrienden te maken. Dan was hij ook niet meer zoo alleen. Het snikken van de jonge vrouw werd heftiger. Morris stond voorzichtig op en legde zijn ruwe hand zachtkens op haar schouder. Mevrouwtje. Ze hebben je hier noodig. Loop niet weg. Alleen de ratten verlaten het schip als het zinken gaat. De bemanning schaart zich om den kapitein en luistert naar hem
,
!
^^-
;
;
EEN VERDIENSTELIJK ZANGER
- 1 -Cr VS* '1 i.J
--
.»
y
*
äks
mr f Jim
l^X-i* ^^^K' -' ^Mä*'
3ules Moes gehuldigd bij de opvoering van „Lohengrin" in den koninkiüken schouwburg te Den Haag Op 17 jarigen leeftijd werd hij lid der ,,Maaslrcchier Slaar". De Heeren Jan van Poppe! & P. Gielen hadden spoedig de bijzondere stemmidde!en van Moes opgemerkt en het duurde niet lang of Moes zou gaan studeeren voor operazanger. Om tot het Conservatorium te Amsterdam toegelaten te worden moest hij eerst een examen in de muziek alleggen, waarvoor hij door mevr. Robertoe en de heer Olterdissen te Maastricht werd voorbereid. Bij mevr. Roberfoe kreeg hij les in pianospel en bij den heer Olterdissen in muziektheorie. Na bovengenoemd examen met goed gevolg te hebben afgelegd, vertrok Moes in September 1899 naar Amsterdam om onder leiding van Cornelie van Zanten zijn zangstudiën te beginnen. Na het eerste studiejaar was Moes reeds zoover gevorderd, dal hij op 21 December 1900 reeds als solist te Winterswijk in de ..Calanus van Niels Gade" de tenorsolo's zong. Van af dien dag dateert Moes' eerste optreden en volgenden meerdere concerten en Oratoriumuitvoeringen totdat hij in 1902 door de directie van „Het Lyrisch Tooneel' de Heeren H, Engelen, P. Raabe en A. D. Loman aan genoemde instelling verbonden werd als eerste tenor voor de operette. Gedurende deze verbintenis zong Moes de tenorrollen in: Ermini, de Mikado, 't Model, de Bedelstudent, de Landloopers, Boccasdo. de Klokken van Corneville enz. In 1903 werd Moes verbonden aan het theater te Gent, waar hij naast de operette nog de Herbergprinses en de Bruid der Zee, beide groote Opera's van J. Blokx met zeer groot succes zong. Van 1905 tot 1910 was hij verbonden aan de Vlaamsche Opera te Antwerpen, waar hij eerst goed als operazanger tot zijn recht kwam. Zijn voornaamste successen te Antwerpen waren; Mime in Siegfried ; Max in de Freischütz: Walter in Tannhäuser; Merlyn in de Herbergprinses; Loge in Rheingold; Florestan in Fidelio enz. Van 1910 tot 1912 ging hij terug naar Amsterdam (RembrandtTheater) onder Directie van de Heeren Pauwels, Heukenroth en Kreeft waarbij het geheele Fransche, Duitsche en Italjaansche repertoire, waaronder Faust. Hugenoten, Aida, de Jodin, Tannhäuser, Lohengrin eriz. zong. Van 1912 tot 1916 volgde een verbintenis naar Praag (Oostenrijk) aan de Koninklijke Duitsche Opera, waar hij met buitengewoon groot succes alle groote Opera's waaronder Pedro in Tiefland, Arnold in Tell, Die Königin van Saba. Manrico in de Troubadour, RodolpR in de Bohème. Cavaradossi in Tosca, Die Jüdin, Rheingold. Paljas, Cavelleria. Carmen. Maskenball, Tannhäuser, Lohengrin enz. zong en van daar uit in Berlijn. Dresden, Breslau, Weenen en meerdere groote steden van Oostenrijk en Duitschland als gast optrad. Door den oorlog gedwongen, keerde Moes in Juli 1916 in Nederland terug en in September d. a. v. zong hij weer bij de Nederlandsche Opera onder G. H. Koopman. Gedurende deze verbintenis leverde Moes volgens verschillenden dagbladen zijn grootste creatie in de rol van Othello in .Othello" van G. Verdi. Toen volgde de Nationale Opera onder W van Korlaar met de Walter van Stolzing in de Meesterzangers van Nürnberg (van R. Wagner) Siegmund in de Walküre, Tristan in Tristan en Isolde. Afgeloopen seizoen zong Moes 7 avonden de rol van Tristan met de ,,Co-Opera-tie" in het theater des Champs Elysèes te Parijs met zeer groot succes en eveneens te Lyon en te Nice. Ook dit seizoen is Moes weer bij de Co-Opera-lie verbonden waar hij weer, zoowel in Nederland als in hel buitenland verschillende nieuwe werken zal creëeren. Bijzonder mag nog vermeld worden, zijne buitengewoone muzikale kennis en zijn groot talent als tooneelspeler, waardooF hij tot de meest populaire operazangers behoort. Ook als R. K. Kerkzanger is Moes vijf en twintig jaren een bekend solist.
met ongeschokt vertrouwen. Samen gingen ze voorzichtig uit de kamer. Hel knaapje werd niet wakker. Morris had diens hoofdje voorzichtig op het kussen gelegd en hem zorgzaam en liefdevol toegedekt. Toen zij beneden waren, opende Violet de deur, doch voordat de man wegging, nam zij zijn hand. Morris, je bent een goed man, je bent een engel voor mij geweest. Een die mij de juiste boodschnp gaf. Ik dank je. Ik ben geen engel, mevrouwtje. 'n Gewone loodgietermaar. Doch mijn taak is het om de lekkage te stoppen, om het kwaad te voorkomen. Nadat Morris weg was, bleef Violet hem na turen. Toen kwam Dick thuis, zijn gestalte was gebogen, zijn gelaal vol rimpels. Hij zag z'n mooie jonge, vrouw in de deuropening staan, gekleed alsof zij uit wilde gaan. Violet, riep hij. En er was een klank in zijn stem, die haar deed voelen, hoezeer zijn ziet naar haar uitging. De slag is gevallen, kind. Het faillissement en de schande zijn voorkomen, doch we zullen opnieuw moeten beginnen, veel kleiner en veel bescheidener. Weelde kan ik je niet meer bieden. Och, wat geeft dat,, als ik jou maar heb, jou en den jongen. Gelukkig trok hij haar naar zich toe en kuste haar innig en met eerbied. Zachtkens voerde ze hem mee naar boven, naar het kamertje van hun jongen. Hand aan hand stonden zij bij zijn bedje. Kapitein, zei Violet, het schip is zinkend, doch ik blijf je trouw en wacht op je bevelen. Goddank, gaf hij ten ,an/twoord en trok haar weer naar zich toe om de tranen uit haar oogen te kussen. Toen werd Dick wakker en hij zag hoe zijn ouders weer vrienden waren. O pappie, ik geloof toch, dat het 't Kerstmannetje was en niet de loodgieter. Merrington begreep er niets van, doch Violet beduidde hem, dat hij niet vragen moest. Zij kusten beiden, het knaapje goeden nacht en gingen weer naar beneden. Daar beleed de jonge vrouw alles wat er gebeurd was. Haar lafheid en wat Morris had gedaan. Vergeef mij, smeekte zij deemoedig, zonder Morris was het anders geweest. Dat is net iets voor hem. Zoo menigmaal als het vuur 't hevigst was, heeft hij mij geholpen. Laat ons over wat voorbij is, niet langer spreken. Een nieuw leven ligt voor ons. Laat ons hopen, dat het een zegenrijk en beter jaar zal zijn ....
.
EJëTWAAIF Ä
BESTEN
fei ÏM^.J^-r*tj£I^rtrMMjmMXM
Niet gauw uit het veld geslagen. Gast: Kellner 't is een schandaal hier. Niet alleen dat ik 'n biefstuk krijg net een lap leer, maar nu geef je me ook een mes, zoo bot als wat. Kellner: De combinatie is voortreffelijk, u kunt het mes op den biefstuk -aanzetten en daarna gemakkelijk snijden!
Nieuwjaarswenschen DooveoHde heer (op den chauffeur wijzend): Ik versta hem geen woord, wat wil ie nou eigenlijk..., Vriind: t Zijn alleen maar z'n nieuw aarswenschenf
Na rl|p overlas
Meurouw: Zoo Marie, je bent dus van plan om te gaan trouwen. Heb ie er wel over nagedacht, dat het huwelijk niet 'zander onaangename zijden is. Marie. Zeker mevrouw. Ik ben drie jaar hier in huis.
Bijgeloof. Sonjmige vrouwen gelooven, dat parelen en tranen met elkaar verbonden zijn ... totdat ze eindelijk de collier hebben, die nog mooier is dan die van haar vriendin. De weddenschap. Waar is je broertje. Piet ? Thuis. In bed. Wat is er met hem ? O, niet veel. We hebben alleen maai; gewed, wie het verste uit het raam kon kijken,, en... . Wat? Hij heeft 't gewonnen. Hij liet zich niets wijsmaken. Piet en Thomas wandelden in het park. Wat is dat nou ? vroeg de laatste, toen hij een bakje met water op den grond zag staan. Da's een vogelbadje, antwoordde Piet. Hou een ander voor den gek, zei de ongeloovige. Ja, de vogels weten daar precies, wanneer het zaterdagavond isl Niet veel verschil. Waarom ben je loch zoo dom ? zei de grootmoeder tot haar kleindochter. Je moet leereit sparen. Toen ik zoo oud was als jij, stak ik al mijn geld in een wollen kous. Och grootje, zoo iets doe ik ook. Alleen steeTc ik het allemaal in zijden kousen. Verdadht. Waarom heb jij die order voor de vulpenhouders weer ingetrokken ? Doodeenvoudig. De reiziger wien ik de order gaf, schreef zelf met een potlood. De paardenfabriek O pap. Ik heb vandaag toch zoo ie^s typisch gezien, zei de kleine Jacques. Wat was dat dan jongen ? Ik heb een man een paard zien maken. Da's niet mogelijk jongen. Paarden worden niet gemaakt. Heusch wel. Ik heb zelf gezien, hoe hij er de pooten aan spijkerde. Onder vriendinnen. Milly: Jack heeft me gisteren gevraagd en ik heb hem aangenomen. Willy; Zoo? Je weet zeker
Op het kinderfeest Bettle (gastvrouwije spelend): O. wat prettig, om weer eens een ourfe kennis te ontmoeten.
Na de nieuwjaarsfuif Hel lieve vrouvtje: Zeg mannie, aan wien moet ik dien .lantaarn" terugsturen, waarmee je vannacht bent thuisgekomen.
DE DRIMSCHE DORPSGESCHIEDENIS DOOR D. DE D.
Door Drims' duinachtige dreven, drentelde de dartele Dominé Derksens, deugdzame dochter Doortje; dit dametje deed dolgaame deugdzame daden. Dagelijks drenkte Doortje de dorstige dieren. Dertien donzige duifjes doorkliefden Drim's dieven, • doch de dartele dreumes Dirk des daglooners, Doris Donker, dreigde driest deze donzige diertjes, dit deerde de dierenbeschermende Doortje; de dartele deerne deed daarom den drommelsche dierenkweller door den duchtigen diender des dorps dooreenschudden. Doch de doorfrapte deugniet doorscheurde den donkerblauwe duffel des dienders, daar deze driemaal daags dronkemnakende dranken doorzwelgde. Dplzinnig doorboorde de degen des driftigen dienders
den doodsbleeken deugniet. De dorpsdiender duizelde, doorziende deze deerniswaardige doldriftige daad. De dorpsschout dagvaardde daarna den doemwaardigen doodslager, doch de diender deserteerde door de diligence die Drim's dorpsweg doorreed. De dochter des Dominé's Derksen doorleefde droevige dagen. Doortje doorkruiste daarna dagelijks droomerig de dennewouden, de dartelheid dervende, daar Dirk Donker's dood Doortje diukte, Dinsdag den derden December doorsloop de droeve dood de deur des Dominé's Derksen, diens desolate deugdzame dochter Doortje doodende. Dat doet de deur dicht.
(Bewerkt door H. A. Schimmel, Den Haag.)
;
: __
,
.
wel, dat hij vroeger ook met mij geëngageerd was. Milly: Dat weet ik niet. Wel heeft hij me verteld, dat hij vroeger een boel gekke dingen heeft gedaan. Maar gepreciseerd heeft hij niet. „Niet noodig". De volgende anecdote wordt verteld van het dienstmeisje van Piet van der H^m, den bekenden schilder, die dicht bij de haagsche boschjes een alleraardigst huis bewoont. Op een goeien dag wordt er gebeld en zoo'n reizend koopman in schilderijen belde aan. Juffrouw, moet m'nheer niet een mooi schilderijtje koopen ? Dank u wel m'nheer, was het antwoord, die hebben we niet noodig, die maken we-zelf! Moderne sprookjes. D'r was ereis een krantenbezorger, die vergat 'n gelukkig nieuwjaar te wenschen, Heelemaal niet moeilijk. Vindt gij het niet vreeselijk moeilijk, om je zin te krijgen thuis ? vroeg de eene gehuwde man aan den ander. Heelemaal niet, was het antwoord. Hoe speel jij dat dan klaar? Doodeenvoudig. Ik heb aan de kinderen, aan het personeel, aan iedereen in het huis voor eens en voor altijd gezegd, dat m'n vrouw de baas is, en dat men haar te gehoorzamen heeft. En ik verzeker je, dat m'n bevel opgevolgd wordt. M'n neef Jansen. is nou net zoo'n kerel om van alles te profiteeren. Op de sociteit had hij een voordracht gehoord over gasmeters. Een ingenieur had verklaard, hoe door den gasdruk de verschillende wieletjes in beweging werden gebracht en op die manier de cijfertjes werden verzet, die het verbruik aangeven. En die ingenieur had er schertsender wijze bij verklaard, dat als iemand van den anderen kant zou blazen, natuurlijk de wieletjes terug zouden draaien. Daar zat m'n neef Janssen over te prakkezeeren en waarempel, hij wist het zoo klaar te spelen, dat ' hij nu eiken dag aan het „terug-blazen" ging. Blijkbaar blies hij te hard. Want na verloop van de maand kwam de gasopnemer en die concludeerde, dat er wat aan den meter moet haperen. Want ziet u m'nheer, als die meter goed was, dan zou de gasfabriek u wel f 17.755 schuldig zijnl
MöoR H ET
ROT LOOD I enof-ts
o HL ■
■
1
M
.
•
'
______
'
HI3TORL3CHE FIGUREN DE SCHOENMAKER SIMON, LEERMEESTER VAN LODEWIJK XVII. De ware geschiedenis van dezen persoon uit het tijdperk der fransche revolutie, is moeilijk te vertellen, daar men zé slechts kent uit de nagelaten geschriften van hovelingen, die zich in hun brieven meer uitlieten over de roerende persoonlijkheid van den kleinen Lodewijk XVII, dan over den persoon, die hem bewaakt heeft. Toch kunnen wij hier wel een en ander over hem vertellen. Antoine Simon, zoon van een slager, werd in 1736 te Troyes geboren. Als schoenmaker vestigde hij zich in dezelfde straat, waar Marat en Danton woonden, die, evenals hij, geregeld de Club der Franciscaners, toen een der meest bekende clubs te Parijs, bezochten. Hoewel hij het lezen, noch 't schrijven machtig was, kon hij zeer welsprekend zijn en was zeer gezien bij zijn medeleden, zelfs werd hij tot lid van de Commune te Parijs verkozen, waarbij Robespierre zijn candidatuur steunde. Hij was in 1788 voor de tweede maal getrouwd' met een gewezen dienstbode. Marie Jeanne Aladame. Beiden waren 52 jaar. ,Zijn vrouw kende een weinig lezen en schrijven en daar zij steeds oppassend en vol toewijding geweest was, kreeg zij van haar vroegere meesteresse een klein jaargeld. Bij de bestorming van de Tuilerieën , bracht men de gewonden in de kerk der franciscaners, die men tot hospitaal had ingericht. De vrouw van Simon verzorgde de zieken met buitengewone toewijding en besteedde al haar spaarduiten aan versnaperingen voor de aan haar zorg toevertrouwde patriotten. Toen in 1793 de Parijsche Commune besloot, een leermeester voor den zoon van Lodewijk XVI te benoemen, koos zij daartoe Simon, die door Marat was aanbevolen. Men had den kleinen Capet wreed van zijn moeder gescheiden en Simon en zijn vrouw moesten hem bewaken. Zij kregen daarvoor resp. 6000 en 3000 pond, waarlijk geen kleinigheid. Zij konden dap ook met dit geld hun arme familie in de provincie steunen en hielden nog een aardig duit je over. Zoo werden zij 'dus in de Temple geïnstalleerd; niet alleen moesten zij den jongen prins bewaken, doch ook onderrichten. De eerste dagen was deze zeer bedroefd en deed niets dan weenen; telkens' trachtte hij de deur te openen, die hem scheidde van de trap, welke leidde naar het vertrek-van Marie Antoinette. Alles vergeefs I De grendels waren er uitgehaald. 's Avonds weigerde hij naar bed te gaan en sliep op een stoel; maar twee dagen later kreeg de vermoeidheid de overhand; hij ging te bed en kleedde zich 's morgens geheel ^Ueen aan. Er zijn geen bewijzen, dat Simon hem ruw behandeld heeft en zijn vrouw heeft hem alle mogelijke attenties bewezen, want ze hield zooveel van kinderen, dat ze het betreurde, er zelf geen te hebben. Was haar man wel eens hard tegen den jongen prins, dan trachtte zij steeds het kind tegen de slechte behandeling te beschermen. Toch bleef de jonge Lodewijk stil en in zich zelf gekeerd. Simon, die er lang niet bevallig uit zag: grof, dik, donker getint met lange zwarte haren en een ruwe, door het vele gebruik
van wijn en alcohol, schor geworden stem, begon hem op allerlei wijze te plagen. Zelfs liet hij hem „leve de republiek" roepen en patriottische liederen zingen. Ook liep het gerucht, dat men den zoon van Lodewijk XVI ontvoerd had en hem in triomf naar St. Cloud gebracht had; waarop de Conventie dadelijk een commissie benoemde, om naar deze zaak onderzoek te doen. Het bleek, dat het gerucht geheel uit de lucht gegrepen was, want men vond den kleinen prins en zijn bewaker rustig aan het damspel. Toch had Lodewijk XVII een treurig leven in de Temple. Simon ging zich bij elke gelegenheid, treurig of vroolijk, aan drank te buiten en eischte dan van zijn leerling de afschuwelijkste dingen. Dikwijls liet hij het achtjarig knaapje de kamer schoonmaken, schoenen poetsen, vaten wasschen en zelfs noodzaakte hij hem, wijn te drinken, maakte hem dronken en zette hem dan de roode muts op. Ook vertelde men, dat Chaumette, de procureur van de Commune, als speelgoed aan den jongen Lodewijk, een kleine guillotine had gezonden, die op de boulevards werden verkocht. Dit lijk 'n verzinsel; want men heeft guilliotines als kinderspeelgoed blijkbaar nooit vervaardigd.
Toen men zich bezighield met het proces van Marie Antoinette, maakte Hébert een afschuwelijk plan. Hij stelde voor, de koningin door haar zoon van hatelijke dingen te doen beschuldigen en Simon leende zich tot zulk een laagheid. Hoe hij tot dit resultaat kwam, weet men niet; voldoende is het, dat hij het kind er. toe heeft kunnen brengen, de schandelijke beschuldigingen te onderteekenen. Toen hij ondervraagd werd, bekende de prins alles, wat men hem vroeg. Marie Antoinette, die voor het gerecht over dit onderwerp gehoord werd, weigerde eerst te antwoorden en toen men bleef aandringen ,sprak zij: „Ik beroep mij hierin op alle moeders, die zich hier bevinden." Dit ontlokte veel tranen aan de toehoorders en de president van het gerecht haastte zich, een eind aan dit incident te maken, omdat hij vreesde, dat de sympathie voor de ongelukkige koningin wel eens te groot kon worden. Van dien tijd af veranderde Simon zijn houding tegenover het kind. Hij liet hem vaak op het platform van den toren wandelen, om hem frissche lucht te doen inademen. Hij zorgde voor een billiard en leerde den jongen het te bespelen. Ook bevond zich nog in de oude meubelzaal van de Temple een vogelkooi ■ met een kunstig nagemaakten vogel. Simon verzocht nu dit speelgoed weer in orde te laten njaken, wat 300 pond kostte énl door zijn aandringen kreeg hij zijn zin. Door de mooie liederen, die de vogel zong, vergat de jonge prins vaak zijn verdriet. Zoo was hij dus later vol goedheid voor zijn leerling; ook /.ijn vrouw behadelde hem met liefde en zachtheid. Maar enkele leden van de Commune waren afgunstig op de positie en vooral op het traktement van Simon; er werd een besluit uitgevaardigd, waarbij verboden werd, dat het ambt van lid van den raad mocht samengaan met een of ander betalend ambt. Simon werd dus voor de keus gesteld. Hij verkoos lid van den raad te blijven en gaf hierdoor een bewijs van burgerzin. Nog een week daarna bleef hij in de Temple en vertrok toen voor goed. Hij had veel moeite om zijn achterstallige jaarwedde uitbetaald te krijgen en tenslotte bezoldigde men hem met papieren van weinig waarde. Hij nam nu zijn oude plaats als strijder weer in en hechtte zich ten zeerste aan( Robespierre. Hij werd met dezen in hethetzelfde proces gewikkeld en den 1 oen Thermidor (28 Juli) 1794 terechtgesteld. Zijn vrouw kreeg een plaats in het ziekenhuis voor ongeneeselijken, waar zij in 1819 stierf. Een religieuze, zuster St. Lucie, die zich zeer aan haar had gehecht, verzekerde aan een andere zuster, dat „deze vrouw een goed en zacht karakter had". Ze was vroom geworden en bad steeds voor de ziel van het prinsje, waarvan ze veel gehouden had en voor de zaligheid van haar man, dien ze steeds betreurde.
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
....
i
...
_
gelijke, welke een tijdlang de sofa's en fauteuils in de boudoirs ontsierden, verdringt. Men maakt deze pop liefst als nabootsing van bekende actrices. Sommige dancings in de Ville lumiere zetten deze poppen in hun etablissementen. Goede dansers amuseeren zich met deze nieuwigheden een dansje te maken. • • ■ wK^
■ -^^^
.©. •
Tot nu toe droegen de dames, die aan wintersport deden, rustige kleuren als sportcostumes. Dit jaar heeft mevrouw Mode zich ook op dit gebied laten gelden. Op de Alpen ziet men overal de hoog gekleurde sport-truien, de gestreepte sport-mutsen en dergelijke meer. In Frankrijk poogt men een imitatie van Hollywood, de amerikaansche filmstad te maken. Deze. zou gevestigd worden in de buurt van Biarritz, dus niet ver van de spaansche grens. Men heeft daar alle voordeelen, welke noodig zijn, een prachtige streek, de zee in de nabijheid en gemakkelijke verbinding overal heen. Cosmo Hamilton, de schrijver van Silver Fox, een stuk, dat op het oogenblik in Engeland met groot succes wordt opgevoerd, was tien jaar uit Engeland. Hij keert thans als een rijk man naar Groot-Britanje terug. Hoeveel nederlandsche auteurs zullen het ooit zoover brengen, dat zij uit hun litterairen arbeid een kapitaal weten te halen ? De koning en koningin vah Engeland zijn bekend om hun voorliefde voor het theater, meestal bezoeken zij gedurende het seizoen alle bekende londensche schouwburgen en stukken van het jaar. Vooral de. koningin schijnt een goede beoordeelaarster te zijn. De koning noemt haar schertsender wijze zijn ,,play-taster" dus comedie-proefster.
•
•
i
Zend
Hij: Wel vriendin, wat ziet gij treurig Of ben je somtijds wat numeurig? Zij; Neen mijn vriend, ik voel me ziek. Hij: is hel misschien ook rheumatiek, of wellicht ben je zwaar verkouden? Zij: Ja ik denk dat ik het bed moet houden. Hij: Waren wij nu maar in ons vaderland Daar nad ik aitijd Togal bij de hand. Gij kent het wei en het is bewezen TOB«I heeft veel zieken reeds genezen. Wij olifanten worden daarom ook zoo oud Wijl wij met Togal ten zeerste zijn vertrouwd Maar wacht ik zal die menschen vragen Of zij mischien Togal bij zich dragen. Zoo ja, genezen is terstond uw kwaal.... Hoera! Hoera: ze hebben het allemaal. Zij: Gelukkig hebt ge wat gekregen vent! Hij: Ja, het blijkt hier overal bekend. Nu zal ons niets meer kunnen deren Je ziet. men moet toch altijd leeren.
if-
Een nieuwe parijsche gekkigheid is jde levensgroote pop, die de pierrots en der-
voor 8 Jan. 1926'een onderschrift bij dil plaatje.
Voor onderschrift bij afbeelding No. X werd de prijs van ß 2.50 toegekend aan den heer A. B. v. d. Snee te Kampen, voor het navolgende gedicht:
Ik
' Een eiland voor zich zelf. Deze weelde permitteerde zich Mr. Martin Coles Harmon, die voor £ 16.000, dus ongeveer twee ton, het kleine eiland in het Bristol kanaal kocht.
ODS
Dit onderschrift moet betrekking hebben op het plaatje en tegelijkertijd in verband staan met de goede werking der Togaltabletten voor rheumatiek, verkoudheid, slapeloosheid, influenza, ischias, griep, jicht, spit, hoofd- en zenuwpijn. Elke week wordt aan ae beste inzending een prijs van f 2.50 in contanten uitbetaald. Teneinde echter OOK meerderen goeden inzendingen tegemost te komen stellen wij bovenalen ten hoogste 10 troostorijzen ter beschikking. Zendt uw antwoord voor 8 Jan. 1926 aan ae Redactie. Galgewater 22, a£d. Priiavragen no. XIII, Leiden
•
• • Toen ik in een vliegtuig een portretje \j.nn den piloot teekende meende ik, dat ik al heel wat gepresteerd had. Maar een eend is mij de baas geweest.... Een vliegtuig bracht onlangs van Parijs naar Engeland zes eenden mee. Toen hij in Croydon landde, had een der luchtpassagiers een ei gelegd, dat heel overkwam !
!
m*
...
brengt, zenden wij u een der onderstaande boeken. E. T. A. Hoffmann, De Gouden vaas. Prosp. Mérimée, Carmen. Dr. J. P. Heije, Volksgedichten. M. Scharten-Antink, Sprotje. Erich Schlaikjer, Rika van den Dominee. A. L. G. Bosboom—Toussaint, Eene vertelling aan de Kaptafel. Mr. .Jacob v. Lennep, Een schaking in de Zeventiende Eeuw. Mad. de la Fayette, De Prinses de Clèves. Edward Bok, Leven-Worstelen Zegepraal. E J. Banfield, Bekentenissen van een strandvonder. H. v. d. Mandere, Montenegro. De navolgende ook geschikt voor jeugdige personen. Abr. Mosse, De Wereldwandelaars. G. Reginald Enock, In het land der Inca's. Mrs. Aubrey Le Blond, Avonturen in de bergen. Stuurt deze week nog de opgave voor eennieuiwen abonné aan de Adm. Galgewater 22, Leiden. Na enkele dagen volgt de toezending van het boek, dat gij bij uw opgave hebt uitgekozen.
Biauw-Wlt (2) contra DOrener Sportclub (1) 2en Kerstdag in het Stadion te Amsterdam Biauw-Wit valt aan.
De keeper van Duren redt.
•
■
,
■
■••■.■■
Amsterdam (2) contra Zuiden (0) In het Stadion te Amsterdam Voor het amsterdamsche doel.
■
CORRESPONDENTIE
« BfÄ^SäsK 1
•
ONZE NIEUWE PRIJSVRAAG
>p^^^ïS.^k
•0•
•
.Carl Laemmle, een der meest verdienste lijke mannen op het gebied der film-exploitarie, heeft onlangs Europa bezocht. Hij heeft o.m. zich de rechten van een nieuw opname-apparaat verzekerd, waarmede men de personen op den voorgrond als reuzen of als dwergen kan opnemen, terwijl de decors hun gewone afmeringen behouden. Het zal in de eerste plaats zéér goed te pas komen bij zijn opnamen voor de film „Gulliver's reizen".
•
'
•
•
.vm^wm*
EEN MOOI BOEK
ft
EEN LANGDURIGE VREUGDE
Amsterdam (2) contra Zuiden (0) In het Stadion te Amsterdam Een aardig spelmoment uit dezen interessanten wedstrijd.
FIETSVERMAAK
Om het kampioenschap van Rotterdam Sparta (3) contra Excelsior (2).
Kampioenschapswedstrllden Ie klasse klelnblUart te Utrecht Links: de heer Gehrels v. d. biljartvereeniging .Over het IJ" aan stoot. Rechts: De deelnemers.
Wat is Een En zij Dat
Troostprijzen ontvingen de beeren: S. J. Fels, Amsterdam; B. Heyenger, Den Haag; M. H. v. d. Rijn.Scheveningen; E. P. Rotteveel, Den Haag en Wed.H. Bijl,Schiedam
0.
Onlangs hebben we de vraag van een onzer lezeressen, die een versje op Napoleon zocht, beantwoordt. Een onzer lezers, de heer C. N. te Apeldoorn, geeft een betere oplossing aan de hand. Hij meent, dat het versje, dat hij in een boek, getiteld Neerlands onafbhankelijkheid, van Dr. J. R. Callenbach, aantrof het bedoelde is. Het luidt: Ateerlands geesel, menschenmoorder, armoedzaaier, rustverstoorder, • Pest der menschen, oorlogskweeker, Oproerkraaier, woordenbreker, Landverrader, godverzaker, ZTchtverbreker, oproermaker, O monster, voor de hel bekwaam, A'eem d'eerste letters, 't is uw naam. Ook de heer P. B. te Enschede zond ons precies dit zelfde versje. Beiden beeren betuigen wij hierbij onzen dank.
5»
Boeken zijn de beste vrienden van den mensch. Men roept ze wanneer men ze noodig heeft en zet ze weer weg, wanneer men hun gezelschap niet -begeert. Wilt ge, zonder veel moeite en zonder kosten een aantal goede boeken in uw bezit krijgen, helpt ons dan het getal onzer lezeressen en lezers te vergrooten. Voor eiken nieuwen abonné dien gij aan-
het toch heerlijk, wat is het toch fijn tochtje te maken per wiel, die het deden, bekenden 't ook ras. 't nimmer hun ooit tegenviel. (Refrein) Een tochtje te maken, door bosch, en dal, 't Is toch zoo eenig, prettig vooral, Vormt dus een clubje, maak je gereed. Je bent al over, voor dat je 't weet. Op 'n Zondagmorgen, trekt men vroeg er uit Beladen met brood, fruit en koek, Aan 't einde der reis, vleid' men zich [neer in 't gras Of leest er een tijdschrift of boek. (Refrein) Kondigt 't dorpsklokje, den middagtijd aan. Welnu, dan beginnen we ons ontbijt. Ieder neemt dan een broodje, met kaas [of met koek, Wijl men zich in 't gras nedervleit. (Refrein) Zoo tegen den avond komt ieder weer thuis, Zeer vroolijk, en geheel voldaan, We maken een afspraak voor een volgend keer, Waar wij dan eens heen zullen gaan.
(Refrein)
Marie Hamel en Alex Frank in
Matrozen-kerst, de proloog In het Tuschinski-theater te Amsterdam.
,,3oop ter Heul" bli 't Nieuwe nederl. tooneel in den Hollandschen Schouwburg te Amsterdam Links: Scène uit de eerste acte, Elias v. Praag, Marie Meunier, H.Demmink. Rechts: Julia de Gruyter, Carl Veerhoff.
mmmmmmm^^^
■
-—
;
—MI,
,
;
;
f-y
'i EEN ROMAN VAN DEN | i EERSTEN CONSUL i Al zeer vroeg was de ijssport hier te lande een echt nationale sport. In „Hollands roem en kunsten" schrijft baron Collot d'Escury: ,,Het rijden op het ijs met een soort van schoeisel van gladde en scherpe ijzers voorzien, is een kunst, welke hier bepaald thuis behoort, en reeds in de veertiende eeuw werd beoefend." In Noorwegen, een land waar het ijsvermaak nog meer inheemsch was en is, waren in de i 6e eeuw nog beenen schaatsen in gebruik. De ijzeren schaatsen waren daar toen nog zeer onvolmaakt. In deze industrie ging Nederland voor. Ook hier te lande moet men in vroeger tijden op „koeribben hebben gereden. In Rusland werd het schaatsenrijden eerst in het begin van de 19e eeuw gebruikelijk. In Frankrijk werd. het eerst in de 18e eeuw een vermaak van het hof en de aristocratie. In Duitschland was het schaatsenrijden ook al heel vroeg inheemsch. In Engeland bracht Karel II, die vele jaren ten onzent in ballingschap had doorgebracht, het schaatsenrijden in de mode. De schaatsenrijderssport heeft vele dichters in vervoering gebracht. Zoo geeft mr A. Bogaers in „De Schaatsenrijdcr" aldus uiting aan zijn gevoelens: Welk een genot, op die ijzers te drijven I 't Ruim te doorkruisen in gonzende vlucht,
Bogen op 't galmend kristal te beschrijven. Zacht gedodeind, als gewiegd op de lucht 1 Reiger, hoe vaak bij uw zwaai door de [wolken, Wenschte ik, benijdend, uw wieken voor mij, Maar nu ik zweef langs de blauwende kolken. Houdt uw gevleugelt, ik vlieg er als gij. Ett'lijken weven, bij 't hellen en gieren (Hollandsche kunst) een bevalligen dans. Anderen, gekromd in het spannende pogen, Snel te bejagend voor konstigen zwier, IJlen, als pijlen, den bozen onttogen. Recht naar het doel, op de Friesche manier. Dezen winter hebben we al zeer vroeg kunnen zwieren over de banen. In den befaamden winter van 1890—91 reed men in Groningerland reeds den 2 5sten November op schaatsen. Dat was dus nog vroeger. Thans hebben we waarschijnlijk een voorwintertje gehad, ofschoon de bijenboer uit Veendam uit de gedragingen
Op de grachten te Groningen der bijen in den nazomer reeds een ouderwetschen, langen en strengen winter meende te kunnen voorspellen. De schaatsenindustrie heeft natuurlijk groot belang bij een langen \vinter. Het vorige jaar, toen de vorst uitbleef, hebben vele fabrieken een slechten tijd gehad. Een bekende schaatsenfabrikant zag zich zelfs genoodzaakt, zijn werkvolk te ontslaan wegens slapte in het bedrijf. Eén dag „ijs en weder dienende" beteekent voor
•» •
de schaatsenindustrie reeds een belangrijke verhooging der bedrijfsconjunctuur. De grootste enthousiasten onder de amateur hardrijders kunner^ een winter zonder ijs niet verdragen. Zij hunkeren naar de ijsvlakte en zijn niet eerder gelukkig, voordat ze in Davos de beenen kunnen uitslaan op de banen voor training. De noordelingen hebben in Davos al menig keer een goed figuur geslagen. We herinneren aan de praestaties van Max Tetrner en anderen, die den Nederlandschen Schaatsenrijdersbond met trots vervulden. De groningers worden nog altijd geprikkeld door het glorierijk voorbeeld van hun vroegeren stadgenoot, den nu overleden wereldkampioen Jaap Eden, die al zijn tegenstanders zonder onderscheid heeft overwonnen op de schaats. De korte baan-hardrijderijen in Friesland zijn nog steeds favoriet. Zelfs in deze enkele dagen van vorst zijn de matadors reeds weer ettelijke keeren tegenover elkaar geplaatst. Ook de .vrouwelijke kampioenen weren zich opnieuw. Bij wijze van attractie heeft men dezer dagen een nieuwe ijsbaan te Groningen (de ijsbaan „Het Noorden") feestelijk ingewijd met een hardrijderij voor vrouwen. Wie zijn vrouw lief heeft, moet haar steeds voor oogen hebben, zei een schipper. Hij liet zijn ega 's zomers in de lijn van 't schip loopen ■— en des winters hardrijden op schaatsen. A. V. W.
W
DOOR
@
I
MATHILDA MALLINQ
|
Het was ten gure, stormachtige dag in den laten herfst van het jaar 1800 dat Edmte de la f eulUade een dochter uit een adelijk geslacht tn de Vendée. van den Abbi Bernier verneemt, dat xljden volgenden dag naar Parijs zou gaan vergezeld door Monsieur de ChantiUon. De koningsgezinde partijen hebben vrede met de republikeinen gesloten en daardoor Is deze- reis mogelijk. Het jonge meisje is geschrokken met het bericht, Doch staat haar tegen, dat men, blijkbaar zonder haar voorkennis terug wil komen op de mogelijkheid haar uit te huwelijken aan Louis de Chateauneuf voor wicn zij' als kind bestemd was. Het was voor haar eene vernederende gedachte, dat hare bloedverwanten haar bij de eerste beste gelegenheid wegzonden en eencn man wilden opdringen, die weliswaar sedert jaren tot haar gemaal was bestemd, maar die baar wellicht vergeten was. Buitendien zou zij tot hem komen, ontbloot van alle middelen, en zonder eenig ander vermogen, dan hare aanspraken op goederen, waarop beslag gelegd was, en die zij waarschijnlijk nooit zou terugkrijgen, fa, zij bezat zelfs niet eene ordentelijke reisjapon, waarin zij voor hare familieleden zou kunnen verschijnen. Lang en breed wordt over Parijs gesproken. De reis daarheen duurde 14 dagen. Gedeeltelijk legde men den afstand In de koets af, ook reed Edmée wel achter op het paard van Monsieur de ChantiUon. Zij hoorde voor het eerst met bewondering over Napoleon Bonaparte den eersten Consul, spreken. Edmée moest zich wel wennen aan de veranderingen die het nieuwe regime had veroorzaakt. Vroeg In den morgen vertrok het gezelschap op weg naar Parijs na een hartelijk afscheid van de bloedverwanten. In Parijs ziet het meisje niet alleen een nieuw leven maar een nieuwe wereld. De „legitimisten" de aanhangers dus van het koningschap, zien In den Eersten Konsul Napoleon den man, die hun Idealen zal helpen herstellen. Edmée woont een parade bij en Is zeer getroffen door het optreden van Napoleon. Tegen haar wil juicht zij mee Kort daarop wordt zij door Abb* Bernier aan den Eersten Konsul voorgesteld. Deze zegt t „Ik heb u vroeger al eens gezien. Het was bij de voorlaatste parade". Napoleon heeft op buitengewoon welwillende wijze Edmée's belangen behartigd. Zfj maakt kennis met de heerschende kringen en hoort hoe Josephine, Bonaparte's vrouw, haar man bedriegt met een onbeteekenenden fat, zekeren Monsieur Charles. Bonaparte maakt een einde aan de feestelijke samenkomsten, welke zijn vrouw organiseert tijdens zijn afwezigheid. Hij berispt Josephine ernstig en denkt aan echtscheiding. Hij wil haar nog een kans geven en geeft haar daarom een jaar tijd. De toestand is voor Frankrijk zeer ernstig geworden en Bonaparte volgt met spanning de ontwikkeling zijner militaire plannen. Op een zekere dag gaat hij ter ontspanning In de Jardin des Plantes wandelen en ontmoet daar Ëdmte de la Pcuillade met haar tante en neef. Hij spreekt met haar en het meisje uit op naïve wijze haar bewondering voor hem. Napoleon vertrekt daarop naar Itall«, Louis de Chateauneuf, Edmée's neef, heeft bemerkt hoe het meisje zich voor den Eersten Consul interesseert en hij is jaloersch. Aan tafel maakt hij hierover een scène, die eindigt met een liefdesverklaring zijnerzijds. Edmte antwoordt hierop niet In toestemmenden geest, doch laat hem heel veel hoop. Zij is in Louis gezelschap en dat van zijn vrienden en amuseert zich. Voor het naar bed gaan staart zij door het venster. Haar kamenier komt met een brief binnen. Deze blijkt afkomstig te zijn van den Eersten Consul, die het meisje in hartstochtelijke woorden zijn liefde verklaart, in Edmee's hart vindt deze liefde weerklank. Geheel Frankrijk volgt den veldtocht in italic met spanning. Napoleon heeft tegen aller verwachting de overwinning behaald, Edmée Is gelukkig. Zij vindt thuisgekomen een brief van den Eersten Konsul. Zij gaat met hare familie naar het buitengoed Belles Rives. Napoleon zendt een van zijn bedlenden erheen en komt spoedig zelf. Op zijn eigen onstuimige wijze verklaart hij het meisje zijn liefde. En zij kan zich niet weerhouden om hem haar wederliefde te bekennen. Hij moet het wederzien wel tot haar terugkomst naar Parijs uitstellen. Door een ongeval dat haar tante overkomt is Edmée echter aan Belles Hives gebonden. Zij schrijft Napoleon een brief, doch hoort niets van hem. Terwijl zij op een dag op het terras staat ziet zij hoe het paard van haar neef Louis nadert. Louis bemerkte hoe Edmée's hart niet meer vrij is en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen hun huwelijk zoolang uitstelden. Na eenigen tijd gaat het meisje weer naar Parijs, waar zij op een bal wordt genoodlgd, dat ook door den Eersten Konsul wordt bezocht. Zij houdt zich op den achtergrond, doch Napoleon ziet haar en komt dan naar haar toe. Met moeite kan hij zijn liefde verbergen, doch zij weet hem te bedwingen, daar Louis naar hen kijkt. Napoleon dwingt haar de toezegging af dat zij hem zal ontmoeten. Dlenzelfdcn avond zegt Louis de Chateauneuf aan zijn nicht, dat hij haar moet spreken. Hij vertelde haar, dat hij door het Ministerie van Bultenlandsche Zaken naar Londen gezonden wordt en neemt nu afscheid van zijn moeder. Op het laatste oogenblik, voordat hij het huls verlaat, spreekt hij nog met Edmée, Op zijn vraag of er nog eenlge hoop voor hem bestaat, antwoordt zij vol smart „neen". Edmée gaat daarna bij Mad. Junot logeeren. Denzclfden dag brengt Bonaparte zijn ouden kameraad een bezoek. Mad. Jlinot Is erg geagiteerd door dit eerste bezoek van den grooten man. Edmée wil liefst 'n ontmoeting methem vermijden en verlaat 't vertrek. Doch Bonaparte volgt haar en op hartstochtelijke wijze spreekt hij van zijn liefde .Edmée toont hem hoe ook hij alles voor haar is. Spoedig daarop ontmoet zij Bonaparte weer bij Mad. Bonaparte en ook daar toont zij hem hoe gelukkig zij met zijn liefde is. Napoleon wordt hoe langer hoe overmoediger. Hij weet Edmée een papier in de handen te spelen, waarop staat, dat hij haar 's avonds om elf uur zal komen bezoeken.. Met schrik en met spanning ziet het meisje dat bezoek tegemoet. Na dit eerste bezoek volgden vele. Edmée ging naar Napoleon. Doch alleen haar dienstmeisje en zijn trouwe dienaar wisten, wie die gesluierde dame was, welke zoo vaak bij den Eersten Konsul kwam. *
De vensters van al deze vertrekken keken in tegenstelling met die van Bonaparte's particuliere kamers op den binnenhof uit. In Constant's kamer legde zij haar natten mantel en haar sluier af en ging toen snel alleen naar het slaapvertrek van den Eersten Konsul. Hier behoefde zij geen stoornis te vreezen, want na elf uur mocht niemand zonder uitdrukkelijk bevel deze kamer betreden. Na dezen tijd was zij ter
Melssonier
beschikking van Mademoiselle de la Feuillade, die dikwijls gedwongen was, urenlang op hem te wachten, wanneer hij door werkzaamheden in beslag werd genomen. De kaarsen waren naar gewoonte ontstoken en in den haard brandde een helder vuur. Bonaparte stond dikwijls midden in den nacht op en vond gaarne, wanneer hij ontwaakte, een warme kamer. Edmée ging naar den schoorsteen en stookte het vuur op, 'terwijl zij luisterde, of hij misschien in de bibliotheek was, die hij gewoonlijk als werkkamer gebruikte. Daar zij echter geen- gerucht hoorde, waagde zij voorzichtig de deur te openen. Er was niemand in het vertrek, maar uit „het groote Kabinet des Konings" waar men, zooals zij wist, gewoonlijk ministerraad hield, weerklonken druk sprekende stemmen. Zij stond een oogenblik stil — zuchtte — en'ging naar den spiegel, om haar toilet wat in orde te brengen. ZÜ had in het hotel de Périgord gedineerd en was dadelijk, nadat zij zich naar huis begeven en hare tante goeden nacht gewenscht had, naar hare kamers gegaan en de geheime trap afgedaald, zonder zich te verkleeden of ook maar overschoenen aan te trekken. Haar toilet was zeer ondoelmatig voor een wandeling in zulk een ruwen winternacht: zij droeg een japon van Valencienes-kant over een lichtgroen onderkleed en een diadeem van smaragden en paarlen in het haar. Zij lichtte haar japon wat op en bezag haar schoenen, die vuil en doorweekt waren. Altijd nog scheen het gesprek in het kabinet even druk gevoerd te worden — het kon lang duren! Zij liep op en neer en beproefde^ haar natte, koude voeten warm te stampen. Ten laatste vermocht zij zich niet meer staande te houden — de klok wees nog niet twaalf — zij zette zich in den grooten stoel aan den schoorsteen, deed haar schoenen en kousen uit en trok de voeten onder haar rokken in de hoogte. Tiïrwijl zij zoo zat, werd zij door moeheid overmand en door het onduidelijke geruisch der stemmen uit het kabinet, dat hu eens luider, dan weer zachter werd, in slaap gewiegd, zonk zij na enkele minuten in een diepe sluimering. Zij sliep reeds zoo vast, dat zij het in "het geheel n iet bemerkte, toen kort daarop de deur geopend werd en de Eerste Konsul door Duroc vergezeld, snel binnentrad. Toen Bonaparte den drempel overschreden had, ontdekte hij haar. Hij keerde
Napoleon
zich haastig om, als wilde hij de deur voor Duroc sluiten; maar het was te Iaat — deze had haar reeds gezien en herkend. Als een afgemat kind, met de hand onder de wang, zat zij in den grooten stoel gedoken, terwijl een barer bloote voeten onder den rand van haar japon te voorschijn kwam. In haar licht, teedergekleurd gewaad, met den puntigen, op een kroon gelijkenden diadeem op het hoofd, door het roode schijnsel van het haardvuur verlicht, zag zij er uit als de prinses uit een sprookje, die in den kouden winternacht hier verdwaald was geraakt. De beide mannen bleven een oogenblik zonder te spreken voor haar staan. Toen wendde Bonaparte het hoofd even ter zijde en keek zijn adjudant aan. Zijn gelaat had een uitdrukking zoowel van triomfantelijken trots als van weifelende verlegenheid. Duroc begreep dadelijk alles; hij bukte zich en raapte een der kleine, natte, zijden schoentjes op. „Arme, kleine prinses 1" zeide hij 'zacht op een toon, die zelfs niet naar spot of geringschatting zweemde. „Zij heeft wat moeten verduren, om bij haar vriend te komen!" Bonaparte's oogen vulden zich plotseling met tranen, hij omarmde Duroc. „Ga nu heen, mijn vriend, mijn beste vriend.... Ik zal haar wekken, zij mag niet weten, dat je haar gezien hebt. Het zou mijne kleine, trotsche vriendin kunnen verjagen!" Duroc drukte hem de hand en sloeg den blik omhoog. Toen ging hij zwijgend heen. Na den iSden Brumaire sliep de Eerste Konsul zelden meer. dan drie uren in den nacht. De kaarsen en het haardvuur brandden altijd in zijne kamer, en op eene kleine tafel moesten iederen avond eene flesch wijn, eenige vruchten en eene koude pastei klaar gezet worden. Thans was het ongeveer vier uur in den morgen. Een weinig bleek in het schijnsel der bijna geheel opgebrande kaarsen stond Mademoiselle de Ia Feuillade van de tafel op, waaraan zij een oogenblik gezeten had. De Eerste Konsul reikte haar een glas champagne. „Drink, mijne koningin! Je bent bleek als de leliën van den koning, beproef, of de wijn van den koning je weer kleur kan geven. Ik drink hem ter eere van mijne Edmée en van Frankrijk!" Hij vertrok even het gezicht. „De champagne smaakt goed, maar...." „Je geeft toch de voorkeur aan je Chambertin met water/' antwoordde Edmée
,
„Voor mij zijn alle uren. van den dag lach
MET ONZE JONGENS OP STAP Een alleraardigst klimpartijtje hadden we Vrijdag. We gingen „markten". Dat doen we meer als we in Arnhem vertoeven. En dan gaan we gewoonlijk langs de bloemen, langs de appels, peren, bananen en wortelen. En we vergeten niet den haring en bokking in d'r glazige oogen te kijken! We hadden tante Toos meegenomen, want die houdt ook van „markten", maar meer om de bloemen dan om den haring. En wij weten ook, dat zij veel van klimpartijtfes houdt, niet om de klimpartijtjes zelf, maar meer omdat zij hoopt iets van haar lichaamsgewicht te verliezen. We waren — heel toevallig — in de buurt van den toren. Daar zagen we eieren en boter, echte boter, kisten met stroo en meer verkoopbare en niet-verkoopbare goederen. Daar zagen we' ook een man het slot opendraaien van het deurtje — het is inderdaad een deurtje — dat toegang geeft tot het inwendige van den machtigen reus, dien wij arnhemsche toren noemen. Daar zcm worden „gespeeld"; de heer Oremus, de klokkenist, zou eenige liederen ten beste geven, hij zou de klokken laten zingen. „Komt het u gelegen?" vroegen wij den man. „Jawel, meneer." „We zijn met z'n tienen." „O, dat beteekent niets, meneer." We vroegen met de oogen aan tante Toos, wat zij er van dacht en deze knikte lachend. „Is het niet gevaarlijk ?" vroeg zij. „Als je van den toren valt, heb je 'n dut in je hoed!" „Ja, maar ..." „Kom u gerust mee, juffrouw. Er is geen gevaar bij." Het woord van „den man" stelde haar gerust. En we togen opwaarts. Een-twee, eentwee, ging het de smalle steenen wentel-, trappen op en we hielden ons goed vast aan het touw, dat moest dienen als leuning. „Zijn we d'r nog niet ?" vroeg tante Toos, blazend van de warmte. „Nog 'n klein rukje, tante!" Én voort ging.het: een-twee, een-tweel „Och, lieve hemel, waar gaan we toch naar toe ?" „Nog 'n klein rukje, tante!"
—
^PPW^PÜ^5^
Een-twee, een-twee! Eindelijk, daar waren we bij de groote klokken. „Dit zijn de luiklokken," hoorden we zeggen. Het was de stem van den man. „De grootste weegt 5500 kilogram, werd in 1539 gegoten en is 'n geschenk van hertog Karel van Egmond. De volgende weegt 3400, de daaropvolgende 2400 kilogram; deze twee klokken zijn veel ouder." „Allemachtig, wat een knapen!" riep tante Toos, terwijl zij met een zakdoek langs haar gezicht ging. „Hoe hebben ze die dingen boven gekregen langs zoo'n smalle trap!" „Dat is en blijft 'n raadsel," zei de man. We bekeken de klokken en lazen de randschriften, die daarop voorkwamen, tenminste wij probeerden dat te doen. Dat van de grootste was in latijnsch schrift, dat van de twee andere in oud-gothische letters, met de noodige afkortingen, zooals dat in de middeleeuwen gebruikelijk was. „Carolus 1539," las tante Toos. „In het woord Carolus staat 'n v in plaats van 'n «," zei Bob, die druk bezig was het randschrift van de grootste klok over te schrijven. „Carolus beteekent Karel," zei tante Toos. „Karel van Egmord". „Ik. ben niet zoo goed met de latijnsche taal op de hoogte," zei Bob, zonder op te kijken van haar werk. „We gaan verder," zei de man. We gingen eenige trappen op, hielden ons goed vast aan het touw en kwamen aan den' z.g. eersten omgang waar we het beiaardhuisje vonden met. het klavier
ik rust hebben wil? Ik hoop bij God, dat ik in vele jaren nog geen rust zal krijgen! Neen, blijf Edmée ..,. Ik wilde je nog iets zeggen ..." Hij glimlachte, drukte hare hand, keek voor zich uit en peinsde over een voorwendsel om haar de gedachte aan heengaan te doen vergeten. (Wordt vervolgd.)
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON'
NEWWISON uvwc Aifiisr COMPARISON wmi| Rl VI Al S NO
Wij noodigen U .uit tot een, bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
...'.. .
.
LE1DSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 WITTE DE WITHSTRAAT 88
voor de carillonbespelingen. Boven ons zagen we verschillende groote en kleine klokken. „Hier speelt de heer Oremus z'n aardige liedjes," zei de man. „Wat leuk," zei tante Toos. „Net 'n piano. En wat 'n draden! O, nu zie ik het; die draden staan in verbinding met hamers, die op de klokken slaan." „Zoo is het," zei de man. Wij bekeken een en ander en lieten ons vertellen, dat het klokkenspel geleverd werd door de bekende gebroeders Hemony, en wel 25 klokken in 1652 en 7 in 1661; in 1734 werd het geheel aangevuld met 9 kleinere klokken door Baptiste Ie Vache. Toen stegen we weder opwaarts naar den z.g. tweeden omgang en keken tegen de 4 groote wijzerplaten. Daar hadden we een prachtig gezicht op de markt, met al het gedoe van de koopende en ver^ koop^nde menschen. Wat leek dat alles klein — net een mierennest! En dan de huizenzee met de kleine en groote straten, kleine en groote tuinen, kleine en groote boomen. En verderop 't heerlijke Sonsbeek, waarachter bosschen en de Veluwsche heide. En wat leek de Rijn een klein, smal watertje, een lint als het Ware, dat was neergelegd op een groot groenachtig tapijt! Uren zouden we zoo kunnen kijken naar de aarde, de groote aarde, die toch zoo klein leek, naar de menschen, die mieren leken, naar de lucht, de groote, oneindige lucht... Plotseling werden we opgeschrikt: meneer Oremus begon zijn spel, liet de hamers op de klokken dansen en de klanken over de aarde rollen. Wat was daf groot, dat geluid — en heerlijk! „We zouden nog hooger kunnen klimmen," zei de man, „maar... ziet u, met jongens...." „'t Is voldoende, beste vriend. We zullen weer naar beneden gaan." En m^t een lustig wijsje, langs het touwtje, ging het weer: een-twee, een-twee, naar de groote aarde, die daar boven zoo klein leek, Spoedig waren we weer op de markt, tusschen de eieren, bananen, haring, bokking — die we in d'r glazige oogen keken. Tante Toos was blij, dat ze weer op den beganen grond liep, „want," zei ze, „het was me daar in dat hooge gevaarte te warm!" THEOPHILE MALUSSE.
i
■
Verkeerd begrepen door F. MONTGOMERY Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad
\ I
NinuWJAARSWENSCH UOOR DE JEUGD.
1 |
Baron Everard verloor jong aijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche kinderjuffrouw heet Vlrglnle. De baron Is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg blij, Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is. dat hij van plan la de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel. Informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Den volgenden dag gaat de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom mei de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een wetnig jaloersch is. Na dat oom weg Is. smeedt Humphrey plannen om voor de ..wilden" die bij zijn vader sullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het lesuurtje van Vlrginie valt hem wat zwaar. Zij plukken de paddenstoelen, doch het avontuur is bij langena niet zoo prettig als vooral Humphrey zich dat heeft gedacht. Alfred is voor dien taak niet berekend. Vlrginie ontdekt tot haar grooten schrik dat de jongens voor dag en dauw weg zijn gegaan. Natuurlijk worden ze ontdekt en Vlrginie is doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De adellijke vrienden van den baron komen op visite. Humphrey mag bij de ontvangst zijn, doch tegen zijn gewoonten in is hij heelemaal niet wellevend. Hij meent toch dat al die menschen wilden zijn en staart ze aan. Gelukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten. Humphrey neemt afscheid van alle beeren. Wat vreeseltjk lang duurt. Eindelijk gaat hij naar bed. Als zijn vader 'savonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey in zijn bedje te snikken. Hij is bang dat zijn oom in de hel komt voor ztjn liegen. Vlrginie klaagt over hem en de baron moet Humphrey beknorren, doch al zijn pogingen stuiten af op Humphry'santwoorden, De baron gaat met zijn oudste zoon uit rijden, Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor zijn vader Iets voor diens verjaardag te koopen. Hij gaat er een klein winkeltje binnen doch zijn bezoek is niet fortuinlijk. Tenslotte vindt hij een sigarenkoker dien bij koopt al rookt zijn vader niet. Hij vindt het vreeselijk om zijn geheim te bewaren. Hl) krijgt van zijn vader een stuiver en belooft hem dat geld te bewaren om den dooven Dyson van het opgespaarde geld een hoorn te koopen, Humphrey is zöó vol van het geheim, dat hij zijn vader maar niet mag vertellen, dat hij het met alle geweld aan een dame van de kennissen van zijn vader wil mededeelen, bij welke familie zij een visite maken. Bij het naar huls gaan hoort Humphrey van zijn vader dat er twee beeren op bezoek komen. Deze blijken heel aardig tegen de Jongens. Na het ontbijt worden zij echter alleen gelaten tot dat Vlrginie komt roepen. Daar het weer te slecht Is om naar de kerk te gaan. wordt er thuis een godsdienstoefening gehouden. 's middags wordt het huls bezichtigd en vindt een der gasten op de kinderkamer den sigarenkoker, tot grooten schrik van Humphrey. De zaak komt echter in orde. want deze bezoeker. Kolonel Sturt interesseert zich ook voor de horen voor den ouden dooven Dyson, waarvoor Humphrey geld spaarden. Hij belooft den jongens dit apparaat om vijf uur te zullen zenden. Vol opgewondenheid gaan zij de horen halen. Op weg naar Dyson open Humphrey het pakje en laat Alfred den inhoud zien. De jongens zijn natuurlijk erg geïnteresseerd bij het Instrument. Dyson moet wakker gemaakt worden voor hij het cadeautje kan aannemen.
U 3 ^ 3 J $
Jonée vrienden en vriendinnen. Voor hel splinternieuwe /aar Heb Ik hier een heele waschlysl Welgemeende wenschen hl&ar. In de eerste plaats dan wensch Ik. Dat jelui dit Jaar $oed bikt, ' Dit Is zeer éezond en beter Dan dat jullie drankjes slikt. Derder wensoh Ik je van harte Heel geen strafreèelsl Veeleer Luidt m'n wensch: Houd je wèl bezlä Met de reésls . . . van 't verkeer. 'k Wensch, dat je in '26 Hies noch tand uittrekken laat, En, in dezen zin, een jaar-lang Met je mond vol tanden staat! Zuinig met je kleeren, jongens, Wepsch Ik jel Als je ze sloopt. Is 't zeker, dat je dubbel Strakjes „in de gaten" loopt. Elke echt hollandsche rakker Stelt'op schaatsenrijden prVs; Daarom wensch ik jullie allen Gul een reuze-portie Usl Weest. zoo wensch ik, uiterst spaarzaam! Spaarzaamheid brengt je profit. Maar, o jonge kameraden, Weest nóóit spaarzaam met je vlijt! Leert geen streken, wensch ik jullie. Dit zv alWd je parool. Of — het moest natuurlijk wezen BiJ het spel ... op de viool. Leer je snoeplust af, zoo wensch ik, Anders krug je nog eens spUt: Snoepers raken éérst hun spaargeld En daarna hun kiezen kwyt. Voorts wensch Ik je het besef toe, — Denkt hieraan op straal stééds weer! — Dal voorzichtigheid de moeder Is van . . . het modern verkeer. Bovendien wensch Ik je allen. Dal je zeer sportllevend wordt; Zorgt daarbu dan, dal je spel steeds Sport Is van de hoogste sport. In 't kort, m'n jonge makkers, Wensch ik jullie met elkaar Op dit zeer bescheiden plaatsje Een gelukkig, goed Nieuwjaar! TIJL UIL.
Si ® <1 öj vt gj S) 2J Si <| ® w S K) J
• De oude man stak Humphrey den horen toe, maar deze, die zulks niet verwachtte, had niets te zeggen. Pas had hij er den mond voor of hij begon zoo hard te lachen, dat Dyson schielijk terugtrok en zich het oor wrijvende zeide: „o, het kittelt zoo". Dit deed Humphrey nog meer lachen, zoodat de viouw aanraadde het voor heden maar op te geven. Dyson was zoo blijde met zijne nieuwe bezitting, dat hij verklaarde van plan te zijn eenige bezoeken in het doop af te leggen, want het was verscheidene jaren geleden dat hij goed met zijne buren had kunnen spreken. Allen gingen dus op weg; de
®(?^® 3€)3^@(3^@9^@C?ä)@C3^©(S^JC)(3«€ 0 oude man had groote haast, zoo zeer verlangde hij zijne bekwaamheid te toonen. De eerste die zij ontmoetten, was Virginia, en Dyson, zeide, dat 'hij een paar woorden met haar moest spreken. Humphrey was zoo opgewonden, dat hij tot alles in staat was; terwijl dus Virginie stond te praten, riep hij Alfred tot zich en vertelde hem dat het eene heerlijke avond zou zijn om naar den vijver te gaan, waar de waterleliën groeiden. Aan den ka.nt van den weg was een hek, waardoor een binnenpad naair den vijver liep, en hij twijfelde er niet aan of zij
zouden den weg kunnen vinden. Geene enkele herinnering aan de belofte zijnen vader gedaan, bezwaarde zijn geweten, en daar zij niet op den boom wilden klimmen, kon zelfs Virginie er niets tegen hebben! Hij hielp dus zijn broertje over het hek en daarop liepen beiden weg zoo hard zij konden. Virginie die nog altijd met den ouden man sprak terwijl zij samen den weg opgingen, bemerkte niet dat de kinderen verdwenen waren. HOOFDSTUK IX. Dien avond was er eene ongewone drukte in het anders
stille kasteel van Warcham, want om acht uur waren de beide knaapjes nog niet te huis. Gedurende de eerste uren was Virginie niet ongerust geweest over hunne afwezigheid, daar zij dikwijls vooruit liepen en dan op een hunner geliefkoosde plekjes speelden. Maar toen de tijd van het thecdrinken daar was en de kinderen nog niet te huis waren, 'gevoelde zij zich niet op haar gemak. Hare ongerustheid werd angst, toen zij in de mclkkamer, in het wachthuis, op den schommel, in den tuin en in het hondenhok, overal te vergeefs had gezocht. Toen het daarop begon te regenen vermeerderde hare angst, en toen de stofregen in een stortregen veranderde, konden hare „zenuwen" het niet doorstaan en keerde zij naar huis terug, om met de overige dienstboden te beraadslagen wat er moest gedaan worden. Zij ging naar de kamer der huishoudster, wrong zich de handen, en voorspelde dat Alfred allerlei ongelukken zou krijgen. „Nimmer, nimmer zou hij de gevolgen van dit natte weder te boven komen". De tuinman werd den éénen kant uitgezonden, de koetsier den anderen, gewapend met parapluie en overschoenen. Spoedig werden de kleine booswichten ontdekt, zittende in eene vochtige sloot en schuilende onder eene heg. Humphrey liet er zich niet weinig op voorstaan dat hij dit plan had bedacht. ,,De zaak was deze", zeide hij, „dat de vijver met de waterleliën zoo uitlokkend was, dat hij den tijd geheel had vergeten tot hij de zon zag ondergaan, en toen inderhaast heengaande, hadden zij het verkeerde pad genomen en w-aren in 't bosch verdwaald. Zoo wandelden zij voort, den verkeerden kant uit, toen zij cenen knaap ontmoetten, die hen op hunne vergissing opmerkzaam maakte en weer op den goeden weg bracht. Hier-was het Humphrey eensklaps ingevallen, dat zijn broeitje door den regen koude kon vatten, en trotsch op zijne eigene voorzichtigheid, had hij hem, druipnat als hij was, onder . de heg doen plaats nemen, waar zij reeds meer dan een half uur zaten, toen de koetsier hen vond. Het hielp niets of Virginie Humphrey beknorde. Al wat nu te doen stond was Alfred zoo spoedig mogelijk te bed brengen, om hem zoo mogelijk nog voor slechte gevolgen te vrijwaren. Maar het was te laat. Alfred was den gcheelen nacht onrustig en ontwaakte des morgens met een bezetting op de borst, wat bij hem altijd de voorbode was van een longontsteking. De dokter kwam en beval hem te bed te blijven. (Wordt vervolgd./
-
!
'
T^-rrr^-y
.
'■
mengsel van basterdsuiker, kaneel en oitroenraps. Bedek den bodem van een vuurvast schoteltje met beschuitkruim en plaats de appelen naast elkaar er in. Smelt wat boter en schep het over de appelen. Plaats ze in den oven en laat ze 15 minuten gratineeren. Prik met een pen om te zien of ze goed gaar zijn. Plaats iedere appel voorzichtig op een schoteltje, bak kleine flensjes, bestrijk ze met abricozenjam en leg ze warm over de appelen — jamzijde op de vrucht — druk de flensjes bol er omheen, zoodat ze het aspect van een appelbol verkrijgen. Bestuif ze met poedersuiker en dien ze warm op. Men kan ook inplaats van poedersuiker, dè bollen met warme abricozenjam bestrijken.
OXJDEJAARSGERECHTEN Feulleté of bladerdeeg voor Saucijzen Appelbollen, Appelflappen, Risolles, Pasleitjes em. em. 250 gram patentbloem 250 gram hooiboter l'/a d.L. water Bereiding : De bloem op een gladde plank of tafel leggen, de boter er op en met een mes platdrukken, rijkelijk met bloem bestoven. De boter eerst aan reepjes snijden en daarna in kleine blokjes, in een kom of slabak doen en met een houten lepel het water er voorzichtig doorspatelen, de stukjes boter zooveel mogelijk heel latend. De bewerking is het best te vergelijken met het aanmaken van salade. Men werkt het luchtig om, zoodat het water goed verdeeld is. Leg het deeg op de goed met bloem bestoven tafel, modelleer het tot een platronde bol, bestuif het met bloem en rol het uit tot een zooveel mogelijk vierkante plak. Vouw het in vieren dicht en laat het deeg een , /2 Uur rusten. Herhaal het uitrollen en geef opnieuw rust, waarna een derde bewerking het deeg voor het gebruik geschikt maakt. Na de derde maal rollen eveneens een half uurtje laten rusten. Men gebruike bij het rollen, dat met een houten rolstokje of flesch kan geschieden, niet méér bloem dan noodig is, om het kleven te voorkomen. Om nu b.v. appelbeignets in feulletédeeg te maken, gaat men als volgt tewerk: Rol de korst uit ter dikte van een gulden, steek met een ringetje of kopje — middellijn 6 ä 7 cM. — plakjes uit, bevochtig ze met een kwastje met water — zéér Schraal — en leg een schijfje appel er op. In het boorgaatje doet men wat suiker met kaneel en krenten en leg een ander plakje er over, de randen goed stevig aandrukkend. Dit dekplakjp behoeft niet bevochtigd te worden. Leg de beignets in heete frituur of geklaarde' boter, draai ze tijdens het bakken eens om, laat ze op een zeeft afdruipen en bestrooi ze met poedersuiker. Dezelfde bewerking passe men toe voor vleesch of vischrisolles. Men bevochtig de korst met stukgeslagen ei, )eg ragout of gehakt in 't midden en bak ze in frituur. Saucijzenbroodjes, die alleen in den oven gebakken kunnen worden, modelleere men anders. Rol de korst uit ter dikte van een gulden, zoo vierkant als mogelijk is. Rol het gehakt tot dunne pilletjes, ter lengte van een sausijzenbroodje. Bevochtig de korst met een kwastje water, snijdt ze netjes gelijk, zoo zuinig mogelijk snijdend, leg de gehaktpilletjes aan de voorzijde erop en rol er de korst omheen die men nu aan de andere kant afsnijdt. Vervolgens de broodjes op een bakplaatje zetten op l'/z cM. van elkander met een strijker, en zeer heet afbakken in den fornuisoven. De afsnijdsels der korst worden gebruikt voor flappen of appelbollen. Voor risolles kan men ook. gehakt
■
No. 74019
apon voor zijde of fluweel met vesten mauwen van kant. De rok heeft het moderne klokmodel. Benoodigd van 100 cM. breede stof 3.50 M,, van 90 cM. breede kant 1 M. Smal kantje 1 M. Verkrijgbaar in maat 42, 44, 46, 48 of 50. Overeenkomend met bustemaat 90, 95, 100, 110 of 120 cM.
inplaats van ragout nemen en ze evenals appelbeignets bewerken met de korst. Nu neemt men echter een gróóter steker of kopje en steekt de zeer dun uitgerolde korst uit met een middellijn van circa 8 cM. Bevochtig met ei — stukgeklopt — leg een bolletje aangemaakt gehakt in 't midden en sla de korst er omheen, de rand goed vastdrukkend waardoor nu dus een halve cirkelvorm ontstaat. Hoe dunner de korst, hoe beter. Overdrijving is echter niet noodig.
No. 73832
No. 74068
Jumper iapon volgens de laatste mode. Zeer geschikt voor laker. of riosstof of tricot. Benoodigd van 135 cM. breede stof 3.25 M. Verkrijgbaar In maat 42, 44. 46 of 48. Overeenkomend met bustemaat 90,95, lOOofllOcM.
Te dikke korst, dikker dan een gulden b.v. bakt niet goed gaar en er trekt te veel frituur in. Voor saucijzen en risolles neme men voor 4 personen : 1 ons gehakt, waarbij dan nog komt, wat geweekt brood en desverkiezend een eierdooier. Goed ingelegde kalkeieren zijn daarvoor uitstekend geschikt. APPELSCHOTELTJES Schil en boor goudreinetten of bellefleuren van ongeveer gelijke grootte. Vul de gaatjes met een
No. 73779
SmaakvolJ^Japon
Keurige Timiddasiapon
voor een matrone, welke ook als manteijaoon gedragen kan worden. Benoodigd van 135 cM. breede stof 3 M. of van 100CM. breede stof 3.S0M .Garneering 4 M. Verkrijgbaar in maat 42, 44,46, 46 of 50, overeenkomend met buste90,95,100, HOof 120cM.
met moderne klokrok voor rips, gabadine of serge, gegarneerd me: tres. Benoodigd van IS cM. breede stof 2.75 M. garneering 75 M. Verkrijgbaar in maat 42. 44, 46, 48 of 50, overeenkomend met bustemaat 90, 95, 100 110 of 120 cM.
Van deze afbeeldingen, welke met toestemmi ng der fa. Weldon Ltd. te Londen, zijn gereproduceerd, zijn franco per post geknipte patronen verkrijgbaar, tegen toezending van f 0.75 en vermelding van hét no. aan mevr. I illy Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haag.
ABRICOZENBE1GNETS Zet gedroogde abricozen tevoren in 't water, giet ze af, doe ze met wat suiker, een citroenschilletje en pijpkaneel in een pannetje en laat ze met wat water zachtjes gaar stoven. Laat ze goed afdruipen. Druk op iedere halve abricoos een bitterkoekje, de platte zijden tegen elkaaar, rol het geheel door beschuitkruim en behandel ze verder als beignets in dun uitgerolde korst of desverkiezend in fictuurbeslag. Bestuif ze met poedersuiker, waardoor naar verkiezing, kaneel of vanille. ROOMBE1GNETS 4 dooiers, 100 gram witte suiker, 50 gram mayzena, vanille,' ^ L. melk. Bereiding: Dooiers, suiker, mayzena en een weinig melk tot een glad papje roeren, de rest der melk warm toevoegen benevens de vanille, al roerende aan den kook brengen en even laten doorkoken. Op een platten schotel storten en laten afkoelen, zoo nu en dan roerend om korstvorming te vermijden. Schep kleine bolletjes, dezer room en leg ze in beschuitkruim. Modelleer ze netjes rond en behandel ze verder als appelbeignets in dun uitgerolde korst. De frituur voor deze beignets moet zeer heet zijn, daar, bij langzaam bakken de room gaat koken, het omhulsel verbreekt en het gerecht ongenietbaar wordt. RIZ-CONDÉ 100 gram rijst 5 dL. melk 72 stokje vanille 2 dooiers 200 gram suiker 30 gram gelatine , /2 liter slagroom 2 eiwitten. Bereiding: De rijst met 3dL. der melk gaar koken. Dooiers, vanille en suiker met een weinig melk gladroeren, de rest der melk warm toevoegen en aan den kook brengen. De gelatine laten wecken In water, goed uitknijpen en in de warme melange laten smelten, vervolgens alles door de rijst roeren. De room met de eiwitten tesaménstijfklopoen, voorzichtig door de jnmiddels geheel afgekoelde vla roeren en alles in een ringvorm overdoen. Stijf laten worden en op een schotel omkeeren. De opening desverkiezend vullen met abricozen, kersen, ananas of andere vruchten. LUCULLES.
Gebruik steeds voldoende Rinso, zoodal hel sop ook ooervlcedig blijft schuimen, nadat het masehgoed in de tobbe is.
BLIJF JEUGDIG EN LEEF MET UW KINDEREN MEE RINSO maakt licht werk van de zwaarste wasch. Het spaart Uw kracht, Uw tijd — en Uw goed. Waschdag is afgeloopen en toch voelt U zich nog frisch en opgewekt. U is gereed voor elk spelletje, dat de levendige kindergeest maar kan uitdenken — bereid om alle bijzonderheden van het poppenhuis te bekijken — en met genoegen leest U keer op keer de verhaaltjes van Moeder de Gans aan de jeugdige toehoorders voor. U heeft Uw energie behouden, want het zwaarste werk van den waschdag is U bespaard gebleven. Alleen een geheel nieuw zeeppoeder en een werkelijk modem zeeppoeder kon dit voor U doen — en dat is precies wat RINSO is — de eerste en eenige zeeppoeder, die alle eischen van de moderne huisvrouw bevredigt.
RINSO heeft Uw waschgoed prachtig helder gemaakt — het gaat thans veel langer mee dan vroeger — en U heeft kracht, tijd en arbeid bespaard. Neem eens een proef met RINSO in Uw tobbe, waschketel of waschmachine. Het water Wordt een heerlijk vet sop, dat geheel in het weefsel doordringt en het vuil zachtjes losweekt. Alleen de vuilste plaatsen moeten een weinig met de handen worden gewreven. Ook het naspoelen is zoo gemakkelijk en afdoende — U heeft geen last van kleine stukjes zeep, die aan het goed blijven vastkleven, en bij het strijken het goed bederven — al het zware werk is overbodig geworden.
Evenals duizenden andere huisvrouwen zult U ook tot de overtuiging komen, dat RINSO een einde heeft gemaakt aan den ouderwetschen waschdag, met zijn urenlang hard werken en tobben. RINSO is het moderne zeeppoeder, hetwelk voldoet aan alle hedendaagsche eischen. Het heeft den grootsten verkoop ter wereld en wordt vervaardigd door de fabrikanten van Sunlight Zeep en Lux, hetgeen voor U een waarborg is voor kwaliteit. En dit is de reden, waarom U, die het beste verlangt, er werkelijk niet buiten kunt. De Lever's Zeep Maatschappij, Vlaardingen.
LAAT WASCHDAG U DUS NIET MEER AFMATTEN!
■
»«f.
1'AMI DE LA MAISON
PATHÉ-BABY
wil zeegen: De tot nog loc onopgeloste moeilijkheid door film en projecfie opgelost omdat de coupeurs. tijdens het snijden rekening kunnen houden mef den individueclen lichaamsvorm. Groningen Heerenstraat 58 Telefoon 755 Amsterdam. Rokin 70, Telefoon35808
CAMERA en PROJECTIE-TOESTEL EEN NUTTIG, ZEER INTERESSANT GESCHENK VOOR GROOT EN KLEIN
TE VERKRIJGEN IN IEDER FOTOaMAGAZIJN EN BIJ DEN
Importeur voor Nederland: Raadhuisstr. 42, Amsterdam
HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schnytstraat 65 - Den Haag INDIEN GE VOOR HET INZEEPEN
KAPPER CH. DE BODRBONSTRAAT 2 TEL. 71205
gebruikt. Ready Cream wordt geleverd in ootten van 1 Kg. tegen toezending van f 3.— aan de 's GRAVENHAAGSCBE ZEEPFABRIEK
SPECIALITEIT IN:
BOBBED EN SINGLED HAIR KNIPPEN GENRE 1926
„DE OOIEVAAR" Z. Binnensingel 211
PAVILLON ORIENTAL
=^HABLE^^ GEVERS DEYNOOTWEQ 17-19 SCHEVENINGEN TELEFOON 5047'4 Geooend een naarde tischen destijds ingerichte Salon van de ouds gerenommeerde
„1UE Ca¥i PÄltClli© MASCOTTE WAGENSTRAAT 68 Tel. 14172
LUNCH- EN TEA-ROOM
NVZÄÄDHÄNDEL SüESSEN ZAADTEELT
DEN HAAG
== Dir.-Eigenaar: C. F. HACK
Telefoon 36644 Belastzicb met het SAMENSTELLEN van Cabaret programma s fcn bet organiseeren vaa Feestavonden, Concerten, Drawingroom-Entertainments, Soiréesparlicolières Kindervoorsteilintjcn. etc etc.
Schral
lippen en ruwe huid
PUROL
SIX-FOUR
met medewerking van de schitterende
Nieuwste Modedans) Onderwijs dagelijks
THE ROYAL, DANCING BAND
INSTITUUT C KLINKERT
Kapelmeester Z. C. v. BROCK
Stadhouderskade 152 Tel. 24232
OPTREDEN VAN EERSTE KLASSE ARTISTEN Matinee van 4—8 uur
~
;
;
•»■-*'. ■ ■■ ;r ■
-^
ï
■
'. —
■
■l-
9*uiz^i»^
PP 1
¥iÉK^^t
■i
1
^
r^ ^fl
^^ ÊSÊi
™
■
1*1* VIf Aft* Aft *>J#
i
'm
PJR
jtV
K^ ■iii
r\aniël Gilchrist, de jonge hulpprediker van de deftige •L' Pauluskerk te New-York tracht te leven volgens het voorbeeld van Christus. Maar na zijn Kerstpreek, die het grootste deel der rijke, • weldoorvoede gemeente beleedigt, volgt zijn ontslag, terwijl zijn verloofde Clare zich ook van hem afkeert. Eenige maanden later treedt zij in het huwelijk met Jerry Goodkind, den zoon van den voorzitter der gemeente, een minderwaardig sujet. Gilchrist vestigt zich in de kleine woning der Broedergemeente, waar de concierge met haar gebrekkig dochtertje voor hem zorgt. Jerry Goodkind heeft zijn vrijgezellenmanleren niet vergeten en het oog laten vallen op Pearl Henny, de vrouw van een zijner
Amsterdam
DAMES MET OVERTOLLIG HAAR Kunnen dit zelf zonder pijn of litteekens verwilderen
OOLTGENSPLAAT
Teragkoneo der hares oitgesloten
Levering aan landbouwers en tninbezitters Men vrage prijscourant Op bijna alle plaatsen vertegenwoordigd
HET IDEALE TI3DSCHRIFT VOOR AMATEUR-FOTOGRAFEN 24 nummers per jaar - f 1.50 per kwartaal
Gratis inlichtingen bli E.M.A.B. Scheveningen 8, - Harslenhoeksfraal 31
Godfried de Groot yfmstellaan 64 - Telefoon 28474 -
Amsterdam
van
een beleerend, doch vooral niet geleerd tijdschrift voor slechts
Specialiteit in:
T^oderne en artistieke foto's T^en sie de vele reproducties van ons verk in ,.Het Weekblad" Cinema SSheater
2.75
PER HALF 3AAR ZULK EEN TIJDSCHRIFT IS
CHEMISCHE WASSCHERU „DUINOORD" Begoniastraat 188 en 190 - Den Haag • Tel. 36048
ilLIE€ra©=liM©D©
■tein^t en vc^ft alles
de vraagbaak voor den Radio-amateur.
BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRIDSVERHOOGING
GEEFT. U AI_S ABONNÉ OP bil de Adm. van ELECTRO-RADIO. Hofwiickstraat 9. Den Haag
SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN VRAAST
'
Soiree van 8"2 -Vk uur
Restaurant geopend van 4—1 uur n.m. Zaterdags, Zon- en feestdagen 50tts. entree.
7HA.H0BBEI
——~
Doos30'60-90ct Tube 80d
HET WINTERSEIZOEN 1925-1926 IS HEROPEND
Aangenaamsten rustigst zitje van Scheve-
ningen. halte lijn8.tegenoverde.Seinpost' RIJWI E LBEWAAR PLAATS Zelfde firma als OD de Boulevard Zeekant 9 Telefoon 50318
09
V/H.
HABLE-WAFELS
-.-
99
Directeur E. ROERMA DAMES- EN HEEBENKLEEDERMAKERI3 De Cou0e in nieuwe banen
VOOR FEESTELI3KE GELEGENHEDEN
STRASTERS
■
Naaml. Vennootschap
HIT BESTE CADEAU
MAISON
'
ONZE
PRIJSCOURANT
VOOR ADVERTENTIES WENDE MEN ZICH TOT HET CENTRAAL ADVERTENTIE-BUREAU LOUIS BENJAMIN, STATIONSWEG 61 h. ROTTERDAM
mijnwerkers en weet haar zoo ver te krijgen, dat ze hem volgen zal naar New-York. Gilchrist doet alle mogelijke moeite om het vrouwtje daarvan terug te houden; juist op dat oogenblik komt haar man binnen en deze meent, dat Gilchrist haar het hof maakt. Intusschen is in de mijnen een werkstaking uitgebroken en tot Gilchiist is het verzoek gericht om als bemiddelaar op te treden. Hij wil dit wel zijn, maar op een wijze, dat zoowel de belangen van den werknemer als die van werkgever behartigd worden. Bovendien wenscht hij geen salaris, zoodat men hem nóg meer een dwaas vindt dan vroeger. Hij hecht zich evenwel aan het voorbeeld, dat Christus het menschdom heeft gegeven. Het huwelijk van Jerry en Clare loopt op een algeheele mislukking uit; zij bekent aan Gilchrist dat zij zich vergist heeft en tracht zooveel mogelijk door een leven van weldadigheid haar plichten jegens God te vervullen. Ook de gebrekkige Mary krijgt een deel van haar goede gaven. Als Jerry op zekeren keer een hevigen scène
tegen zijn vrouw maakt en haar zelfs mishandelt, vlucht zij naar Gilchrist, die haar gebiedt naar haar echtgenoot terug te gaan. Pearl Henny heeft haar man verlaten en is hoe langer hoe dieper gezonken. De mijnwerker verkeert nog steeds in de meening dat dit de schuld van Gilchrist is en komt met vijftig kameraden hem in 't Broederhuis mishandelen. Al spoedig ligt hij vertrapt en verslagen op den grond. Doch daar geschiedt een wonder! Terwijl er een zonnestraal door het geopende venster valt, werpt de ongelukkige Mary haar krukken weg en loopt met stralende oogen op Gilchrist, haar weldoener toe, terwijl de anderen overweldigd nederknielen. Wederom is het Kerstmis. Gilchrist heeft overwonnen, de ster van Bethlehem straalt asfn het firmament... Eens ... zal de Wereld zich, evenals de Wijzen uit het Oosten . . . naar haar richten .... Een Fox-film, uitgebracht door The Netherlands Fox Film Corporation met Edmund Lowe in den titelrol. De regie is in handen geweest van den zeer bekwamen Harry Millarde.
■
:
:
■
- frvl^
o 05S05SOSSOS §05S0&€Og€O L
Dreigend en ongenaakbaar stijgt ze lijnrecht omhoog, de onherbergzame rotskam der Guglia del Diavolo en de grootste bergbeklimmer van Tirol kan het niet dragen, dat zij, de trotsche Guglia, hem steeds weer afwijst. Zoo onderneemt hij het weer opnieuw, met ware gramschap en ijzeren wil, den wonderlijk-grilligen rotstoren te beklimmen. En weer moet hij het opgeven, dicht bij het doel genaderd; krampachtig de vingers in den verweerden rotswand geslagen, strijdt hij zijn laatsten kamp om de vervulling van zijn hartstocht. En daar beneden knielt een jonge vrouw voor het kruisbeeld en bidt om het behoud van dezen man; haar liefde strekt niet verder dan haar kind en hem. Nog een andere vrouw wacht beneden in de boerenwoning. Het is zijn moeder. Zij spot met de ängstige bezorgdheid van de jonge vrouw. Zij weet het: hij za(jiiet eindigep voor hij daarboven als overwinnaar zal staan. Want hij is haér zoon!. ... Langzaam voltrekt zich echter daarboven 't noodlot van den koenen bergbeklimmer.... Jaren gaan voorbij. Ver over het land leeft de naam van den doode voort in zijn zoon, den befaamden bergbeklimmer, die zijn moeder heeft bezworen nooit den berg te zullen beklimmen, waar zijn vader den dood vond. Hij houdt trouwens meer van het beheerschen derwetenschappelijkeklimtechniek en om daarmee het bereikbare te volbrengen. Maar Hella, de speelgenoote zijner jeugd, is daar niet mee teveden.
: :o5 sossosso? sog so
«t
OEVERS EN TERV^N© o» 00
w 0
Oit danspaar trad met een enorm succes in Cabaret 00 M Ea Gaité te Rotterdam op. Hun dansen is xeer gedistin- § geerd en valt bij&onder in den smaak.
0
o ^ fe
s»05g€>S€OS§€>SS3g€€>S€OSQO:;
€>S€0§§0^€08€C©€0:
:oSè€>S€OSS€>S€OS€OS€08«>o .. , :
IKl^i
nacht. .. .Het eerste morgenlicht glanst over den blanken bergrens. Schuchter druipen de eerste droppels van de ontdooide ijskegels langs het venster. „Het dooit al, de natuur zal hem helpen!" zegt de moeder stil voor zich heen. Daar boven immers, tegen den dikbesneeuwden ijswand staat haar zoon,, ongedeerd en sterk. Met de volharding, den bergbewoners eigen, heeft hij zich zelf en het jonge meisje in den langen nacht voor den doodslaap in de sneeuw weten te bewaren. Zijn rustige oogen zoeken nu den weg, waarlangs hij en Hella zullen kunnen afdalen. Hij weet, dat het opstijgen nog maar kinderspel is, vergeleken is, vergeleken met den tocht naar de diepte, met doornatte klimschoenen en veikleumde handen. Maar temidden van lawines gaat de Tiroolsche klimmer bergaf, .. . totdat het rustpunt, waarop zijn voet steunt, afbrokkelt,één oogenblik hangt hij nog aan een kleinen ijsklomp, dan valt hij neer . . . Geweldig is de berg, en ook de grootste zoon der bergen kan hij doen vallen.. . . Eén oogenblik van smartelijken angst verduistert de oogen der moeder. Maar de natuur heeft haar zoon gered. .. de zachte, dichte sneeuw vangt den vallenden bergbeklimmer op. — Een spannende sportfilm, uitgebracht door de Meteorfilm Cy., waarin de kampioen-skilooper bij de'Olympische spelen van 1922, Hannes Vaak zit zij voor den berg en probeert .de zwakke Schneider, de hoofdrol vervult, terwijl plaatsen uit te vorsehen. Eindelijk meent zij een op- tevens een ander bekend Tiroolsch berplossing gevonden te hebben. Door een soort berggang beklimmer Luis Frenker medewerkt. zal bet mogelijk zijn, zich door het hoogste deel van den rotswand heen te wringen. Hij wil de belofte aan zijn moeder niet verbreken, ook niet als Hella op twee onbekende klimmers wijst, die zij door haar verrekijker plotseling op de Guglia ontdekt.... Dan wil zij zelf het zijn, die den top -bereikt! Vlug, te snel, klimt ze al dadelijk langs de Guglia omhoog. Hoehooger zij echter komt, hoe minder zij vordert en weldra leunt zij ademloos tegen de ijskoude rots. Zij hoort juichkreten boven zich, meent dat de twee touristen haar vóór zijn geweest en moedeloos ziet zij van verder klimmen af. Intusschen heeft maar één van de twee den top kunnen bereiken. De ander stort neer in de peillooze diepte. Ontzet staart Hella de neervallende na, en hulpeloos drukt ze zich stijf tegen den rotswand aan.... Vreedzaam zitten grootmoeder, moeder en zoon om het groote haardvuur. Dan komt Heila's vader de kamer binnenstormen. „Hella is op de Guglia en geeft het noodsignaall" roept hij, „red mijn kind"! Met een ruk springt de zoon der bergen naar voren, Hij weet dat het menschelijkerwijs onmogelijk is in zulk een onweersnacht de Guglia te bestijgen. Maar zijn jonge, vroolijke Hella, daar boven alleen laten, ook dät is niet mogelijk. De oude grootmoeder strompelt naderbij, en stamelt „Niemand komt ooit levend van de Guglia terug!" Maar de moeder bezint zich en zegt: „Wanneer je dit menschenleven redden kunt, zal de dood van je vader beteekenis hebben". Hij neemt het klimkoord- van den wand en gaat uit in den
■*'.**■ ■-->■-•■■•: .-'y
PRIJS 15
ÏK. ^WENSCSH.... TEKST EN MELODIE VAN DUMAS
!
^fM^ppt
CEr,T5
:
^
N?102
BELGISCHE ./V? UITG/NN/
/"O.ÖO ■
PIANO-ARR.: N. Q. LEBON
froc
:
m r.xu- ^Jl?n^
g Jll: it Y\Aßm)jaar/we v)e*iöcfim\mictö „uwc ei^lcaa^èn. aeïteAridanej&ipoiMe IJecl
^fy
n jg
7
P P-
w^m.
zea ie aiii'eCK.-
en ïseacn
J8
& z^
^^
^
triecMeGcme«
JK ^
^^
.IJTT^ Mïe -ze&i
ib6 een
m } 11
r^ c^
Hoera! Hoera! Het is nieuwjaar! We wenschen veel geluk elkaar En geven dan een pootje. „Veel heil en zegen, „Jan" of .Piet" Dat zeg je als j'elkander ziet. De meesten echter meenen 't niet! De wereld is een zoodje.
Ik wensch mijn lezers met elkaar Heel veel geluk in 't nieuwe jaar. Kortom, de heele natie. Dat nooit de vrede men verbreekt, En niipmer twist of tweedracht kweekt, Dat nooit een eksteroog u steekt. Want, dat is een temptatie!
e*%> &*!J&
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
Ik wensch de diplomatenschaar Veel heil en zegen in dit jaar. 'k Hoop dat de vree beslist is, D'Ontwapening wordt doorgevoerd, D' één niet meer op den ander loert, Zoodat men nooit meer oorlog voert En Mars voor goed gekist is!
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een
"EDISON"
of NIETS JJ
CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 .... WITTE DE WITHSTRAAT 88
♦
| & i\ Ij
lÉ^db Het Cinema a 'theatergedeelte staat onder redacüe van pier Weslerbaan
^n dit nummer bevindt aich een liedje van Trank ^Tmoldi met muziek van ^an "Keyaer
yfdres van Redactie en >rdmin : Saigevater 22, Beiden en Ch. de Costerstraat 10-12, Brussel
;•■
B^-^_iaJaKHIM>aalbMa|liH^HCI>Maiiai^^__
Éfib
.