Preventiekracht Dicht bij Huis, Handleiding voor het organiseren en uitvoeren van een cursus 'stoppen met roken' Februari 2012, Mieke van der Biezen en Nancy Albertz (GGD regio Nijmegen)
Inleiding Deze notitie is bedoeld voor eenieder die van plan is een cursus 'stoppen met roken' te gaan organiseren of aanbieden. Dit kunnen medewerkers zijn van GGD, thuiszorgorganisaties (bijv. wijkverpleegkundigen of longverpleegkundigen), huisartsen, gemeentes enzovoort. In 2011 zijn er vanuit ZZG en GGD drie projecten 'stoppen met roken' uitgevoerd: 1. 2. 3.
in Malden, gemeente Heumen (3 cursussen, in totaal 46 deelnemers gestart); in Hatert, gemeente Nijmegen (2 cursussen, in totaal 24 deelnemers gestart); in de gemeente Beuningen (2 cursussen, in totaal 27 deelnemers gestart).
Deze handleiding is samengesteld op basis van deze projecten. De inhoud is dus niet uitputtend, maar doe vooral je voordeel met de opgedane ervaringen!
2
Inhoudsopgave
1.
Afbakening project
4
Doelgroep Gebied Soort interventie
4 4 4
2.
Projectgroep
5
Leden projectgroep Verantwoordelijkheden
5 5
3.
Kies aanbieder en interventie
6
4.
Werving
7
a) b) c) d) e) f) g)
De cursus wordt dicht bij huis aangeboden. 7 Financiële bijdrage door deelnemers 7 De cursus gaat van start op een vooraf aangekondigde datum 7 Lokale professionals verbinden zich aan het thema en doen moeite om deelnemers te werven 7 De promotiematerialen worden op maat ontwikkeld 8 De wervingsperiode is kort en intensief 8 Probeer vroegtijdig afhaken te voorkomen 8
5.
De fase van uitvoer
6.
Afsluitende bijeenkomst
9 10
Bijlage 1: Overzicht (groeps)cursusaanbod Nijmegen e.o. 2011
11
Bijlage 2: Bewezen werkzame methoden in Nederland
12
Bijlage 3: Evaluatieformulier stoppen met roken training Malden
13
3
1. Afbakening project Wanneer je een cursus 'stoppen met roken' wil gaan aanbieden is het van belang een en ander af te bakenen: Doelgroep Wordt de cursus aangeboden aan mensen van alle leeftijden, of vooral juist aan ouderen/jongeren? Wordt de cursus aangeboden aan mensen met een gemiddeld laag of hoog opleidingsniveau? De keuze wat betreft de doelgroep zal namelijk van invloed zijn op de keuze van de interventie. Voor jongeren is een online cursus die vanachter computer te volgen is wellicht meer geschikt dan een real life cursus in bijv. een wijkgebouw. En voor mensen die erg druk zijn (met werk, kinderen) is een cursus overdag bijv. niet haalbaar. Zo was in de Gemeente Beuningen het streven om niet zozeer individuele mensen te laten stoppen met roken, maar wilde men kiezen voor een gezinsaanpak. Uiteindelijk is toch besloten om de cursus alleen aan te bieden voor volwassenen. Het voordeel van deze cursus was de vergoeding vanuit het ziekenfonds, een het nadeel was echter dat deze cursus niet effectief gebleken is voor jongeren. In overleg met de aanbieder is ervoor gekozen om in de folder van de cursus jongeren te wijzen op het bestaan van een online interventie. Gebied Het heeft de voorkeur om een cursus in een afgebakende wijk/gemeente aan te bieden, zodat deelnemers er niet al te ver voor hoeven reizen. Dit past ook in het gedachtegoed van bijv. kennisateliers 1e lijn en Preventiekracht Dicht bij Huis. De keuze van gebied is ook van invloed op de samenstelling van je projectgroep (zie bij punt 2.) In de cursussen waar wij ervaring mee hebben is expliciet gekozen voor een afgebakend gebied. De vraag om een cursus aan te bieden kwam namelijk van lokale professionals. In Heumen is de cursus uitgevoerd in het gezondheidscentrum De Kroonsteen in Malden; in Beuningen in de leghe polder en in Ewijk in de MFA; In Hatert in het wijkcentrum. In Hatert is ervoor gekozen om de cursus op wijkniveau op te zetten. Dit had als reden dat het aannemelijk is dat Hatert als lage SES wijk in verhouding meer rokers heeft. Daarnaast is gebleken dat er in verhouding veel mensen met COPD in de wijk Hatert wonen. De cursus is uitgevoerd op een plek waar mensen zich verbonden mee voelen. Soort interventie Er zijn diverse interventies beschikbaar. Naast in real life cursussen zijn er ook online mogelijkheden. En naast het groepsaanbod zijn er ook individuele mogelijkheden. Voor het maken van een keuze van een interventie kan gebruik worden gemaakt van de richtlijn 'Behandeling van tabaksverslaving' (Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, 2004; te downloaden via www.stivoro.nl). In de bijlage is een samenvatting van de werkzame methoden opgenomen. Er zijn geen gegevens bekend over welke interventie het meest geschikt is voor welke doelgroep . De keuze van en het gebruik van een middel of methode is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Daarbij geldt: · ·
Gedragsmatige ondersteuning kan altijd. Farmacologische hulpmiddelen alleen in bepaalde gevallen. In Malden en Beuningen is gekozen voor een groepsinterventie enerzijds omdat volgens de richtlijn is aangetoond dat groepsinterventies de voorkeur hebben boven individuele interventies in verband met stimulans vanuit de groep, anderzijds sloot het beter aan bij de wensen van de werkgroep en de vergoedingen door de zorgverzekeraar. In Hatert is geïnformeerd bij potentiële stoppers (die op een wachtlijst stonden) naar hun wensen ten aanzien van een stoppen met roken interventie. Degenen die aangaven graag individuele hulp te willen, zijn doorverwezen. Meer mensen wilden echter graag een groepscursus om steun te voelen en oplossingen van anderen te horen.
4
2. Projectgroep Vraag je eerst af of het zinvol is om een projectgroep samen te stellen. Wanneer al helemaal duidelijk is met welke aanbieder je in zee zult gaan en er is zelfs al een groep deelnemers dan kun je het aanbod wellicht ook zelf regelen. In Heumen was er op een gegeven moment een wachtlijst met geïnteresseerden voor een cursus 'stoppen met roken'. De manager van het lokale gezondheidscentrum heeft rechtstreeks contact gezocht met een aanbieder en op korte termijn een cursus georganiseerd. In Beuningen kwam het initiatief van de huisartsengroep, zij hebben echter niet voldoende tijd om de cursus alleen op te zetten. Door middel van een projectgroep konden we taken verdelen naar tijd en kunde en was het mogelijk om de cursus met zijn allen te organiseren. In Hatert kwam het initiatief van de huisarts en deze heeft samen met de gezondheidsmakelaar de cursus opgezet. De organisatie van de eerste cursus bracht veel werk met zich mee, onder andere door de onduidelijkheid omtrent vergoedingen. De tweede cursus was snel geregeld, mede omdat brieven etc. toen al klaarlagen. De fysiotherapie praktijk is er later bij betrokken met de vraag om extra aandacht te besteden aan de werving bij 'hun' COPD patiënten. Leden projectgroep Wanneer je mensen uitnodigt om deel te nemen aan een projectgroep, vraag je dan vooral af waarom je ze uitnodigt. Je samenwerkingspartners moeten er belang bij hebben om te participeren in een dergelijk project en vooral ook iets te bieden hebben! Projectgroep Heumen: Ambtenaar Gemeente, projectleider GGD, cursusleider ZZG, manager ZZG, manager gezondheidscentrum. Projectgroep Hatert: Huisarts en gezondheidsmakelaar. Projectgroep Beuningen: Huisarts namens huisartsengroep, Ambtenaar gemeente, projectleider ZZG, gezondheidsmakelaar GGD, kennisatelier eerste lijn. Verantwoordelijkheden De ervaring heeft ons geleerd dat het belangrijk is om in een vroeg stadium in de projectgroep de (financiële) verantwoordelijkheden te bespreken. Wie is verantwoordelijk voor onder andere: × Coördinatie van het project (locatie regelen, notulen en agenda maken, tijdspad maken, etc.); × Werving en PR; × Communicatie met potentiële deelnemers; × Communicatie met aanbieder cursus; × Financiële afhandeling (van evt. declaraties bij zorgverzekeraar of van facturen); × Uitvoer van cursus; × Evaluatie van de cursus.
5
3. Kies aanbieder en interventie Op het moment van schrijven van deze handleiding is er in de regio Nijmegen e.o. een aantal cursussen 'stoppen met roken' in omloop. In de bijlage is hier meer informatie over te vinden. Deze informatie kan dus weer verouderd zijn, neem daarom altijd zelf contact op met de aanbieders. De keuze van aanbieder kan afhangen van verschillende zaken, zoals: × Inhoud en opzet van de cursus; × De prijs van de cursus; × Wordt de cursus wel of niet vergoed; × In hoeverre ben je vrij om eigen wervingsmateriaal te gebruiken; × In hoeverre ben je vrij zelf een locatie te kiezen; × Vind je het belangrijk dat de cursusleiders de wijk/gemeente kennen; × Zijn er voorkeuren in samenwerkingspartners; × Etc. Realiseer je dat je keuzes hierover consequenties hebben voor de deelnemers. En hiermee bijdragen aan het succes van de cursus. Breng de consequenties in kaart. Denk hierbij niet alleen aan zaken zoals financiele bijdrage en de administratieve afhandeling, maar bijvoorbeeld ook aan meer praktische zaken zoals (gratis)parkeergelegenheid. Nadat een aanbieder gekozen is, is het van belang om over de volgende zaken afspraken te maken, zowel met de aanbieder als binnen de projectgroep: × × × × × ×
Hoe worden kosten verdeeld (o.a. cursus+materiaal, locatie, medicatie, etc.); Wie handelt declaraties af; Wie bepaalt in keuze locatie (klant of aanbieder?); Wie geeft go/no go bij te veel of te weinig deelnemers; Wie bepaalt de startdatum; Wie onderhoudt contact met de deelnemers?
6
4. Werving In het verleden was het erg moeilijk om groepen voor dit thema vol te krijgen. Ook vielen er vaak mensen tijdens de training af. Op basis van diverse gesprekken met o.a. (voormalige) cursusleiders van ZZG, en op basis van de bovenstaande projecten is een aantal aandachtspunten m.b.t. werving geformuleerd1: a) De cursus wordt dicht bij huis aangeboden. Onze veronderstelling is dat mensen het prettig vinden wanneer ze een dergelijke activiteit in hun eigen buurt kunnen bezoeken Dit kan betekenen: in de wijk, in een wijkcentrum, in de plaatselijke huisartsenpraktijk. De veronderstelling dat mensen het niet fijn vinden als ze 'herkend' worden lijkt (althans voor de huidige deelnemers) niet op te gaan. b) Financiële bijdrage door deelnemers Wat betreft een eigen bijdrage voor deelname aan een cursus 'stoppen met roken' is er geen eenduidige uitspraak te doen. In 2011 zijn cursussen 'stoppen met roken' tijdelijk vergoed door (een aantal) zorgverzekeraars c.q. aangeboden vanuit een subsidie van ZonMW. Dit heeft mogelijk bijgedragen aan het hoge aantal deelnemers in Heumen en Beuningen. Anderzijds: bij de cursussen in Beuningen was niet bekend of deze vergoed zouden worden, en waren er niettemin veel aanmeldingen. Een eigen bijdrage zou er juist ook voor kunnen zorgen dat mensen zich niet alleen aanmelden voor een cursus maar deze ook daadwerkelijk afmaken omdat ze er immers voor hebben betaald. In ieder geval kan de cursus alleen gratis aangeboden worden wanneer er een partij is die de financiering op zich neemt, zoals een zorgverzekeraar. c) ×
De cursus gaat van start op een vooraf aangekondigde datum Zowel verwijzers als toekomstige deelnemers vinden het prettig als er een concrete datum gecommuniceerd wordt waarop de cursus van start gaat. Hierbij wordt tevens de officiële 'stopdatum' genoemd (dit is meestal de 3e cursusbijeenkomst). Dit betekent dat de cursus altijd van start gaat, ook al zijn er maar weinig deelnemers. Mogelijk kan dan aangehaakt worden bij een cursus elders in de regio. Niet doen: pas van start gaan als er minstens X aantal aanmeldingen zijn. De eersten van de lijst hebben hun heil dan al lang elders gezocht, of zijn niet meer gemotiveerd. Ook verwijzers vinden het onhandig als ze geen datum kunnen noemen.
× ×
d)
Lokale professionals verbinden zich aan het thema en doen moeite om deelnemers te werven
×
Het werkt motiverend voor deelnemers wanneer bijv. de eigen huisarts en de gemeente ambtenaar zich positief uitspreken voor een dergelijke cursus. Mensen hebben soms een motiverend 'zetje in de rug' nodig, dit kan de huisarts of POH ze uitstekend geven. × Maak de professionals verantwoordelijk voor het 'vol krijgen' van de groep. Vorm samen een tijdelijke werkgroep en overleg hoe ieder zijn bijdrage kan leveren om deelnemers te werven. Reik bijv. een lijst uit waarop zij naam en telefoonnummer van potentiële deelnemers kunnen opschrijven; vraag ze om hun bijdrage te leveren aan een interview in het lokale huis-aan-huis blad. × Het is handig wanneer deze professionals ook persoonlijk gebriefed worden: wat is de aanmeldprocedure, hoe kan ik mensen motiveren, etc. Het kan behulpzaam zijn om hier een schriftelijke toelichting aan toe te voegen. Ook in de uitvoer van een cursus 'stoppen met roken' kunnen lokale professionals betrokken worden. Er zijn bijv. gastdocenten nodig tijdens de cursus. Dit kan ingevuld worden door lokale huisarts, diëtiste en/of een ervaringsdeskundige (iemand die al gestopt is met behulp van een cursus).
1
Deze paragraaf is integraal overgenomen uit 'wervingsplan Preventiekracht Dicht bij Huis, (n.albertz, 2011).
7
e) De promotiematerialen worden op maat ontwikkeld Het is van belang dat mensen zich herkennen in het gebruikte wervingsmateriaal. Een folder van een anonieme instantie of foto's van fotomodellen spreken bijvoorbeeld niet zo aan. Dit houdt bijvoorbeeld in: × Er staat een quote of een foto in folder, artikel, op poster van een lokale bekendheid. Het liefst een belangrijke figuur uit de wijk/gemeente die ook gaat stoppen met roken of die recent gestopt is. × Er staan logo's op van deelnemende lokale instanties. Bijv. van de gemeente, het × gezondheidscentrum. × Ook een slogan waarin de wijk of gemeente wordt genoemd kan de aandacht trekken. Zo is in Beuningen gekozen voor 'Beuningen stopt met roken, doet u mee?' en in Malden 'WIJ stoppen met roken' (in de gemeente Heumen wordt de omschrijving WIJ ook voor andere thema's gebruikt). f) ×
×
De wervingsperiode is kort en intensief Spreek met elkaar een periode af waarin zoveel mogelijk promotie wordt gedaan. Hang posters op, leg flyers neer. Zoek de lokale media op, lever een artikel aan. Vraag om een interview met lokale radio en TV omroep. Dit zorgt ervoor dat het publiek via diverse kanalen geattendeerd wordt. Communiceer daarbij telkens weer over de concrete start- en stopdatum. Motiveer ook in deze periode intensief huisartsen en POH om deelnemers te werven.
g) Probeer vroegtijdig afhaken te voorkomen Een risico bij cursussen 'stoppen met roken' is dat mensen wel beginnen, maar vroegtijdig afhaken. Zorg er daarom voor dat alleen echt gemotiveerde mensen van start gaan, door een duidelijk 'aanname beleid' te hanteren. Probeer mensen bijvoorbeeld niet over te streep te trekken of onder druk te zetten; wanneer zij niet echt zelf gemotiveerd zijn, is de slagingskans gering. Huisartsen en praktijkondersteuners zijn vaak getraind in 'motivational interviewing', een techniek die hiervoor gebruikt kan worden. Wanneer veel mensen afhaken, werkt dit ook demotiverend voor andere deelnemers. Anderzijds: Een percentage van de deelnemers heeft meerdere stoppogingen nodig alvorens ook daadwerkelijk te kunnen stoppen.
8
5. De fase van uitvoer Zodra de eerste cursus van start gaat is voor de organisatie het meeste werk gedaan: de cursusleiders nemen het over en als het goed is loopt een en ander volgens plan. Onze ervaring is dat er dan toch nog wat zaken op je af kunnen komen: In Heumen was de werving zó succesvol verlopen dat er een enorme wachtlijst ontstond. De aanbieder kon hier echter niet op inspelen. Op stel en sprong is toen besloten om met een andere aanbieder in zee te gaan. Nadat de eerste cursus in Beuningen vol was, bleken er nog 7 deelnemers op een wachtlijst te staan. Te weinig om al een nieuwe cursus mee te starten. Tegelijkertijd bleken er in Nijmegen 3 mensen op een wachtlijst te staan, weliswaar bij een andere aanbieder. Het is dan prettig om snel te kunnen inspelen op dit soort zaken. Houd hier rekening mee: wie kan dan op korte termijn beslissingen nemen? In Hatert werd regelmatig door de cursusleider een tussentijdse evaluatie doorgegeven. Dit werd als erg prettig ervaren. De huisarts kon direct op die informatie inspelen wanneer hij deelnemers op zijn praktijk zag. Het is ook goed om af te spreken wie contact onderhoudt wanneer deelnemers afwezig zijn of helemaal stoppen met de cursus. Het bleek voor deelnemers motiverend te werken om toch weer naar de cursus te komen wanneer zij werden gebeld bij afwezigheid. In Beuningen is tijdens de eerste avond de afspraak gemaakt dat deelnemers gebeld worden door de cursusleiding wanneer ze niet verschenen zonder bericht.
9
6. Afsluitende bijeenkomst Plan alvorens de cursus start met de projectgroep een datum om bijeen te komen na afloop van de cursus. In deze afsluitende bijeenkomst kan aandacht worden besteed aan de evaluatie van het project; vooruitgekeken worden hoe op de resultaten voortgebouwd kan worden; en welke lessen geleerd zijn voor een volgend project. Hierbij valt te denken aan de volgende punten: (naar voorbeeld: Projectmanagement voor gezondheidsbevordering en preventie, NIGZ, 2006) × × × × × × × ×
Wat zijn de uitkomsten van het project? Hoe is het proces verlopen en wat is het resultaat van de interventie? Hierbij kan gebruik gemaakt worden van evaluatieformulieren van de deelnemers (voorbeeld Malden zie bijlage 3) en informatie van de cursusleider. Worden de resultaten op een later moment weer gemeten? Zijn er nog openstaande vragen en onopgeloste problemen? Wordt er publiciteit gegeven aan de evaluatie? Dit kan helpend zijn bij voortvloeiende vervolgactiviteiten Wordt er vervolg gegeven aan het project? Hoe dan? Wie stuurt het vervolg aan? Heeft het programma of beleid bijsturing nodig? Hoe ziet de verantwoording van inzet van mensen het gebruik van tijd en geld eruit? Wordt er een eindverslag gemaakt? Voor wie wordt dit geschreven? In Hatert is de ervaring dat bij het opzetten van een cursus de nadruk erg ligt op de werving en de uitvoer. De evaluatie schiet er dan snel bij in. In Hatert hebben de organisatoren via de mail wel contact gehad, maar een goede evaluatie is er niet meer van gekomen. Door vóór de start van het project een afspraak te plannen voor een evaluatie wordt daar niet door de waan van de dag aan voorbij gegaan. In Malden is de projectgroep na afloop van de cursus bij elkaar gekomen. Een onafhankelijk persoon heeft deze bijeenkomst begeleid. Aan de hand van een tijdslijn zijn alle aspecten gedurende het project eerst objectief genoteerd waarna eenieder hier vervolgens zijn subjectieve oordeel over kon geven. De ‘pijnpunten’ kwamen hierdoor goed naar voren en zijn uitgebreid besproken.
10
Bijlage 1: Overzicht (groeps)cursusaanbod Nijmegen e.o. 2011
Cursus Pakje kans (www.stivoro.nl) Voor meer informatie over de vergoeding in 2012 en de daaraan gestelde voorwaarden kunt u contact opnemen met uw eigen zorgverzekeraar.
Aangeboden door ZZG Zorggroep (licentiehouder van stivoro) Roder Consult (licentiehouder van stivoro) Iriszorg (licentiehouder van stivoro)
Rookvrij! Ook jij? (www.sinefuma.com)
SineFuma
Door de meeste zorgverzekeraars vergoed in 2012.
11
Bijlage 2: Bewezen werkzame methoden in Nederland Uit: richtlijn 'Behandeling van tabaksverslaving', Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, 2004. Gehele stuk en samenvatting te downloaden via www.stivoro.nl
Bewezen werkzame methoden in Nederland In de CBO Richtlijn worden de volgende middelen en methoden als bewezen werkzaam aangemerkt: Farmacologische ondersteuning a. nicotinevervangende middelen (kauwgom, pleister, inhalor, zuigtablet). Alle middelen vergroten de kans op een geslaagde stoppoging met een factor 1,5 tot 2, ongeacht het type middel. b. Farmacologische middelen: Zyban (bupropion) en Nortrilen (nortriptyline). De CBO richtlijn is inmiddels op dit punt verouderd. Ook het nieuwe middel Champix (varenicline) is bewezen werkzaam, blijkend uit positieve resultaten uit meer dan twee gerandomiseerde experimenten. Kortdurende gedragsmatige ondersteuning Een eenmalig advies van een arts of andere hulpverlener om te stoppen vergroot de succeskans van een stoppoging. Een stopadvies bestaat uit het aan de orde stellen van het roken, bespreken van stopmotivatie en advies geven om te stoppen. Het aanbieden van vervolgconsulten verhoogt het effect van een stopadvies. De succeskans wordt vergroot door het bieden van meer gedragsmatige ondersteuning in de vorm van persoonlijke begeleiding en meer sessies. Onder de naam Minimale Interventie Strategie (MIS) zijn hiertoe handleidingen en training ontwikkeld voor diverse medische praktijken, namelijk de huisartspraktijk, de cardioloog, de longarts en de verloskundige. Telefonische counseling Pro-actieve telefonische ondersteuning waarbij rokers op afspraak worden gebeld en advies en ondersteuning krijgen volgens een vast protocol, waarbij sprake is van tenminste 4-6 gesprekken is bewezen werkzaam. In Nederland wordt deze methode aangeboden door STIVORO. Intensieve gedragsmatige methoden Intensieve ondersteuning door de huisarts of zorgverlener bestaat uit tenminste 4 contacten van elk minstens 10 minuten. Naast advies geven om te stoppen, wordt ook gedragsmatige en farmacologische ondersteuning geboden en vindt in vervolgcontacten terugvalpreventie plaats. Intensieve ondersteuning kan plaats vinden in groepen en individueel. Gedragstherapeuten bieden onder meer deze vorm van ondersteuning. STIVORO coördineert in Nederland de Pakje Kans training (groepsbenadering) en traint artsen en verpleegkundigen als persoonlijke coach bij stoppen met roken (individuele benadering). Een groepsaanpak heeft de voorkeur boven een individuele aanpak, vanwege de stimulans van de groep. Zelfhulpmaterialen Met een zelfhulpmethode kan een roker op eigen tempo leren hoe hij/zij het beste kan stoppen met roken. Schriftelijk en digitaal zelfhulpmateriaal dat gebaseerd is op cognitief-gedragtherapeutische principes is werkzaam gebleken. De gids Stoppen met roken: Willen en kunnen en StopMail van STIVORO zijn hiervan twee voorbeelden. Een meer geavanceerde variant op zelfhulpmateriaal is het gecomputeriseerde Advies op Maat: een door de computer op basis van vragenlijstgegevens samengestelde adviestekst. Geautomatiseerde getailorde (stop)adviezen zijn effectiever gebleken dan teksten die niet op de persoon zijn afgestemd. Via de website van STIVORO kan een dergelijk automatisch stopadvies verkregen worden. Een andere effectieve zelfhulpvariant is de StopSite, een stoppen-met-rokenzelfhulpsite van STIVORO.
12
Bijlage 3: Evaluatieformulier stoppen met roken training Malden Wat vond u van het aantal bijeenkomsten? Te veel Te weinig Anders………………………………………………………………………………………. Wat vond u van de frequentie van de bijeenkomsten? Goed Te snel opvolgende avonden Te lange tijd tussen avonden Toelichting……………………………………………………………………………………………….. Wat vond u van de besproken onderwerpen? Goed Niet goed, omdat……………………………………………………………………………….. Heeft u nog onderwerpen gemist tijdens de training? Ja, namelijk……………………………………………………………………………………… Nee Wat vond u van de locatie? Goed Niet goed, omdat……………………………………………………………………………….. Zou u een training gevolgd hebben, als deze verder van huis gelegen was? Ja Nee, omdat……………………………………………………………………………………… Zou u de training aanraden bij kennissen, vrienden, familie die roken? Ja Nee, omdat……………………………………………………………………………………… Hangt deelname aan de cursus voor u af van wel of geen vergoeding door de zorgverzekeraar? Ja Nee Vond u de informatievoorziening voorafgaand aan de cursus voldoende? Ja Nee, omdat………………………………………………………………………………………. Welk cijfer geeft u de trainers. (0 is zeer slecht en 10 zeer goed) 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
8
9
10
Welk cijfer geeft u de training. (0 is zeer slecht en 10 zeer goed) 0
1
2
3
4
5
6
7
Heeft u nog andere opmerkingen of aanvullingen? ……………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………….. Hartelijk dank voor het invullen.
13