Jos Zweistra
Clozapinegebruik en stoppen met roken van tabak Aandacht voor leefstijl en gezondheidsrisico’s
In vergelijking met de algemene bevolking gebruiken psychiatrische patiënten tweemaal zoveel nicotine (Ziedonis, Hitsman, Beckham, Zvolensky, Adler, & Audrain-McGovern, 2008). Binnen de groep psychiatrische patiënten roken, met een percentage van 60 tot 90%, de patiënten met schizofrenie het meest (Desai, Seabolt & Jann, 2001). Het roken van nicotine heeft bij hen een gunstig effect op de bijwerkingen van clozapine en op negatieve en cognitieve symptomen (Winterer, 2010; Haslemo, Eikeseth, Tanum, Molden, & Refsum, 2006). Het gunstige effect op bijwerkingen, zoals slaperigheid, moeheid, duizeligheid, obstipatie, speekselvloed en hartkloppingen, is te verklaren doordat roken de clozapinespiegel verlaagt (Dervaux & Laqueille, 2007; Levin & Rezvani, 2006; Ruissen, Van Schaik, & Beijnen, 2009; Haslemo et al., 2006). Verlaging van de clozapinespiegel kan echter invloed hebben op de effectiviteit van de behandeling en daarom moet aan de rokende patiënt een hogere dosering clozapine worden voorgeschreven om hetzelfde behandeleffect te bereiken. De algemene norm voor een therapeutische spiegel ligt tussen 200 en 600 μg/l. De ClozapinePlusWerkgroep (Schulte, 2007) adviseert voor een effectieve behandeling een richtspiegel van ongeveer 350 μg/l bij (jong)volwassenen. Bij een roker is hiervoor een dosering van 525 mg clozapine nodig. Bij een dosering van meer dan 450 mg clozapine per dag dient men rekening te houden met negatieve bijwerkingen, zoals vermoeidheid (cvz, 2012; Safferman, Lieberman, Kane, Szymanski, & Kinon, 1991). Daarnaast kan clozapine in het algemeen een relatief grote gewichtstoename veroorzaken en daarmee het risico op het metabool syndroom verhogen (Lamberti et al., 2006; Leucht et al., 2009). Door de combinatie van roken van tabak en gebruik van clozapine nemen de gezondheidsrisico’s voor de patiënten toe. Roken is namelijk het grootste enkelvoudige risico op het overlijden van patiënten met schizofrenie. Zij sterven gemiddeld 22,5 jaar eerder dan de algemene bevolking (Saha, Chant, & McGrath, 2007; Tiihonen, Lönnqvist, & Wahlbeck , 2009). Daarom stellen Hitsman, Moss, Montoya en George (2009) dat het eerste doel is het roken te minderen.
1
2 praxis ggz verpleegkundig specialist 2014
Opmerkelijk is dat hier in de geestelijke gezondheidszorg nog weinig aandacht aan wordt besteed. (Van Gool & Roozen, 2011). Beschreven wordt hoe het stoppen met roken werd ondersteund door strategieën in kaart te brengen die ook zonder nicotine een gunstig effect op de bijwerkingen van clozapine zouden kunnen hebben. Ook werd na het stoppen met roken nagegaan of de clozapine-dosering met de kans op bijwerkingen zoals vermoeidheid, overgewicht en diabetes, verlaagd kon worden teneinde de gezondheidsrisico’s te verminderen.
Gevalsbeschrijving Chung 1 is een 26-jarige Vietnamese man die in 2012 wordt opgenomen in de forensische psychiatrie omdat hij in psychotische toestand een geweldsdelict heeft begaan. Tijdens zijn psychose, mogelijk geluxeerd door cannabis, heeft hij zijn buren bedreigd met een mes. De psychiater stelt de diagnose schizofrenie van het paranoïde type (dsm-iv: 295.30) en schrijft 500 mg clozapine voor waardoor de psychose verbleekt. Chung heeft tijdens deze opname Liberman modules gevolgd gericht op middelengebruik, omgaan met psychotische belevingen en het trainen van sociale vaardigheden. In 2013 wordt Chung met een rechterlijke machtiging overgeplaatst naar de intensieve psychiatrische afdeling van ggz Centraal. Duidelijk wordt dat hij zijn ouders niet wil betrekken bij zijn behandeling omdat hij zich schaamt voor zijn verleden. Hij heeft alleen contact met zijn neef die hem ondersteuning biedt. Tot op heden heeft hij geen opleiding afgerond en geen beroep uitgeoefend. Hij is inmiddels een jaar abstinent van cannabis. Hij blijft trouw zijn clozapine innemen waardoor geen sprake is van positieve symptomen van schizofrenie: wanen en hallucinaties. Negatieve symptomen, zoals inactiviteit, initiatiefverlies en vermoeidheid staan momenteel op de voorgrond; hij blijft op bed liggen en volgt geen dagactiviteiten. Daarnaast heeft Chung een ongezonde levensstijl en een matige conditie en hij rookt circa vijftien sigaretten per dag. Hij ervaart benauwdheid, ontwikkelt diabetes (nuchtere glucose 7.0; pre-diabetes mellitus; 6,1 tot 7,0 mmol/l) en heeft obesitas (bmi = 33,6 kg/m2; ≥ 30 kg/m2), waar hij zich voor schaamt. Chung wordt door de verpleegkundig specialist ggz in opleiding (vs i.o.) gestimuleerd tot leefstijlverandering. De behandelperiode bedraagt acht weken.
1
Chung is een gefingeerde naam
3
Tabel 1 icf, nanda, noc en nic NOC-doelen
D570.3 Domein 1: Vermogen om Sterke stoornis in Bereidheid tot leefstijlinterventies zorg dragen voor verbetering van het uit te voeren eigen gezondheid persoonlijke gezondheids- management
NIC-interventies Motiverende gespreksvoering en psycho-educatie; Presentie en empathie; Vergroten zelfmanagement en zelfvertrouwen
B130.3 Domein 4: Vermogen om te Psycho-educatie over Sterke stoornis in sedentaire levensstijl stoppen met roken gezondheidsrisico’s; energie en driften Domein 4: van tabak; Ondersteuning bij B530.3 Verminderd Vermogen om stoppen met roken; Sterke stoornis in activiteitsvermogen af te vallen; Monitoren handhaving Domein 2: Verbeteren clozapinespiegel, lichaamsgewicht Risico op instabiele glucosewaarden gewicht, glucose en B455.5 glucosewaarden andere parameters; Sterke stoornis in Bevorderen bewegen, de inspannings- wandelen op het terrein; tolerantie Voedingsadvies, diëtiste inschakelen D230.3 Domein 4: Vermogen om de Opstellen dagprogramma, Sterke stoornis in Inactieve levensstijl dagelijkse creatieve therapie, uitvoeren van levensverrichtingen corvee- taken, dagelijkse uit te voeren boodschappen doen; routinehandelingen Bevorderen bewegen en zelfzorg
Diagnostiek Met behulp van de dsm-iv-tr werd aanvullend onderzoek gedaan met als uitkomst: as i: 305.1 afhankelijkheid nicotine; as ii: V71.09 geen diagnose; as iii: 278.00 Obesitas, niet gespecificeerd; 790.29 pre-diabetes; as iv: Problemen binnen de primaire steungroep, onderwijsproblemen, werkproblemen, woonproblemen. as v gaf score: 45. Bij het verpleegkundig onderzoek werd ook gebruik gemaakt van de icf (Nederlands who-fic Collaborating Centre, 2007) om naast de pathologie een beeld te krijgen van Chung’s gezondheidstoestand en probleemgebieden. In icf-termen blijkt dat hij een sterke stoornis ervaart in het zorg dragen voor de eigen gezondheid, in energie en driften, handhaving lichaamsgewicht en inspanningstolerantie. Ook zien we een sterke stoornis in het uitvoeren van dagelijkse routinehandelingen. De vs i.o. heeft voor de verpleegkundige diagnose gebruik gemaakt van de classificatie van de North American Nursing Diag-
clozapinegebruik en stoppen met roken van tabak
ICF NANDA-diagnose
4 praxis ggz verpleegkundig specialist 2014
nosis Association [nanda] (nanda International, 2009). Daarnaast werden ook de Nursing Outcome Classification [noc], en de Nursing Intervention Classification [nic] toegepast (Johnson et al, 2006) om doelen en interventies te formuleren. In tabel 1 zijn de icf-uitkomsten met daarnaast de nanda-diagnoses, noc-doelen en nic-interventies weergegeven.
Behandeling Voorbereiding op het stoppen met roken In de behandeling is een voorbereidingsfase voor het stoppen met roken essentieel. Chung wordt daarin met motiverende gespreksvoering en psycho-educatie voorbereid op de leefstijlverandering en het stoppen met roken. Gezamenlijk wordt besloten om drie weken voor de stopdatum leefstijlinterventies en dagbesteding in te zetten. Gedurende de voorbereidingsfase van drie weken en de periode daarna wordt het roken gecontroleerd afgebouwd. Om een leefstijlverandering bij Chung te bewerkstelligen worden motiverende gespreksvoering en psycho-educatie (Miller & Rollnick, 1991) ingezet. Motiverende gespreksvoering is een evidence-based interventie om gedragsverandering vanuit intrinsieke motivatie te stimuleren (Van der Poel, 2010). De methode wordt met succes toegepast bij het stoppen met roken en het bevorderen van lichamelijke activiteit (Rubak, Sandbaek, Lairitzen, & Christensen, 2005). Daarnaast kan leefstijlverandering bij Chung bereikt worden door het geven van psycho-educatie over de voor- en nadelen van het roken van tabak en de bijkomende gezondheidsrisico’s. Ongezonde leefstijlgedragingen en daarmee een verminderde kwaliteit van leven worden geassocieerd met het roken van tabak (Kilian, Becker, Krüger, Schmid, & Frasch, 2006). De vs i.o. heeft vier gesprekken met Chung gevoerd waarin genoemde methodes succesvol zijn toegepast. Chung besluit om zich een gezondere leefstijl aan te meten. De eerste drie weken: leefstijl en dagbesteding Chung ervaart benauwdheid door het roken, ontwikkelt diabetes en schaamt zich voor zijn overgewicht. Reeds eerder werd bij mensen met schizofrenie een verband aangetoond tussen gewichtstoename en een lager zelfbeeld (De Hert, Peuskens, & Van Winkel, 2006). De interventies zoals beschreven in figuur 1 zijn drie weken voor het stoppen met roken in samenwerking met Chung gekozen. Hierbij staat advies over de leefstijl van Chung centraal. Leefstijladvies moet intensief ingezet worden als constante bij ieder contact (De Hert et al., 2011; Perk et al., 2012). De vs i.o. heeft Chung verteld dat gewichtstoename en depressieve
De eerste drie weken en daarop volgend: gecontroleerde afbouw roken Een gecontroleerde afbouw van roken is in het geval van Chung belangrijk om twee redenen. De eerste houdt verband met het stijgen van de clozapinespiegel. Abrupt stoppen met roken kan leiden tot een verhoging van de clozapinespiegel en tot intoxicatie (Ruissen et al., 2009). Als de spiegel boven de 1200 μg/l komt is sprake van overdosering en kunnen extreme speekselvloed, gestoorde slikreflex, ataxie, dysartrie en evenwichtsstoornissen optreden (Ruissen et al., 2009). De tweede reden houdt verband met de neiging de toegenomen eetlust bij nicotineontwenning ‘weg te eten’ of ‘weg te drinken’ (Van der Moolen, 2012). Chung is reeds bekend met obesitas en schaamt zich hiervoor, waarvoor in de voorbereiding op het afbouwen met roken een diëtiste is ingeschakeld. Gevolg is dat hij ongezonde voeding mindert. Om een gecontroleerde afbouw te bewerkstellingen is in onderling overleg afgesproken het roken af te bouwen van vijftien naar zeven sigaretten. Een dagelijkse consumptie van zeven tot twaalf sigaretten is waarschijnlijk voldoende om de bijwerkingen van de clozapine te verminderen en een maximale inductie van clozapine-metabolisme te bereiken (Ruissen et al., 2009; Haslemo et al., 2006). Een vermindering van het dagelijkse gebruik van sigaretten met ten minste 50% wordt geassocieerd met een verbetering van cardiovasculaire biomarkers (cholesterolconcentraties, bloeddruk, hartslag) en de kwaliteit van leven (Bolliger, Zellweger, Danielsson et al., 2001). In de fase van voorbereiding op het stoppen met roken lukt het Chung om te starten met dagelijkse beweging, het volgen van dagbesteding
5 clozapinegebruik en stoppen met roken van tabak
stoornissen zich verhouden tot stoppen met roken (Perkins, Denier, Mayer, Scott & Dubbert, 1987; French Office of Smoking Prevention, 2009). Daarom start Chung in de eerste week met wandelen, circa 30 tot 60 minuten per dag. Na drie weken dagelijkse beweging nemen zowel gewicht als vermoeidheidsklachten af, waardoor Chung zelfvertrouwen krijgt. Uit de literatuur blijkt dat het bevorderen van bewegen belangrijk is gezien de effecten daarvan, zoals gewichtsreductie, verminderde staat van angst en psychologische stress, toegenomen welbevinden en verbeteringen in cardiovasculaire en metabole parameters (Vancampfort et al., 2010; Alvarez-Jiménez, Hetrick, González-Blanch, Gleeson, & McGorry, 2008; Acil, Dogan, & Dogan, 2008; Wu, Huang, & Liou, 2008). Daarnaast meldt De Haan (2009) aan dat bewegen gunstige effecten kan hebben op het cognitieve functioneren van mensen met schizofrenie. Chung wil naast zijn lichamelijke activiteiten ook dagbesteding volgen in de vorm van creatieve therapie, want zinvolle dagbesteding heeft mogelijk een positieve invloed op de kwaliteit van leven (Snel, 2008).
6 praxis ggz verpleegkundig specialist 2014
en een gezonder voedingspatroon. Daarnaast mindert hij het aantal sigaretten van vijftien naar zeven per dag. Hij ervaart een betere kwaliteit van leven. Tijdens en na het stoppen met roken: monitoring van effecten In de vierde week stopt Chung met roken. Hij blijft gemotiveerd om dagelijks te bewegen, de dagbesteding uit te voeren en gezonder te eten. Tijdens en na het stoppen worden diverse aspecten gemonitord: allereerst de clozapinespiegel en vervolgens ook een aantal somatische parameters zoals gewicht, buikomtrek, nuchtere glucose, ldl, hdl, triglyceriden en bloeddruk. Deze screening is essentieel bij clozapinegebruik, vanwege bijwerkingen zoals gewichtstoename en het metabool syndroom (Cahn et al., 2008; De Hert et al., 2011). Het derde monitorinstrument is de Brief Psychiatric Rating Scale (bprs). Hiermee worden de ernst van de negatieve symptomen, angst en depressie van Chung gemonitord. Ook worden de bijwerkingen van clozapine, zoals slaperigheid, moeheid, duizeligheid, obstipatie, speekselvloed en hartkloppingen, en ook de benauwdheidsklachten, uitgevraagd. Ten slotte is ook de ernst van de nicotineverslaving gemeten met behulp van de Fagerström Test voor Nicotine Afhankelijkheid (ftna) (Japuntich, Piper, Schlam, Bolt, & Baker, 2009). Ftna is een kort, eenvoudig zelfrapportage meetinstrument met betrekking tot nicotineafhankelijkheid. In tabel 2 zijn de resultaten van de diverse metingen weergegeven. Opvallend is dat de clozapinespiegel in de twee weken na het stoppen met roken bijna 40% is gestegen. Dit effect wordt ook in de literatuur gemeld: Meyer (2001) beschreef reeds een verhoging van de antipsychoticaspiegels met een toename van ruim 40% na het stoppen met roken. Daarom adviseert de ClozapinePlusWerkgroep (Schulte, 2007) spiegelbepalingen en een lagere dosis clozapine voor patiënten die niet roken. Bij Chung is de dosering na twee weken verlaagd naar 400 mg per dag. Chung bemerkt geen verschil in zijn stemming behalve waar het vermoeidheid betreft. Deze wordt minder na het stoppen met roken. Ondanks gewichtsafname is er nog sprake van obesitas, maar het behandelteam stimuleert Chung om verder af te vallen. Tevens is er een daling te zien in de parameters bloeddruk, buikomtrek, trygliceriden en nuchtere bloedsuiker. De hdl en ldl zijn niet afwijkend tijdens en na het roken. De benauwdheidsklachten nemen af in de tweede week na het stoppen. In de derde week valt Chung terug door het roken van twee sigaretten, maar stopt vervolgens weer in week vier. Deze terugval heeft een licht effect op de clozapinespiegel.
7
Tabel 2 Effecten bij Chung tijdens en na het stoppen met roken
Clozapine- spiegel
3 weken na het stoppen
4 weken na het stoppen
400 mg
400 mg
390 450 610 645 390 360 (200 - 600) (200 - 600) (200 - 600) (200 - 600) (200 - 600) (200 - 600)
Bijwerkingen Vermoeid- clozapine* heid
–
–
–
–
–
Gewicht
100 kg
99 kg
98 kg
98 kg
97 kg
109 cm
108 cm
108 cm
108 cm
107 cm
Bloedsuiker 7.0 – nuchter (3.5 - 5.5)
6.3 (3.5 - 5.5)
6.1 (3.5- 5.5)
6.3 (3.5 - 5.5)
6.2 (3.5 - 5.5)
Trygliceriden 4.20 – (0.0 - 2.20)
3.20 3.40 2.80 2.50 (0.00 - 2.20) (0.00 - 2.20) (0.00 - 2.20) (0.0 - 2.20)
HDL
–
–
–
–
–
–
LDL
–
–
–
–
–
–
Bloeddruk
130/89
132/78
130/81
135/82
128/79
125/82
BPRS
–
–
–
–
–
–
FTNA – Medium – –
Terugval roken
Gestopt met roken
Benauwd- + + – – heid
–
–
103 kg
Buikomtrek 110 cm
* Vermoeidheid, duizeligheid, speekselvloed, hartkloppingen, eetlust, moeilijke stoelgang
clozapinegebruik en stoppen met roken van tabak
Clozapine, 3 weken 1 dag Week 2 weken Parameters, voor het na het na het na het bprs en stoppen stoppen stoppen stoppen ftna Clozapine- 500 mg 500 mg 500 mg 500 mg Dosering
8 praxis ggz verpleegkundig specialist 2014
Farmacologische interventie bij stoppen met roken Een farmacologische interventie zoals het voorschrijven van bijvoorbeeld varenicline kan het stoppen met roken bevorderen omdat het ontwenningsverschijnselen tegengaat. Het medicijn blijkt positieve resultaten te geven bij patiënten met schizofrenie die stoppen met roken (Williams et al., 2012). Er kunnen echter wel bijwerkingen optreden zoals misselijkheid, slapeloosheid en hoofdpijn. De vs i.o. heeft Chung voorlichting gegeven over de voor- en nadelen van medicatie. Chung wil verdere bijwerkingen voorkomen en kiest ervoor om leefstijlinterventies en dagbesteding in te zetten om het stoppen met roken vol te houden.
Discussie Als kritisch onderbouwde reflectie op het eigen handelen worden nu de sterke en zwakke kanten van deze gevalsbeschrijving belicht. In de voorbereidingsfase hebben de methodes motiverende gespreksvoering en psycho-educatie bijgedragen aan het bewustwordingsproces bij Chung van de wenselijkheid om zijn leefstijl te veranderen. Dagelijks bewegen, dagbesteding en een gezonder voedingspatroon zijn de daartoe ingezette interventies. Het vroegtijdig inzetten van leefstijlinterventies en dagbesteding hebben het stoppen met roken bevorderd. Na het stoppen heeft lichaamsbeweging mogelijk een belangrijke rol gespeeld ter voorkoming van ontwenningsverschijnselen en hunkering naar sigaretten (Taylor, Ussher, & Faulkner, 2007). Het voorschrijven van medicatie, zoals varenicline kon daardoor voorkomen worden. Na het stoppen met roken steeg de clozapinespiegel. Daardoor kon de dosering verlaagd worden naar 400 mg. Dit is een aanbevolen dosering volgens het farmacotherapeutisch kompas (cvz, 2012). De verlaagde dosering clozapine in combinatie met leefstijlinterventies heeft mogelijk geleid tot minder vermoeidheid, gewichtsafname en daling van trygliceriden en bloedsuiker. Daarom zou bewegen een belangrijke plaats moeten innemen binnen de multidisciplinaire behandeling (Vancampfort et al., 2010). Ondanks de resultaten valt Chung eenmalig terug naar twee sigaretten per dag. Daarom worden de methodes motiverende gespreksvoering en psycho-educatie opnieuw ingezet. Bij een terugval leert Chung van zijn eerdere pogingen tot gedragsverandering en maakt hiervan gebruik bij een hernieuwde poging (Prochaska, DiClemente & Norcross, 1992). Het lukt Chung om vervolgens weer te stoppen. Een mogelijke beperking van deze gevalsbeschrijving zou de korte tijdsduur van acht weken kunnen zijn. De effectiviteit van leefstijlinterventies op het stoppen met roken en op de bijwerkingen van clo-
Conclusie Lichaamsbeweging, gezonde voeding en dagbesteding zijn strategieën om het gunstige effect van nicotine op de bijwerkingen van clozapine te vervangen. Motiverende gespreksvoering en psycho-educatie zijn belangrijke methodes om een gezonde leefstijl te bevorderen en om terugval te voorkomen. Wanneer Chung stopt met roken wordt zijn clozapinespiegel hoger. De vs i.o. verlaagt vervolgens de dosering clozapine. Het stoppen met roken en de verlaagde dosering clozapine in combinatie met leefstijlinterventies verminderen de bestaande gezondheidsrisico’s. De bloedsuiker nuchter, bloedddruk, gewicht en trygliceriden dalen. Daarnaast heeft Chung minder last van vermoeidheid en benauwdheid. Medicatie zoals varenicline hoeft niet ingezet te worden omdat leefstijlinterventies en dagbesteding effectief blijken. In een proces zoals hier beschreven is het aan te bevelen om verpleegkundig specialisten een behandelende, coachende, bewakende en interveniërende rol te laten spelen. De verschillende interventies vereisen intensieve samenwerking met verpleegkundigen, psychiaters, artsen en eventueel andere disciplines. Een voorbeeldrol voor hulpverleners wat betreft stoppen met roken is belangrijk om de motivatie van patiënten te vergroten. Het is aan te bevelen dat ggz-instellingen voor zowel patiënten als hulpverleners een training ontwikkelen om het stoppen met roken te bevorderen. Verder is het wenselijk dat toekomstige studies zich richten op een nadere evaluatie van de leefstijlinterventies op de effecten en bijwerkingen van clozapine, na het stoppen met roken van tabak.
9 clozapinegebruik en stoppen met roken van tabak
zapine zijn hierdoor lastig te meten. Mogelijk zijn alleen leefstijlinterventies te beperkt om na het stoppen ontwenningsverschijnselen en bijwerkingen van clozapine tegen te gaan. Het niet inzetten van een medicijn zoals varenicline kan een risico zijn omdat Chung moet blijven bewegen om de kans op terugvallen in het roken te voorkomen. Daar komt bij dat Chung op een klinische afdeling verblijft waar zowel medepatiënten als hulpverleners roken, wat mogelijk een demotiverende factor is voor hem om te stoppen. Dit maakt de kans op een terugval aanzienlijk groter. Ook de klinische setting waarin Chung behandeld wordt is een beperking, in zoverre dat niet gemeten is hoe effectief de behandeling is in een ambulante setting.
10 praxis ggz verpleegkundig specialist 2014
Nawoord Graag wil ik de volgende personen bedanken voor hun hulp bij de onderbouwing en steun bij het realiseren van mijn artikel: Chris Loth, Ronald van Gool, Leonie Ebbes en Fred Zweistra.
11 clozapinegebruik en stoppen met roken van tabak
Literatuur Acil, A. A., Dogan, S., & Dogan, O. (2008). The effects of physical exercises to mental state and quality of life in patients with schizophrenia. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 15, 808–815. Alvarez-Jiménez, M., Hetrick, S.E., González-Blanch, C., Gleeson, J.F., & McGorry, P.D. (2008). Non pharmacological management of antipsychotic weight gain: Systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. The British Journal of Psychiatry, 193(2), 101-107. American Psychiatric Association (apa) (2007). Beknopte handleiding bij de Diagnostische Criteria van de DSM IV-TR (3e druk). Amsterdam: Harcourt Assessment bv Bolliger, C. T., Zellweger, J.P., Danielsson, T., van Biljon, X., Robidou, A., Westin, Å. et al. (2002). Influence of long-term smoking reduction on health risk markers and quality of life. Nicotine & Tobacco Research, 4, 433–439, doi: 10.1080/ 1462220021000018380. Cahn, W., Ramlal, D., Bruggeman, R., Haan, L. de, Scheepers, F.E., Soest, M.M. van et al. (2008). Preventie en behandeling van somatische complicaties bij antipsychoticagebruik. Tijdschrift voor Psychiatrie, 50, 579-591. Cvz (2012). Farmacotherapeutisch kompas. Geraadpleegd op 29-09-2013 via http:// www.fk.cvz.nl/ De Hert, M., Peuskens, B., & Van Winkel, R. (2006). Body weight and self-esteem in patients with schizophrenia evaluated with b-wise®. Schizophrenia Research, 88, 222-226. De Hert, M., Vancampfort, D., Correll, C.U., Mercken, V., Peuskens, J., Sweers, K. et al. (2011). Guidelines for screening and monitoring of cardiometabolic risk in schizophrenia: Systematic evaluation. The British Journal of Psychiatry, 199, 99-105. Dervaux, A., & Laqueille, X. (2007). Tobacco and schizophrenia: therapeutic aspects. Encephale, 33, 629-632. Desai, H.D., Seabolt, J., & Jann, M.W. (2001). Smoking in patients receiving psychotropic medications: a pharmacokinetic perspective. CNS Drugs, 15, 469-494. French Office of Smoking Prevention, fosp. (2009). Recommandations: Smoking cessation for patients with psychiatric disorders. (p. 1–8). Paris. Van Gool, R., & Roozen, J. (2011). Roken. Moet je ze dat ook nog afnemen? Geraadpleegd op 10 januari 2013 via http://www.phrenos.nl/index.php?option=com_content&v iew=article&id=868:rokenmoetjezedatooknogafnemenz3&catid=56&Itemid=37 Haan, L. de (2009). Bewegen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 51, 275-277. Haslemo, T., Eikeseth, P.H., Tanum, L., Molden, E., & Refsum, H. (2006). The effect of variable cigarette consumption on the interaction with clozapine and olanzapine. European Journal of Clinical Pharmacology, 62, 1049-1053. Hitsman, B., Moss, T.G., Montoya, I.D., & George, T.P. (2009). Treatment of tobacco dependence in mental health and addictive disorders. Can J Psychiatry, 54, 368-378. Japuntich, S. J., Piper, M. E., Schlam, T. R., Bolt, D. M., & Baker, T. B. (2009). Do smokers know what we’re talking about? The construct validity of nicotine dependence questionnaire measures. Psychological Assessment, 21, 595–607, doi: 10.1037/ a0017312 Johnson, M., Bulechek, G., Butcher, H., Maas, M., McCloskey Dochterman, J., Moorhead, S., & Swanson, L. (2006). NANDA, NOC, and NIC Linkages. Nursing Diagnoses, outcomes & interventions. St. Louis: Mosby. Kilian, R., Becker, T., Krüger, K., Schmid, S., & Frasch, K. (2006). Health behavior in psychiatric in-patients compared with a German general population sample. Acta Psychiatrica Scandinavica, 114, 242–248, doi: 10.1111/j.1600-0447.2006.00850.x Lamberti, J.S., Olson, D., Crilly, J.F., Olivares, T., Williams, G.C., Tu, X. et al. (2006). Prevalence of the Metabolic Syndrome Among Patients Receiving Clozapine. The American Journal of Psychiatry, 163, 1273-1276. Leucht, S., Corves, C., Arbter, D., Engel, R.R., Li, C., & Davis, J.M. (2009). Secondgeneration versus first-generation antipsychotic drugs for schizophrenia: A metaanalysis. The Lancet, 373(9657), 31-41. Levin, E.D., & Rezvani, A.H. (2006). Nicotinic-antipsychotic drug interactions and cognitive function. EXS, 98, 185-205.
12 praxis ggz verpleegkundig specialist 2014
Meyer, J.M. (2001). Individual changes in clozapine levels after smoking cessation: results and a predictive model. Journal of Clinical Psychopharmacology, 21, 569-574. Miller, W. R. & Rollnick, S. (1991) Motivational Interviewing: Preparing People to Change Addictive Behaviour. New York: Guilford Press. Moolen, A. van der (2012). Tabak. In: Loonen, A.J.M. & Hovens, J.E. (Eds.). Handboek functionele psychofarmacologie (p. 337-345). Utrecht: De Tijdstroom. Nanda International (2009). Nursing Diagnoses: Definitions and Classification 20092011. Oxford: Wiley-Blackwell. Nederlands who-fic Collaborating Centre (2007). Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health (2e druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Perk, J., De Backer, G., Helmut, G., Graham, I., Reiner, Z., Verschuren, W.M. et al. (2012). European Guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice. European Heart Journal, 33(18), 1-77, doi:10.1093/eurheartj/ehs092 Perkins, K. A., Denier, C., Mayer, J. A., Scott, R. R., & Dubbert, P. (1987). Weight gain associated with decreases in smoking rate and nicotine intake. The International Journal of the Addictions, 22, 575–581. Poel, S. van der (2010). De gemotiveerde patiënt. Movemens, 11(4), 10-13. Prochaska, J. O., DiClemente, C. C., & Norcross, J. C. (1992). In search of how people change: Applications to addictive behaviors. American Psychologist, 47, 1102-1114. Rubak, S., Sandbaek, A., Lairitzen, T., & Christensen, B. (2005). Motivational interviewing: a systematic review and meta-analysis. The British Journal of General Practice, 55, 305-312. Ruissen, A.M., Schaik, A.M. van, & Beijnen, J.H. (2009). Clozapinegebruik en abrupt stoppen met roken; een potentieel levensbedreigende combinatie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 519, 699-703. Safferman, A.Z., Lieberman, J.A., Kane, J.M., Szymanski, S., & Kinon, B. (1991). Update on the clinical efficacy and side effects of clozapine. Schizophrenia Bulletin, 17(2):247- 261. Saha, S., Chant, D., & McGrath, J. (2007). A systematic review of mortality in schizophrenia: is the differential mortality gap worsening over time? Archives of General Psychiatry, 64, 1123-1131. Schulte, P.F.J. (2007). Richtlijn voor het gebruik van clozapine. ClozapinePlusWerkgroep, http://clozapinepluswerkgroep.nl/pages/richt.html Snel, M. (2008). Zorgbehoefte als mogelijke voorspeller van kwaliteit van leven bij schizofrenie en aanverwante psychotische stoornissen. Geraadpleegd op 28 september 2013 via http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2008-1029-201513/Snel%20 0449083.pdf Taylor, A.H., Ussher, M.H., & Faulkner, G. (2007) The acute effects of exercise on cigarette cravings, withdrawal symptoms, affect and smoking behaviour: a systematic review. Addiction Apr, 102(4), 534-543. Tiihonen, J., Lönnqvist, J., & Wahlbeck, K. (2009). 11-year follow-up of mortality in patients with schizophrenia: a population-based cohort study (fin 11 study). The Lancet, 374, 620-627. Vancampfort, D., Knapen, J., Probst, M., Winkel, R. van, Preuskens, J., Maurissen, K. et al. (2010). De therapeutische waarde van bewegen voor mensen met schizofrenie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 52, 565-574. Williams, J.M., Anthenelli, R.M., Morris, C.D., Treadow, J., Thompson, J.R., Yunis, C. et al. (2012). A randomized, double-blind, placebo-controlled study evaluating the safety and efficacy of varenicline for smoking cessation in patients with schizophrenia or schizoaffective disorder. JClinPsychiatry, 73, 654-660, doi: 10.4088/JCP.11m07522 Winterer, G. (2010). Why do patients with schizophrenia smoke? Current Opinion in Psychiatry, 23, 112–119. Wu, M.K., Huang, C.Y., & Liou, Y.J. (2008). Glucose-insulin homeostasis, lipid profiles and gh-igf-igfbp axis in clozapine-treated schizophrenic obesity versus non-psychiatric obesity. International Journal of Obesity, 32, 436-442. Ziedonis, D., Hitsman, B., Beckham, J. C., Zvolensky, M., Adler, L. E., & AudrainMcGovern, J. (2008). Tobacco use and cessation in psychiatric disorders: National Institute of Mental Health report. Nicotine & Tobacco Research, 10, 1691–1715.
13 clozapinegebruik en stoppen met roken van tabak
Samenvatting Een 26-jarige Vietnamese patiënt is opgenomen op een gesloten psychiatrische afdeling. Hij is gediagnosticeerd met schizofrenie en hij gebruikt daarom dagelijks 500 mg clozapine. Daarnaast heeft hij obesitas, ontwikkelt diabetes en rookt vijftien sigaretten per dag. Het is uit de literatuur bekend dat nicotine een gunstig effect heeft op de bijwerkingen van clozapine en op de cognitieve en negatieve symptomen van schizofrenie. In deze gevalsbeschrijving wordt aangetoond dat leefstijlinterventies en dagbesteding strategieën zijn die de gunstige effecten van nicotine kunnen vervangen en zodoende kunnen helpen bij het stoppen met roken. Na het stoppen met roken loopt de clozapinespiegel op. Dan kan de dosering clozapine verlaagd worden. Door deze strategie toe te passen vermindert het gezondheidsrisico voor de patiënt. Trefwoorden Gevalsbeschrijving, clozapine, schizofrenie, tabak