Preventie van rugklachten in de land- en tuinbouwsector
Juli 2007
Algemene Directie Humanisering van de Arbeid
Deze brochure werd samengesteld door een team van PREVENT bestaande uit: Jean-Philippe DEMARET, ergonoom en licentiaat kinesitherapie en lichamelijke opvoeding; Frédéric GAVRAY, ergonoom, kinesitherapeut en licentiaat gezondheidsopvoeding; Freddy WILLEMS, Europees ergonoom en ergotherapeut. Dankbetuiging Dank aan alle personen - landbouwers, veetelers, tuinbouwers, professoren, preventieadviseurs - die hun ervaring op het terrein inbrachten en deze brochure verrijkten met foto’s van reële situaties. Bijzondere dank aan ✓ de agronomen van PreventAgri vorming ✓ de arbeidsgeneeskundige dienst van Cockerill Sambre Luik voor de illustraties ontleend uit de brochure “Vivre en harmonie avec son dos” ✓ het INRS voor de noties ontleend uit het werk “Prévention des vibrations au poste de conduite des tracteurs en machines agricoles” PROMOTOR VAN HET PROJECT FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Ernest Blerotstraat 1 - 1070 Brussel Dit handboek kwam tot stand met de steun van de Europese Unie Europees Sociaal Fonds
Deze publicatie kan eveneens geraadpleegd worden op de website: www.werk.belgie.be H/F De termen “landbouwer”, “tuinbouwer” en “preventieadviseur” in deze brochure verwijzen naar personen van beide geslachten. Cette brochure peut être également obtenue en français. De verveelvoudiging van teksten uit deze brochure voor nietcommmerciële doeleinden is toegelaten mits bronvermelding en, in voorkomend geval, vermelding van de auteurs van de brochure.Voor de verveelvoudiging voor commerciële doeleinden moet vooraf toelating gevraagd worden aan de Directie van de communicatie van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Deze brochure werd samengesteld op vraag van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Coördinatie: Directie van de communicatie Omslag en vormgeving: Hilde Vandekerckhove Druk: Drukkerij Bietlot Wettelijk depot: D/2007/1205/33 Verantwoordelijke uitgever: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Ernest Blerotstraat 1 - 1070 Brussel Deze brochure is gratis te verkrijgen: ✓ telefonisch op het nummer: 02 233 42 11 ✓ door rechtstreekse bestelling op de website van de FOD: http://www.werk.belgie.be ✓ schriftelijk bij de Cel Publicaties van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Ernest Blerotstraat 1 - 1070 Brussel Fax: 02 233 42 36 e-mail:
[email protected]
Voorwoord
Dit handboek voor de preventie van rugklachten in de land- en tuinbouwsector is de derde van een reeks brochures die specifiek gewijd zijn aan de preventie van musculo-skeletale aandoeningen. Dit initiatief kadert in de Europese campagne 2007 voor veiligheid en gezondheid op het werk, die de bestrijding van musculo-skeletale aandoeningen als thema heeft. In het kader van het project PREVENTAGRI werd de evolutie bestudeerd van de problemen waar de Belgische land- en tuinbouwers mee te maken krijgen, met als doel preventie en het creëren van onthaal- en vormingsstructuren. PREVENTAGRI heeft geleid tot een reeks onderzoeken-acties rond twee assen: stress en de gezondheid en veiligheid op het werk (zie www.preventagri.be). In het kader van de tweede as, is een samenwerking met een ander Europees project tot stand gekomen: het project RUGKLACHTEN. Het project RUGKLACHTEN is begonnen op basis van een concept ontwikkeld door het Centre de promotion du travail dat tot doel had het risico van rugklachten in de sector kinderverzorging te bestrijden door opleidingen aan kinderverzorgsters en kleuterleidsters aan te bieden. Het project werd gevoerd in samenwerking met het Instituut PREVENT. Steunend op zijn succes strekt dit project zich uit tot andere sectoren zoals de bouw en de thuishulp, en richt het zijn aandacht nu ook op de land- en tuinbouwsector. Een studie uit 1995 toont immers aan dat meer dan 50% van de werknemers in de landbouwsector last hebben van aandoeningen aan de onderrug. De vergelijking tussen werknemers van de privé- en de openbare sector en de landbouwers leert dat discushernia 2 tot 6 keer meer voorkomt bij landbouwers. Dit handboek streeft voornamelijk drie doelstellingen na: de werking van de rug kennen, begrijpen hoe hij kan worden aangepast en aangepaste oplossingen ontwikkelen. Het is een naslagwerk voor de land- en tuinbouwers en hun helpers, maar ook voor de verantwoordelijken en intervenanten van organisaties die zorgen voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de land- en tuinbouwsector.
Inhoudstafel
Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Voorstelling van de werking van de rug . . . . . . . . Het belangrijkste onderdeel: de wervelkolom . . . . . . . . De vorm van de wervelkolom . . . . . . . . . . . . . . . . De stukken van de puzzel . . . . . . . . . . . . . . . . . . De tussenwervelschijf: een sleutelelement . . . . . . . . . . Oefening om inzicht te krijgen in de rug en zijn krommingen
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
De risicofactoren voor rugpijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De herhaling of langdurige handhaving van bepaalde bewegingen en houdingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Hanteren van lasten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Trillingen, stoten en schokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Persoonlijke risicofactoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Stress . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
4.
Rugpijn: van natuurlijke veroudering van de wervelkolom tot pathologie . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5. 5.1 5.2 5.3 5.4
Voorkomen van rugpijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Ergonomische aanpassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Lichaamsbeweging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Bewegingen en houdingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Omgaan met stress . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
6.
Toepassing van de principes voor de bescherming van de rug in het dagelijkse leven . . . . . . . . . 56
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 De verschillende bestanddelen van de wervelkolom en hun functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Het risico verbonden met houdingen en bewegingen: de uitleg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Houdingen en hantering van lasten: aanvullende uitleg over de druk op de tussenwervelschijf . . . . . . . . . . . . 64 Trillingen, stoten en schokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Pathologie: aanvullende uitleg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Regelmatig uit te voeren lichaamsoefeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Moederschap, borstvoeding en rugklachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Vragenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
. . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. 8 . 8 . 9 10 10 11
1. Inleiding Net als de grillen van het weer vormen rug- en nekpijn (lendenpijn en cervicale pijn) bij de landbouwers in België een veel voorkomend gespreksonderwerp. Sommige aspecten van het beroep worden zelfs in gezegden gegoten: “Ik voel mijn rug niet meer”, “Ik ben het beu dat ze alles achter mijn rug om doen”. Deze populaire uitdrukkingen geven het lastige karakter weer van de talloze taken die rugpijn kunnen veroorzaken. De vermelde situaties zijn vaak activiteiten waarbij lasten worden gehanteerd in bedenkelijke omstandigheden (“Je hebt niet de tijd om aandacht te besteden aan je rug”of “Je hebt geen plaats genoeg om goed te tillen”of “Het materiaal is niet aangepast”).
Aan het eind van de brochure is als bijlage een vragenlijst opgenomen. U kunt proberen om die op te lossen vooraleer de brochure te lezen, om uw kennis te testen en om uw nieuwsgierigheid te wekken. Nadat u de brochure heeft gelezen, kunt u nagaan of u uw antwoorden nog steeds juist vindt.
Rugaandoeningen zijn samen met ongevallen met motorvoertuigen, elektrische contacten, voorwerpen in beweging en valen slippartijen de meest voorkomende en duurste gevaren in de landbouw (OSHA). Dieren vormen ook een belangrijke oorzaak van arbeidsongevallen, met name bij hun hantering, die oncomfortabele gebaren en houdingen met zich mee kan brengen. Als we de met rugpijn verbonden risicofactoren proberen te analyseren, worden we ons ervan bewust dat ze veelvuldig zijn en zowel lichamelijke, mechanische, persoonlijke en zelfs psychosociale aspecten vertonen. We hebben het dan over een complex ziektebeeld. Om dit probleem te verhelpen, moeten we dus een beroep doen op oplossingen die betrekking hebben op de algemene situatie. Rugpijn oplossen door uitsluitend aangepaste houdingen en bewegingen aan te leren (“Je moet door de knieën buigen”) is niet altijd efficiënt, aangezien die oplossing vaak niet aangepast is aan de situatie of aan de fysieke capaciteit van de betrokkenen. Het thema preventie moet zowel slaan op adviezen met betrekking tot aanpassingen van de omgeving, het meubilair, de werkorganisatie als op beter aangepaste houdingen en bewegingen. Deze manier om de gezondheid van de rug aan te pakken, moet het ook mogelijk maken om het rendement, de gezondheid en het welzijn op het werk te combineren. De diversiteit van de situaties en van de activiteiten in de land- en tuinbouw maakt het moeilijk om volledig te zijn. De gegeven voorbeelden zijn slechts aanwijzingen. Er zijn er nog vele andere, en de lezer kan er wellicht ook zelf bedenken. Wij willen de lezer stimuleren om na te denken en creatief te zijn. Deze brochure kan in twee stappen worden gelezen: in het eerste deel wordt een algemeen overzicht gegeven van de materie, zowel op het vlak van de analyse van de risico’s als op het vlak van de preventie. In het tweede deel van de brochure worden bepaalde begrippen die in het begin werden geschetst, grondiger bestudeerd.
2. Voorstelling van de werking van de rug Het lijkt logisch dat een technicus die een motor herstelt, de onderdelen, het nut en de werking van de verschillende stukken kent. Om rugpijn te voorkomen, is het belangrijk dat we de onderdelen van de rug, hun werking alsook hun bijzondere kenmerken kennen. In deze stap zullen we de verschillende “risicofactoren” van rugpijn in het algemeen en in de landbouw in het bijzonder beter leren onderscheiden, om zodoende voorzorgsmaatregelen te kunnen treffen.
2.1 Het belangrijkste onderdeel: de wervelkolom De rug is een element van het menselijk lichaam waaraan kwaliteiten als soepelheid en ondersteuning van het hoofd en de bovenste ledematen worden toegedicht. Deze dubbele functie wordt verzekerd door de wervelkolom (rachis) en zijn verschillende onderdelen. Zijn vorm, werking en zijn specifieke eigenschappen zijn voor vele mensen onbekend. Als we deze begrippen beter kennen en begrijpen, zullen we inzien dat het belangrijk is om onze rug te beschermen en zullen we een beter inzicht krijgen in de manier waarop we dat kunnen doen.
De wervelkolom bestaat uit 5 zones, die samengesteld zijn uit wervels met een gelijksoortige vorm en bouw.Voor de identificatie van die wervels wordt de eerste letter van de zone (Latijnse naam) en een cijfer gebruikt. De nummering verloopt van boven naar onder: ✒ de zeven halswervels (C1 tot C7) ✒ de twaalf rugwervels (D1 tot D12) waarmee de twaalf ribbenparen verbonden zijn ✒ de vijf lendenwervels (L1 tot L5) ✒ het heiligbeen (vijf vergroeide wervels, van S1 tot S5) Aan weerszijden van het heiligbeen zitten twee grote beenderen, de darmbeenderen. Deze drie beenderen vormen het bekken. Het heupgewricht bevindt zich op de zijkant van het darmbeen tussen dat laatste en het dijbeen. ✒ het stuitbeen (3 of 4 vergroeide wervels).
2.2 De vorm van de wervelkolom Zowel van voor als van achteren gezien is de wervelkolom recht. Van opzij gezien, is hij niet recht maar krom, voorwaarts (lordose) of achterwaarts (kyfose). Zo kunnen vier krommingen worden beschreven: Halslordose (hol) Rugkyfose (bol) Lendenlordose (hol)
mobiel
Heiligbeenkyfose (bol)
stijf
Doordat de mens rechtop ging staan, moest de vorm van de wervelkolom veranderen, om de romp volledig recht te kunnen houden en de inspanning van de spieren niet te groot te maken. Op die manier is de voorwaartse lendenkromming ontstaan: de lendenlordose of welving. Deze lordose bestaat inderdaad niet bij viervoetige dieren, in het bijzonder bij de chimpansee, onze meest verwante voorouder. Deze drie krommingen komen overeen met wat men gewoonlijk de natuurlijke krommingen van de wervelkolom noemt. De druk en spanning ter hoogte van de wervels, ligamenten en spieren is minimaal als deze drie krommingen natuurlijk worden gehouden, met andere woorden zoals ze zijn in verticale stand, zonder spiercontractie.
De lendenlordose: sleutel van ons recthop staan
2.3 De stukken van de puzzel Voor de stevigheid van dit complexe geheel zorgen de beenderige structuren: de wervels (1). De beweeglijkheid wordt gewaarborgd door de verbindingen tussen die verschillende benige stukken: de tussenwervelschijven (2) en de achterste gewrichten (3). Spieren (4) en ligamenten (5) zorgen voor beweeglijkheid en een grotere stevigheid. Het ruggenmerg (6) en ook de zenuwwortels (7) geleiden de informatie, beschermd in een kanaal dat gevormd wordt door de openingen in de wortels (het ruggenmergkanaal). Bloedvaten zorgen voor de voeding van het complexe geheel (behalve van de tussenwervelschijf).
2.4 De tussenwervelschijf: een sleutelelement 2.4.1 Haar samenstelling De tussenwervelschijven bevinden zich tussen iedere wervel. Zij bestaan uit twee delen: ✒ De kern in het midden ✒ De ring rondom
2.4.2 Haar functies ✒ Beweeglijkheid: zij maakt bewegingen van de wervelkolom mogelijk: zich vooroverbuigen, zich uitstrekken, de romp draaien, …
✒ Demping: zij dempt de druk die de wervelkolom ondergaat bij bewegingen en verplaatsingen te voet of in een voertuig.
2.4.3 Twee belangrijke eigenschappen ✒ Zeer weinig zenuwcellen: bijgevolg doen de beschadigingen van de schijf in het begin weinig pijn. ✒ Geen bloedvaten: beweging is belangrijk omdat die bijdraagt tot de voeding van de schijf en tot de verwijdering van toxinen (giftige stoffen).
10
2.5 Oefening om inzicht te krijgen in de rug en zijn krommingen Welke weerslag hebben sommige houdingen op onze wervelkolom? Is de lendenkromming gewijzigd? Het is niet zo gemakkelijk om dat te weten te komen. De volgende kleine oefening kan u daarin een beter inzicht geven: ✒ Beeldt u een stok in die verticaal tegen uw rug is geplaatst. Hij zou een deel van uw wervelkolom alsook uw heiligbeen raken en zou een holte aangeven ter hoogte van de lenden (de buiging van de lendenlordose) ✒ Schat mentaal de afstand tussen deze stok en het midden van de lendenkolom (schat de afstand in vingerbreedte: 1 vinger, 2 vingers, 4 en een halve vingers, …) terwijl u ontspannen rechtop staat. ✒ Zet dit cijfer in de kolom Schatting van de tabel. ✒ Doe hetzelfde voor de andere houdingen die in de tabel staan. Als u denkt dat de stok uw lendenkolom raakt, zet u 0 in het passende vakje.Voor al deze houdingen moet u ontspannen zijn. ✒ Met behulp van een andere persoon plaatst u de stok verticaal tegen uw rug en gaat u over tot de metingen, die u in de kolom Werkelijkheid invult. ✒ Vergelijk uw schatting met het gevonden resultaat en zet ze in de kolom Verschil.
Houding
Schatting
Het blauwe pijltje duidt de te schatten afstand aan.
Werkelijkheid
Verschil
1 Rechtop 2 Voorovergebogen 3 Gehurkt (gebogen knieën) 4 Zittend op een krukje 5 Naar achter gestrekt Komt uw schatting overeen met de werkelijkheid? In het algemeen komen de waarden die werden gevonden in staande houding overeen met ongeveer 1 tot 3 vingerbreedtes, dat is dus de buiging van de natuurlijke lendenkromming. Daarentegen tonen de waarden die werden gevonden voor de houdingen 2, 3 en 4 een vermindering of zelfs een nulwaarde (0), wat wijst op een inversie van de lendenkromming, waarbij de betreffende lendenkromming naar achter ronder wordt. In houding 5 daarentegen (achterwaarts gestrekt) is er een vergroting van de lendenkromming.
11
3. De risicofactoren voor rugpijn 3.1 De herhaling of langdurige handhaving van bepaalde bewegingen en houdingen Als de kromming van de wervelkolom niet meer overeenstemt met zijn natuurlijke positie, is de druk tussen de vooren de achterkant van de tussenwervelschijf niet goed meer verdeeld. Er wordt een (soms zeer grote) samendrukking ontwikkeld ter hoogte van de schijf en van de achterste gewrichten. In een 90° voorovergebogen houding is de druk ter hoogte van de schijf tot 6 keer groter dan de druk in rechte stand. De spiertrekkracht die nodig is om de door de wervelkolom gevormde lange hefboomarm op zijn plaats te houden, verklaart dit verschijnsel (zie bijlage). Daarbij komen nog spanningen ter hoogte van de ligamenten. Bovendien leidt een extra draaiing van de romp tot een afschuiving van de vezels van de ring van de schijf. Het terugkerend aspect van bewegingen en houdingen is de doorslaggevende factor om te spreken van een risico voor de wervelkolom. Het gaat dus niet om een bepaalde beweging maar om de opstapeling van deze bewegingen in de loop van de dag, de maanden en de jaren. De voorwaartse buiging met ronde rug bijvoorbeeld is een beweging die in bepaalde beroepen 100 of 500 of zelfs 1000 keer per dag wordt herhaald. Op termijn hebben deze bewegingen een vroegtijdige slijtage van de wervelgewrichten en van de ligamenten, of pijnlijke letsels van die structuren tot gevolg. En dat zal des te meer het geval zijn als die houdingen worden aangehouden of herhaald. Zich vooroverbuigen (ronde rug)
12
Zich achterwaarts uitstrekken
Zich opzij draaien
Zich opzij draaien terwijl men vooroverbuigt
Langdurig zitten
Gehurkt of geknield blijven
13
3.2 Hanteren van lasten Het hanteren van lasten wordt beschouwd als een grote risicofactor voor rugpijn. Bij de belasting als gevolg van de reeds in het vorige hoofdstuk beschreven houdingen komt immers ook de druk door de getilde last. De verklaring van de drukstijging rekening houdend met de grijpafstand of met de houding van de romp (verticaal of gebogen), baseert zich op het principe van de hefboomarm. De verklaring van het verschijnsel wordt in bijlage gegeven. Hoe verder de vastgegrepen last van het lichaam wordt gehouden of hoe meer de romp naar voor is gebogen, hoe langer de hefboomarm en hoe groter de druk. Zo zien we bij de analyse van de druk op de onderste tussenwervelschijven waarden die tot bijna een ton kunnen oplopen! De druk van 350 kg op de tussenwervelschijven zou nooit mogen worden overschreden. Gewicht van de last (in kg)
Druk bij benadering op de onderste tussenwervelschijf (alleen rekening houdend met het gewicht van de last en het gewicht van het geheel hoofd-romp) voor een persoon van 75kg
0
10
15
25
50
Figuur A
Romp verticaal en last tegen de romp
50
110
140
200
350
Figuur B
Romp verticaal en last met armen half gestrekt
50
160
215
325
600
Figuur C
Romp verticaal en last met armen gestrekt
50
210
290
375
850
Figuur D
45° voorovergebogen romp (ronde rug)
250
335
375
460
675
Figuur E
90° voorovergebogen romp (ronde rug)
300
435
502,5
635
975
A
B
C
D
E
Naast het gewicht en de afstand van de last, zullen nog andere factoren een invloed hebben op het hanteren en de belasting ✒ ✒ ✒ ✒ ✒ ✒
Het volume van de last verhoogt de moeilijkheid om de last vast te grijpen en brengt hem verder weg van de romp. Het gewicht zonder duidelijke evenredigheid met het volume Het ongelijk verdeelde gewicht De moeilijkheid om de last te grijpen (afwezigheid van handgrepen) De instabiliteit van de last (bijvoorbeeld bij het hanteren van dieren) Het snijdend, schuivend of vuil zijn van de last, wat verhindert om hem dicht bij het lichaam te brengen.
14
Het met de hand vervoeren van de last over lange afstanden verhoogt het risico van rugletsels en overbelast het hart. Bij het risico van schade aan de rug komt het risico dat men de last loslaat en de voet kwetst (of het voorwerp beschadigt).
3.3 Trillingen, stoten en schokken Voertuigen (tractor, maai- en dorsmachine, zelfaangedreven grasmaaier, heftruck, vrachtwagen, …) onderwerpen de bestuurder aan trillingen. Deze trillingen worden vooral veroorzaakt door de reactie van de banden op de bodem en door de aan de koppeling doorgegeven schokken. De zetel werkt normaal als een schokdemper. Helaas hebben sommige zetels met mechanische ophanging geen enkel effect en zijn er zelfs zetels die de trillingen versterken (de regeling van de zetel is essentieel). Het intensief gebruik van de voertuigen, de hoge verplaatsingssnelheid, en gebogen of gedraaide houdingen verhogen de negatieve impact van de trillingen. Het onmiddellijk effect van de trillingen is het ongemak, maar ernstiger is het feit dat de mechanische overbelasting als gevolg van deze trillingen het verslijten van de wervelstructuren versnelt.
3.4 Persoonlijke risicofactoren 3.4.1 Zittend leven Een zittend leven komt in de landbouw ongetwijfeld niet veel voor. Bij landbouw denken we aan veel lichamelijke activiteiten, verplaatsingen te voet en het hanteren van soms zware lasten. Toch zien we steeds vaker dat de hantering van sommige lasten wordt gemechaniseerd (waardoor de rug natuurlijk wel meer wordt gespaard) en dat er minder activiteiten zijn waarvoor een grote lichamelijke inspanning vereist is, maar wel lange periodes van zitten in een voertuig.
15
Deze tendens tot vermindering van de lichamelijke activiteit of in ieder geval tot een beperking van de diversiteit van de bewegingen resulteert in een slechtere lichamelijke conditie. De minder frequente belasting van het spierstelsel maakt het minder geschikt om in het bijzonder de rug te beschermen. Het gebrek aan soepelheid hindert ook de activiteiten waarbij lastige houdingen vereist zijn en brengt de goede houding van de rug in gevaar. Het gebrek aan beweging is ook nadelig voor de goede voeding van de rug. De tussenwervelschijven hebben behoefte aan drukveranderingen om de heen- en weerbeweging van vloeistof en voedingsuitwisselingen mogelijk te maken. De gezondheid van de schijf hangt dus af van de bewegingen en de veranderingen van houding van het lichaam, die veelvuldiger zijn in een actief leven dan in een zittend leven. 3.4.2 Nicotinevergiftiging De door de roker geïnhaleerde nicotine is een stof die vaatvernauwende effecten heeft. Zij verkleint de diameter van de bloedvaten. Deze vermindering van de bloedsomloop geeft een vermindering van de voedingstoevoer naar de spieren en organen tot gevolg. We zien een belangrijke verband tussen het feit dat iemand een regelmatige roker is en het feit dat hij rugklachten heeft.
3.5 Stress Bij onze prehistorische voorouders was stress een geheel van verdedigingsmechanismen om bestand te zijn tegen de wisselvalligheden van die tijd. Tegenwoordig heeft stress die overlevingsfunctie verloren. Nu wordt stress meer beschouwd als “de reactie van de werknemer tegenover de eisen van een situatie waaraan hij denkt het hoofd te moeten bieden en waarbij hij twijfelt dat hij over de nodige middelen beschikt” (De Keyser en Hansez, ULg). In de landbouw zijn er talloze situaties die potentiële bronnen van stress zijn en die aan deze definitie beantwoorden: werklast, terugbetaling van leningen, schommeling van de inkomsten, gezondheidsproblemen, administratieve vereisten, prijsdalingen, weersomstandigheden, lichamelijke risico’s, … Van de vele gevolgen die stress heeft voor het lichaam en de geest zijn er onder andere de spierspanningen. Deze spanningen kunnen zich voordoen in de spieren van de rug en zodoende de druk op de tussenwervelschijven verhogen, waardoor mettertijd de voeding van deze laatste wordt gehinderd. Stress kan er ook toe leiden dat men zich gaat concentreren op de pijn, met een aantal reacties die ook nefaste gevolgen hebben voor de wervelkolom: slapeloosheid, depressie, minder beweging, in zichzelf gekeerd zijn…
16
4. Rugpijn: van natuurlijke veroudering van de wervelkolom tot pathologie We hebben nu gezien op welke manier de verschillende onderdelen van de wervelkolom aan spanningen onderworpen kunnen worden. Gelukkig zijn deze structuren vrij stevig en worden ze niet bij de eerste belasting beschadigd. De wervelkolom veroudert echter op natuurlijke wijze, zoals alle structuren van het menselijk lichaam. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is de natuurlijke veroudering van de wervelstructuren niet noodzakelijk pijnlijk. Iemand kan gewoon te maken krijgen met een verlies aan soepelheid van de wervelkolom. De wervelgewrichten zijn versleten en dit verschijnsel wordt artrose genoemd. Daarentegen zal de herhaling van belastende houdingen, van de hantering van lasten, van trillingen of andere schadelijke factoren, alsook het gebrek aan beweging, aan lichamelijke activiteiten, eventueel verergerd door spanningen van meer psychische aard (stress), de veroudering van de wervelbestanddelen versnellen of letsels veroorzaken. Sommige letsels van de tussenwervelschijf worden aangetoond door röntgenonderzoek maar blijven volledig pijnloos. Dat is het geval bij sommige breuken van de tussenwervelschijf. Andere letsels daarentegen, die niet zichtbaar zijn bij een röntgenonderzoek, kunnen erge pijn veroorzaken en invaliderend zijn. Bij rugpijn is het steeds raadzaam om uw huisarts te raadplegen. Hij zal u zeggen wat u moet doen en zal u eventueel bijkomende onderzoeken laten ondergaan als dat nodig blijkt.
17