Preventie- en handhavingsplan Alcohol 2014-2016 Gemeente Alphen aan den Rijn
Juli 2014
Inhoud
Samenvatting
1.
Inleiding ....................................................................................................................................... 4
2.
Bevoegdheid ................................................................................................................................ 4
3.
Inhoud plan .................................................................................................................................. 5
4.
Integraal beleid ........................................................................................................................... 5
5.
Gemeentelijke organisatie....................................................................................................... 6
6.
Doelgroep ..................................................................................................................................... 6
7.
Evaluatie en monitoring uitvoering beleid ......................................................................... 7
8.
Probleemanalyse ........................................................................................................................ 8
9.
Doelstellingen van beleid ...................................................................................................... 12
10.
Handhavingsactiviteiten ..................................................................................................... 13
11.
Educatieve/communicatieve activiteiten ...................................................................... 17
12.
Uitvoeringsplan 2014-2016 ............................................................................................. 20
Literatuurlijst Bijlagen: 1. Samenvatting Regiovisie Verslavingspreventie 2. Activiteiten uit Regiovisie en Handreikingen BOA
1
Samenvatting Preventie- en Handhavingsplan Alcohol De Drank- en Horecawet eist dat gemeenten per 1 juli 2014 een preventie- en handhavingsplan hebben vastgesteld in relatie tot alcohol. Het plan moet volgens de wet de hoofdzaken van het beleid over de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet bevatten. Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie- én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. In de uitvoering zijn meerdere partners en stakeholders betrokken: de jongeren zelf, ouders, scholen, ouderenbonden, zelfhulporganisaties, verenigingen, politie, ondernemers, de GGD, Brijder etc. Vertegenwoordigers van de afdelingen Maatschappelijke ontwikkeling, Veiligheid, Toezicht en Handhaving (VTH) en Publieksdienstverlening-vergunningen nemen deel aan de gemeentelijke projectgroep Alcoholmatiging, met als doel het ontwikkelen van gezamenlijke activiteiten. Bij deze projectgroep komt nu ook de coördinatie van het Preventie- en handhavingsplan alcohol te liggen. Bestuurlijk trekker is de wethouder Volksgezondheid. Doelgroepen In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid worden als doelgroepen benoemd: jongeren, ouderen en/of inwoners met een multi-problem problematiek met de daarbij behorende specifieke kenmerken. In de nieuwe DHW en de Regiovisie Verslavingspreventie wordt de nadruk gelegd op alcoholmatigingsbeleid voor met name jongeren. Overmatig alcoholgebruik is op elke leeftijd zeer schadelijk voor de gezondheid en kan overlast en criminaliteit veroorzaken. De gezondheidspeilingen van de GGD Hollands Midden laten in 2012/2013 een verdere daling zien van het alcoholgebruik bij zowel jongeren als volwassenen en ouderen. Het percentage drinkers is nu lager dan in 1998. Ook Alphen aan den Rijn gaat mee in deze ontwikkeling. Gezien de hierboven beschreven afnemende cijfers, is het wenselijk om actief alcoholmatigingsbeleid voort te zetten. Doelstellingen beleid Op basis van de Drank- en Horecawet en de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid kunnen vier hoofddoelstellingen worden onderscheiden: 1. Verminderen van alcoholgebruik onder de 18 jaar. 2. Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein). 3. Tegengaan van overmatig alcoholgebruik bij ouderen en/of inwoners met een multiproblem problematiek met de daarbij behorende specifieke kenmerken.
2
Ambitie De ambitie van dit beleidsplan is dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. En dat ouderen zich bewust zijn van de risico’s van overmatig alcoholgebruik. Deze ambities worden nu beperkt tot de inzet die al wordt geleverd vanuit de verschillende afdelingen. In het kader van het opstellen van het Integrale Veiligheids- en handhavingsbeleid 2015 -2018 moeten de ambities voor wat betreft de handhaving verder worden uitgewerkt in samenhang met de ambities op andere terreinen. Voor wat betreft het gezondheidsbeleid, sluiten we aan bij de ambities zoals die zijn geformuleerd in de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid en de Regiovisie Verslavingspreventie. Bij het vaststellen van de maatschappelijke opgaven binnen het sociale domein, kunnen we in samenspraak met de afdeling Veiligheid, Toezicht en Handhaving de ambitie, zoals hierboven geformuleerd verder vorm geven. Ook de uitkomsten van de strategische heroriëntatie moeten hierbij worden meegenomen. De komende tijd gaan vertegenwoordigers van de afdelingen Maatschappelijke Ontwikkeling en Veiligheid, Toezicht en Handhaving, aangevuld met andere betrokken afdelingen (Publieksdienstverlening-vergunningen o.a.), vertegenwoordigers van de doelgroep en partners met elkaar in gesprek over de mogelijkheden voor verdere inzet op het terrein van alcoholmatiging. In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid hebben we ons ten doel gesteld dat het gezondheidsniveau minimaal gelijk blijft, dan wel verbetert. Als nulmeting hanteren we de cijfers uit de gezondheidspeiling onder volwassenen en ouderen, die in 2012 is gehouden en de cijfers uit de jongerenpeiling die in 2013 is gehouden. Activiteiten Voor een overzicht van de activiteiten zie hoofdstuk 12. Binnen het programma Gezonde gemeente (ministerie van VWS) zijn vijf pijlers ontwikkeld : - voorlichting en educatie; - inrichting omgeving; - regelgeving en handhaving; - signalering en advies; - ondersteuning. Niet al deze pijlers zijn altijd van toepassing om de genoemde doelstellingen te behalen. We streven bij het opzetten van activiteiten naar een zogenaamde toepasselijke interventie mix.
3
1.
Inleiding
De Drank- en Horecawet eist dat gemeenten per 1 juli 2014 een preventie- en handhavingsplan hebben vastgesteld in relatie tot alcohol. De Drank en Horecawet (DHW) is een bijzondere wet omdat een van de voornaamste doelen is dat ze onze jeugd beschermt tegen de schadelijke effecten die alcohol kan hebben op de gezondheid en de veiligheid. Gemeenten zijn sinds 2014 de belangrijkste uitvoerder van de DHW geworden. Zowel op juridisch, handhavings-, en educatief vlak is de gemeente de regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Door de nieuwe verplichting in de Drank- en Horecawet moeten het handhavings- en het alcoholmatigingsbeleid formeel aan elkaar worden gekoppeld in één enkel preventie- en handhavingsplan alcohol. Toezicht en handhaving op de naleving van de Drank- en Horecawet wordt echter uitgewerkt in het Integraal Veiligheids- en Handhavingsplan 20152018 dat naar verwachting eind 2014 aan de gemeenteraad wordt aangeboden. In dit plan, dat nu voor u ligt, zijn de afspraken rondom toezicht en handhaving zoals die nu gemaakt zijn, opgenomen. In het najaar van 2014 zal naar verwachting ook het nieuwe Horecabeleid aan de gemeenteraad worden aangeboden. Ook hierin zal aandacht zijn voor het alcoholmatigingsbeleid. In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Alphen aan den Rijn 203-2016 is het speerpunt voorkomen van overmatig alcoholgebruik opgenomen. Eind 2014 is naar verwachting ook meer bekend over de wijze waarop de gemeente de komende jaren met de maatschappelijke opgaven in het sociaal domein omgaat. In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid is afgesproken dat we met het volksgezondheidbeleid aansluiten bij de gemeentelijke Sociale Agenda. In gezamenlijkheid gaan we de uitvoeringsagenda Sociaal Beleid verder ontwikkelen. Preventie in samenhang met gezondheid krijgt hierin een plek. Hieronder valt ook het alcoholmatigingsbeleid. Ook de uitkomsten van de strategische heroverweging die nu plaatsvindt, moeten een plek krijgen. In dit preventie- en handhavingsplan kunnen we niet vooruitlopen op alle bovenstaande ontwikkelingen. Daarom zal dit plan noodzakelijkerwijs beperkt van inhoud zijn. In de wet is ook opgenomen dat het preventie- en handhavingsplan, als dat nodig is, tussentijds kan worden aangepast.
2. Bevoegdheid De vaststelling van het preventie- en handhavingsplan voor alcohol is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Vervolgens moet dit plan, volgens de wet, elke vier jaar gelijktijdig met de vaststelling van de lokale nota gezondheidsbeleid vastgesteld. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd. Aangezien de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid loopt van 2013-2016 en gezien de ontwikkelingen genoemd in de inleiding, kiezen we ervoor ook voor dit plan de looptijd van 2014 tot en met 2016 te laten zijn.
4
3. Inhoud plan Het plan moet volgens de wet de hoofdzaken van het beleid over de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet bevatten. In het plan wordt in ieder geval aangegeven: a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol; b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s; c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen; d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.
4. Integraal beleid Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie- én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Dat is efficiënter dan losstaande en mogelijk overlappende interventies uitvoeren. Hierbij maken we gebruik van de onderstaande pijlers, zoals ook benoemd in de Handreiking Gezonde Gemeente (zie www.loketgezondleven.nl). Pijler 1: Fysieke- en sociale omgeving: maatregelen gericht op een gezonde leefomgeving die gezond gedrag stimuleert. Bijvoorbeeld geen alcoholreclame plaatsen. Pijler 2: Regelgeving- en handhaving: regels, reglementen, wetten, beleidsmaatregelen, protocollen en de handhaving daarvan. Een belangrijke pijler bij alcoholmatiging. Pijler 3: voorlichting en educatie via bijvoorbeeld programma's en lessen op school, campagnes, websites of folders met informatie. Deze pijler gaat ook over voorlichting ten behoeve van draagvlak voor beleidsmaatregelen (bijvoorbeeld rond alcohol). Pijler 4: Signalering en advies: vroegtijdig signaleren van risicofactoren, screening, kortdurend advies en doorverwijzing naar ondersteuning of behandeling. Pijler 5: Ondersteuning: intensievere begeleiding en aandacht voor vaardigheden. Bijvoorbeeld de Haltmaatregel Alcohol. Alcoholgebruik is altijd een resultaat van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit plan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.
5
Een goede afstemming tussen het sociale beleid (Sociale Agenda), waarin het gezondheidsbeleid, het jeugdbeleid, het welzijnsbeleid en het sportbeleid een plek hebben, en het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente is noodzakelijk. Naast de aspecten voor volksgezondheid heeft (overmatig) alcoholgebruik een openbare orde-karakter. Preventie en handhaving kunnen elkaar versterken bij de aanpak van overmatig alcoholgebruik. In de uitvoering zijn meerdere partners en stakeholders betrokken. Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld: jongeren zelf, ouders, scholen, ouderenbonden, zelfhulporganisaties, verenigingen, politie, ondernemers, de GGD, Brijder etc.
5. Gemeentelijke organisatie In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid is opgenomen dat de Gemeente Alphen aan den Rijn een projectleider aanstelt om de nieuwe Drank- en Horecawet te implementeren. Hierbij worden de activiteiten opgepakt die lokaal uitgevoerd moeten worden in het kader van de Regionale beleidsvisie verslavingspreventie Zuid Holland Noord en de Handreikingen die door het Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging de afgelopen tijd zijn ontwikkeld. Belangrijk onderdeel hiervan is de ondersteuning van ouders bij opvoedingsproblemen op dit vlak, voorlichting op scholen en jongerencentra. Vertegenwoordigers van de afdelingen Maatschappelijke ontwikkeling, Veiligheid, Toezicht en Handhaving en Publieksdienstverlening-vergunningen nemen deel aan de gemeentelijke projectgroep Alcoholmatiging, met als doel het ontwikkelen van gezamenlijke activiteiten. Bij deze projectgroep komt nu ook de coördinatie van het preventie- en handhavingsplan alcohol te liggen. Deze integrale projectgroep komt bij elkaar om de voortgang te monitoren en nadere uitvoeringsafspraken te maken. Bestuurlijk trekker is de wethouder Volksgezondheid.
6. Doelgroep In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid is als speerpunt opgenomen het voorkomen van schadelijk alcoholgebruik met name bij jongeren. Dit sluit goed aan bij de tekst van de wet. Daarnaast willen we, als dat mogelijk is, ook inzetten op alcoholmatiging bij ouderen en/of inwoners met een multi-problem problematiek met de daarbij behorende specifieke kenmerken. Overmatig alcoholgebruik is op elke leeftijd zeer schadelijk voor de gezondheid en kan overlast en criminaliteit veroorzaken. In de Regiovisie verslavingspreventie Zuid Holland Noord, die ook door het college van de gemeente Alphen aan den Rijn is onderschreven, is er voor gekozen de meeste aandacht te richten op de doelgroep jeugd en jongeren. Twee ambities zijn geformuleerd: 1. Verminderen van alcoholgebruik onder de 16 jaar.
6
2. Voorkomen van overmatig alcoholgebruik tussen 16 en 18 jaar. In dit preventie- en handhavingsplan kleuren we de doelgroep jongeren verder in. Einddoelgroep van dit preventie- en handhavingsplan zijn met name jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar. Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risico moment. Gezien de ontwikkeling van de hersenen tot ongeveer 25 jaar, de oververtegenwoordiging van de leeftijdsklasse tot 24 jaar in het uitgaansleven én de relatie van alcohol met het uitgaansleven (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een intoxicatie) ligt de nadruk van dit plan in het bijzonder op de uitgaanssetting. Daarbij is uitgaan een breed begrip: het gaat ook om het bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep.
7. Evaluatie en monitoring uitvoering beleid Het is wenselijk dat het beleid en de uitgevoerde activiteitenplannen worden gemonitord en geëvalueerd. De uitkomsten hiervan zijn de basis om het te voeren beleid te actualiseren en in te passen in een nieuw werkplan. Op deze manier blijft het verslavingsbeleid actueel en blijft de voortgang voor alle partijen transparant. Onderzocht dient te worden wat de ervaringen zijn geweest van een periode, welke knelpunten zijn opgetreden in de uitvoering van het beleid en ook waar naar de toekomst extra kansen liggen. Van hieruit wordt bekeken of het beleid aangepast dient te worden of kan worden gecontinueerd. Hierbij kunnen de volgende zaken aandacht krijgen: Wat zijn de uitkomsten van de evaluaties per activiteit? Wat zijn de uitkomsten van de eventuele effectmetingen? Wat zijn de uitkomsten van de diverse peilingen van de GGD? Zijn er verschillen met de voorgaande peilingen? Zijn de gestelde beleidsuitgangspunten in het werkplan nog relevant?
7
Zijn er nieuwe inzichten vanuit landelijke ontwikkelingen, onderzoeken, etc. die ertoe leiden dat het verslavingsbeleid en/of het handhavingsbeleid dienen te worden bijgesteld? Zijn er (andere) doelgroepen die (meer) aandacht behoeven? Kortom: dient het beleid te worden aangepast/aangescherpt en zo ja, op welke wijze?
8. Probleemanalyse Algemeen Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. Afgelopen decennium werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral onder de jongste groep: in 2003 had 36% van de 12-jarige jongens de afgelopen maand gedronken, in 2011 was dat geslonken tot 9,4%. Bij 12-jarige meisjes daalde het aandeel actuele drinkers van 25,4 naar 5,8% (Verdurmen e.a., 2012). In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af. Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Als jongeren in hun puberjaren veel drinken, neemt de kans toe dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Alcoholgebruik kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Overmatig alcoholgebruik vergroot ook de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld (waaronder ook seksueel geweld) en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. Lokaal Het ontwikkelen en uitvoeren van alcoholmatigingsbeleid moet zoveel mogelijk gebaseerd zijn op uitkomsten van onderzoek. In dit hoofdstuk is een overzicht opgenomen van de uitkomsten van de jongerenpeiling 2013 van GGD Hollands Midden en van de volwassenenen ouderenpeiling 2012 van de GGD Hollands Midden. De uitkomsten van deze peilingen geven inzicht in maatschappelijke tendensen. De “startfoto” die hieruit wordt verkregen is noodzakelijk om lokaal beleid te kunnen maken en tot gerichte activiteiten te kunnen komen.
Jongerenpeiling De GGD heeft in het najaar van 2013 een Jongerenpeiling uitgevoerd. In deze peiling zijn ook vragen opgenomen over alcoholgebruik. De resultaten uit 2013 kunnen worden vergeleken met die uit 2008.
8
-Alcohol In Zuid-Holland Noord was het alcoholgebruik onder jongeren in 2003 toegenomen ten opzichte van 1998. In 2008 bleek het alcoholgebruik ten opzichte van 2003 weer te zijn afgenomen. De actuele cijfers uit 2013 laten zien dat de daling in het alcoholgebruik heeft doorgezet. Het percentage drinkers is in 2013 lager dan in 1998. In 2013 is in de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn1 het alcoholgebruik gedaald ten opzichte van de cijfers van 2008 voor Alphen aan den Rijn en Rijnwoude. De cijfers voor Boskoop zijn niet beschikbaar. Niet alleen het percentage jongeren dat drinkt is in 2013 gedaald ten opzichte van 2008. Ook de hoeveelheid drank die de jongeren drinken is afgenomen. Dit kan worden geconcludeerd uit het lagere percentage binge-drinkers (drinken van vijf of meer glazen bij één gelegenheid). En het lagere aantal glazen dat per week gedronken wordt. Zie de tabel hieronder.
1
GGD Hollands Midden heeft de bevindingen uit de Gezondheidspeilingen van 2012 en 2013 omgerekend naar cijfers voor de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn, zodat deze Gezondheidspeilingen als basis kunnen dienen voor het monitoren van de uitkomsten van het gezondheidsbeleid.
9
Tabel: Percentages Alcoholgebruik in Nederland, Zuid-Holland Noord en Alphen aan den Rijn Nederland
Zuid-Holland Noord
Alphen a/d
Alphen
Rijn met
a/d Rijn
Rijnwoude2
met Rijnwoude en Boskoop
2007
2011
2008
2013
2008
2013
Ooit gedronken
%
%
%
%
%
%
12-13 jaar
-
-
26
16
22
15
14-15 jaar
-
-
62
44
57
40
16-17 jaar
-
-
87
83
85
78
TOTAAL
79
70
57
43
50
40
Recent
%
%
%
%
%
%
12-13 jaar
-
-
14
8
12
8
14-15 jaar
-
-
46
32
40
28
16-17 jaar
-
-
79
74
74
67
TOTAAL
51
43
45
33
37
30
Binge drinken
%
%
%
%
%
%
12-13 jaar
-
-
7
5
4
4
14-15 jaar
-
-
31
21
24
17
-
-
61
52
54
44
36
30
32
22
23
18
aantal
aantal
aantal
aantal
gedronken
16-17 jaar TOTAAL Gemiddeld aantal glazen per week3 12-13 jaar
-
-
4,2
3,0
2,3
1,7
14-15 jaar
-
-
7,5
5,1
7,3
5,9
16-17 jaar
-
-
10,5
8,0
10,4
7,9
TOTAAL
-
-
8,9
6,4
8,3
6,4
*Bron: GGD Jeugdgezondheidsmonitor 2008 en 2013
2
Selectie 2013 = jongeren vmbo/havo/vwo 12 tot en met 17 jaar die wonen in Alphen aan den Rijn inclusief
Boskoop en Rijnwoude. Selectie 2008 = jongeren vmbo/havo/vwo 12 tot en met 17 jaar die wonen in Alphen aan den Rijn inclusief Rijnwoude (zonder Boskoop). In 2008 behoorde Boskoop tot Midden Holland; respondenten uit Boskoop zitten in 2008 dus niet in het databestand van Zuid-Holland Noord. Voor Boskoop zijn wel cijfers bekend, maar niet cijfers die overeenstemmen met de uitvraag voor Rijnwoude en Alphen aan den Rijn. 3
Gemiddeld aantal glazen per week: van de jongeren die recent hebben gedronken (afgelopen maand)
10
Peiling volwassenen en ouderen GGD Hollands Midden De gezondheidspeiling onder volwassenen en ouderen is voor het laatst uitgevoerd in 2012. In 2012 drinkt 83% van de volwassenen en 81% van de 65-plussers, wel eens alcohol. Dit zijn iets lagere percentages dan die voor Hollands Midden (respectievelijk 86% en 82%). Voor de volwassenen is dit percentage gelijk aan het landelijke percentage en voor de ouderen hoger dan het landelijke percentage (77%).
4
Overmatige drinkers zijn mannen die 21 glazen alcoholhoudende drank of meer per week drinken en vrouwen die 14 glazen of meer per week drinken. Van de volwassenen tot 65 jaar in Alphen aan den Rijn drinkt 8% overmatig. In Hollands Midden is dat 9%. Voor de 65-plussers zien we in Alphen aan den Rijn een zelfde percentage (8%) als bij de volwassenen. In Hollands Midden is dat 10%. Bij volwassenen tot 65 jaar is het percentage overmatige drinkers in de afgelopen twaalf jaar afgenomen. Het percentage zware drinkers is in Alphen aan den Rijn zowel bij de volwassenen als bij de 65+ers lager dan gemiddeld in Hollands Midden.
Tabel: Percentage alcoholgebruik in Alphen aan den Rijn en Hollands Midden Gezondheidspeiling
Alphen aan den Rijn
Hollands Midden
2012
19-65 jaar 83
86
9
9
10
12
8,1
8,4
81
82
Drinkt overmatig
8
10
Zware drinker
5
6
9,1
9,7
drinkt Drinkt overmatig Zware drinker Aantal glazen per week
> 65 jaar drinkt
Aantal glazen per week
*Bron: GGD Gezondheidspeiling volwassenen en ouderen 2013 Vanaf 2005 zijn de ouders strenger geworden ten aanzien van het alcoholgebruik door hun 10 tot en met 15-jarige kinderen. In 2005 vond nog een kwart van de ouders het goed als hun kind alcohol dronk. In 2012 is dit percentage gedaald naar 9%. Voor 4 4
GGD Hollands Midden heeft de bevindingen uit de Gezondheidspeilingen van 2012 omgerekend naar cijfers voor de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn, zodat deze Gezondheidspeilingen als basis kunnen dienen voor het monitoren van de uitkomsten van het gezondheidsbeleid.
11
kinderen van 16 of 17 jaar zijn de ouders niet strenger geworden. Ongeveer 90% van de ouders vindt het goed als hun 16- of 17-jarige kind (onder voorwaarden) alcohol drinkt. De gezondheidspeilingen van de GGD Hollands Midden laten in 2012/2013 een verdere daling zien van het alcoholgebruik. Het percentage drinkers is nu lager dan in 1998. Ook Alphen aan den Rijn gaat mee in deze ontwikkeling. Gezien de hierboven beschreven afnemende cijfers, is het wenselijk om actief alcoholmatigingsbeleid voort te zetten.
9. Doelstellingen van beleid Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Op basis van de Drank- en Horecawet en de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid kunnen vier hoofddoelstellingen worden onderscheiden: 1. Verminderen van alcoholgebruik onder de 18 jaar. 2. Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein). 3. Tegengaan van overmatig alcoholgebruik bij ouderen en/of inwoners met een multiproblem problematiek met de daarbij behorende specifieke kenmerken. De ambitie van dit beleidsplan is dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. En dat ouderen zich bewust zijn van de risico’s van overmatig alcoholgebruik. Deze ambities worden nu beperkt tot de inzet die nu al wordt geleverd vanuit de verschillende afdelingen. In het kader van het opstellen van het Integrale Veiligheids- en handhavingsbeleid 2015 -2018 en het nieuwe Horecabeleid moeten de ambities voor wat betreft de handhaving verder worden uitgewerkt in samenhang met de ambities op andere terreinen. Voor wat betreft het gezondheidsbeleid, sluiten we aan bij de ambities zoals die zijn geformuleerd in de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid en de Regiovisie Verslavingspreventie. Bij het vaststellen van de maatschappelijke opgaven binnen het sociale domein, kunnen we in samenspraak met de afdeling Veiligheid, Toezicht en Handhaving de ambitie, zoals hierboven geformuleerd verder vorm geven. De komende tijd zullen de afdelingen Maatschappelijke Ontwikkeling en Veiligheid, Toezicht en Handhaving, aangevuld met andere betrokken afdelingen (Publieksdienstverleningvergunningen o.a.), vertegenwoordigers van de doelgroep en partners met elkaar in gesprek gaan over de mogelijkheden voor verdere inzet op het terrein van alcoholmatiging. In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid hebben we ons ten doel gesteld dat het gezondheidsniveau minimaal gelijk blijft, dan wel verbetert. Als nulmeting hanteren we de cijfers uit de gezondheidspeiling onder volwassenen en ouderen, die in 2012 is gehouden en de cijfers uit de jongerenpeiling die in 2013 is gehouden.
12
10. Handhavingsactiviteiten Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (per 1 januari 2013) is de gemeente toezichthouder geworden voor de hele DHW. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. Op dit moment zijn er 7 mensen gediplomeerd met het DHW certificaat. We zetten 2 fte (4 buitengewoon opsporings ambtenaren (BOA’s) voor 50%) in als zogenaamde BOA’s DHW. Er zijn 2 coördinatoren DHW. De BOA’s DHW controleren op de Drank- en Horecawet en de nieuwe artikelen in de Algemene Plaatselijke Verordening ten aanzien van zogenaamde happy hours en de schenktijden van de paracommercie (zie hieronder). In 2014 maken de BOA’s een inventarisatie van de huidige situatie. Op basis hiervan kan het handhavings- en sanctiebeleid in de loop van 2014 nader worden uitgewerkt. Het nieuwe sanctiebeleid wordt opgenomen in het Integrale Veiligheids- en Handhavingsplan 2015-2018 en/of het nieuwe Horecabeleid. Als zich incidenten voordoen, waarbij onmiddellijke actie noodzakelijk is, wordt in 2014 ad hoc besloten welke maatregelen het beste genomen kunnen worden. Handhavingsplan 2014 Het Handhavingsplan 2014 is o.a. gericht op het verhogen van de naleving van de Dranken Horecawet. Door het uitvoeren van de controles wordt gerealiseerd dat de eisen in de Drank- en Horecawet worden nageleefd en dat de verstrekking van alcohol op een verantwoorde manier gebeurt.
Een meer expliciete doelstelling van het handhavingsbeleid Drank- en Horecawet is het verhogen van het nalevingspercentage van het verbod op de verkoop van alcohol aan personen onder de leeftijdsgrens. Bij een hoog nalevingspercentage wordt de beschikbaarheid van alcohol voor personen onder de leeftijdsgrens beperkt. Door de beschikbaarheid van alcohol voor personen onder de leeftijdsgrens te beperken, wordt ook het alcoholgebruik van personen onder de leeftijdsgrens beperkt. De jongeren worden immers afhankelijk van andere personen die voor hen alcohol moeten kopen. Ondanks dat jongeren alsnog aan alcohol kunnen komen via wederverstrekking van personen boven de leeftijdsgrens, of het direct van hun ouders krijgen, is er een wezenlijke barrière opgeworpen om alcohol aan te schaffen. Er moet bijvoorbeeld iemand gevonden worden die namens hen alcohol aan wil schaffen, of de ouders moeten toestaan dat hun kinderen alcohol nuttigen. Voor veel jongeren zal deze barrière de reden zijn waardoor ze geen alcohol nuttigen, of minder alcohol nuttigen.
13
Artikelen Algemene Plaatselijke Verordening In de Algemene Plaatselijke Verordening, die in werking is getreden 1 mei 2014, zijn de volgende bepalingen van kracht: Afdeling 8A. Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet Artikel 2:34 a Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt verstaan onder Alcoholhoudende drank, Horecabedrijf, Horecalokaliteit, Inrichting, Paracommerciële rechtspersoon, Sterke drank, Slijtersbedrijf en zwak-alcoholhoudende drank, dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet. 2. Onder bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt verstaan die activiteiten die niet samenhangen met de sportactiviteiten, verenigingsactiviteiten of stichtingsactiviteiten van de betreffende verenigingen of stichting, bijvoorbeeld bruiloft, (persoonlijke) verjaardagen en dergelijke. Artikel 2:34 b Regulering paracommerciële rechtspersonen 1. Alle paracommerciële rechtspersonen die zich richten op het organiseren van activiteiten van sportieve aard en activiteiten waarbij het faciliteren van sociale interactie een voorname rol speelt, kunnen alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken op: •
a. Maandag tot en met vrijdag van 14:00 uur tot 01.00 uur en van zaterdag tot en met zondag van 12.00 uur tot 01.00 uur, met uitzondering van die paracommerciële instellingen die na vernoemde tijd een hoofdactiviteit organiseren die past in de statutaire doelstelling. In dat geval wordt de eindtijd van de schenktijd gelijkgesteld aan de eindtijd van de hoofdactiviteit. Van deze hoofdactiviteit moeten zij uiterlijk op de eerste van de maand schriftelijk melding hebben gedaan bij de burgemeester. 2. Een paracommercieel rechtspersoon kan tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, in afwijking van het eerste en tweede lid, alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken met inachtneming van het volgende:
•
a. De drank wordt verstrekt tijdens per jaar ten hoogste: 1. Vijf bijeenkomsten van persoonlijke aard;
14
2. Vijf bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon berrokken zijn. 3. Een paracommercieel rechtspersoon doet uiterlijk twee weken voor een bijeenkomst als bedoeld in het vierde lid melding hiervan aan de burgemeester. 4. De burgemeester kan aan een paracommercieel rechtspersoon ontheffing verlenen van de schenk- en openingstijden voor maximaal vijf evenementen per jaar. Artikel 2:34 c Verbod "happy hours" Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 75% van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd. Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 1. Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. 2. Het verbod is niet van toepassing op: a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet; en b. een andere plaats dan een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank en Horecawet. 3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 45 van de Drank- en Horecawet. Evenementenbeleid In de Nota ‘Het bruist in de stad. Evenementenbeleid Alphen aan den Rijn” van november 2011 is opgenomen dat (overmatig) gebruik van alcohol een onderwerp is dat alle aandacht verdient. De aanbevelingen uit de Handreiking evenementenbeleid, die in 2013 door het Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging Hollands Midden toegestuurd is aan alle gemeenten worden betrokken bij de behandeling van de vergunningverlening en de contacten met de evenementenorganisatoren bij de voorbereiding van evenementen. Ook bij de evaluatie van een evenement wordt het onderwerp aan de orde gebracht.
15
Wat doen we?
Hotspots inventariseren Hotspots in dit kader zijn alcoholverstrekkers waar jongeren (tot 25 jaar) alcoholhoudende drank proberen te kopen. Op basis van een risicoanalyse worden in 2014 de hotspots geïnventariseerd. Daarbij hanteren we bijgaande settings: - supermarkten - slijterijen - horeca professionals en structureel karakter - evenementen - sportkantines - jongerencentra semi/non professionals - scholen meestal tijdelijk karakter - openbare ruimte Per hotspot wordt de kans op overtreden in kaart gebracht. Die kans wordt bepaald op basis van kenmerken zoals deurbeleid, het gebruik van leeftijdscontrolesystemen, openingstijden, doelgroep en naleving. Extra aandacht wordt gevraagd voor de evenementen (waaronder de sportevenementen en schoolfeesten). Er is een evenementenkalender opgesteld, waarbij nadrukkelijk aandacht is voor de jongerenevenementen. c.q. algemene evenementen die ook door veel jongeren worden bezocht.
Controleren Met een basiscontrole wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is (of er überhaupt een vergunning is) en of aan de vergunningseisen wordt voldaan. Controles kunnen verder bestaan uit observatie inspecties die in burgerkleding uitgevoerd worden. Doel van deze controles is nagegaan of de regels nageleefd worden. Bij niet naleving wordt een maatregel genomen en volgt een herinspectie (binnen 2 maanden). Ook kunnen surveillance inspecties ingepland worden, waarbij de toezichthouder opvallend zichtbaar aanwezig is (mbv herkenbare kleding). Hierbij wordt vooraf nauwkeurig geëvalueerd op welke locaties en op welke tijdstippen dit mogelijk is. Dit in verband met de veiligheid van de toezichthouder. Bepaalde evenementen zouden bijvoorbeeld geschikt zijn om zichtbaar aanwezig te zijn als toezichthouder. Samenwerking met de politie wordt bij deze acties goed voorbereid.
Interventiestrategie bepalen Op basis van de hotspotlijst en een risicoanalyse worden prioriteiten vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap, zoals het niet toelaten van dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap.
16
Sanctiestrategie De afhandeling van de geconstateerde overtredingen voor leeftijdsgrens en dronkenschap zal plaatsvinden volgens een handhavings-en sanctiestappenplan. Dit wordt in 2014 nader uitgewerkt.
11. Educatieve/communicatieve activiteiten
Met onze communicatieve en educatieve activiteiten willen we ons met name richten op de alcoholverstrekkers, het onderwijs, de ouders en de thuissituatie. Andere doelgroepen zijn ouderen en/of inwoners met een multi-problem problematiek met de daarbij behorende specifieke kenmerken. Alcoholverstrekkers We richten ons met onze educatieve en communicatieve activiteiten vooral op de doelgroepen rondom de jongere. Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement.
Training Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals Barcode voor barpersoneel, de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA. Gekoppeld aan het handhavingsplan worden horecaondernemers en sportverenigingen bij wie voor een tweede maal een overtreding is vastgesteld op bovengenoemde zaken een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management aangeboden ter vervanging van de geldboete. Uit onderzoek is gebleken dat training van barpersoneel vaak alleen effect heeft als die is gekoppeld aan een adequate handhavingsstrategie (Babor, 2010). Voor DHWvergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten gaan we in overleg met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet.
Nalevingscommunicatie Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. In overleg met de afdeling communicatie wordt bekeken of een nalevingscommunicatieplan kan worden ontwikkeld. Nalevingscommunicatie kan bestaan uit:
17
Educatieve communicatie Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat.
Dreigende communicatie Communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden.
Normatieve communicatie Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen. Onderwijs De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te beïnvloeden, maar om het gebruik te de-normaliseren en daarmee aan draagvlak te werken voor effectievere gedragsmaatregelen als handhaving en specifieke regelgeving. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is bruikbaar hierbij. Dat geld niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Scholen worden daarom aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond dit thema te organiseren. Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft de GGD een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs. Vanuit de expertise van de GGD wordt aangegeven dat de juiste medewerking van scholen van belang is. Scholen stonden in het verleden tamelijk sceptisch tegenover het inzetten van verslavingspreventie en “handhaven” op regels, omdat dit de naam van de school kon beïnvloeden. Scholen waren niet altijd in staat misbruik te herkennen en ontkenden soms zelfs het probleem. Vandaag de dag willen scholen echter meer transparant zijn en als “schone school” bekend staan. Hierbij past een actieve houding op het gebied van handhaving. Deze tendens blijkt uit de grotere vraag naar reglementen bij de GGD. De GGD heeft hoge verwachtingen van deze ontwikkeling, omdat een project als “De gezonde school en genotmiddelen” dan veel effectiever wordt. Een mooie ontwikkeling hierin is dat scholen graag in aanmerking willen komen voor een keurmerk om een alcoholvrije school te zijn5. De scholen voor voorgezet onderwijs worden middels het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda geadviseerd met dit thema aan de slag te gaan.
5
http://www.stap.nl/content/bestanden/120124-criteria-alcoholvrije-school-def_1.pdf
18
Ouders en de thuissituatie
Alcoholopvoeding Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken. Ze denken bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door peers (o.a. vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met de eerder genoemde VO-scholen aan ouders worden aangeboden.
Uitgaansopvoeding Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals staptijden, hoe vaak per week ze uit mogen. Uitgaansopvoeding is nodig zodat ouders zich meer bewust zijn van de rol die ze kunnen spelen om de schade van middelengebruik tijdens het uitgaan te voorkomen of te beperken. Via diverse relevante kanalen (GGD, verslavingszorginstelling, Centra voor Jeugd en Gezin, lokale media, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. Ook via de niet-vrijwillige route kunnen ouders betrokken worden middels Haltstraffen die worden opgelegd aan jongeren die drinken in de openbare ruimte. Publiekscommunicatie Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend populair onder burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels zoals de 18-jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlakverhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. De GGD Hollands Midden heeft bij de invoering van de nieuwe Drank en Horecawet een mailing verzorgd voor alle scholen. Met de afdeling communicatie zal worden onderzocht of er ruimte is voor een lokale campagne die als doel heeft om aan draagvlak te werken voor de handhavende en regelgevende activiteiten die de gemeente op dit vlak uitvoert. Zowel voor ondernemers/verenigingen als ouders en hun kinderen is het van belang tekst en uitleg te
19
krijgen bij de normen die er in de samenleving zijn voor het gebruik en de verkoop van alcohol. Preventiebeleid t.a.v. ouderen De gemeente wil ook overmatig alcoholgebruik door ouderen voorkomen. Te denken valt hierbij aan het inzetten van themabijeenkomsten voor volwassenen/ouderen rond leefstijlthema’s waar alcoholgebruik dan deel van uit maakt. Huisartsen, ouderenadviseurs en kerkbesturen zijn belangrijke aanspreekpersonen voor de doelgroep en kunnen in toenemende mate een signalerende rol gaan spelen. Wijkteams zullen moeten worden toegerust om ook op dit onderwerp hun signalerende rol te kunnen spelen.
12. Uitvoeringsplan 2014-2016 Hierboven zijn een aantal activiteiten genoemd die we de komende tijd met elkaar gaan oppakken of die nu al worden opgepakt: - Inzet van 2 fte buitengewoon opsporingsambtenaren Alcohol (gestart); - Uitvoeren van controles in het kader van de Drank- en Horecawet t.a.v. de verstrekking van alcohol (gestart); - Hotspots inventariseren (gestart); - Interventiestrategie en handhavingsprioriteiten bepalen (continu proces); - Blijvende aandacht voor alcoholmatigingsbeleid in kader van evenementen (continu); - Initiatief nemen om te komen tot een convenant met de paracommercie in het kader van alcoholmatigingsbeleid (uitvoering geven aan de motie van januari 2014 hierover) (2014); - Gekoppeld aan het handhavingsplan worden horecaondernemers en sportverenigingen bij wie voor een tweede maal een overtreding is vastgesteld op bovengenoemde zaken een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management aangeboden (gestart 2014). - Voor DHW-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten gaan we in overleg met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet (2014-2015). - Kijken naar de wijze waarop nalevingscommunicatie kan worden vormgegeven (2014/2015); - Voorlichting geven op scholen over alcohol (en andere genotmiddelen). De GGD Hollands Midden voert deze activiteiten uit voor de gemeenten (continu); - De scholen voor voorgezet onderwijs oproepen middels het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda om met dit thema aan de slag te gaan (2014); - Via het CJG en scholen ouders informeren over de risico’s van overmatig alcoholgebruik (continu); - Via diverse relevante kanalen (GGD, verslavingszorginstelling, Centra voor Jeugd en Gezin, lokale media, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) worden ouders voorgelicht
20
over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl (continu); - Ook via de niet-vrijwillige route kunnen ouders betrokken worden middels Haltstraffen die worden opgelegd aan jongeren die drinken in de openbare ruimte (gestart);
- Met de afdeling communicatie zal worden onderzocht of er ruimte is voor een lokale campagne die als doel heeft om aan draagvlak te werken voor de handhavende en regelgevende activiteiten die de gemeente op dit vlak uitvoert (2014/2015);
- Zo mogelijk inzetten van themabijeenkomsten voor volwassenen/ouderen rond leefstijlthema’s waar alcoholgebruik dan deel van uit maakt (2014/2015); - Huisartsen, ouderenadviseurs en kerkbesturen zijn belangrijke aanspreekpersonen voor de doelgroep en kunnen in toenemende mate een signalerende rol gaan spelen. Wijkteams zullen moeten worden toegerust om ook op dit onderwerp hun signalerende rol te kunnen spelen (2014/2015). In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2013-2016 hebben we opgenomen dat we de volgende activiteiten gaan uitvoeren: - Meewerken aan de implementatie van de nieuwe Drank- en Horecawet en aan de acties uit de Regionale Beleidsvisie en Handreikingen van het Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging;(zie de bijlagen) (gestart); - Voorlichting aan senioren over alcoholproblematiek door organisaties voor senioren stimuleren (2014/2015); - Handreiking VWS over aanpak lage SES verder uitwerken i.s.m. Gezondheidscentra en wijkgericht werken (2015); - Preventiemodule in Collectieve zorgverzekering voor minima verder uitwerken (gestart). In het Integraal Veiligheids- en Handhavingsbeleid 2015-2018 zal opgenomen worden welke inzet vanuit deze afdeling op het gebied van handhaving wordt geleverd. Voorlopig gelden de afspraken zoals ze hierboven zijn opgenomen onder handhavingsactiviteiten.
21
Literatuurlijst Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press. Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.
22
Bijlage 1. Samenvatting Regionale beleidsvisie verslavingspreventie Zuid-Holland Noord
De Regionale beleidsvisie verslavingspreventie Zuid Holland Noord is door de gemeente Leiden in afstemming met de regiogemeenten opgesteld als actualisatie van de Regionale beleidsvisie ‘Iedereen Telt 2005-2009 Zuid-Holland Noord’ om de gezondheid van jongeren te beschermen, door middel van een regionale aanpak. De beleidsvisie vormt de basis voor een uniform, gemeenschappelijk beleid om alcoholgebruik bij jongeren zoveel mogelijk te voorkomen en, waar wel alcohol gedronken wordt, overmatig gebruik tegen te gaan. In de regio’s Zuid-Holland Noord en Midden-Holland is voor het onderwerp alcoholmisbruik een gezamenlijk Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging (BOA) in het leven geroepen, waarin bestuurders uit diverse sectoren samenwerken op het gebied van alcoholmatiging, van voorlichting en educatie (vooral via de GGD HM en Brijder Verslavingszorg) tot handhaving (Openbaar Ministerie, politie). Het BOA heeft handreikingen geschreven die gemeenten kunnen gebruiken bij de uitvoering van het alcoholmatigingsbeleid. In deze beleidsvisie wordt er voor gekozen de meeste aandacht te richten op de doelgroep jeugd en jongeren; zij ondervinden de meeste gezondheidsschade door (overmatig) alcoholgebruik. Twee ambities zijn geformuleerd: 1. Verminderen van alcoholgebruik onder de 16 jaar. 2. Voorkomen van overmatig alcoholgebruik tussen 16 en 18 jaar. Om de gestelde ambities te bereiken is het van belang deze te vertalen in concrete beleidsdoelstellingen. Deze zijn vervat in de volgende vier pijlers in de beleidsvisie: 1. Voorlichting, bewustwording en educatie. 2. Inrichting van de omgeving. 3. Regelgeving en handhaving. 4. Signalering, advies en ondersteuning. Op basis van deze pijlers zijn verschillende lokale en regionale acties geformuleerd in de beleidsvisie. Deze acties vormen gezamenlijk de uitvoeringsagenda voor de komende jaren op het gebied van verslavingspreventie. Om (overmatig) alcoholgebruik effectief te voorkomen is een inzet op meerdere schaalniveaus nodig: zowel op regionaal niveau door bestuurders en regionaal werkende partners als op lokaal niveaus door de inzet van individuele gemeenten. De effectmeting van het beleid gebeurt via de Jongerenpeiling van de GGD. Daarnaast zijn er indicatoren die de uitvoering van het beleid monitoren. In 2015 zal het uitgevoerde regionale beleid en de stand van zaken bij individuele gemeenten geëvalueerd worden door de RDOG (voorbereid door de werkgroep BOA, waarin het huidige Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging zal opgaan en die onder de RDOG zal opereren).
23
Voor het financieren van activiteiten zijn financiële middelen nodig. In de regio Zuid-Holland Noord is een budget van €429.000,- beschikbaar, afkomstig uit de decentralisatie uitkering van het Rijk. Subsidiëring vindt plaats door de Gemeente Leiden vanuit haar rol als centrumgemeente. Ten opzichte van 2011 verschilt deze inzet en verdeling van middelen weinig. Grotere verschuivingen zullen vanaf 2013 plaatsvinden. Voor de Halt-leeropdracht wordt financiering uit de regionale middelen gezien als overgangsfinanciering, gemeenten maken vanaf 2014 zelf middelen vrij voor de bekostiging van deze leeropdracht. Belangrijker is dat door het effect van het beleid en de inzet op de voorkant (voorlichting, educatie etc.) minder jongeren in aanmerking zullen komen voor de Halt-leeropdracht. Om die reden worden vanaf 2014 middelen verschoven naar de voorkant. Daarnaast stijgen ook de middelen voor deskundigheidsbevordering. Hier kan dan ook goed een snelle doorverwijzing naar de huisarts en zorgverzekeraar ingebed worden.
24
Bijlage 2: Activiteiten Alcoholmatigingsbeleid uit Regiovisie en Handreikingen BOA Vastleggen in (subsidie)beleid ACTIE 1
Maak gebruik van de ervaringsdeskundigheid van jongeren zelf.
ACTIE 2
Leg alcoholmatigingsbeleid vast. (is inmiddels vastgelegd in de Nota Lokaal
Gezondheidsbeleid) ACTIE 3
Zet een combinatie van instrumenten (Convenant paracommercie, Nota Paracommercie, bestuursreglement, subsidievoorwaarden, convenant) in om de beschikbaarheid van alcohol op (sport)verenigingen voor jongeren te beperken. Overleg met sportverenigingen is hierbij essentieel om tot goede resultaten te komen.
ACTIE 4
Breng in kaart waar professionals in contact komen met jongeren en hun ouders en leg de aandacht voor alcohol van zoveel mogelijk organisaties via subsidiëring vast.
ACTIE 5
Geef in beleid aan welke keuzes worden gemaakt t.a.v. de ruimtelijke ordening, de vestiging van horecaondernemingen, waaronder snackbars, coffeeshops etc. en het eigen reclamebeleid. Hangplekken en zuipschuiten; hokken en keten
ACTIE 6
Stel een keetbeleid op. Hierbij worden de belanghebbende partijen (zoals brandweer, politie etc.) betrokken.
ACTIE 7
Stel in de APV specifieke gebieden in waar geen alcohol genuttigd mag worden/ geen aangebroken verpakking. (is gebeurd)
ACTIE 8
Geef voorlichting aan jongerenwerkers en jongeren. (is gestart) Evenementenbeleid
ACTIE 9
In het gemeentelijke evenementenbeleid is aandacht voor het onderwerp alcohol & jongeren en wordt aangegeven hoe de gemeente hiermee om wil gaan. Zo mogelijk worden instrumenten (aantal tappunten en openingstijden) door gemeenten in overleg met organisatoren van evenementen ingezet (bijv. opnemen in evenementenvergunning). Zie verder de handreiking t.a.v. evenementenbeleid. (is gestart) Afspraken met ondernemers
ACTIE 10
Maak afspraken met horecaondernemers, supermarkten en slijterijen over de manier waarop zij omgaan met de verkoop van alcohol en met leeftijdscontroles met het doel ook deze partners hun verantwoordelijkheid op dit onderwerp te laten nemen.
Regelgeving en handhaving ACTIE 11
Gemeenten geven in hun beleid aan welke regelgeving en beleidsinstrumenten zij inzetten om vorm te geven aan de pijler ‘regelgeving en handhaving’, waarbij zij kijken naar de mogelijkheden in het Integraal Veiligheidsplan, het handhavingsbeleid, de APV en de
25
Drank- en Horecaverordening en de invoering van de Halt-leeropdracht. (is gestart) ACTIE 12
Kwartiermaker Wijziging DHW aanwijzen (beleidsmedewerker Horecabeleid, jurist bijzondere wetten of hoofd vergunningen/handhaving: zie Handreiking ministerie) (is
afgerond) ACTIE 13
Overzicht maken van aan te passen beleid bij wijziging DHW; Mogelijkheden nieuwe DHW in kaart brengen (horecabeleid, alcoholmatigingsbeleid, evenementenbeleid, handhavingsbeleid) (is gestart)
ACTIE 14
Verordening paracommercie opstellen (opnemen in APV) (is gedaan)
ACTIE 15
Stel aanvullende regels op de Drank-en Horecavergunning op over schenktijden, verhuur ruimte aan derden en verbod op sterke drank.
ACTIE 16
Vergunningenbestand op orde brengen + hotspots (plaatsen waar bijv. veel jongeren komen) aangeven + locaties waar alcohol wordt verkocht in beeld brengen (horecainrichtingen, slijterijen en detailhandel) (is gestart)
ACTIE 17
Voorbereidingen treffen voor de uitvoering van het toezicht/ (is gestart) - Handhavingsprogramma opstellen (hoeveel controles, duur, soort, hoe uitgevoerd, etc.) - Aantal toezichthouders bepalen - Regionale samenwerking?? - Opleiden lokale toezichthouders - Budg Gebruik handreiking Handhaving bij het organiseren van de handhaving Alcohol achter de voordeur
ACTIE 18
Inventariseren lokaal aanbod; Analyseren rol ouders bij voorkomen schadelijk alcoholgebruik; aanbod spiegelen aan de preventiepyramide; Eventueel extra interventies inzetten (zie handreiking)
ACTIE 19
Ouders betrekken bij het alcoholmatigingsbeleid
ACTIE 20
Inzet van De gezonde school en genotmiddelen (is gestart) (ikv thema weerbaarheid) Haltmaatregel
ACTIE 21
Organiseer de financiering van de Haltmaatregel voor 1 januari 2014 (gedaan)
26