Op pagina 7 staan de verwerkingsvragen voor de groeigroepen
Preek 2 – De kerk I love is een wervende gemeente, waar mensen tot redding, genezing en bevrijding komen. We zijn vorige week begonnen met een serie preken met als thema ‘de kerk I love’. We willen met elkaar nadenken over welke visie God met Zijn gemeente heeft. Wat is het doel van de gemeente? Is het alleen dat we op zondagmorgen bij elkaar komen en misschien ook nog op een doordeweekse dag en een goede tijd met elkaar hebben, of is er meer? Vorige week hebben we het gehad over de aanbiddende kerk. De kerk I love is een aanbiddende kerk, waar de manifeste tegenwoordigheid van God ervaren wordt en waar God geprezen wordt met spontane lofprijzing en aanbidding. En te merken aan de reacties die ik heb ontvangen, zijn er heel veel mensen die daar AMEN op kunnen zeggen. We gaan het de komende weken nog hebben over de missionaire kerk, de opbouwende kerk en de liefdevolle kerk en vanmorgen zal ik spreken over de wervende kerk, waar mensen tot redding, genezing en bevrijding komen. Lezen: I Kronieken 17:11-15 Wanneer mensen bij ons in de gemeente komen, dan is het prettig wanneer ze na het bezoeken van een samenkomst zeggen dat ze het fijn vonden. Dat ze de mensen aardig vonden, dat ze de preek goed vonden of hebben genoten van de muziek. Maar het grootste compliment dat ze kunnen geven en eigenlijk het enige belangrijke, is wanneer mensen zeggen: ‘God is in jullie midden’,‘Ik heb God ontmoet’. Een gemeente waar mensen tot redding, genezing en bevrijding komen is een gemeente waar de Redder, de Geneesheer en de Bevrijder aanwezig is. God wil zijn te midden van mensen, omdat Hij hen wil redden, genezen en bevrijden. God heeft altijd willen wonen te midden van zijn schepping. Het is Zijn verlangen en intentie om de schepping te verlossen uit de vervallen status waarin zij verkeerd. Dat heilsplan van God, de wijze waarop Hij redding brengt aan de mensheid, is een enorm project. Dat begint niet met Jezus Christus aan het begin van onze jaartelling, maar het ontvouwt zich al daarvoor, heel langzaam, in een periode van 2000 jaar. Abraham en zijn familie zijn daarbij betrokken. Mozes en de wet, David en zijn koninkrijk, de profeten en hun woorden. Eén van de centrale thema’s in deze hele periode is de bouw van het huis van de Heer, de tempel, van waaruit recht en gerechtigheid zal uitgaan, waardoor alle volken gezegend zouden worden. Een plaats waar God zou wonen en van waaruit een enorme zegen zich zou verspreiden.
1
Ezechiël zag hier een visioen over (Ezechiël 47). God liet hem een tempel zien. En in het visioen zag hij dat er water onder de drempel van de tempel vandaan stroomde en een rivier vormde. Overal waar deze rivier kwam veroorzaakte het leven. Ezechiël zag hoe het water in de dode zee stroomde. Deze zee heet zo, omdat hij letterlijk dood is. Het water is zo zout dat er niets in groeit. Maar de rivier die Ezechiël zag en die stroomde vanuit het heiligdom veranderde alles. Het maakte het zoute water zoet. Er kwam weer leven. Het wemelde van de vissen, allerlei soorten. En langs het water groeiden bomen waarvan de bladeren niet verwelkten. Deze bomen droegen elke maand opnieuw vrucht. Deze vruchten waren eetbaar en nooit zou er tekort zijn. En de bladeren van deze bomen waren geneeskrachtig. Het water stroomt immers uit het heiligdom. Zo zou het Huis van God moeten zijn. Maar wie bouwt er zo’n huis? In het gedeelte dat we hebben gelezen vinden we een profetisch woord aan het adres van David. David was de jongste zoon van Isaï. Hij was herder, maar ook dichter en musicus en een dappere strijder. Op z’n dertiende versloeg hij de reus Goliath, waardoor hij beroemd werd in heel Israël. Op z’n 30ste wordt hij koning over Judea. Zeven jaar later wordt hij koning over heel Israël. De eerste daad die hij dan verricht, is dat hij Jeruzalem verovert, wat tot dat moment een heidense stad was. Hij maakt van Jeruzalem de hoofdstad. Hij brengt de Ark van het verbond naar Jeruzalem. U kent misschien het verhaal hoe hij voor de ark uit, dansend over straat ging. Hij bouwt voor zichzelf een huis. Een paleis. Hij is de grote koning van Israël. Wanneer hij ongeveer 40 of 41 jaar oud is, heeft hij op een goede avond een gesprek met zijn vriend en profeet Natan. Hij zegt: ‘Natan, ik heb het prima voor elkaar. Ik heb voor mezelf een prachtig paleis gebouwd, maar de ark van het verbond staat nog steeds in een tent. Dat is toch een beetje raar, ik woon in een huis en God in een tent. Dat is niet goed. Wat denk je, zal ik voor God een huis bouwen.’ Dat klinkt goed, toch? Maar was het Gods wil? Niet alles wat goed klinkt in onze oren is ook Gods wil. Natan vond dat het goed klonk en hij zegt tegen David dat hij moet doen wat zijn hart hem ingeeft. Maar die nacht begint God tot Natan te spreken en maakt hem duidelijk dat Hij niet wil dat David voor Hem een huis bouwt. Natan moet deze boodschap aan David overbrengen. (1 Kronieken 17:11-15). Davids reactie op deze profetie is heel menselijk. Wij gaan er vanuit dat een profetie die wordt uitgesproken over ons leven zijn vervulling ook zal vinden in ons leven of in elk geval in de context van ons leven. Maar als we naar de historie van de profetieën in het oude testament kijken dan komen we tot de conclusie dat de vervulling soms heel lang op zich laat wachten. Eén van de belangrijkste profetieën die Abraham ontving ging pas 2000 jaar later in vervulling. Gods perspectief is soms heel anders. Maar laten we eens kijken hoe David met deze profetische woorden van God omgaat.
2
Vijfentwintig jaar later - David is dan eind 60 en zijn leven loopt ten einde, hij zou 70 jaar worden en David voelt dit einde aankomen - heeft hij een gesprek met zijn zoon Salomo die hij heeft aangewezen als zijn troonopvolger. Lezen 1 Kronieken 22:6. David herhaalt hier de profetie die hij 25 jaar eerder via Natan had ontvangen. Een nakomeling van hem zou het huis van God bouwen, een vredestichter, een vredevorst. En nu wil het geval dat een zoon van David inderdaad een naam heeft met deze betekenis; Salomo (komt van Shaloom). David denkt, dit kan niet missen, deze profetie moet gaan over mijn zoon Salomo. Hij moet het huis voor de Heer gaan bouwen. Ik weet niet of je hier ooit over nagedacht heb, maar deze interpretatie van David is heel interessant. Alles wat David zegt is waar, maar als je het optelt klopt het niet. Nu vraag ik je: Heeft Salomo het huis van de Heer gebouwd? Salomo heeft een buitengewoon indrukwekkende tempel gebouwd. Alles was goud wat er blonk. Dit gebouw koste miljarden euro’s. Het was adembenemend mooi. Dat zijn letterlijk de woorden die worden gebruikt wanneer de koningin van Sheba bij Salomo op bezoek komt en de schoonheid van de tempel ziet. De adem wordt haar even ontnomen. Maar was dit het Huis van de Heer zoals God het voor ogen had, van waaruit recht en gerechtigheid zou uitgaan naar de volken? Was dit het huis van waaruit een zegenen stroomde waardoor alles wat dood was weer levend werd? Was dit het Huis waarin God het koningschap over Israël voor eeuwig vestigde? Laten we, voordat we daar antwoord opgeven, eerst nog even 500 jaar verder terug gaan in de tijd. We komen dan bij Mozes. Mozes bouwde - door de wet die God hem had gegeven - een maatschappij die gestoeld was op aanbidding van God en rechtvaardig omgaan met je medemens. Dit is de kern van de wet van God. Het volk Israël kwam uit Egypte waar ze onrechtvaardig waren behandeld - ze waren daar slaven – door een farao die afgoden aanbad. Het dienen van valse goden leidt altijd tot een verkeerd omgaan met de medemens. Wanneer we niet een correct beeld hebben van God en hem dienen, dan zullen we ook geen correct beeld van mensen hebben en hen goed behandelen. Wanneer je aan de andere kant God wel aanbidt als de schepper van hemel en aarde, zul je ook Zijn schepping rechtvaardig behandelen. De Farao van Egypte diende valse goden en behandelde mensen onrechtvaardig. Hij had, zoals gebruikelijk bij machthebbers in die tijd, een enorme harem verzameld en hij liet de Israëlieten voor zich werken als slaven. Maar God zag hun ellende en besloot om hen te verlossen. Hij gebruikte Mozes daarvoor. Hij gaf hen de wet om te laten zien dat het anders kon. Zij zouden anders zijn. Apart gezet. Geheiligd. Ze zouden de enige ware God
3
aanbidden en rechtvaardig met elkaar omgaan. Als we kijken naar de tien geboden, dan gaan de eerste 4 over onze relatie met God en de laatste 6 over onze relatie met elkaar. Er was in dit plan van God voor zijn volk, dat een aanbiddende en rechtvaardige maatschappij zou zijn - geen koning opgenomen. Maar jaren gingen voorbij. Steeds weer kwam het volk in de verleiding om andere goden te dienen en nu waren ze op het punt gekomen dat ze ook een koning wilde. Waarom wilden ze een koning? Omdat ze net zo wilden zijn als de volken rondom hen. Alle volken hadden een koning. Ze wilden niet apart zijn. Samuël zei; ‘Niet doen. God wil het niet en jullie zullen er zelf uiteindelijk ook niet gelukkige van worden” maar het volk hield vol. De eerste koning was Saul. Hij was een ramp. De tweede koning was David. De derde Salomo. Wat bouwde Salomo? Een harem! Hij trouwde 700 vrouwen en had ook nog eens 300 bijvrouwen. Een harem van 1000 vrouwen. Waarom? Om zo zijn positie als heerser te versterken. Hij trouwde met de dochters van andere koningen, prinsen en heersers. Hij deed wat de andere machthebbers in zijn tijd ook deden. Hij trouwde o.a. met de dochter van de Egyptische Farao. Hij bouwde tempels voor allerlei afgoden. Hij moest al die vrouwen tevreden en blij houden. Zij waren geen Hebreeuwse vrouwen, maar buitenlandse, heidense vrouwen. Ze dienden Jahweh niet, maar allerlei vreemde goden en Salomo bouwde tempels en offerplaatsen voor hen. En bovendien ging hij zelf ook de heidense goden dienen. Salomo bouwde een heel belastingsysteem. Als je een koninkrijk wil, met paleizen en tempels, dan moet iemand dat betalen. De bevolking werd zwaar belast. Hij bouwde een beroepsleger. Tot die tijd was het leger van Israël er één van vrijwilligers geweest. Wanneer er een strijd te strijden was, dan pakte men de wapens op en daarna ging ieder weer naar zijn werk. Maar Salomo bouwt een legermacht net als de Farao in Egypte. Maar Salomo doet nog iets. Hij laat mensen voor zich werken als slaven. In eerste instantie alleen heidenen, maar later ook Israëlieten. De tempel moet immers gebouwd worden. Het is een miljarden project. Twintig jaar zijn ze er mee bezig. Om aan mankracht te komen laat Salomo arme, kwetsbare Israëlische mannen oppakken om zonder beloning als slaaf voor Salomo te werken. 30.000 joden worden door hem op deze manier tewerkgesteld. Vraag: Wat bouwde Salomo? Antwoord: Hij bouwde Egypte! Waar Mozes de mensen had uitgeleid, leidde Salomo hen weer in. Weet je wat het verschil is tussen een slaaf zijn voor de farao en een slaaf voor koning Salomo? Niet veel. De farao van Egypte: Salomo: Had een harem had een harem
4
Hief belastingen Vormde een beroepsleger Bouwde tempels voor afgoden Had slaven
hief belastingen vormde een beroepsleger bouwde tempels voor afgoden Had slaven
Heeft Salomo het huis van de Heer gebouwd dat God voor ogen had? Nee. Bij lange na niet. Salomo kopieerde de heidense landen rondom hem. 350 jaar later werd die tempel van Salomo verwoest door koning Nebukadnezar. Hij hield niet eeuwig stand zoals de profetie van Natan had voorzegt. Zeventig jaar daarna werd de tempel weer herbouwd, maar dan een kleinere en goedkopere versie. In het jaar 20 voor Chr. begint Herodus de Grote met een enorm bouwproject waarbij de tempel flink wordt uitgebreid en opgeluisterd. Dit is dezelfde Herodus die Jezus Christus wilde doden vlak na zijn geboorte, door alle baby’s in Bethlehem van tussen de 0 en 2 jaar oud te doden. Deze Herodus was half Joods. Hij had keizer Caesar geld betaald om zelf koning van de Joden te worden. Hij was een vazalkoning onder de Romeinen. Hij maakte van de tempel weer een prachtig bouwwerk. Deels is dit nog te zien wanneer je vandaag naar Jeruzalem gaat. Wanneer Jezus op het toneel verschijnt zijn ze al zo’n 46 jaar met de verbouwing bezig; het ziet er prachtig uit, maar is nog niet klaar. Pas in het jaar 64 na Chr. wordt deze verbouwde tempel opgeleverd. Met dit in gedachte gaan we naar het nieuwe testament, naar Johannes 2:13-22. In de NBG-vertaling staat er boven dit gedeelte ‘De tempelreiniging’, maar dat is niet wat hier gebeurt. De tempel wordt door Jezus niet gereinigd. Die handelaren zijn een uurtje later allemaal weer terug. Wat Jezus hier doet is een oordeel uitspreken over de tempel. Ergens anders zegt Hij tot mensen die onder de indruk zijn van de tempel, waaronder zijn eigen discipelen, dat binnen één generatie de tempel zal worden vernietigd. Niet één steen zou op de ander blijven staan. 40 jaar later ging deze profetie in vervulling. In het jaar 70 werd de tempel compleet verwoest en is tot de dag van vandaag nooit meer opgebouwd. Jezus zegt in dit gedeelte iets heel belangrijks. Hij zal de tempel opbouwen. In vers 21 wordt duidelijk dat de tempel waar Hij over spreekt, Zijn lichaam is. Wanneer er in de bijbel gesproken wordt over het lichaam van Christus, dan gaat het over één van drie dingen. In de eerste plaats is dat natuurlijk Jezus’ fysieke lichaam. Dat werd afgebroken door het aan een houten kruis te nagelen, maar dat na drie dagen weer opstond en nu eeuwig leeft. In de tweede plaats wordt van het brood bij het heilig avondmaal gezegd dat het lichaam van Christus is dat voor ons verbroken is.
5
Maar in de derde plaats wordt van de gemeente gezegd dat dit het lichaam van Christus is. Jezus is degene die de ware tempel bouwt. Hij is de nakomeling van David. Hij is de vredevorst die komen zou. Hij is degene aan wiens koningschap geen einde zou komen. (lucas 1:32-33). Heeft Jezus dan een huis voor de Heer gebouwd? In Matteüs 16:18 zegt Jezus: “Ik bouw mijn gemeente en de poorten van de dodenrijk zullen haar niet overweldigen.” De apostel Paulus schrijft aan de gemeente in Efeze dat de gelovige – jij en ik - “gebouwd zijn op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. Vanuit hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel die gewijd is aan hem, de Heer, in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.” De tempel die Jezus bouwt is opgebouwd uit het meest kostbare materiaal dat bestaat. Veel kostbaarder dan goud, zilver en marmer. Het enige materiaal dat waardevol genoeg is voor de bouw van een blijvend huis van de Heer … dat zijn mensen. De apostel Petrus schrijft in 1 Petrus 2:4-5 Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. Weet u niet, schrijft Paulus in 1 Korinthiërs 3:16, dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? Lezen: Johannes 7:37-39 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: „Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.‟ Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. In het boek Handelingen zien we beschreven wat er gebeurt, wanneer Jezus wel tot Gods majesteit is verheven en de gelovigen vervuld zijn met de Heilige Geest. In de eerste gemeente zien we wat er gebeurt, wanneer er een rivier van levend water begint te stromen uit de harten van de gelovige. Het resultaat is een wervende gemeente, waar mensen tot redding, genezing en verlossing komen, omdat God in hun midden is. De tragedie van heel veel kerken, met name in de westerse wereld, is dat ze een Huis voor God hebben willen bouwen, maar in hun poging om aantrekkelijk te zijn voor de wereld zijn ze gelijkvormig geworden aan de wereld. Ze hebben de waarden en normen van de
6
wereld aangenomen zodat iedereen zich er fijn voelt, behalve God. Er is geen kracht van God meer. Mensen komen niet tot redding, genezing en bevrijding. Ze hebben Egypte binnengelaten. De kerk I love is een gemeente waar God met zijn Heilige Geest in het midden is. Een kerk waar vanuit een rivier van levend water stroomt de gebieden in waar het nu nog dood is, om daar leven te brengen, redding, genezing en bevrijding. Dat deze gemeente, zo’n gemeente mag zijn. Amen.
Verwerkingsvragen De gemeente (alle gelovige) is de tempel waar God met Zijn Geest woont. Het is de plaats waar redding, genezing en bevrijding is. Dát is wat de gemeente ‘wervend’ maakt. Dat is het goede nieuws dat wij bezitten, maar dat we wel bekend moeten maken. Het moet de wereld in waar het dood water levend kan maken. Het volk van God was apart gezet, geheiligd en bedoeld om te leven in aanbidding aan God en in een rechtvaardige omgang met elkaar. Het volk wilde zelf echter zijn zoals de volken rondom hen. In plaats van ‘geheel anders’ werden ze gelijkvormig aan de wereld. In plaats van dat zij invloed hadden op de wereld, werden zij door de wereld beïnvloed. In het nieuwe testament worden wij herhaaldelijk gewaarschuwd om niet dezelfde fout te maken. Bespreek eens hoe je het vindt om apart gezet te zijn. Wat zijn de gevolgen daarvan? Ben je anders? Bemerk je wel eens dat je beïnvloed wordt door de gedachten van de wereld? Hoe komt dit tot uiting? Kun je daar voorbeelden van noemen? Voor de prediking vertelde Pia Nicholson hoe de groeigroep in Leiden tot het initiatief was gekomen om in Leiden een Prayerstation te beginnen. Vraag aan de groeigroep waar zij aan denken bij het woord ‘wervende gemeente’. Bespreek met elkaar hoe jullie als groeigroep meer ‘wervend’ ingesteld kunnen zijn. Denken jullie dat God dit van jullie vraagt? In Johannes 7:37-39 roept Jezus ons op om bij hem te drinken. Hij doet dan ook de belofte dat een stroom van levend water uit ons binnenste zou stromen. Hij heeft het hier over de vervulling met de Heilige Geest.
7
Neem tijd om voor elkaar, de groeigroep en de gemeente te bidden, dat mensen hun dorst bij Jezus zullen lessen en niet met allerlei andere dingen en dat de stroom van levend water rijkelijk vanuit ons midden mag gaan stromen en tot zegen mag zijn voor velen. Van 5 tot 14 maart zal er in de gemeente een periode van 10 dagen bidden en vasten zijn met Herman Boon. Attendeer je groeigroep op deze periode van toewijding aan God. Het zal een levensveranderende ervaring worden.
8