Predicaten van Beweging Een contrastief onderzoek tussen Engels, Ivriet en Nederlands Iris Loeb, 9805923
Inhoudsopgave 1 Inleiding
2
2 Opzet
4
3 Resultaten
5
4 Conclusie
10
5 Discussie
11
6 Dankwoord
13
7 Bronnen
14
1
Hoofdstuk 1
Inleiding We leven in een ruimte, waarin we entiteiten onderscheiden. Relaties tussen ´e´en of meer van deze entiteiten met betrekking tot de ruimte worden motion events genoemd. Voor het gemak zal ik de relatie “bewegen” noemen, ook als er geen sprake is van een verandering in plaats. Bij motion events kunnen we zes verschillende (cognitieve) categorie¨en onderscheiden: • motion: Is er sprake van verandering van plaats of van stilstand? • figure: Wat beweegt er? • ground: Waar beweegt het? • manner: Op welke manier beweegt het? In het geval van stilstand noemt men dit ook wel disposition. • path: Hoe beweegt de figure ten opzichte van de ground? In het geval van stilstand is dit het 0-path. • cause: Wat is de oorzaak van het bewegen? In een beschrijving van een beweging kan je dus verwachten informatie over enkele van deze categorie¨en tegen te komen. Vergelijk de volgende zinnen: 1. David komt. 2. David comes. 3. David komt de kamer binnen. 4. David enters the room. In de zinnen 1 en 2 zit informatie over figure (David) en motion (komt/comes). De zinnen 3 en 4 informeren ons ook over figure (David) en motion (komt/enters), maar bovendien nog over ground (de kamer/the room) en path (binnen/enters). Merk op dat het Engels motion en path verpakt in ´e´en niet-samengesteld woord, terwijl het Nederlands gebruik maakt van een woord waarin motion besloten ligt en een ander voor path. 2
Mocht dit een algemeen voorkomend verschijnsel zijn, dan is het Nederlands op dit gebied economischer met zijn woorden dan het Engels: het heeft geen compleet nieuwe woorden (nodig) voor beschrijvingen waarin zowel motion als path voorkomen, maar stelt ze systematisch samen uit twee woorden die elk ´e´en van beide voor hun rekening nemen.
3
Hoofdstuk 2
Opzet Ik heb in het Engels, Nederlands en Ivriet predicaten bekeken, waarin motion ge¨encodeerd is. Ik vroeg mij af wat deze talen zouden doen als je niet slechts motion wil uitdrukken, maar ook manner, path of beide: gebruiken ze een niet-samengesteld woord of hebben ze een systeem om dit uit de drukken met een combinatie van woorden die delen encoderen? Veel predicaten informeren over movement. De volgende categorie¨en heb ik buiten beschouwing gelaten: • Predicaten die geen informatie bevatten over een verplaatsing van hun hele onderwerp. Bijvoorbeeld “bibberen” zoals in “De hond bibbert”. Hier haal je niet uit of de hond zelf verplaatst of niet. Een ander voorbeeld is “buigen” (het bovenlichaam gaat naar beneden). • Predicaten die situaties beschrijven waarin het figure niet alleen beweegt, maar ook verandert, zoals “verdampen” en “uit elkaar vallen”. Verder heb ik alle beschrijvingen bekeken vanuit het gezichtspunt van datgene wat de beweging ondergaat. Ik heb dus wel gekeken naar “vliegen”, maar niet naar “(iets) zien vliegen” of “(iets) doen vliegen”. De predicaten die zo overbleven, heb ik ingedeeld naar het soort en aantal categorie¨en waarover ze informeren, d.w.z.: motion, motion+path, motion+manner en motion+manner+path (zie Tabel 1, 2, 3, 4 en 5 van Hoofdstuk 3). In mijn indeling heb ik dus geen rekening gehouden met de categorie¨en ground, cause en figure. Dat wil niet zeggen dat ze totaal afwezig zijn in de uitdrukkingen. “Kruipen” kan je bijvoorbeeld alleen gebruiken als de figure een levend wezen (animate) is. Er zit hier dus wel iets van informatie over de figure in. Ook de positie van de spreker zoals tot uitdrukking komt in “gaan” en “komen” heb ik links laten liggen. Verder heb ik Nederlandse zinnen bekeken, waarin diposition uitgedrukt wordt en die vergeleken met hun vertaling in het Engels en het Ivriet (Tabel 6). Tenslotte heb ik voorzetsels e.d. in de drie talen naast elkaar gezet (Tabel 7).
4
Hoofdstuk 3
Resultaten Voor elk predicaat x: “∗ x” betekent “x kan niet”, en “? x” betekent “het is twijfelachtig of x kan.”
Tabel 1: motion+ manner Engels besiege caper climb
Nederlands bestormen dansen klimmen
crawl creep dance dive drive fall float fly
kruipen
Ivriet tsar ‘al riqqed t.ipp¯es h`e‘`epil zah.al
dansen duiken (naar) rijden (in) vallen (vanuit) drijven vliegen vliegen (in) wegvliegen galloperen zweven
raqad tsalal le nahag be hafal mi tsaf ‘af tas be hit‘ofef dahar da’ah
moeizaam gaan springen zweven (boven) springen liggen marcheren vrolijk springen
histar¯ex nitt¯er rix¯ev m¯e‘al qafats shaxav tsa‘ad pizz¯ez
fly away gallop glide (in the air) go slowly hop hover jump lie down march prance
5
Vervolg tabel 1 Engels promenade stroll ride roll (oneself) run sit stand stand erect step storm stride swagger swim swoop toddle
Nederlands wandelen (in)
Ivriet hithall¯ex be
rijden (op) (zich) wentelen rennen zitten op staan recht staan stappen bestormen schrijden paraderen zwemmen zich storten (op) waggelen (van kleine kinderen)
raxav ‘al hitgol¯el rats jashav ‘al ‘amad hizdaqq¯ef tsa‘ad hivqi‘a pasa‘ hitravr¯ev s.ah.ah ‘at. ‘al diddah
Tabel 2: motion+ path+ manner Engels dash burst forth invade jump make getaway skip
Nederlands te voorschijn stormen
Ivriet zinn¯eq
binnenvallen springen (over) ontsnappen (uit) springen (over)
parachute plunge throw o.s. into raid recoil roll down sneak in
zich aan een parachute neerlaten plotseling neergaan (naar) zich werpen (in) binnenvallen terugdeinzen naar beneden rollen binnensluipen
palash le dill¯eg ‘al histall¯eq mi dill¯eg ‘al qipp¯ets pasah. ‘al tsanah. tsalal le tsalal be pashat. ‘al nirta‘ hitdard¯er hitgan¯ev le
6
∗
jarad bamatsneah.
∗
hitgalg¯el lemat.t.ah
Tabel 3: motion+ path Engels advance come near arrive come to ascend go up bypass climb (aircraft) come from come to cross over go across cross (river) depart go off go forth descend go down enter go into get away from go north
Nederlands naderen aankomen (bij)
Ivriet qidd¯em hitqadd¯em higgi‘a le
omhooggaan (naar)
‘alah le
? halax lema‘lah le
passeren omhoog gaan
‘aqaf nasaq
∗
komen van(uit) komen naar oversteken
ba’ mi ba’ le h.atsah ‘avar tsalah.
oversteken (rivier) vertrekken
∗ ∗
∗
ba’ ‘al-jad; ba’ ’¯ets`el
∗/
? halax le‘¯ever
∗/
? halax d`er`ex
∗
naar beneden gaan
jarad
∗/
gaan in
nixnas le
∗
zich verwijderen van naar het noorden gaan
hitrah.¯eq mi hitspin
∗
go south
naar het zuiden gaan
hidrim
land come to earth move up and down swing pass by progress go along return turn back rise go up
landen
nah.at
op en neer gaan schommelen voorbijgaan voortgaan
hitnadn¯ed
terugkeren van
h.azar mi shav mi ga’ah
stijgen
7
ba’ qarov;
halax le-tsad ; ∗ halax betsad halax lema‘lah le
jatsa’ mi ‘azav
‘avar hitqadd¯em
∗
halax mi
? lemat.t.ah le
halax betox
halax mi ? halax tsafonah; ∗ / ? halach le tsafon ∗ / ? halax daromah; ∗ / ? halax le darom ∗/
∗∗
halax ‘oleh ve jor¯ed
∗/
? halax qadimah
∗∗
ba’ h.oz¯er
∗
halax lema‘lah
Vervolg tabel 3 Engels rise (sun) step
Nederlands opkomen gaan over (een weg) lopen
sink set go down tread set foot on turn left
dalen ondergaan
turn right
rechts afslaan
Ivriet zarah. darach ‘al tsa‘ad pasa‘ shaqa‘ (be) tsanah.
betreden
darax ‘al dishd¯esh be hishm’il panah ‘al shmol h¯ejmin panah ‘al jamin
links afslaan
Tabel 4: motion Engels be come exist
Nederlands zich bevinden komen bestaan
go move
gaan bewegen
there there there there
is are is not are not
er er er er
is zijn is geen zijn geen
Ivriet himmats¯e’ ba’ haja∗) hitqajj¯em halax zaz na‘ za‘ j¯esh ’ejn
∗) Niet in tegenwoordige tijd.
Tabel 5: Overig Engels emigrate immigrate travel tour
Nederlands emigreren van(uit) immigreren (naar) reizen (naar) rondreizen
wander
zwerven
Ivriet higg¯er mi higg¯er le nasa‘ le sijj¯er tijj¯er nadad (mi) ta‘a
8
∗
halax lema‘lah
∗
halax lemat.t.ah le
Tabel 6
figure ha-sefer het boek Het boek The book
manner motion
ligt is
figure ha-ofana’im shelly de-fiets van mij Mijn fiets My bike
path baop op on
ground shulxan de tafel tafel the tabel
manner motion
staat is
path lejad naast naast next to
tevat-hado’ar bus-van de post de brievenbus the mail-box
Tabel 7 Engels across
Nederlands over
along
langs
back down forward; on inside
terug naar beneden voort naar binnen
left near
links dicht(er)bij
parachute right through to the north
parachute rechts door naar het noorden
to the south
naar het zuiden
up up and down
naar boven op en neer (gaand)
Ivriet le ‘¯ever m¯e ‘¯ever le le-tsad betsad ’¯etsel ‘al-jad h.oz¯er lemat.t.ah qadimah betox pnimah pnimi shmol ‘al-jad qarov ’¯ets`el matsneah. jamin d`er`ex tsafonah le tsafon daromah le darom lema‘lah ‘ol`eh ve jor¯ed
9
Hoofdstuk 4
Conclusie Uit de resultaten komt het volgende naar voren: • Alle drie de talen gebruiken een niet-samengesteld woord als alleen motion, of, als naast motion, alleen manner erin ge¨encodeerd is (Tabel 1 en 4). • Als het predicaat informatie over path bevat, heeft het Ivriet hier een “nieuw” woord voor: een samenstelling is over het algemeen zelfs niet mogelijk. Het Nederlands stelt zijn predicaten wel samen en er bestaan in deze taal nauwelijks niet-samengstelde woorden, waarin zowel motion als path ge¨encodeerd zit. In het Engels kunnen deze predicaten zowel samengesteld als niet-samengesteld weergegeven worden (Tabel 2 en 3). • Het Nederlands moet woorden als “zitten”, “liggen” en “staan” gebruiken. In het Engels en het Ivriet kan dat in de meeste gevallen niet. Het Engels gebruikt een vorm van “be”. In het Ivriet mist het werkwoord. Het Engels en Ivriet verwoorden disposition dus niet (Tabel 6). • In de verscheidenheid van voorzetsels is in de drie talen geen verschil (Tabel 7).
10
Hoofdstuk 5
Discussie Maar hoe komt het dat deze talen wel alledrie een niet-samengesteld woord hebben als path er niet in ge¨encodeerd zit, maar niet alledrie als het er wel in ge¨encodeerd zit? Heeft het te maken met het feit dat “er minder paden dan manieren zijn”? Als hier een algemeen principe aan ten grondslag ligt, echter, zouden er meer talen zijn die een nieuw predicaat nodig hebben om manner te beschrijven, dan om path te beschrijven. “According to Talmy(1985), paths are the most likely component of a motion event to be incorporated into the event in overt expression.” William Frawley - Linguistic Semantics (1992: blz 177) Blijkbaar zijn mijn talen gewoon “ongelukkig gekozen.” Blijft het verschil tussen deze drie talen. Op het gebied van motion+pathencodering is het Nederlands economischer dan het Engels en het Ivriet. Het economy principle zegt dan dat beide talen op een ander gebied economischer moeten zijn. Zou het zo zijn dat als een taal op motion+path-gebied niet economisch is, hij disposition niet weergeeft? Dit gaat goed voor het Engels en het Ivriet, maar bijvoorbeeld niet voor het Chinees.
motion+manner motion+path disposition
Nederlands + +
Ivriet + + -
Chinees ? + +
Spaans + ?
Misschien kunnen er nooit drie +-jes in een kolom van de tabel staan. Dan zou het Chinees een - moeten hebben in de bovenste rij. Het Spaans heeft dat, bijvoorbeeld. (In deze tabel geeft “+” weer dat de taal daar nieuwe predicaten gebruikt, dus dat de taal op dat gebied niet economisch is.) Dit zijn gissingen. Toeval moet niet uitgesloten worden. Ik wil nog twee opmerkingen maken. Ten eerste valt het op dat “halax+voorzetsel” bijna nooit gebruikt kan worden. Misschien hangt dit samen met het feit dat “halax” niet alleen “gaan” 11
betekent, maar ook “lopen” en een levend wezen als onderwerp vraagt. Dit geldt ook voor disposition in het Ivriet en het Engels, terwijl dat in het Nederlands niet zo is. Ten tweede lijkt er in het Nederlands en het Engels een verschuiving op te zijn getreden van het gebruik van niet-samengestelde predicaten om motion+path weer te geven, naar samengestelde predicaten. Het Nederlands had vroeger woorden in de eerste categorie, die er nu niet meer zijn. In de Engelse spreektaal lijken woorden van de eerste categorie ook minder voor te komen. Hoe het in het Ivriet zit weet ik niet.
12
Hoofdstuk 6
Dankwoord Graag bedank ik Meron Brouwer en Daphna Wall voor het controleren van mijn eerste gegevens. Zonder alle hulp van Floor Loeb had ik dit onderzoekje nooit kunnen doen. Ik ben haar er erg dankbaar voor. Tenslotte bedank ik Leon Stassen dat ik dit vak bij hem kon doen, hoewel het eigenlijk al een semester eerder gegeven was. Ik vond het erg boeiend.
13
Hoofdstuk 7
Bronnen Alcalay, R., The Complete English-Hebrew Dictionary, Ramat-Gan 1970. Ben-Yehuda, E., Pocket English-Hebrew Hebrew-English Dictionary, New York 1964. Bruggencate, K., Engels Woordenboek, Groningen 1969. Croft, W., Typology and Universals, Cambridge 1990. Glinert, L., The Grammar of Modern Hebrew, Cambridge 1989. Frawley, W., Linguistic Sermantics, Hove en Londen 1992. Loeb, F., personal communication. Stassen, L., personal communication. Tarmon, A. en Uval, E., Hebrew Verb Tables, Jerusalem 1991. Ungerer, F. en Schmid, H.-J., An Introduction to Cognitive Linguistics, Londen en New York, 1996.
14