Examineren van Nederlands, rekenen en Engels in het MBO Deze notitie is bedoeld voor constructeurs en vaststellers van taal– en rekenexamens in het MBO. Deel 1 gaat over de eisen en de dekking. Deel 2 gaat over de toepassing en de constructie. Hierin zijn twee voorbeeldmatige uitwerkingen opgenomen. Deel 1. De eisen en de dekking Taal en rekenen zijn elementaire vaardigheden die iedere student nodig heeft om maatschappelijk en beroepsmatig te kunnen functioneren. Daarom is voor alle studenten een wettelijk basisniveau Nederlands en Engels (niveau 4) en rekenen ingevoerd. De student dient aan dat basisniveau te voldoen op het moment van afronding van de beroepsopleiding. Vanwege de inhaalslag en de resultaten tot nu toe (2013), zijn de gevolgen daarvan voor de zak-slaagbeslissing uitgesteld. Nederlands met een jaar en rekenen met twee jaar. Nederlands en Engels bestaan ieder uit vijf taalvaardigheden: lezen, luisteren, schrijven, gesprekken voeren en spreken. De ontwikkeling van de receptieve vaardigheden (lezen en luisteren) loopt altijd voor op -en is voorwaardelijk voor- de ontwikkeling van de expressieve, productieve taalvaardigheden (schrijven, gesprekken voeren en spreken). Rekenen bestaat uit vier vaardigheden: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. In de wettelijke regelgeving zijn m.b.t. taal en rekenen generieke en specifieke kwalificatie-eisen onderscheidend. Generieke eisen betreffen de eisen die deel uitmaken van alle kwalificaties op eenzelfde niveau. Specifieke eisen maken deel uit van een bepaalde kwalificatie. Actuele examenbesluiten en regelingen zijn te vinden op de site: www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl De generieke eisen voor Nederlands en rekenen zijn vastgelegd in het referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen en uitgedrukt in functionele (F) eindniveaus: 1F, eindniveau PO; 2F, eindniveau VMBO en MBO3; 3F, MBO4 en HAVO; 4F, VWO en wetenschappelijk onderwijs.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
1
Bij het vaststellen van de F-niveaus is vooral gekeken naar wat iemand nodig heeft om in het algemeen (maatschappelijk) te functioneren én specifiek voor het beroep en de vervolgopleiding(en) waartoe de kwalificatie recht op toegang geeft. De beheersing van taal in het bijzonder, heeft een sterke relatie met de cognitieve ontwikkeling en het leervermogen. Een onderscheid tussen taal voor leren, taal voor het beroep en taal voor burgerschap wordt onnodig en onwenselijk geacht omdat taal álle domeinen bestrijkt. Dit betekent dat het generieke eindniveau ook voor het beroepsspecifieke eindniveau geldt, tenzij het kwalificatiedossier beroepsinhoudelijk specifiek eisen stelt. Moderne vreemde taal: Engels Studenten die op of na 1 augustus 2012 aan een MBO4 zijn begonnen, is Engels verplicht. De beheersing van Engels is nodig om door te stromen naar het HBO. De eisen voor Engels zijn opgenomen in het Europees referentiekader. Voor alle niveau 4 opleidingen zijn de generieke eindniveaus vastgesteld op: B1 (lezen en luisteren) en A2 (schrijven, gesprekken voeren en spreken). Ook t.a.v. Engels geldt dat het generieke eindniveau bepalend is voor het eindniveau van de beroepsopleiding, tenzij het kwalificatiedossier andere eisen stelt. De specifieke eisen betreffen de door de overheid vastgestelde kwalificatie-eisen die aan elk kwalificatiedossier zijn toegevoegd. Het taal-en rekenniveau van een beroep kan hoger of lager zijn dan het generiek niveau. Ook is het mogelijk dat voor een beroep niet alle taal- en rekenvaardigheden even belangrijk zijn. In deel C van het kwalificatiedossier zijn de specifieke taal- en rekenvaardigheden beschreven die nodig zijn voor het beroep en staan genoemd bij de beschrijving van kerntaken en werkprocessen. Dit betreffen de noodzakelijke beroepsspecifieke inkleuringen die wezenlijk zijn voor de beroepsuitoefening. Bijvoorbeeld het voeren van adviesgesprekken, het rapporteren van observaties, het lezen van (Engelse) instructies, etc. In deel D is toegelicht op welk niveau de specifieke beroepsgerichte taal en rekenvaardigheden zich bevinden. De informatie in deel D is bedoeld als verantwoording en toelichting ten behoeve van het onderwijs en de examinering. Zoals hierboven gezegd zijn de taal- en rekeneisen in de kwalificatiedossiers op verschillende plekken opgenomen. De juiste plek verschilt per dossier en hangt samen met de functionaliteit van taal en rekenen. Hieronder een overzicht van de plek, de eis en de functie.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
2
Plek Deel B
Eis Wettelijk basisniveau
Deel C
Beroepseisen
Deel D
Indicaties voor het beroepsinhoudelijke taal – en rekenniveau. Dit kan van een lager, hetzelfde of een hoger niveau zijn dan de generieke eisen.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
Functie Generieke taal- en rekenvaardigheden om maatschappelijk en beroepsmatig te kunnen functioneren. Afhankelijk van de functionaliteit opgenomen in het werkproces, of afgeleid van een of meerdere competenties of als voorwaarde in de kolom vakkennis en vaardigheden. Werkproces: taal en/of rekenen vallen samen met een complete set van beroepshandeling, bijvoorbeeld bij administratieve beroepen. Competenties: taal en/of rekenen zijn gedragsankers voor bijvoorbeeld vakdeskundigheid, formuleren en rapporteren, presenteren, overtuigen en beïnvloeden. In kolom ´Vakkennis en vaardigheden’: een of meer taal – en/of rekenvaardigheden zijn essentieel voor het aantonen van het betreffende werkproces. Verantwoording t.b.v. het onderwijsaanbod, de toetsing en de examinering.
6 juni 2013
3
Examinering De generieke eisen worden voor een deel geëxamineerd door middel van (pilot) centraal ontwikkelde examens. Voor Nederlands betreffen dit (vooralsnog) lezen en luisteren. Voor rekenen geldt centrale examinering van alle vier rekenvaardigheden. De regelgeving hiervoor is vastgelegd in het handboek COE, te vinden op de website van het College voor Examens: www.cve.nl De andere taalvaardigheden van Nederlands en Engels worden momenteel geëxamineerd door middel van instellingsexamens. Een taalvaardige student kan examineren op een hoger dan het wettelijk basisniveau. Instellingsexamens voor de generieke en beroepsspecifieke eisen Iedere instelling (ROC/opleiding) is zelf verantwoordelijk voor de instellingsexamens. De inhoud, de wijze van examineren en de weging, heeft iedere opleiding vastgelegd in het opleidings- en examenreglement van de opleiding (OER). Zie hiervoor ook de examenstandaarden van de onderwijsinspectie, Toezichtkader 2012. In de loop van de jaren is door de ROC´s flink geïnvesteerd in ROC-brede generieke taal- en rekenmethoden met de daaraan gekoppelde examinering op het vereiste F-niveau. Veelal wordt gedacht dat daarmee automatisch de beroepsspecifieke taalen rekenvaardigheden gedekt zijn. Het gaat echter om twee (bij voorkeur samenhangende) domeinen: generieke taal- en rekeneisen én de beroepsspecifieke taal- en rekeneisen. Door de ROC-brede aanpak lijkt het accent vooral te liggen op het generieke deel. Taalteams en opleidingsteams ontwikkelen tamelijk gescheiden van elkaar examens en de daarop afgestemde onderwijsprogramma’s. Echter, gebleken is dat de student het beste scoort op rekenen en taal door een contextrijk aanbod aan onderwijs- en examenopdrachten ontleend aan actuele maatschappelijke en specifieke beroepssituaties. Samenwerking tussen generieke - en beroepsinhoudelijke teams is een voorwaarde voor examinering die aansluit bij de beleving en ervaringen van de student. De beslissing ligt bij de ROC´s en/of betreffende teams hoe er geëxamineerd wordt: afzonderlijke generieke taal- en rekenexamens of geïntegreerde taal-en rekeneisen in de beroepsspecifieke examens van de kerntaken en werkprocessen. Voorwaarden voor iedere vorm van examinering van taal en rekenen zijn: dekking van de afzonderlijke taal- en rekenvaardigheden naar het referentiekader; Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
4
de generieke taal- en rekeneisen beoordelen met afzonderlijke beoordelingsvoorschriften en cesuur; beoordeling onder supervisie van (vak)bekwame beoordelaars. Deel 2: Examinering van beroepsspecifieke taal- en rekeneisen Ieder beroepsspecifiek examen is geformuleerd op en voldoet aan de eisen die gesteld zijn aan de beginnende beroepsbeoefenaar. Dit betekent dat de examenopdrachten en de bijbehorende beoordelingslijsten voor de student transparant zijn en derhalve geformuleerd zijn op het vereiste taalniveau. Beroepsinhoudelijk heeft de student voor het uitvoeren van de kerntaken en werkprocessen ‘taal en rekenen op niveau’ nodig om beroepscompetenties aan te tonen, zoals: formuleren en rapporteren, zich richten op de behoeften en verwachtingen van de klant, overtuigen en beïnvloeden en instructies en procedures opvolgen. Uit de beroepsinhoud zijn betrekkelijk eenvoudig taal- en rekenvaardigheden te selecteren. Bijvoorbeeld een werkplanning maken, berekeningen juist schatten, een kantgesprek voeren, het lezen van protocollen, het luisteren naar instructies, een presentatie geven over een actueel thema binnen het beroep. Zoals eerder gezegd: beheersing van rekenen en taal is cruciaal, niet alleen voor het beroep, maar ook voor de loopbaan - en burgerschapsontwikkeling (LB) van de student. Naast het generieke F-niveau in deel B, zijn in deel C van het kwalificatiedossier taal- en rekeneisen opgenomen die verwerkt moeten worden in de examinering van de kerntaken/werkprocessen met, bij voorkeur met aparte beoordelingsvoorschriften. Wanneer in een kwalificatiedossier in deel C bij een werkproces taal- en/of rekenvaardigheden benoemd zijn, dan is de beheersing van deze vaardigheden voorwaardelijk voor de uitvoering van het werkproces. Een student toont aan dat hij deze vaardigheden in voldoende mate beheerst. Met andere woorden: een werkproces, evenals een kerntaak kan pas met een voldoende worden afgesloten als de vereiste taal- en rekenvaardigheden meegenomen zijn in het geheel van de examinering én beoordeling van het betreffende werkproces/ de kerntaak.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
5
Het staat de ROC´s/opleidingen vrij om in afzonderlijke examens te beoordelen of de beroepsgerichte taal- en rekenvaardigheden worden beheerst. Net zoals de instelling de vrijheid heeft om met afzonderlijke examens te beoordelen of bepaalde vakkennis wordt beheerst. Van belang is dat daarbij gelet wordt op de toepassing van de taal- en rekenvaardigheden in de beroepscontext. Ook in dit geval legt het ROC/de opleiding de werkwijze, de manier van beoordelen en de weging van de beoordeling van taal en rekenen binnen de beroepsgerichte examinering vast. Deel 2. De toepassing en de constructie In de navolgende tekst is in vier beknopte stappen een werkwijze voor de toepassing en constructie van taalexaminering uitgewerkt. Voorbeeld: Medewerker Maatschappelijke Zorg (MMZ), niveau 3 Stap 1. Informatie verzamelen over de dekking taalvaardigheid schrijven uit het kwalificatiedossier MMZ, crebonummer: 92650 Deel B: referentieniveau 2F Een selectie uit deel C Kerntaak Werkproces 3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebon den taken
3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
Competentie
Prestatie-indicator
Vakkennis en vaardigheden
J. Formuleren en rapporteren Component: Vlot en bondig formuleren
De medewerker Maatschappelijke Zorg verwerkt alle benodigde gegevens en scheidt de hoofden bijzaken, zodat zij een kernachtig evaluatieverslag kan schrijven.
Nederlands – schrijfvaardigheid, Nederlands taalverzorging en taalbeschouwing. Rapportagevaardigheden
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
6
Deel D: indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Medewerker Maatschappelijke Zorg zich op het volgende taalniveau: Mondelinge taalvaardigheid: 2F Leesvaardigheid: 2F Schrijfvaardigheid: 2F Taalverzorging en taalbeschouwing: 2F Toelichting: de Nederlandse taal is voor de beroepsuitoefening getypeerd op 2F (Meijerink, 2009). Dit is identiek aan de algemene eisen die aan de Nederlandse taal worden gesteld in een MBO-kwalificatie op niveau 3. Om het niveau voor de beroepsuitoefening te bepalen zijn alle werkprocessen kritisch bekeken op taalelementen. Deze elementen zijn gekoppeld aan één of meerdere subdomeinen (taalvaardigheden) en aan het vereiste niveau. Conclusie: het kwalificatiedossier geeft geen andere eisen aan dan het generieke basisniveau.
Stap 2. Informatie verzamelen over de eisen en dekking eisen referentieniveau 2F, schrijven inclusief taalverzorging uit het referentiekader taal en rekenen. Fragment uit een beoordelingslijst Schrijven 2F ontleend aan het referentiekader taal en rekenen. Kenmerken van de
Criteria Schrijven 2F*
taakuitvoering 1. Afstemming op doel 2. Afstemming op publiek
Je hebt de uitwerking van de opdracht afgestemd op het doel. Je past je woordgebruik en toon aan. Je gedachtegang is logisch en voor de lezer meestal te volgen. Je tekst is geordend in inleiding – kern – slot. Ook zijn er goede
3. Samenhang
alinea’s met inhoudelijke verbanden. Je gebruikt meestal juiste verwijzingen. Je gebruikt veel voorkomende voeg- en verbindingswoorden (als,
hoewel) correct.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
7
4. Woordgebruik en
Je varieert het woordgebruik, maar je maakt nog fouten in minder
woorden-
frequent voorkomende woorden en uitdrukkingen.
schat
Spelling Je schrijft de meeste onveranderlijke woorden correct, je maakt alleen nog fouten in het aaneen-/ losschrijven van woorden. 5. Spelling, interpunctie en grammatica
Je schrijft de werkwoordsvormen correct, behalve voltooide deelwoorden.
Interpunctie Je gebruikt punten en hoofdletters, ook bij eigennamen en directe rede correct.
Grammatica Je schrijft korte zinnen correct, maar bij langere zinnen maak je incidenteel nog fouten. 6. Leesbaarheid
Je past de conventies van het (beroeps)product correct toe, o.a.
titel en tekstkopjes
witregels.
Een student op 2F-niveau beheerst alle vaardigheden op 1F-niveau
Stap 3. Formuleren van contextrijke taalopdrachten schrijven t.b.v. het instellingsexamen Enkele voorbeelden van geïntegreerde taalopdrachten in combinatie met beroepsspecifieke opdrachten: een schriftelijk evaluatieverslag van de geboden zorg; een verantwoordingsverslag aan het eind van een bepaalde opleidingsfase; Dekking van kerntaak 3, werkproces 3.6, competentie J met bijbehorende prestatieindicator. Dekking van de criteria 2F uit het referentiekader. Enkele voorbeelden van afzonderlijke taalopdrachten T.b.v. kerntaak 3, werkproces 3.6, competent J met bijbehorende prestatieindicator: een schriftelijke samenvatting, rapportage, notulen, verslag. Dekking met criteria 2F uit het referentiekader.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
8
Stap 4. Weging De opleiding/ROC bepaalt hoeveel taalopdrachten meewegen om tot een valide en betrouwbare eindwaardering te komen. Iedere taalopdracht resp. taalexamen levert een cijfer op. Een overweging kan zijn om een opdracht met een hoge taalproductie (uitgebreide schriftelijke rapportage) zwaarder mee te wegen. Alle taalopdrachten samen leveren het gemiddelde cijfer op.
Voorbeeld: Servicetechnicus elektrotechniek, niveau 4 Stap 1. Informatie verzamelen over de dekking taalvaardigheid Lezen uit het Servicetechnicus Elektrotechniek, crebonummer 94331 Deel B: referentieniveau 3F. Een selectie uit deel C Kerntaak Werkproces 1. Inspecteert apparatuur en installaties
1.1. Voorbereiden van inspectie. Omschrijving: de servicetechnicus verzamelt en interpreteert alle relevante informatie zoals tekeningen, schema’s, logboeken, handboeken, handleidingen n procedures. 1.2 Uitvoeren van visuele
Competentie
Prestatieindicator
Vakkennis en vaardigheden
EQR (geen expliciete verwijzing naar taal)
(geen expliciete verwijzing naar taal)
Leesvaardigheid Engelse teksten
EK (idem)
(idem)
Leesvaardigheid technische
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
9
inspecties. Omschrijving: leest de tekeningen en gebruikersinstru cties. 2. Optimaliseert apparatuur/ installaties en verhelpt storingen
3. Maakt apparatuur/ installaties gebruiksklaar.
2.1 Voorbereiden werkzaamheden Omschrijving: verzamelt, leest en interpreteert alle relevante informatie. 2.4 Vaststellen van (aard en omvang van) uit te voeren werkzaamheden
3.2 Rapportage van werkzaamheden
tekeningen en schema’s
E,K,Q (idem)
(idem)
Leesvaardigheid Engelse teksten Leesvaardigheid technische tekeningen en schema’s.
K. Vakdeskundigheid. Component: Vakspecifieke mentale vaardigheden aanwenden
De Servicetechnicus … toont technisch inzicht en rekenvaardigheid bij het bepalen
Leesvaardigheid technische tekeningen en schema’s.
De Servicetechnicus Elektrotechniek rapporteert (de resultaten van) de werkzaamheden volledig, nauwkeurig en volgens bedrijfsvoorschriften zodat de klant een duidelijk beeld heeft van (de resultaten van) de werkzaamheden
(geen vermelding van taalvaardigheden)
J. Formuleren en rapporteren. Component: Nauwkeurig en volledig rapporteren.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
10
Deel D. Nederlands: indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Servicetechnicus Elektrotechniek zich op het volgende niveau voor Nederlands:
Mondelinge taalvaardigheid:
Leesvaardigheid:
Schrijfvaardigheid:
Taalverzorging en taalbeschouwing:
Toelichting: Voor deze kwalificatie beschikt Kenteq niet over betrouwbare onderzoeksgegevens. De eisen voor het beroep zullen de komende tijd worden onderzocht. Zie hiervoor deel D paragraaf 2.5* (discussiepunten) en paragraaf 3 (beleids- en ontwikkelagenda van de Paritaire commissie van Kenteq). Deel D. Moderne vreemde talen – Engels: indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Servicetechnicus elektrotechniek zich op het volgende niveau:
Luisteren: A2
Lezen: A2
Gesprekken voeren: A2
Spreken: A2
Schrijven: A2
Toelichting: Als moderne vreemde taal is voor het Engels gekozen omdat deze taal binnen de techniek het meest relevant is. Afhankelijk van de regio, als daar goede argumenten voor zijn, kan het management van een opleiding in samenspraak met het bedrijfsleven kiezen voor een andere taal. De beheersingsniveaus van de verschillende taalvaardigheden zijn gekozen op basis van benodigde kennis voor het beroep. Conclusies: lezen van instructies zowel in het Nederlands als Engels is essentieel voor het aantonen van de kerntaken 1 en 2 in de kolom vakkennis en vaardigheden frequent voorkomende taalvaardigheden Nederlands en Engels. het kwalificatiedossier geeft voor Nederlands geen andere eisen aan dan het generieke basisniveau.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
11
het kwalificatiedossier geeft voor Engels lagere eisen (A2) aan dan het generieke basisniveau B1.
Stap 2. Informatie verzamelen over de eisen en dekking eisen referentieniveau 3F, Lezen1 Nederlands uit het referentiekader taal en rekenen en lezen Engels het Europese referentiekader. Fragment uit een beoordelingslijst Nederlands Lezen 3F ontleend aan het referentiekader taal en rekenen. Kenmerken van de
Criteria 3F*
taakuitvoering Begrijpen
Je onderscheidt (in het kader van het leesdoel) feiten, meningen, standpunten en argumenten in de tekst. Je schat de informatie, de bedoeling en/of de gevoelens van
Interpreteren
de schrijver(s) en/of de tekst juist in, ook als deze niet verwoord worden.
Evalueren
Je geeft een juist oordeel over de waarde en de betrouwbaarheid van de tekst. Je geeft de feiten, meningen standpunten en argumenten uit
Samenvatten
de tekst zo weer, dat anderen die de tekst niet gelezen hebben, het begrijpen.
Een student op 3F-niveau beheerst alle vaardigheden op 1F en 2F-niveau
Fragment uit een beoordelingslijst Engels Lezen A2 ontleend aan het Europese referentiekader. Kenmerken van de
Criteria A2*
taakuitvoering Begrijpen
1
1. Je haalt de belangrijkste punten uit de tekst.
Beperkt tot leesvaardigheden vanwege de relevantie in het KD van de servicetechnicus elektrotechniek.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
12
Interpreteren Evalueren Samenvatten
2. Je haalt de betekenis uit de tekst aan de hand van de context. 3. Je geeft een juist oordeel over de tekst. 4. Je geeft met eigen woorden de belangrijkste informatie uit de tekst weer.
Een student op A2-niveau beheerst alle vaardigheden op A1-niveau
Stap 3. Formuleren van contextrijke taalopdrachten lezen t.b.v. het instellingsexamen Enkele voorbeelden van geïntegreerde taalopdrachten in combinatie met beroepsspecifiek opdrachten: bij de werkprocessen 1.1, 2.1 en 3.2, relevante competenties met bijbehorende prestatie-indicatoren in verband brengen met het lezen van technische tekeningen en Engelse instructies. Aparte beoordelingslijst Nederlands lezen van technische tekeningen en schema’s en lezen Engelse instructies. bij werkproces 3.2, competentie J formuleren en rapporteren, kan een rapportage van werkzaamheden ingezet worden en beoordeeld met een aparte beoordelingslijst 3F-niveau Nederlands Schrijven. Dekking van de taalvaardigheden lezen Nederlands en Engels binnen de werkprocessen 1.1, en 2.1. Ook binnen de werkprocessen 2.5, 2.7 en 3.1 zijn leesvaardigheden vereist. Dekking van de criteria 3F Lezen Nederlands uit het referentiekader en A2 Lezen Engels uit het Europees referentiekader. Enkele voorbeelden van afzonderlijke taalopdrachten Nederlands en Engels: Het lezen van instructies, vakliteratuur, zakelijke teksten, betogende teksten. Dekking Nederlands met criteria 3F uit het referentiekader en Engels B1 (generiek) en A2 (beroepsspecifiek). Stap 4. Weging De opleiding/ROC bepaalt hoeveel taalopdrachten meewegen om tot een valide en betrouwbare eindwaardering te komen. Iedere taalopdracht resp. taalexamen levert een cijfer op. Een overweging kan zijn om een opdracht met een hoge taalproductie (lange, complexe instructies) zwaarder mee te wegen. Alle taalopdrachten samen leveren het gemiddelde cijfer op.
Consortium Beroepsonderwijs Het examineren van Nederlands, rekenen en Engels Stella Borkus Ontwikkelteamleider Zorg & Welzijn
6 juni 2013
13