Berroepsgerichte exame ens
Loopbaa an en Burg gerschap
Nede erlands en rekenen
Inhoudsopgave
Inleiding
4
Diploma-eisen
5
Deel 1:
Beroepsgerichte examens Beroepsgerichte examens van de opleiding Diverse examens Prestatie-indicatoren Bewijsstukken Cesuur Samengevat Advies, voorbereiding, uitvoering en beoordeling Inleiding Indicatoren voor advies deelname examens (praktijkopdracht) Eisen voor deelname examen verantwoordingsverslag en assessmentgesprek Uitleg examens Praktijkopdracht Praktijkopdracht 2.4 Verantwoordingsverslag Assessmentgesprek Overig Taken van de examenkandidaat Examenomstandigheden Beoordeling van de examens Vaststellen en bekend maken van het resultaat Cesuur van een kerntaak Herkansing Aanvraag diploma Betrokken examinatoren Taken examinatoren van de BPV Taken examinatoren van de school Taken assessor Taken examencommissie Samenstelling en bereikbaarheid examencommissie Samenstelling en bereikbaarheid dagelijks bestuur Taken examenbureau Aangepaste examens Gedragsregels bij examens Kwaliteit van de examens Klachten en bezwaar Examenreglement van het Da Vinci College Bijlagen
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 2 VAN 106
8 8 9 10 11 11 13 14 14 15 22 23 23 27 29 32 35 35 35 36 37 37 38 39 39 39 40 40 41 41 41 41 42 42 42 42 44 45
Deel 2:
Loopbaan en Burgerschap
95
Deel 3:
Nederlands en rekenen
98
Deel 4:
Examenplanning
101
Deel 5:
Vrijstellingen
102
Bijlagen: Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4:
Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
8: 9 10: 11: 12: 13: 14: 15:
Beschrijving beroep Verzorgende-IG Beschrijving kerntaken en werkprocessen Examenplan opleiding Verzorgende-IG Formulier aanvraag examineringsovereenkomst kwalificerende beroepsprestatie(s) Authenticiteitslijst Formulier aanvraag examineringsovereenkomst verantwoordingsverslag-1 Formulier aanvraag examineringsovereenkomst verantwoordingsverslag-2 Formulier aanvraag assessmentgesprek-1 Formulier aanvraag assessmentgesprek-2 Format bewijsstuk Format verantwoordingsverslag Instructie voor de examinator van de BPV Voorbeeld innamebewijs Aanvraagformulier diploma Aanvraagformulier vrijstellingen
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 3 VAN 106
45 51 59 64 69 70 73 76 79 82 83 84 92 93 104
Inleiding
Beste student van de opleiding Verzorgende-IG, Voor je ligt het handboek examinering. Hierin staat hoe de examinering van je opleiding er uit ziet. Wij hopen door dit handboek jou meer inzicht te geven hoe de examinering van de opleiding Verzorgende-IG is samengesteld. Je doel is het behalen van je diploma en daarom is het belangrijk om goed te weten welke examens behaald moeten worden en welke overige eisen gelden om te kunnen voldoen aan de diploma-eisen. In dit handboek wordt toelichting gegeven aan welke diploma-eisen je moet voldoen. Ook wordt toegelicht welke stappen je moet volgen. Dit handboek beschrijft de volgende onderwerpen:
In deel één is beschreven HOE en ONDER WELKE OMSTANDIGHEDEN de beroepsgerichte examens plaatsvinden. In deel twee wordt informatie gegeven over Nederlands en rekenen In deel drie wordt informatie gegeven over de regels die verbonden zijn aan loopbaan en burgerschap. In deel vier wordt de examenplanning beschreven In deel vijf wordt de vrijstellingsregeling beschreven
Het laatste onderdeel zijn de bijlagen. Hier tref je de formulieren aan die je gebruikt om bijvoorbeeld een examineringsovereenkomst aan te vragen. Deze formulieren kun je zelf downloaden van It’s Learning. Ga hiervoor naar het vak ‘ZO Examinering’. Wij hopen je met dit handboek volledig te informeren. Natuurlijk kan het zijn dat je toch nog vragen hebt. Stel deze vragen aan je trajectbegeleider. Dit handboek geldt voor alle studenten van de opleiding Verzorgende-IG, vanaf cohort 2012 en is onlosmakelijk verbonden met en het ‘examenreglement CGO’ en het document ‘examinering in het Da Vinci College’ van het Da Vinci College. Je kunt deze documenten raadplegen op MyDaVinci. Tot slot wensen wij je veel succes met je opleiding. Team opleiding Verzorgende-IG. September 2014
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 4 VAN 106
Diploma-eisen
Om je diploma Verzorgende-IG te kunnen behalen, moet voldaan zijn aan de volgende eisen: -
de onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst(en) zijn door alle betrokkenen getekend en nageleefd de examens zijn voldoende afgesloten aan alle BPV verplichtingen is voldaan
In het examenplan (zie bijlage 3) zijn de volgende beroepsgerichte examens opgenomen: 1. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 1.3: planmatig zorgverlenen-1 2. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 1.4: begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen 3. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 1.5: ondersteunen bij basisbehoeften 4. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 2.3: planmatig zorgverlenen-2 5. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 2.4: uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 6. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 2.5: begeleiden van een woongroep 7. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 2.6: omgaan met grensoverschrijdend gedrag 8. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 2.7: begeleiden bij pijn, verandering en verliesverwerking 9. verantwoordingsverslag-1 10. assessmentgesprek-1 11. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 3.1: verdiepen in de branche 12. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 3.2: professionaliseren 13. praktijkopdracht (beroepsprestatie) 3.3: participeren in kwaliteit van zorg 14. verantwoordingsverslag-2 15. assessmentgesprek-2 Naast de beroepsgerichte examens gelden de volgende eisen voor Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 5 VAN 106
Examens Nederlands en rekenen Voor mbo niveau 3 opleidingen moeten studenten vanaf 2015-2016 (voor Nederlands) en 20162017 (voor rekenen) verplicht centrale examens afleggen. De overgang van instellingsexamens naar centrale examens heeft gevolgen voor de wijze van examineren. Nederlands 2F: afronding vóór 2015 / 2016 Exameninstrument
Waar
Wie beoordelen
Lezen Luisteren school
Schrijven Spreken
twee interne examinatoren
Gesprekken voeren
Score
Weging
cijfer
1
cijfer
1
cijfer
1
cijfer
1
cijfer
1
Er wordt gebruik gemaakt van instellingsexamens. Voor de onderdelen lezen en luisteren, kunnen landelijke pilotexamens worden ingezet. Nederlands 2F: vanaf 2015 / 2016 Exameninstrument
Waar
Wie beoordelen
Lezen
Centraal examen
College voor
Luisteren
(digitaal)
Examens
spreken Gesprekken voeren
Score
Weging
cijfer
1
cijfer
1
school Instellingsexamens
twee interne examinatoren
schrijven
Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen en het cijfer van het instellingsexamen gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands.
Rekenen 2F: afronding vóór 2016 / 2017 Exameninstrument
Waar
Wie beoordelen
Score
Instellingsexamen (ingekocht)
school
interne examinator cijfer
Er wordt gebruik gemaakt van instellingsexamens. Voor alle rekendomeinen kunnen landelijke pilotexamens worden ingezet.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 6 VAN 106
Weging
Rekenen 2F: afronding vanaf 2016 / 2017 Exameninstrument
Waar
Centraal examen (digitaal)
school
Wie beoordelen College voor Examens
Score
Weging
cijfer
Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10).
Wettelijke slaag- / zak regeling voor Nederlands en rekenen (generiek) De verplichte centrale examinering van Nederlands en rekenen wordt stapsgewijs ingevoerd. Het moment van diplomeren bepaalt onder welke slaag- / zakregeling de student valt. Onderstaande tabel geeft de slaag- /zakregeling voor de verschillende momenten van diplomeren.
Afronding studie:
Slaag- / zakregeling: De resultaten voor Nederlands en rekenen maken geen
Diplomering in 2014 / 2015
deel uit van de slaag- / zakregeling. Het resultaat voor Nederlands wordt uitgedrukt in een
Diplomering in 2015 / 2016
geheel cijfer en mag niet lager zijn dan een 5. Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er
Diplomering vanaf 2016 / 2017
één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn.
Wanneer door uitloop van de studie de opleiding langer duurt dan de voorgeschreven duur van 3 jaar, kan de slaag- / zakregeling voor Nederlands en rekenen wijzigen. Deze verandering kan gevolgen hebben voor diplomering. Loopbaan en Burgerschap
Loopbaan en burgerschap Exameninstrument
Werkprocessen
Portfoliobeoordeling School
Waar
Wie beoordelen
interne
voldaan / niet
examinator
voldaan
Aan de eisen voor LB is voldaan wanneer de score “voldaan” is behaald.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 7 VAN 106
Score n.v.t.
Weging
DEEL 1 BEROEPSGERICHTE EXAMENS In je beroep heb je te maken met kerntaken en werkprocessen. Dit is wettelijk vastgesteld in het kwalificatiedossier van je beroep. In dit kwalificatiedossier is uitvoerig beschreven aan welke eisen je moet voldoen. Dit dossier geldt voor iedere student die de opleiding Verzorgende-IG volgt, ongeacht bij welk regionaal opleidingencentrum de opleiding wordt gevolgd. Dit kwalificatiedossier kun je raadplegen op: http://www.kwalificatiesmbo.nl/. Om deze kerntaken en werkprocessen goed te kunnen uitvoeren, ontwikkel je competenties. Het begrip ‘competenties’ verwijst naar een integratie van kennis, inzicht, vaardigheden en houding. Er wordt wel eens gezegd: ‘een competentie is een combinatie van hoofd, handen en hart’. Het is de mix waar je competente mensen aan kunt herkennen. Door de competenties goed in te zetten, laat je zien dat je de werkprocessen van de kerntaken beheerst. Een competentie is een bewuste bekwaamheid die je ontwikkelt. En als je alle competenties hebt ontwikkeld, dan ben je gekwalificeerd als beginnend beroepsbeoefenaar. Je opleiding is erop gericht om kennis, vaardigheden en houding als geheel aan te leren. Ook word je geleerd om inzicht te krijgen in je eigen gedrag. De ontwikkelde competenties worden geëxamineerd. Eén soort examen is niet voldoende om competenties vast te stellen. Hiervoor zijn verschillende examenmethoden nodig. Deze combinatie van examenmethoden is de ‘methodemix’. De opleiding Verzorgende-IG heeft de beroepsgerichte examens ingekocht bij examenleverancier Stichting Consortium Beroepsonderwijs, die de ‘methodemix’ aanbiedt. De examens zijn verdeeld in drie fasen: fase 1, fase 2 en fase 3. De opbouw van de examens zijn zo dat de moeilijkheidsgraad steeds hoger wordt. Dat betekent dat je altijd start met de examens van fase 1, daarna fase 2 en als laatste de examens van fase 3. De examens van een bepaalde fase kun je in willekeurige volgorde uitvoeren. Hieronder zie je welke examens in welke fase zijn opgenomen:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 8 VAN 106
Fase 1
Praktijkopdracht 1.3 (beroepsprestatie) Planmatig zorg verlenen-1 Praktijkopdracht 1.4 (beroepsprestatie) Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen Praktijkopdracht 1.5 (beroepsprestatie) Ondersteunen bij basisbehoeften
Fase 2
Praktijkopdracht 2.3 (beroepsprestatie) Planmatig verplegen 2 Praktijkopdracht 2.4 (beroepsprestatie) Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden Praktijkopdracht 2.5 (beroepsprestatie) Begeleiden van een woongroep Praktijkopdracht 2.6 (beroepsprestatie) Omgaan met grensoverschrijdend gedrag Praktijkopdracht 2.7 (beroepsprestatie) Begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking Verantwoordingsverslag-1 Assessmentgesprek-1
Fase 3
Praktijkopdracht 3.1 (beroepsprestatie) Verdiepen in de branche Praktijkopdracht 3.2 (beroepsprestatie) Professionaliseren Praktijkopdracht 3.3 (beroepsprestatie) Participeren in kwaliteit van zorg Verantwoordingsverslag-2 Assessmentgesprek-2
Diverse examens Je ziet verschillende soorten examens staan, namelijk: A. Praktijkopdrachten (beroepsprestaties) B. Verantwoordingsverslagen C. Assessmentgesprekken Wat het verschil in deze examens is en wat de examens inhouden, kun je hieronder lezen. A. Beroepsprestatie met specifieke kwalificerende opdrachten In deze examenopdracht zijn een of meerdere werkprocessen met bijbehorende competenties opgenomen die je bij voorkeur in de beroepspraktijk aantoont. De beroepsprestatie bestaat uit de uitvoering van de totale opdracht als geheel en uit specifieke kwalificerende opdrachten. Een specifiek opdracht is een verdieping van een bepaald gedeelte binnen de beroepsprestatie. Deze opdracht leidt tot een
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 9 VAN 106
kwalificerend bewijsstuk. Iedere beroepsprestatie staat in verband met het resultaat: de specifieke bewijsstukken en de beoordelingslijst. Zo weet je altijd waarop je wordt beoordeeld. De beoordelingscriteria staat in de kolom ‘prestatie-indicatoren’. B. Verantwoordingsverslag In het verantwoordingsverslag zijn één of meerdere competenties opgenomen waarbij je aantoont dat je inzicht hebt gekregen in de kwaliteit van jouw handelen en de achtergrond van de keuzes die je hierbij hebt gemaakt. Ieder verantwoordingsverslag staat in verband met de beoordelingslijst. Dan weet je wat de bedoeling is, waarover je verslag moet schrijven en waarop je wordt beoordeeld. C. Assessmentgesprek Het assessmentgesprek volgt als je meerdere beroepsprestaties kwalificerend hebt afgerond. In het assessmentgesprek zijn één of meerdere werkprocessen met competenties met beoordelingscriteria opgenomen waarover je door examinatoren wordt bevraagd. Aan de hand van jouw inbreng toon je aan inzicht te hebben gekregen in jouw handelen en de achtergrond van de keuzes die je hierbij hebt gemaakt. Ook ieder assessmentgesprek staat in verband met de beoordelingslijst. Zoals eerder genoemd is voor ieder examen een beoordelingslijst uitgewerkt. In deze lijst lees je welk werkprocessen en welke competenties met componenten en beoordelingscriteria bij elkaar horen. De beoordelingscriteria vind je in de kolom ‘prestatie-indicatoren’. In de beoordelingslijst staat een overzicht met bewijsstukken, de cesuur en ruimte voor onderbouwing van de beoordeling. Prestatie-indicatoren Hieronder zie je een voorbeeld uit de beoordelingslijst van een beroepsprestatie. Let in de beoordelingslijst van de prestatie-indicatoren op de tekst: “dit betekent dat…’. . Hier lees je welk gedrag je moet aantonen. Daarna volgt ‘zodat…’. Deze tekst beschrijft het gewenste effect of het gewenste gevolg van je gedrag. Prestatie-indicatoren worden beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed. Dit wordt in de kolom naast de prestatie-indicatoren ingevuld. Een fragment van de beoordelingslijst van een beroepsprestatie
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 10 VAN 106
goed aangetoond (g)
voldoende aangetoond (v)
Prestatie-indicatoren onvoldoende aangetoond (o)
Beheersingsniveaus
Competenties - componenten
F. Ethisch en integer handelen - integer handelen - verschillen tussen mensen respecteren
P
Dit betekent dat: je handelt volgens de ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode) en de organisatie je eerlijk en betrouwbaar bent je verschillen tussen mensen accepteert en respecteert je vertrouwelijkheid respecteert je verbaal en non-verbaal duidelijk communiceert zodat: je de cliënt respectvol behandelt.
Paraaf BPV
2.2 Begeleidt een cliënt op psychosociaal gebied
Bewijsstukken Bewijsstukken zijn tastbare resultaten uit de beroepsprestatie. Bij ieder resultaat en ieder bewijsstuk zie je direct aan welk werkproces en welke competentie dat bewijsstuk gekoppeld is. Eén van de resultaten is altijd een ingevulde beoordelingslijst van de totale beroepsprestatie. Dit is in de beroepsprestatie aangegeven met A. De letters B., C. etc. zijn de specifieke bewijsstukken waarmee je de specifieke opdrachten binnen een beroepsprestatie aantoont. Een voorbeeld van een specifiek bewijsstuk onvoldoende
voldoende
goed
Bewijsstukken Kwalificerend
A. De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie Specifieke bewijsstukken B. Verslag over Kwaliteit Aanvullende of
Werkprocessen
Competenties
2.1
K
2.2
E
Werkprocessen
Competenties
vervangende bewijsstukken
Samengevat: de beoordelingslijst van een beroepsprestatie heeft betrekking op de totale uitvoering in de praktijk. Dit is altijd aangegeven met de hoofdletter A. Specifieke bewijsstukken (B., C. etc.) hebben betrekking op een bepaald onderdeel binnen de beroepsprestatie. Cesuur Het begrip cesuur betekent de grens tussen een “onvoldoende”, een “voldoende” en een “goed”. De examinator gebruikt de begrippen onvoldoende – voldoende – goed.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 11 VAN 106
In de beoordelingslijst zie je onderaan het kopje cesuur staan. Fragment uit een beoordelingslijst “cesuur”
Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond O ja
O nee
Dit houdt in dat je, voor alle prestatie-indicatoren in de betreffende beoordelingslijst minimaal een voldoende moet hebben gescoord. De examinatoren beargumenteren de beoordeling. Dit gebeurt onder het kopje onderbouwing van de beoordeling. Zie daarvoor een fragment uit een beoordelingslijst die hierna afgebeeld staat. Fragment uit een beoordelingslijst “onderbouwing van de beoordeling”
Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren
Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak hiervan is
Cesuur van de totale beroepsprestatie Er is gesteld dat je alle competenties binnen de gestelde werkprocessen met minimaal ‘voldoende’ moeten zijn beoordeeld. Natuurlijk is het ook mogelijk om een ‘goed’ voor een beroepsprestatie te halen. De beroepsprestatie wordt met een ‘goed’ beoordeeld als minimaal 75% van de werkprocessen en minimaal 75% van de bewijsstukken met een ‘goed’ zijn beoordeeld. EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 12 VAN 106
Samengevat Voor de examinering wordt gebruik gemaakt van de methodemix. Dat betekent dat er verschillende examens zijn, namelijk praktijkopdrachten, verantwoordingsverslagen en assessmentgesprekken. Deze examens zijn in een bepaalde fase ondergebracht. Je start met fase 1, dan fase 2 en tot slot fase 3. De opleiding heeft totaal 15 examens die allemaal met minimaal een ‘voldoende’ beoordeeld moeten zijn. De examens worden beoordeeld door een examinator van de BPV en/of een examinator van de school. De beoordeling vindt plaats door middel van een beoordelingslijst waarin is opgenomen welke werkprocessen worden geëxamineerd. Bij de werkprocessen zijn prestatie-indicatoren opgenomen zodat je precies kunt zien welk gedrag je tijdens het examen moet laten zien. Een praktijkopdracht bestaat altijd uit een ingevulde beoordelingslijst van de totale beroepsprestatie. Dit is in de beroepsprestatie aangegeven met A. De letters B., C. etc. zijn de specifieke bewijsstukken waarmee je de specifieke opdrachten binnen een beroepsprestatie aantoont. Tot slot Door het op voldoende afronden van deze examens worden de kerntaken van de opleiding Verzorgende-IG afgerond. Deze kerntaken zijn opgenomen in het kwalificatiedossier. Voor de opleiding Verzorgende-IG zijn dit er twee namelijk: Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken
In bijlage 1 tref je een korte beschrijving van het beroep Verzorgende-IG aan. In bijlage 2 kun je lezen welke werkprocessen bij de kerntaken horen. Ook kun je hier lezen wat de werkprocessen inhouden. In bijlage 3 kun je in het examenplan zien met welke examens bepaalde werkprocessen van een kerntaak aangetoond worden.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 13 VAN 106
Advies, voorbereiding, uitvoering en beoordeling van het examen Inleiding Het ontwikkelen van competenties doe je door veel te oefenen. Dat doe je bij voorkeur in de praktijk. Als je aan het oefenen bent, dan houd je je nog niet bezig met examens: dat komt pas later. In deze oefenfase krijg je van de BPV-begeleider en van de docenten op school feedback: zij geven aanwijzingen hoe je gewenste gedrag kunt ontwikkelen. Het gespreksformulier BPV is hiervoor één van de instrumenten. In deze fase word je een ‘student’ genoemd. Op het moment dat je deelneemt aan een examen word je een ‘examenkandidaat’ genoemd. Natuurlijk is het oefenen erop gericht dat je op een bepaald moment examen kunt doen. Om aan een examen deel te kunnen, is vooraf een advies van de BPV-begeleider en van het opleidingsteam noodzakelijk. Op de volgende pagina’s is beschreven HOE je advies aanvraagt om deel te mogen nemen aan een examen. Hier is ook beschreven welke indicatoren bepalend zijn voor een positief of negatief advies. Als student heb je de vrijheid om het advies van de school te negeren en toch deel te nemen aan het examen. De school kan je hierin niet tegenhouden, maar let wel op dat je maar twee gelegenheden hebt om deel te mogen nemen aan het examen. Als het examen bij de eerste gelegenheid met een ‘onvoldoende’ wordt beoordeeld, dan heb je daarna nog recht op één herkansing. Er wordt gestart met de indicatoren die bepalend zijn voor een positief of negatief advies om deel te nemen aan een examen van een praktijkopdracht. Daarna volgen de eisen die gelden om een verantwoordingsverslag te examineren of deel te mogen nemen aan het assessmentgesprek.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 14 VAN 106
Indicatoren voor advies voor deelname aan het examen van een praktijkopdracht Om deel te kunnen nemen aan het examen van een praktijkopdracht, vraag je een examineringsovereenkomst aan. Op grond van de indicatoren wordt door je trajectbegeleider een positief of negatief advies voor deelname aan een examen gegeven. Hieronder kun je per examen zien welke indicatoren gelden: Examen
Werkprocessen
Indicatoren
Praktijkopdracht 1.3 Planmatig zorg verlenen
1.1: stelt (mede) het zorgplan op 1.10: stemt de zorgverlening af
In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
Praktijkopdracht 1.4 Begeleiden bij het uitvoeren van
1.5: begeleidt een zorgvrager 1.7: ondersteunt bij wonen en huishouden
huishouden en wonen
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 15 VAN 106
Gemaakte opdrachten van beroepsprestatie 1.1: verzamelen van gegevens of een NU Zorg opdracht volgens leerdomein Methoden en techniek; Er is een bewijs van de gemaakte oefentoetsen van alle hoofdstukken van het boek Organiseren van zorg 3 (NU Zorg) en de eindtoets van dit boek is met een voldoende afgerond; Een reflectieverslag van de skills presentatie ‘actief luisteren en empathie’ (leerdomein Omgangskunde); Dat hij ontwikkeling aantoont in het formuleren en rapporteren (bijvoorbeeld verslag Nederlands). Positief advies van de bpv‐begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider
In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
Dat hij de lessen en opdrachten van het leerdomein huishouden en wonen met goed gevolg heeft afgesloten; dat betekent er is bewijs
Praktijkopdracht 1.5 ondersteunen bij basisbehoeften
1.1: stelt (mede) het zorgplan op 1.2: biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5: begeleidt een zorgvrager 1.11: evalueert de zorgverlening
volgende opgenomen:
PAGINA 16 VAN 106
Positief advies van de bpv‐begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider
In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014
van de gemaakte opdrachten, oefentoetsen per hoofdstuk en de eindtoets van het boek wonen en huishouden 3. Dat hij het leerdomein methoden en techniek met goed gevolg heeft afgesloten Reflectieverslag/feedback van een interview afnemen binnen het leerdomein omgangskunde en/of Nederlands Dat hij ontwikkeling aantoont in het formuleren en rapporteren (bijvoorbeeld verslag Nederlands).
Dat de theorietoets “basiszorg” met minimaal een voldoende is afgerond. Er is een bewijs van de gemaakte oefentoetsen van de hoofdstukken 1 tot en met 10 van het boek Persoonlijke zorg 3 (NU Zorg). een feedbacklijst en/of de vaardighedenlijst basiszorg waaruit blijkt dat de student gerichte ondersteuning en begeleiding biedt bij de basiszorg. Een bewijs dat hij inzicht heeft in de basisbehoeften van zorgvragers met een andere culturele achtergrond, zie leerdomein verpleegkunde.
Praktijkopdracht 2.3 Planmatig zorgvlenen-2
1.1: stelt (mede) het zorgplan op 1.2: biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider. In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
Praktijkopdracht 2.4 Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
1.3: voert verpleegtechnische handelingen uit 1.8: geeft voorlichting, advies en instructie 1.9: hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
volgende opgenomen:
PAGINA 17 VAN 106
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider.
In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014
Een bewijs dat Beroepsprestatie 1.3 op voldoende of goed niveau is afgerond; Dat hij een anamnese afneemt/bijstelt volgens de voorgeschreven werkwijze (op school of BPV); Zich richt op de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager m.b.t. persoonlijke verzorging. Dit kan blijken uit een feedbackschrift. Een bewijs dat de student op systematische wijze de zorgverlening kan evalueren en daar waar nodig het zorgplan bijstelt.
Dat hij alle toetsen anatomie/pathologie deel 1 tot en met 6 met een voldoende heeft afgerond; dat hij alle toetsen verpleegtechnische vaardigheden met een voldoende heeft afgerond; een bewijs dat hij verpleegkundig rekent zonder fouten, passend bij het niveau van verzorgende; ontwikkelingsgerichte beroepsprestatie 2.1 is op voldoende of goed niveau afgerond (BBL);
Een bewijs van voldoende gemaakte oefentoetsen van hoofdstuk 1 tot en met 10 en de eindtoets van het boek verpleegtechnische handelingen 3 (NU Zorg); een bewijs dat hij verpleegtechnische en voorbehouden handelingen twee maal onder begeleiding heeft uitgevoerd volgens protocol heeft uitgevoerd; Een bewijs vanuit lessen Gezondheid, advies en instructie of praktijk dat hij een zorgvrager en/of mantelzorger/naasten voorlicht, adviseert of instrueert. Hij doet dit aan de hand van een plan van aanpak. Er is een bewijs van deelname aan de lessen EHBO en reanimatie.
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider.
Praktijkopdracht 2.5 Begeleiden van een woongroep
1.5: begeleidt een zorgvrager 1.6: begeleidt een groep zorgvragers
In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 18 VAN 106
Dat hij een sociale netwerkkaart van zichzelf heeft gemaakt; Dat hij feedback vraagt en reflecteert op eigen handelen in de praktijk; Dat hij een bewijs vanuit de praktijk heeft dat hij gesprekstechnieken in voldoende mate beheerst om een gesprek te kunnen voeren met een zorgvrager. Een bewijs van voldoende gemaakte oefentoetsen van hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 6 en 8 van het boek Begeleiden in de zorg 3 (NUZorg);
Praktijkopdracht 2.6
Een bewijs van een profiel en sociogram van de eigen opleidingsgroep; Een bewijs dat hij een bijdrage levert aan een positief groepsklimaat.
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider. In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
Praktijkopdracht 2.7
Een bewijs van een voldoende gemaakte oefentoets van hoofdstuk 6 van het boek Begeleiden in de zorg 3 (NUZorg); Een bewijs dat hij de e‐learning “vrijheidsbeperkende maatregelen” heeft doorgenomen (itslearning) Een bewijs hoe hij is omgegaan met een zorgvrager of acteur in skills die grensoverschrijdend gedrag vertoonde.
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 19 VAN 106
Een bewijs van voldoende gemaakte oefentoets van hoofdstuk 6, Begeleiding bij emotionele verwerking van het boek Begeleiden in de zorg 3 (NUZorg);
Er is een bewijs van een ondertekend (skillsdocent of werkbegeleider) reflectieverslag over hoe hij is omgegaan met een zorgvrager of acteur (in skills) met een pijn en /of verlieservaring
Praktijkopdracht 3.1
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
Praktijkopdracht 3.2
Een bewijs van voldoende gemaakte oefentoetsen van alle hoofdstukken met bijbehorende eindtoetsen van de Branche boeken van (NUZorg) niv. 3: o Chronisch zieken 3 o Ouderenzorg 3 o Psychiatrie 3 o Gehandicapten‐zorg 3 o Kraamzorg 3 Een bewijs dat Beroepsprestatie 2.3 en 2.6 met voldoende resultaat is afgerond; Dat alle theorietoetsen/opdrachten uit leerdomeinen zorgcategorieën met voldoende resultaat zijn afgesloten; Er is een bewijs van een schriftelijke rapportage m.b.t. opname, overdracht of ontslag van een zorgvrager. Dit voorzien van een handtekening van de BPV‐begeleider.
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 20 VAN 106
Een bewijs van een voldoende gemaakte oefentoets van hoofdstuk 3
en 4 Deskundigheidsbevordering en Kaders van het Beroep van het boek Kwaliteitszorg 3 (NUZorg); Er is positieve feedback over het zelfstandig functioneren op de verpleegafdeling of in de thuissituatie. Heeft van een begeleidingsgesprek een reflectieverslag geschreven wat is voorzien van een handtekening door de werkbegeleider. Er is een bewijs van deelname aan het minisymposium
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider
Praktijkopdracht 3.3 In het ontwikkelingsgerichte portfolio heeft de student bijvoorbeeld het volgende opgenomen:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 21 VAN 106
Een bewijs van een voldoende gemaakte oefentoetsen van hoofdstuk 1, 2, 5 van het boek Kwaliteitszorg 3 (NUZorg); Heeft deelgenomen aan een workshop “Hoe meet ik kwaliteit”
Positief advies van de bpv-begeleider of praktijkopleider Positief advies van de trajectbegeleider
Eisen voor deelname aan het examen van een verantwoordingsverslag of assessmentgesprek Als je een verantwoordingsverslag of een assessmentgesprek wit examineren gelden eisen. Je mag pas aan dat examen deelnemen als je voldoet aan de vooraf vastgestelde eisen. Die eisen zijn als volgt: Examen Verantwoordingsverslag-1
Werkprocessen
Assessmentgesprek-1
Verantwoordingsverslag-2
Assessmentgesprek-2
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 22 VAN 106
Eisen Praktijkopdrachten (behalve praktijkopdracht 2.4) van fase 1 en fase 2 zijn op minimaal voldoende niveau afgerond Praktijkopdrachten (behalve praktijkopdracht 2.4) van fase 1 en fase 2 zijn op minimaal voldoende niveau afgerond. Praktijkopdracht 2.4 en de praktijkopdrachten van fase 3 zijn op minimaal voldoende niveau afgerond. Praktijkopdracht 2.4 en de praktijkopdrachten van fase 3 zijn op minimaal voldoende niveau afgerond.
1. De praktijkopdracht (beroepsprestatie)
Examensetting:
bij voorkeur in de BPV
Resultaat:
beoordelingslijst en specifieke bewijsstukken
Duur van het examen:
maximaal acht weken, maar in ieder geval twee weken voor de praktijkovereenkomst afloopt
Examinatoren:
examinator(en) van de BPV: beoordeling van de uitvoering van de opdracht examinator(en) van de school: beoordeling van de specifieke bewijsstukken
Cesuur:
onvoldoende: één of meerder competenties of bewijsstukken zijn als ‘onvoldoende’ beoordeeld; voldoende: alle competenties en bewijsstukken zijn als ‘voldoende’ beoordeeld; goed: minimaal 75% van de werkprocessen en minimaal 75% van de bewijsstukken zijn met ‘goed’ beoordeeld.
Vaststellen van het resultaat van de beroepsprestatie:
examencommissie
Voorwaarden deelname aan het examen Je mag met de voorbereiding van het examen beginnen als je een getekende examineringsovereenkomst hebt gekregen. Procedure aanvraag examineringsovereenkomst Je levert bij de trajectbegeleider je ontwikkelingsportfolio in met een volledig ingevuld formulier “aanvraag examineringsovereenkomst beroepsprestatie” (zie bijlage 4) om één of meerdere kwalificerende beroepsprestaties te mogen examineren. Bij dit verzoek is bij voorkeur een recent gesprekformulier BPV aanwezig, maar er is altijd een advies van de BPV-begeleider. De trajectbegeleider beoordeelt of je in de betreffende fase voldoende persoonlijke en professionele groei hebt aangetoond. De resultaten van de gestelde indicatoren per beroepsprestatie zijn hierbij leidend. De trajectbegeleider komt tot een onderbouwd advies voor jou (positief of negatief) en bespreekt dat met jou. Hij maakt een examineringsovereenkomst namens de examencommissie op. Je krijgt de ingevulde examineringsovereenkomst terug en deel 5 laat je invullen door je BPVbegeleider. Als laatste onderteken jij de examineringsovereenkomst en die neem je op in je examenportfolio. Vanaf dit moment ben je een (examen)kandidaat.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 23 VAN 106
Voorbereiding van het examen Nadat deel 5 van de examineringsovereenkomst door de BPV is ingevuld en jij je handtekening hebt gezet, maak je een planning voor de kwalificerende beroepsprestatie(s). Je maakt afspraken met de examinatoren van de BPV over de uitvoering en beoordeling van de beroepsprestatie. Je maakt ook een authenticiteitslijst (een overzicht met namen, functies etc. van de examinatoren met handtekeningen): zie bijlage 5. De BPV-examinator stelt in het originele examen (= originele boekje van de beroepsprestatie) het GO-moment vast door het zetten van een paraaf en een datum. Houd je planning goed in de gaten, want de examineringsduur is maximaal 8 weken. In deze periode moet je het examen op de BPV hebben uitgevoerd en moeten de specifieke bewijsstukken zijn aangeleverd aan de examinator van de school. Uitvoering en beoordeling van het examen Een beroepsprestatie bestaat uit de uitvoering van de totale opdracht in de BPV en uit specifieke opdrachten. Het resultaat van de uitvoering van de opdracht in de BPV is een ingevulde beoordelingslijst. De resultaten van de specifieke opdrachten zijn de specifieke bewijsstukken. Je voert de beroepsprestatie uit en verzamelt de specifieke bewijsstukken in je examenportfolio. De examinator van de BPV bevestigt door middel van een handtekening en naam op het gemaakte specifieke bewijsstuk dat het specifieke bewijsstuk waarheidsgetrouw is, dat het specifieke bewijsstuk van recente datum (actueel) is, relevant is en het jouw eigen werk (authentiek) is. De examinator van de school beoordeelt de specifieke bewijsstukken op de inhoud. Ieder specifiek bewijsstuk bevat: ‐ ‐ ‐ ‐
Je naam en je groep; Titel van de opdracht (naam beroepsprestatie en naam bewijsstuk); Naam examinator BPV, functie en handtekening en de naam van de instelling Naam examinator school en handtekening.
In bijlage 10 tref je het format voor een specifiek bewijsstuk aan. De procedure is als volgt: 1. Je vraagt een examineringsovereenkomst aan. 2. De ingevulde examineringsovereenkomst neem je op in je examenportfolio. 3. Je maakt met de examinator van de BPV afspraken over de uitvoering en beoordeling van het examen. 4. Je voert de opdracht in de BPV uit en je wordt door de examinator(en) van de BPV op de uitvoering beoordeeld. 5. De examinator(en) van de BPV beoordeelt/beoordelen of je tijdens de uitvoering van de opdracht de werkprocessen en de bijbehorende competenties aantoont en vullen de beoordelingslijst van de beroepsprestatie in, voorzien van naam instelling, naam EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 24 VAN 106
6. 7.
8. 9. 10. 11. 12. 13.
examinator, datum en handtekening. Er wordt door de examinator altijd een onderbouwing vermeld. De examinator van de BPV bespreekt het resultaat met je en jij ondertekent de beoordelingslijst. Je stelt je examenportfolio samen. In een snelhechter zijn in deze volgorde de volgende originele producten (zonder insteekhoezen) opgenomen: ‐ Ingevuld innamebewijs (zie bijlage 13); ‐ Volledig ingevulde examineringsovereenkomst; ‐ Authenticiteitslijst; ‐ Originele ingevulde beoordelingslijst van de kwalificerende beroepsprestatie; ‐ Specifieke bewijsstukken (op volgorde zoals gesteld in de beroepsprestatie). Ieder bewijsstuk is door de examinator BPV ondertekend. Je levert je examenportfolio in bij het examenbureau. Je krijgt van het examenbureau het innamebewijs met een handtekening terug. De examinator van de school beoordeelt de specifieke bewijsstukken en maakt een beoordeling op. Bij een onvoldoende resultaat bespreekt de examinator de beoordeling met jou. De examinator levert je examenportfolio met de ingevulde beoordelingslijst in bij het examenbureau. De examencommissie stelt het resultaat van de beroepsprestatie vast. Het examenbureau registreert het behaalde resultaat in je resultatenoverzicht en archiveert het examenportfolio in het examendossier.
De tijd die je hebt om een examen (behalve praktijkopdracht 2.4) af te ronden is maximaal 8 weken, maar in ieder geval twee weken voordat de praktijkovereenkomst is afgelopen. Let op: Als je examenportfolio niet volledig is, kan er geen beoordeling plaatsvinden. Als het complete examenportfolio niet binnen de overeengekomen examineringsduur van 8 weken door jou wordt aangeleverd, heb je een gelegenheid van de examinering verloren. Je hebt dan wel recht op een herkansing.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 25 VAN 106
Het proces is als volgt:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 26 VAN 106
Praktijkopdracht 2.4 In deze opdracht worden de zogenaamde ‘voorbehouden en risicovolle verpleegtechnische handelingen’ geëxamineerd. Als Verzorgende-IG ben je bij de uitvoering van voorbehouden handelingen behouden aan de wettelijke eisen gesteld in de Wet BIG. Dit betekent dat je niet zelfstandig bevoegd bent en alleen in opdracht van een ‘zelfstandig bevoegd’ beroepsbeoefenaar (arts of verloskundige) en onder voorwaarden een voorbehouden handeling mag uitvoeren. De belangrijkste voorwaarde waaraan altijd moet worden voldaan is de bekwaamheid van de uitvoerder. Bekwaam wil zeggen: dat de uitvoerder op het moment van de handeling de nodige kennis en vaardigheden moet bezitten. Zij is verantwoordelijk en aansprakelijk voor haar handelen. In praktijkopdracht 2.4 is benoemd welke verpleegtechnische vaardigheden op de BPV uitgevoerd moeten worden. Elke handeling wordt twee keer zelfstandig volgens protocol uitgevoerd en wordt dan door twee onafhankelijke beoordelaars beoordeeld. Iedere handeling wordt dus twee keer uitgevoerd en beoordeeld. Alle genoemde verpleegtechnische vaardigheden moeten uitgevoerd worden: dat is een voorwaarde (naast alle andere voorwaarden) om tot aanvraag diploma te kunnen overgaan. Daarnaast zijn in de beroepsprestatie branchespecifieke verpleegtechnische vaardigheden genoemd. Van deze vaardigheden kies je in overleg met de BPV-begeleider ten minste vier verpleegtechnische vaardigheden die binnen de instelling, waar jij beroepspraktijkvorming volgt, uitgevoerd kunnen worden. Ook deze handelingen worden twee keer uitgevoerd en dan beoordeeld door twee onafhankelijke examinatoren. Als je de handeling goed hebt uitgevoerd, dan tekent de examinator die af in de ‘beoordelingslijst voorbehouden en risicovolle verpleegtechnische handelingen’. Deze beoordelingslijst word je tijdens je opleiding uitgereikt. Je bent verplicht om deze beoordelingslijst te gebruiken. De beoordelingslijst verpleegtechnische vaardigheden zijn specifieke bewijsstukken (bewijsstuk D en bewijsstuk E), die een onderdeel zijn van de praktijkopdracht. De voorbehouden en risicovolle verpleegtechnische/medisch-technische handelingen worden gedurende een langere periode uitgevoerd. In veel gevallen zal het niet haalbaar zijn om alle handelingen aan te tonen binnen één setting. Het is belangrijk dat iedere examinator zijn gegevens vermeld op de authenticiteitslijst. De onderdelen die niet aangetoond kunnen worden tijdens een bepaalde examensetting, worden meegenomen naar een volgende examensetting. Het is daarom van groot belang dat deze beoordelingslijsten door jou zorgvuldig worden bijgehouden en worden bewaard. Indien aantoonbaar enkele voorbehouden en/of risicovolle verpleegtechnische handelingen/medisch-technische handelingen niet uitgevoerd kunnen worden in de beroepspraktijk kan de examencommissie besluiten om deze te examineren in een simulatiesetting.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 27 VAN 106
Als hiervan sprake is, schrijf je een brief aan de examencommissie waarin je uitlegt welke verpleegtechnische vaardigheden in de praktijk niet uitgevoerd kunnen worden. Deze brief laat je ondertekenen door de instelling waar je op dat moment BPV volgt. Na ontvangst van je brief neemt de examencommissie een besluit en word je hierover geïnformeerd. De beoordelingslijst van beroepsprestatie 2.4 wordt afgetekend door de examinator van de BPV waar je je laatste verpleegtechnische handeling uitvoert.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 28 VAN 106
Het verantwoordingsverslag 1 en 2 Examensetting:
bij voorkeur op school
Resultaat:
beoordelingslijst en het geschreven verantwoordingsverslag
Duur van het examen:
vier weken, maar in ieder geval twee weken voor de praktijkovereenkomst afloopt
Examinatoren:
examinator van de school: beoordeling van het verantwoordingsverslag
Cesuur:
onvoldoende: één of meerdere werkprocessen zijn als ‘onvoldoende’ beoordeeld; voldoende: alle werkprocessen zijn als ‘voldoende’ beoordeeld; goed: alle werkprocessen zijn als ‘goed’ beoordeeld.
Vaststellen van het resultaat van het verantwoordingsverslag:
examencommissie
Voorwaarden deelname aan het examen Je mag met het schrijven van het verantwoordingsverslag beginnen als je een getekende examineringsovereenkomst hebt gekregen. Procedure aanvraag examineringsovereenkomst Je kunt een examineringsovereenkomst voor verantwoordingsverslag-1 aanvragen als alle beroepsprestaties (behalve beroepsprestatie 2.4 voor Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG) van fase 1 en fase 2 op voldoende of goed niveau zijn afgesloten en de resultaten door de examencommissie zijn vastgesteld. Die resultaten moeten dan ook in je resultatenoverzicht geregistreerd zijn. Je kunt een examineringsovereenkomst voor verantwoordingsverslag-2 aanvragen als alle beroepsprestaties van fase 3 (voor Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG ook beroepsprestatie 2.4) op voldoende of goed niveau zijn afgesloten. Die resultaten moeten in je resultatenoverzicht zijn verwerkt. Dus: Verantwoordingsverslag-1 ‐ ‐
beroepsprestaties fase 1 beroepsprestaties fase 2 (voor Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG niet bp 2.4).
Verantwoordingsverslag-2: -
beroepsprestaties fase 3 beroepsprestatie 2.4 voor Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG.
Voor het aanvragen van de examineringsovereenkomst gebruik je het formulier ‘aanvraag examineringsovereenkomst verantwoordingsverslag’ (bijlagen 6 en 7) en levert die bij je trajectbegeleider in.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 29 VAN 106
Je trajectbegeleider beoordeelt of je voldoet aan de voorwaarden en maakt een examineringsovereenkomst namens de examencommissie op. Je ondertekent de examineringsovereenkomst en die neem je op in je examenportfolio. Vanaf dit moment ben je een (examen)kandidaat. Uitvoering en beoordeling van het examen Je schrijft het verantwoordingverslag binnen de gestelde examineringsduur. Je gebruikt hiervoor het format, dat je aantreft in bijlage 11. Je laat het verantwoordingsverslag door je BPV-examinator beoordelen voor de authenticiteit, de relevantie en de actualiteit. Daarna maak je een examenportfolio waarna het verantwoordingsverslag door de examinator van de school wordt beoordeeld. De procedure is als volgt: 1. Je vraagt een examineringsovereenkomst aan. 2. De ingevulde examineringsovereenkomst neem je op in je examenportfolio. 3. Je schrijft het verantwoordingsverslag en laat je verslag op authenticiteit, relevantie en actualiteit beoordelen door de examinator van de BPV. 4. Je stelt je examenportfolio samen. In een snelhechter zijn in deze volgorde de volgende originele producten (zonder insteekhoezen) opgenomen: ‐ Ingevuld innamebewijs; ‐ Volledig ingevulde examineringsovereenkomst; ‐ Authenticiteitslijst; ‐ Blanco beoordelingslijst verantwoordingsverslag; ‐ Geschreven verantwoordingsverslag (met handtekening van de examinator van de BPV). 5. Je levert je examenportfolio in bij het examenbureau. Je krijgt van het examenbureau het innamebewijs met een handtekening terug. 6. De examinator van de school beoordeelt het verantwoordingsverslag en maakt een beoordeling op. 7. Bij een onvoldoende resultaat bespreekt de examinator de beoordeling met jou. 8. De examinator levert je examenportfolio met de ingevulde beoordelingslijst in bij het examenbureau. 9. De examencommissie stelt het resultaat van de beroepsprestatie vast. 10. Het examenbureau registreert het behaalde resultaat in je resultatenoverzicht en archiveert het examenportfolio in het examendossier. De tijd die je hebt om dit examen af te ronden is maximaal 4 weken, maar in ieder geval twee weken voordat de praktijkovereenkomst is afgelopen. Let op: Als je examenportfolio niet volledig is, kan er geen beoordeling plaatsvinden. Als het complete examenportfolio niet binnen de overeengekomen examineringsduur van 4 weken door jou wordt aangeleverd, heb je een gelegenheid van de examinering verloren. Je hebt dan wel recht op een herkansing.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 30 VAN 106
Het proces is als volgt:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 31 VAN 106
Het assessmentgesprek 1 en 2 Examensetting:
op school of in de BPV
Resultaat:
beoordelingslijst
Duur van het examen:
maximaal 1 uur
Examinatoren:
1 examinator van de BPV en 1 examinator van de school of
Cesuur:
onvoldoende: één of meerdere werkprocessen zijn als ‘onvoldoende’
2 examinatoren van de school beoordeeld voldoende: alle werkprocessen zijn minimaal als ‘voldoende’ beoordeeld goed: alle werkprocessen zijn als ‘goed’ beoordeeld Vaststellen van het resultaat van de beroepsprestatie:
examencommissie
Voorwaarden deelname aan het examen Je kunt toestemming voor deelname aan assessmentgesprek-1 aanvragen als de beroepsprestaties van fase 1 en 2 (behalve bp 2.4 voor Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG) met een voldoende of een goed zijn afgerond en de resultaten door de examencommissie zijn vastgesteld. Die resultaten moeten dan ook in je resultatenoverzicht geregistreerd zijn. Je kunt toestemming voor deelname aan assessment-2 aanvragen als alle beroepsprestaties van fase 3 (voor Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG ook beroepsprestatie 2.4) met een voldoende of goed zijn afgerond en de resultaten door de examencommissie zijn vastgesteld. Natuurlijk moeten ook deze resultaten in je resultatenoverzicht geregistreerd zijn. Uitvoering en beoordeling van het examen Je bereidt je voor op het assessmentgesprek. Je mag casuïstiek aan de examinatoren aanleveren, maar dat is niet verplicht. In een gesprek met twee examinatoren wordt beoordeeld of je de te examineren werkprocessen beheerst. Iedere examinator maakt zijn eigen beoordeling op en na het gesprek bespreken de examinatoren hun beoordeling en komen zij tot een gezamenlijke beoordeling. Over deze beoordeling word je na het gesprek geïnformeerd. Procedure voor het aanvragen en de uitvoering van het assessmentgesprek: 1.
Je vult deel 1 van het “aanvraagformulier toestemming assessmentgesprek-1” of het “aanvraagformulier toestemming assessmentgesprek-2" in (zie bijlagen 8 en 9). Je kunt toestemming voor assessmentgesprek-1 aanvragen als alle kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase nog niet afgerond hoeft te zijn. De resultaten van de beroepsprestaties moeten in je resultatenoverzicht geregistreerd zijn. Je kunt toestemming voor assessmentgesprek-2 aanvragen als alle kwalificerende beroepsprestaties van fase 3 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mboverpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 ook beoordeeld moet zijn. De resultaten van de beroepsprestaties moeten in je resultatenoverzicht geregistreerd zijn.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 32 VAN 106
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Je geeft dit aanvraagformulier aan je trajectbegeleider. De trajectbegeleider beoordeelt of je voldoet aan de voorwaarden om deel te mogen nemen aan het assessmentgesprek. Als je aan de voorwaarden voldoet, organiseert de trajectbegeleider het assessmentgesprek. Je wordt door je trajectbegeleider geïnformeerd over de datum en het tijdstip van het assessmentgesprek en welke examinatoren het assessmentgesprek zullen beoordelen. De kandidaat kan tot minimaal één week voor het assessmentgesprek casuïstiek aanleveren bij de examinatoren. Dit is niet verplicht. De kandidaat wordt na afloop van het assessmentgesprek over de beoordeling van het gesprek door de examinatoren geïnformeerd. De examinatoren vullen de beoordelingslijst van het assessmentgesprek in en ondertekenen de beoordelingslijst van het assessmentgesprek. De examinatoren onderbouwen de beoordeling. De kandidaat ondertekent de beoordelingslijst. De examinatoren leveren de beoordelingslijst aan bij het examenbureau. De examencommissie stelt formeel het resultaat van het assessmentgesprek vast. Het examenbureau registreert het behaalde resultaat in het resultatenoverzicht.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 33 VAN 106
Het proces is als volgt:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 34 VAN 106
Taken van de examenkandidaat Jij bent als examenkandidaat altijd verantwoordelijk voor je examenproces. Denk aan plannen, maken van passende afspraken, zorgvuldig samenstellen van je examenportfolio, tijdig inleveren, enzovoort. Let op: onderstaande geldt voor elk examen apart. Voorafgaand aan de examinering Voordat je aan de examinering kunt beginnen: -
Verdiep je je in de inhoud van het examen en hoe en waarop jij beoordeeld wordt. Neem contact op met je trajectbegeleider als je nog vragen hebt over de examinering.
-
Laat je de ingevulde en ondertekende examineringsovereenkomst vanuit school zien aan de BPV-examinator(en) en laat het BPV-deel door hen invullen.
-
Neem de door de BPV ingevulde examineringsovereenkomst op in je examenportfolio.
-
Maak je een planning voor het uitvoeren van de opdracht dat hoort bij de werkprocessen.
-
Bepreek je je planning met de BPV-examinator(en).
-
Maak je afspraken over de uitvoering van de examenopdrachten en de beoordeling ervan. Breng je je collega’s op de hoogte dat je aan de examinering gaat beginnen (zie examenomstandigheden).
Tijdens de examinering Als je bezig bent met de examinering: -
Werk je volgens de opgestelde planning aan de examenopdracht;
-
Zorg je voor de specifieke bewijsstukken die een onderdeel zijn van het examen.
Na afloop van de examinering van een beroepsprestatie Als je klaar bent met de examenopdracht maak je een examenportfolio. In het examenportfolio is altijd opgenomen: -
Het ingevulde innamebewijs; De ingevulde examineringsovereenkomst; De authenticiteitslijst; De ingevulde originele beoordelingslijst (met onderbouwing!) van de uitvoering van het examen. De beoordelingslijst is ondertekend door de examinator van de BPV.
-
Voor de specifieke bewijsstukken gebruik je het format. Ieder specifiek bewijsstuk is voorzien van: ‐ ‐ ‐
Je naam, je OV-nummer, de naam van je trajectbegeleider en je groepscode; Naam van de beroepsprestatie en het bewijsstuk; Naam instelling, naam, functie en handtekening van de examinator BPV en de datum;
‐
Je gebruikt GEEN insteekhoezen.
Na afloop van de examinering van een verantwoordingsverslag Als je klaar bent met de examenopdracht maak je een examenportfolio. In het examenportfolio is altijd opgenomen:
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 35 VAN 106
-
Het ingevulde innamebewijs; De ingevulde examineringsovereenkomst; De authenticiteitslijst; Een blanco beoordelingslijst verantwoordingsverslag; Het geschreven verantwoordingsverslag dat door de examinator van de BPV is ondertekend. Let op: ‐ Als je examenportfolio niet compleet is (bijvoorbeeld het ontbreken van handtekeningen et cetera) kan er geen beoordeling van de examinator van de school plaatsvinden. ‐ Als je het complete examenportfolio te laat inlevert, is er een gelegenheid voor het bepaalde examen verloren. Je hebt dan wel recht op een herkansing.
Nadat je je examenportfolio hebt samengesteld: -
Lever je het examenportfolio in bij het examenbureau. Je ontvangt innamebewijs getekend terug. Na de beoordeling door de examinator van de school wordt het resultaat in je resultatenoverzicht verwerkt. Mocht het examen als onvoldoende zijn beoordeeld, dan ontvang je een onderbouwing van de beoordeling.
Tip Zie het examenportfolio als visitekaartje. Zorg ervoor dat het er netjes uitziet.
Examenomstandigheden
De examinering vindt plaats in de BPV onder examenomstandigheden. Dit betekent dat: -
Je op je werkplek de examinerende onderdelen uit kunt voeren.
-
De beoordeling door een objectieve examinator wordt opgesteld (zie taken examinatoren).
-
Je BPV-begeleider bij voorkeur niet de examinator is.
-
Je als collega functioneert. Dit betekent dat je zelfstandig, als beginnend beroepsbeoefenaar, werkt.
-
Je collega’s (en eventueel andere betrokkenen) op de hoogte zijn van dat je aan je examinering bezig bent en gedurende welke periode.
-
De samenwerking met je collega’s (hier valt nu ook de BPV-begeleider onder) gelijkwaardig is. Je werkt met je collega’s samen als (beginnend) collega: je bent niet meer de student in opleiding. Beoordeling
De beoordeling van de examenopdrachten is gebaseerd op de eisen in het kwalificatiedossier. In het kwalificatiedossier staat per werkproces wat je moet kennen, kunnen en zijn (zie bijlage 2). Deze eisen zijn vertaald naar beoordelingscriteria. Jouw examinering wordt beoordeeld aan de hand van deze criteria, die vastgelegd zijn in een beoordelingslijst.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 36 VAN 106
Een examen wordt met onvoldoende beoordeeld als: -
Bij de uitvoering van het examen één of meerdere competenties met een onvoldoende zijn beoordeeld.
-
Eén of meerdere specifieke bewijsstukken met een onvoldoende zijn beoordeeld.
Een examen wordt met voldoende beoordeeld als: -
Bij de uitvoering van het examen alle competenties met een voldoende zijn beoordeeld.
-
Alle specifieke bewijsstukken met een voldoende zijn beoordeeld.
Een examen worden met goed beoordeeld als: -
Bij de uitvoering van het examen minimaal 75% van de werkprocessen met goed zijn beoordeeld en minimaal 75% van de specifieke bewijsstukken met goed zijn beoordeeld.
Een examen wordt niet beoordeeld als: -
Het examenportfolio onvolledig is; Het complete examenportfolio te laat wordt aangeleverd bij de examinator van de school.
Niet kunnen beoordelen van een examenopdracht Indien een onderdeel van het examen niet kan worden beoordeeld, dan gelden hiervoor de volgende afspraken. 1.
Bij voorkeur en waar mogelijk, wordt het examenonderdeel bij een andere afdeling van de BPV-instelling uitgevoerd en beoordeeld;
2.
Indien 1. niet mogelijk is, dan wordt in overleg met de examencommissie gekeken of het examenonderdeel deels uitgevoerd en beoordeeld kan worden;
3.
Een kopie van het besluit van de examencommissie wordt in het examenportfolio opgenomen. Vaststellen en bekend maken resultaat van het examen
Uiterlijk drie weken nadat de praktijkopdracht of het verantwoordingsverslag is afgegeven om beoordeeld te worden door de examinator van de school, wordt het resultaat van het examen bekend gemaakt. Je kunt je resultaat in je resultatenoverzicht raadplegen (MyDavinci). Het resultaat van het assessmentgesprek wordt -nadat de examinatoren gezamenlijk tot een beoordeling zijn gekomen- direct aan jou bekend gemaakt.
Cesuur van een kerntaak
Al eerder is geschreven dat de examens herleidbaar zijn tot de werkprocessen en de kerntaken die genoemd zijn in het kwalificatiedossier. De behaalde resultaten van de examens komen tot uitdrukking in de cijferlijst bij je diploma. Op deze cijferlijst zijn onder meer de kerntaken opgenomen en kunnen de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ krijgen. Een kerntaak wordt met ‘goed’ beoordeeld als 75% van de werkprocessen van een kerntaak als EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 37 VAN 106
goed is beoordeeld. Herkansing Voor ieder examen heb je recht op twee gelegenheden: het examen en het herexamen (= 1e herkansing). In het geval dat er sprake is van een herkansing, wordt zo veel mogelijk een andere examinator dan bij de eerste gelegenheid ingezet voor de beoordeling. Het kan gebeuren dat het je NIET lukt om de vereiste prestatie-indicatoren van een examen aan te tonen. In dat geval besluit de examencommissie hoe je dit alsnog kunt aantonen. De examencommissie kan de volgende besluiten nemen: -
je neemt de totale opdracht of specifieke opdrachten mee naar een volgende beroepssituatie of simulatiesetting. je ontvangt een aanvullende opdracht. In het geval dat je een gedeelte uit de beroepsprestatie of het verantwoordingsverslag niet hebt aangetoond, krijg je de kans om door een aanvullende opdracht het vereiste gedrag alsnog aan te tonen.
De verschillende mogelijkheden hangen af van de mate waarin je iets niet hebt aangetoond. De examencommissie hanteert bij de bepaling op welke manier je gaat herkansen de volgende indicatoren: Als bij de uitvoering van de praktijk opdracht in de BPV MAXIMAAL twee competenties als onvoldoende zijn beoordeeld, dan kan de examencommissie besluiten om een aanvullende opdracht te verstrekken. In het geval dat meer dan twee competenties als onvoldoende zijn beoordeeld, dan moet de totale beroepsprestatie herkanst worden. Als de specifieke bewijsstukken als onvoldoende zijn beoordeeld kan de examencommissie besluiten dat alleen deze bewijsstukken herkanst worden. Dit kan alleen als 75% van de overige bewijsstukken met een voldoende of goed beoordeeld is. Na het besluit van de examencommissie wordt met jou een termijn afgesproken waarbinnen de herkansing plaatsvindt. Mocht je gebruik willen/moeten maken van een tweede herkansing, dan schrijf je altijd in overleg met je trajectbegeleider een brief aan de examencommissie. In deze brief motiveer je uitgebreid waarom je vindt in aanmerking te kunnen komen voor een tweede herkansing. Na ontvangst neemt de examencommissie in overleg met het opleidingsteam een besluit en word je hierover geïnformeerd. Twee maal in je schoolcarrière heb je recht om een al behaald examen te herkansen met als doel een hoger resultaat te behalen. Je schrijft hiervoor een brief aan de examencommissie waarin je motiveert waarom je een bepaald examen wil herkansen. De examencommissie neemt hierover in overleg met het opleidingsteam een besluit. Aangezien voor de uitvoering van een praktijkopdracht altijd de medewerking van een examinator van de BPV vereist is, kan niet gegarandeerd worden dat een tweede herkansing daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 38 VAN 106
Aanvraag diploma Als je voldoen aan alle diploma-eisen (beroepsgericht, Nederlands/rekenen en loopbaan en burgerschap) vraagt je trajectbegeleider het diploma aan bij de examencommissie (zie bijlage 14). Tijdens een diplomeringsvergadering stelt de examencommissie vast of je voldoet aan de gestelde diploma-eisen. Als je hieraan voldoet, word je door je trajectbegeleider op de hoogte gesteld per welke datum het diploma is vastgesteld. Als je gebruik maakt van de studiefinanciering, dan heb je de verplichting om DUO hiervan op de hoogte te stellen. Na de diplomeringsvergadering vraagt de examencommissie het diploma aan bij de studentenadministratie. De studentenadministratie controleert of alle vereiste overige documenten (getekende onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst) aanwezig zijn. Als hieraan wordt voldaan, wordt het diploma gemaakt en word je geïnformeerd op welke datum het diploma wordt uitgereikt. Betrokken examinatoren Bij de beoordeling van de examinering van de examens zijn de volgende partijen betrokken: -
Examinator(en) vanuit de BPV
-
Examinator(en) van de school
-
APK-assessor vanuit het Da Vinci College (steekproefsgewijs)
Informatie over de examinering voor de examinatoren Op www.werkbegeleidergezondheidszorg.nl staan alle belangrijke zaken rondom de examinering. De BPV-begeleiders en de examinatoren kunnen de site raadplegen. Ook tijdens werkveldbijeenkomsten wordt het werkveld (BPV) geïnformeerd over de inhoud en de werkwijze van examinering. Voor, tijdens en/of na de examinering kan de (BPV)docent of de trajectbegeleider de BPV-examinatoren ondersteunen bij vragen en onduidelijkheden.
Taken examinatoren in de BPV bij een praktijkopdracht De examinator(en) zijn bij voorkeur onafhankelijk. De beoordelaars zijn vakdeskundig. De examinatoren worden aangesteld door de verantwoordelijke binnen de instelling. De aangestelde examinatoren hebben de competenties om objectief te kunnen beoordelen en verantwoorden. Voorafgaand aan de examinering De examinatoren in de BPV: -
Controleren of je vanuit school toestemming hebt om te beginnen met de examinering (zie hiervoor de examineringsovereenkomst).
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 39 VAN 106
-
Verdiepen zich in de inhoud van de praktijkopdracht.
-
Stellen zich op de hoogte van de wijze van beoordelen en de beoordelingscriteria.
-
Bespreken het examen met de BPV-docent als er vragen/onduidelijkheden bestaan ten aanzien van het examen.
-
Bespreken met jou de wijze van examinering.
-
Voeren met jou een gesprek over de planning van het examen.
-
Maken concrete afspraken met jou over het uitvoeren van de opdracht.
-
Bewaken dat de collega’s door jou op de hoogte gesteld worden dat jij start met de examinering.
Tijdens de examinering De examinatoren in de BPV: -
Zien toe op de uitvoering van de gemaakte afspraken.
-
Maken aantekeningen van concreet waarneembaar gedrag als ze je observeren bij het uitvoeren van de praktijkopdracht.
-
Beoordelen onafhankelijk van elkaar de praktijkopdracht.
-
Stellen, in overleg met elkaar, een gezamenlijke beoordeling op van de praktijkopdracht.
-
Motiveren de beoordeling door middel van een schriftelijke onderbouwing.
-
Zetten hun handtekening en overige gegevens op het beoordelingsformulier.
Na afloop van de examinering De examinatoren in de BPV: -
Bevestigen door middel van een handtekening en naam op het gemaakte specifieke bewijsstuk dat het specifieke bewijsstuk waarheidsgetrouw is.
-
Bevestigen door middel van een handtekening en naam op het gemaakte specifieke bewijsstuk dat het specifieke bewijsstuk van recente datum (actueel) is, eigen werk van de student (authentiek) en passend is bij de opdracht (relevant) en het niveau van de uitstroom.
In bijlage 13 is een uitgebreide instructie voor de examinator van de BPV opgenomen. Taken examinatoren van de school De examinator van de school beoordeelt de specifieke bewijsstukken op de inhoud, beoordeelt de verantwoordingsverslagen en de assessmentgesprekken. Als tweede examinator van het assessmentgesprek kan een examinator van de BPV aanwezig zijn. De examinator is onafhankelijk en dus nooit je eigen trajectbegeleider. Taken APK-assessor Da Vinci College Tijdens je examinering kun je te maken krijgen met een APK-assessor vanuit het Da Vinci College. De assessor voert steekproeven uit ten behoeve van het bewaken van de kwaliteit van de examinering en rapporteert hierover. Dit wordt een APK genoemd. Hiervoor kan de assessor EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 40 VAN 106
steekproefsgewijs aanwezig zijn bij: -
beoordelingsmomenten in de BPV.
-
tijdens het assessmentgesprek.
Tevens kan de assessor achteraf de procedure en de manier toetsen waarop de beoordelingen zijn opgemaakt. De assessor beoordeelt jou dus niet, maar kijkt naar het functioneren van de beoordelaars en/of de procedures correct verlopen.
Taken examencommissie
Het is de taak van de examencommissie om het resultaat van de beoordeling van een examen vast te stellen. Deze vaststelling bestaat uit de volgende onderdelen: 1. controle of alle beoordelingsformulieren correct en volledig zijn ingevuld; 2. vaststellen of het resultaat is vastgesteld volgens de geldende cesuur; 3. een steekproef of de beoordeling door de examinator van de BPV op correcte gronden is gebaseerd; 4. een steekproef of de beoordeling door de examinator van de school op correcte gronden is gebaseerd.
Samenstelling en bereikbaarheid examencommissie
De examencommissie bestaat uit de volgende personen: -
domeinleiders gezondheidszorg en welzijn;
-
hoofden examinering gezondheidszorg en welzijn;
-
collega’s van de opleidingen van het domein gezondheidszorg en welzijn.
Je kunt de examencommissie bereiken door een mail te sturen aan:
[email protected]
Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat uit de domeinleider en het hoofd examinering. Je kunt het dagelijks bestuur bereiken door een mail te sturen aan:
[email protected]
Taken examenbureau Het examenbureau is verantwoordelijk voor de volgende taken: 1. Registreren van behaalde resultaten na vaststelling door examencommissie. 2. Archiveren van de examens.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 41 VAN 106
Aangepaste examens Als je een beperking (bijvoorbeeld dyslexie) hebt, dan kan de examencommissie aanpassingen van je examens toekennen. Als je meent dat door een beperking aanpassing van examens noodzakelijk is, dan schrijf je een brief aan de examencommissie. Bij deze brief moet worden aangetoond dat de beperking door een deskundige is vastgesteld (bijvoorbeeld een dyslexieverklaring). De examencommissie neemt hierover een besluit waarover je geïnformeerd wordt. Gedragsregels bij examens Deze gedragsregels gelden voor alle examens, t.w.:
Praktijkopdrachten Verantwoordingsverslagen Assessmentgesprekken Examentoetsen Voor de examenkandidaat waarvan wordt vastgesteld dat deze zich niet heeft gehouden aan de gedragsregels zoals hieronder beschreven staan, kan geen resultaat worden vastgesteld en is er een gelegenheid voor examinering verloren.
1. De examenkandidaat moet de examens aanleveren voor of op de afgesproken datum. 2. De examenkandidaat moet de examens ter beoordeling aanleveren op de wijze zoals deze is voorgeschreven en bij de desbetreffende persoon. 3. Bij alle gelegenheden van toetsen of examens is de examenkandidaat verplicht zich op verzoek van de toezichthouders, examinator of assessor te legitimeren. Indien de examenkandidaat niet aan het verzoek tot legitimering kan voldoen, kan deze onder voorwaarde aan de toets of het examen deelnemen. De examenkandidaat plaatst in dat geval een handtekening op het proces-verbaal of een overeenkomst die door de toezichthouder, beoordelaar of assessor wordt opgesteld. De examenkandidaat dient zich vervolgens binnen een termijn van 5 werkdagen persoonlijk te legitimeren bij de toezichthouder, beoordelaar of assessor. 4. De examenkandidaat is uiterlijk 5 minuten voor de aanvang van de toets of het examen aanwezig in het lokaal of in de ruimte die is afgesproken. Indien afspraken zijn gemaakt om een examen op een externe locatie te laten plaatsvinden, dan is de examenkandidaat ook uiterlijk 5 minuten voor de aanvang van het examen aanwezig. De examenkandidaat die examen te laat komt, meldt zich onmiddellijk bij zijn/haar trajectbegeleider. De examencommissie beoordeelt of er sprake is van overmacht. In geval van overmacht worden afspraken gemaakt op welk moment de het examen kan worden ingehaald. 5. De examenkandidaat neemt bij het examen alleen de toegestane schrijfbenodigdheden en andere hulpmiddelen mee. GSM-apparatuur en dergelijke dient uit te staan. 6. Eten en drinken zijn tijdens examens niet toegestaan EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 42 VAN 106
7. Tijdens schriftelijke toetsen is het de examenkandidaat niet toegestaan te praten. 8. Tijdens schriftelijke toetsen moet de examenkandidaat mogelijke vragen uitsluitend stellen aan de toezichthouder. 9. De examenkandidaat die de toets af heeft en deze wil inleveren geeft dit te kennen door het gemaakte werk + opgaven + aantekeningen, met de onbeschreven kant naar boven, rechtsboven op tafel te leggen. De toezichthouder haalt het werk op en laat de examenkandidaat voor inleveren tekenen op het daarvoor bestemde formulier. Uitsluitend examenkandidaten van wie het werk is ingeleverd en afgetekend, mogen na toestemming van de toezichthouder de ruimte verlaten. In de regel gebeurt dit voor het eerst na 30 minuten, vervolgens telkens na 15 minuten. De toezichthouder kan van deze regel afwijken indien hij/zij daarvoor gegronde redenen aanwezig acht. 10. De examenkandidaat die op de dag van een examen door ziekte verhinderd is, neemt zo snel mogelijk, maar in ieder geval voor 8.45 uur, contact op met zijn/haar trajectbegeleider.
Kwaliteit van de examinering De kwaliteit van de examinering wordt gecontroleerd en beoordeeld door de examencommissie en de onderwijsinspectie aan de hand van de daarvoor geldende kwaliteitsstandaarden.
Klachten en bezwaar
Je kunt over een beslissing van een examinator mondeling of schriftelijk een klacht indienen bij de voorzitter van de examencommissie, binnen 5 werkdagen nadat je van dit besluit in kennis is gesteld. De voorzitter van de examencommissie kan je informeren en adviseren over de wijze waarop het probleem dat de oorzaak is van de klacht kan worden opgelost. De klacht wordt binnen 10 werkdagen na het indienen van de klacht afgehandeld. Als naar jouw oordeel het probleem dat de oorzaak is van de klacht niet is opgelost, kan de deelnemer tegen een beslissing van de examencommissie of één van de examinatoren schriftelijk bezwaar maken bij de voorzitter van de examencommissie. Het bezwaarschrift houdt ten minste in: Jouw naam en adres Datum van indiening Beschrijving van de beslissing waartegen bezwaar wordt aangetekend De gronden van het bezwaar De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt tien werkdagen. Deze termijn gaat in op de dag waarop de maatregel of het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt aan jou EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 43 VAN 106
bekend is gemaakt. Als deze termijn wordt overschreden, kan de voorzitter het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren. Je ontvangt een schriftelijke bevestiging dat jouw bezwaar is ontvangen. De examencommissie stelt een onderzoek in voordat een beslissing wordt genomen. Als de examencommissie het noodzakelijk vindt voor de beoordeling van het bezwaar kan zij jou en andere betrokkenen, afzonderlijk of gezamenlijk, horen. Het horen gebeurt op zo kort mogelijke termijn, maar uiterlijk binnen drie werkdagen nadat het bezwaarschrift is ingediend. Als je minderjarig bent, nodigt de commissie de wettelijke vertegenwoordiger van de deelnemer uit om bij het gehoor aanwezig te zijn. Je kunt je ook laten ondersteunen door een raadsman/vrouw of een vertrouwenspersoon. De voorzitter van de examencommissie neemt binnen tien werkdagen na het indienen van het bezwaar een besluit op bezwaar. Het besluit op bezwaar wordt schriftelijk aan de deelnemer (en in geval van een minderjarige deelnemer aan zijn wettelijke vertegenwoordiger) medegedeeld. Examenreglement van het Da Vinci College Dit reglement bevat informatie over de regels bij examinering voor het Da Vinci College. Hieronder staat een aantal belangrijke onderwerpen uit dit reglement. - examencommissie - vrijstellingen - verhindering bij de examentoetsen - richtlijnen voor de beoordeling van examens - bekendmaking uitslagen examentoetsen en examens - herkansing - inzage en besprekingsrecht - klachten, bezwaar en beroep Het reglement is te vinden op internet: www.davinci.nl Voor de COE (centraal ontwikkelde examens) gelden aanvullende regels. Deze zijn terug te vinden in het handboek COE dat is in te zien bij de examencommissie. Een overzicht van de belangrijkste punten is terug te vinden op MyDaVinci.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 44 VAN 106
BIJLAGEN BEROEPSGERICHTE EXAMENS
Bijlage 1 Beroep verzorgende -IG Niveau van de beroepsuitoefening: Niveau 3 Verzorgende-IG in het kort Als Verzorgende-IG (Individuele Gezondheidszorg) ben je actief op het gebied van zorg, wonen, huishouden en welzijn. Je kunt aan de slag in allerlei beroepspraktijken en zorgsituaties: een verzorgingshuis, een instelling voor psychiatrie of verslavingszorg, woonvormen voor gehandicapten of bij de zorgvrager(s) thuis. Je werkt voor mensen met verschillende achtergronden, zoals: oudere zorgvragers, chronisch zieken, revaliderende zorgvragers, zorgvragers met een handicap, zorgvragers met psychiatrische problemen, vrouwen die op het punt staan te bevallen, kraamvrouwen en pasgeborenen. Ook werk je vaak samen met de mantelzorgers. Dat zijn de naasten van de zorgvrager, zoals een ouder, partner, kind of vriend. Je werkt vooral met individuele zorgvragers in hun directe omgeving. Daarnaast richt jij je op groepen, bijvoorbeeld in een kleinschalige woonomgeving. Jouw werk Je inventariseert de behoeften, wensen en mogelijkheden van een zorgvrager, waarna je een zorgplan opstelt. Dit kom je ook wel tegen als begeleidingsplan, zorgleefplan of ondersteuningsplan. Je ondersteunt iemand bij persoonlijke verzorging, zoals het wassen en binnenkrijgen van voldoende vocht en eten. Ook ondersteun je bij het huishouden en zorg je voor een fijne woon- of leefomgeving. Je stimuleert een zorgvrager zo zelfredzaam mogelijk te zijn. Als het nodig is, neem je werkzaamheden over. Je geeft voorlichting en advies over bijvoorbeeld een gezonde leefstijl, veiligheid in huis en hoe je hulpmiddelen kan gebruiken. Ook geef je een zorgvrager informatie over een ziekte of handicap en de gevolgen hiervan voor de persoonlijke verzorging en de huishoudelijke zorg. Je begeleidt een zorgvrager bij emotionele en gedragsproblemen. Daarnaast begeleid je een zorgvrager op sociaal en maatschappelijk gebied. Zo begeleid je een zorgvrager bijvoorbeeld bij het omgaan met anderen en bij het vinden en gebruik maken van een dagbesteding. Je voert verpleegtechnische handelingen uit, zoals het verzorgen van een katheter of het geven van een injectie. De zorg die je verleent kan per zorgvrager en per dag verschillen. Je werkt zelfstandig, maar stemt de zorg regelmatig af met collega’s en andere disciplines, zoals helpenden zorg & welzijn, verpleegkundigen, fysiotherapeuten of sociaal agogisch werkers. Je voert je activiteiten uit volgens de visie en de richtlijnen van jouw zorginstelling. Je draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorgverlening. Door bijvoorbeeld vakliteratuur te lezen en bijscholingen te volgen ontwikkel je je deskundigheid. Ook werk je nieuwe collega’s in en begeleid je studenten.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 45 VAN 106
Jouw kwaliteiten - Je kunt je in zorgvragers inleven en behandelt iedereen met respect. - Je kunt goed met mensen omgaan en je communiceert duidelijk en helder. - Je weet hoe je jouw kennis en vaardigheden in de praktijk moet toepassen. - Je werkt systematisch en resultaatgericht. - Je kunt goed samenwerken met je collega’s en de naasten van de zorgvrager. - Je kunt je eigen grenzen en die van anderen prima bewaken. - Je hebt interesse in mensen met bestaans-, gezondheids- en gedragsproblemen en in medische kwesties. - Je vindt het leuk om mensen te verzorgen en ze te ondersteunen bij het wonen en huishouden. - Je bent een verantwoordelijk persoon en kunt goed werken onder tijdsdruk. - Je houdt je aan de beroepscode, de normen en waarden, de visie en de richtlijnen van de instelling waar je werkt. De sector De Verzorgende-IG is werkzaam in de sector gezondheidszorg. Zij* heeft in de uitoefening van haar beroep te maken met de leidinggevende, deskundigen van de eigen en van andere disciplines, zoals helpenden zorg & welzijn, verpleegkundigen, artsen of verloskundigen, paramedici en sociaal agogisch werkers. De afgestudeerde beroepsbeoefenaar is gekwalificeerd om in alle branches van de verpleging en verzorging te werken. Een gediplomeerd Verzorgende-IG krijgt de opleidingstitel Verzorgende Individuele Gezondheidszorg. Context De Verzorgende-IG werkt in verschillende branches van de verpleging en verzorging: de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, de gehandicaptenzorg, de geestelijke gezondheidszorg en de kraamzorg. Hieronder wordt de werkomgeving binnen deze branches afzonderlijk beschreven. Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg De Verzorgende-IG in de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) ondersteunt de cliënt die kortdurend (bijvoorbeeld na ziekenhuisopname), middellange of langdurige zorg ontvangen, maar over het algemeen gaat het om langdurige zorg. Bij de chronisch zieken en revaliderende cliënt ligt het accent op de ervaringsdeskundigheid van de cliënt. De Verzorgende-IG in de VVT zorgt er voor dat hiervoor aandacht is en deze een plaats krijgt in het geheel van de zorgverlening. Ze houdt ook rekening met de leeftijd samenhangende problemen van de cliënt, die de communicatie kunnen beperken (bijvoorbeeld doofheid of vergeetachtigheid). Ze voert minder vaak persoonlijke zorg uit die is gericht op het herstel van de cliënt. Haar werkzaamheden zijn veelal gericht op het stabiliseren van zijn gezondheidstoestand, het leren leven met het gezondheidsprobleem, het bevorderen van het welbevinden/de kwaliteit van leven, het zo veel mogelijk voorkomen van ongemakken en het verlichten van lijden en sterven. Kenmerkend voor de persoonlijke zorg, ondersteuning en begeleiding in de verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg zijn de veelal naast elkaar bestaande zelfzorgtekorten, ziektes en psycho-sociale problematiek van de cliënt. Ze verleent regelmatig palliatief-terminale zorg door de hoge leeftijd van de zorgvragers en het
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 46 VAN 106
feit dat mensen graag in privé-sfeer willen sterven. De Verzorgende-IG in de VVT ondersteunt zorgvragers bij het voeren van de regie over het eigen leven. Ze begeleidt hen op psychosociaal en maatschappelijk gebied. De Verzorgende-IG in de VVT ondersteunt het geestelijk welzijn van de cliënt door respect voor en ondersteuning van de eigen identiteit en levensinvulling. Ze heeft aandacht voor (levensfase gerelateerde) persoonlijke ontwikkeling, levenskeuzen en zingevingsvragen. Ze helpt bij het opbouwen en onderhouden van hun netwerk en draagt bij aan het realiseren van een aantrekkelijke dagbesteding. Daarnaast begeleidt ze groepsprocessen en schept ze een therapeutisch klimaat. De wensen en mogelijkheden van de cliënt zijn het uitgangspunt bij huishouden en wonen, de maaltijdverzorging en de ambiance waarin wordt gegeten. Zij stemt de persoonlijke zorg nadrukkelijk af met de cliënt, de mantelzorger en de naasten**; informele zorg en samenredzaamheid zijn zeer belangrijk in deze branche. Ze neemt initiatief tot overleg met artsen en collega’s, ook van andere disciplines. De gehandicaptenzorg De Verzorgende-IG in de gehandicaptenzorg (GHZ) ondersteunt waar nodig de gehandicapte om zoveel mogelijk de regie over zijn leven te voeren. Ze ondersteunt en stimuleert de ontwikkeling van de gehandicapte op alle leefgebieden. Ze biedt in een langdurige zorgrelatie persoonlijke zorg en/of ziet ze toe op de uitvoering van de zelfverzorging door de gehandicapte. Tevens stimuleert ze de gehandicapte tot het (leren) voeren van een huishouden en biedt ze zo nodig praktische ondersteuning van onderdelen van het huishouden. Ze neemt indien nodig de regie (gedeeltelijk) over. Het accent ligt op het stabiliseren van de gezondheidstoestand van de gehandicapte ten gevolge van de handicap, het leren leven met de handicap, het bevorderen van het welbevinden/de kwaliteit van leven en het zo veel mogelijk voorkomen van ongemak. De Verzorgende-IG in de GHZ voert minder vaak persoonlijke zorg uit die is gericht op het herstel van de gehandicapte. In de gehandicaptenzorg wordt zorg verleend op basis van gelijkwaardigheid en de zelfbepaling van de gehandicapte(n), passend bij diens levensvervulling en levenservaring. Bij de zorg en ondersteuning is het van belang dat de Verzorgende-IG in de GHZ aandacht heeft voor de verschillende soorten problemen die het gevolg zijn van de handicap of ziekte zelf, problemen die door het leven zelf ontstaan maar die door de handicap of ziekte worden vergroot en problemen die het gevolg zijn van het zorgsysteem. Van belang is dat de Verzorgende-IG in de GHZ voor eenduidigheid, regelmaat en structuur zorgt bij de zorgverlening om stress, weerstand en gedragsproblemen bij de gehandicapte zo veel mogelijk te voorkomen. De Verzorgende-IG in de GHZ heeft vaak te maken met zorgvragers met handicaps, beperkingen of stoornissen, die hun weerslag hebben op het dagelijkse en maatschappelijke functioneren van de zorgvrager en de mantelzorgers/naasten. Zij is zich bewust van het feit dat de mogelijkheden van de gehandicapte om zich te ontwikkelen beperkt zijn en heeft oog voor de draagdracht en draaglast van de gehandicapte en diens naasten. De communicatie met de gehandicapte vereist van de Verzorgende-IG in de GHZ specifieke vaardigheid, creativiteit en geduld; om de wensen en behoeften te achterhalen en geduld; om de wensen en behoeften te achterhalen.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 47 VAN 106
De geestelijke gezondheidszorg De Verzorgende-IG in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) biedt persoonlijke zorg, ondersteuning en begeleiding aan de zorgvrager(s)***, met complexe psychosociale of psychiatrische stoornissen of een verslaving, die hun weerslag hebben op het dagelijks functioneren van de zorgvrager. Ze ziet toe op de uitvoering van de zelfverzorging door de zorgvrager als belangrijk element in het dagelijks functioneren en voorkomt verwaarlozing. De zorg en ondersteuning die de Verzorgende-IG in de GGZ biedt kan variëren van kort- tot langdurend. Het accent ligt op het stabiliseren van de gezondheidstoestand van de zorgvrager, het bevorderen van het welbevinden/ de kwaliteit van leven van de zorgvrager en het leren leven met het gezondheidsprobleem. Het is daarbij van belang dat de Verzorgende-IG in de GGZ aandacht heeft voor het leefmilieu, het omgaan met de psychiatrische stoornis of de gedragsproblemen en de effecten daarvan op de omgeving en de samenleving. Zij voert preventieve activiteiten uit die gericht zijn op het voorkomen van erger of het leren leven met een psychiatrische ziekte of verslaving. Zij herkent mogelijke crisissituaties en schat suïcidaliteit en gevaar voor derden in. De Verzorgende-IG in de GGZ biedt, afhankelijk van de emotionele, mentale en cognitieve condities van de zorgvrager(s) een sturende, motiverende en activerende begeleiding op psychosociaal gebied. Daarnaast begeleidt ze de zorgvrager(s) tijdens de dagelijkse gang van zaken binnen de therapeutische leefstructuur. Zij creëert daartoe een veilig en therapeutisch klimaat, geeft psycho-educatie of doet aan crisisinterventie. Ze richt haar begeleiding vooral op individuele zorgvragers, maar ook op groepen zorgvragers en op mantelzorgers/naasten. De Verzorgende-IG in de GGZ ondersteunt bij het realiseren van een bij de zorgvrager passende dagbesteding, begeleidt de zorgvrager bij het structureren van tijd en dagindeling en stimuleert de zorgvrager tot maatschappelijke participatie. Zij stemt de zorg en ondersteuning af met de zorgvrager en betrekt de mantelzorgers, naasten of wettelijke vertegenwoordigers bij de zorgverlening. Zij informeert zorgvragers en mantelzorgers/wettelijke vertegenwoordigers over de achtergrond van de problematiek, toekomstscenario’s, gebruik van medicijnen, en leefwijzen. Kraamzorg De Verzorgende-IG in de kraamzorg (KZ) begeleidt de barende, zo mogelijk, vanaf de start van de bevalling en assisteert de verloskundige tijdens de bevalling, bijvoorbeeld door middel van het organiseren en aanreiken van de juiste materialen en middelen. Ze ondersteunt de barende, bijvoorbeeld bij het opvangen van de weeën. Ze biedt persoonlijke zorg, met name aan de pasgeborene. Ze geeft hulp bij borst- of flesvoeding en leert de ouders hoe ze de pasgeborene zelf moeten verzorgen. De Verzorgende-IG in de KZ controleert regelmatig een aantal lichaamsfuncties en gedrag van de pasgeborene en de kraamvrouw en zet vervolgstappen als er problemen zijn, zoals inschakelen van de verloskundige, of in opdracht van de verloskundige, andere deskundigen. Het accent ligt op het bevorderen van het geestelijke en fysieke herstel van de kraamvrouw en het integreren van het kind in het gezin. In voorkomende gevallen zorgt ze ook voor overige gezinsleden.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 48 VAN 106
Vroegsignalering van risicogezinnen is van groot belang; doorverwijzing is altijd de verantwoordelijkheid van arts of verloskundige. De Verzorgende-IG in de KZ geeft informatie, advies en instructie aan de kraamvrouw en haar partner op het gebied van de verzorging van de pasgeborene en de kraamvrouw. De aard van het werk Het stimuleren, ondersteunen of compensatie bieden bij niet-toereikende zelfredzaamheid op lichamelijk en psychosociaal gebied is het centrale thema binnen het werk van de VerzorgendeIG. Doel van de zorgverlening is een optimaal niveau van functionele autonomie en kwaliteit van leven/bestaan van de zorgvrager te realiseren, zoals de zorgvrager die ervaart of wenst op het gebied van gezondheid, woon/leefomgeving, participatie en mentaal welbevinden. Het zorgproces is de basis van haar handelen. De Verzorgende-IG voert haar werkzaamheden uit op basis van een zorgplan****. Haar werkzaamheden verlopen in een cyclisch proces: uitvoeren, observeren en evalueren. De zorg die zij levert kan variëren in complexiteit per zorgvrager en kan iedere dag anders zijn. Daarnaast wordt er gewerkt op het moment dat daar behoefte aan is, dat wil zeggen 24 uur per dag, 7 dagen per week. Vooral in de thuiszorg, de kraamzorg en de gehandicaptenzorg werkt zij veelal solistisch, in de privé-sfeer van de zorgvrager. In intra-murale settings werkt de Verzorgende-IG in teamverband. De Verzorgende-IG levert naast zorg en ondersteuning ook een bijdrage aan de ontwikkeling en professionalisering van het beroep en aan de kwaliteitsverbetering van de zorgverlening. Daarnaast werkt ze samen met en begeleidt ze nieuwe collega’s en studenten. Ze stemt de zorgverlening af met collega’s en andere disciplines. Typerende beroepshouding De Verzorgende-IG heeft een inlevende en sociale houding, is creatief, proactief, meedenkend, en is communicatief vaardig. Zij richt zich op de zelfredzaamheid van de zorgvrager en stimuleert deze. Ze toont respect voor de zorgvrager en bewaakt dat ze zelf ook met respect wordt behandeld. Ze treedt handelend op in onverwachte, mogelijk escalerende situaties. Zij houdt bij haar werkzaamheden rekening met de wensen en gewoonten, normen en waarden, seksuele voorkeur, de culturele achtergrond en de levensbeschouwing van cliënten, naasten en collega’s. De Verzorgende-IG treedt daadkrachtig op en toont initiatief, is alert en integer. Ze gaat zorgvuldig met de zorgvrager(s) om, ook in hectische situaties Ze is flexibel en toont verantwoordelijkheid. Zij bewaakt de privacy van de cliënt en naasten, kan op juiste wijze omgaan met vertrouwelijke informatie en bewaakt geheimhouding waar nodig. Afhankelijk van de mogelijkheden/ beperkingen van de zorgvrager, neemt zij geheel of gedeeltelijk de zorg over. Bij de uitvoering van haar werkzaamheden heeft ze een professionele beroepshouding die gebaseerd is op de beroepscode, de eigen normen en waarden en de visie en richtlijnen/protocollen van de instelling waar zij werkzaam is. De Verzorgende-IG werkt resultaatgericht en efficiënt, methodisch en veilig. Zij werkt kostenbewust en milieubewust in bijvoorbeeld het omgaan met materialen en zij werkt hygiënisch en ergonomisch verantwoord bij bijvoorbeeld het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Zij is in staat te reflecteren op haar gedrag, normen en gevoelens en is zich bewust van het effect van haar eigen handelen en gedrag.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 49 VAN 106
Keuzes en dilemma’s De Verzorgende-IG komt in haar werk voor verschillende keuzes en dilemma’s te staan. Zo dient zij: -
een goede balans te vinden tussen betrokkenheid en distantie in de relatie tot de zorgvrager;
-
een evenwicht te zoeken tussen de mate waarin ze ingaat op wensen en problemen van de zorgvrager en/of naasten en de mogelijkheden van de zorg die ze kan of moet bieden;
-
om te gaan met dilemma’s die ontstaan door de wensen van de zorgvrager aan de ene kant en afwegingen vanuit het zorgplan, de richtlijnen en visie van de instelling alsmede de zakelijke aspecten van zorg aan de andere kant;
-
af te wegen of ze de veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager meldt of dat ze eerst de verdere ontwikkelingen aanziet;
-
een afweging te maken tussen het in overleg met de zorgvrager ondersteunen bij het meer zelfstandig uitvoeren van activiteiten versus het helemaal of gedeeltelijk overnemen van taken en verantwoordelijkheden;
-
een balans te vinden tussen de behoeften van de individuele zorgvrager versus het belang van de groep.
-
een keuze te maken tussen het betrekken van mantelzorgers en/of naasten en vrijwilligers bij de zorg of het inschakelen van professionele hulp.
*
Daar waar in de tekst ‘zij’ staat wordt ook ‘hij’ bedoeld.
**
Daar waar 'naasten' staat kan ook worden gelezen: familie, partner, wettelijke vertegenwoordigers, mantelzorgers, cliëntsysteem, informele zorg en dergelijke.
***
De term zorgvrager(s) is een algemene term; in de verschillende branches worden ook andere termen gehanteerd, zoals cliënt(en), bewoner(s), gehandicapte(n), kraamvrouw(en) of barende(n).
****
De term zorgplan is een algemene term; in de verschillende branches worden ook andere termen gebruikt, zoals ondersteuningsplan, (zorg-)leefplan, behandelplan.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 50 VAN 106
Bijlage 2: Beschrijving kerntaken + werkprocessen Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier
Werkproces 1.1
Stelt (mede) het zorgplan op
De Verzorgende-IG verzamelt gegevens om de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager, eventueel met naasten, in kaart te brengen. In de VVT, de GHZ en de GGZ voert een anamnesegesprek met de zorgvrager, eventueel gesteund door naasten. Ze maakt gebruik van haar kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van zorgcategorieën in de specifieke branche. De Verzorgende-IG analyseert de verzamelde gegevens, formuleert (mede) zorg- en ondersteuningsdoelen en passende activiteiten en stelt (mede) het zorgplan op. Zij bespreekt eventueel het zorgplan met de zorgvrager en betrokkenen, en vraagt om instemming. Werkproces 1.2
Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden
De Verzorgende-IG ondersteunt de zorgvrager bij persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld bij eten en drinken, uitscheiding, mobiliteit en waak- en slaapritme. Ze observeert en signaleert continu veranderingen en bewaakt hiermee de gezondheidstoestand en het welbevinden. Ze past continu risicosignalering toe om zorg te dragen voor veiligheid van de zorgvrager. Ze rapporteert de bevindingen aan betrokken deskundigen en zet zo nodig vervolgstappen in gang. De Verzorgende-IG in de KZ verzorgt ook de pasgeborene en geeft hulp bij borst- of flesvoeding. De Verzorgende-IG in de VVT, GHZ en GGZ biedt in voorkomende gevallen terminale zorg en ondersteuning, en voorkomt daarbij zoveel mogelijk (bed)complicaties en ongemakken. De Verzorgende-IG schakelt deskundigen in als een zorgvrager is overleden. Zij zorgt voor een eerste opvang van naasten. Werkproces1.3
Voert verpleegtechnische handelingen uit
De Verzorgende-IG voert in het kader van de individuele gezondheidszorg verpleegtechnische handelingen – waaronder voorbehouden en risicovolle handelingen - uit in opdracht van een arts. Ze voert de verpleegtechnische handelingen uit zoals beschreven in de matrix bij de toelichting op werkproces 1.3 en houdt rekening met de specifieke context van de zorgvrager. Werkproces 1.4
Voert partusassistentie uit
De Verzorgende-IG in de KZ biedt continue begeleiding bij de bevalling. Zij begeleidt de barende vanaf het begin van de bevalling. Zij assisteert de verloskundige of arts tijdens de bevalling, bijvoorbeeld door middel van het organiseren en aanreiken van materialen en middelen. Zij begeleidt de barende en haar partner, bijvoorbeeld bij het opvangen van de weeën.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 51 VAN 106
Werkproces 1.5
Begeleidt een zorgvrager
De Verzorgende-IG begeleidt en stimuleert de zorgvrager bij het handhaven en vergroten van de zelfredzaamheid op psychosociaal en maatschappelijk gebied. De Verzorgende-IG in de VVT, GHZ en GGZ ondersteunt bij praktische zaken, bijvoorbeeld leren reizen met openbaar vervoer etc. Ook ondersteunt ze de zorgvrager bij het realiseren van een waardevolle dagbesteding, het opbouwen en onderhouden van zijn sociale netwerk en betrekt ze het sociale netwerk bij de ondersteuning. Ze motiveert de zorgvrager ook om zoveel mogelijk de regie over zijn eigen leven te voeren en de eigen identiteit en levensinvulling te behouden. Ook begeleidt ze de zorgvrager bij de verwerking en hantering van de gevolgen van ziekte, beperking of behandeling. De Verzorgende-IG in de KZ ondersteunt de kraamvrouw, haar partner en andere familieleden bij het hanteren van de nieuwe gezinsomstandigheden en wanneer de pasgeborene (ernstig)gehandicapt is of een (ernstige) ziekte heeft of waarbij de pasgeborene is overleden. Daarnaast ondersteunt zij de naasten en let daarbij op signalen van overbelasting. Zij checkt of de betrokkenen tevreden zijn over de begeleiding. Werkproces 1.6
Begeleidt een groep zorgvragers
De Verzorgende-IG in de VVT, GHZ en GGZ begeleidt een groep zorgvragers bij het zo optimaal mogelijk samenwonen in groepsverband, bijvoorbeeld bij gezamenlijke maaltijden en groepsactiviteiten. Zij creëert een zo stimulerend en prettig mogelijke leef- en verblijfsomgeving voor de groep, passend bij hun behoeftes en wensen, en betrekt hierbij zo nodig ook de naasten. De Verzorgende-IG bevordert een goed groepsklimaat. Ze observeert de groepsdynamiek en het gedrag van de zorgvragers. Ze helpt een zorgvrager bij het verkrijgen van inzicht in het eigen gedrag en het effect van dat gedrag op anderen. Indien nodig bespreekt ze dit in de groep. Ze maakt afspraken over (gedrags)regels. Ze grijpt in of bemiddelt bij conflicten. De Verzorgende-IG in de GGZ gebruikt de groep als therapeutisch instrument om de zorgvrager in zijn sociaal-maatschappelijk functioneren te versterken en hem te ondersteunen bij het opbouwen en onderhouden van contacten. Werkproces 1.7
Ondersteunt bij wonen en huishouden
De Verzorgende-IG ondersteunt bij huishouden en wonen. Zij ondersteunt zo nodig bij: - het opruimen en schoonhouden van de woning/ leefruimte; - het verzorgen van textiel en maaltijden; - bij verzorgen van de (woon)kamer(s) en groepsruimten; - het doen van de boodschappen; De Verzorgende-IG in de GHZ ondersteunt de zorgvrager ook bij financiële en administratieve werkzaamheden; In de GHZ en GGZ ondersteunt ze zo mogelijk tot het (leren) voeren van een huishouden. In de KZ waarborgt ze ook de hygiëne.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 52 VAN 106
Werkproces 1.8
Geeft voorlichting, advies en instructie
De Verzorgende-IG geeft voorlichting, advies en instructie ten behoeve van het behouden of vergroten van de zelfstandigheid van de zorgvrager, gericht op de mogelijkheden om met zijn beperkingen om te gaan, ook voor de betrokkenen. Zij geeft in voorkomende gevallen informatie over ziekten en beperkingen en de gevolgen hiervan voor onder andere de persoonlijke verzorging en de huishoudelijke zorg. Zij geeft onder andere voorlichting en advies over een gezonde leefstijl, veiligheid in huis, hulpmiddelen en financieringsvraagstukken. Tijdens de voorlichting, het advies en de instructie houdt ze rekening met mogelijke problemen van de doelgroep. De Verzorgende-IG instrueert in voorkomende gevallen de zorgvrager en eventueel de naasten een handeling uit te voeren of een hulpmiddel te gebruiken. De Verzorgende-IG in de GHZ geeft gerichte training en aanwijzingen voor het leggen van contacten. Zij checkt of de informatie en/of instructie begrepen is. Werkproces 1.9
Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
De Verzorgende-IG signaleert en onderneemt actie bij een onvoorziene crisissituaties. Deze kunnen het gevolg zijn van gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard of grensoverschrijdend gedrag enerzijds of van problemen van somatische aard anderzijds. De Verzorgende-IG in de GGZ schat suïcidaliteit en gevaar voor derden in. De Verzorgende-IG grijpt in en past in uitzonderlijke situaties middelen en maatregelen toe volgens afspraken in het zorgplan en de richtlijnen van de organisatie. Ze roept de hulp in van collega's of deskundige(n) van andere disciplines. Ze probeert zo mogelijk crisissituaties te voorkomen. De Verzorgende-IG in de GHZ bespreekt achteraf (de gevolgen van) het voorval met de gehandicapte en eventueel zijn omgeving. De Verzorgende-IG in de GGZ voert zo nodig preventieve acties uit die gericht zijn op het voorkomen van erger. Werkproces 1.10
Stemt de zorgverlening af
De Verzorgende-IG stemt de werkzaamheden af met collega's onderling en met collega's van andere disciplines; plant, maakt afspraken met collega's over de manier waarop zij zorg verlenen en hoe ze dit organiseren en draagt indien nodig werkzaamheden over. De Verzorgende-IG stemt de zorg zo nodig af met naasten of met andere betrokkenen. Zij neemt deel aan voor afstemming relevante overlegvormen en collegiale consultaties. Ze past haar aanpak aan als blijkt dat dit nodig is. Werkproces 1.11
Evalueert de zorgverlening
De Verzorgende-IG evalueert (de totale) zorgverlening. Zij evalueert periodiek en aan het einde van het uitvoeringstraject de zorgverlening met alle betrokkenen. Ze verzamelt steeds relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze. Zij bespreekt de gegevens uit de evaluatie
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 53 VAN 106
met betrokkenen. Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg veranderingen door in het zorgplan. In de VVT, GHZ en GGZ schrijft zij eventueel ook een (eind)evaluatie ten behoeve van ontslag of overdracht naar een andere zorgsetting dan wel voor beëindiging van haar eigen werkzaamheden. Zij houdt het zorgdossier bij. In de KZ zorgt zij in overleg met de verloskundige voor een overdracht naar de Jeugd Gezondheidszorg c.q. het consultatiebureau. Toelichting: werkproces 1.3 en 1.4: ‘Voert verpleegtechnische handelingen uit' en ‘voert partusassistentie uit'. De Verzorgende-IG is bij de uitvoering van voorbehouden handelingen behouden aan de wettelijke eisen gesteld in de Wet BIG. Dit betekent dat zij niet zelfstandig bevoegd is en alleen in opdracht van een ‘zelfstandig bevoegd’ beroepsbeoefenaar (arts of verloskundige) en onder voorwaarden een voorbehouden handeling mag uitvoeren. De belangrijkste voorwaarde waaraan altijd moet worden voldaan is de bekwaamheid van de uitvoerder. Bekwaam wil zeggen: dat de uitvoerder op het moment van de handeling de nodige kennis en vaardigheden moet bezitten. Zij is verantwoordelijk en aansprakelijk voor haar handelen. Hieronder een overzicht van verpleegtechnische en voorbehouden handelingen die gelden voor iedere branche. De eerste handelingen dienen door elke Verzorgende-IG te kunnen worden uitgevoerd. De Verzorgende-IG in de VVT, de GHZ en GGZ dient, in aanvulling daarop nog vier handelingen aan te leren, afgestemd op de branchespecifieke setting. De Verzorgende-IG in de KZ dient, in aanvulling daarop nog drie handelingen aan te leren, plus de verplichte partusassistentie.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 54 VAN 106
Verpleegtechnische handelingen waaronder voorbehouden handelingen (*), die door elke Verzorgende-IG kunnen worden uitgevoerd:
Medicijnen checken, registreren, distribueren, zo
VVT
GHZ
GGZ
KZ
x
x
x
x
x
x
x
x
nodig controle op inname (volgens zorgplan) Medicijnen toedienen: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen, via de slijmvliezen Verzorgen rode en gele wonden
x
x
x
x
Zwachteltechnieken toepassen
x
x
x
x
Verzamelen van monsters ten behoeve van
x
x
x
x
x
x
x
x
Een suprapubische katheter verzorgen
x
x
x
x
Blaaskatheder en maagsonde observeren en
x
x
x
x
Blaasspoeling uitvoeren
x
x
x
x
Lichaamstemperatuur regelen door middel van
x
x
x
x
Subcutaan injecteren
x*
x*
x*
x*
Intramusculair injecteren
x*
x*
x*
x*
diagnostiek (steriel en niet-steriel materiaal) Eerste hulp (somatisch) verlenen bij: verwondingen, vergiftigingen, verstikking, en bij ademstilstand en circulatiestilstand
controleren
koude- of warmtebehandeling
Overige verpleegtechnische handelingen waaronder voorbehouden handelingen (*), waarvan de Verzorgende-IG er vier dient aan te leren, afgestemd op de branchespecifieke setting
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 55 VAN 106
Een maagsonde inbrengen
x*
x*
x*
x*
Katheteriseren van de blaas bij vrouwen
x*
x*
x*
x*
Katheteriseren van de blaas bij mannen
x*
x*
x*
x*
PEG-sondevoeding toedienen
x
x
x
x
Verzorgen van zwarte wonden
x
x
x
x
Zuurstof toedienen
x
x
x
x
Toedienen van sondevoeding en voedingspomp
x
x
x
x
Verzorgen van een stoma
x
x
x
x
Tracheacanule en tracheastoma verzorgen
x
x
x
x
Maag-en darmspoeling uitvoeren
x
x
x
x
Vagina en stoma irrigeren
x
x
x
x
Mond- en keelholte uitzuigen
x
x
x
x
Verplicht voor de KZ:
x
x
x
x
toedienen
Partusassistentie verlenen
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 56 VAN 106
Toelichting: werkproces 1.5 De Verzorgende-IG in de VVT zoekt bij het begeleiden bij zelfredzaamheid uit wat de informele zorg kan, en voegt daar dan zorg bij in plaats van omgekeerd. Zelfredzaam = samenredzaam. Toelichting werkproces 1.6 Voor de VVT geldt dat er in de branche van de thuiszorg geen sprake is van groepen, maar bij de verpleeg- en verzorgingstehuizen wel. Toelichting: werkproces 1.9 Gedragsproblemen van grensoverschrijdend gedrag zijn: agressie of geweld. Omgaan met agressie geldt zowel voor agressie door zorgvragers en naasten als voor dreiging van buitenaf. Het kan gaan om agressie richting de Verzorgende-IG of gericht op de zorgvrager of anderen. Omgaan met agressie houdt in: signaleren, voorkomen, ermee omgaan en ervan leren. Voorbeelden of problemen van somatische aard zijn bijvoorbeeld: verslikking, verwonding, vergiftiging, ademstilstand of circulatiestilstand. Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken Werkproces 2.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
De Verzorgende-IG werkt aan haar deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden. Ze vraagt feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen. Werkproces 2.2
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
De Verzorgende-IG werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. Ze neemt deel aan onderzoeken die binnen de instelling verricht worden, gebruikt waar mogelijk informatie uit (wetenschappelijk) onderzoek en werkt mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. De Verzorgende-IG werkt met kwaliteitszorgsystemen. Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie. Werkproces 2.3
Geeft werkbegeleiding
De Verzorgende-IG werkt nieuwe collega’s in en begeleidt studenten en/of stagiaires. Ze kiest in overleg een geschikte wijze van begeleiden.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 57 VAN 106
Zij instrueert, geeft aanwijzingen, adviezen en coacht hen. Ze geeft feedback op hun leeractiviteiten en beroepsmatig handelen. Ze begeleidt hen bij het ontwikkelen bij een beroepshouding. Ze biedt een optimaal leerklimaat. Ze participeert in begeleidings- en beoordelingsgesprekken.
EXAMINERING VERZORGENDE-IG COHORT 2012, 2013 en 2014 PAGINA 58 VAN 106
Bijlage 3: Examenplan opleiding Verzorgende-IG
EXAMINERINGSPLAN OPLEIDING VERZORGENDEN-IG, COHORT 2014 Beroepsgericht / Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier Exameninstrument
Werkprocessen
Waar
Wie beoordelen
Score
Weging
Praktijkopdracht 1.3
1.1 1.10
BPV
Examinator
O/V/G
1
en
school en O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
Planmatig zorgverlenen 1
school examinator bpv Praktijkopdracht 1.4
1.5
BPV
Examinator
Begeleiden bij het uitvoeren
1.7
en
school en
van huishouden en wonen
1.11
school examinator bpv
Praktijkopdracht 1.5
1.1 1.2 1.5
BPV
Examinator
en
school en
Ondersteunen bij basisbehoeften Praktijkopdracht 2.3 Planmatig zorg verlenen 2
1.11 1.1 1.2
school examinator bpv BPV
Examinator
en
school en
school examinator bpv Praktijkopdracht 2.4
BPV
Examinator
Uitvoeren van verpleeg-
1.3 1.8
en
school en
technische vaardigheden
1.9
school examinator bpv
Praktijkopdracht 2.5
1.5 Begeleiden van een woongroep 1.6
BPV
Examinator
en
school en
school examinator bpv Praktijkopdracht 2.6
1.2
BPV
Examinator
Omgaan met
1.5
en
school en
grensoverschrijdend gedrag
1.9
school examinator bpv
1.11 Praktijkopdracht 2.7
1.2
BPV
Examinator
Begeleiden bij verandering,
1.5
en
school en
pijn en verliesverwerking
1.9
school examinator bpv
1.10 Praktijkopdracht 3.1
1.1
BPV
Examinator
Verdiepen in de branche
1.2
en
school en
1.4 Voert
school examinator bpv
partusassistentie uit (alleen 59
kraam) 1.5 1.9 1.11 Praktijkopdracht 3.2
1.2
BPV
Examinator
Professionaliseren
1.10
en
school en
1.11
school examinator bpv
1.11
BPV
Examinator
Participeren in kwaliteit van
en
school en
zorg
school examinator bpv
Praktijkopdracht 3.3
Verantwoordingsverslag-1
1.2
school Examinator
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
O/V/G
1
school Assessmentgesprek
1.1
BPV of Twee
1.5
School examinatoren school of Eén examinator school en één examinator BPV
Verantwoordingsverslag-2
1.10
school Examinator school
Assessmentgesprek-2
1.2
BPV of Twee
1.11
School examinatoren school of Eén examinator school en één examinator BPV
O
Wanneer één of meerdere examens als onvoldoende zijn beoordeeld.
De beoordeling voor kerntaak 1 is:
V
Wanneer alle examens als voldoende zijn beoordeeld
G
Wanneer 75% of meer van de werkprocessen als goed zijn beoordeeld
60
Beroepsgericht / Kerntaak 2 Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken Exameninstrument
Werkprocessen
Waar
Wie beoordelen
Score
Weging
Praktijkopdracht 3.2
2.1
BPV
Examinator
O/V/G
1
Professionaliseren
2.3
O/V/G
1
O/V/G
1
school en examinator bpv
Praktijkopdracht 3.3
2.1
Participeren in kwaliteit van
2.2
BPV
Examinator school en
zorg
examinator bpv
Verantwoordingsverslag-2
2.3
school Examinator school
O
Wanneer één of meerdere examens als onvoldoende zijn beoordeeld.
De beoordeling voor
V
kerntaak 2 is:
Wanneer alle examens als voldoende zijn beoordeeld
G
Wanneer 75% of meer van de werkprocessen als goed zijn beoordeeld
Loopbaan en burgerschap Exameninstrument
Werkprocessen
Waar
Wie beoordelen
Score
Weging
voldaan Portfoliobeoordeling
school
interne examinator
/ niet
n.v.t.
voldaan
Aan de eisen voor LB is voldaan wanneer de score “voldaan” is behaald.
Nederlands en rekenen niveau 3 Voor mbo niveau 3 opleidingen moeten studenten vanaf 2015-2016 (voor Nederlands) en 20162017 (voor rekenen) verplicht centrale examens afleggen. De overgang van instellingsexamens naar centrale examens heeft gevolgen voor de wijze van examineren. Nederlands 2F: afronding vóór 2015 / 2016 Exameninstrument
Waar
Wie beoordelen
Score
Weging
Lezen
school
twee interne
cijfer
1 61
Luisteren
examinatoren
cijfer
1
schrijven
cijfer
1
spreken
cijfer
1
Gesprekken voeren
cijfer
1
Er wordt gebruik gemaakt van instellingsexamens. Voor de onderdelen lezen en luisteren kunnen landelijke pilotexamens worden ingezet. Nederlands 2F: vanaf 2015 / 2016 Exameninstrument
Waar
Wie beoordelen
Lezen
Centraal examen
College voor
Luisteren
(digitaal)
Examens
spreken Gesprekken voeren
Score
Weging
cijfer
1
cijfer
1
school Instellingsexamens
twee interne examinatoren
schrijven
Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen en het cijfer van het instellingsexamen gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands.
Rekenen 2F: afronding vóór 2016 / 2017 Exameninstrument
Waar
Wie beoordelen
Score
Instellingsexamen (ingekocht)
school
interne examinator cijfer
Weging
Er wordt gebruik gemaakt van instellingsexamens. Voor alle rekendomeinen kunnen landelijke pilotexamens worden ingezet. Rekenen 2F: afronding vanaf 2016 / 2017 Exameninstrument
Waar
Centraal examen (digitaal)
school
Wie beoordelen College voor Examens
Score
Weging
cijfer
Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10).
62
Wettelijke slaag- / zak regeling voor Nederlands en rekenen (generiek) De verplichte centrale examinering van Nederlands en rekenen wordt stapsgewijs ingevoerd. Het moment van diplomeren bepaalt onder welke slaag- / zakregeling de student valt. Bij reguliere studieduur van twee jaar wordt in schooljaar 2015-2016 gediplomeerd. Onderstaande tabel geeft de slaag- /zakregeling voor de verschillende momenten van diplomeren.
Afronding studie: Diplomering in 2014 / 2015 Diplomering in 2015 / 2016
Slaag- / zakregeling: De resultaten voor Nederlands en rekenen maken geen deel uit van de slaag- / zakregeling. Het resultaat voor Nederlands wordt uitgedrukt in een geheel cijfer en mag niet lager zijn dan een 5. Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er
Diplomering vanaf 2016 / 2017
één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn.
Wanneer door uitloop van de studie de opleiding langer duurt dan de voorgeschreven duur kan de slaag- / zakregeling voor Nederlands en rekenen wijzigen. Deze verandering kan gevolgen hebben voor diplomering.
63
Bijlage 4: Formulier aanvraag examineringsovereenkomst beroepsprestatie(s)
Aanvraag examineringsovereenkomst Opleidingen Mbo-verpleegkundige, Verzorgende-IG, Apothekersassistent, Doktersassistent, Tandartsassistent en Helpende zorg & welzijn Instructie en procedure: 1.
De student vult deel 1 van het formulier “aanvraag examineringsovereenkomst beroepsprestatie(s)” in. Hij geeft dit formulier aan de BPV-begeleider.
2.
De BPV-begeleider vult deel 2 van dit formulier in.
3.
De student levert dit formulier in bij zijn trajectbegeleider.
4.
De trajectbegeleider vult de delen 3 en 4 van de examineringsovereenkomst in.
5.
De trajectbegeleider bespreekt het advies met de kandidaat en geeft aan hem de ingevulde examineringsovereenkomst.
6.
De kandidaat laat deel 5 van de examineringsovereenkomst invullen door de BPV.
7.
De kandidaat zet als laatste zijn handtekening en neemt de examineringsovereenkomst op in zijn examenportfolio.
8.
De kandidaat start met de voorbereiding en uitvoering van de kwalificerende beroepsprestatie(s).
64
AANVRAAG EXAMINERINGSOVEREENKOMST BEROEPSPRESTATIE(S) 1. In te vullen door de student Naam student OV-nummer Naam opleiding BOL/BBL Groep Cohort Naam trajectbegeleider Naam BPV-begeleider
Naam kwalificerende beroepsprestatie(s)
1. 2. 3. 4. 5.
Datum aanvraag Handtekening
2. In te vullen door de BPV-instelling/begeleider Aankruisen wat van toepassing is Positief advies De BPV-begeleider vindt dat de student in de afgelopen periode voldoende persoonlijke en professionele groei heeft aangetoond. De verwachting is dat de student in de examinerende fase de vereiste competenties en werkprocessen op het vereiste niveau zal aantonen. Negatief advies De BPV-begeleider vindt dat de student in de afgelopen periode onvoldoende persoonlijke en professionele groei heeft aangetoond. De verwachting is dat de student in de examinerende fase de nog niet vereiste competenties en werkprocessen op het vereiste niveau zal aantonen.
O
O Toelichting:
65
Naam BPV-instelling Naam BPV-begeleider Functie Datum ondertekening Handtekening
3. In te vullen door de trajectbegeleider Aankruisen wat van toepassing is Positief advies De trajectbegeleider vindt dat de student in de afgelopen periode voldoende persoonlijke en professionele groei heeft aangetoond. De verwachting is dat de student in de examinerende fase de vereiste competenties en werkprocessen op het vereiste niveau zal aantonen. Negatief advies De trajectbegeleider vind dat de student in de afgelopen periode onvoldoende persoonlijke en professionele groei heeft aangetoond. De verwachting is dat de student in de examinerende fase de nog niet vereiste competenties en werkprocessen op het vereiste niveau zal aantonen.
O
O Toelichting:
Naam trajectbegeleider:
Datum ondertekening:
66
Handtekening trajectbegeleider:
4. In te vullen door de trajectbeleider De examencommissie bevestigt formeel dat de student start met de examinering van de genoemde beroepsprestatie(s) Beoordeling De specifieke bewijsstukken behorende bij de beroepsprestatie(s) zullen op inhoud beoordeeld worden door de genoemde examinator(en) van de school Naam beroepsprestatie
Naam examinator van de school
1. 2. 3. 4. 5. Duur van de examineringsfase (maximaal 8 weken) De fase van examinering start op De fase van examinering eindigt op Datum ondertekening Namens de examencommissie
Naam: Handtekening:
5. In te vullen door de BPV De BPV staat garant dat de examinering plaatsvindt onder de juiste examenomstandigheden en binnen de juiste examencontext De uitvoering van het examen/de examens
Naam examinator BPV:
wordt beoordeeld door de BPVexaminator(en):
Naam examinator BPV:
Datum ondertekening: Naam en handtekening BPV-begeleider:
Naam BPV-begeleider: Handtekening: 67
Handtekening kandidaat:
De kandidaat neemt de ingevulde examineringsovereenkomst op in zijn examenportfolio.
68
Bijlage 5: Authenticiteitslijst
Authenticiteitslijst OV-nummer Naam student Groep
Naam tekenbevoegde
Instelling
Functie
Handtekening
Paraaf
Telefoonnummer Emailadres
De kandidaat neemt de authenticiteitslijst op in zijn examenportfolio 69
Bijlage 6: Formulier “Aanvraag examineringsovereenkomst verantwoordingsverslag-1”
Aanvraagformulier toestemming schrijven verantwoordingsverslag-1 Opleidingen Mbo-verpleegkundige, Verzorgende-IG, Apothekersassistent, Doktersassistent en Tandartsassistent. Instructie en procedure: 1.
De student vult deel 1 van dit formulier “aanvraag examineringsovereenkomst verantwoordingsverslag-1” in. De student kan een examineringsovereenkomst aanvragen als alle kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase nog niet afgerond hoeft te zijn. De resultaten van de beroepsprestaties moeten in zijn resultatenoverzicht geregistreerd zijn. De student geeft dit formulier aan zijn trajectbegeleider.
2.
De trajectbegeleider beoordeelt of de student voldoet aan de voorwaarden om het verantwoordingsverslag te schrijven.
3.
De trajectbegeleider vult deel 2 en deel 3 van dit formulier in en geeft dit aan de student.
4.
De kandidaat zet als laatste zijn handtekening en neemt de examineringsovereenkomst op in zijn examenportfolio.
5.
De kandidaat start met het schrijven van het verantwoordingsverslag.
70
AANVRAAG EXAMINERINGSOVEREENKOMST VERANTWOORDINGSVERSLAG-1 1. In te vullen door de student De student verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase nog niet afgerond hoeft te zijn. De student verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. OV-nummer: Naam student: Naam opleiding: Groep: Cohort: Naam trajectbegeleider: Datum aanvraag: Handtekening:
2.
In te vullen door de trajectbegeleider
De trajectbegeleider verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase nog niet afgerond hoeft te zijn. De trajectbegeleider verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. Naam trajectbegeleider: Datum ondertekening: Handtekening:
71
3. In te vullen door de trajectbeleider De examencommissie bevestigt formeel dat de student start met de examinering van verantwoordingsverslag-1 Beoordeling Verantwoordingsverslag-1 zal op inhoud beoordeeld worden door de genoemde examinator van de school Naam examinator van de school Duur van de examineringsfase (maximaal 4 weken) De fase van examinering start op De fase van examinering eindigt op Datum ondertekening Namens de examencommissie
Naam: Handtekening:
Handtekening kandidaat:
De kandidaat neemt de ingevulde examineringsovereenkomst op in zijn examenportfolio.
72
Bijlage 7: Formulier “Aanvraag examineringsovereenkomst verantwoordingsverslag-2
Aanvraagformulier toestemming schrijven verantwoordingsverslag-2 Opleidingen Mbo-verpleegkundige, Verzorgende-IG, Apothekersassistent, Doktersassistent en Tandartsassistent Instructie en procedure: 1.
De student vult deel 1 van dit formulier “aanvraag examineringsovereenkomst verantwoordingsverslag-2” in. De student kan een examineringsovereenkomst aanvragen als alle kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase ook afgerond moet te zijn. De resultaten van de beroepsprestaties moeten in zijn resultatenoverzicht geregistreerd zijn. De student geeft dit formulier aan zijn trajectbegeleider.
2.
De trajectbegeleider beoordeelt of de student voldoet aan de voorwaarden om het verantwoordingsverslag te schrijven.
3.
De trajectbegeleider vult deel 2 en deel 3 van dit formulier in en geeft dit aan de student.
4.
De kandidaat zet als laatste zijn handtekening en neemt de examineringsovereenkomst op in zijn examenportfolio.
5.
De kandidaat start met het schrijven van het verantwoordingsverslag.
73
AANVRAAG EXAMINERINGSOVEREENKOMST VERANTWOORDINGSVERSLAG-2 1. In te vullen door de kandidaat De student verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 3 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase ook afgerond moet zijn. De student verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. OV-nummer: Naam student: Naam opleiding: Groep: Cohort: Naam trajectbegeleider: Datum aanvraag: Handtekening:
2.
In te vullen door de trajectbegeleider
De trajectbegeleider verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 3 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase ook afgerond moet zijn. De trajectbegeleider verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. Naam trajectbegeleider: Datum ondertekening: Handtekening:
74
3. In te vullen door de trajectbeleider De examencommissie bevestigt formeel dat de student start met de examinering van verantwoordingsverslag-2 Beoordeling Verantwoordingsverslag-2 zal op inhoud beoordeeld worden door de genoemde examinator van de school Naam examinator van de school Duur van de examineringsfase (maximaal 4 weken) De fase van examinering start op De fase van examinering eindigt op Datum ondertekening Namens de examencommissie
Naam: Handtekening:
Handtekening kandidaat:
De kandidaat neemt de ingevulde examineringsovereenkomst op in zijn examenportfolio.
75
Bijlage 8: Aanvraagformulier toestemming assessmentgesprek-1 Aanvraagformulier toestemming assessmentgesprek-1 Opleidingen Mbo-verpleegkundige, Verzorgende-IG, Apothekersassistent, Doktersassistent en Tandartsassistent Instructie en procedure: 1.
De student vult deel 1 van dit “aanvraagformulier toestemming assessmentgesprek-1” in. De student kan toestemming voor assessmentgesprek-1 aanvragen als alle kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau als voldoende of goed zijn beoordeeld. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase nog niet afgerond hoeft te zijn. De resultaten van de beroepsprestaties moeten in zijn resultatenoverzicht geregistreerd zijn. De student geeft dit formulier aan zijn trajectbegeleider.
2.
De trajectbegeleider beoordeelt of de student voldoet aan de voorwaarden om deel te mogen nemen aan het assessmentgesprek.
3.
Als de student aan de voorwaarden voldoet, organiseert de trajectbegeleider het assessmentgesprek.
4.
De kandidaat wordt door de trajectbegeleider geïnformeerd over de datum en het tijdstip van het assessmentgesprek en welke examinatoren het assessmentgesprek zullen beoordelen.
5.
De kandidaat kan tot minimaal één week voor het assessmentgesprek casuïstiek aanleveren bij de examinatoren. Dit is niet verplicht.
6.
De kandidaat wordt na afloop van het assessmentgesprek over de beoordeling van het gesprek door de examinatoren geïnformeerd.
7.
De examinatoren vullen de beoordelingslijst van het assessmentgesprek in en ondertekenen de beoordelingslijst van het assessmentgesprek.
8.
De examinatoren onderbouwen de beoordeling.
9.
De kandidaat ondertekent de beoordelingslijst.
10. De examinatoren leveren de beoordelingslijst aan bij het examenbureau. 11. De examencommissie stelt formeel het resultaat van het assessmentgesprek vast. 12. Het examenbureau registreert het behaalde resultaat in het resultatenoverzicht.
76
AANVRAAGFORMULIER DEELNAME ASSESSMENTGESPREK-1 1. In te vullen door de student De student verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase nog niet afgerond hoeft te zijn. De student verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. De student vraag toestemming voor deelname aan assessmentgesprek-1. OV-nummer: Naam student: Naam opleiding: Groep: Cohort: Naam trajectbegeleider: Datum aanvraag: Handtekening:
2. In te vullen door trajectbegeleider De trajectbegeleider verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 1 en van fase 2 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase nog niet afgerond hoeft te zijn. De trajectbegeleider verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. De trajectbegeleider geeft toestemming voor deelname aan het assessmentgesprek-1. Naam trajectbegeleider: Datum ondertekening: Handtekening:
77
3. In te vullen door de trajectbegeleider Datum assessmentgesprek Tijd assessmentgesprek: Locatie en ruimte: Naam examinator-1: Naam examinator-2:
Dit ingevulde formulier levert de trajectbegeleider in bij het examenbureau en wordt opgenomen in het examendossier.
78
Bijlage 9 Aanvraagformulier toestemming assessmentgesprek-2
Instructie en procedure: 1.
De student vult deel 1 van dit “aanvraagformulier toestemming assessmentgesprek-2” in. De student kan toestemming voor assessmentgesprek-2 aanvragen als alle kwalificerende beroepsprestaties van fase 3 als s voldoende of goed zijn beoordeeld. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase ook afgerond moet zijn. De resultaten van de beroepsprestaties moeten in zijn resultatenoverzicht geregistreerd zijn. De student geeft dit formulier aan zijn trajectbegeleider.
2.
De trajectbegeleider beoordeelt of de student voldoet aan de voorwaarden om deel te mogen nemen aan het assessmentgesprek.
3.
Als de student aan de voorwaarden voldoen, organiseert de trajectbegeleider het assessmentgesprek.
4.
De kandidaat wordt door de trajectbegeleider geïnformeerd over de datum en het tijdstip van het assessmentgesprek en welke examinatoren het assessmentgesprek zullen beoordelen.
5.
De kandidaat kan tot minimaal één week voor het assessmentgesprek casuïstiek aanleveren bij de examinatoren. Dit is niet verplicht.
6.
De kandidaat wordt na afloop van het assessmentgesprek over de beoordeling van het gesprek door de examinatoren geïnformeerd.
7.
De examinatoren vullen de beoordelingslijst van het assessmentgesprek in en ondertekenen de beoordelingslijst van het assessmentgesprek.
8.
De examinatoren onderbouwen de beoordeling.
9.
De kandidaat ondertekent de beoordelingslijst.
10. De examinatoren leveren de beoordelingslijst aan bij het examenbureau. 11. De examencommissie stelt formeel het resultaat van het assessmentgesprek vast. 12. Het examenbureau registreert het behaalde resultaat in het resultatenoverzicht.
79
AANVRAAGFORMULIER DEELNAME ASSESSMENTGESPREK-2 1. In te vullen door de kandidaat De student verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 3 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase ook afgerond moet zijn. De student verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. De student vraag toestemming voor deelname aan assessmentgesprek-2. OV-nummer: Naam student: Naam opleiding: Groep: Cohort: Naam trajectbegeleider: Datum aanvraag: Handtekening:
2. In te vullen door trajectbegeleider De trajectbegeleider verklaart dat de kwalificerende beroepsprestaties van fase 3 op het vereiste niveau zijn aangetoond. Voor de opleidingen Mbo-verpleegkundige en Verzorgende-IG geldt dat beroepsprestatie 2.4 in deze fase ook afgerond moet zijn. De trajectbegeleider verklaart dat de resultaten van de beroepsprestaties in het resultatenoverzicht zijn geregistreerd. De trajectbegeleider geeft toestemming voor deelname aan het assessmentgesprek-2. Naam trajectbegeleider: Datum ondertekening: Handtekening:
80
3. In te vullen door de trajectbegeleider Datum assessmentgesprek Tijd assessmentgesprek: Locatie en ruimte: Naam examinator-1: Naam examinator-2:
Dit ingevulde formulier levert de trajectbegeleider in bij het examenbureau en wordt opgenomen in het examendossier.
81
Bijlage 10: Format bewijsstuk SPECIFIEKE BEWIJSSTUK Naam kandidaat OV-nummer Groepscode Naam beroepsprestatie Naam bewijsstuk
Naam instelling Naam examinator BPV Functie Handtekening examinator BPV Datum De examinator van de BPV tekent voor de authenticiteit, relevantie en actualiteit van dit bewijsstuk Naam examinator school Handtekening examinator school Datum De examinator van de school beoordeelt het bewijsstuk inhoudelijk
82
Bijlage 11: Format verantwoordingsverslag
VERANTWOORDINGVERSLAG Naam kandidaat OV-nummer Groepscode
Naam instelling Naam examinator BPV Functie Handtekening examinator BPV Datum De examinator van de BPV tekent voor de authenticiteit, relevantie en actualiteit van het verslag Naam examinator school Handtekening examinator school Datum De examinator van de school beoordeelt het verslag inhoudelijk
83
Bijlage 12: Instructie voor de examinator van de BPV Instructie voor de examinator van de BPV De BPV-begeleider BPV vervult twee rollen: de rol van begeleider die past bij het ontwikkelingsproces van de student en de rol van examinator, die past bij de examinering van de examenkandidaat. Er wordt gebruik gemaakt van de begrippen ‘de student’ en ‘de examenkandidaat’. Het begrip ‘de student’ wordt gebruikt als de persoon zich bevindt in de ontwikkelfase van de opleiding. Het begrip ‘de examenkandidaat’ wordt gebruikt als de persoon deelneemt aan de examinering. In deze instructie wordt verder gesproken over ‘de examenkandidaat’, omdat deze instructie is gericht op de examinering. Deze instructie is bedoeld voor de examinator van de BPV en geeft uitleg over het het beoordelen van de diverse examens die zijn verbonden aan de opleidingen apothekersassistent, doktersassistent, tandartsassistent, Verzorgende-IG, mbo-verpleegkundige en helpende zorg & welzijn. In deze instructie wordt gestart met de kwaliteitseisen die gelden bij de examinering van kwalificerende beroepsprestaties. Vervolgens wordt ingegaan op de vorm en inhoud van de examinering en als laatste wordt opgesomd wat van u als examinator bij het beoordelen van de examens wordt verwacht. Kwaliteitseisen Hieronder worden enkele kwaliteitseisen besproken die direct verband houden met de rol en taken van de examinator. Onafhankelijk oordeel Iedere examinator is in staat om een onafhankelijk kwalificerend oordeel te geven over de prestaties van de examenkandidaat. Dit brengt met zich mee dat de examinator bij voorkeur onafhankelijk is. In principe is de examinator niet de begeleider van de examenkandidaat. Er is dus een duidelijke scheiding tussen de rol van begeleider en de rol van examinator. Het inschakelen van een onafhankelijke examinator is soms een belemmering voor de uitvoering van een kwalificerende beoordeling in de BPV. In veel kleine instellingen is dit niet haalbaar i.v.m. de bezetting. Ook is soms de privacy in het geding bij de inzet van ‘vreemde’ mensen op de werkvloer. Instellingen vinden soms handige oplossingen door bijvoorbeeld een collega bij de beoordeling te vragen die de examenkandidaat niet kent of een uitruil van beoordelaars tussen verschillende units. Belangrijk is het onderscheid tussen de begeleidings- en beoordelingssituatie. De examenkandidaat heeft recht op een eerlijk en onafhankelijk oordeel. Transparantie Voordat de examinator tot de beoordeling overgaat, is eenduidig vastgesteld om welke opleiding het gaat, welke kerntaken, werkprocessen, competenties en criteria door de examenkandidaat aangetoond (moeten) worden. Iedere beoordeling is gerelateerd aan de eisen van het beroep.
84
Authenticiteit Voor de examinator is duidelijk dat de bewijsstukken afkomstig zijn van de desbetreffende examenkandidaat en in verband staan met het beroep (contextrijk). Alle opdrachten in de methodemix zijn contextrijk, dit wil zeggen: geformuleerd binnen de beroepspraktijk. In iedere beoordelingslijst staat een tabel met ruimte voor zakelijke gegevens: naam van de examenkandidaat, naam en functie van de beoordelaar, naam van de instelling/beroepscontext en handtekeningen. Hierdoor is de beoordeling naspeurbaar en rechtmatig. Betrouwbaarheid en eerlijkheid Het beroepsgericht handelen van de examenkandidaat wordt door verschillende examinatoren beoordeeld. Nadere afspraken die gemaakt moeten worden zijn, bijvoorbeeld: wanneer beoordelen? de tijdsduur van het examen de observatiemethode het gebruik en interpretatie van de beoordelingslijst. De examinatoren stemmen hun waarneming af en geven onderling vergelijkbare beoordelingen. Verschillende examenkandidaten binnen eenzelfde opleidingstraject worden evenredig en gelijkwaardig beoordeeld. De beoordelingslijst geeft sturing aan de waarneming van de examinatoren. I.v.m. de betrouwbaarheid en eerlijkheid wordt gepleit voor een beoordeling door meerdere (onafhankelijke) examinatoren. Door dit ‘vierogen-principe’ is de beoordeling betrouwbaarder en eerlijker. Validiteit De mate waarin kwaliteitseisen een rol spelen, hangt af van de toetsvorm. Bijvoorbeeld de controle op authenticiteit speelt bij de beoordeling van een beroepsprestatie in de BPV een minder grote rol omdat de beoordeling plaatsvindt tijdens het handelen van de examenkandidaat in de context van het beroep. Bij het beoordelen van een verantwoordingsverslag gaat de examinator BPV voorafgaand aan het beoordelen eerst na: of het document daadwerkelijk afkomstig is van de desbetreffende examenkandidaat (opleiding, naam, context, schrijfstijl, etc.) of de situaties die beschreven zijn, zich daadwerkelijk hebben voorgedaan (waarheidsgehalte). Het assessmentgesprek versterkt de authenticiteit van de examenkandidaat. Dit omdat hierin de verantwoording van het eigen handelen (met kennis en inzicht) vanuit persoonlijke kwaliteiten en visie (identiteit) centraal staat.
85
1. Vorm en inhoud van de examinering De beoordeling gebeurt steeds binnen of vanuit een rijke context: de praktijk (BPV). Het spreekt voor zich dat de praktijk varieert in complexiteit, in zelfsturing en verantwoordelijkheid. Het maakt bijvoorbeeld heel veel uit of de examenkandidaat een beroepsprestatie uitvoert in een redelijk voorspelbare situatie en bij twijfel terug kan vallen op de begeleider, of in een hectische situatie en zelf oplossingen voor problemen moet bedenken. In het begin van de opleiding zijn de beroepsprestaties weinig complex. Hiervoor is een BPV nodig in een relatief eenvoudige setting. In een latere fase van de opleiding zijn de beroepsprestaties complexer. Bewijsstukken Een bewijsstuk staat niet op zichzelf. Het zijn concrete resultaten die uit de opdracht(en) voortkomen. Deze staan in de beroepsprestaties 2x vermeld. Onder het kopje ‘Resultaten’ en in de beoordelingslijst. Achter ieder bewijsstuk staat het werkproces en de bijbehorende competenties die de examenkandidaat met het betreffende bewijsstuk aantoont (zie figuur 1). Eén van de bewijsstukken is altijd de afgetekende beoordelingslijst. Dit is de uitvoering van het totaal van het betreffende examenonderdeel. Dit is aangegeven met A. De letters B., C. etc. zijn de specifieke bewijsstukken waarmee de examenkandidaat specifieke opdrachten binnen een beroepsprestatie aantoont. Een specifiek bewijsstuk is een verdieping van een gedeelte uit de beroepsprestatie. Hierin is het (toegepaste) kennisdomein verankerd. De examinator BPV beoordeelt de specifieke bewijsstukken op de authenticiteit, actualiteit en relevantie. De examinator van de school beoordeelt op de inhoud.
goed aangetoond (g)
onvoldoende aangetoond ( ) voldoende aangetoond (v)
Figuur 1 Fragment uit een beoordelingslijst van een beroepsprestatie met de driepuntsschaal Bewijsstukken Kwalificerend
A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie Werkproces
B. Onderzoeksresulaten van de kwaliteitszorg.
2.2
C. Schriftelijke samenvatting van een trend, eigen visie daarop, schriftelijke rapportage van de discussie daarover in je team + jouw bijdrage.
2.1
H-T
Paraaf examinator h l
Specifieke bewijsstukken Competenties
86
Aanvullende of vervangende bewijsstukken Competenties
Werkproces
De beoordelingslijst De examinator van de BPV beoordeelt competenties altijd binnen een werkproces en vooraf vastgestelde moeilijkheidsgraad. Een competentie kan bestaan uit verschillende componenten. Deze componenten geven de kern van de competentie weer.
Beheersingsniveaus
Figuur 2 Fragment uit een beoordelingslijst Competenties Prestatie-indicatoren - componenten
onvoldoende aangetoond (o) voldoende aangetoond (v) goed aangetoond (g)
Bijvoorbeeld de competentie F: Ethisch en integer handelen. Een component daarvan is: verschillen tussen mensen respecteren. De examinator let bij het beoordelen goed op de componenten omdat deze richting geven aan de prestatie-indicatoren. De prestatie-indicatoren zijn criteria en komen uit het kwalificatiedossier. Voorbeelden van prestatieindicatoren binnen de competentie F ‘Ethisch en integer handelen’ zijn: toont zich eerlijk en betrouwbaar, respecteert vertrouwelijkheid en accepteert en respecteert verschillen tussen cliënten (zie figuur 2 Fragment uit een beoordelingslijst).
2.2 Begeleidt een cliënt op psychosociaal gebied P
Dit betekent dat: je handelt volgens de ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode) en de organisatie je eerlijk en betrouwbaar bent je verschillen tussen mensen accepteert en respecteert je vertrouwelijkheid respecteert je verbaal en non-verbaal duidelijk communiceert
Paraaf examinator BPV
F. Ethisch en integer handelen - integer handelen - verschillen tussen mensen respecteren
zodat: je de cliënt respectvol behandelt.
Bij het beoordelen gaat het om een samenhangende beoordeling. Dit wil zeggen dat een competentie met de bijbehorende componenten, het beheersingsniveau en prestatie-indicatoren tezamen één beoordeling oplevert (zie voorbeeld in figuur 2). De examinator BPV parafeert NIET alle onderdelen apart. De examinator BPV geeft dus een integrale beoordeling. 87
Onvoldoende aangetoond (O) De examenkandidaat toont het gedrag niet of onvoldoende op het vereiste beheersingsniveau aan binnen de vastgestelde moeilijkheidsgraad, zoals in de beoordelingslijst is vastgelegd. De examinator zet in dit geval een paraaf in de kolom ‘onvoldoende aangetoond’. Wanneer het vereiste niet van toepassing is in de betreffende context, geeft de examinator BPV dit in de beoordelingslijst aan met: niet van toepassing. Voldoende aangetoond (V) De examenkandidaat toont gedrag op het vereiste beheersingsniveau voldoende aan binnen de vastgestelde moeilijkheidsgraad zoals aangegeven is in de beoordelingslijst. De examinator zet een paraaf in de kolom ‘voldoende aangetoond’. Goed aangetoond (G) Als een examenkandidaat een of meerdere onderdelen uit de beoordelingslijst goed (boven de norm) heeft uitgevoerd binnen de vastgestelde moeilijkheidsgraad, waardeert de examinator dit met ‘goed aangetoond’. Bijvoorbeeld wanneer de examenkandidaat meer of beter presteert dan in de beoordelingslijst geëist wordt. Tabel Onvoldoende - Voldoende - Goed Onvoldoende Voldoende De examenkandidaat voldoet niet of onvoldoende aan: het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie de mate van zelfsturing de mate van verantwoordelijkheid de eisen in de beoordelingslijst.
De examenkandidaat voldoet voldoende aan: het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie de mate van zelfsturing de mate van verantwoordelijkheid de eisen in de beoordelingslijst
Goed De examenkandidaat voldoet uitstekend* aan: het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie de mate van zelfsturing de mate van verantwoordelijkheid de eisen in de beoordelingslijst
Hulpvragen voor het beoordelen van ‘GOED’ Handelt de examenkandidaat bewust bekwaam door inzicht te tonen in de situatie en verantwoording van het eigen handelen? Is de examenkandidaat proactief door zelf initiatieven te nemen en adequaat te handelen? Deelt de examenkandidaat relevante kennis en inzicht? Is de examenkandidaat een gelijkwaardige collega? Geeft de examenkandidaat constructieve feedback met als doel om de kwaliteit van het werk te verbeteren? Onderbouwing van de beoordeling De examinator BPV verantwoordt de beoordeling met concrete voorbeelden van aantoonbaar gedrag van de examenkandidaat. Het valt niet altijd mee om de onderbouwing concreet op te schrijven. ‘Leuk, gemotiveerd of doet het goed’ zegt te weinig. Wanneer de examenkandidaat een onderdeel niet of onvoldoende heeft aangetoond, dan vermeldt de examinator BPV in de beoordelingslijst ook wat de oorzaak hiervan is. De examinator BPV onderbouwt per werkproces dit met concrete bewoordingen en/of voorbeelden(zie voorbeeld in figuur 3).
88
Figuur 3 Fragment uit een beoordelingslijst Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren. … heeft m.b.t. de competenties C. Begeleiden en Q. Plannen en organiseren binnen het werkproces 1.2, een uitdagend en afgestemd activiteitenplan opgezet en uitgevoerd. De cliënten begrepen de bedoeling, waren betrokken bij het onderwerp en deden enthousiast mee. Aan de evaluatie met de groep cliënten heeft … wel aandacht besteed, maar kan m.b.t. competentie D. Aandacht en begrip tonen, nog wat gerichter doorvragen over het leerresultaat en de mate van tevredenheid van de cliënten.
Indien de examenkandidaat competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicatoren aan wat de oorzaak daarvan is. … gaat m.b.t. competentie E. Samenwerken en overleggen binnen het werkproces 1.4 teveel haar eigen gang. Overlegt op cruciale momenten te weinig met haar collega’s. … rapporteert m.b.t. competentie J. Formuleren en rapporteren binnen het werkproces 1.4 nog onvolledig, waardoor collega’s niet goed op de hoogte zijn van gebeurtenissen die in de groep cliënten hebben plaatsgevonden. Cesuur De cesuur is de grens tussen voldoende en onvoldoende. Binnen alle onderdelen van de methodemix ligt de cesuur op het niveau waarop de examenkandidaat voldoet aan de eisen die in de beoordelingslijsten zijn vastgelegd. Wanneer de examenkandidaat alles in de beoordelingslijst voldoende en/of goed heeft aangetoond, dan kruist de assessor de cesuurbepaling ‘Ja’ aan. In geval van een onvoldoende kruist de assessor ‘Nee’ aan(zie figuur 4). Figuur 4 Fragment uit een beoordelingslijst Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
Ja Ne
89
Wat wordt van de examinator BPV verwacht?
Van de examinator BPV wordt het volgende verwacht:
de beoordeling wordt altijd gegeven met een paraaf of een handtekening; het invullen van de beoordelingslijst van de beroepsprestatie op basis van waargenomen en beoordeeld gedrag; het geven van een onderbouwing van de beoordeling het volledig invullen en ondertekenen van de totale beroepsprestatie (naam en telefoonnummer instelling, naam beoordelaar, functie beoordelaar en handtekening) op ieder specifiek bewijsstuk een handtekening in verband met het vaststellen van de authenticiteit, actualiteit en relevantie; op het gemaakte verantwoordingsverslag een handtekening in verband met het vaststellen van de authenticiteit, actualiteit en relevantie.
Toets Ontwikkelingsgerichte beroepsprestatie
Taak examinator BPV
Kwalificerende beroepsprestatie
Verantwoordingsverslag
Invullen originele beoordelingslijst Onderbouwing van de beoordeling Volledig invullen en ondertekenen van de totale beroepsprestatie Handtekening op ieder specifiek bewijsstuk Invullen originele beoordelingslijst Onderbouwing van de beoordeling Volledig invullen en ondertekenen van de totale beroepsprestatie Handtekening op ieder specifiek bewijsstuk Handtekening op het gemaakte verantwoordingsverslag door de examenkandidaat
90
91 9
Bijlage 13: Voorbeeld innamebewijs Innamebewijs bp 1.3 opleiding Verzorgende-IG vanaf cohort 2011 In te vullen door de student Naam kandidaat OV-nummer Groep Naam trajectbegeleider Naam examinator school Datum In een snelhechter in deze volgorde: Examineringsovereenkomst Authenticiteit lijst Praktijkopdracht 1.3 planmatig zorg verlenen-1
A. Origineel boekje met ingevulde beoordelingslijst onderbouwing en handtekening(en) en overig vereiste gegevens van de BPV-examinatoren Bewijsstuk B: overzicht van verzamelde gegevens Bewijsstuk C: 2 bijgestelde zorgplannen Bewijsstuk D: rapportage van de uitgevoerde zorg
Bevestiging ontvangt Datum: Paraaf medewerker examenbureau:
92
Bijlage 14: Aanvraagformulier diploma
Aanvraag diploma Verzorgende-IG cohort 2011, 2012, 2013 en 2014 Naam examenkandidaat (meisjesnaam): OV-nummer: Diplomeringsdatum: Trajectbegeleider: Datum: Handtekening trajectbegeleider:
De trajectbegeleider heeft gecontroleerd dat onderstaande summatieve resultaten in Eduarte staan:
Beroepsgericht Paraaf trajectbegeleider Beroepsprestatie 1.3 Beroepsprestatie 1.4 Beroepsprestatie 1.5 Beroepsprestatie 2.3 Beroepsprestatie 2.4 Beroepsprestatie 2.5 Beroepsprestatie 2.6 Beroepsprestatie 2.7 Verantwoordingsverslag-1 Assessmentgesprek-1 Beroepsprestatie 3.1 Beroepsprestatie 3.2 Beroepsprestatie 3.3 Verantwoordingsverslag-2 Assessmentgesprek-2
93
Examens Nederlands
Paraaf trajectbegeleider Lezen Luisteren Gesprekken voeren Spreken Schrijven
Examen rekenen
Paraaf trajectbegeleider
Loopbaan en burgerschap Bij deze aanvraag is toegevoegd:
Paraaf trajectbegeleider Authenticiteitslijst Overzicht BPV-uren
Afronding studie: Diplomering in 2014 / 2015 Diplomering in 2015 / 2016
Slaag- / zakregeling: De resultaten voor Nederlands en rekenen maken geen deel uit van de slaag- / zakregeling. Het resultaat voor Nederlands wordt uitgedrukt in een geheel cijfer en mag niet lager zijn dan een 5. Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er
Diplomering vanaf 2016 / 2017
één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn.
De trajectbegeleider heeft gecontroleerd dat alle behaalde formatieve resultaten in Eduarte staan.
94
DEEL 2 LOOPBAAN EN BURGERSCHAP Het mbo kent een drievoudige kwalificering: leren, loopbaan en burgerschap. Om goed in onze samenleving mee te kunnen doen, is alleen een voorbereiding op een beroep niet voldoende. Elke deelnemer moet ook voldoen aan de kwalificatie eisen loopbaan en burgerschap. In het kwalificatiedossier is opgenomen dat onlosmakelijk met dit kwalificatiedossier het document 'Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo' is verbonden. Dit document is gepubliceerd op www.kwalificatiesmbo.nl . In deze kwalificatie-eisen staat het volgende: Burgerschap 1.1 De politiek-juridische dimensie De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij gaat het om de participatie in formele zin (stemmen bij officiële verkiezingen) en meer (inter)actieve vormen van betrokkenheid bij besluitvorming op verschillende politieke niveaus (Europees, landelijk, regionaal, gemeentelijk, buurt). Maar ook om actuele, meer op issues gerichte vormen van politieke participatie, zoals duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Hiervoor is nodig dat een student inzicht heeft in de onderwerpen die voor hem van belang zijn en waarover politieke besluiten worden genomen, in de verschillende meningen en opvattingen die erover bestaan en in de verschillende belangen die daarbij een rol spelen. De student (h)erkent de basiswaarden van onze samenleving, leert omgaan met waardendilemma’s en hanteert de basiswaarden als richtlijn en uitgangspunt in zijn meningsvorming en bij zijn handelen. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de politiek-juridische dimensie aan bod komen: de kenmerken en het functioneren van een parlementaire democratie, de rechtsstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda’s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving, en de rol en de invloed van de (massa)media. 1.2 De economische dimensie De economische dimensie is in twee deelgebieden uitgesplitst en heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt; de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Hierbij gaat het om het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf en om het verantwoord handelen op de consumptiemarkt. Voor het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en binnen een bedrijf is nodig dat een student zich algemeen aanvaarde regels en standaard (bedrijfs)procedures eigen maakt en zich daaraan houdt. De student kent de rechten en plichten van de beroepsbeoefenaar en stelt zich collegiaal op. Voor het functioneren als kritisch consument is nodig dat een student weet hoe hij informatie over producten en diensten kan verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hij heeft inzicht in zijn eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. En het is nodig dat hij bij de aanschaf van producten en diensten afwegingen kan maken met betrekking tot maatschappelijke belangen zoals duurzaamheid en gezondheidsaspecten.
95
De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerp die bij de economische dimensie aan bod komen: de maatschappelijke functies en waardering van arbeid, de factoren die van invloed zijn op de bedrijfscultuur, de arbeidsverhoudingen in Nederland, de rol en de invloed van branche- of vakorganisaties, de rol van de overheid op het gebied van arbeid, de verzorgingsstaat en de consumentenmarkt, de belangrijkste principes van budgettering, kenmerken van duurzame consumptie en productie, de rol en de invloed van consumentenorganisaties, de invloed van de media op het bestedingspatroon van consumenten. 1.3 De sociaal- maatschappelijke dimensie De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woonen leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Om adequaat te kunnen functioneren in de sociale omgeving is het nodig dat de deeln emer de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen kent en deze kan toepassen in ver schillende situaties. De deelnemer heeft inzicht in de kenmerken van verschillende culturen. In zijn opv attingen en gedrag toont hij respect voor culturele verscheidenheid. De deelnemer heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen: • De grondrechten en plichten in Nederland • Kenmerken van de verschillende (sub)culturen in Nederland, • Kenmerken van – en oorzaken van spanningen tussen – verschillende (sub)culturen en bevolkingsgroepen in Nederland • Kenmerken van ethisch en integer handelen • Het doel en de invloed van sociale en professionele netwerke 1.4 De dimensie vitaal burgerschap De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. De student heeft kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de dimensie vitaal burgerschap aan bod komen: de kenmerken van een gezonde leefwijze waaronder de nationale norm gezond bewegen en de aard, plaats en organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten in de samenleving en het arbeidsproces. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat de student zich bewust is van zijn eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit. Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Daarvoor is nodig dat een student inzicht heeft in de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Maar het vereist ook oriëntatie op en inzicht in de mogelijkheden die de arbeidsmarkt biedt. De student is in staat de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven te vergelijken met gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. 96
Ook oriëntatie op mogelijke doorstroomtrajecten in het vervolgonderwijs (hbo, een volgend niveau in het mbo of andere scholingsmogelijkheden) en op ondersteuningsmogelijkheden ten behoeve van de loopbaanontwikkeling zijn hierbij van belang. Op basis van de vergelijking komt de student tot weloverwogen keuzes en vervolgstappen om gemaakte keuzes te realiseren. De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn - capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, - motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan, - werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, - loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces, - netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling. Om het mbo-diploma te halen moet de deelnemer zich in voldoende mate inspannen voor en deelnemen aan ‘Loopbaan en Burgerschap’. Bij de opleiding kun je je inspanningsverplichting aantonen door de opdrachten (de zogenaamde LBkaarten) te maken en te laten beoordelen. Alle opdrachten moeten minimaal met een ‘voldoende’ worden beoordeeld.
97
DEEL 3 Nederlands en rekenen
Nederlands Voor alle studenten die na 1 augustus 2010 met een mbo-opleiding zijn gestart, gelden de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen mbo, zoals die zijn vastgelegd in het 'Besluit Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' (juni 2010). Welke beroepsopleiding studenten ook volgen, alle studenten vanaf cohort 2010 doen examen voor Nederlandse taal en rekenen. Het examen voor Nederlandse taal bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Lezen 2. Luisteren 3. Schrijven 4. Gesprekken voeren 5. Spreken Voor Nederlandse taal worden de vaardigheden lezen van zakelijke teksten en luisteren digitaal getoetst in een centraal ontwikkeld examen (COE); voor de overige vaardigheden vindt de toetsing plaats door instellingsexamens. Deze verplichting voor het centraal ontwikkelde examen voor Nederlands gaat in voor studenten die in het schooljaar 2015-2016 diplomeren. Als je voor die tijd diplomeert kun je geëxamineerd worden door instellingsexamens of door deel te nemen aan de ‘pilots’. In de pilots worden de onderdelen lezen en luisteren voor Nederlands geëxamineerd. De instellingsexamens De onderdelen schrijven, spreken en gesprekken voeren worden met instellingsexamens Nederlands geëxamineerd. Volgens planning worden deze instellingsexamens afgenomen in de laatste twee periodes van het tweede leerjaar. Wie hard werkt of een hoog niveau heeft, kan ze soms eerder afleggen. Iedereen moet deze instellingsexamens afleggen, er worden geen vrijstellingen verleend. Instellingsexamens kunnen worden afgelegd als een student heeft laten zien dat hij er klaar voor is. Kan hij dit niet aantonen, dan geeft de docent een negatief advies. De consequentie daarvan kan zijn, dat meer dan één herkansing wordt geweigerd. Het Centraal Ontwikkeld Examen (COE) De onderdelen lezen en luisteren worden met de centraal ontwikkelde examens afgenomen. Het COE kan worden afgelegd als een student over de helft is van de verwachte (afgesproken) duur van haar opleiding. Voor een driejarige opleiding is dat vanaf de tweede helft van het tweede leerjaar. Voor een vierjarige opleiding is dat vanaf de start van het derde leerjaar. AANDACHTSPUNT SPECIAAL VOOR SCHOOLJAAR 2015-2016: Vanaf schooljaar 2014-2015 heeft het behaalde resultaat van het examen Nederlands invloed op de zak- en slaagbeslissing. Voor het examen Nederlands moet –naast de overige diploma-eisen- minimaal het cijfer vijf worden behaald. (Wie vóór 1 oktober 2015 diplomeert, kan zijn diploma krijgen op grond van behaalde resultaten voor pilotexamens en instellingsexamens. Deze resultaten hoeven niet voldoende te zijn). Schooljaar 2015-2016 wordt het eerste schooljaar waarin het COE Nederlands zal plaatsvinden. 98
Tot nu toe was er sprake van “pilotexamens”. Iedereen vanaf cohort 2010 die na 1 oktober 2015 nog in een opleiding zit, MOET dit COE afleggen. Er is één uitzondering: Het resultaat van het pilotexamen Nederlands KAN voor schooljaar 2015-2016 een vrijstelling opleveren voor het COE, mits het aan twee voorwaarden voldoet: 1. 2.
Het pilotexamen moet afgelegd zijn in schooljaar 2014-2015 Het resultaat moet minimaal een 5,5 zijn.
Wie niet voldoet aan deze beide voorwaarden, moet toch het COE afleggen. Een student die recht heeft op zo’n vrijstelling, maar toch graag het COE wil doen om zijn resultaat te verbeteren, moet er rekening mee houden dat het cijfer van het COE dan telt, ook als dit lager is dan het cijfer van het al eerder behaalde pilotexamen. (Voorbeeld: Natasha behaalde in 2015 voor het pilotexamen een 5,7 en heeft dan dus recht op een vrijstelling voor het COE. Zij vindt echter haar cijfer te laag en doet dus het COE ook nog. Daarvoor behaalt zij echter een 4,9. Nu telt dus de 4,9 en zit Natasha in de problemen). Rekenen Voor alle studenten die na 1 augustus 2010 met een mbo-opleiding zijn gestart, gelden de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen mbo, zoals die zijn vastgelegd in het 'Besluit Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' (juni 2010). Welke beroepsopleiding studenten ook volgen, alle studenten vanaf cohort 2010 doen examen voor Nederlandse taal en rekenen. Het examen rekenen bestaat uit één onderdeel. Dit wordt geëxamineerd door middel van een Centraal Ontwikkeld Examen (COE). Als je diplomeert in schooljaar 2016-2017, is naast het COE voor Nederlands ook het centraal ontwikkelde examen rekenen verplicht. Als je voor die tijd diplomeert kun je geëxamineerd worden door instellingsexamens of door deel te nemen aan de ‘pilots’.I n de pilot rekenen wordt het volledige examen rekenen afgenomen. Vanaf schooljaar 2016-2017 heeft ook het behaalde resultaat van het examen rekenen invloed op de zak- en slaagbeslissing. Voor de examens Nederlands en rekenen mag –naast de overige diplomaeisen- slechts voor één examen minimaal het cijfer vijf worden behaald. Het andere onderdeel moet dan minimaal het cijfer zes zijn. AANDACHTSPUNT SPECIAAL VOOR SCHOOLJAAR 2016-2017: Dit wordt het eerste schooljaar waarin het COE rekenen zal plaatsvinden. Tot nu toe was er sprake van “pilotexamens”. Iedereen vanaf cohort 2010 die hier na 1 oktober 2016 nog in een opleiding zit, MOET dit COE afleggen. (Wie vóór 1 oktober 2016 diplomeert, kan haar diploma krijgen op grond van behaalde resultaten voor pilotexamens en instellingsexamens. Deze resultaten hoeven niet voldoende te zijn). Er is één uitzondering: Het resultaat van het pilotexamen rekenen KAN voor schooljaar 2015-2016 een vrijstelling opleveren voor het COE, mits het aan twee voorwaarden voldoet: 1. 2.
Het pilotexamen moet afgelegd zijn in schooljaar 2015-2016 Het resultaat moet minimaal een 5,5 zijn.
Wie niet voldoet aan deze beide voorwaarden, moet toch het COE afleggen. Een student die recht heeft op zo’n vrijstelling, maar toch graag het COE wil doen om haar resultaat te verbeteren, moet er rekening mee houden dat het cijfer van het COE dan telt, ook als dit lager is dan het cijfer van het al eerder behaalde pilotexamen. 99
Examineren op een hoger dan vereist niveau bij Nederlands en rekenen Een student die een opleiding doet op niveau 2 of niveau 3, mag voor een algemeen vak de examens afleggen op een hoger niveau dan in het kwalificatiedossier staat voorgeschreven. Bijvoorbeeld Nederlands op 3F in plaats van 2F. (Hoger dan 3F kan helaas niet). Wanneer een student examen wil doen op een hoger niveau dan voorgeschreven volgens het kwalificatiedossier, moet hij hiervoor schriftelijk een verzoek doen bij de examencommissie. Als hij geen toestemming heeft, is het eventueel behaalde resultaat niet geldig. De examencommissie neemt een besluit in overleg met de vakdocenten. Als de kandidaat toestemming heeft voor het toetsen op een hoger dan voorgeschreven niveau, geldt dat voor Nederlands en Rekenen niet ook nog op het voorgeschreven niveau behoeft te worden geëxamineerd. Als een kandidaat bij Nederlands zijn examens op een hoger niveau wil afleggen, moet hij ALLE onderdelen afleggen op dat hogere niveau en geldt ook de slaag-/zakregeling behorende bij dat hogere niveau. Wanneer de kandidaat bij Nederlands en/of rekenen zakt voor het hogere niveau, mag hij herkansen op het voorgeschreven niveau.
100
DEEL 4 Examenplanning De opleidingsduur van de opleiding Verzorgende-IG is drie jaar. In deze drie jaar zijn de examens op de volgende momenten gepland. De beroepsprestaties van een bepaalde fase kunnen in willekeurige volgorde worden uitgevoerd. Hierbij wordt onmiddellijk opgemerkt dat afhankelijk van je studietempo en ontwikkeling de examens eerder, maar ook later gepland kunnen worden. Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Fase 1
Praktijkopdracht 1.3 Praktijkopdracht 1.4 Praktijkopdracht 1.5
Periode 5 Fase 2
Periode 6
Periode 7
Periode 8
Praktijkopdracht
Praktijkopdracht
Praktijkopdracht 2.7
2.3
2.5 Praktijkopdracht
Verantwoordingsverslag-
2.6
1 Assessementgesprek-1
Instellingsexamens
Instellingsexamens
Nederlands
Nederlands
COE Nederlands COE rekenen Praktijkopdracht 2.4
Periode 9 Fase 3
Periode 10
Periode 11
Periode 12
Praktijkopdracht
Praktijkopdracht
Verantwoordingsverslag-
3.1
3.2
2
Praktijkopdracht
Assessementgesprek-2
3.3 COE Nederlands (herkansing) COE rekenen (herkansing) Praktijkopdracht 2.4 101
DEEL 5 Vrijstellingen In sommige gevallen kun je recht hebben op vrijstellingen. Als je meent hierop recht te hebben, dan dien je uiterlijk binnen twee maanden dat je met de opleiding bent gestart een verzoek in bij de examencommissie. Je gebruikt hiervoor het formulier `Aanvraag vrijstellingen´(zie bijlage 15). De examencommissie kan vrijstelling verlenen in de volgende situaties: Beroepsgerichte onderdelen van het examen. De examencommissie kan vrijstelling verlenen wanneer het betreffende onderdeel (het betreft exact hetzelfde examenonderdeel met dezelfde inhoud en van hetzelfde niveau) van het examen eerder met een voldoende is afgelegd, of wanneer het examenonderdeel op een hoger niveau, dat minimaal dezelfde inhoud heeft, met een voldoende is afgelegd. De geldigheidsduur van eerder behaalde resultaten is afhankelijk van de individuele situatie van de student (bijv. wel of niet werkzaam in het beroep) en eventuele veranderingen in het beroep. Dit ter beoordeling aan de examencommissie. De maximale geldigheidsduur is tien jaar.
Loopbaan en Burgerschap
Vrijstelling voor het onderdeel Loopbaan en Burgerschap kan worden verleend worden indien:
dit in een vorige beroepsopleiding is behaald
Het onderdeel loopbaan en burgerschap is sinds 2007 een onderdeel van het kwalificatiedossier. Als je een diploma hebt behaald dat onder een eerder kwalificatiedossier viel, kan geen vrijstelling worden verleend. De geldigheidsduur is net als bij beroepsgerichte onderdelen maximaal 10 jaar. De examencommissie kan vrijstelling voor bepaalde praktijkopdrachten verlenen aan studenten die in het bezit zijn van een diploma helpende zorg & welzijn. Aan deze studenten kunnen de volgende vrijstellingen verleend worden: Formatieve praktijkopdrachten:
1. Beroepsprestatie 1.1: verwerken van gegevens 2. Beroepsprestatie 1.2: beginnen met zorg Daarnaast wordt voor de volgende examens vrijstelling verleend:
1. Beroepsprestatie (examen) 1.3: 2. Beroepsprestatie (examen) 1.4:
planmatig zorg verlenen‐1 begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen
Bij sommige instellingen wordt van studenten die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen, geëist dat zij geen vrijstelling voor examen 1.3 krijgen, maar dit examen voor de opleiding VZ afleggen. In die gevallen kan de examencommissie geen vrijstelling voor praktijkopdracht 1.3 102
verlenen. Om in aanmerking te kunnen voor deze vrijstellingen moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. Het diploma HZW is niet ouder dan 10 jaar op het moment dat de student start met de opleiding VZ. 2. De student dient binnen twee maanden na aanvang van de opleiding Verzorgende-IG een verzoek in bij de examencommissie 3. Het diploma HZW is ter beschikking gesteld aan de examencommissie(in Eduarte of een hard copy). De examencommissie beoordeelt iedere aanvraag tot vrijstelling en neemt hierover een beslissing.
103
Bijlage 15: Aanvraagformulier vrijstellingen
AANVRAAG VRIJSTELLINGEN 1. Gegevens student Datum: OV-nummer: Naam student: Meisjesnaam student: Naam opleiding: BOL/BBL: Groep: Cohort: Handtekening student: Naam trajectbegeleider: Handtekening trajectbegeleider:
Aankruisen wat van toepassing is O De student en de trajectbegeleider hebben gecontroleerd dat de bewijslast op grond waarvan eventueel vrijstelling verleend kan worden, in Eduarte beschikbaar is. O De bewijslast op grond waarvan eventueel vrijstelling verleend kan worden, is bij deze aanvraag toegevoegd
104
Beroepsgerichte praktijkopdrachten
Advies trajectbegeleider
Paraaf
Vaststelling door examencommissie
trajectbegeleider Naam praktijkopdracht
Vrijstelling op grond van
Loopbaan en burgerschap
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
Advies trajectbegeleider
Paraaf
Vaststelling door examencommissie
trajectbegeleider Vrijstelling op grond van: O positief
O negatief
105
Overige onderdelen
Advies trajectbegeleider
Paraaf
Vaststelling door examencommissie
trajectbegeleider Onderdeel
Vrijstelling op grond van: O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
O positief
O negatief
O akkoord
O niet akkoord
Handtekening examencommissie: Datum:
106