Praktische handleiding voor de startende zelfstandige Jouw eigen zaak starten in 4 stappen.
“Ik lag nachtenlang wakker voor ik besliste om mijn eigen bloemenwinkel te starten. De medewerker van Xerius stelde me gerust en begeleidde me tijdens het hele proces van A tot Z.” Barbara - zelfstandig bloemiste
Wie is Xerius? Xerius is een gedreven, onafhankelijke organisatie ten dienste van ondernemende mensen. Mensen zoals jij: zelfstandigen, werknemers en werkgevers, individuen en gezinnen. Meer dan 162.000 gezinnen, 22.000 werkgevers, 125.000 zelfstandigen en 81.000 vennootschappen doen een beroep op onze diensten: • Ondernemingsloket • Sociale zekerheid voor zelfstandigen • Aanvullende sociale verzekeringen • Kinderbijslag
Wat doet Xerius? Wij informeren en begeleiden je op het vlak van administratie, wettelijke verplichtingen, sociale verzekeringen en kinderbijslag. Zo kan je jezelf focussen op wat voor jou belangrijk is: de opstart en de uitbouw van je eigen zaak, je klanten en je gezin.
Hoe doen we dit? Volgens de hoogste standaard. We willen de beste zijn. We kunnen hiervoor rekenen op onze kennis en ervaring. Maar we doen er alles aan om nog beter te worden. We analyseren onze werkmethodes, halen kwaliteitslabels, volgen opleidingen, ontwikkelen online tools enzovoort. Op een menselijke manier. We willen onze klanten persoonlijk begeleiden, want iedereen en elke situatie is uniek. In duidelijke taal. Geen complex gedoe, geen moeilijke woorden of omwegen. Wij communiceren op een directe manier. We zoeken oplossingen om onze klanten te helpen.
Inhoud 1 Je opstart voorbereiden 1. Wanneer mag je een eigen zaak starten? 2. Steunmaatregelen 3. Eenmanszaak of vennootschap? 4. De vennootschapsvormen 5. De vennootschap oprichten
7 8 9 10 12 15
2 Naar het ondernemingsloket 1. Vooraf 2. Inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen 3. Activeren btw-hoedanigheid 4. Bijkomende vergunningen
19 20 21 28 29
3 Jouw sociale zekerheid als zelfstandige 31 1. Je rechten en plichten als zelfstandige 32 2. Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds 32 3. Hoe worden je sociale bijdragen berekend? 35 4. Wanneer moet je betalen? 40 5. Werkloos en zelfstandig worden 41 6. Tijdskrediet of loopbaanonderbreking en zelfstandige worden42 4 Aanvullende verzekeringen 45 1. Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (SVAPZ)47 2. Gewaarborgd Inkomen 48 3. Individuele Pensioentoezegging (IPT) 49 Wat je nog moet weten 1. Boekhoudkundige verplichtingen 2. Btw aanrekenen 3. Belastingen betalen 4. Starten als werkgever
50 51 52 53 54
COLOFON Deze publicatie is een initiatief van Xerius om starters wegwijs te maken bij de aanvang van hun zelfstandige loopbaan. Niets in deze uitgave mag overgenomen worden, tenzij met uitdrukkelijke bronvermelding en de auteur, Xerius. Versie januari 2015, de meest recente cijfers vind je steeds op www.xerius.be.
1
Je opstart voorbereiden
1. Wanneer mag je een eigen zaak starten? Iedereen mag in België in principe een eigen onderneming beginnen. De wet legt wel enkele voorwaarden en beperkingen op. Je mag in België geen eigen handelsonderneming starten als je: • jonger dan 18 jaar bent. Een ondernemingsnummer kan je vanaf je 18 jaar aanvragen. Aansluiten als zelfstandige kan je vanaf 1 september in het jaar waarin je 18 wordt. • gerechtelijk en wettelijk onbekwaam bent verklaard. • advocaat, notaris, rechter, gerechtsdeurwaarder of boekhouder/ accountant bent. Je mag nooit tegelijk één van deze beroepen uitoefenen en een handelsonderneming oprichten. Deze lijst is niet volledig. • failliet bent verklaard: in bepaalde gevallen kan de rechtbank van koophandel je verbieden (opnieuw) een onderneming op te starten, bijvoorbeeld als blijkt dat je door een grove fout hebt bijgedragen tot het faillissement van je zaak. En dit voor een periode van minimum drie en maximum tien jaar na de faillietverklaring. Dat verbod kan wel worden ingetrokken in geval van eerherstel. Om in België een eigen zaak op te richten, moet je voldoen aan deze voorwaarden: • aantonen dat je over voldoende kennis beschikt om een onderneming te leiden • voor bepaalde beroepen: bewijzen dat je over voldoende beroepskennis beschikt • afhankelijk van jouw activiteiten: over bepaalde licenties, erkenningen of vergunningen beschikken • als je niet tot de EER (Europese Economische Ruimte) behoort en toch in België een onderneming in eigen naam wilt oprichten, kan het zijn dat je een beroepskaart en/of een verblijfsvergunning nodig hebt.
8
2. Steunmaatregelen Winwinlening
Met de Winwinlening wil de Vlaamse overheid particulieren aanmoedigen om geldmiddelen ter beschikking te stellen van startende ondernemingen. www.pmv.eu/nl/diensten/winwinlening.
Kmo-Portefeuille
Kmo-Portefeuille is de naam voor de geïntegreerde subsidiemaatregel waarmee kleine en middelgrote ondernemingen en vrije beroepen, met steun van de Vlaamse overheid, ondernemerschapsbevorderende diensten kunnen inkopen zoals opleiding en advies over ondernemen, innoveren en internationaliseren. www.kmo-portefeuille.be.
Groeipremie
De Groeipremie is een financiële tegemoetkoming aan onder nemingen die investeringen zullen realiseren in het Vlaamse Gewest. De aanvragen worden na de indieningsperiode in een wedstrijdformule met elkaar vergeleken en aan de best scorende projecten wordt een groeipremie toegekend, totdat het vooraf vastgestelde budget uitgeput is. www.vlaanderen.be/groeipremie.
Waarborgregeling
De Waarborgregeling biedt de bank of kredietverschaffer meer zekerheid wanneer een ondernemer – als starter, kmo of vrij beroep - onvoldoende zekerheden kan voorleggen. De overheid stelt zich borg. www.waarborgregeling.be.
Steun bij aanwerving
De overheid verleent steun bij aanwerving van personeel via banenplannen en diverse andere steunmaatregelen. Zo is er voor starters een vermindering van sociale bijdragen bij de eerste, tweede en derde aanwerving.
9
3. Eenmanszaak of vennootschap? Een van de belangrijkste keuzes bij de start van je activiteiten is de rechtsvorm van jouw onderneming. De basisvormen zijn de vennootschap en de eenmanszaak. De keuze tussen eenmanszaak en vennootschap is een grondige afweging waard, want beide hebben voor- en nadelen. Voor gedetailleerde informatie hierover, raden we je aan een boekhouder of accountant te contacteren. Wij zetten de belangrijkste informatie alvast op een rijtje.
Eenmanszaak
De eenmanszaak is ongetwijfeld de meest natuurlijke en eenvoudige ondernemingsvorm. Een persoon is eigenaar en draagt ook persoonlijk alle verantwoordelijkheid. Voordelen • Alle winst is voor de eigenaar. • De ondernemer geniet een sterk gezag en is aan niemand rekenschap verschuldigd. • Beperkte administratieve en boekhoudkundige verplichtingen. • Er is geen minimumkapitaal vereist. Nadelen • Onbeperkte aansprakelijkheid: er is geen scheiding tussen het privé- en het bedrijfsvermogen. De ondernemer is met zijn totale bezit verantwoordelijk voor de goede afloop van zijn handelsverrichtingen. • Geringe continuïteit: ziekte of overlijden van de ondernemer kan betekenen dat de eenmanszaak moet worden stopgezet. Ook de erfopvolging kan problemen veroorzaken. • Alle inkomsten van de onderneming worden belast in de personenbelasting. De personenbelasting is meestal hoger dan de vennootschapsbelasting.
10
Vennootschap
In een vennootschap is er een scheiding tussen het vermogen van de onderneming en dat van de ondernemer. Het financiële risico wordt dus beperkt. Voordelen • Het kapitaal wordt door meerdere personen samengebracht (behalve in een e-bvba). In de meeste vennootschapsvormen (bvba, nv, cvba) zijn de vennoten slechts aansprakelijk voor hun inbreng. • De vennootschap wordt belast in het stelsel van de vennootschapsbelasting en dat is voordeliger. • Het wegvallen of overlijden van één van de vennoten leidt niet tot het einde van de vennootschap. Nadelen • De winst moet verdeeld worden onder de vennoten. • Grotere oprichtingskosten. • Meestal is er een minimumkapitaal vereist. • Zwaardere boekhoudkundige verplichtingen.
4. De vennootschapsvormen Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba) De bvba is zeer populair als familievennootschap, omdat zij zeer gesloten kan worden gehouden (door beperking in de overdracht van aandelen). Ook voor vrije beroepen is de bvba interessant, want het is de enige vennootschapsvorm die geldig kan worden opgericht door één persoon. Voordelen • Mogelijkheid om het aantal vennoten te beperken tot (ten minste) één. • De aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt tot hun inbreng. • De aandelen zijn op naam en slechts beperkt overdraagbaar waardoor het familiale karakter bewaard kan blijven. • Weinig minimumkapitaal vereist. Nadelen • De oprichtingsmodaliteiten zijn complex en relatief duur (registratierechten, notariële akte, publicatieverplichting). • Grotere boekhoudkundige en administratieve verplichtingen.
Startersbvba (S-bvba)
Sinds 1 juni 2010 bestaat deze nieuwe vennootschapsvorm voor beginnende ondernemers. Startende ondernemers krijgen hierdoor de mogelijkheid om een vennootschap (rechtspersoon) op te richten zonder dat ze meteen een groot startkapitaal nodig hebben. Tegelijkertijd kunnen zij genieten van de voordelen die de bvba biedt. De belangrijkste eigenschap van de Startersbvba is dat bij oprichting slechts 1 euro startkapitaal is vereist, in plaats van 18.550 euro bij een gewone bvba.
Naamloze vennootschap (nv)
De nv wordt meestal gebruikt voor grotere, kapitaalkrachtige ondernemingen waarin de nadruk ligt op het anoniem verzamelen van kapitaal. Het minimumkapitaal in de nv bedraagt 61.500 euro. Dat bedrag moet volledig volgestort zijn bij oprichting. De nv heeft minstens twee vennoten nodig en een raad van bestuur met minimum drie bestuurders.
12
Voordelen • Alle vennoten zijn slechts beperkt aansprakelijk. • De aandelen zijn in principe vrij overdraagbaar. • Er kunnen winstbewijzen worden uitgegeven. Nadelen • De oprichtingsmodaliteiten zijn complex en relatief duur (registratierechten, notariële akte, publicatieverplichting). • Grotere boekhoudkundige en administratieve verplichtingen. • Hoog startkapitaal.
Vennootschap onder firma (vof)
De vof is de eenvoudigste vennootschapsvorm, het is een zuivere personenvennootschap. Dit betekent dat de vennootschap in principe ontbonden wordt door het overlijden van een vennoot. En dat vennoten hun aandelen niet kunnen verkopen of schenken zonder akkoord van de medevennoten. Een vof heeft enkel werkende vennoten, geen stille vennoten. Voordelen • Er is geen minimumkapitaal vereist. • De oprichting kan via een onderhandse akte gebeuren (geen notaris nodig). • Het familiale karakter blijft bewaard. • Beperkte verplichtingen op het gebied van openbaarmaking (o.a. geen jaarrekening publiceren). Nadelen • Alle vennoten zijn persoonlijk en onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de vof. • Het faillissement van de vof betekent ook het faillissement van de vennoten.
13
Gewone commanditaire vennootschap (Comm.V)
De gewone commanditaire vennootschap bestaat uit werkende (beherende) en stille vennoten (geldschieters). In tegenstelling tot de werkende vennoten zijn de stille vennoten slechts beperkt aansprakelijk, maar ze mogen zich niet inlaten met het bestuur van de vennootschap. Voordelen • De voordelen zijn dezelfde als bij een vof. • De stille vennoten zijn enkel aansprakelijk voor hun inbreng, hun privégoederen kunnen niet aangetast worden. Nadelen • De nadelen zijn dezelfde als bij een vof. • De stille vennoten mogen zich niet openlijk inlaten met het beheer van de vennootschap. Doen ze dat wel, dan worden ze onbeperkt aansprakelijk.
Commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA)
Ook de commanditaire vennootschap op aandelen bestaat uit werkende (beherende) en stille vennoten. In een Comm.VA kunnen er aandelen worden uitgegeven, het is dus een kapitaalvennootschap op dit vlak. Maar op bestuurlijk vlak is het een personenvennootschap. De zaakvoerder(s) word(en) benoemd voor onbepaalde duur en kunnen hun opvolger(s) statutair vastleggen. Voordelen • De stille vennoten zijn zoals bij een Comm.V alleen aansprakelijk voor hun inbreng. • De aandelen zijn vrij overdraagbaar. • Een Comm.VA kan een goede rechtsvorm zijn voor familiebedrijven door de ruime bevoegdheden van de zaakvoerders en de mogelijkheid om in de opvolging te voorzien. Nadelen • Beherende vennoten zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk. • De oprichting moet bij notariële akte gebeuren. • Zware boekhoudkundige en administratieve verplichtingen. • Er is een hoog startkapitaal nodig voor de oprichting.
14
Coöperatieve vennootschap met beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid (cvba – cvoa) De coöperatieve vennootschap is samengesteld uit een veranderlijk aantal vennoten met veranderlijke inbreng. Het is bovendien mogelijk om nieuwe leden op te nemen en vennoten uit te sluiten tegen terugbetaling van hun aandelen. Een cvba of cvoa moet opgericht worden door ten minste drie personen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een cv met beperkte aansprakelijkheid en een cv met onbeperkte aansprakelijkheid.
Voordelen • In de cvba zijn alle vennoten slechts beperkt aansprakelijk voor het bedrag van hun inbreng. • De vennoten kunnen gemakkelijk in- en uittreden. Nadelen • In de cvba is een notariële akte nodig voor de oprichting. • Zware boekhoudkundige en administratieve verplichtingen. • In de cvoa zijn alle vennoten onbeperkt aansprakelijk.
5. De vennootschap oprichten 5.1 Een financieel plan opstellen
Wanneer je een nv, (e)bvba of cvba of Comm.VA wilt oprichten, moet je eerst een financieel plan (laten) opstellen. Dat plan moet een gedetailleerd overzicht geven van de financiële inkomsten en behoeften gedurende de eerste twee werkjaren van de vennootschap. Het financiële plan wordt voorgelegd aan een notaris, die het ook bewaart. Als de onderneming failliet gaat tijdens de eerste drie jaar en achteraf blijkt dat het maatschappelijk kapitaal ontoereikend was voor de eerste twee werkjaren, dan kunnen de oprichters van de vennootschap aansprakelijk gesteld worden voor de verbintenissen die de vennootschap in de eerste twee jaren is aangegaan.
5.2 Een oprichtingsakte opstellen
In de oprichtingsakte moeten de ‘statuten’ van de vennootschap worden opgenomen: de identiteit van de oprichters, naam en doel
15
van de vennootschap, de regeling met betrekking tot de algemene vergadering en andere regels die zullen gelden in de vennootschap. • Voor de oprichting van een vof, cvoa en een Comm.V volstaat een onderhandse akte. Voor de publicatie ervan kan je terecht bij Xerius Ondernemingsloket. • Bij de oprichting van een nv, (e)bvba, Comm.VA en een cvba is een authentieke akte vereist, opgemaakt door een notaris. • Voor een inbreng in natura is een verslag van een bedrijfsrevisor en een bijzonder verslag van de oprichters nodig.
5.3 De oprichtingsakte registreren, neerleggen en bekendmaken
De oprichtingsakte moet vervolgens geregistreerd worden bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën: • voor de authentieke akten (notariële akten): binnen de vijftien dagen • voor onderhandse akten: binnen de vier maanden. Daarna moet een uittreksel uit de oprichtingsakte worden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel. De vennootschap verkrijgt haar rechtspersoonlijkheid vanaf de dag waarop de bekend te maken uittreksels uit de oprichtingsakte neergelegd zijn. Met je ondernemingsnummer ga je langs bij Xerius Ondernemingsloket. Het ondernemingsloket zal een activiteitenlijst voor je vennootschap opstellen en je ondernemersvaardigheden controleren. Pas nadat het ondernemingsloket de handelshoedanigheid heeft geactiveerd, kan je van start gaan met je onderneming. Binnen de vijftien dagen na de neerlegging moet het uittreksel uit de oprichtingsakte ook gepubliceerd worden in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad. Dat gebeurt aan de hand van een formulier verkrijgbaar op de griffie van de rechtbank van koophandel. De griffie verzendt de nodige stukken zelf naar het Staatsblad. Deze ‘bekendmaking’ van de vennootschapsakten (o.m. de oprichtingsakte) is heel belangrijk. Het ontbreken ervan betekent dat
16
de akte – behoudens uitzondering – niet inroepbaar is tegen derden. De vennootschapsakte kan slechts worden tegengeworpen aan derden vanaf de dag van bekendmaking, tenzij de vennootschap aantoont dat die derden er tevoren kennis van droegen. De griffie zal de identificatiegegevens van de onderneming invoeren in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en aan de vennootschap een ondernemingsnummer toekennen.
5.4 Aanleggen vennootschapsregister
In de nv, de Comm.VA, de (e)bvba, de cvba en cvoa moet een vennootschapsregister worden aangelegd dat op de maatschappelijke zetel ter inzage ligt. Dit register vermeldt per vennoot naam, beroep, adres, aantal aandelen en gedane stortingen. Ook de overdrachten worden in het register bijgehouden.
5.5 Vennootschapsbijdrage
Elke vennootschap die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-verblijfhouders moet jaarlijks een vennootschapsbijdrage te betalen. Regel de aansluiting van je vennootschap bij de start van je activiteiten bij Xerius Sociaal Verzekeringsfonds, samen met je aansluiting als zelfstandige. De vennootschapsbijdrage moet je één keer per jaar in juni betalen. Heeft je vennootschap een balanstotaal hoger dan 646.787,86 euro, dan moet je 868 euro betalen. ‘Kleine vennootschappen’, met een balanstotaal dat lager is dan 646.787,86 euro betalen 347,50 euro vennootschapsbijdrage (cijfers 2014).
17
2
Naar het onder nemingsloket
1. Vooraf Vooraleer Xerius Ondernemingsloket de inschrijving van je onderneming kan regelen, moet je nog enkele dingen in orde brengen:
1.1 Zichtrekening openen
Voor een eenmanszaak is deze best verschillend van je privérekening. Voor een vennootschap moet de rekening op naam van de vennootschap staan. Vergeet niet dit bankrekeningnummer te vermelden op al je uitgaande documenten.
1.2 Voorafgaande vergunningen
Deze vergunningen zijn ‘voorafgaand’, omdat je ze moet kunnen voorleggen bij de inschrijving van je onderneming. In de meeste gevallen worden ze tegelijk met je inschrijving in orde gebracht. Machtiging ambulante handel Als je producten wilt verkopen buiten de hoofdzetel of de vestigingen die je aan de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) hebt gemeld, kan het zijn dat je een ‘machtiging ambulante handel’ nodig hebt. Het gaat om: deur-aan-deur verkopen, verkopen op de openbare weg en op de openbare en private markten. Je vraagt deze machtiging aan bij Xerius Ondernemingsloket. Je moet hiervoor basiskennis bedrijfsbeheer aantonen en soms ook beroepskennis. Als je ook deur-aan-deur verkoopt, moet je bovendien een uittreksel uit het strafregister voorleggen. Kermisattractie Als je een kermisattractie of kermisgastronomie met bediening aan tafel wilt uitbaten, heb je een machtiging kermisactiviteiten nodig. Deze machtiging vraag je aan bij Xerius Ondernemingsloket. Ook voor deze machtiging moet je basiskennis bedrijfsbeheer bewijzen. Vergunning beenhouwer - spekslager Ga je een beenhouwerij of spekslagerij uitbaten? Ben je van plan vers, bereid of verduurzaamd slachtvlees te gaan verkopen, te koop te stellen, voor verkoop te bewaren of met het oog op verkoop uit te snijden? Dan moet je een vergunning van beenhouwer-spekslager aanvragen. Dit kan je doen bij Xerius Ondernemingsloket of bij de FOD Economie (dienst Economische Vergunningen).
20
Beroepskaart Burgers uit de Europese Economische Ruimte (de Europese Unie, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland) en Zwitserland kunnen vrij een onderneming oprichten in België. Wie daar niet toe behoort en in België een zelfstandige activiteit wil opstarten, kan een verblijfsvergunning en/of een beroepskaart nodig hebben. De beroepskaart omschrijft duidelijk de uitgeoefende activiteit, is persoonlijk en onoverdraagbaar en maximaal vijf jaar geldig, met mogelijkheid tot hernieuwing. • De beroepskaart wordt toegekend door de FOD Economie, kmo, Middenstand en Energie. • Woon je in België? Vraag je beroepskaart aan bij Xerius Ondernemingsloket. • Je woont niet in België? Klop aan bij de bevoegde Belgische diplomatieke vertegenwoordiger van het land waar je verblijft.
2. Inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen Wanneer je een handels- of ambachtsactiviteit gaat uitoefenen, moet je je onderneming als handelsonderneming laten inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Voor deze inschrijving kan je terecht bij Xerius Ondernemingsloket. Het ondernemingsloket onderzoekt of je over de nodige vaardigheden beschikt om een eigen onderneming te starten en bezorgt je vervolgens een ondernemingsnummer: de identiteitskaart van jouw onderneming. De gegevens van je onderneming worden door het ondernemingsloket ingegeven in de KBO. Dat is een centrale databank die de gegevens van alle ondernemingen in België bevat. Zo kunnen ze door de officiële instanties worden opgevraagd.
21
Wat moet je zeker meebrengen naar Xerius Ondernemingsloket?
DDidentiteitskaart (eventueel beroepskaart) DDbewijsstukken basiskennis bedrijfsbeheer en eventueel beroepskennis
DDbankrekeningnummer DDde activiteiten die je wilt gaan uitoefenen en de handelsbenaming
DDals je een vennootschap opricht: bewijs van neerlegging van de statuten bij de griffie van de rechtbank van koophandel
DDeventueel voorafgaande vergunningen Regel je inschrijving in de KBO en je aansluiting online in 5 eenvoudige stappen via www.xerius.be.
2.1 Ondernemersvaardigheden bewijzen
Als je in België een eigen zaak wilt opstarten, moet je over de nodige ‘ondernemersvaardigheden’ beschikken. Sinds 1 januari 1999 moet elke kmo die een handelsactiviteit uitoefent, ‘basiskennis bedrijfsbeheer’ bewijzen. Voor een aantal gereglementeerde beroepen moet je bovendien bijkomend beroepskennis aantonen. Deze maatregel is destijds ingevoerd om zoveel mogelijk faillissementen te vermijden. Zowel eenmanszaken als vennootschappen moeten de ondernemersvaardigheden bewijzen en het is niet van belang of je start als zelfstandige in hoofd- of in bijberoep.
22
2.2 Kennis bedrijfsbeheer Wie bewijst basiskennis bedrijfsbeheer? In de eenmanszaak: • jij als ondernemingshoofd • een aangestelde: • je echtgeno(o)t(e) • je wettelijk samenwonende partner • je partner met wie je minstens sinds zes maanden officieel samenwoont • de zelfstandige helper die bloed- of aanverwant is van het ondernemingshoofd tot in de derde graad • een werknemer met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, die het dagelijkse beheer daadwerkelijk uitoefent. In de vennootschap • binnen de personenvennootschap (bvba, vof, enzovoort) • altijd het orgaan van het dagelijks bestuur: de zaakvoerder • binnen de kapitaalvennootschap (nv, cvoa, enzovoort) • het orgaan van het dagelijks bestuur: de gedelegeerd bestuurder of wanneer er geen gedelegeerd bestuurder benoemd is, een van de bestuurders • een werknemer met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, belast met de dagelijkse leiding (via een benoeming neergelegd ter publicatie in het Belgisch Staatsblad). Hoe bewijs je de kennis bedrijfsbeheer? Je kan basiskennis bedrijfsbeheer bewijzen aan de hand van diploma’s of op basis van ervaring opgedaan tijdens de laatste vijftien jaar. Volgende diploma’s worden onder meer aanvaard als bewijs: • diploma hoger onderwijs • bestaand vestigingsgetuigschrift. Akten afgeleverd voor 30 september 2000 • diploma hoger secundair onderwijs (aso, tso, kso) • diploma hoger secundair beroepsonderwijs afdeling handel,
23
boekhouden, verkoop of kantoor • attest eerste jaar ondernemersopleiding • een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig is verklaard met een Belgisch diploma dat aanvaard wordt voor de basiskennis van het bedrijfsbeheer • aanvullend getuigschrift over de basiskennis bedrijfsbeheer (afhankelijk van het jaar en de onderwijsvorm waarin het behaald is). Akten afgeleverd na 30 september 2000 • getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer • een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig is verklaard met een Belgisch diploma dat aanvaard wordt voor de basiskennis van het bedrijfsbeheer. Volgende ervaring opgedaan tijdens de laatste vijftien jaar voldoet ook als bewijs: • drie jaar in hoofdberoep of vijf jaar in bijberoep als zelfstandig ondernemingshoofd of als orgaan van het dagelijkse bestuur van een vennootschap • vijf jaar als zelfstandig helper • vijf jaar als bediende in een leidinggevende functie • vijf jaar als meewerkende echtgeno(o)te.
2.3 Beroepskennis
Om bepaalde beroepen te mogen uitoefenen, moet je aantonen dat je kennis hebt van dat specifieke beroep. Het gaat om beroepen waarover de overheid en de betreffende beroepsorganisatie geoordeeld hebben dat er een opleiding of ervaring vereist is om dit beroep te kunnen uitoefenen. De voorwaarden verschillen naargelang de moeilijkheid van het beroep. Voor deze ‘gereglementeerde beroepen’ moet je beroepskennis aantonen: Fietsen en motorvoertuigen • rijwielactiviteiten • intersectorale kennis motorvoertuigen • sectorale kennis motorvoertuigen tot 3,5 ton
24
• sectorale kennis motorvoertuigen boven 3,5 ton. Bouw en elektrotechniek • ruwbouw • dakdekkers- en waterdichtingsactiviteiten • stukadoor-, cementeer-, en dekvloeractiviteiten • schrijnwerkers- en glazenmakersactiviteiten • installatietechnieken cv, klimaatregeling, gas en sanitair • elektrotechnieken • tegel-, marmer-, en natuursteenactiviteiten • eindafwerking • algemeen aannemer. Personenverzorging • kapper • schoonheidsspecialist • voetverzorger • masseur • opticien • dentaaltechnicus • begrafenisondernemer. Voeding • slager-groothandelaar • restaurateur of traiteur-banketaannemer • brood- en banketbakker. Andere • installateur-frigorist • droogkuiser-verver. 1. Wie bewijst de beroepskennis? In de eenmanszaak: • jij als ondernemingshoofd • een aangestelde: • je echtgeno(o)t(e) • je wettelijk samenwonende partner • je partner met wie je minstens sinds zes maanden officieel
25
samenwoont • de zelfstandige helper die bloed- of aanverwant is tot in de derde graad • een werknemer met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, die het dagelijkse technische beheer daadwerkelijk uitoefent. In de vennootschap: • het orgaan van het dagelijks bestuur: de zaakvoerder, gedelegeerd bestuurder of een van de bestuurders • een werkende vennoot belast met de technische leiding (benoeming neergelegd ter publicatie in het Belgisch Staatsblad) • een werknemer belast met de technische leiding (via een lastgevingovereenkomst). 2. Hoe bewijs je de beroepskennis? Met akten en diploma’s: • eindakten uitgereikt door een onderwijsinrichting die door een gemeenschap ingericht, erkend of gesubsidieerd is • een gelijkwaardig getuigschrift uitgereikt door de centrale examencommissie. De akten verschillen naargelang de activiteit • een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is met een Belgisch diploma dat aanvaard wordt voor de te bewijzen beroepskennis. Door praktijkervaring: je moet aantonen dat je praktijkervaring hebt opgedaan binnen een bepaalde periode (afhankelijk van je beroep) voorafgaand aan je inschrijving. Volgende ervaring kan als bewijs gelden: • zelfstandig ondernemingshoofd • mandataris of werkend vennoot in een vennootschap • zelfstandig helper • meewerkend echtgeno(o)t(e) • loontrekkende in een onderneming met een gereglementeerd beroep als activiteit. Hoeveel praktijkervaring je moet hebben, is afhankelijk van het beroep dat je gaat uitoefenen. Contacteer ons: wij zoeken voor je uit of jouw ervaring in aanmerking komt om de beroepskennis te bewijzen.
26
2.4 Vrijstelling van basiskennis bedrijfsbeheer en beroepskennis
In sommige gevallen hoef je geen basiskennis bedrijfsbeheer of beroepskennis aan te tonen: Overlijden van een ondernemer • de overlevende partner is definitief vrijgesteld (als de partners getrouwd waren, wettelijk samenwoonden, of feitelijk samenwoonden sinds ten minste zes maanden) • de kinderen van een overleden ondernemer (natuurlijk persoon) zijn drie jaar vrijgesteld vanaf het overlijden of vanaf hun meerderjarigheid. Overname Bij identieke overname van de volledige handelszaak zijn de overnemers gedurende een jaar vrijgesteld van zowel bedrijfsbeheer als beroepskennis. Verworven recht Natuurlijke personen en vennootschappen die op 1 januari 1999 waren ingeschreven in het handelsregister, zijn definitief vrijgesteld voor bedrijfsbeheer. Voor de beroepskennis moeten we eerst nagaan vanaf welke datum een bepaald beroep gereglementeerd werd. Vrijgestelde beroepen Wanneer je een beroep gaat uitoefenen waarvoor je vooraf een vergunning nodig hebt van een beroepsinstituut, hoef je de basiskennis bedrijfsbeheer bij het ondernemingsloket niet aan te tonen. Voor deze beroepen worden de ondernemersvaardigheden immers onderzocht door het beroepsinstituut: • vastgoedmakelaar/stagiair-vastgoedmakelaar • verzekeringsagent en -makelaar • agent en makelaar in bank- en beleggingsdiensten • vervoer van goederen over de weg • vervoer van personen over de weg • vervoer van goederen over de binnenwateren • directeur van een autorijschool.
27
Xerius Ondernemingsloket heeft wel een kopie van de vergunning van het beroepsinstituut nodig bij inschrijving. Niet-kmo Een startende onderneming wordt beschouwd als niet-kmo wanneer meer dan 25% van de aandelen in handen zijn van één of meer nietkmo’s. Een niet-kmo heeft: • op jaarbasis gemiddeld meer dan vijftig werknemers gedurende de twee vorige boekjaren. Voor zover ze werknemer zijn van dezelfde (rechts-)persoon, moeten alle werknemers, wereldwijd, in aanmerking worden genomen. • of een jaaromzet die groter is dan zeven miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal dat groter is dan vijf miljoen euro gedurende de twee vorige boekjaren.
3. Activeren btw-hoedanigheid Iedere persoon die op regelmatige basis een zelfstandige activiteit uitoefent en daarbij goederen levert of diensten verleent, is in principe btw-plichtig, ook in bijberoep. Xerius Ondernemingsloket maakt voor jou de activering van de btw in orde: via een internet applicatie brengen wij het bevoegde btw-controlekantoor snel op de hoogte.
28
4. Bijkomende vergunningen Als startende ondernemer heb je vaak ook nog andere vergunningen nodig. Meer informatie en een overzicht van alle vergunningen vind je op www.xerius.be/vergunningen.
Wat betaal je aan Xerius? De overheid bepaalt een eenheidstarief per vestigingseenheid voor alle basisdiensten die het ondernemingsloket voor je kan uitvoeren. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd. De tarieven van alle diensten van Xerius Ondernemingsloket, vind je op www.xerius.be/tarieven.
29
3
Jouw sociale zekerheid als zelfstandige
1. Je rechten en plichten als zelfstandige Als zelfstandige ben je verplicht om elk kwartaal sociale bijdragen te betalen aan een sociaal verzekeringsfonds. Als startende zelfstandige moet je daarom, ten laatste vanaf de dag dat je start met je activiteiten, aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds, dat instaat voor de berekening en de inning van jouw sociale bijdragen. In ruil voor je sociale bijdragen krijg je bepaalde rechten. Zo verwerf je, als zelfstandige in hoofdberoep of gelijkgeschakeld, het recht op kinderbijslag, moederschapshulp, ziekteverzekering, uitkering bij palliatieve zorgen, een faillissementsverzekering en een wettelijk rustpensioen. Je sociale bijdragen zijn volledig fiscaal aftrekbaar, omdat het gaat om beroepskosten. Sociale bijdragen voor zelfstandigen worden berekend op het netto belastbaar jaarinkomen. Ook een zelfstandige heeft recht op kleine en grote risico’s Zelfstandigen hebben via hun sociale bijdragen dus recht op zowel ‘grote risico’s’ (hospitalisatie, röntgenfoto’s, enzovoort), als op ‘kleine risico’s’ (terugbetaling van erelonen dokter, tandarts, kinesist en apothekerskosten).
2. Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds 2.1 Wie moet aansluiten? Iedere zelfstandige, dus ook: • Een helper: een zelfstandig helper is iemand die een andere zelfstandige in een eenmanszaak bijstaat of vervangt. Er mag dus geen sprake zijn van gezag, leiding en toezicht door de hoofdzelfstandige. • De meewerkende echtgeno(o)t(e): wanneer je als partner (onder huwelijkscontract of verklaring van wettelijke samenwoning) van een zelfstandige effectief meehelpt in de eenmanszaak en zelf geen eigen volwaardig sociaal statuut hebt of een
32
vervangingsinkomen ontvangt, word je beschouwd als meewerkende echtgeno(o)t(e). • Een mandataris in een vennootschap: in principe worden alle personen die een mandaat uitoefenen (bv. zaakvoerder, bestuurder) en ook werkende vennoten beschouwd als zelfstandigen en moeten ze aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Ook je vennootschap moet ‘bijdragen’ betalen. Een keer per jaar. Hoeveel is afhankelijk van het balanstotaal van je vennootschap. Voor deze jaarlijkse vennootschapsbijdrage moet je je vennootschap aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds.
2.2 In welke categorie kan je aansluiten? Hoofdberoep of bijberoep? Je bent zelfstandige in hoofdberoep als jouw zelfstandige activiteit je enige of voornaamste bezigheid is. Je bent zelfstandige in bijberoep wanneer je: • tegelijkertijd met je zelfstandige activiteit nog een andere beroeps-bezigheid uitoefent voor een werkgever. Je moet minstens halftijds werken als loontrekkende of als niet-benoemde leerkracht, of 6/10de als je les geeft als vastbenoemde leerkracht • als ambtenaar minstens halftijds en ten minste acht maanden of tweehonderd dagen per jaar werkt • een werkloosheidsuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, bepaalde vormen van loopbaanonderbreking of tijdskrediet krijgt. Voorwaarde hierbij is dat je uitkering een recht op pensioen opent. En van belang: vooraf goedkeuring krijgen van de uitbetalingsinstelling. Voordeelregel als student, gehuwde of weduw(e)(naar) (‘artikel 37’) Je wilt zelfstandige worden in hoofdberoep, maar je weet al dat je inkomsten beperkt zullen blijven? Dan kan je overwegen om aan te sluiten als zelfstandige op basis van de voordeelregel ‘artikel 37’. De enige voorwaarde is dat je van ‘afgeleide rechten’ moet genieten. Je komt dus alleen in aanmerking als je: • getrouwd bent en je partner volwaardige sociale rechten geniet • student bent onder de 25 jaar, ten laste staat van je ouders en
33
recht opent op kinderbijslag • weduwe bent en een overlevingspensioen ontvangt. • vast benoemd bent in het onderwijs met tewerkstelling van minstens 50% en minder dan 60% • vrijstelling geniet op basis van beperkte inkomsten als politicus. Dit geldt enkel voor bepaalde politici. Als je aansluit in ‘artikel 37’ en vrijstelling van bijdragen krijgt of verminderde bijdragen betaalt, bouw je geen eigen socialezekerheidsrechten op. Stijgt je inkomen boven het inkomen van 6.742,06 euro, dan ben je minstens de forfaitaire minimumbijdrage van hoofdberoep verschuldigd. Bij een regularisatie worden achteraf met terugwerkende kracht 3% kwartaalverhogingen en supplementair een jaarverhoging van 7% aangerekend. Gepensioneerde Je kan als zelfstandige (blijven) werken wanneer je met pensioen bent. Voor je 65 moet je wel je inkomsten beperken, vanaf 65 mag je je pensioen onbeperkt cumuleren met beroepsinkomsten. Gepensioneerde zelfstandigen betalen een lager percentage aan sociale bijdragen dan een gewone zelfstandige, maar bouwen hierdoor ook geen bijkomende pensioenrechten meer op. Een gepensioneerde die nog uitsluitend een kosteloos mandaat bekleedt, moet niet (langer) aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Onbeperkt bijverdienen Om als gepensioneerde onbeperkt te kunnen bijverdienen, moet je aan twee voorwaarden voldoen: • je bent 65 jaar of ouder • of je bent jonger dan 65 met een loopbaan van minstens 45 jaar.
34
3. Hoe worden je sociale bijdragen berekend? Je betaalt als zelfstandige in principe 22% socialezekerheidsbijdragen op je netto belastbaar jaarinkomen. Afhankelijk van je inkomen en je bijdragecategorie (hoofdberoep, bijberoep enzovoort) kan dat minder zijn. Maar hoe wordt die 22% juist berekend? Je moet enkele belangrijke zaken onthouden over de berekening van jouw sociale bijdragen.
3.1 Sociale bijdragen moet je betalen per kwartaal
Je betaalt je sociale bijdragen per kwartaal. Er begint telkens een nieuw kwartaal op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Bovendien is een kwartaal altijd ondeelbaar. Dat wil zeggen dat je de volledige kwartaalbijdrage moet betalen voor elk kwartaal waarin je werkt. Als je bijvoorbeeld op 31 maart van start gaat met je zelfstandige activiteit, moet je de bijdrage voor het volledige eerste kwartaal betalen.
3.2 Je betaalt jaarlijks een voorschot
Xerius rekent je jaarlijks een wettelijke voorlopige kwartaalbijdrage aan berekend op je geïndexeerde netto belastbare inkomen van drie jaar voordien. In 2015 betaal je dus sociale bijdragen op je beroepsinkomen van 2012. Twee jaar later worden je bijdragen herzien op basis van wat je in je bijdragejaar effectief netto belastbaar verdiende. Voor het bijdragejaar 2015 krijg je dus in 2017 een herziening op basis van de inkomsten die je in 2015 realiseerde. Jaarlijks vergelijk je best je werkelijke inkomsten met die van drie jaar terug. Bespreek dit zeker met je boekhouder. Drie mogelijke scenario’s kunnen zich voordoen: 1. Je inkomsten blijven nagenoeg stabiel. Je hoeft dan niets te doen, betaal gewoon de wettelijke voorlopige sociale bijdragen. 2. Je inkomsten zijn intussen gestegen. Geef Xerius een schatting van je netto belastbare jaarinkomen via www.xerius.be/ bijdrageberekening. We berekenen je voorlopige bijdragen op dit inkomen en je krijgt later geen eventuele gepeperde rekening gepresenteerd. Fiscaal is dit ook interessant want sociale bijdragen zijn volledig fiscaal aftrekbaar. Wat je bijbetaalde gaat
35
in je jaarlijkse spaarpot, wachtend op de afrekening. Dat noemen we je ‘reserve’. 3. Je inkomsten zijn gevoelig gedaald. Geef Xerius een schatting van je netto belastbare jaarinkomen via www.xerius.be/ bijdrageberekening. Je inkomen moet dan niet alleen lager liggen dan het inkomen van drie jaar voordien, maar ook lager dan de vastgelegde drempelbedragen per bijdragecategorie. Voor een overzicht hiervan en meer info, surf naar www.xerius.be. Opmerking Als je in de loop van het jaar wisselt van bijdragecategorie, bijvoorbeeld van hoofd- naar bijberoep, betaal je voor dat jaar viermaal een kwartaalbijdrage op je globale netto belastbare jaarinkomen als zelfstandige. Voorbeeld Je werkt van 1 januari 2015 tot 30 juni 2015 in bijberoep en verdient 2.000 euro, in de tweede helft van het jaar verdien je 18.000 euro in hoofdberoep. Je betaalt dan vier kwartaalbijdragen op een netto belastbaar inkomen van 20.000 euro.
3.3 Je krijgt voor elk bijdragejaar een herziening
De belastingadministratie bezorgt Xerius je netto belastbare jaarinkomsten na twee jaar. Op dat moment toetst Xerius je wettelijke voorlopige sociale bijdragen aan de werkelijke inkomsten. We breken je spaarpot open en zien of je genoeg voorzag. Betaalde je te weinig, dan moet je bijbetalen. Betaalde je te veel, dan krijg je het tegoed terug.
Opmerking Als bij de herziening blijkt dat je onterecht een vermindering van je voorlopige bijdragen vroeg, word je beboet. De verhogingen kunnen snel oplopen, vraag dus enkel een vermindering als je heel zeker bent dat je inkomsten voldoende zijn gedaald.
36
3.4 Als starter is er een speciale regeling 1. Tijdens de eerste drie jaar rekenen we je forfaitaire minimumbijdragen aan Je stelde jezelf wellicht al de vraag: ik werkte drie jaar geleden nog niet als zelfstandige, waarop gaan jullie mijn wettelijke voorlopige sociale bijdragen dan berekenen? Terechte vraag. Als starter rekent Xerius je voor de eerste drie volledige jaren een forfaitaire minimumbijdrage aan. Deze bijdrage verhoogt jaarlijks en is afhankelijk van de bijdragecategorie. Hieronder een overzicht van de forfaitaire minimumbijdragen voor hoofd- en bijberoepers. Hoofdberoep Bijdrage Jaar Berekend op % minimuminkomen (€)
Bijberoep
Forfaitaire minimum bijdrage (€)
Berekend op minimuminkomen (€)
Forfaitaire minimum bijdrage (€) 75,20
1
20,50
12.870,43
679,73
1.423,90
2
21
12.870,43
696,31
1.423,90
77,03
3
21,50
12.870,43
712,89
1.423,90
78,86
Volgens baremacijfers 2015 en inclusief 3,05% beheerskosten.
2. Een goede raad: betaal sociale bijdragen op wat je verdient Als je meer verdient dan het minimuminkomen, geef Xerius dan een schatting van je werkelijke netto belastbare jaarinkomen. Want na twee jaar krijgt Xerius je inkomen van de fiscus. En dan volgt een herziening van je sociale bijdragen. Betaalde je te weinig bij aanvang dan moet je bijbetalen. Deze supplementen komen dan bovenop de sociale bijdragen die je voor dat jaar moet betalen. Door in de beginfase zelf bij te sturen, kan je dit vermijden. Bovendien doe je een fiscaal voordeel. Want door in je beginperiode meer te betalen, zorg je voor een grotere fiscale aftrekbaarheid. Sociale bijdragen zijn namelijk volledig fiscaal aftrekbaar als beroepskosten. Door meer te betalen daalt je netto belastbare jaarinkomen. Zo betaal je ook minder belastingen. Hieronder geven we
37
je een overzicht voor een zelfstandige in hoofdberoep waaruit blijkt dat tijdig bijsturen loont:
Bijdragejaar + kwartaal
Voorlopige kwartaal bijdragen
%
Werkelijke inkomsten op jaarbasis
Definitieve kwartaal bijdragen
Her ziening in
Bij te betalen per kwartaal
1-4/2015
€ 679,73
20,50
€ 25.000
€ 1.320,33
2017
€ 640,60
1-4/2016
€ 696,31
21
€ 30.000
€ 1.623,04
2018
€ 926,73
1-4/2017
€ 712,89
21,50
€ 40.000
€ 2.215,58
2019
€ 1.502,69
Volgens baremacijfers 2015 en inclusief 3,05% beheerskosten.
3. Kan je als starter ook een vermindering krijgen? Neen, in principe kan je dat niet als je werkt als zelfstandige in hoofdberoep. Je moet minstens de forfaitaire minimumbijdrage betalen om sociaal verzekerd te blijven. Je kan enkel een vermindering krijgen in de volgende gevallen: Je werkt als bijberoeper Je hebt een volwaardig sociaal statuut waarmee je je sociale rechten opbouwt, naast je zelfstandig bijberoep en je verdient met deze laatste activiteit minder dan 1.500 euro. Dan kan je een vrijstelling aanvragen van je sociale bijdragen. Je bent student, gehuwd of weduwe/weduwnaar Studenten jonger dan 25, gehuwden en weduwen of weduwnaars kunnen in sommige gevallen een voordeelregeling genieten. Opent het sociaal statuut van de ouders of de (overleden) partner ook voor hen socialezekerheidsrechten en hebben ze zelf lage inkomsten als zelfstandige, dan komen ze eventueel in aanmerking voor een vrijstelling of een vermindering van hun sociale bijdragen. Je werkt als gepensioneerde Zowel een vervroegd gepensioneerde als een wettelijk gepensioneerde kan vrijstelling of vermindering van sociale bijdragen bekomen. Hieronder een overzicht van de inkomstendrempels en de verminderde bijdragen:
38
Hoofdberoep
Inkomensdrempels (€)
Kwartaalbijdrage (€)
< 12.870,43
729,46
< 25.740,86
1.458,92
Bijberoep en voordeelregel studenten/gehuwden/weduw(e)n(aars) (artikel 37)
Inkomensdrempels (€)
Kwartaalbijdrage (€)
< 1.423,90
0
< 6.742,06
382,12
< 12.870,43
729,46
< 25.740,86
1.458,92
Meewerkende partner maxistatuut
Inkomensdrempels (€)
Kwartaalbijdrage (€)
< 5.653,98
320,45
< 12.870,43
729,46
< 25.740,86
1.458,92
Gepensioneerden toegelaten activiteit
Inkomensdrempels (€)
Kwartaalbijdrage (€) zonder wettelijk pensioen
met wettelijk pensioen
< 2.847,81
0
0
< 6.234 (enkel vervroegd)
niet van toepassing
< 6.742,06
382,12
< 9.351 (enkel vervroegd)
niet van toepassing
< 12.870,43
729,46
487,40
< 25.740,86
1.458,92
974,79
236,09
(zonder kinderlast)
255,33 354,13
(met kinderlast)
4. Sociale bijdragen van een onvolledig kalenderjaar worden op jaarbasis berekend Je sociale bijdragen worden uiteindelijk elk jaar berekend op je netto belastbare jaarinkomen van het jaar zelf. Je socialezekerheidsbijdragen betaal je per kwartaal. Maar neem nu dat je voor een bepaald jaar minder dan vier kwartalen werkt. Dan is er een belangrijk aandachtspunt.
39
Voorbeeld Stel, je start op 1 mei 2015 als zelfstandige. Dan betaal je in 2015 drie kwartaalbijdragen. Je verdient in 2015 30.000 euro netto belastbaar. Hoeveel betaal je per kwartaal? Wel, eerst wordt je inkomen op jaarbasis berekend. Het wordt vermenigvuldigd met vier en gedeeld door het aantal gewerkte kwartalen. In dit geval geeft dit: 30.000 euro X 4 : 3 = 40.000 euro Je betaalt dus driemaal een kwartaalbijdrage op een inkomen van 40.000 euro in plaats van op je werkelijke inkomen van 30.000 euro.
4. Wanneer moet je betalen? Sociale bijdragen betaal je per kwartaal. Vier keer per jaar - bij het begin van elk kwartaal - stuurt het sociaal verzekeringsfonds je een afrekening toe voor de bijdragen die je dat kwartaal verschuldigd bent. De verschuldigde bijdragen moeten voor het einde van het kwartaal op de rekening van het sociaal verzekeringsfonds staan of er wordt je prompt een verhoging van 3% aangerekend en nog eens eenmalig 7% supplement per jaarovergang. Deze strenge regeling wordt door de overheid opgelegd. Als je de aansluitingsverklaring aan Xerius bezorgt uiterlijk op de dag van de start van je zelfstandige activiteit, heb je recht op uitstel van betaling gedurende de eerste twee kwartalen. De verschuldigde bijdragen hoef je dan pas voor het einde van het volgende kwartaal te betalen. Wanneer je te laat aansluit door de verklaring van aansluiting te ondertekenen ná de dag dat je start met je zelfstandige activiteit, heb je geen recht op uitstel van betaling. Let wel: als je kiest voor uitstel van betaling, moet je de sociale bijdragen van je tweede en derde kwartaal tegelijk betalen.
40
Voorbeeld Je start als zelfstandige op 2 april 2015 en bezorgt ons je verklaring van aansluiting op 1 april 2015. • tweede kwartaal (eerste kwartaal van aansluiting) te betalen voor 23 september • derde én vierde kwartaal (tweede en derde kwartaal van aansluiting) te betalen voor 23 december.
5. Werkloos en zelfstandig worden De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) werkte een aantal maatregelen uit die erop gericht zijn de toegang tot het zelfstandige beroep te vergemakkelijken. Opleiding volgen Werkzoekenden die een opleiding voor een zelfstandig beroep willen volgen, kunnen vrijgesteld worden van sommige toekenningsvoorwaarden inzake beschikbaarheid op de arbeidsmarkt en de inschrijving als werkzoekende. Voorbereiding van je zelfstandige activiteiten Je kan, met behoud van werkloosheidsuitkeringen, gedurende een periode van ten hoogste zes maanden, je vestiging als zelfstandige voorbereiden. Het gaat dan om studies met betrekking tot de haalbaarheid van het beoogde project, de inrichting van de lokalen en de installatie van het materiaal, het leggen van de nodige contacten om het project op te starten en het vervullen van de administratieve formaliteiten. Behoud van recht op werkloosheidsuitkering Een werknemer die een zelfstandig beroep begint, maar die binnen een bepaalde termijn zijn zelfstandige activiteit om objectieve redenen terug moet stopzetten, kan het recht op werkloosheidsuitkeringen na de stopzetting hernemen. Als je je werkloosheid onderbroken hebt (en dus vroeger werkloosheidsuitkeringen kreeg) om zich te vestigen als zelfstandige, kan je opnieuw uitkeringen ontvangen wanneer je hiervoor binnen de drie jaar een aanvraag indient.
41
6. Tijdskrediet of loopbaanonderbreking en zelfstandige worden Tijdskrediet voor werknemers Werknemers die volledig tijdskrediet nemen om te starten als zelfstandige in hoofdberoep kunnen (onder bepaalde voorwaarden) de inkomsten uit die zelfstandige activiteit combineren met uitkeringen van de RVA. Wanneer het gaat om thematisch verlof (ouderschapsverlof, palliatieve zorgen, medische bijstand), kan je die uitkering combineren met een zelfstandige activiteit in bijberoep gedurende maximaal vier kwartalen en dit vanaf de startdatum van het thematisch verlof. Wanneer het niet gaat om thematisch verlof, moet de zelfstandige activiteit voldoen aan enkele voorwaarden. De zelfstandige activiteit: • moet je al minstens twaalf maanden die aan het begin van het tijdskrediet voorafgaan uitoefenen • moet je teglijkertijd uitgeoefend hebben met de activiteit waarvoor tijdskrediet wordt aangevraagd • mag je cumuleren met de RVA-uitkeringen gedurende maximaal één jaar. Na deze periode vervalt de RVA-uitkeringen en word je zelfstandige in hoofdberoep. Als je niet voldoet aan deze voorwaarden, mag je wel starten met je zelfstandige activiteit, maar krijg je geen uitkering van de RVA. Je bent dan van bij de start zelfstandige in hoofdberoep. Neem je minder dan halftijds tijdskrediet, dan kan je dit combineren met een zelfstandige activiteit, maar krijg je geen uitkering van de RVA. Omdat je daarnaast ook nog minstens halftijds werknemer blijft, kan je wel starten als zelfstandige in bijberoep. Loopbaanonderbreking voor ambtenaren Je bent ambtenaar en je werkt niet in één van de autonome overheidsbedrijven? Op voorwaarde dat je dit voorafgaandelijk aangeeft, kan je dan loopbaanonderbrekingsuitkeringen cumuleren met de inkomsten van een zelfstandige activiteit in bijberoep
42
(gedurende maximaal 4 kwartalen, volgens de regeling vanaf 1 januari 2012). Loopbaanonderbreking en tijdskrediet kan je aanvragen via www.rva.be.
43
4
Aanvullende verzekeringen
Het zelfstandige statuut verschilt op sommige vlakken in grote mate van het werknemersstatuut. Als je als zelfstandige ziek wordt en je activiteit niet kunt uitoefenen (en dus ook geen inkomen hebt), ontvang je enkel een bescheiden uitkering. Ook het pensioen van een zelfstandige ligt vaak lager dan dat van een loontrekkende. Gelukkig zijn er een aantal fiscaal interessante aanvullende verzekeringen die je als zelfstandige kunt afsluiten om je hiervoor te beschermen.
1. Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (SVAPZ) Wist je dat het wettelijk pensioen van een zelfstandige maar gemiddeld 1.000 euro per maand bedraagt? Niet genoeg om je huidige levensstandaard te behouden. Het SVAPZ is een solide langetermijn-spaarformule met een gegarandeerde basisinterest van 2%. Het SVAPZ is dus echt een must.
Daarom is een sociaal vrij aanvullend pensioen voor jou het overwegen waard!
DDJe hebt de keuze tussen het gewoon VAPZ of het sociaal VAPZ met aanvullende waarborgen bij arbeidsongeschiktheid.
DDJe kunt tot 8,17% (maximaal 3.027,09 euro) van je netto belastbaar inkomen storten in een gewoon VAPZ en tot 9,4% (maximaal 3.482,82 euro) in het sociaal VAPZ.
DDJe kiest zelf wanneer je stort. DDDe premies die je stort zijn vrijgesteld van 4,4% verzekeringstaksen.
DDPerfect te combineren met andere pensioenspaarpro-
ducten zoals onder meer pensioensparen, langetermijnsparen en groepsverzekeringen voor zelfstandigen.
Het SVAPZ is de meest fiscaalvriendelijke vorm van pensioenopbouw. De premies zijn niet alleen 100% fiscaal aftrekbaar, maar leveren ook een besparing op je sociale bijdragen tot 20%. Het SVAPZ is echt een aanrader om het beperkte wettelijke basispensioen te verhogen.
47
2. Gewaarborgd Inkomen Werkonbekwaam door ongeval of ziekte. Als zelfstandige ben je wettelijk verzekerd tegen inkomstenverlies wegens arbeidsongeschiktheid, maar je ontvangt enkel een bescheiden uitkering. Wij hebben een verzekering Gewaarborgd Inkomen ontwikkeld die je verzekert tegen inkomstenverlies bij ziekte of ongeval. De premies zijn volledig als beroepskosten aftrekbaar.
Een Gewaarborgd Inkomen bij Xerius?
Een flexibele formule op maat en zekerheid voor je toekomst:
DD100% fiscaal aftrekbare premies. DDOp maat gemaakt. Je kiest zelf:
• wanneer je de premie wilt betalen: driemaandelijks, halfjaarlijks of jaarlijks • de lengte van de ‘eigen’ risicotermijn: 30, 60, 90, 180 of 365 dagen. Ben je langer dan 30 dagen arbeidsongeschikt, dan kan de ‘eigen risicotermijn’ volledig wegvallen (Engelse franchise).
DDUitkeringen tot de eindleeftijd van 65 jaar. DD Afhankelijk van de te verzekeren waarborgen, moet je een
medische vragenlijst invullen of op medisch onderzoek bij een onafhankelijk adviserend geneesheer. Tot een leeftijd van 45 jaar en een verzekerd inkomen van 25.000 euro hoef je enkel een medische vragenlijst in te vullen. Vanaf een leeftijd van 46 jaar geldt het voorgaande enkel tot een verzekerd inkomen van 15.000 euro.
DDJe bent niet alleen verzekerd voor de lichamelijke gevolgen
van je ziekte of ongeval, maar ook voor het feit dat je niet of beperkt kunt werken (economische arbeidsongeschiktheid).
DDTegen één van de laagste tarieven op de markt.
48
3. Individuele Pensioentoezegging (IPT) Je bent bedrijfsleider in een vennootschap? Je bedrijf kan voor jou een Individuele Pensioentoezegging (IPT) afsluiten en zo je aanvullend pensioen financieren.
Wat is een IPT?
Een interessante aanvulling op je wettelijk pensioen. De bijdrage voor je IPT wordt volledig betaald door je vennootschap. Een IPT biedt dezelfde voordelen als een groepsverzekering, maar is zuiver individueel.
DDDe premie en de premietaksen zijn aftrekbaar als beroepskosten voor je vennootschap.
DDJe blijft altijd eigenaar van je contract, ook in geval van faillissement of ontslag.
DDBij vroegtijdig overlijden, ontvangen de door jou aangeduide begunstigden de tot dan opgebouwde reserves.
DDKies een formule op maat: bescherming tegen inkomensverlies, overlijdensverzekering, extra bescherming voor je gezin, enzovoort.
DDJe kan via een polisvoorschot een onroerend goed kopen, bouwen of renoveren.
Je wenst één van deze verzekeringen bij Xerius af te sluiten? Bel 078 05 00 72 of mail
[email protected].
Als enige in de sector bieden we onze klanten de unieke combinatie van een sociaal verzekeringsfonds én een verzekeringsvereniging in eigen beheer. Vanuit onze inzichten in het sociaal statuut van de zelfstandige en de unieke loopbaan informatie waarover we beschikken, kunnen we je dan ook uitstekend begeleiden en adviseren bij jouw pensioenopbouw en de bescherming van jouw inkomen tijdens je actieve loopbaan.
49
Wat je nog moet weten
Elke onderneming moet zijn boekhouding bijhouden. Afhankelijk van de grootte van je onderneming en de ondernemingsvorm, moet je meer of minder boekhoudkundige verplichtingen vervullen. Vraag hierover raad aan je boekhouder of accountant.
1. Boekhoudkundige verplichtingen Vereenvoudigde boekhouding ‘Zeer kleine ondernemingen’ mogen een vereenvoudigde boekhouding voeren, voor zover alle verrichtingen zonder uitstel, getrouw, volledig en naar tijdsorde worden geregistreerd in tenminste drie dagboeken: • een financieel dagboek • een inkoopboek • een verkoopboek. Deze ondernemingen moeten bovendien tenminste eens per jaar een inventaris opmaken van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen en alle bronnen bestemd voor de uitbating. ‘Zeer kleine ondernemingen’ zijn ondernemingen die cumulatief aan de volgende voorwaarden beantwoorden: • Het moet gaan om natuurlijke personen die koopman zijn, om vennootschappen onder firma (vof) of om gewone commanditaire vennootschappen (Comm.V). • De omzet (exclusief btw) over het laatste boekjaar mag niet meer bedragen dan 500.000 euro. Dubbele boekhouding Handelszaken en vennootschappen die geen ‘zeer kleine onderneming’ zijn, moeten een dubbele boekhouding voeren volgens het wettelijke schema, een jaarlijkse inventaris en een jaarrekening opmaken. De jaarrekening wordt voor onderzoek en ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering. Binnen de dertig dagen na die goedkeuring moet ze worden neergelegd bij de Nationale Bank, die de inhoud ervan controleert. Als de onderneming als ‘kleine onderneming’ wordt beschouwd, is een ‘verkorte jaarrekening’ voldoende en moet zij geen beheersverslag opmaken.
51
De keuze van een geschikte boekhouder of accountant is heel belangrijk voor je bedrijf. Je boekhouder of accountant zorgt ervoor dat je al je boekhoudkundige verplichtingen kan nakomen en geen overbodige belastingen moet betalen. Bovendien kan hij of zij je alle informatie geven over fiscale voordelen, de belastingaangifte en de voorafbetalingen.
2. Btw aanrekenen Als btw-plichtige heb je de volgende verplichtingen: • bij aanvang, wijziging of stopzetting van je activiteit binnen de maand hiervan aangifte doen bij je btw-controlekantoor of ondernemingsloket • een factuur afleveren voor alle verrichte leveringen en daarop het correcte btw-tarief (6, 12 of 21%) aanrekenen (bij levering aan privépersonen is er meestal geen factuur vereist) • de verschuldigde btw voor de afgelopen periode aan de staat betalen • je btw-boekhouding bijhouden, op papier of elektronisch: • een inkomend en uitgaand facturenboek • een dagontvangstenboek • een tabel van bedrijfsmiddelen • periodieke btw-aangiftes indienen • als de jaaromzet groter is dan een miljoen euro, moet je maandelijkse aangiftes doen • als de jaaromzet kleiner is dan een miljoen euro, kan je kiezen voor de kwartaalaangifte • forfaitaire aangifte: de administratie aanvaardt dat voor sommige beroepen de btw wordt berekend op een forfaitaire wijze. De omzet wordt dan bepaald op basis van aankopen en geleverde prestaties. Dit kan ondermeer voor kappers, bakkers, beenhouwers, caféhouders, apothekers, enzovoort. • vrijstelling van btw: belastingplichtigen met een jaaromzet van minder dan 15.000 euro komen in aanmerking voor de vrijstelling van btw. Zij moeten geen btw-aangifte doen en ook geen btw aanrekenen op hun uitgaande facturen. Zij kunnen anderzijds ook geen btw recupereren van de inkomende facturen.
52
3. Belastingen betalen Personenbelasting Als zelfstandige doe je ieder jaar een belastingaangifte. De fiscus berekent aan de hand daarvan hoeveel je moet betalen en stuurt je een aanslagbiljet. Als je voor de eerste keer een belastingaangifte doet als zelfstandige, moet je bij het belastingkantoor deel 2 van de belastingaangifte aanvragen. Je betaalt belastingen op je netto beroepsinkomen, dat wordt berekend door je bruto beroepsinkomsten te verminderen met je beroepskosten (waaronder je sociale bijdragen). Als zelfstandige moet je belastingen voorafbetalen, anders krijg je een belastingvermeerdering. Als starter ben je wel gedurende de eerste vier jaren vrijgesteld van die vermeerdering. Als je als starter toch voorafbetalingen doet, krijg je belastingvermindering. Vanaf het vierde jaar betaal je dus elk kwartaal een deel van je belastingen vooraf. Je boekhouder of accountant kan je helpen bepalen hoeveel je best voorafbetaalt. Vennootschapsbelasting In een vennootschap worden de belastingen berekend op basis van de winst. Om de winst te bepalen, worden de bewezen uitgaven afgetrokken van de inkomsten. Ook de lonen die je vennootschap aan de zaakvoerders uitbetaalt, zijn aftrekbare beroepskosten. Net als voor eenmanszaken, is het voor vennootschappen raadzaam om voorafbetalingen te doen. Contacteer je boekhouder of accountant voor meer informatie. Bezoldigingen aan bedrijfsleiders Als mandataris of werkend vennoot moet je belastingen betalen op de inkomsten uit jouw vennootschap. De term ‘bezoldigingen aan bedrijfsleiders’ verwijst naar die inkomsten. Je loon maakt daar deel van uit, maar ook andere voordelen en inkomsten, zoals een deel van de huur die je krijgt als je een gebouw verhuurt aan je vennootschap. Als bedrijfsleider kan je ook beroepskosten inbrengen. Je kan kiezen voor forfaitaire kosten van 3%, berekend op de vergoedingen die je ontvangt, maar je kan ook je werkelijke kosten bewijzen. Om
53
aftrekbaar te zijn, moeten die kosten aan dezelfde voorwaarden voldoen als de beroepskosten in een eenmanszaak of vennootschap. Denk eraan dat je op je bezoldigingen bedrijfsvoorheffing moet betalen.
4. Starten als werkgever Aansluiten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) Elke werkgever die voor de eerste keer een of meerdere werknemers tewerkstelt die onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheid voor werknemers, moet dit melden aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De RSZ zal je een vragenlijst opsturen die je moet invullen, ondertekenen en terugsturen. Op basis van deze vragenlijst zal de RSZ aan jou, als werkgever, een inschrijvingsnummer en een kenteken toekennen. Aansluiten bij een kinderbijslagfonds Vervolgens dient de werkgever zich aan te sluiten bij een kinderbijslagfonds binnen een termijn van 90 dagen na de indiensttreding van de eerste werknemer. Wanneer je dit nalaat, word je ambtshalve aangesloten bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW). Sluit je aan bij Xerius Kinderbijslagfonds: www.xerius.be. Aansluiten bij een verzekeringsmaatschappij voor arbeidsongevallen Vooraleer je personeel tewerkstelt, moet je een verzekeringspolis tegen arbeidsongevallen afsluiten bij een daartoe gemachtigde verzekeringsmaatschappij. Deze verzekering moet de schade vergoeden voor ongevallen van de werknemer die zich zouden kunnen voordoen tijdens de uitvoering van het werk of wanneer de werknemer zich van en naar het werk begeeft. Als je geen wetsverzekering afsluit, word je ambtshalve aangesloten bij het Fonds voor Arbeidsongevallen. Aansluiting bij een vakantiefonds Als je arbeiders (ook leerling-arbeiders) in dienst neemt, word je automatisch aangesloten bij een vakantiefonds. Door deze
54
aansluiting kunnen arbeiders hun vakantiegeld ontvangen. De aansluiting bij een vakantiefonds gebeurt automatisch zodra de werkgever een eerste verklaring over het loon en de arbeidstijd van zijn arbeiders indient bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Aansluiten bij een interbedrijfsgeneeskundige dienst Wanneer je gemiddeld tussen 1 en 50 werknemers tewerkstelt op Belgisch grondgebied, ben je verplicht je aan te sluiten bij een interbedrijfsgeneeskundige dienst. Heb je gemiddeld meer dan 50 werknemers, dan mag je jezelf ofwel aansluiten bij een dergelijke dienst ofwel zelf een bedrijfsgeneeskundige dienst oprichten. De belangrijkste opdrachten van de arbeidsgeneeskundige dienst zijn onder andere de medische onderzoeken en inentingen van de werknemers, het vermijden van bedrijvigheden die gevaar opleveren voor de gezondheidstoestand van de werknemers, het opsporen van beroepsziekten, enzovoort. Melding bij een ontvangstkantoor van de belastingen Van zodra je een werknemer in dienst neemt voor wie bedrijfsvoorheffing moet worden ingehouden, moet je met het bevoegde ontvangstkantoor van de belastingen contact opnemen. Aansluiting bij een sociaal secretariaat Zodra je personeel aanwerft, wordt ook je administratie complexer. Bij een sociaal secretariaat kan je terecht voor je personeelsadministratie, loonberekening, enzovoort. Meer informatie op www.sdworx.be.
55
Startersgids-2015
T 078 15 00 15
[email protected] Je bent welkom in onze Xerius-kantoren in Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Hasselt, Herentals, Kortrijk, Leuven, Mechelen en Turnhout.
www.xerius.be