Praktijkopleidingsplan Praktijkopleiding AA
Voorwoord Beste trainee, Je hebt je aangemeld voor de Praktijkopleiding omdat je AA-Accountant wilt worden. Een begrijpelijke keus, want aan de adviezen van een AA-Accountant is binnen het midden- en kleinbedrijf grote behoefte. En een goede keus, want AA-Accountant is een mooi beroep! Je zult de komende jaren ongetwijfeld alle zeilen moeten bijzetten om je te ontwikkelen tot een veelzijdig adviseur. Je leert om de ondernemer in alle aspecten van zijn ondernemerschap bij te staan. We noemen de AA-Accountant niet voor niets de huisarts van de ondernemer. De situaties waarvoor je samen met de ondernemer komt te staan, noemen we in ons opleidingsmodel ‘kritische beroepssituaties’. In die situaties moet je handelen op basis van de kennis, vaardigheden, waarden, ethiek en een juiste beroepshouding die je tijdens de Praktijkopleiding hebt getraind. We spreken ook wel over ‘competenties’ waarover je moet beschikken. Als je de competenties hebt verworven die horen bij de kritische beroepssituaties, dan functioneer je op het niveau van een beginnend AA-Accountant. De NOvAA biedt één Praktijkopleiding aan in twee varianten: 1. Een MKB controlevariant 2. Een brede MKB variant Dit Praktijkopleidingsplan gaat over de brede MKB-variant. Met de Praktijkopleiding richt de NOvAA zich primair op het midden- en kleinbedrijf. Aangezien in het MKB specialisatie vaak niet mogelijk is, is juist daar een breed geschoolde adviseur noodzakelijk. In dit Praktijkopleidingsplan lees je in korte interviews impressies van ervaringen van AA-trainees in het MKB. De NOvAA en het Koninklijk NIVRA zijn samengegaan in de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Ten tijde dat dit Praktijkopleidingsplan is geschreven, was er nog geen nieuwe accountantswet. Formeel betekent dit dat de NOvAA en het NIVRA nog als aparte beroepsorganisaties bestaan. Op het moment dat de nieuwe accountantswet van kracht is, moet je steeds daar waar gesproken wordt over de NOvAA de NBA lezen. In het opleidingsplan wordt steeds verwezen naar de website van de NOvAA. Houd er rekening mee dat dit op enig moment de website van de NBA wordt. Namens het Bestuur van de NOvAA wens ik je heel veel succes bij het doorlopen van je Praktijkopleiding. Graag begroet ik je over enkele jaren als nieuw lid van de beroepsorganisatie. Met vriendelijke groet,
mr. Anne-Marike van Arkel algemeen directeur
2 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Inhoudsopgave Inleiding 5 1
Bestaansrecht van de Praktijkopleiding 1.1 Wettelijke verplichting 1.2 Breed draagvlak 1.3 Raad voor de Praktijkopleiding 1.4 Toezicht door de CEA
7 7 8 8 8
2
Aanmelden voor de Praktijkopleiding
9
3
Inhoud van de Praktijkopleiding 3.1 De Praktijkopleiding gebaseerd op het beroepsprofiel van De AA-Accountant 3.2 Kiezen voor competentieleren 3.3 De leerdoelen 3.4 Leren op de werkplek: een formele en een informele kant 3.5 Belangrijke zaken bij zelfsturende leren 3.6 Het portfolio
11 11 12 12 12 15
4
De Kritische Beroepssituaties nader toegelicht 4.1 Situaties van Assuranceopdrachten 4.2 Situaties van aan Assurance Verwante Opdrachten 4.3 Situaties van fiscale dienstverlening 4.4 Situaties van Adviesopdrachten
17 17 17 18 18
5
Het competentieprofiel 5.1 Het competentieprofiel 5.2 Competenties per kritische beroepssituatie 5.3 Beroepsproducten staan centraal 5.4 Het niveau waarop competenties worden behaald 5.5 Kwantitatieve norm 5.6 Simulaties van jaarrekeningcontroles 5.7 Vrijstellingen
19 19 19 22 22 23 24 25
6
Algemene (beroeps)vaardigheden 6.1 Professionele beroepshouding 6.2 Communicatieve beroepsvaardigheden 6.3 Specifieke opdrachten 6.4 Verplichte cursussen
27 27 27 28 28
7
Rapportages 7.1 Het POP 7.2 De halfjaarlijkse gespreksverslagen 7.3 Het jaarlijkse essay 7.4 Het competentieprofiel 7.5 Uren bijhouden 7.6 Te laat inleveren
30 31 31 33 36 37 37
11
3 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
8
Begeleiding 8.1 De praktijkopleider als coach 8.2 De externe beoordelaar 8.3 Expertisebank 8.4 Praktijkopleidingsconsultants 8.5 Scriptiebegeleiders 8.6 Cursus schrijfvaardigheid
38 38 39 41 41 42 42
9
Gebruik van Social Media 9.1 Platform 9.2 Linkedin 9.3 Facebook 9.4 Twitter 9.5 Young Professionals
43 43 43 43 43 43
10
Afronding van de Praktijkopleiding 10.1 Het oordeel van je externe beoordelaar 10.2 De tweede beoordeling 10.3 Het eindgesprek 10.4 Bezwaarprocedure 10.5 Inschrijven in AA-register
44 44 44 45 45 46
Bijlage 1:
Competentieprofiel
47
Bijlage 2:
Artikelen
60
Bijlage 3:
Jong Ondernemen, de AA-Belastingaccountant, Young Professionals en NBA Opleidingen
71
© 2011 NOvAA Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij door middel van druk, fotokopieën, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de NOvAA.
4 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Inleiding De opleiding tot Accountant-Administratieconsulent bestaat uit een theoriegedeelte en een praktijkgedeelte. In dit Praktijkopleidingsplan besteden we aandacht aan het praktijkgedeelte van de AA-opleiding. Praktijkopleiding of Praktijkstage Volgens de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) die op 1 oktober 2006 in werking is getreden heet de Praktijkopleiding ‘Praktijkstage’. De NOvAA blijft de opleiding echter de Praktijkopleiding noemen, omdat deze term vanaf het eerste begin gebruikt wordt en daardoor is ingeburgerd. Je kunt beide termen dus tegenkomen. Praktijkopleidingsplan In deze uitgave beschrijven we het Praktijkopleidingsplan. Dit plan fungeert als het examenprogramma van de Praktijkopleiding en is daarmee de uitwerking van de Verordening op de praktijkstage. Deze verordening vind je terug op de website van de NOvAA: www.novaa.nl. Deze uitgave is als volgt opgebouwd: • in hoofdstuk 1 lichten we het bestaansrecht van de Praktijkopleiding toe. Verder wordt aangegeven welke wetgeving van toepassing is op de Praktijkopleiding; • in hoofdstuk 2 komt het aanmelden voor de Praktijkopleiding aan de orde; • in hoofdstuk 3 komt de didactische aanpak voor de Praktijkopleiding aan de orde; • in hoofdstuk 4 worden de kritische beroepssituaties nader toegelicht; • in hoofdstuk 5 wordt het competentieprofiel beschreven; • in hoofdstuk 6 wordt aangegeven hoe je tijdens de Praktijkopleiding met de algemene beroepsvaardigheden moet omgaan; • in hoofdstuk 7 worden de rapportages nader toegelicht; • in hoofdstuk 8 wordt ingegaan op de begeleiding tijdens de Praktijkopleiding; • in hoofdstuk 9 wordt aangegeven op welke wijze je tijdens de Praktijkopleiding van Social Media gebruik kunt maken; • in hoofdstuk 10 wordt de procedure met betrekking tot afronding van de Praktijkopleiding toegelicht. Wijzigingen via de nieuwsbrief Het accountantsberoep beweegt zich in een maatschappelijk krachtenveld, dat continu in beweging is. Dit heeft tot gevolg dat er voortdurend regels bijkomen en dat bestaande regels veranderen. Maar ook de steeds verdergaande automatisering heeft gevolgen voor het beroep. De eisen die in dit Praktijkopleidingsplan zijn vastgelegd kunnen daarom in de toekomst bijgesteld worden. Wanneer de eisen aan de Praktijkopleiding bijgesteld worden, melden we dit via de nieuwsbrief Praktijkopleiding. Deze nieuwsbrieven ontvang je via de mail. De nieuwsbrieven worden ook op de site van de NOvAA geplaatst. Houd de nieuwsbrieven dus goed in de gaten!
5 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Informatie over de Praktijkopleiding Algemene informatie over de Praktijkopleiding vind je op de website van de NOvAA. Je vindt er informatie over onderwerpen als het aanmelden voor de Praktijkopleiding, de eisen die gesteld worden aan de praktijkopleider, het wijzigen van je inschrijvingsgegevens, het werken in deeltijd, het aanvragen van vrijstellingen en de hoogte van het examengeld.
Sander de Vries doet alle voorkomende accountantswerkzaamheden Sander de Vries volgt de Praktijkopleiding nu voor het derde jaar. Hij is werkzaam op een klein accountantskantoor en dat bevalt hem goed: “Wat ik leuk vind aan een kantoor als het onze, is dat de medewerkers niet gespecialiseerd zijn. Door de kleine omvang van het kantoor is dat niet mogelijk. Daardoor verricht ik alle voorkomende accountantswerkzaamheden. Van fiscale aangiften tot en met het adviseren over de implementatie van automatiseringspakketten. De lijnen zijn bij ons heel kort. Ik ken de meeste klanten van ons kantoor persoonlijk. De diversiteit en het klantencontact, daar geniet ik van. Daar doe ik het voor!”
6 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
1
Bestaansrecht van de Praktijkopleiding De Praktijkopleiding is een verplicht onderdeel van de opleiding tot AA-Accountant. Los van deze wettelijke verplichting is in de afgelopen jaren gebleken dat er voor de Praktijkopleiding een breed draagvlak bestaat. Niet alleen onder trainees, maar ook bij hun collegae en bij de klanten van AA-Accountants.
1.1
Wettelijke verplichting In verschillende regelgeving zijn de regels voor de Praktijkopleiding vastgelegd. Europese Richtlijn In 1984 heeft de Europese Commissie de Achtste EEG-Richtlijn (Richtlijn 84/253 EEG) vastgesteld. In deze richtlijn werd bepaald dat er een minimaal drie jaar durende Praktijkopleiding moest komen. De verplichting uit deze richtlijn is doorvertaald naar de nationale regelgeving en in 1999 is de Praktijkopleiding Accountants-Administratieconsulenten in Nederland van start gegaan. De Achtste EEG-Richtlijn is op 17 mei 2006 vervangen door een nieuwe richtlijn: de Europese Richtlijn voor de wettelijke accountantscontrole (Richtlijn 2006/43/EG). In deze nieuwe Europese Richtlijn is de verplichting voor een minimaal drie jaar durende Praktijkopleiding opnieuw vastgelegd. Wet toezicht accountantsorganisaties Op 1 oktober 2006 is de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) in werking getreden. Daarmee kreeg de NOvAA de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Praktijkopleiding. Dit is eveneens vastgelegd in de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten (WAA). De Wta en de WAA tref je aan op de website van de NOvAA. Via de Wta is de WAA gewijzigd. In de artikelen 53 tot en met 56 WAA is vastgelegd dat de Commissie eindtermen accountantsopleiding (CEA) voor de Praktijkopleiding de eindtermen vaststelt en toetst of de Praktijkopleiding aan deze eindtermen voldoet. Op 19 juli 2010 heeft de CEA de eindtermen voor de Praktijkopleidingen AA en RA vastgesteld. De eindtermen voor de Situaties van Assuranceopdrachten zijn voor beide Praktijkopleidingen gelijk. Voor de Praktijkopleiding AA zijn voor de kritische beroepssituaties Situaties van aan Assurance Verwante Opdrachten, Situaties van Fiscale Dienstverlening en Situaties van Adviesopdrachten additionele eindtermen opgenomen. Het rapport met de eindtermen voor de Praktijkopleidingen AA en RA staat op de website van de CEA (www.ceaweb.nl). Het voorliggende Praktijkopleidingsplan voldoet aan deze eindtermen. Verordening Praktijkstage Voor de Praktijkopleiding heeft de NOvAA de eisen op hoofdlijnen vastgelegd in de Verordening op de praktijkstage. Ook deze verordening tref je aan op de website van de NOvAA. De uitwerking van de eisen uit de Verordening op de praktijkstage vind je in dit Praktijkopleidingsplan. De meest actuele versie van de Verordening op de praktijkstage tref je aan op de website van de NOvAA.
7 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
1.2
Breed draagvlak De Praktijkopleiding is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardig onderdeel van de AA-opleiding. Met de Praktijkopleiding wordt een kwalitatief hoogwaardige instroom in het beroep gewaarborgd. Dankzij de Praktijkopleiding kun je het midden- en kleinbedrijf op adequate wijze van dienst zijn. Doordat je tijdens de Praktijkopleiding met een breed spectrum van onderwerpen in aanraking komt, sluit het kennis- en ervaringsniveau goed aan bij de eisen die het midden- en kleinbedrijf stelt. Trainees die de Praktijkopleiding hebben afgerond, geven aan dat zij dankzij de Praktijkopleiding veel ervaring hebben opgedaan. Ook op werkterreinen waarop zij anders wellicht geen werkzaamheden zouden hebben verricht.
1.3
Raad voor de Praktijkopleiding De uitvoering van de Praktijkopleiding valt onder de verantwoordelijkheid van de NOvAA. Het Bestuur van de NOvAA heeft, om die taak goed te kunnen uitvoeren, de Raad voor de Praktijkopleiding belast met de uitvoering van de Praktijkopleiding. De bevoegdheden van het Bestuur van de NOvAA die direct betrekking hebben op de uitvoering van de Praktijkopleiding zijn gemandateerd aan de Raad voor de Praktijkopleiding.
1.4
Toezicht door de CEA De CEA toets of de Praktijkopleiding AA voldoet aan de eindtermen. Doordat voor het brede spectrum van werkzaamheden waarop de AA-Accountant actief is, door de CEA eindtermen zijn vastgesteld, valt de gehele Praktijkopleiding AA onder het toezicht van de CEA. Door de CEA worden strenge eisen gesteld op het gebied van kwaliteitszorg, volledigheid van de werkzaamheden, het voldoen aan kwantitatieve normen, kwaliteit van de rapportages en kwaliteit van de examens. De NOvAA richt zich met de inrichting van de Praktijkopleiding AA naar de eisen van de CEA. De kwaliteit van de Praktijkopleiding AA is daarmee gewaarborgd.
8 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
2
Aanmelden voor de Praktijkopleiding Je kunt je voor de Praktijkopleiding aanmelden via een aanmeldingsformulier. De aanmeldingsformulieren van de NOvAA en van de stagebureaus tref je aan op de website van de NOvAA. Vereiste bescheiden Voor een vlotte afhandeling van je aanmelding verzoeken wij je vriendelijk de aanmeldingsbescheiden compleet in te sturen. Dit betekent: • een volledig ingevuld aanmeldingsformulier (inclusief alle contracten) waarbij iedere pagina is geparafeerd door de aanvrager en de praktijkopleider; • gewaarmerkte kopieën van relevante diploma’s, certificaten en/of cijferlijsten; • een algemene folder of beschrijving van de organisatie waar je de Praktijkopleiding volgt; • een origineel en recent uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). (Verordening op de praktijkstage, artikel 14.45) Onder waarmerken wordt verstaan dat de fotokopieën van je relevante diploma’s, certificaten en/of cijferlijsten dienen te worden voorzien van: • een stempel van een notaris/accountantskantoor of onderwijsinstelling; • de handtekening van de notaris, accountant of onderwijsinstelling; • de naam van de notaris, accountant of onderwijsinstelling. Starten met de Praktijkopleiding Als uit de door jou ingezonden bescheiden blijkt dat je toelaatbaar bent tot de Praktijkopleiding, ontvang je automatisch een brief over je toelaatbaarheid tot de Praktijkopleiding en een factuur. In deze brief wordt de definitieve startdatum en je wachtwoord voor toegang tot de Elektronische Leeromgeving (ELO) vermeld. Bij deze brief is ook de Praktijkopleidingsmap gevoegd. Er kan iedere twee maanden met de Praktijkopleiding worden gestart. Dit betekent dat de mogelijke startdata van de Praktijkopleiding vallen op 1 januari, 1 maart, 1 mei, 1 juli, 1 september en 1 november. (Verordening op de praktijkstage, artikel 14.45) Als de aanvraag voor toelating minimaal één maand voor de eerste dag van de volgende startdatum wordt ingediend, kan op de eerstvolgende startdatum met de Praktijkopleiding gestart worden. Wil je bijvoorbeeld op 1 maart starten, dan moet je je voor 1 februari hebben aangemeld. Aanmelden via een stagebureau Als je de Praktijkopleiding wilt volgen via één van de erkende stagebureaus, dan moet een iets andere procedure doorlopen worden. Je moet je dan eerst melden bij het stagebureau. Het stagebureau moet goedkeuring geven aan jouw start met de Praktijkopleiding. De aanmeldingsformulieren tref je aan op de website van de NOvAA of worden door jouw stagebureau beschikbaar gesteld. Het is mogelijk dat het stagebureau aanvullende eisen stelt. Aanmelden bij de NOvAA kan daarom pas op het moment dat het stagebureau daarmee akkoord is gegaan. Als je de Praktijkopleiding volgt via een stagebureau, houdt dat stagebureau toezicht op het verloop van jouw Praktijkopleiding. Het stagebureau fungeert dan ook in eerste
9 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
instantie als helpdesk als je vragen hebt. Voordat je de Praktijkopleiding kunt afronden, moet het stagebureau aan de NOvAA verklaren dat je aan alle eisen hebt voldaan. Pas dan kun je aan het examen beginnen.
10 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
3
Inhoud van de Praktijkopleiding In dit hoofdstuk leggen we uit vanuit welk didactisch perspectief de Praktijkopleiding is ingericht. Dit hoofdstuk moet jou daarnaast inzicht geven in de wijze waarop jij jouw leertraject kunt optimaliseren.
3.1
De Praktijkopleiding gebaseerd op het beroepsprofiel van de AA-Accountant De NOvAA heeft voor de AA-Accountant een beroepsprofiel opgesteld. Dit beroepsprofiel heet: de AA-Accountant en profil. In 2010 is dit profiel voor het laatst herzien. In dit profiel worden vier kritische beroepssituaties onderkend waarop de AA-Accountant werkzaam is. De definitie van het begrip kritische beroepssituatie luidt als volgt: ‘een kritische beroepssituatie is een situatie met een moeilijke keuze, waarin een groot beroep wordt gedaan op het oordeelsvermogen van de AA-Accountant. De AA-Accountant neemt beslissingen op basis van theoretische kennis, praktijkkennis of ervaringskennis.’ (Verordening op de praktijkstage, artikel 14) Voor de Praktijkopleiding wordt de vierdeling uit het beroepsprofiel gevolgd. Het competentieprofiel binnen de Praktijkopleiding bestaat uit de onderstaande vier kritische beroepssituaties: 1 Situaties van assuranceopdrachten 2 Situaties van aan assurance verwante opdrachten 3 Situaties van fiscale dienstverlening 4 Situaties van adviesopdrachten Het rapport met eindtermen van de CEA voor de Praktijkopleidingen AA en RA kent voor de Praktijkopleiding AA eveneens bovenstaande vier kritische beroepssituaties. Het Praktijkopleidingsplan sluit daarmee nauw aan bij de eindtermen van de CEA en bij het beroepsprofiel van de AA-Accountant. In hoofdstuk 4 lichten we de vier kritische beroepssituaties inhoudelijk nader toe.
3.2 Kiezen voor competentieleren In de Praktijkopleiding wordt het begrip competentie gehanteerd zoals door de IFAC is opgenomen in het Framework For International Educational Standards For Professional Accountant. De definitie luidt als volgt: “Competence is defined as the ability to perform a work role to a defined standard with reference to working environments. To demonstrate competence in a role, a professional accountant must possess the necessary a)professional knowlegde, b)professional skills, and c)professional values, ethics and attitudes.” Het gaat dus om de combinatie van kennis, vaardigheden, waarden, ethiek en houding. Deze combinatie moet worden gedemonstreerd in een professionele omgeving. De omgeving bepaalt mede de complexiteit van de opdrachten. Inhoudelijk zijn de competenties afgestemd op de eindtermen van de CEA.
11 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Zie voor de verantwoording van de opbouw van de competenties hoofdstuk 5. De NOvAA heeft gekozen voor een Praktijkopleiding waarin het verwerven van competenties centraal staat, omdat: 1. bij het competentieleren de leertaken zijn gericht op de beroepspraktijk; 2. bij het competentieleren wordt uitgegaan van een geïntegreerde aanpak, waarin binnen een leertaak verschillende disciplines samen komen. Dit sluit aan bij actuele nationale en internationale ontwikkelingen in de accountantspraktijk waarbij de professionele beroepshouding en communicatieve vaardigheden steeds belangrijker zijn geworden. 3. het bekostigd hoger beroepsonderwijs gebruik maakt van competentie-onderwijs. De studenten die accountantsopleidingen hierbinnen hebben gevolgd, vormen een belangrijke groep voor de instroom in de Praktijkopleiding. Deze studenten zijn vertrouwd met het verwerven van competenties. Ook op steeds meer universitaire opleidingen wordt gekozen voor het competentieleren.
3.3 De leerdoelen Met de Praktijkopleiding wordt beoogd dat je je kunt ontwikkelen tot een beginnend beroepsbeoefenaar. Je functioneert op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar op het moment dat je alle competenties hebt behaald voor de kritische beroepssituaties ‘situaties van assuranceopdrachten’ en ‘situaties voor aan assurance verwante opdrachten’ en tevens alle competenties hebt behaald voor nog een derde kritische beroepssituatie (‘situaties van fiscale dienstverlening’ of ‘situaties van adviesopdrachten’). Veel trainees kiezen er overigens voor om zich zo breed mogelijk te ontwikkelen en behalen de competenties voor alle vier de kritische beroepssituaties. Het niveau van de te realiseren eindtermen wordt bepaald door de volgende elementen: 1. De complexiteit van de werkzaamheden 2. Het inzicht dat de trainee heeft ontwikkeld 3. De functie waarin de trainee werkzaam is In paragraaf 5.4 wordt het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar nader toegelicht.
3.4 Leren op de werkplek: een formele en een informele kant In de Praktijkopleiding staat het leren op de werkplek centraal. Aan dit leren zit een formele kant: het uiteindelijke doel van de opleiding is toelating tot het register waarin de AA-Accountants zijn geregistreerd. Om die reden wordt de trainee in formele zin beoordeeld door onafhankelijke assessoren. Het leren zelf is in hoge mate informeel, in die zin dat de trainee zelf verantwoordelijk is voor de planning en de voortgang van het leren. Het is leren met een hoge mate van zelfsturing.
3.5 Belangrijke zaken bij zelfsturend leren Bij het zelfsturend leren zijn de volgende zaken van doorslaggevend belang: 1 De trainee leert door feedback vragen en ontvangen 2 De trainee leert door met anderen samen te werken 3 De trainee leert in een voortdurende cyclus van planning en reflectie
12 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
In de Praktijkopleiding wordt veel aandacht besteed aan deze zaken. Voor het vragen van feedback en het samenwerken met anderen zijn twee aparte leertaken opgesteld (zie hoofdstuk 6). Uit onderzoek, uitgevoerd door prof. M. Segers van de Universiteit van Maastricht onder controllers met vier jaar werkervaring blijkt, dat een leerproces versneld wordt naarmate de medewerker vaardiger is in het plannen en uitvoeren van deze zaken. Het feedbackproces heeft zij schematisch als volgt weergegeven:
Uit haar onderzoek blijkt dat het van groot belang is voor zijn leerproces, dat de medewerker regelmatig feedback vraagt op zijn handelen en dat zijn leidinggevende zorgt voor feedback die direct bruikbaar is. Andere aspecten die van belang zijn voor het leren zijn de psychologische veiligheid en de mate waarin er een leerklimaat heerst in een organisatie. Als het veelvuldig vragen van feedback wordt gezien als een gebrek aan zelfstandigheid dan zal de medewerker zich gaan beperken in het aantal feedbackvragen. Tijdens het halfjaarlijks gesprek met je praktijkopleider wordt je uitgedaagd om te laten zien dat je in staat bent feedbackvragen te stellen. Jouw praktijkopleider wordt uitgedaagd direct bruikbare antwoorden op te geven. Het stellen van feedbackvragen is om die reden in de halfjaarlijkse gespreksagenda opgenomen. Verondersteld wordt uiteraard dat je niet wacht met het stellen van feedbackvragen tot het halfjaarlijkse gesprek, maar dat het onderdeel uitmaakt van jouw manier van werken. Het halfjaarlijkse gesprek kan jou hierbij helpen. Bij zelfsturend leren is het uitgangspunt dat een professional in staat is om zichzelf voortdurend te ontwikkelen. Een competente professional leert in een voortdurende cyclus van planning en reflectie. Het eigen handelen moet worden geëvalueerd, geanalyseerd en er moeten lessen uit worden getrokken. Jouw praktijkopleider is voor jou hierbij een belangrijk klankbord. In de Praktijkopleiding blijkt een vermogen tot zelfsturing en met name ook reflectie uit één van de verplichte producten: de essays. De wijze waarop essays tot stand komen sluit nauw aan bij het theoretisch werk van Korthagen en anderen (2002) die het zogenaamde spiraalmodel voor reflectie hebben beschreven.
13 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Spiraalmodel voor reflectie (Korthagen e.a., 2002)
In het spiraalmodel staat de wisselwerking tussen handelen en leren van dat handelen centraal staat. Competenties worden ontwikkeld door systematisch te leren van ervaringen. In fase 1 handelt de trainee. De rol van je praktijkopleider is vooral om jou te helpen bij het selecteren van een geschikte situatie om ervaring op te doen. Geschikt betekent dat de situatie bij jouw competentie of vaardigheid past. Dit betekent dat het handelen in die situatie voor jou niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk is. In fase 2 ‘Terugblikken’ kijk je terug op ervaringen die je hebt opgedaan tijdens fase 1. Je kunt bijvoorbeeld reflecteren op het eigen handelen door het handelen bij de betreffende opdracht te vergelijken met een eerder handelen bij een vergelijkbare opdracht (zie de essaywijzer). Vragen die je jezelf dient te stellen bij reflectie zijn: 1. Wat was de context waarin ik handelde? 2. Wat wilde ik bereiken? 3. Wat voelde ik? 4. Wat dacht ik? 5. Wat deed ik? Je onderbouwt en concretiseert jouw reflectie met het materiaal dat je opneemt in je portfolio. Dit materiaal geeft een beeld van jouw handelen. De rol van je praktijkopleider in deze fase is om jou te helpen bij het concretiseren. In fase 3 gaat het om het signaleren van patronen en (eventuele) discrepanties tussen verschillende aspecten van het handelen, denken en voelen van de trainee. Je formuleert samen met je praktijkopleider patronen in jouw handelen en in de gevolgen daarvan voor de situatie. Is dit de eerste en enige keer dat een bepaald gedrag voorkomt? Of gebeurt dat vaker? De rol van jouw praktijkopleider is om je te begeleiden bij het ontdekken van verschillende discrepanties (confronteren) en om mee te zoeken naar eventuele patronen in jouw handelen en de gevolgen daarvan (generaliseren).
14 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Wanneer trainees systematisch reflecteren kan de vinger gelegd worden op inconsistenties in de betekenis die ze geven aan hun ervaringen en tussen die betekenisgeving en het materiaal. Het kan bijvoorbeeld gaan om discrepanties tussen: • jouw ideaalbeeld en de realiteit; • verbale en non-verbale uitingen; • wat je zegt dat je gedaan hebt en wat je werkelijk deed; • willen en doen; • hoe je jezelf ervaart en hoe jouw praktijkopleider jou ervaart. In fase 4 staat het bedenken van activiteiten voor de gevonden discrepanties centraal. Wanneer je slechts één oplossing ziet, is het gevaar groot dat deze meteen gezien wordt als de meest aangewezen oplossing. Wanneer meerdere alternatieven worden verkend, kan blijken dat de eerste optie niet altijd de beste is. Je maakt zelf de keuzes, maar jouw praktijkopleider ondersteunt jou daarbij en stimuleert jou om reële, concrete oplossingen te formuleren en om daarbij de consequenties te overzien. In fase 5 wordt getracht door handelen de discrepantie op te heffen. Fase 5 ‘uitproberen’ valt samen met fase 1 ‘ handelen’. Hiermee is de cirkel rond.
3.6 Het portfolio Een belangrijk product bij het zelfsturend leren is het portfolio. Je legt in het portfolio de verbanden tussen de beroepsproducten, ervaringen, competenties (gebaseerd op de eindtermen zoals vastgesteld door de CEA) en jouw profiel. Daarnaast moet je voortgang in de Praktijkopleiding ermee gevolgd kunnen worden en moeten de plannen voor je ontwikkeling erin kunnen worden vastgelegd. Trainees geven in hun portfolio ook hun visie op het eigen professionele profiel. Dat betekent dat naast het opleidingsprofiel (vier kritische beroepssituaties die opgebouwd zijn uit competenties) je ook een eigen profiel opbouwt. Jouw eigen profiel is afhankelijk van persoonlijke voorkeuren, belangstelling en / of mogelijkheden en draagt bij aan je eigen persoonlijke carrièremogelijkheden. Het verband tussen de beroepsproducten, ervaring, competenties en het profiel wordt door mw. D van Kammen (APS, Utrecht; gewijzigd) schematisch als volgt weergegeven: Wisselwerking beroepsproducten (= materiaal) – ervaring - competentie-profiel
Het schema moet als volgt geïnterpreteerd worden: tijdens de Praktijkopleiding werk je aan beroepsproducten (= materiaal). Door het werken aan beroepsproducten doe je ervaring op (‘geeft betekenis aan’). En je reflecteert op het proces van totstandkoming
15 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
van de beroepsproducten. Jouw ervaring geeft vervolgens betekenis aan de ontwikkeling van jouw competenties. De mate waarin je bepaalde competenties hebt ontwikkeld, bepaalt hoe jouw profiel er uit ziet. In de essays wordt van jou verwacht dat je deze relaties beschrijft. Om trainees te helpen bij het reflecteren op hun eigen profiel kunnen trainees zich de volgende vragen stellen: • Waarom heb je voor deze opleiding gekozen? • Waar zou jij jezelf over vijf jaar willen zien? • Wat vind jij belangrijke competenties en waarom? • Waarin onderscheid jij je van anderen, waar ben je goed in? • Wat heeft je in de afgelopen periode geraakt? • Waar heb je plezier in en waarin juist niet? Het werken aan het eigen profiel biedt je ook een kader om keuzes te maken in jouw carrière als accountant. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de vraag hoe dit in de rapportages (POP, halfjaarlijkse gespreksverslagen en essays) nader uitgewerkt moet worden.
16 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
4
De Kritische Beroepssituaties nader toegelicht In dit hoofdstuk wordt per Kritische Beroepssituatie een beschrijving gegeven van wat onder deze beroepssituatie verstaan wordt. Tevens wordt per Kritische Beroepssituatie aangegeven wat de kwantitatieve norm is.
4.1
Situaties van Assuranceopdrachten Definitie Het op wettelijke of vrijwillige basis toevoegen van een beperkte of redelijke mate van zekerheid aan financiële informatie ten behoeve van betrokkenen, door het verrichten van werkzaamheden die leiden tot het verstrekken van de juiste rapportage. Type opdrachten Situaties van assuranceopdrachten omvatten zowel algemene als bijzondere controleopdrachten (bijvoorbeeld: oplage- en subsidieverklaring) als ook beoordelingsopdrachten en onderzoek van toekomstgerichte financiële informatie. In het kader van de Praktijkopleiding moet je minimaal twee volledige jaarrekeningcontroles uitvoeren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Deze jaarrekeningcontroles worden gekenmerkt door een zekere mate van complexiteit. De complexiteit wordt in samenhang bepaald door de omvang en omzet van de onderneming en de aard van de activiteiten van de onderneming. Wanneer je op jouw kantoor geen wettelijke controleopdrachten kunt uitvoeren, kun je volstaan met het verrichten van vrijwillige controleopdrachten. De twee controleopdrachten die op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd, worden uitgevoerd bij twee verschillende typen bedrijven. Verondersteld wordt, dat je in de aanloop naar de uitvoering van twee jaarrekeningcontroles op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar aantoonbaar voldoende assurance-ervaring op een lager niveau hebt opgedaan. Voor trainees die geen geschikte controleopdrachten kunnen uitvoeren binnen de eigen werkomgeving, heeft de NOvAA simulaties van jaarrekeningcontroles laten ontwikkelen. In paragraaf 5.6 wordt op de simulaties van de jaarrekeningcontroles nader ingegaan.
4.2 Situaties van aan Assurance Verwante Opdrachten Definitie Het op niet wettelijke grondslag toevoegen van waarde aan (financiële) informatie ten behoeve van betrokkenen, door het verrichten van werkzaamheden die leiden tot een rapportage. Type opdrachten Situaties van aan assurance verwante opdrachten omvatten overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie en opdrachten tot het samenstellen van financiële informatie. In het kader van de Praktijkopleiding moet je minimaal twee volledige samenstelopdrachten hebben uitgevoerd op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Deze samenstelopdrachten worden gekenmerkt door een zekere mate van complexi-
17 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
teit. De complexiteit wordt in samenhang bepaald door de omvang en omzet van de onderneming en de aard van de activiteiten van de onderneming.
4.3 Situaties van fiscale dienstverlening Definitie Het tijdig opstellen van fiscale aangiften en het uitbrengen van fiscale adviezen op basis van fiscale wet- en regelgeving.
Type opdrachten Situaties van Fiscale Dienstverlening hebben betrekking op uitvoerende fiscale werkzaamheden zoals het verzorgen van fiscale aangiften.
4.4 Situaties van Adviesopdrachten Definitie Het uitbrengen van advies op basis van de geformuleerde probleemstelling, de juist en volledig weergegeven alternatieven, dat wordt afgesloten met een conclusie en/of aanbeveling(en). Type opdrachten Situaties van adviesopdrachten zijn advies- en begeleidingsopdrachten betreffende de start, overname, opvolging en beëindiging van ondernemingen, financieringssituaties, financieel-administratieve opdrachten, fiscaal, economisch, sociaal en juridisch advies en aandelentransacties.
18 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
5
Het competentieprofiel In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze de competenties zijn geformuleerd. Vervolgens wordt aangegeven op welke wijze de competentietabellen in bijlage 1 gelezen moeten worden.
5.1
Het competentieprofiel Per kritische beroepssituatie moet je tijdens de opleiding competenties verwerven. In het competentieprofiel zijn deze per situatie beschreven en is het niveau vermeld waarop je de competenties moet behalen. Een competentie wordt gevormd door kennis, vaardigheden en houdingen. De competentie is meetbaar en toetsbaar en kun je verbeteren door middel van training en ontwikkeling. (Verordening op de praktijkstage, artikel 1.b) Wanneer je alle competenties van een bepaalde kritische beroepssituatie beheerst, heb je aangetoond dat jij deze kritische beroepssituatie aankunt.
5.2 Competenties per kritische beroepssituatie In de tabellen in bijlage 1 vind je de competenties per kritische beroepssituatie. Uitgegaan wordt van het framework for International Education Standards for professional accountants. Daarin is een definitie voor het begrip competentie opgenomen. Daarnaast wordt gesteld hoe de competentie in een professionele rol kan worden gedemonstreerd. Verder geeft het Framework een indicatie van de kennis, vaardigheden en beoordelingsvermogen die voor de beschreven taken / rollen. In het Framework wordt de competentie gedefinieerd: Competence is defined as the ability to (1) perform a work role to (2) a defined standard with reference (3) to working environments To demonstrate competence in a role, a professional accountant must possess the necessary (a) professional knowledge, (b) professional skills, and (c) professional values, ethics, and attitudes.
19 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Een voorbeeld van een uitwerking hiervan: perform a work role to
a defined standard with
to working
reference
environments
Een professional
is in staat om een onaf-
op basis van de onaf-
bij een entiteit die naar
accountant
hankelijkheidstoets uit te
hankelijkheidsregels
de aard van zijn werk-
voeren
zaamheden, dynamiek en omvang voldoende complex is.
Het beroepsproduct dat daarmee opgeleverd wordt is een onafhankelijkheidstoets / checklist. De competenties in dit opleidingsplan zijn volgens dit schema geformuleerd. Om deze competentie te realiseren moet je de volgende componenten laten zien: 1. Professional knowledge 2. Professional skills 3. Professional values, ethics and attitudes Voorbeeld van een uitwerking hiervan: professional knowledge
professional skills
professional values, ethics, and attitudes.
Voor het uitvoeren van
Nadere voorschriften
een onafhankelijkheids-
onafhankelijkheid
toets moet je als professioneel accountant beschikken over professionele kennis, professionele vaardigheden, professionele waarden, ethische opvattingen en een professionele houding
• dentificeren en oplos-
Professionele benade-
sen van problemen
ring van ethiek en het
• Toepassen relevantie
oplossen van ethische
controle standaarden
dilemma’s
• Laten zien van analytisch vermogen • Professioneel-kritische instelling • Professional judgement • Weerstaan en oplossen
Ethisch handelen van de entiteit en gevolgen voor de individuen, de beroepsgroep van de accountant en het maatschappelijk verkeer
van conflicten
De invulling die gegeven wordt bij de professionele vaardigheden en de professionele waarden, ethiek en houding is gebaseerd op de International Education Standard 8 (IES 8) en het rapport met eindtermen voor de Praktijkopleiding van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding. Of een competentie is verworven hangt samen met de mate waarin aan de criteria uit de tabel is voldaan. De criteria zijn richtinggevend, niet perse maatgevend. De criteria gelden als beoordelingscriteria conform de Verordening op de praktijkstage (Verordening op de praktijkstage, artikel 10.4.)
20 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Voor iedere kritische beroepssituatie worden de competenties geplaatst in een bepaalde fase van de cyclus. De volgende fases worden onderscheiden: • Opdrachtaanvaarding- en continuering • Planning • Uitvoering • Afronding In de competentietabellen bijlage 1 worden de gegevens uit de voorgaande twee tabellen gecomprimeerd tot één tabel, waardoor je een goed overzicht hebt. De fases van de cyclus zijn steeds toegevoegd. Dit ziet er dan als volgt uit:
Competenties voor Situaties van Assuranceopdrachten Omgeving: entiteit die naar de aard van zijn werkzaamheden, dynamiek en omvang voldoende complex is Fase: cliënt-, opdrachtaanvaarding en -continuering Deze fase gaat vooraf aan de planning en de uitvoering van de betreffende controleopdracht. In deze fase gaat de accountant na of hij zowel de cliënt als de opdracht wil en kan accepteren. In de daarop volgende jaren stelt de accountant vast of hij de klantrelatie en de opdracht wil continueren. Onafhankelijkheids- en deskundigheidsaspecten spelen hierbij een rol. Daarnaast zijn een adequate acceptatie- en continuatieprocedure van belang om onnodige risico’s voor de accountant te voorkomen. Uit te voeren werk-
Professionele
Professionele
Professionele
zaamheden/
kennis (incl.
vaardigheden
waarden, ethiek en
competenties
regelgeving en de
Beroepsproducten
houdingen
interpretaties van de regelgeving)
Een professional
Nadere voorschrif-
• Identificeren en
Professionele
Checklist onafhan-
is in staat om een
ten onafhankelijk-
oplossen van
benadering van
kelijkheid
onafhankelijk-
heid
problemen
ethiek en het
heidstoets uit te
• Toepassen rele-
voeren op basis
vantie controle
van de onafhanke-
standaarden
lijkheidsregels
oplossen van ethische dilemma’s
• Laten zien van
Ethisch handelen
analytisch ver-
van de entiteit en
mogen
gevolgen voor
• Professioneel-
de individuen,
kritische instel-
beroepsgroep van
ling tonen
accountant en
• Professional judgement
maatschappelijk verkeer
• Weerstaan en oplossen van conflicten
21 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
5.3 Beroepsproducten staan centraal Aan iedere competentie zijn beroepsproducten gekoppeld. Als trainee werk je in de beroepspraktijk aan deze beroepsproducten, welke het resultaat zijn van een werkproces en dienen als bewijsstuk. Door in de essays te beschrijven hoe een beroepsproduct tot stand is gekomen, komen (bijna) alle componenten van de betreffende competentie aan bod. Het werken aan beroepsproducten staat centraal. Het behalen van de competenties is vervolgens een afgeleide van het opgeleverde beroepsproduct. De CEA toetst of je met je Praktijkopleiding aan de eindtermen voldoet. Door te beschrijven aan welke beroepsproducten je hebt gewerkt en door aan te geven op welke wijze deze beroepsproducten zijn gerealiseerd en door de koppeling te leggen met de behaalde competenties moet een representatief beeld ontstaan van de eindtermen waaraan je hebt voldaan. Op de startpagina van de Elektronische Leeromgeving (ELO) tref je een excelbestand aan waarin de relatie tussen de competenties en de eindtermen is aangegeven. Voor de meest recente eindtermen van de CEA, kijk je op www. ceaweb.nl
5.4 Het niveau waarop competenties worden behaald De competenties moeten worden behaald op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Van de vier kritische beroepssituaties zijn er 2 verplicht (Situaties van Assuranceopdrachten en Situaties van aan Assurance Verwante Opdrachten) en moet er 1 gekozen worden uit de twee overige (Situaties van Fiscale Dienstverlening en Situaties van Adviesopdrachten). Dat wil zeggen dat voor het groeipad richting het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar geen aparte niveau-aanduidingen zijn opgenomen. Over het leerproces: zie hoofdstuk 3. Het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar wordt bepaald door de volgende elementen: • De complexiteit van de werkzaamheden. • Het inzicht dat de trainee heeft ontwikkeld. • De functie waarin de trainee werkzaam is. Een competentie kan worden verworven, zodra: 1. er sprake is van complexe(re) werkzaamheden. Er moet sprake zijn van een integrale afweging. In de competentiebeschrijving wordt de complexiteit van opdrachten gekoppeld aan de omvang van de onderneming, de aard van de werkzaamheden en de dynamiek van de omgeving waarin de onderneming opereert (deze elementen worden gevat in het begrip ‘working environment’). De complexiteit wordt daarnaast bepaald door de breedte en / of diepgang van de verrichtte opdrachten; 2. er sprake is van voldoende inzicht in het eigen handelen. Dat betekent dat de trainee vanuit een theoretisch kader integrale afwegingen heeft moeten maken. Werkzaamheden worden verricht vanuit een helikopterview. De trainee handelt vanuit een professioneel-kritische houding en is in staat te reflecteren op zijn eigen werkzaamheden en dat van anderen. Deze componenten zijn in de competentiebeschrijvingen expliciet gemaakt;
22 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
3. de trainee werkzaam is in een gevorderde functie. Dat wil zeggen dat de trainee in staat is zelfstandig afwegingen te maken. Het niveau waarop de werkzaamheden zijn verricht, komt mede tot uitdrukking in de functie waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd (bijv. relatiebeheerder, cliëntmanager, controleleider, etc.). Of de competenties op het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar zijn behaald, wordt bepaald door de externe beoordelaar die de beoordelingen uitvoert. Op basis van ‘professional judgement’ wordt door hem het oordeel geveld. Het eindniveau van de individuele kandidaat wordt mede bepaald door het instroomniveau van die kandidaat en de omgeving waarin die kandidaat werkzaam is. Dat het niveau van de werkzaamheden afhankelijk is van meerdere factoren, wordt ook in het Framework van de IFAC onderkend:” The appropriate level of competence will vary, depending on such factors as the complexity of the environment, the complexity of tasks, the variety of tasks, required specialist knowledge, influence on the work of others, reliance on the work of others, level of autonomy, and required level of judgment.” Het competentieprofiel, onderverdeeld in vier kritische beroepssituaties, is opgenomen in bijlage 1. In hoofdstuk 4 zijn de vier kritische beroepssituaties gedefinieerd. In het competentieprofiel zoals opgenomen in bijlage 1 zijn binnen de kritische beroepssituatie ‘Situaties van Assuranceopdrachten’ de competenties beschreven voor de jaarrekeningcontrole. Voor de kritische beroepssituatie ‘Situaties van aan Assurance verwante Opdrachten’ zijn de competenties beschreven voor de samenstelopdrachten. Dit hangt samen met het gegeven dat als minimumeis geldt dat er twee jaarrekeningcontroles en twee samenstelopdrachten op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar moeten worden uitgevoerd tijdens de Praktijkopleiding. Dat laat onverlet dat ook andere typen opdrachten binnen deze kritische beroepssituaties kunnen worden uitgevoerd en kunnen bijdragen aan het verwerven van de beschreven competenties (zie ook het rapport met eindtermen voor de Praktijkopleidingen AA en RA: www.ceaweb.nl).
5.5 Kwantitatieve norm Tijdens de Praktijkopleiding moet je twee jaarrekeningcontroles en twee samenstelopdrachten uitvoeren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Deze twee activiteiten zijn met elkaar verbonden. Verondersteld wordt dat wanneer je als trainee ervaring hebt opgedaan met het samenstellen jaarrekeningen je daarmee vaardigheden hebt opgedaan die bijdragen aan het ontwikkelen van controlevaardigheden. Daarnaast moet je aan het uitvoeren van samenstelopdrachten en controleopdrachten gezamenlijk minimaal 1000 uur hebben besteed. Jouw externe beoordelaar bevestigt dat je competenties hebt behaald voor de Kritische beroepssituaties ‘Situaties van Assuranceopdrachten’ en ‘Situaties van aan Assurance Verwante Opdrachten’ op het moment dat je de minimaal verplichte tweede samenstelopdracht of tweede controleopdracht hebt uitgevoerd (onafhankelijk van de vraag of je inmiddels aan het 1000 urencriterium voldoet). De gesimuleerde jaarrekeningcontroles (zie paragraaf 5.6) worden genormeerd op 75 uur per simulatie.
23 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Ruud Smit werkt op een klein accountants kantoor in het midden van het land “Bij ons op het kantoor zijn geen geschikte controleopdrachten voor de Praktijkopleiding aanwezig. Daarom ga ik gebruik maken van het alternatief dat de NOvAA ons biedt: het uitvoeren van de simulaties van de jaarrekeningcontroles.”
5.6 Simulaties van jaarrekeningcontroles De ervaring leert, dat het voor veel AA-trainees niet haalbaar is om binnen de eigen werkomgeving twee volledige jaarrekeningcontroles uit te voeren. Dit betekent immers dat je alle onderdelen van de jaarrekeningcyclus op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar moet hebben uitgevoerd. Het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar wordt door de volgende drie aspecten bepaald: 1. De complexiteit van de werkzaamheden 2. Het inzicht dat de trainee heeft ontwikkeld 3. De functie waarin de trainee werkzaam is Ad.1 Complexiteit van de werkzaamheden Bij de twee controleopdrachten die je op dit niveau uitvoert, voer je gegevensgerichte en systeemgerichte controlewerkzaamheden uit. De opdracht moet qua omvang, aard van de werkzaamheden en omzet voldoende complex zijn, zodat de uitkomsten van de systeemgerichte en de gegevensgerichte controlewerkzaamheden niet vooraf al voorspelbaar zijn. Ad. 2 Inzicht dat de trainee ontwikkeld heeft Je moet de controleopdrachten vanuit een helikopterview kunnen uitvoeren en integrale afwegingen kunnen maken. Ad.3 De functie waarin de trainee werkzaam is Van jou wordt verwacht dat je de controleopdrachten uitvoert in een gevorderde functie. Daarbij wordt uitgegaan van de functie van controleleider of een daarmee te vergelijken functie. De NOvAA heeft voor trainees die niet in staat zijn complexe controleopdrachten binnen de eigen werkomgeving uit te voeren, simulaties van jaarrekeningcontroles laten ontwikkelen. In opdracht van de NOvAA heeft de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in samenwerking met Full Finance onder toezicht van de CEA simulaties van jaarrekeningcontroles ontwikkeld. Overigens staat het andere aanbieders vrij onder minimaal dezelfde kwalitatieve condities simulaties van jaarrekeningcontroles te ontwikkelen. Mochten simulaties van jaarrekeningcontroles van andere aanbieders op enig moment door de NOvAA en de CEA worden goedgekeurd, dan wordt dit vermeld op de website van de NOvAA.
24 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
De simulaties van de jaarrekeningcontroles voldoen aan de eindtermen van de CEA en zijn afgestemd op hetgeen van AA-trainees tijdens hun Praktijkopleiding wordt verwacht. Een AA-trainee wordt toegelaten tot een simulatie van een jaarrekeningcontrole op het moment dat hij voldoende ervaring heeft met assuranceopdrachten op een lager niveau. Dit impliceert dat iedere deelnemer die aan de simulatie deelneemt, voorafgaand hieraan bijvoorbeeld als assistent ervaring heeft opgedaan met een controleopdracht of bijvoorbeeld een beoordelingsopdracht of een eenvoudige controleopdracht zelfstandig heeft uitgevoerd. Afhankelijk van de mogelijkheden die je binnen je eigen werkomgeving hebt, kun je er voor kiezen om aan één of twee simulaties van jaarrekeningcontroles deel te nemen. In een intensief programma van zes dagen per simulatieopdracht wordt de controlecyclus helemaal doorlopen. Het programma bestaat uit zestien dagdelen (ochtend- , middag en avond) en wordt aangeboden in tweemaal drie dagen. De eerste drie dagen worden besteed aan de interimcontrole. De laatste drie dagen worden aan de eindejaarscontrole besteed. Tijdens de uitvoering van de controleopdrachten wordt gebruik gemaakt van echte administraties van bedrijven. Er wordt verder gebruik gemaakt van bekende controleapplicatie en van een veelgebruikt handboek. Gesprekken met de klant vinden plaats door middel van rollenspellen. Tijdens de simulatieopdracht worden er assessments afgenomen. Na afloop van de jaarrekeningsimulatie schrijf je een essay over de door jou uitgevoerde controleopdracht. Als een AA-trainee in een gesimuleerde omgeving de controleopdracht succesvol heeft uitgevoerd, is dit onderdeel definitief afgerond. Een externe beoordelaar kan later niet terug komen op het resultaat dat tijdens de simulatie is behaald. Dus als je twee simulaties van jaarrekeningcontroles succesvol hebt uitgevoerd, dan komt dit onderdeel tijdens je afrondend eindgesprek niet meer als examenonderdeel aan de orde! Je kunt je inschrijven via de website van de NOvAA. De simulaties van de jaarrekeningcontroles worden aangeboden als scopeverbreding binnen de NOvAA Beroepsopleiding.
5.7
Vrijstellingen Werk je al een paar jaar in een accountantspraktijk en heb je waardevolle ervaring opgedaan? In bepaalde gevallen kun je aanmerking komen voor een vrijstelling. Je kunt hier meer over lezen in de Verordening op de praktijkstage en in de Handleiding Vrijstellingsprocedure. In de Handleiding bevindt zich ook het formulier waarmee je de vrijstelling kunt aanvragen. De Handleiding Vrijstellingsprocedure tref je aan op de website van de NOvAA.
25 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Kim Ho werkt bij één van de grote accountantskantoren Na afronding van haar Bachelor of Economics besloot Kim Ho te gaan werken bij één van de grote accountantskantoren. “Binnen ons kantoor hebben we veel klanten uit het mkb, maar dan wel de grotere mkbklanten. Dat spreekt mij meer aan. Je werkt dan in een segment waar klanten professioneel met hun accountant omgaan. Het contact met de klant verloopt wel wat formeler dan tussen de accountant en de kleinere mkb-ondernemer. Bij de accountantsorganisatie waar ik werk, draait alles om kwaliteit. Zo moeten we allerlei cursussen volgen en gelden er strenge interne procedures om aan alle nationale en internationale wet- en regelgeving te voldoen. Goed voor mijn algemene vorming!“
26 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
6
Algemene (beroeps)vaardigheden Als trainee moet je in de werkomgeving in de gelegenheid worden gesteld met een toenemende mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te kunnen functioneren. Daarbij moet je als trainee ook de Verordening gedragscode (VGC) kunnen toepassen evenals de Nadere voorschriften onafhankelijkheid. Je moet kunnen omgaan met bedreigingen en waarborgen conform het “VGC-conceptual framework”, waarbij de uitwerking van de principes afhankelijk is van de rol die je vervult. De algemene beroepsvaardigheden bestaan uit twee onderdelen: 1. Een professionele beroepshouding 2. Communicatieve beroepsvaardigheden Soms lopen deze twee onderdelen vloeiend in elkaar over. Bijvoorbeeld: het tonen van een rechte rug hangt mede samen met de mate waarin je staat bent mondeling tot uitdrukking te brengen wat je van een bepaalde kwestie vindt. De algemene beroepsvaardigheden laat je in de eerste plaats zien in je werkomgeving. Jouw praktijkopleider is dan ook primair de aangewezen persoon die kan beoordelen hoe jij deze vaardigheden ontwikkelt. De algemene beroepsvaardigheden maken dan ook nadrukkelijk onderdeel uit van de halfjaarlijkse gesprekken met je praktijkopleider. Ook in het beoordelingsformulier dat door je praktijkopleider jaarlijks ingevuld moet worden, komen de algemene beroepsvaardigheden uitgebreid aan bod.
6.1
Professionele beroepshouding Voor de professionele beroepshouding dien je in ieder geval de gedragsregels correct toe te passen. Hiervoor moet je het instrumentarium van de AA-Accountant op de juiste wijze kunnen hanteren. Voorbeelden van dat instrumentarium zijn: de Handleiding Regelgeving Accountancy (Wet toezicht accountantsorganisaties, Besluit toezicht accountantsorganisaties, Nadere voorschriften controle en overige standaarden, Verordening accountantsorganisaties, Verordening gedragscode, enzovoort), de Richtlijnen Jaarverslaggeving (voor het mkb), de Leidraden en overige relevante (fiscale) wet- en regelgeving, inclusief relevante jurisprudentie. Jouw professionele beroepshouding wordt niet alleen bepaald doordat je aantoont dat je de wet- en regelgeving kunt toepassen, maar ook – en misschien wel vooral – door wat je in de uitoefening van het accountantsberoep uitstraalt. Beschik je over een rechte rug? Hoe ga je om met ethische vraagstukken (niet alles wat toegestaan is, is daarmee ook gewenst)? Beschik je in de uitoefening van het accountantsberoep steeds een professioneel-kritische instelling?
6.2 Communicatieve beroepsvaardigheden In het accountantsberoep zijn communicatieve vaardigheden heel belangrijk. Zo voer je regelmatig een gesprek met de klant. Daarvoor moet je beschikken over de juiste gespreksvaardigheden. Vanuit jouw professionele beroepshouding zal je soms een advies verstrekken dat stuit op weerstand. Je moet met weerstanden dus kunnen omgaan. Mogelijk stuur je vanuit jouw functie medewerkers aan. Ook dat vraagt om specifieke vaardigheden. Verder moet je aan de klant een schriftelijk advies kunnen
27 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
presenteren. Jouw adviesbrief of jouw managementletter moeten van hoge kwaliteit zijn. Taalkundig en inhoudelijk. In hoofdstuk 3 is al ingegaan op het belang van het kunnen stellen van de juiste feedbackvragen en het kunnen samenwerken met anderen. Als je deze vaardigheden goed beheerst, bevordert dit jouw leerproces in de Praktijkopleiding. Om je te ondersteunen bij de ontwikkeling van je communicatieve beroepsvaardigheden, is de cursus Communicatieve Beroepsvaardigheden voor alle AA-trainees verplicht gesteld (zie ook hoofdstuk 7). Verder verwachten wij van alle trainees dat zij het volgende boek: ‘Trainen van interpersoonlijke vaardigheden’ - Stephen P. Robbins en Phillip L. Hunsaker aanschaffen en gebruiken als handboek tijdens de Praktijkopleiding.
6.3 Specifieke opdrachten Om je bewust te maken van het belang van de professionele beroepsvaardigheden, zijn er specifieke opdrachten ontwikkeld voor enkele belangrijke beroepsvaardigheden. Voor het maken van deze opdrachten wordt gebruik gemaakt van de module ‘Mijn Studieroutes’. De uitkomsten van de opdrachten worden bij de verslagen van de halfjaarlijkse gesprekken gevoegd. De volgende opdrachten moeten worden uitgevoerd: 1. Het presenteren, bediscussiëren en verdedigen van een standpunt richting een klant. De methode van bewijsvoering: een observatieverslag, opgesteld door je praktijkopleider + een schriftelijke reflectie van jou op de observatiebevindingen; 2. Het bespreken van een tuchtrechtzaak met je praktijkopleider en die vergelijken met een casus uit je eigen praktijk. Van deze bespreking maak je een verslag. Met deze opdracht besteed je aandacht aan ethiek / de rechte rug van de accountant; 3. Het (laten) uit voeren van een peer assessment (360 graden feed back) gericht op de wijze waarop je samenwerkt / een teamplayer bent. Je geeft ook een schriftelijke reactie op het resultaat van het peer assessment; 4. Je toont aan dat je beschikt over een professioneel-kritische instelling door te beschrijven hoe je deze instelling bij een specifieke opdracht hebt toegepast; 5. Je maakt een selfassessment (checklist) en een kennistest en geeft een schriftelijke reactie op de resultaten daarvan met betrekking tot het onderwerp ‘feedback geven’; 6. Je maakt een selfassessment (checklist) van de evaluatie van de onafhankelijkheidstoets die je bij een controleopdracht hebt uitgevoerd. De opdrachten staan beschreven in de ‘Mijn Studieroutes’ module en ook voor het uitwerken van bovenstaande opdrachten maak je daarvan gebruik. Tot de ‘Mijn Studieroutes’ module heb je toegang via N@tschool.
6.4 Verplichte cursussen Je bent verplicht een aantal cursussen te volgen. Met deze verplichte cursussen wil de NOvAA twee doelen bereiken: je communicatieve vaardigheden versterken en je bewust maken van de meest recente veranderingen in de gedragsregels. (Verordening op de praktijkstage, artikel 7)
28 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Voor AA-Accountant én trainee De NOvAA kan cursussen die in het kader van de permanente educatie verplicht zijn voor AA-Accountants, ook verplicht stellen voor AA-trainees. Dit gebeurt bij cursussen die direct betrekking hebben op de gedrags- en beroepsregels of bij cursussen die van groot belang zijn voor de uitoefening van het beroep. Groeien door cursussen In je POP, de halfjaarlijkse gespreksverslagen en de essays leg je een verbinding tussen jouw competentieontwikkeling (jouw persoonlijke groei) en de cursussen die je, al dan niet verplicht, gevolgd hebt. Communicatieve vaardigheden Tijdens de Praktijkopleiding ben je verplicht twintig uur te besteden aan de cursus Communicatieve beroepsvaardigheden. Tijdens deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: persoonlijke effectiviteit, professioneel adviseren en schriftelijke vaardigheden. In de Essaywijzer worden deze onderwerpen verder uitgewerkt. Clarity Standaarden De cursus Clarity Standaarden is voor AA-trainees verplicht gesteld vanaf 1 september 2011. Trainees die vanaf 1 januari 2012 het vak Audit & Assurance II of het vak Audit & Assurance III hebben afgerond zijn van deze cursus vrijgesteld. Professional Skepticism De cursus Professional Skepticism is verplicht vanaf 1 januari 2012 voor alle trainees. Waar volg je deze cursussen? Je kunt alleen cursussen volgen, die goedgekeurd zijn door de NOvAA. Onder andere Vedaa biedt deze goedgekeurde cursussen aan. Meer informatie vind je op www. vedaa.nl. Cursussen die verplicht gesteld zijn in het kader van de permanente educatie moeten door de NOvAA geaccrediteerd zijn. Wil je weten of een cursus geaccrediteerd is, neem dan contact op met de afdeling Beroep en Beleid van de NOvAA. Voor de contactgegevens kijk je op www.novaa.nl. Voor de cursussen Communicatieve beroepsvaardigheden staat op de website van de NOvAA welke cursussen van welke aanbieders goedgekeurd zijn. De Vedaa is één van de aanbieders die goedgekeurde cursussen aanbiedt. Meer informatie: www.novaa.nl en www.vedaa.nl.
Ruud Smit koos bewust voor een mkb-kantoor “Het leuke van een mkb-kantoor is dat je te maken hebt met een grote diversiteit aan cliënten en werkzaamheden. De werkzaamheden variëren van het inboeken van administraties tot en met het doen van IB- en Vpb-aangiften en het adviseren in fiscale zaken. Je moet wel een behoorlijke inspanning leveren om alle ontwikkelingen ten aanzien van de wet- en regelgeving goed te blijven volgen. Je wilt jouw klanten immers zo goed mogelijk bedienen.”
29 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
7
Rapportages Tijdens de Praktijkopleiding staat het voortbrengen van beroepsproducten en daarmee het verwerven van competenties centraal. Je voortgang houd je bij in verschillende rapportages. In deze rapportages draait het bij de bewijsvoering van een verworven competentie steeds om kennis, vaardigheden en houding. Voor jouw persoonlijke ontwikkeling is ook vereist dat je af en toe reflecteert op hetgeen je de afgelopen periode gedaan hebt. Werken aan persoonlijke groei veronderstelt dat je in staat bent om te leren van eerdere fouten. Daarom word je op verschillende momenten gevraagd om te reflecteren op je eigen werkzaamheden. Hiervan maak je rapportages. Elektronische leeromgeving De rapportages plaats je in de elektronische leeromgeving (ELO). Als je tot de Praktijkopleiding bent toegelaten, krijg je toegang tot de ELO met een wachtwoord en een login. De login is bij aanvang ‘welkom’. Je wijzigt dit als je voor de eerste keer inlogt. Het wachtwoord en de login zijn strikt persoonlijk. Voorkom daarom dat anderen jouw toegangsgegevens tot de ELO in handen krijgen. De ELO die de NOvAA gebruikt heet N@tschool. Het is een webbased applicatie. De leverancier van N@tschool, Three Ships, heeft een handleiding gemaakt voor zowel eindgebruikers (trainees, praktijkopleiders en externe beoordelaars) als applicatiebeheerders. De handleidingen voor het gebruik van de ELO tref je aan op de website van de NOvAA: www.novaa.nl. In je portfolio Je portfolio bevindt zich in de ELO. In je portfolio neem je de volgende documenten op: • een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) • halfjaarlijkse gespreksverslagen • jaarlijkse essays (inclusief de beroepsproducten) Verder werk je jaarlijks je competentieprofiel bij. Je geeft hierin aan voor welke competenties je welke vaardigheden en houdingsaspecten op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar hebt ontwikkeld. Deze ontwikkeling moet je hebben aangetoond in je essay. (Verordening op de praktijkstage, artikel 15)
Kim Ho werkt aan haar persoonlijk ontwikkelingsplan “Mijn POP heb ik samen met mijn praktijkopleider opgesteld. Hij gebruikt het POP als basis voor de halfjaarlijkse gesprekken en de beoordeling van mijn essay. Je merkt dat het binnen een grote organisatie best moeilijk is om werkzaamheden buiten je eigen afdeling te doen. Mijn praktijkopleider is dan degene die ervoor zorgt dat ik behalve controlewerkzaamheden ook andere werkzaamheden te doen krijg. Hij creëert mogelijkheden voor mij en coacht mij bij de werkzaamheden die ik uitvoer.”
30 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
7.1
Het POP In het POP geef je een beschrijving van de door jou geplande ontwikkeling, inclusief de wijze waarop. Je sluit aan bij eerder opgedane werkervaring en bij jouw theoretische opleidingsniveau. (Verordening op de praktijkstage, artikel 5.1) Bij het schrijven van het POP maak je gebruik van de POP-wijzer. Hierin is beschreven wat er van jou verwacht wordt. De POP-wijzer kun je downloaden via de website van de NOvAA.
7.2
De halfjaarlijkse gespreksverslagen Je voert ieder halfjaar een gesprek met je praktijkopleider over de voortgang van je Praktijkopleiding. De halfjaarlijkse gesprekken worden op basis van een vaste agenda gevoerd. Die agenda ziet er als volgt uit: 1. Voortgang Praktijkopleiding in relatie tot het POP 2. Algemene beroepsvaardigheden 3. Gedragsregels en beroepshouding 4. Feedback vragen en ontvangen 5. Vaktechnische dilemma’s die zich het afgelopen half jaar hebben voorgedaan 6. Verbeterpunten 7. Afspraken komende halfjaar 8. Bijstelling POP Ad.1 Voortgang Praktijkopleiding in relatie tot het POP De planning van jouw Praktijkopleiding uit het persoonlijk actieplan, wordt besproken. Lig je nog op koers? Heb je genoeg opdrachten van voldoende complexiteit? Kom je in voldoende mate toe aan de werkzaamheden die je in het actieplan beschreven hebt? Hoe staat het met je niveau-ontwikkeling? Ad.2 Algemene beroepsvaardigheden Bij de algemene beroepsvaardigheden ga je, voor zover relevant, in op de volgende punten (zie het CEA-rapport met eindtermen: www.ceaweb.nl): 1. De algemene beroepsvaardigheden; 2. Analytisch vermogen en inschattingsvermogen 3. Persoonlijke en intermenselijke vaardigheden; 4. Organisatorische vaardigheden; 5. Integratieve en multidisciplinaire vaardigheden; 6 Waarden, normen en attitudes. Uitgangspunt is dat je praktijkopleider degene is die ervaart hoe jij jouw (communicatieve) beroepsvaardigheden in de beroepspraktijk ontwikkelt. Ad. 3 Gedragsregels Bij de gedragsregels (VGC) wordt ingegaan op de volgende punten: De fundamentele beginselen en de bedreigingen daarvan: bespreek met je praktijkopleider in welke context je met de fundamentele beginselen en de bedreigingen ervan te maken hebt gehad
31 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Ad. 4 Feedback vragen Tijdens het halfjaarlijks gesprek geeft jouw praktijkopleider feedback op jouw ontwikkeling van het afgelopen half jaar. Tijdens dit gesprek stel jij zelf ook concrete feedbackvragen. Ad. 5 Vaktechnische dilemma’s Bespreek vaktechnische dilemma’s. Met welke dilemma’s heb je te maken gehad? Hoe ben je hier mee omgegaan? Wat zou jouw praktijkopleider in zo’n situatie hebben gedaan? Etc. Ad. 6 Verbeterpunten Samen met je praktijkopleider benoem je jouw verbeterpunten. Waar ga je het komende half jaar (of langer) extra aandacht aan besteden? Ad. 7 Afspraken maken De afspraken worden SMART geformuleerd. Dat staat voor: Specifiek: Je maakt concrete afspraken; Meetbaar: Je kunt de resultaten meten; Acceptabel: Je mag de afspraken uitvoeren binnen de organisatie; Realistisch: De afspraak is haalbaar; Tijd: Op welke termijn bereik je je doel? Bij het SMART formuleren van afspraken wordt uitgegaan van een cyclisch kwaliteitsmodel. Daarbij is het ondenkbaar dat er geen verbeterpunten zijn, waarover afspraken gemaakt kunnen worden. Ad. 8 Bijstellen POP In bijzondere situaties moet je het POP bijstellen. Het gaat dan om situaties waardoor de planning in het geheel niet meer klopt. Dat kan het geval zijn wanneer je bent gewisseld van werkgever of wanneer je binnen het kantoor een nadere functie hebt gekregen. Ook in andere uitzonderlijke situaties kan het nodig zijn om het POP bij te stellen (bijv. als gevolg van ernstige ziekte). Van het halfjaarlijkse gesprek stel je een verslag op. Het gespreksverslag beslaat twee tot drie A4’tjes, waarin de opvattingen van de praktijkopleider gemarkeerd zijn (door die vet te maken of te onderstrepen). Bij de communicatieve beroepsvaardigheden en de beroepshouding wordt ook nader ingegaan op de specifieke opdrachten die moeten worden uitgevoerd (zie paragraaf 6.3). De uitwerkingen van deze opdrachten worden als bijlage bij het gespreksverslag gevoegd.
32 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
7.3
Het jaarlijkse essay Tijdens je Praktijkopleiding werk je aan beroepsproducten (zie ook het competentieprofiel voor de Praktijkopleiding in hoofdstuk 5). Per kritische beroepssituatie (voor zover relevant) maak je een beschrijving van door jou verrichte opdrachten en de beroepsproducten die dit heeft opgeleverd. Daarbij geef je aan: • hoe de opdracht tot stand is gekomen (bijvoorbeeld: bestaande relatie); • met welke vraag de klant gekomen is; • hoe het contact met de klant is verlopen; • welk (advies)producten opgeleverd zijn; • wat jouw eigen rol was. Ga daarbij in op het niveau; • Door te werken aan beroepsproducten, ontwikkel je competenties. Geef aan welke competenties je hebt verworven; • ga in op de relevante wet- en regelgeving; • welke afwijking(en) er waren ten opzichte van het POP, een verklaring waarom (voor zover relevant) en een bijstelling van het POP (voor zover relevant); • wat goed ging en wat beter kan (zelfreflectie); • welke vergelijking je kunt maken tussen de opdrachten. Dit indien het een tweede en/of derde beschrijving van een bepaald type opdracht binnen een kritische beroepssituatie betreft. De vergelijking tussen opdrachten is bedoeld om te laten zien welke persoonlijke groei je hebt doorgemaakt of welke nieuwe inzichten je hebt verworven. In hoeverre heeft de opdracht invloed gehad op jouw persoonlijke profiel? Relevante, voorgeschreven (zie de competentietabel in bijlage 1) en geanonimiseerde beroepsproducten voeg je toe als bijlage. De beroepsproducten dienen als bewijs. Hieronder wordt een aantal aspecten uit het essay nader toegelicht. Behaalde competenties In het essay beschrijf je aan welke beroepsproducten je hebt gewerkt. Om te kunnen werken aan een beroepsproduct heb je professionele kennis nodig. Je moet in het essay hier dus nader op ingaan. Welke wetgeving heb je toegepast? Welke theoretische kennis heb je toegepast, etc. Verder heb je voor het werken aan een beroepsproduct professionele vaardigheden nodig. Je hebt wellicht met de klant contact gehad. Je werkt mogelijk in een team. Etc. Tot slot demonstreer je tijdens het werken aan beroepsproducten professionele waarden, ethiek en een professionele houding. Bij de verantwoording van de behaalde competenties leg je tevens een direct verband tussen de verrichte opdracht, de gegenereerde beroepsproducten en de behaalde competenties. Door de beschrijving van alle door jouw verrichte werkzaamheden moet blijken dat je een representatief deel van de eindtermen van de CEA hebt gerealiseerd. Je hoeft echter niet per eindterm een verantwoording te geven. In het excelbestand op de startpagina van de ELO wordt de relatie tussen de eindtermen en de competenties gegeven. Aandacht voor vaardigheden In jouw essay besteed je aandacht aan de vaardigheden die je nodig hebt om een bepaald beroepsproduct op te leveren. Van jou wordt verwacht dat hier uitgebreid op ingaat. Denk bijvoorbeeld bij het voeren aan een adviesgesprek aan zaken als: 1) welke voorbereidingen heb je vooraf getroffen; 2) welke rol nam je tijdens het
33 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
gesprek in; 3) paste je tijdens het gesprek het LSD-model (Luisteren – Samenvatten – Doorvragen) toe; 4) hoe ben je omgegaan met de weerstand die je op één of meerdere onderdelen van jouw advies proefde tijdens het gesprek; 5) heb je controlevragen gesteld om te toetsen of de klant jou begreep; 6) heb je het gesprek geëvalueerd? Beschrijf de resultaten daarvan. Kies bij de andere vaardigheden voor een vergelijkbare aanpak. Aandacht voor professionele beroepshouding, waarden en ethiek Je dient je te realiseren dat met name de fundamentele beginselen uit de Verordening gedragscode op alle werkzaamheden van toepassing zijn en derhalve ook altijd dienen te worden behandeld. Deze fundamentele beginselen zijn: - Integriteit - Objectiviteit - Deskundigheid en zorgvuldigheid - Geheimhouding - Professioneel gedrag Als trainee kun je laten zien dat je de toepassing van de fundamentele beginselen en eventuele bedreigingen herkent, door deze beginselen toe te passen in een betekenisvolle context. Daarnaast is de Wet Witwassen en Financiering van Terrorisme vrijwel integraal van toepassing op alle werkzaamheden die een accountant uitvoert. Derhalve dient in de uitwerking van het essay de toepassing van deze wetgeving te worden opgenomen. Verder dien je aan onderwerpen als ethiek, de rechte rug, professional skepticism aandacht te besteden. In het competentieprofiel wordt indicatief aangegeven welke aspecten binnen welke competenties aan de orde zouden kunnen komen. Beschrijf opdrachten waarbij er sprake is van contexten waarin dergelijke aspecten goed tot z ’n recht komen. Voorbeelden: aandacht besteden aan integriteit is vooral van belang op het moment dat er rond dit begrip spanning heeft bestaan. Het aspect objectiviteit speelt vaak bij bedrijfsopvolging in de familiesfeer. Etc. Aandacht voor toepassing van theoretische kennis In de Praktijkopleiding wordt verwacht dat je in staat bent om theoretische kennis, waaronder de regelgeving, ook correct toe te passen. Daarmee kan je als trainee aantonen dat je in staat bent om de theorie ook te vertalen naar complexe praktijksituaties. In de uitwerking van de kritische beroepssituaties in de essays dient altijd een relatie te worden gelegd tussen de regelgeving die betrekking heeft op de kritische beroepssituatie en de uitgewerkte praktijkcases. Daarbij is het niet de bedoeling dat in het essay een integrale weergave van de van toepassing zijnde regelgeving wordt overgenomen. Een beknopte verwijzing naar de van toepassing zijnde regelgeving, waarna een casusspecifieke uitwerking volgt, wordt echter wel verwacht.
34 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Regelgeving in de accountancy kan worden verdeeld in regelgeving die betrekking heeft op de accountantspraktijk en regelgeving die betrekking heeft op de accountant zelf. Schematisch ziet dit er als volgt uit. Regelgeving gericht op Regelgeving opgesteld door
De accountantspraktijk
De accountant
De wetgever
- Wet toezicht accountantsorganisatie - Besluit toezicht accountantsorganisatie
- Wet op de AA - Wet op de RA - Wet tuchtrechtspraak accountants
De beroepsorganisatie
- Verordening accountantsorganisaties - Nadere voorschriften accountantskantoren inzake assurance-opdrachten - Nadere voorschriften accountantskantoren inzake aan assurance verwante opdrachten
- Verordening gedragscode - Nadere voorschriften onafhankelijkheid - Nadere voorschriften permanente educatie - Nadere voorschriften controle en overige standaarden - Verordening op klachtbehandeling
Persoonlijke groei In het essay moet je een vergelijking tussen opdrachten maken. In het spiraalmodel voor reflectie (zie paragraaf 3.5) wordt toegelicht waarom. Je hebt eerder een bepaald type opdracht gedaan. Je hebt op basis van een zelfevaluatie besloten dat sommige dingen anders moesten of dat meer routine vereist was. Nu beschrijf je in het essay hetzelfde type opdracht. Je geeft aan wat je anders hebt gedaan / wat er beter ging. Wat heb je in een eerder stadium geleerd waardoor je de opdracht nu beter kon uitvoeren? Persoonlijke profiel Al tijdens het schrijven van je POP wordt aan je gevraagd ook je persoonlijke ambities te beschrijven. In de jaarlijkse essays geef je aan hoe de beroepsproducten waaraan je gewerkt hebt, bijgedragen hebben aan die persoonlijke ambities. Essaywijzer Bij het schrijven van essays maak je gebruik van de Essaywijzer. Hierin gaan we nader in op de eisen waaraan een essay moet voldoen. Je leest er ook wat je moet doen als je halverwege een opleidingsjaar wisselt van werkgever. Download de Essaywijzer via www.novaa.nl.
Sander de Vries houdt de klantendossiers erbij “Mijn praktijkopleider is zich ervan bewust dat hij niet zomaar zijn akkoord kan geven, hij is immers wel accountant. Hij laat mij bij de beoordeling van het essay altijd de klantendossiers op tafel leggen, zodat hij in de dossiers kan nazien wat ik gedaan heb en wat de kwaliteit daarvan is geweest. Soms moet ik even slikken, maar het draagt wel bij aan mijn persoonlijke ontwikkeling.”
35 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
7.4
Het competentieprofiel In het competentieprofiel, ook wel competentiematrix genoemd, geef je per kritische beroepssituatie per jaar aan welke competenties je verworven hebt. De competentiematrix dient als een overzicht van de behaalde competenties. Situaties van Assuranceopdrachten Competentie
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Een professionele accountant is in staat om een onafhankelijkheidstoets uit te voeren op basis van de onafhankelijkheidsregels
Niet gedaan
Niet gedaan
Behaald volgens externe beoordelaar
Niet gedaan
Niet gedaan
Een professionele accountant is in staat om voor aanvang van de controleopdracht te beoordelen of hij de cliënt- en opdracht kan accepteren en continueren conform VGC.
Niet gedaan
Behaald volgens trainee
Behaald volgens externe beoordelaar
Niet gedaan
Niet gedaan
De professionele accountant is in staat inzicht cf de regelgeving kennis te verkrijgen in de aard van de activiteiten van de entiteit en haar omgeving. Tevens is van belang dat de professionele accountant inzicht verkrijgt NV COS in het belang van de wet- en regelgeving voor de entiteit. Cf. de NV COS dient ook aandacht te worden besteed aan cijferanalyse. Dit blijkt uit de bedrijfsverkenning.
Behaald volgens praktijkopleider
Behaald volgens externe beoordelaar
Behaald volgens externe beoordelaar
Niet gedaan
Niet gedaan
De professionele accountant is in staat cf. de regelgeving een risico analyse op te stellen. De professionele accountant is in staat om de aanpak van de controle weer te geven i.o.m. de NV COS. De accountant is in staat om een op de risico-analyse gebaseerd werkprogramma op te stellen dat zodanig is ingericht dat de vereiste zekerheid in de controle gerealiseerd kan worden. De professionele accountant is in staat cf. de NV COS om systeemgerichte controlewerkzaamheden uit te voeren. De accountant is in staat om controledocumentatie te verzamelen ter onderbouwing van zijn conclusie ten aanzien van de werking van de interne beheersingsmaatregelen. De professionele accountant is in staat om cf. de regelgeving de gegevensgerichte controlewerkzaamheden uit te voeren. De accountant is in staat om controledocumentatie te verzamelen ter onderbouwing van zijn conclusie ten aanzien van de gegevensgerichte controlewerkzaamheden De professionele accountant is in staat om cf. de regelgeving de afrondende controlewerkzaamheden uit te voeren. De professionele accountant is in staat om cf. NV COS de bevindingen van de controle te evalueren. De professionele accountant is in staat om de regelgeving de uitkomsten van de werkzaamheden te rapporteren De professionele accountant is in staat om cf. de regelgeving het dossier af te ronden.
36 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
In de Praktijkopleiding staat het werken aan beroepsproducten centraal. Daarmee verwerf je competenties. In het competentieprofiel is indicatief aangegeven welke beroepsproducten door jou gegeneerd moeten worden om een competentie te kunnen behalen. Je koppelt in de matrix daarom de competentie aan het bijbehorende essay en de beroepsproducten. Ook is het mogelijk om een beroepsproduct en essay aan meerdere competenties te verbinden. Je geeft in het competentieprofiel eerst zelf aan of je een competentie behaald hebt. Je praktijkopleider bevestigt dit vervolgens. Uiteindelijk moet de externe beoordelaar akkoord geven.
7.5
Uren bijhouden Je moet minimaal 3000 uur aan je Praktijkopleiding besteden. Dit betekent dat je aan je Praktijkopleiding 1000 uur per jaar moet besteden. Van de 3000 uur moet je minimaal 1000 uur besteed hebben aan controle- en samenstelwerkzaamheden. In je essays beschrijf je alleen de opdrachten die hebben bijgedragen aan jouw competentieontwikkeling. In de dagelijkse praktijk zal je veel meer klanten behandelen. In de ELO geeft je praktijkopleider in het jaarlijkse beoordelingsformulier aan of je aan de ureneisen hebt voldaan.
7.6
Te laat inleveren Rondt een gebruiker (jij, je praktijkopleider of externe beoordelaar) een taak niet binnen de gestelde tijd af? Dan ontvangt het secretariaat Praktijkopleiding van de NOvAA of het secretariaat van je stagebureau de melding dat een taak verlopen is. Ben jij of je praktijkopleider degene die de taak heeft laten verlopen? Dan opent de secretariaatsmedewerker je activiteitenplan en verschuift de eerstvolgende rapportage met twee maanden. Dit gaat af van de totale effectieve vijfjaarstermijn. Een voorbeeld Je bent de Praktijkopleiding gestart op 1 januari 2011. Je eerste essay, geaccordeerd door de praktijkopleider, moet voor 1 maart 2012 in je portfolio staan. Vergeet niet in het systeem de taak af te vinken! Is het essay wel op tijd opgenomen, maar niet geaccordeerd? Dan loopt het tweede Praktijkopleidingsjaar van 1 maart 2012 tot 1 maart 2013 (in plaats van 1 januari 2012 tot 1 januari 2013). Onder de voorwaarde dat 1 mei 2012 aan de rapportage-eisen is voldaan, want anders schuift de eerstvolgende rapportageperiode weer twee maanden verder op. In deeltijd Voor de Praktijkopleiding geldt, dat je hieraan per jaar minimaal 1000 uur moet besteden. Indien je niet 1000 uur aan relevante werkzaamheden per jaar aan de Praktijkopleiding kunt besteden, wordt je rapportagetermijn opgerekt totdat je hieraan wel voldaan hebt. Indien je, omdat je parttime werkt, bij voorbaat al weet dat je niet per jaar 1000 uur aan relevante werkzaamheden in het kader van de Praktijkopleiding kunt verrichten, neem je contact op met het secretariaat van de Praktijkopleiding. Het secretariaat zal jouw rapportagetermijnen dan in overleg verlengen en de activiteitenplannen hierop aanpassen. Voor een goed verloop van je Praktijkopleiding wordt van jou verwacht dat je een in het kader van de opleiding relevante arbeidsbetrekking hebt van minimaal 20 uur per week.
37 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
8
Begeleiding Tijdens de Praktijkopleiding sta je er niet alleen voor. Er zijn twee vormen van begeleiding: verplichte en vrijwillige. De verplichte vormen zijn de begeleiding door je praktijkopleider en externe beoordelaar. Onder vrijwillige begeleiding valt de begeleiding die je eventueel zoekt bij de praktijkopleidingsconsultants of de scriptiebegeleiders.
8.1
De praktijkopleider als coach Op het moment dat je start met de Praktijkopleiding, ben je regisseur van je eigen opleidingstraject. Zo bepaal je zelf wie jouw praktijkopleider is. Je praktijkopleider kan jou ondersteunen bij het goed doorlopen van de Praktijkopleiding. De praktijkopleider fungeert als jouw coach. Zo stelt hij samen met jou het persoonlijk ontwikkelingsplan op. Met behulp van het POP geef je samen met je praktijkopleider inhoud aan je ontwikkeling. Hij heeft zicht op hoe je je op de werkvloer ontwikkelt en kan deze ontwikkeling sturen. Ook heeft hij instrumenten om je ontwikkeling te bevorderen, zoals de halfjaarlijkse gesprekken en de jaarlijkse beoordelingsformulieren. Hij coördineert, motiveert en stimuleert je tijdens de Praktijkopleiding. Van de praktijkopleider wordt verwacht dat hij een actieve rol speelt bij het faciliteren van jouw persoonlijke ontwikkeling. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het belang van feedback geven. Kun jij aan jouw praktijkopleider regelmatig feedback vragen? En geeft jouw praktijkopleider direct bruikbare feedback? Draagt jouw praktijkopleider bij aan een werkomgeving waarbij sprake is van een ‘learning goal orientation’? Indien hiervan geen sprake is, moet je overwegen of het mogelijk is om gebruik te maken van een andere praktijkopleider. Het proces van feedback is van groot belang voor jouw leerproces. Van jouw praktijkopleider wordt een actieve houding verwacht. Hij wordt uitgenodigd voor voorlichtingsbijeenkomsten en hij ontvangt nieuwsbrieven. Verder neemt hij kennis van het Praktijkopleidingsplan, de POP-wijzer, de essaywijzer, de handleiding vrijstellingsprocedure, de handleiding eindtoets en eventueel andere handleidingen en brochures. Een actieve houding van jouw praktijkopleider betekent dat hij bij voorlichtingsbijeenkomsten aanwezig is en de beschikbare documentatie grondig bestudeert om jou optimaal te ondersteunen. Op het moment dat blijkt dat een praktijkopleider aantoonbaar niet goed functioneert, kunnen door de Raad voor de Praktijkopleiding maatregelen worden getroffen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat praktijkbegeleiders soms onbewust onbekwaam zijn. Zij treden dan coachend op, maar geven verkeerde aanwijzingen of ondersteunen op een wijze die niet bijdraagt aan je verdere ontwikkeling. Dit betekent dat van jou verwacht wordt dat je je breder oriënteert. Tegenwoordig kun je via veel kanalen informatie verifiëren. Social Media (Linked in, Facebook, Google, Twitter, Platforms, Blogs, etc.) (zie ook hoofdstuk 10 ) kunnen je daarbij ondersteunen. Uiteindelijk blijf je regisseur van je eigen Praktijkopleiding. De eisen De praktijkopleider is een AA-Accountant die minimaal drie jaar als certificeringsbevoegd accountant werkzaam is of een registeraccountant die minimaal drie jaar accountant is. De registeraccountant moet tevens minimaal drie jaar ervaring hebben in het midden- en kleinbedrijf. De definitie van praktijkopleider: ‘Een Accountant-Ad-
38 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
ministratieconsulent met de aantekening bij zijn inschrijving in het accountantsregister, bedoeld in artikel 36 derde lid van de wet en die minimaal drie jaar werkzaam is als accountant met die aantekening.’ (Verordening op de praktijkstage, artikel 1h en 8) Tijdens je Praktijkopleiding mag je maximaal één jaar worden begeleid door een praktijkopleider B, maar niet in het laatste jaar van de Praktijkopleiding. Voor de verdere duur van de Praktijkopleiding dien je begeleid te worden door een praktijkopleider A. De praktijkopleider B is een deskundig persoon, die beschikt over een hbo-diploma en minimaal vier jaar relevante werkervaring in een financiële functie of een andere relevante functie op hbo-niveau (naar het oordeel van de NOvAA). Authentieke producten De praktijkopleider speelt ook een belangrijke rol bij het vaststellen van de authenticiteit van de beroepsproducten. Deze producten moeten namelijk geanonimiseerd worden. Door een schriftelijke bevestiging in het portfolio geeft de praktijkopleider aan dat de beroepsproducten authentiek zijn. Raad voor de Praktijkopleiding steunt daarbij op de praktijkopleider. Goedkeuring rapportages De praktijkopleider is verplicht je rapportages goed te keuren. Deze goedkeuring geeft aan dat je de werkzaamheden zoals beschreven inderdaad op de beschreven wijze hebt uitgevoerd en dat hij zich kan vinden in hetgeen je beweert in jouw rapportage. De goedkeuring van de rapportages werkt bovendien als een filter. Kwalitatief minder goede rapportages, qua inhoud of qua vorm, keurt de praktijkopleider niet goed. Deze hoeft de externe beoordelaar daarom niet te bekijken. Digitale presentatie voor praktijkopleider Voor de praktijkopleider is een digitale presentatie ontwikkeld die hij binnen de ELO moet bekijken. In deze cursuskomt aan de orde hoe met het digitale portfolio door hem moet worden omgegaan.
Paul Verlaat reflecteert met zijn praktijkopleider “Mijn praktijkopleider is mijn voormalige werkgever (buitenpatroon). We voeren regelmatig overleg over de wijze waarop ik inhoud geef aan mijn werkzaamheden. Ieder halfjaar gaan we uitgebreid om de tafel zitten om aan de hand van de gespreksagenda te bespreken hoe ik mijzelf heb ontwikkeld. Deze gesprekken zijn voor mij een moment van reflectie. Waar stond ik en waar sta ik nu? Juist in de hectiek van alledag is het goed om dit soort momenten in te bouwen. We spreken de werkzaamheden altijd inhoudelijk door, evenals mijn houding en vaardigheden.”
8.2 De externe beoordelaar Naast de praktijkopleider krijg je tijdens de Praktijkopleiding te maken met een externe beoordelaar. Op het moment dat je start met de Praktijkopleiding, wijst de NOvAA je in principe een externe beoordelaar toe voor de gehele duur van de opleiding. De externe beoordelaar mag niet werkzaam zijn op dezelfde vestiging als jij.
39 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Volg je de Praktijkopleiding via een stagebureau? Je krijgt dan, op voordracht van het stagebureau, een externe beoordelaar toegewezen van dezelfde kantoororganisatie. De NOvAA benoemt de externe beoordelaar. Ook in dit geval mag de externe beoordelaar niet werkzaam zijn op dezelfde vestiging als jij. De externe beoordelaar beoordeelt bij de start van de Praktijkopleiding jouw persoonlijke ontwikkelingsplan. Vervolgens beoordeelt hij aan de hand van je POP jaarlijks je ontwikkeling en fungeert hij daarmee als procesbewaker. Verder beoordeelt hij jaarlijks jouw essay, inclusief de beroepsproducten en het competentieprofiel. (Verordening op de praktijkstage, artikel 10) Beoordeling beroepsproducten Inhoudelijk bekijkt de externe beoordelaar of de beroepsproducten valide zijn. Hij beoordeelt of de door jou ingediende beroepsproducten kunnen dienen als bewijsmateriaal voor jouw ontwikkeling. Hij kijkt daarbij naar het beroepsproduct zelf én naar de onderbouwing daarvan in het essay. Het beoordelingscriterium validiteit kent drie elementen: inhoud, norm en complexiteit. De externe beoordelaar gaat na of een beroepsproduct van voldoende gewicht is om als bewijs te dienen voor de te verwerven competenties (complexiteit). Verder kijkt hij of het beroepsproduct vaktechnisch juist is en aansluit bij de vraag van de klant (inhoud). Tot slot gaat hij na of de beroepsproducten en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met de wet- en regelgeving (norm). De externe beoordelaar kan bij zijn oordeel ook rapportages uit het portfolio betrekken die niet expliciet aan hem zijn voorgelegd. Te denken valt aan de halfjaarlijkse gespreksverslagen en de jaarlijkse beoordelingen van de praktijkopleider. Hij mag alleen afgaan op documenten die zich in het portfolio bevinden. Eenmalig oordeel De externe beoordelaar legt zijn jaarlijkse oordeel over het assessmentdossier vast in een beoordelingsformulier. Hij stelt zijn eenmaal gegeven oordeel niet meer bij. Met andere woorden: een assessment is een eindbeoordeling. Het heeft geen zin het essay na de beoordeling verder aan te vullen, te wijzigen of mondeling toe te lichten. De beoordeling moet opgevat worden als een aanwijzing voor een volgende beoordeling, om op die manier het gewenste eindniveau te halen. Het POP mag wel, indien noodzakelijk, aangevuld worden. Een goedkeuring van het POP is immers noodzakelijk om verder te kunnen met jouw Praktijkopleiding. Afronden opleiding Nadat je minimaal drie essays hebt ingediend, mag je een eventueel vierde of vijfde essay indienen op het moment dat jou uitkomt. De laatste termijn kan dus minder dan een jaar bedragen. Aan het einde van je Praktijkopleiding neemt de externe beoordelaar, samen met een andere externe beoordelaar, je examen af in de vorm van een eindgesprek. Over het eindgesprek lees je meer in hoofdstuk 11.
40 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Wisselen van externe beoordelaar In twee gevallen kan er een wisseling van externe beoordelaar plaatsvinden: 1. bij calamiteiten (bijvoorbeeld bij ziekte); 2. bij een overstap van een stagebureau naar de NOvAA (of vice versa ) of bij een overstap van het ene stagebureau naar het andere. In dit geval kunnen kosten in rekening gebracht worden. De relatie tussen praktijkopleider en externe beoordelaar De praktijkopleider is jouw coach en de externe beoordelaar beoordeelt de bewijslast die je in het portfolio opneemt. Door de verschillende rollen zouden de praktijkopleider en de externe beoordelaar niet in elkaars vaarwater terecht moeten komen. Mocht dit toch gebeuren, dan is de opvatting van de externe beoordelaar doorslaggevend.
Kim Ho heeft een goed contact met het stagebureau “Het contact met het stagebureau verloopt goed. Als ik vragen heb waar mijn praktijkopleider geen antwoord op heeft, richt ik mij tot het stagebureau. Vanuit het stagebureau worden mijn vragen altijd op een adequate wijze beantwoord. Je merkt dat je vanuit het stagebureau ook gestimuleerd wordt om alles tijdig in te leveren. Ze zitten er echt bovenop. Mijn externe beoordelaar is ook afkomstig van de organisatie waar ik werk, al werkt hij op een andere vestiging. Hij bewaakt de kwaliteit van mijn Praktijkopleiding en hij informeert het stagebureau daar ook over.”
8.3 Expertisebank Tijdens de Praktijkopleiding ontwikkel je kennis en ervaring waarmee je je kunt onderscheiden van anderen. Mogelijk ontwikkel je je tot expert in een bepaalde sector of op een bepaald vakgebied, bijvoorbeeld IT-audits. In de ELO bevindt zich een expertisebank. AA-Accountants met een expertise op een bepaald gebied zijn bereid hun kennis met jou te delen. Indien je daaraan behoefte hebt, kun je van deze expertise gebruik maken.
8.4 Praktijkopleidingsconsultants Misschien wil je met een ervaren AA-Accountant doorpraten over de geschiktheid van bepaalde opdrachten voor de Praktijkopleiding. Mogelijk vraag je je af of bepaalde typen opdrachten zich lenen voor het verwerven van competenties. De Praktijkopleidingsconsultants zijn bereid hierover met jou van gedachten te wisselen, telefonisch of in een persoonlijk gesprek. Wil je nagaan of bepaalde opdrachten die je in het verleden gedaan hebt, zich lenen voor een vrijstellingsverzoek? De Praktijkopleidingsconsultants praten hierover graag met jou door. De Praktijkopleidingsconsultants brengen hun consults tegen betaling uit.
41 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
8.5 Scriptiebegeleiders Bij het schrijven van een essayverslag kunnen scriptiebegeleiders je ondersteunen. Deze ervaren AA-Accountants zijn bekend met het opleidingstraject en kunnen je adviseren over de inhoud en de opzet van jouw verslag. Daarnaast kun je een beroep doen op een begeleider voor de taalkundige aspecten van je essayverslag. Het gaat hier om dienstverlening die tegen betaling wordt aangeboden. De namen en telefoonnummers vind je op www.novaa.nl.
8.6 Cursus schrijfvaardigheid Het schrijven van een verslag is voor veel trainees een grote opgave. Met name het gebruik van spellingsregels, de te hanteren schrijfstijl en de opbouw van teksten zijn vaak moeilijker dan vooraf gedacht. Daarom wordt, naast individuele begeleiding, ook eenmaal per jaar (en bij voldoende belangstelling mogelijk vaker) een cursus schrijfvaardigheid aangeboden door de Vedaa. In de cursus leer je een taalkundig correct en goed opgebouwd verslag schrijven. Deze cursus is niet verplicht. Meer informatie vind je op www.vedaa.nl.
42 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
9
Gebruik van Social Media Informatie haal je tegenwoordig niet meer van één plek. Via Facebook, Twitter, LinkedIn en andere bronnen kun jij informatie verzamelen die van belang zijn voor een goede uitoefening van jouw beroep. De NOvAA faciliteert jou daar bij.
9.1
Forum In N@tschool tref je een forum aan waar je gebruik van kunt maken. Stel vragen aan mede trainees over inhoudelijke vaktechnische vraagstukken of over je Praktijkopleiding in het algemeen. Het platform staat alleen open voor degenen die toegang hebben tot de ELO.
9.2 Linkedin Meld je aan op Linkedin. Op Linkedin is een groep aangemaakt onder de naam Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA). Hier worden er inhoudelijke discussies gevoerd door accountants. Tevens kun je je aanmelden voor de NBA Young Profs groep waar alleen trainees en jonge AA’s en RA’s lid zijn.
9.3 Facebook NBA Young Profs heeft een eigen page. “Like” deze page en je wordt op de hoogte gesteld van de examendata (oude stijl) en van de welkomstbijeenkomsten.
9.4 Twitter Op Twitter zijn al enige tijd een groot aantal accountants actief. Vanuit de NBA is er een aantal accounts die te volgen zijn: @nbayoungprofs: volg de activiteiten van de NBA Young Profs op de voet. Bovendien kun je hier regelmatig nieuws over de Praktijkopleiding vinden. @aa_worden: studenten en scholieren worden hier geïnformeerd over de laatste economische nieuwtjes en de diverse activiteiten van AA-Worden. Met als doel om hen te interesseren voor het beroep van accountants. @nbacc: Op dit account worden corporate mededelingen gedaan en wordt er gereageerd op vragen en suggesties van leden.
9.5 Young Professionals De Young Professionals organiseren jaarlijks activiteiten waar jij bij aanwezig kunt zijn. Je ontmoet er collega’s die in een vergelijkbare positie zitten als jij. Heb je zin in interessante activiteiten of boeiende lezingen? Kijk op de website van de www.nbayoungprofs.nl Informatie haal je tegenwoordig niet meer van één plek. Via Facebook, Hyves, Twitter, Google, Linkedin en andere bronnen kun jij informatie verzamelen die van belang zijn voor een goede uitoefening van jouw beroep. De NOvAA faciliteert jou daar bij.
43 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
10 Afronding van de Praktijkopleiding Op het moment dat je externe beoordelaar van mening is dat je de Praktijkopleiding kunt afronden, wordt er een tweede externe beoordelaar ingeschakeld. Deze tweede beoordelaar bekijkt je portfolio kritisch. Als ook hij van mening is dat hij de opleiding kunt voltooien, word je uitgenodigd voor het eindgesprek. Je kunt de Praktijkopleiding afronden als je aan bepaalde eisen voldoet. Uit je portfolio moet blijken: • dat je minimaal zes halfjaarlijkse gespreksverslagen en de bijbehorende opdrachten hebt gemaakt; • dat je minimaal drie essays hebt geschreven; • dat je voor minimaal drie kritische beroepssituaties, waaronder de assuranceopdrachten, de competenties hebt verworven. Dit blijkt uit je competentieprofiel; • dat je de verplichte cursussen hebt behaald; • dat je het theoretische deel van de opleiding tot AA-Accountant succesvol hebt afgerond. (Verordening op de praktijkstage, artikel 17) Op de website van de NOvAA staat de Examenwijzer. Hierin staat vermeld hoe de procedure ten aanzien van het praktijkexamen is geregeld, vermeld.
10.1 Het oordeel van je externe beoordelaar Je externe beoordelaar bepaalt of je aan alle voorwaarden hebt voldaan. Uit de beoordelingsformulieren die hij tijdens de opleiding heeft ingevuld, blijkt of hij vindt dat je toe bent aan het praktijkexamen of niet. Als hij van mening is dat je de opleiding kunt afronden, geeft hij op het formulier aan dat er een tweede externe beoordelaar toegevoegd kan worden aan je portfolio.
10.2 De tweede beoordeling Het secretariaat Praktijkopleiding voegt een tweede externe beoordelaar toe aan je portfolio. Deze tweede beoordelaar moet het oordeel van de eerste externe beoordelaar toetsen. De tweede externe beoordelaar gaat na of hij net als de eerste beoordelaar vindt dat je portfolio voldoende is. Als dat het geval is, word je uitgenodigd voor een afrondend eindgesprek. Als de tweede beoordelaar het niet eens is met de eerste beoordelaar, zul je jouw portfolio verder moeten aanvullen. Zodat je in een later stadium alsnog kunt aantonen dat je de competenties hebt verworven. Je moet dan dus nog één of meerdere essays opstellen, met bijbehorende beroepsproducten. Als het aanvullende bewijsmateriaal door de tweede externe beoordelaar geaccordeerd is, word je alsnog uitgenodigd voor het eindgesprek.
44 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Sander de Vries wordt een góede AA-Accountant “Ik wil AA-Accountant worden en daarmee die allround adviseur voor de mkb-ondernemer zijn. Door de breedte van het beroep is het niet eenvoudig om AA-Accountant te zijn, maar het is desondanks mijn ambitie om een hele goede te worden.”
10.3 Het eindgesprek De eindgesprekken vinden periodiek plaats. De data van de gesprekken worden steeds gepubliceerd in de Nieuwsbrief Praktijkopleiding en staan op de website van de NOvAA. In het eindgesprek kan de gehele inhoud van je portfolio aan de orde komen (de controleopdrachten van degenen die dit onderdeel via de simulaties van de jaarrekeningcontroles hebben afgerond, komen niet meer als examenonderdeel aan bod). De beschreven leerdoelen vormen het vertrekpunt bij het eindgesprek. Je hebt de leerdoelen gerealiseerd door het verwerven van de competenties, op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar, van de onderscheiden kritische beroepssituaties. In het eindgesprek zal vooral getoetst worden of je de werkzaamheden die je beschreven hebt ook inderdaad zelf hebt verricht (toetsen op authenticiteit). De externe beoordelaar zal tijdens het eindgesprek op basis van de eindtermen van de CEA tevens nagaan of er sprake is geweest van een representatief geheel van de werkzaamheden. Negatieve beoordeling Tijdens het eindgesprek kun je alsnog een onvoldoende krijgen voor het examen. Bijvoorbeeld als blijkt dat je de gedragsregels niet beheerst, dat je inhoudelijk misslagen maakt of je de beschreven werkzaamheden niet of niet op het juiste niveau hebt verricht, terwijl uit het portfolio een andere indruk was ontstaan. Wanneer het eindgesprek leidt tot een negatieve beoordeling zul je verder moeten werken aan jouw portfolio. Tenzij er sprake is van fraude. In dit uiterste geval kun je verwijderd worden uit de Praktijkopleiding.
10.4 Bezwaarprocedure Tegen beslissingen van de Raad voor de Praktijkopleiding kun je bezwaar aantekenen bij de Commissie Bezwaarschriften van de Raad. Er is geen bezwaar mogelijk tegen de tussentijdse beoordelingen van de externe beoordelaar. Als je aan alle formele eisen hebt voldaan en je externe beoordelaar is van mening dat je nog niet klaar bent voor het eindgesprek, kun je daar toch zelf om vragen. Er vindt dan op jouw verzoek een tweede beoordeling plaats. Op basis van deze tweede beoordeling kun je vragen om een eindgesprek. Daarna staat de mogelijkheid tot bezwaar tegen de totale beoordeling open. Indien je een tweede beoordeling en een eventueel eindgesprek hebt aangevraagd, wat niet leidt tot een positief resultaat, komen de meerkosten voor jouw rekening. Dat geldt overigens niet voor de behandeling van het bezwaarschrift.
45 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
10.5 Inschrijven in AA-register Meestal leidt het eindgesprek tot een positief resultaat. Na afloop van een succesvol eindgesprek neem je het getuigschrift voor de Praktijkopleiding in ontvangst. Je kunt dan een verzoek tot inschrijving indienen in het AA-register. Om je in te schrijven heb je een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) nodig. Je hebt daarvoor echter wel een speciaal aanvraagformulier nodig, dat door de NOvAA verstrekt wordt. Het aanvraagformulier kun je per e-mail aanvragen via onze ledenadministratie,
[email protected]. Met het aanvraagformulier kun je bij de gemeente de Verklaring Omtrent het Gedrag aanvragen. Je hoeft met het aanvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag niet te wachten tot je de Praktijkopleiding hebt afgerond. Als je de verklaring eerder opvraagt, kan de inschrijving in het register daarmee bespoedigd worden. Hou rekening mee dat een Verklaring Omtrent het Gedrag 3 maanden geldig is. Met de inschrijving in het AA-register ben je officieel AA-Accountant. Klaar om als AAAccountant te tekenen!
Ruud Smit ziet meerdere toekomstscenario’s “In de toekomst kan ik wellicht als vennoot toetreden tot het bedrijf waar ik nu werk. Als dat gebeurt, wordt het bedrijf een accountantskantoor in plaats van een administratiekantoor. Ik sluit echter ook niet uit dat ik overstap naar een accountantskantoor en daar een klein team onder mijn hoede krijg.”
46 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Bijlage 1: het competentieprofiel Kenniscomponenten die je nodig hebt voor het verrichten van assuranceopdrachten De hieronder genoemde regelgeving en beroepsproducten zijn richtinggevend voor het betreffende onderdeel eindtermen. Onderdelen eindtermen
Professionele kennis
Professionele vaardigheden
Waarden, ethische normen en gedrag
Beroepsproduct
Omgeving: een entiteit die naar de aard van zijn werkzaamheden, dynamiek en omvang voldoende complex is Fase: cliënt-, opdrachtaanvaarding en –continuering Deze fase gaat vooraf aan de planning en de uitvoering van de betreffende controleopdracht. In deze fase gaat de accountant na of hij zowel de cliënt als de opdracht wil en kan accepteren. In de daarop volgende jaren stelt de accountant vast of hij de klantrelatie en de opdracht wil continueren. Onafhankelijkheids- en deskundigheidsaspecten spelen hierbij een rol. Daarnaast zijn een adequate acceptatie- en continuatieprocedure van belang om onnodige risico’s voor de accountant te voorkomen. 1.1 Beoordeling onafhankelijkheid Een professionele accountant is in staat om een onafhankelijkheidstoets uit te voeren op basis van de onafhankelijkheidsregels.
• VGC • NV Onafhankelijkheid
• • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Toepassen relevantie controle standaarden Laten zien van analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten
• Professionele benadering van ethiek en het oplossen van ethische dilemma’s. • Ethisch handelen van de entiteit en gevolgen voor de individuen, beroepsgroep accountant en maatschappelijk verkeer
Onafhankelijkheids-checklist
• • • •
• • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Toepassen relevantie controle standaarden Laten zien van analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten
• Professionele benadering van ethiek en het oplossen van ethische dilemma’s. • Ethisch handelen van de entiteit en gevolgen voor de individuen, beroepsgroep accountant en maatschappelijk verkeer
• Cliënten opdrachtacceptatie • Checklist- en op-drachtcontinuering
1.2 Beoordeling overige aspecten Een professionele accountant is in staat om voor aanvang van de controleopdracht te beoordelen of hij de cliënt- en opdracht kan accepteren en continueren conform VGC.
VGC NV COS 210 VAO en BTA WWft
Fase: planningsfase In de planningsfase wordt de strategie van de uitvoering van de controle-opdracht vastgesteld. Deze strategiebepaling geschiedt op basis van de kennis van de betreffende entiteit, kennis van haar omgeving en op basis van een risicoanalyse. Hierbij wordt ook aandacht geschonken aan de organisatiebrede beheersingsmaatregelen, de ICT-omgeving, alsmede aan de relatie tussen de processen en de posten uit het financiële verslag. De strategiebepaling omvat ook het vaststellen van de materialiteit en de teamsamenstelling. 1.3 Verkrijgen van kennis van de huishouding en haar omgeving De professionele accountant is in staat inzicht cf de regelgeving kennis te verkrijgen in de aard van de activiteiten van de entiteit en haar omgeving. Tevens is van belang dat de professionele accountant inzicht verkrijgt NV COS in het belang van de wet- en regelgeving voor de entiteit. Cf. de NV COS dient ook aandacht te worden besteed aan cijferanalyse. Dit blijkt uit de bedrijfsverkenning.
• VGC • Kernvakken BIV, Audit & Assurance, Externe Verslaggeving en Strategisch Management • Maatschappelijke ontwikkelingen • Corporate Governance • Branchekennis • NV COS 250, 300, 315 en 520
• • • •
• VGC • Kernvakken BIV, A&A en EV • NV COS 315 en 320
• • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Toepassen relevante controlestandaarden Laten zien van analytische vermogen Professional skepticism Professional judgement
• Ethische conflicten • Verwachtingen van de eigen organisatie en maatschappelijk verkeer
• Bedrijfsverkenning, waaronder: - overzicht verbonden partijen - organisatiestructuur - overzicht IT systemen • Cijferanalyse • Opzet maatregelen interne beheersing • Toegepast risico beheersingsmodel
• VGC, met name deskundigheid • Ethische conflicten • Verwachtingen van de eigen organisatie en maatschappe-lijk verkeer
• Risico-analyse • Materialiteitsbere-kening inclusief controletolerantie
Voorbeelden: • Lateraal denken • Onafhankelijk & kritisch denken • Doorvragen • Duidelijk en bondig communiceren • Samenwerken in een team
1.4 Risico-analyse De professionele accountant is in staat cf. de regelgeving een risico analyse op te stellen.
Identificeren en oplossen van problemen Geschikte onderzoeksmethoden- en technieken (methodology) Samenwerken in teams Verzamelen en evalueren van bewijs Toepassen relevante controlestandaarden Laten zien van analytisch vermogen professional judgement)
Voorbeelden: • Prioriteiten toekennen • Situatie kritische en met scepsis benaderen • Principe van materieel belang • Beslissingen en acties • Analyse van problemen in een multidisciplinaire omgeving uitvoeren
47 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
1.5 Vaststellen van de controle strategie De professionele accountant is in staat om de aanpak van de controle weer te geven i.o.m. de NV COS. De accountant is in staat om een op de risico-analyse gebaseerd werkprogramma op te stellen dat zodanig is ingericht dat de vereiste zekerheid in de controle gerealiseerd kan worden.
• VGC • Kernvakken Audit & Assurance, • NV COS 300, 600-620
• • • • •
Samenstelling team Toepassen relevante controlestandaarden Laten zien van analytische vermogen Professional skepticism Professional judgement
VGC toepassen, waaronder deskundigheid
Controlememorandum Notulen pre audit meeting Vastlegging deskundigheid team
Voorbeelden: • Een onderzoeksplan opstellen voro het verzamelen van geschikt bewijsmateriaal • Principe van materieel belang toepassen • Doelen stellen, plannen • Werk plannen en prioriteiten stellen Fase: uitvoeringsfase De uitvoeringsfase bestaat uit de volgende hoofdactiviteiten: • Systeemgerichte werkzaamheden: - Het vaststellen of de gepresenteerde opzet van de interne beheersingsmaatregelen bestaat. - Het toetsen van de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen. • Gegevensgerichte werkzaamheden: De gegevensgerichte werkzaamheden kunnen bestaan uit gegevensgerichte cijferbeoordeling en uit detailcontroles. De trainee geeft blijk van het kunnen hanteren van verschillende technieken bij de uitvoering van de detailcontroles. De resultaten van de uitvoeringsfase kunnen aanleiding geven tot aanpassing van de controleaanpak.
1.6 Systeemgerichte werkzaamheden De professionele accountant is in staat cf. de NV COS om systeemgerichte controlewerkzaamheden uit te voeren. De accountant is in staat om controledocumentatie te verzamelen ter onderbouwing van zijn conclusie ten aanzien van de werking van de interne beheersingsmaatregelen.
VGC Kernvakken BIV en Audit & Assurance NV COS 330
• • • • • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Voldoende technisch onderzoek Samenwerken in teams Verzamelen en evalueren van bewijs Presenteren van , bediscussiëren en verdedigen van standpunten Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement
Voorbeelden: • Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie • Fouten in argumentatie en tekorten bewijsvoering herkennen • Situaties kritische en met scepsis te benaderen • Integer en professioneel handelen. • Onpartijdig en tolerant zijn. • Zakelijke problemen op een open en flexibele wijze benaderen. • Onafhankelijk en kritisch denken. • Doorvragen. • Kalm blijven onder druk en begrijpen hoe anderen reageren op druk. • Goed naar anderen luisteren. • Ideeën duidelijk en bondig op papier zetten en mondeling overbrengen. • Complexe zaken duidelijk en bondig communiceren. • Onderhandelen en anderen overtuigen. • Inlevingsvermogen (t.a.v. collega’s en cliënten). • Samenwerken in een team. • Leren van meer ervaren collega’s. • Het organisatorische kader van de wetgever begrijpen en daarbinnen opereren • Werk plannen en prioriteiten stellen binnen de “deadline” van de opdrachtgever • Projecten plannen, sturen en beheersbaar houden volgens de richtlijnen en normen van de werkgever • Zich vinden in de bedrijfscultuur van de werkgever • Beslissingen en acties vastleggen • Kennis opgedaan op diverse werkgebieden toepassen • Analyse van problemen in multidisciplinaire omgeving uitvoeren • Diverse oplossingen via probleemanalyse bedenken • Aanbevelingen door het combineren van verschillende technische vaardigheden uitwerken en demonstreren. • Nieuwe en complexe ideeën kritisch analyseren, evalueren en tot een geheel maken.
• Ethische normen en de “rechte rug” voor het publieke belang te demonstreren. • De gevolgen van onethisch gedrag voor individuele personen, de beroepsgroep en de samenleving te identificeren en uit te leggen. • Beslissingen te nemen aan de hand van het professionele ethische kader, waaronder gedragsregels. • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen. • Inzicht te tonen in het publieke, maatschappelijke belang. • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid te tonen. • Inzicht in het belang van een persoonlijke bijdrage aan het beroep te demonstreren. • Inzicht in het karakter en de cultuur van het accountantsberoep te tonen. • Ethische afwegingen te maken in complexe situaties en daarnaar te handelen.
• • • •
Lijncontroles Proceduretests Werkprogramma Dossierstuk bevindingen systeemgerichte werkzaamheden
48 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
1.7 Gegevensgerichte werkzaamheden De professionele accountant is in staat om cf. de regelgeving de gegevensgerichte controlewerkzaamheden uit te voeren. De accountant is in staat om controledocumentatie te verzamelen ter onderbouwing van zijn conclusie ten aanzien van de gegevensgerichte controlewerkzaamheden.
• Kernvakken BIV, Audit & Assurance, Externe verslaggeving • VGC • NV COS 240, 250, 300, 500 - 550 • Kennis van Externe Verslaggeving waaronder Titel 9, RJ, IFRS
• • • • • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Voldoende technisch onderzoek Samenwerken in teams Verzamelen en evalueren van bewijs Presenteren van, bediscussiëren en verdedigen van standpunten Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement
• Goed luisteren en onafhankelijk en kritisch denken en doorvragen • Toepassen van de fundamentele beginselen uit de VGC
• • • •
Cijferanalyse Verbandscontroles Deelwaarneming Dossierstuk aandachtspunt afronding controle
Voorbeelden: • Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie • Fouten in argumentatie en tekorten bewijsvoering herkennen • Situaties kritisch en met scepsis te benaderen • Integer en professioneel handelen. • Onpartijdig en tolerant zijn. • Zakelijke problemen op een open en flexibele wijze benaderen. • Onafhankelijk en kritisch denken. • Doorvragen. • Kalm blijven onder druk en begrijpen hoe anderen reageren op druk. • Goed naar anderen luisteren. • Ideeën duidelijk en bondig op papier zetten en mondeling overbrengen. • Complexe zaken duidelijk en bondig communiceren. • Onderhandelen en anderen overtuigen. • Inlevingsvermogen (t.a.v. collega’s en cliënten). • Samenwerken in een team. • Leren van meer ervaren collega’s. • Het organisatorische kader van de wetgever begrijpen en daarbinnen opereren • Werk plannen en prioriteiten stellen binnen de “deadline” van de opdrachtgever • Projecten plannen, sturen en beheersbaar houden volgens de richtlijnen en normen van de werkgever • Zich vinden in de bedrijfscultuur van de werkgever • Beslissingen en acties vastleggen • Kennis opgedaan op diverse werkgebieden toepassen • Analyse van problemen in multidisciplinaire omgeving uitvoeren • Diverse oplossingen via probleemanalyse bedenken • Aanbevelingen door het combineren van verschillende technische vaardigheden uitwerken en demonstreren. • Nieuwe en complexe ideeën kritisch analyseren, evalueren en tot een geheel maken. Fase: afrondingsfase In de afrondingsfase worden alle daaraan voorafgaande deelconclusies samengevat en in hun onderlinge samenhang beoordeeld. Op basis daarvan beoordeelt de trainee of hij/zij een deugdelijke grondslag heeft verkregen voor het afgeven van een accountantsverklaring. Hierbij gaat hij/zij ook na of hij/zij alle relevante risico’s, die de verantwoording raken, in voldoende mate heeft afgedekt in het controleproces. 1.8 Afronding controle werkzaamheden De professionele accountant is in staat om cf. de regelgeving de afrondende controlewerkzaamheden uit te voeren.
• Kernvakken, met name Audit & Assurance en EV • VGC • NV COS 240, 250, 330, 520, 560 en 570 • Kennis van externe verslaggeving waaronder Titel 9, RJ en IFRS
• • • • • • • •
Samenwerken in teams Evalueren van bewijs Toepassen van relevante controlestandaarden en regelgeving Evaluatie van de financiële verslaggeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten
Voorbeelden: • Bewijsmateriaal gebruiken • Situaties kritisch en met scepsis benaderen • Adequaat reageren op veranderde prognoses en uitzonderlijke situaties • Het principe van materieel belang toepassen op beroepssituaties.
• VGC met deskundigheid • Ethische normen en de “rechte rug” voor het publieke belang te demonstreren. • De gevolgen van onethisch gedrag voor individuele personen, de beroepsgroep en de samenleving te identificeren en uit te leggen. • Beslissingen te nemen aan de hand van het professionele ethische kader, waaronder gedragsregels. • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen. • Inzicht te tonen in het publieke, maatschappelijke belang. • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid te tonen. • Inzicht in het belang van een persoonlijke bijdrage aan het beroep te demonstreren. • Inzicht in het karakter en de cultuur van het accountantsberoep te tonen. • Ethische afwegingen te maken in complexe situaties en daarnaar te handelen.
• Afsluitende cijferanalyse • Checklist verslaggeving • Checklist afronding/afsluitend memorandum met: - overzicht gecorrigeerde en niet gecorrigeerde controleverschillen - herbeoordeling materialiteit - herbeoordeling continuïteit - herbeoordeling wet- en regelgeving - herbeoordeling fraude • Herbeoordeling gebeurtenissen na balansdatum
49 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
1.9 Evaluatie van de bevindingen De professionele accountant is in staat om cf. NV COS de bevindingen van de controle te evalueren.
NV COS 330
• • • • • • • •
Samenwerken in teams Evalueren van bewijs Toepassen van relevante controlestandaarden en regelgeving Evaluatie van de financiële verslaggeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten
Voorbeelden: • Problemen structureren en in de organisatorische context blootleggen. • Oplossingen voor complexe problemen bedenken en geaccepteerd krijgen. • Prioriteiten toekennen. • Functioneren in situaties waarbij risico en onzekerheid een rol spelen. • Toegang verkrijgen tot informatie uit meerdere bronnen en deze beoordelen en verwerken. • Een onderzoeksplan opstellen voor het verzamelen van geschikt bewijsmateriaal. • Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie en conclusies. • Informatie met betrekking tot complexe problemen ontleden. • Weerstanden tegen verandering aanvoelen. • Aanvoelen wanneer de hulp van deskundigen nodig is. • Situaties kritisch en met scepsis te benaderen. • Alternatieve standpunten afwegen bij het toetsen van de praktische haalbaarheid van ideeën. • Tijdig en zorgvuldig handelen. • Meer dan één taak tegelijkertijd behandelen. • Adequaat reageren op veranderde prognoses en uitzonderlijke situaties. • Lateraal denken in een zakelijke context. • Het principe van materieel belang toepassen op beroepssituaties • Professional judgement
• VGC; deskundigheid • Ethische normen en de “rechte rug” voor het publieke belang te demonstreren. • De gevolgen van onethisch gedrag voor individuele personen, de beroepsgroep en de samenleving te identificeren en uit te leggen. • Beslissingen te nemen aan de hand van het professionele ethische kader, waaronder gedragsregels. • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen. • Inzicht te tonen in het publieke, maatschappelijke belang. • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid te tonen. • Inzicht in het belang van een persoonlijke bijdrage aan het beroep te demonstreren. • Inzicht in het karakter en de cultuur van het accountantsberoep te tonen. • Ethische afwegingen te maken in complexe situaties en daarnaar te handelen.
Afrondingsmemorandum / evaluatieformulier
• Rechte rug • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen
• Controleverklaring (of oordeelsvorming in een rapport) • Accountantsverslag • Bevestiging bij de jaarrekening • Managementletter • Besprekingsverslag
1.10 Rapportage De professionele accountant is in staat om de regelgeving de uitkomsten van de werkzaamheden te rapporteren
• Kernvakken BIV, Audit & Assurance en EV • Titel 9 Boek 2 BW / RJ / IFRS • NV COS 260 en 265, 580, 700 t/m 720
• • • • •
Presenteren van en effectief, bediscussiëren en verdedigen van standpunten Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten
Voorbeelden: • Weerstanden tegen verandering aanvoelen • Aanvoelen wanneer de hulp van deskundigen nodig is • Tijdig en zorgvuldig handelen • Kalm blijven en onder druk en begrijpen hoe anderen reageren op druk • Ideeën duidelijk en bondig op papier zetten en mondeling overbrengen • Complexe zaken duidelijk en bondig communiceren • Onderhandelen en anderen overtuigen • Inlevingsvermogen (t.a.v. collega’s en cliënten) • Leren van meer ervaren collega’s • Beslissingen en acties vastleggen 1.11 Afronding dossier De professionele accountant is in staat om cf. de regelgeving het dossier af te ronden.
• Kernvakken Audit & Assurance en EV • VGC • NV COS 220
• Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving • Professional judgement Voorbeelden: • Problemen structureren en in de organisatorische context blootleggen. • Oplossingen voor complexe problemen bedenken en geaccepteerd krijgen. • Prioriteiten toekennen. • Functioneren in situaties waarbij risico en onzekerheid een rol spelen. • Toegang verkrijgen tot informatie uit meerdere bronnen en deze beoordelen en verwerken. • Een onderzoeksplan opstellen voor het verzamelen van geschikt bewijsmateriaal. • Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie en conclusies. • Fouten in argumentatie en tekorten in bewijsvoering herkennen. • Informatie met betrekking tot complexe problemen ontleden. • Weerstanden tegen verandering aanvoelen. • Aanvoelen wanneer de hulp van deskundigen nodig is. • Situaties kritisch en met scepsis te benaderen. • Alternatieve standpunten afwegen bij het toetsen van de praktische haalbaarheid van ideeën. • Tijdig en zorgvuldig handelen. • Meer dan één taak tegelijkertijd behandelen.
• Ethische normen en de “rechte rug” voor het publieke belang te demonstreren. • De gevolgen van onethisch gedrag voor individuele personen, de beroepsgroep en de samenleving te identificeren en uit te leggen. • Beslissingen te nemen aan de hand van het professionele ethische kader, waaronder gedragsregels. • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen. • Inzicht te tonen in het publieke, maatschappelijke belang. • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid te tonen. • Inzicht in het belang van een persoonlijke bijdrage aan het beroep te demonstreren. • Inzicht in het karakter en de cultuur van het accountantsberoep te tonen.
50 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
• • • • • • • • •
Adequaat reageren op veranderde prognoses en uitzonderlijke situaties. Lateraal denken in een zakelijke context. Het principe van materieel belang toepassen op beroepssituaties Doelen stellen, plannen en beoordelen. De behoeften van zowel interne als externe cliënten begrijpen Het belang van best practices aangeven. Het organisatorische kader van de wetgever begrijpen en daarbinnen opereren. Werk plannen en prioriteiten stellen binnen de “deadline” van de opdrachtgever. Projecten plannen, sturen en beheersbaar houden volgens de richtlijnen en normen van de werkgever. • Zich vinden in de bedrijfscultuur van de werkgever. • Inzicht tonen in de processen en gevolgen van globalisatie. • Beslissingen en acties vastleggen.
• Ethische afwegingen te maken in complexe situaties en daarnaar te handelen. • Wta • Bta
51 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Kenniscomponenten die je nodig hebt voor het verrichten van aan assurance verwante opdrachten De hieronder genoemde regelgeving en beroepsproducten zijn richtinggevend voor het betreffende onderdeel eindtermen. Onderdelen eindtermen
Professionele kennis
Professionele vaardigheden
Waarden, ethische normen en gedrag
Beroepsproduct
Omgeving: een entiteit die naar de aard van zijn werkzaamheden, dynamiek en omvang voldoende complex is Fase: cliënt-, opdrachtaanvaarding en –continuering Deze fase gaat vooraf aan de planning van de betreffende samenstellingsopdracht. In deze fase gaat de accountant na of hij zowel de cliënt alsook de opdracht wil en kan accepteren. In de daarop volgende jaren stelt de accountant vast of hij de klantrelatie en de opdracht wil continueren. De fundamentele beginselen uit de Verordening Gedragscode spelen hierbij een voorname rol. Daarnaast zijn een adequate acceptatie- en continuatieprocedures van belang om onnodige risico’s voor de accountant te voorkomen. 2.1 Opdrachtaanvaardingen- en continuering Een professionele accountant is in staat om voor aanvang van de samenstellings-opdracht te beoordelen of hij de cliënt- en opdracht kan accepteren en continueren conform VGC. Dit wordt zichtbaar in de checklist cliënt- en opdrachtacceptatie.
• VGC • NV COS 4410 • Wwft
• • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Toepassen relevante controlestandaarden Laten zien van analytische vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten
• Cliëntenopdracht-acceptatie • checklist- en opdrachtcontinuerig • Opdrachtbevestiging
Fase: planningsfase In de planningsfase wordt uiteindelijk de voorbereiding van de samenstellingswerkzaamheden uitgewerkt. Deze strategiebepaling geschiedt op basis van inzicht in de betreffende entiteit, de wijze waarop de administratie is ingericht en kennis over waarderingsgrondslagen. Bij de voorbereiding worden ook de materialiteit en de teamsamenstelling bepaald. 2.2 Verwerven van inzicht in de huishouding en haar omgeving De professionele accountant is in staat inzicht conform Standaard 4410 en Leidraad 14 kennis te verkrijgen in de aard van de activiteiten van de entiteit en haar omgeving. Tevens blijkt dit uit de bedrijfsverkenning
• Kernvakken BIV, Audit & Assurance, Externe verslaggeving, Strategisch Management • Maatschappelijke ontwikkelingen • Branchekennis • NV COS 4410.9 • Leidraad 14 § 2.4
• • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Toepassen relevante controlestandaarden Laten zien van analytische vermogen Professional skepticism Professional judgement
• Rechte rug • Ethische conflicten • Verwachtingen van de eigen organisatie en maatschappelijk verkeer
Bedrijfsverkenning
Materialiteitsberekening
Voorbeelden: • Situaties kritisch en met scepsis benaderen • Lateraal denken • • • •
Onafhankelijk & kritisch denken Doorvragen Duidelijk en bondig communiceren Samenwerken in een team
• Kernvakken BIV, A&A en EV • NV COS 4410.9 • Leidraad 14, § 2.5
• • • • • • • • •
Geschikte onderzoeksmethoden- en technieken (methodology) Samenwerken in teams Verzamelen en evalueren van bewijs Toepassen relevante controlestandaarden Laten zien van analytische vermogen Situatie kritische en met scepsis benaderen Principe van materieel belang Beslissingen en acties Analyse van problemen in een multidisciplinaire omgeving uitvoeren
• • • •
• Kernvakken Audit & Assurance • NV COS 4410.9 • Leidraad 14
• • • • •
Verzamelen en evalueren van bewijs Toepassen relevante controlestandaarden Laten zien van analytische vermogen Professional judgement Informatie uit meerdere bronnen gebruiken
VGC, met name deskundigheid
2.3 Materieel belang in de samenstellingswerkzaamheden De professionele accountant is in staat cf. NV COS 4410 en Leidraad 14 het materieel belang in overweging te nemen bij de samenstellings-werkzaamheden.
Rechte rug VGC, met name deskundigheid Ethische conflicten Verwachtingen van de eigen organisatie en maatschappelijk verkeer
2.4 Initiële cijferbeoordeling De professionele accountant is in staat om een initiële cijferbeoordeling te maken overeenkomstig NV COS 4410.
52 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Fase: uitvoeringsfase De uitvoering van de samenstelopdracht verloopt volgens een werkprogramma. In de uitwerking wordt dit programma nader uiteengezet in hoofdactiviteiten. 2.5 Strategie uit te voeren werkzaamheden De professionele accountant is in staat om de strategie te bepalen inzake de uit te voeren samenstelwerkzaamheden overeenkomstig NV COS 4410
• Kernvakken Audit & Assurance • NV COS 4410.10 • Leidraad 14
• Toepassen relevante controlestandaarden • Laten zien van analytische vermogen • Professional judgement
VGC, met name deskundigheid
Werkprogramma
Goed luisteren Onafhankelijk en kritisch denken en doorvragen Eindtermen Toepassen van de fundamentele beginselen uit de VGC
Werkprogramma
Voorbeelden: • Problemen structureren en in de organisatorische context blootleggen. • Oplossingen voor complexe problemen bedenken en geaccepteerd krijgen. • Prioriteiten toekennen. • Functioneren in situaties waarbij risico en onzekerheid een rol spelen. • Toegang verkrijgen tot informatie uit meerdere bronnen en deze beoordelen en verwerken. • Een onderzoeksplan opstellen voor het verzamelen van geschikt bewijsmateriaal. • Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie en conclusies. • Fouten in argumentatie en tekorten in bewijsvoering herkennen. • Informatie met betrekking tot complexe problemen ontleden. • Weerstanden tegen verandering aanvoelen. • Aanvoelen wanneer de hulp van deskundigen nodig is. • Situaties kritisch en met scepsis te benaderen. • Alternatieve standpunten afwegen bij het toetsen van de praktische haalbaarheid van ideeën. • Tijdig en zorgvuldig handelen. • Meer dan één taak tegelijkertijd behandelen. • Adequaat reageren op veranderde prognoses en uitzonderlijke situaties. • Lateraal denken in een zakelijke context. • Het principe van materieel belang toepassen op beroepssituaties. • Doelen stellen • Werk plannen 2.6 Uitvoering De professionele accountant is in staat conform NV COS 4410 en Leidraad 14 de samenstelwerkzaamheden uit te voeren.
• Kernvakken BIV, Audit & Assurance, Externe verslaggeving • VGC • NV COS 240 en 250 inzake fraude en de NV COS 4410.12A t/m 4410.16A • Leidraad 14 § 2.6 • Kennis van externe verslaggeving waaronder BW 2 Titel 9, RJ
• • • • • • • • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Voldoende technisch onderzoek Samenwerken in teams Verzamelen en evalueren van bewijs Presenteren van , bediscussiëren en verdedigen van standpunten Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie Fouten in argumentatie en tekorten bewijsvoering herkennen Situaties kritisch en met scepsis te benaderen
Voorbeelden: • Integer en professioneel handelen. • Onpartijdig en tolerant zijn. • Zakelijke problemen op een open en flexibele wijze benaderen. • Onafhankelijk en kritisch denken. • Doorvragen. • Kalm blijven onder druk en begrijpen hoe anderen reageren op druk. • Goed naar anderen luisteren. • Ideeën duidelijk en bondig op papier zetten en mondeling overbrengen. • Complexe zaken duidelijk en bondig communiceren. • Onderhandelen en anderen overtuigen. • Inlevingsvermogen (t.a.v. collega’s en cliënten). • Samenwerken in een team. • Leren van meer ervaren collega’s. • Het organisatorische kader van de wetgever begrijpen en daarbinnen opereren. • Werk plannen en prioriteiten stellen binnen de “deadline” van de opdrachtgever. • Projecten plannen, sturen en beheersbaar houden volgens de richtlijnen en normen van de werkgever. • Zich vinden in de bedrijfscultuur van de werkgever. • Beslissingen en acties vastleggen. • Integratieve en multidisciplinaire vaardigheden
53 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Fase: afrondingsfase In de afrondingsfase worden alle daaraan voorafgaande deelconclusies samengevat en in hun onderlinge samenhang beoordeeld. Op basis daarvan beoordeelt de accountant of hij een deugdelijke grondslag heeft verkregen voor het afgeven van een samenstellingsverklaring. 2.7 Afrondende werkzaamheden en evaluatie De professionele accountant is in staat om conform de NV COS 4410 de afrondende samenstellings-werkzaamheden uit te voeren.
• Kernvakken, met name Audit & Assurance en EV • VGC • NV COS waaronder COS 240 en 250 en de NV COS 4410.17 inzake fraude • Leidraad 14 • Kennis van externe verslaggeving waaronder Titel 9 en RJ
• • • • • • • • • • • •
Samenwerken in teams Evalueren van bewijs Toepassen van relevante controlestandaarden en regelgeving Evaluatie van de financiële verslaggeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten Bewijsmateriaal gebruiken Situaties kritisch en met scepsis Adequaat reageren op veranderde processen Materieel belang kunnen toepassen
VGC; deskundigheid
• Kernvakken BIV, Audit & Assurance en EV • NV COS 4410.18 • Leidraad 14
• • • • • • • • • • • • • • •
Presenteren van en effectief, bediscussiëren en verdedigen van standpunten… Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten Weerstanden tegen verandering aanvoelen Aanvoelen wanneer de hulp van deskundigen nodig is Tijdig en zorgvuldig handelen Kalm blijven en onder druk en begrijpen hoe anderen reageren op druk Ideeën duidelijk en bondig op papier zetten en mondeling overbrengen Complexe zaken duidelijk en bondig communiceren Onderhandelen en anderen overtuigen Inlevingsvermogen (t.a.v. collega’s en cliënten) Leren van meer ervaren collega’s Beslissingen en acties vastleggen
• Rechte rug • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen
• NV COS • Leidraad 14 § 2.9
• Toepassen van relevante controlestandaarden en regelgeving • Professional judgement
• Jaarrekening • Bevestiging bij de jaarrekening
Voorbeelden: • Ethische normen en de “rechte rug” voor het publieke belang te demonstreren. • De gevolgen van onethisch gedrag voor individuele personen, de beroepsgroep en de samenleving te identificeren en uit te leggen. • Beslissingen te nemen aan de hand van het professionele ethische kader, waaronder gedragsregels. • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen. • Inzicht te tonen in het publieke, maatschappelijke belang. • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid te tonen. • Inzicht in het belang van een persoonlijke bijdrage aan het beroep te demonstreren. • Inzicht in het karakter en de cultuur van het accountantsberoep te tonen. • Ethische afwegingen te maken in complexe situaties en daarnaar te handelen.
2.8 Rapportage De professionele accountant is in staat om conform NV COS 4410, BW2 Titel 9 en de RJ de uitkomsten van de werkzaamheden te rapporteren
• Samenstellings-verklaring
2.9 Afronding dossier De professionele accountant is in staat om conform de weten regelgeving het dossier af te ronden
Voorbeelden: • Doelen stellen, plannen en beoordelen. • De behoeften van zowel interne als externe cliënten begrijpen. • Het belang van best practices aangeven. • Het organisatorische kader van de wetgever begrijpen en daarbinnen opereren. • Werk plannen en prioriteiten stellen binnen de “deadline” van de opdrachtgever. • Projecten plannen, sturen en beheersbaar houden volgens de richtlijnen en normen van de werkgever. • Zich vinden in de bedrijfscultuur van de werkgever. • Inzicht tonen in de processen en gevolgen van globalisatie. • Beslissingen en acties vastleggen.
• Ethische normen en de “rechte rug” voor het publieke belang te demonstreren. • De gevolgen van onethisch gedrag voor individuele personen, de beroepsgroep en de samenleving te identificeren en uit te leggen. • Beslissingen te nemen aan de hand van het professionele ethische kader, waaronder gedragsregels. • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen. • Inzicht te tonen in het publieke, maatschappelijke belang. • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid te tonen. • Inzicht in het belang van een persoonlijke bijdrage aan het beroep te demonstreren. • Inzicht in het karakter en de cultuur van het accountantsberoep te tonen. • Ethische afwegingen te maken in complexe situaties en daarnaar te handelen.
54 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Kenniscomponenten die je nodig hebt voor fiscale dienstverlening De hieronder genoemde regelgeving en beroepsproducten zijn richtinggevend voor het betreffende onderdeel eindtermen. Onderdelen eindtermen
Professionele kennis
Professionele vaardigheden
Waarden, ethische normen en gedrag
Beroepsproduct
Omgeving: een entiteit die naar de aard van zijn werkzaamheden, dynamiek en omvang voldoende complex is Fase: cliënt-, opdrachtaanvaarding en –continuering Deze fase gaat vooraf aan de planning van de betreffende fiscale dienstverlening. In deze fase gaat de accountant na of zowel hij als de cliënt de opdracht wil en kan accepteren. De fundamentele beginselen uit de Verordening Gedrags Code spelen hierbij een voorname rol. Daarnaast zijn adequate acceptatie- en continuatieprocedures van belang om onnodige risico’s voor de accountant te voorkomen. 3.1
Opdrachtaanvaardingen- en continuering
Een professionele accountant is in staat om voor aanvang van de fiscale dienstverlening te beoordelen of hij de cliënten opdracht kan accepteren en continueren conform VGC. Dit wordt zichtbaar in de checklist cliënt- en opdrachtacceptatie.
VGC
• • • • • • • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Toepassen relevante regelgeving Laten zien van analytische vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten Lateraal denken Onafhankelijk & kritisch denken Doorvragen Duidelijk en bondig communiceren Samenwerken in een team
Belastingrecht
• • • • • • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Geschikte onderzoeksmethoden- en technieken (methodologie) Samenwerken in teams Toepassen relevante regelgeving Laten zien van analytische vermogen Professional skepticism Professional judgement Situatie kritische en met scepsis benaderen Beslissingen en acties Analyse van problemen in een multidisciplinaire omgeving uitvoeren
• VGC • Ethische conflicten
• Cliënt -en opdrachtacceptatie • Checklist opdrachtbevestiging
3.2 Posten en proces analyse De professionele accountant is in staat vraagstukken vanuit privé en de onderneming conform de fiscaal relevante regelgeving in beeld te brengen. Dit blijkt uit de adviesbrief.
Adviesbrief cliënt
Fase: planningsfase In de planningsfase wordt uiteindelijk de voorbereiding van de fiscale dienstverlening uitgewerkt. Wie doet wat en wanneer? Deze strategiebepaling geschiedt op basis van inzicht in de entiteit, voldoende kennis van fiscale regelgeving en de wijze hoe de administratie is ingericht en hoe de fiscaal belastbare feiten worden geregistreerd. Bij de voorbereiding wordt ook de teamsamenstelling bepaald, waarbij eveneens wordt bepaald in welke mate, alsmede in welke fase, eventueel een fiscaal deskundige wordt ingeschakeld. 3.3 Strategie uit te voeren werkzaamheden De professionele accountant is in staat om de strategie te bepalen inzake de uit te voeren fiscale werkzaamheden overeenkomstig de betreffende fiscale regelgeving.
Belastingrecht
• Toepassen relevante regelgeving • Laten zien van analytische vermogen • Professional judgement
Deskundigheid
Werkprogramma
55 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Fase: uitvoeringsfase De trainee is in staat om de opdracht zelfstandig uit te voeren 3.4 Uitvoering De professionele accountant is in staat cf. de fiscaal relevante regelgeving de werkzaamheden inzake de fiscale dienstverlening uit te voeren.
Belastingwetten- en regelgeving
• • • • • • • • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Voldoende technisch onderzoek Samenwerken in teams Verzamelen en evalueren van bewijs Presenteren van, bediscussiëren en verdedigen van standpunten Toepassen van relevante regelgeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie Fouten in argumentatie en tekorten bewijsvoering herkennen Situaties kritisch en met scepsis te benaderen
• • • •
Goed luisteren Onafhankelijk en kritisch denken Doorvragen Toepassen van de fundamentele beginselen uit de VGC
Werkprogramma
Voorbeelden: • Integer en professioneel handelen. • Onpartijdig en tolerant zijn. • Zakelijke problemen op een open en flexibele wijze benaderen. • Onafhankelijk en kritisch denken. • Doorvragen. • Kalm blijven onder druk en begrijpen hoe anderen reageren op druk. • Goed naar anderen luisteren. • Ideeën duidelijk en bondig op papier zetten en mondeling overbrengen. • Complexe zaken duidelijk en bondig communiceren. • Onderhandelen en anderen overtuigen. • Inlevingsvermogen (t.a.v. collega’s en cliënten). • Samenwerken in een team. • Leren van meer ervaren collega’s. • Het organisatorische kader van de wetgever begrijpen en daarbinnen opereren • Werk plannen en prioriteiten stellen binnen de “deadline” van de opdrachtgever • Projecten plannen, sturen en beheersbaar houden volgens de richtlijnen en normen van de werkgever • Zich vinden in de bedrijfscultuur van de werkgever • Beslissingen en acties vastleggen. • Kennis opgedaan op diverse werkgebieden toepassen. • Analyse van problemen in multidisciplinaire omgeving uitvoeren. • Diverse oplossingen via probleemanalyse bedenken. • Aanbevelingen door het combineren van verschillende technische vaardigheden uitwerken en demonstreren. • Nieuwe en complexe ideeën kritisch analyseren, evalueren en tot een geheel maken. Fase: uitvoeringsfase In de afrondingsfase worden alle daaraan voorafgaande werkzaamheden uitgewerkt in een definitieve aangifte of in een fiscaal advies welke ter goedkeuring aan de cliënt wordt aangeboden 3.5 Afrondende werkzaamheden De professionele accountant is in staat om cf. de fiscaal relevante regelgeving de afrondende fiscale werkzaamheden uit te voeren.
Belastingrecht/ wetten
• • • • • • • • • • •
Samenwerken in teams Evalueren van bewijs Toepassen van relevante regelgeving Evaluatie van de financiële verslaggeving Analytisch vermogen Professional skepticism Professional judgement Weerstaan en oplossen van conflicten Bewijsmateriaal gebruiken Situaties kritisch en met scepsis Adequaat reageren op uitzonderlijke situaties
• VGC • Deskundigheid • Rechte rug
• • • •
Aangifte IB Aangifte Vpb Aangifte BTW Aangifte dividend-belasting
56 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
3.6 Afronding dossier De professionele accountant is in staat om cf. de fiscaal relevante regelgeving het dossier af te ronden.
Belastingwet- en regelgeving
• Toepassen van relevante regelgeving • Professional judgement
• VGC • Deskundigheid
Voorbeelden: • Problemen structureren en in de organisatorische context blootleggen. • Oplossingen voor complexe problemen bedenken en geaccepteerd krijgen. • Prioriteiten toekennen. • Functioneren in situaties waarbij risico en onzekerheid een rol spelen. • Toegang verkrijgen tot informatie uit meerdere bronnen en deze beoordelen en verwerken. • Een onderzoeksplan opstellen voor het verzamelen van geschikt bewijsmateriaal. • Bewijsmateriaal gebruiken ter ondersteuning van eigen argumentatie en conclusies. • Fouten in argumentatie en tekorten in bewijsvoering herkennen. • Informatie met betrekking tot complexe problemen ontleden. • Weerstanden tegen verandering aanvoelen. • Aanvoelen wanneer de hulp van deskundigen nodig is. • Situaties kritisch en met scepsis te benaderen. • Alternatieve standpunten afwegen bij het toetsen van de praktische haalbaarheid van ideeën. • Tijdig en zorgvuldig handelen. • Meer dan één taak tegelijkertijd behandelen. • Adequaat reageren op veranderde prognoses en uitzonderlijke situaties. • Lateraal denken in een zakelijke context. • Het principe van materieel belang toepassen op beroepssituaties. • Doelen stellen, plannen en beoordelen. • De behoeften van zowel interne als externe cliënten begrijpen. • Het belang van best practices aangeven. • Het organisatorische kader van de wetgever begrijpen en daarbinnen opereren. • Werk plannen en prioriteiten stellen binnen de “deadline” van de opdrachtgever. • Projecten plannen, sturen en beheersbaar houden volgens de richtlijnen en normen van de werkgever. • Zich vinden in de bedrijfscultuur van de werkgever • Inzicht tonen in de processen en gevolgen van globalisatie. • Beslissingen en acties vastleggen.
Voorbeelden: • Ethische normen en de “rechte rug” voor het publieke belang te demonstreren. • De gevolgen van onethisch gedrag voor individuele personen, de beroepsgroep en de samenleving te identificeren en uit te leggen. • Beslissingen te nemen aan de hand van het professionele ethische kader, waaronder gedragsregels. • Argumenten uit te werken in situaties met ethische consequenties, na evaluatie van de zienswijze van alle partijen. • Inzicht te tonen in het publieke, maatschappelijke belang. • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid te tonen. • Inzicht in het belang van een persoonlijke bijdrage aan het beroep te demonstreren. • Inzicht in het karakter en de cultuur van het accountantsberoep te tonen. • Ethische afwegingen te maken in complexe situaties en daarnaar te handelen.
57 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Kenniscomponenten die je nodig hebt voor het verrichten van adviesopdrachten Onderdelen eindtermen
Professionele kennis
Professionele vaardigheden
Waarden, ethische normen en houding
Beroepsproduct
Omgeving: een entiteit die naar de aard van zijn werkzaamheden, dynamiek en omvang voldoende complex is Fase: cliënt-, opdrachtaanvaarding en –continuering Deze fase gaat vooraf aan de planning van de betreffende adviesopdracht. In deze fase gaat de accountant na of hij zowel de cliënt alsook de opdracht wil en kan accepteren. In de daarop volgende jaren stelt de accountant vast of hij de klantrelatie en de opdracht wil continueren. De fundamentele beginselen uit de Verordening Gedragscode spelen hierbij een voorname rol. Daarnaast zijn een adequate acceptatie- en continuatieprocedure van belang om onnodige risico’s voor de accountant te voorkomen. 4.1 Opdrachtaanvaarding en continuering De professionele accountant is in staat om voor aanvang van de adviesopdracht te beoordelen of hij de cliënt- en opdracht kan accepteren en continueren in overeenstemming met de Verordening Gedragscode en de Nadere voorschriften Onafhankelijkheid en of andere Standaarden
• Kennis van het adviesdomein • Kernvakken: Strategisch Management, Fiscale Advisering, Financiering, Bestuurlijke Informatieverzorging, Management en Organisatie • VGC • NV onafhankelijkheid • NV COS 5500N
• Toepassen van relevante controlestandaarden en regelgeving • Identificeren en oplossen van problemen (problemen structureren en in de organisatorische context blootleggen, helicopterview)
• Ethisch handelen • Gevolgen onethisch gedrag identificeren
• Checklist opdrachtaanvaarding en -continuering • Opdrachtbevestiging • Document (vastlegging) van de voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd
Fase: planningsfase In de planningsfase wordt uiteindelijk de voorbereiding van de adviesopdracht uitgewerkt. Deze strategiebepaling geschiedt op basis van inzicht in de entiteit, de wijze waarop de administratie is ingericht en kennis over waarderingsgrondslagen. Bij de voorbereiding worden ook de materialiteit en de teamsamenstelling bepaald. 4.2 Planning van de opdracht De professionele accountant is in staat het probleem dat ten grondslag ligt aan de adviesvraag van de client te analyseren en op basis hiervan een plan van aanpak voor de uitvoering van de adviesopdracht op te stellen in overeenstemming met de Verordening Gedragscode en of andere Standaarden
• Kennis van het adviesdomein (bijvoorbeeld Fiscaal, Juridisch, strategisch, operationeel, financieel, ICT, HRM, bedrijfs-economisch, Financieringen, bedrijfsopvolging, overname, waarderingen, etc.) • Kernvakken: Strategisch Management, Fiscale Advisering, Financiering, Bestuurlijke Informatieverzorging, Management en Organisatie • VGC • NV onafhankelijkheid • Relevante standaarden • NV COS 5500N
• • • • •
Identificeren en oplossen van problemen Geschikte onderzoeksmethode en technieken (onderzoeksplan opstellen) Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving Laten zien van analytisch vermogen Deskundigheid
• • • • • •
Probleemanalyse Probleemformulering Plan van aanpak Budget Conceptueel onderzoeksmodel Tijdplanning
• • • • • • •
Inventarisatie huidige situatie Beschrijving toekomstige situatie Analyse soll-ist Analyse voor- en nadelen Uitwerking scenario’s Cijfermatige onderbouwingen Besprekingsverslagen (interviews)
Fase: uitvoeringsfase De uitvoering van de adviesopdracht verloopt volgens een plan van aanpak (werkprogramma?). In de uitwerking wordt dit programma nader uiteengezet in hoofdactiviteiten 4.3 Uitvoering van de opdracht De professionele accountant is in staat de in het plan van aanpak opgenomen activiteiten binnen de hiervoor gestelde termijn in overeenstemming met de Verordening Gedragscode en of andere Standaarden
• Kennis van het adviesdomein (bijvoorbeeld Fiscaal, Juridisch, strategisch, operationeel, financieel, ICT, HRM, bedrijfs-economisch, financieringen, bedrijfsopvolging, overname, waarderingen, etc.) • Kernvakken: Strategisch Management, Fiscale Advisering, Financiering, Bestuurlijke Informatieverzorging, Management en Organisatie • VGC • NV onafhankelijkheid • Relevante standaarden • NV COS 5500N
• Identificeren en oplossen van problemen • Samenwerken in teams (doelen stellen, plannen en beoordelen, communicatie) • Verzamelen en evalueren van bewijs (interviewtechniek, gesprekstechniek, doorvragen, luisteren, inlevingsvermogen) • Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving • Laten zien van analytisch vermogen • Professional skepticism (situaties kritisch met scepsis benaderen) • Professional judgement
Beslissingen nemen aan de hand van professioneel ethisch kader
58 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Fase: afrondingsfase In de afrondingsfase worden alle daaraan voorafgaande deelconclusies samengevat en in hun onderlinge samenhang beoordeeld. Op basis daarvan beoordeelt de accountant of hij een deugdelijke grondslag heeft verkregen voor het afgeven van een advies 4.4 Afrondende werkzaamheden en evaluatie en rapportage De professionele accountant is in staat de uitkomsten van de adviesopdracht in de vorm van conclusies en aanbevelingen te presenteren en te communiceren met de cliënt in overeenstemming met de Verordening Gedragscode en of andere Standaarden
• Kennis van het adviesdomein (bijvoorbeeld Fiscaal, Juridisch, strategisch, operationeel, financieel, ICT, HRM, bedrijfs-economisch, Financieringen, bedrijfsopvolging, overname, waarderingen, etc.) • Kernvakken: Strategisch Management, Fiscale Advisering, Financiering, Bestuurlijke Informatieverzorging, Management en Organisatie • VGC • NV onafhankelijkheid • Relevante standaarden • NV COS 5500N
• Presenteren van, bediscussiëren en verdedigen van standpunten • Weerstaan en oplossen van conflicten • Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving
• Ethische normen en rechte rug • Maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid
• Adviesrapport / presentatie aan de klant • Adviesbrief • Besprekingsverslag
• Kennis van het adviesdomein (bijvoorbeeld Fiscaal, Juridisch, strategisch, operationeel, financieel, ICT, HRM, bedrijfs-economisch, financieringen, bedrijfsopvolging, overname, waarderingen, etc.) • Kernvakken: Strategisch Management, Fiscale Advisering, Financiering, Bestuurlijke Informatieverzorging, Management en Organisatie • VGC • NV onafhankelijkheid • Relevante standaarden • NV COS 5500N
Toepassen van relevante Controlestandaarden en regelgeving (beslissingen en acties vastleggen)
Rechte rug
Checklist dossiervorming
4.5 Afronding dossier De professionele accountant is in staat de advieswerkzaamheden zodanig te documenteren dat op basis van het dossier een goed beeld kan worden verkregen van de werkwijze van de accountant en de door hem getrokken conclusies en aanbevelingen in overeenstemming met de Verordening Gedragscode en of andere Standaarden
59 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009
© NOvAA, augustus 2011, 3A
55 60
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009
© NOvAA, augustus 2011, 3A
56 61 PRAKTIJKOPLEIDING
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009 © NOvAA, augustus 2011, 3A
57 62
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009
© NOvAA, augustus 2011, 3A
63 58
PRAKTIJKOPLEIDINGSM PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
november 2009 NOvAA, ©© NOvAA, augustus 2011, 3A
59 64
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009
© NOvAA, augustus 2011, 3A
6560
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009
© NOvAA, augustus 2011, 3A
66 61
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
62
© NOvAA, november 2009 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDING 67
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009
© NOvAA, augustus 2011, 3A
68 63
PRAKTIJKOPLEIDINGSM PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009 © NOvAA, augustus 2011, 3A
64 69
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
© NOvAA, november 2009 © NOvAA, augustus 2011, 3A
70
65
PRAKTIJKOPLEIDING
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Bijlage 3 Jong Ondernemen, de AA-Belastingaccountant en de Young Professionals A) Jong Ondernemen Begeleiden van een studentenbedrijf Om ondernemerschap in Nederland te stimuleren, is Jong Ondernemen opgericht. Jong Ondernemen geeft mbo- en hbo-studenten de kans om een jaar lang een bedrijf te runnen. En met succes: het aantal studentenbedrijven groeit jaarlijks. Om te zorgen dat deze studententeams goed functioneren, krijgen de studenten professionele ondersteuning van onder meer een AA-Accountant of een aankomend AA-Accountant. De (aankomend) accountant ondersteunt het studentenbedrijf met zijn/haar financiële kennis. Begeleid je een studentenbedrijf, dan geef je financiële adviezen, ondersteun je bij het opstellen van de openingsbalans en de exploitatiebegroting en controleer je de halfjaar- en de jaarcijfers. Door studenten te ondersteunen, help je ze bij het opdoen van ondernemerservaring. Tegelijkertijd laat je toekomstige ondernemers zien wat het belang is van een AA-Accountant voor de ondernemer in het mkb. Praktijkopleiding Het begeleiden van en studentenbedrijf kost zo’n 10 tot 12 uur per jaar. Daar staat ook iets tegenover. De werkzaamheden die worden verricht voor een studentenbedrijf kunnen worden meegenomen in de essays. De ervaring die je opdoet bij het begeleiden van studentenbedrijven doet er dus toe! Begeleiden van een studentenbedrijf kan dus een onderdeel worden van je Praktijkopleiding. Aanmelden Aanmelden kan door een e-mail te sturen naar Fred de Vries (hoofd afdeling Ledenservice & Communicatie), e-mail:
[email protected]. Hij brengt je dan in contact met een coördinator van een studentenbedrijf. Vermeld in je e-mail de plaats waar je een studentenbedrijf wilt begeleiden.
71 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
B) AA-Belastingaccountant Kiezen voor een fiscaal profiel Met de opleiding AA-Belastingaccountant wordt jouw fiscale kennis verder uitgediept. Je kunt de fiscale wet- en regelgeving beter interpreteren en toepassen in praktijksituaties. Na het volgen van de opleiding ben je een gelijkwaardige gesprekspartner van de fiscus en de belastingadviseurs. Verandert de fiscale wetgeving in de toekomst? Dan kun je op jouw kennis terugvallen. Daar heb je zelf, maar natuurlijk vooral jouw cliënt, profijt van. Starten tijdens de Praktijkopleiding De opleiding AA-Belastingaccountant is een opleiding op post hbo-niveau, gericht op de mkb-praktijk, en is bedoeld voor alle geïnteresseerde AA-Accountants en AAtrainees. Zodra je bent ingeschreven in het AA-register, ontvang je het diploma AABelastingaccountant. Studieduur De opleiding AA-Belastingaccountant duurt één studiejaar (negen maanden) en start in september. De opleiding bestaat uit twee semesters van in totaal achttien colleges. De colleges worden zoveel mogelijk om de 14 dagen gegeven (van 17.00 uur tot 21.30 uur). Afhankelijk van jouw fiscale voorkennis/ervaring wordt de zelfstudiebelasting op 3-7 uur per week geschat (exclusief colleges). In onderstaand tabel staan de vakken die je per semester volgt. De docenten die de colleges verzorgen, zijn deskundigen met ruime theorie- en praktijkervaring. Lesmateriaal Tijdens de opleiding wordt gewerkt met literatuur en actuele casuïstiek. De literatuur die je voor deze opleiding dient aan te schaffen, staat vermeld in de studiewijzer die je aan het begin van de opleiding ontvangt. Examens Elk semester wordt afgesloten met examens, één per vak, die je in de maanden januari en juni aflegt. Je kunt na afloop van een semester deelnemen aan een examentraining van één uur per vak. De examencommissie van de opleiding AA-Belastingaccountant houdt toezicht op de inhoud en de uitvoering van de examens. Daarnaast brengt deze commissie advies uit over de inrichting van de opleiding. Registratie De deelnemers aan de opleiding AA-Belastingaccountant worden automatisch geregistreerd als cursist. Op basis van de registratie kun je gratis deelnemen aan de vier seminars per jaar, zodat je op de hoogte blijft van de meest recente ontwikkelingen op het fiscale vlak. Gedurende de opleiding ontvang je vijf dagen per week gratis de digitale nieuwsbrief van Fiscanet, met daarin het fiscale nieuws in Nederland. Bovendien heb je toegang tot de volledige database van Fiscanet (met wet- en regelgeving en jurisprudentie) waarin je eenvoudig op trefwoorden kunt zoeken.
72 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
C) Young professionals Als accountant krijg je het tegenwoordig flink voor de kiezen. Regeldruk, toezichthouders, reputatieschade, onafhankelijkheid en integriteit: accountants moeten op vele vragen een passend antwoord vinden. Dat betekent een stevig beroep op diegenen die in de accountancy hun intrede doen. Daarom brengt NBA Young Profs jonge beroepsgenoten samen. Of je nu werkt op een accountantskantoor, bij de overheid, als intern accountant of in een andere functie: NYP is er voor alle jonge beroepsgenoten. Om ervaringen te delen, ideeën uit te wisselen en kennis te vergaren. Je bent van harte welkom om eens een bijeenkomst van de NBA Young Profs bij te wonen. Na inschrijving bij de Praktijkopleiding ontvang je automatisch uitnodigingen voor de evenementen.
YOUNG PROFS
Kijk voor meer informatie op www.nbayoungprofs.nl
73 © NOvAA, augustus 2011, 3A
PRAKTIJKOPLEIDINGSMAP
Interessante en verplichte cursussen voor trainees in de Praktijkopleiding NBA Opleidingen is de cursusorganisatie van je toekomstige beroepsorganisatie NBA. Ook tijdens je opleiding kun je al bij ons terecht voor uitstekende, praktijkgerichte cursussen. De cursussen vinden het hele jaar door plaats op verschillende locaties.
Verplichte cursussen De trainee moet enkele cursussen verplicht volgen; zie hoofdstuk zes van deze map voor informatie. NBA Opleidingen biedt deze cursussen aan: • Communicatieve vaardigheden voor accountants • De NV COS 240: verantwoordelijkheid bij (vermeende) fraude • De Verordening Gedragscode (VGC)
Volg je de praktijkopleiding ‘nieuwe stijl’? Dan lever je jaarlijks een essay in dat natuurlijk aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Speciaal voor jou is er de training ‘Essays schrijven’.
Oók interessant voor de trainee of pas afgestudeerde accountant • Samenstellen voor de gevorderde assistent • Het klacht- en tuchtrecht voor accountants • Financial Excel voor accountants • Timemanagement voor accountants • Online learning: de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme (Wwft) • Jaarverslaggeving voor het mkb
K i j k o p w w w. n b ao p le i d i n ge n . n l
*
Voor informatie over en aanmelding voor deze en alle andere cursussen *) Tot en met 31 december 2011 nog op www.vedaa.nl