Praktijkkaart basisfase SAW Naschoolse opvang

Praktijkkaart basisfase SAW

Naschoolse opvang

2015-2016

Instructie voor de praktijkbegeleider: Allereerst danken wij u hartelijk voor de begeleiding van onze student. De stageperiode is voor de student een belangrijke, leerzame periode. Wij zijn dan ook heel erg blij dat u in deze periode de student ondersteunt bij de ontwikkeling van vaardigheden en competenties van de student. Voor u ligt de praktijkkaart van uw stagiaire. De praktijkkaart is een middel om 1e jaars studenten gericht activiteiten te laten uitvoeren. Met het uitvoeren van activiteiten ontwikkelen leerlingen beroepsvaardigheden en tonen ze beroepscompetenties aan. De competentiemeter biedt handvatten om het gedrag van de student te bespreken. De praktijkkaart wordt altijd in samenhang met de competentiemeter besproken. De student zal de praktijkkaart en competentiemeter met u doorspreken. De activiteiten: De instelling of de doelgroep kan binnen het onderwijs heel divers zijn. De student werkt volgens de visie van de instelling waar hij/zij werkt. Als er activiteiten op de lijst staan die bij de doelgroep/instelling niet van toepassing zijn, kan deze worden vervangen door activiteiten die wél van toepassing zijn. Dit doet de student altijd in overleg met de praktijkbegeleider. De verslagen: Op de praktijkkaart staat meerdere malen een opdracht waarin de student gevraagd wordt een verslagje te schrijven over een situatie of activiteit. In de basisfase bepaalt de praktijkbegeleider aan welke eisen het verslag moet voldoen. De praktijkbegeleider bepaalt wanneer het verslag voldoende is. Het is belangrijk daarbij rekening te houden met het oriënterende karakter van de stageperiode. Eisen vanuit school: De praktijkkaart moet per onderdeel (1 t/m 7) voor 80% zijn ingevuld. De student bespreekt in de eerste twee weken van de stage de praktijkkaart en de competentiemeter met de praktijkbegeleider. De student maakt een planning voor de uit te voeren opdrachten en bespreekt deze met de praktijkbegeleider. Iedere bladzijde van de kaart is door de student voorzien van zijn/haar naam, niveau en klas. De praktijkbegeleider tekent de activiteit af indien hij/zij vindt dat de student deze activiteit heeft uitgevoerd op beginnersniveau. Beginnersniveau betekent dat de student de opdracht op het niveau van een 1e jaars student heeft uitgevoerd. Van een niveau 4 student mag worden verwacht dat hij/zij extra inzet laat zien op het gebied van: zelfstandigheid en pro-activiteit, zelf oplossend vermogen, plannen en ordenen van werk, inzicht en reflectie. Indien mogelijk voert de student de opdrachten zelfstandig uit. Voor een 1e jaars stage is dit niet altijd noodzakelijk en mogelijk. Zo is het ook niet altijd noodzakelijk en mogelijk om de opdrachten eerst onder begeleiding uit te voeren. De student bespreekt dit vooraf met u. Verdiepingsopdrachten: De student werkt aan verdiepingsopdrachten. Deze opdrachten worden in de stage uitgevoerd en mede door de stagebegeleider beoordeeld. De student heeft een uitgebreide beschrijving van de verdiepingsopdrachten in zijn/haar bezit. Aan deze opdrachten is een beoordelingsformulier toegevoegd voor de praktijkbegeleider.

Praktijkkaart basisfase SAW Naschoolse opvang 2015-2016 MBO College Hilversum 1


Naschoolse opvang

Basis beroepsvaardigheden NSO

Naam: begeleid

datum

1.

Klas: zelfstandig

paraaf begeleider

datum

opmerkingen

paraaf begeleider

Kennismaken Kennismaken met begeleiding Je hebt in de eerste twee weken een kennismakingsgesprek gevoerd met je praktijkbegeleider. Je hebt leerdoel(en) uit je POP besproken. Je hebt je praktijkkaart, competentiemeter en stage informatiegids in de eerste of de tweede week met je praktijkbegeleider doorgenomen Je hebt de verdiepingsopdrachten laten lezen en afspraken gemaakt over de planning daarvan. Je hebt je voorgesteld aan je collega’s Kennismaken met de doelgroep Je stelt je voor op een manier die bij de doelgroep past Je doet moeite om de namen te onthouden Je voert bijvoorbeeld een namenspel uit om de doelgroep te leren kennen .. Kennismaken met de ouders/verzorgers Je hebt jezelf aan de ouders/verzorgers voorgesteld. Je hebt korte gesprekjes gevoerd met de ouders/ verzorgers .. Kennismaken met de ruimte Je hebt de ruimte waar je werkt ontdekt, je weet waar de dingen liggen die belangrijk zijn. Je stelt vragen over de ruimte en de materialen waar je mee werkt .. Kennismaken met de activiteiten Je hebt in een verslag de dagelijkse activiteiten van de doelgroep beschreven Je hebt in een verslag de dagelijkse activiteiten van je directe begeleider beschreven


Naschoolse opvang

MBO College Hilversum

2015-2016

2


Naschoolse opvang

Naam:


begeleid datum

2.

paraaf begeleider

Klas: zelfstanding datum

opmerkingen

paraaf begeleider

Algemene activiteiten Ontvangst kinderen Je maakt oogcontact en begroet de kinderen en de ouders Je helpt de kinderen met afscheid nemen … Opening van de dag Je zet de spullen klaar voor de start van de dag. Je vertelt de kinderen over het programma van de dag Je stimuleert de kinderen om aan een activiteit te beginnen … Feest (verjaardag) Je bereidt een verjaardag of ander feest voor Je begeleidt een feestmoment Je ruimt op en stimuleert anderen op te ruimen .. Overdracht Je schrijft een dagverslag over een kind, voor een collega Je schrijft een verslag over een kind voor een ouder/ verzorger Je doet een mondelinge overdracht naar een collega Je houdt lijst bij met speciale gebeurtenissen … Veilig gedrag van kinderen Je controleert de aanwezigheid van kinderen Je signaleert onveilig gedrag bij kinderen Je stimuleert veilig gedrag bij de kinderen ..


Naschoolse opvang


2015-2016

3


Naschoolse opvang

Naam:

Klas:

Veilige omgeving creëren Je signaleert onveilige situaties en beschrijft dit in een verslag (brandveiligheid, onveilig materiaal e.d) Je hebt kennis van het protocol over veiligheid Je past de kennis over veiligheid toe … Regels Je kent de regels van de NSO Je hanteert de regels van de NSO Je stimuleert de kinderen om de regels na te leven .. Keuzeactiviteten:

.. ..

Observaties (zie verdiepingsopdracht) Je maakt een plan voor de observatie van een kind/jongere Je observeert een kind/jongere op 2 verschillende manieren Je schrijft een observatieverslag Gespreksverslag (zie verdiepingsopdracht) Je voert een gesprek met een kind/jongere Je voert een gesprek met een begeleider Je maakt een verslag van dit gesprek ..


Naschoolse opvang


2015-2016

4


Naschoolse opvang

Naam:


begeleid datum

3.

paraaf begeleider


opmerkingen

paraaf begeleider

Verzorgende activiteiten Tussendoortje Je zet het tussendoortje klaar Je neemt de leiding bij het tussendoortje Je ruimt op en stimuleert anderen om te helpen met opruimen .. Lunch Je zet de lunch klaar Je neemt de leiding bij de lunch Je ruimt op en stimuleert anderen om te helpen met opruimen .. Fruithap Je bereidt het fruit en zet het klaar Je neemt de leiding bij de fruithap Je ruimt op en stimuleert anderen om te helpen met opruimen .. Verschonen Je verschoont een plasbroek Je verschoont een poepbroek Zindelijkheid Je volgt het dagritme Je stimuleert het kind om naar de toilet te gaan Je begeleidt de kinderen van en naar de toiletten .. Rusten Je bouwt een rustmoment in Je zorgt voor ontspannende activiteit (iets drinken, muziek luisteren, voorlezen) Aan- en uitkleden Je simuleert het kind zichzelf aan - en uit te kleden Je helpt een kind bij aan- het uitkleden


Naschoolse opvang


2015-2016

5


Naschoolse opvang

Naam:

Klas:

Je helpt een groepje kinderen bij het aan- en uitkleden .. Begeleiden naar buiten/binnen Je let op de veiligheid Je begeleidt een kleine groep Je begeleidt een grote(re) groep .. EHBO Je verzorgt een blauwe plek

Je verzorgt een wond(je) Je smeert de kinderen in met zonnebrand ..


Naschoolse opvang


2015-2016

6


Naschoolse opvang


Naam: begeleid datum

4.

paraaf begeleider


opmerkingen

paraaf begeleider

Creatieve activiteiten Kleine creatieve activiteiten Je bereidt een creatieve activiteit voor Je voert een creatieve activiteit uit met een kind Je voert een creatieve activiteit uit met groepje kinderen Je ruimt op en je stimuleert de kinderen te helpen met opruimen .. Balspel Je bereidt een balspel voor Je voert een balspel uit met een uit met een kind Je voert een balspel uit met een uit met een groepje kinderen .. Boekje lezen Je bereidt het voorlezen van een boekje/ een verhaal voor Je leest voor aan een individueel kind Je leest voor aan een groepje kinderen .. Spelletje Je bereidt een spel voor Je voert een spel uit met individueel kind Je voert een spel uit met een groepje kinderen .. Fantasiespel Je bereidt een fantasiespel voor Je voert een fantasiespel uit met een individueel kind Je voert een fantasiespel uit met een groepje kinderen ..


Naschoolse opvang


2015-2016

7


Naschoolse opvang


Naam: begeleid datum

5.

paraaf begeleider


opmerkingen

paraaf begeleider

Huishoudelijke activiteiten Voorraad beheer Je controleert de voorraad Je maakt een boodschappenlijst Je vult de voorraad aan Je maakt een berekening van de kosten van een activiteit en laat dit nakijken door je begeleider .. Vaatwassen Je vult de vaatwasser en stelt de vaatwasmachine in Je ruimt de vaatwasmachine uit. .. Schoonmaken/opruimen Je ruimt de buitenspeelplaats op Je ruimt de groepsruimte op Je veegt de groepsruimte Je neemt de tafels af Je ordent het spel en knutselmateriaal …


Naschoolse opvang


2015-2016

8

Praktijkkaart basisfase SAW Naschoolse opvang

Recommend Documents