Kinderdagverblijven Peuterspeelzalen Naschoolse opvang Tieneropvang Gastouderopvang
groeien Jaarverslag SKBNM2007
groeien
mee groeien
door groeien
Bussum Kinderdagverblijven
Muiden
31 ‘t Kwetternest 30 De Spetters
Bommelburcht ’t Mouwtje
27+28 Villa Zeezicht
Buitenschoolse opvang Bommelburcht/Talamander ’t Mouwtje ’t Spiegeltje De Zonnebloem Tienercentrum
Muiderberg 29 De Krullevaar
Peuterspeelzalen
De Toverhoed 21 De Meerpaal 20+22 Pinkelotje 24 23 ‘t Speelhofje
De Bolderwagen Het Hobbelpaard ’t Koepeltje Pardoes Peuterhof Windekind De Rakkertjes Rocking Horse De Stappertjes Ukkepuk De Wipperoen De Zonnetjes
26 De Speeldoos 19 De Woelwaters
Naarden Kinderdagverblijven
Naarden
De Woelwaters De Meerpaal
25 Wollewietje
Buitenschoolse opvang De Toverhoed De Meerpaal
Bussum
17 De Wipperoen
Het Hobbelpaard 9 10 ‘t Koepeltje 16 Ukkepuk Pardoes 11 2+4 ‘t Mouwtje ‘t Spiegeltje 5 Tienercentrum 7 14 Rocking Horse De Stappertjes 15 13 De Rakkertjes Bommelburcht 1+3 Talamander 3 De Bolderwagen 8 12 Peuterhof Windekind De Zonnetjes 18 De Zonnebloem 6
Peuterspeelzalen ’t Speelhofje Pinkelotje Wollewietje De Speeldoos
Muiderberg Kinderdagverblijven Villa Zeezicht
Buitenschoolse opvang Villa Zeezicht
Peuterspeelzalen De Krullevaar
Muiden Buitenschoolse opvang De Spetters
Peuterspeelzalen ‘t Kwetternest
Jaarverslag SKBNM2007
5 Inhoudsopgave Inleiding
Opgroeien
1. Opgroeien bij de SKBNM
Groeien
2. Uitbreidingen 3. Invloed van ontwikkelingen
Meegroeien
4. Personeel 5. Medezeggenschap Centrale Ouder Raad Peuterspeelzalen Centrale Ouder Raad Kinderopvanglocaties Ondernemingsraad stichtingsbreed
Doorgroeien
7
11
25 29
31 37 37 41 45
6. Een blik op de toekomst 7. 2007 in cijfers Capaciteit en bezetting op 31 december Personeel Balans 31 december 2007
49 53 53 55 56
Colofon
58
Jaarverslag SKBNM2007
6
7 Inleiding Voor de SKBNM is 2007 zonder meer een bijzonder jaar geweest. Dit kwam onder meer door ons 25-jarig jubileum, dat we feestelijk gevierd hebben. Met onze kinderen en ouders, met alle personeelsleden en natuurlijk ook met al onze relaties: gemeenteraadsleden en B&W, oud-bestuursleden, scholen etc. Door het vieren van ons 25-jarig bestaan hebben we ons extra goed gerealiseerd hoeveel we gegroeid zijn en wat we hebben opgebouwd. Diverse vormen van kinderopvang, voor kinderen van 0 tot zelfs 16 jaar. Een eigen pedagogische werkwijze die zich kenmerkt door veel aandacht voor het pedagogisch handelen. Betrokken personeelsleden die zich verantwoordelijk voelen voor ‘hun’ SKBNM. En door al die jaren heen: een actieve en alerte houding om goed in te kunnen spelen en zelfs een initiërende rol te kunnen spelen bij de verschillende (maatschappelijke) veranderingen die van de kinderopvang gevraagd worden. In dit jaarverslag over 2007 zult u verschillende voorbeelden hiervan tegen komen. Bijzonder was in 2007 ook de enorm toenemende vraag naar kinderopvang door o.a. de motie AartsenBos en financiële maatregelen van de regering. De SKBNM heeft hier op ingespeeld door de al aanwezige samenwerking met het basisonderwijs verder uit te bouwen. Dit heeft geresulteerd in een samenwerkingsverband met 20 scholen en diverse uitbreidingen in de drie gemeentes Bussum, Naarden en MuidenMuiderberg. Door die succesvolle samenwerking is de vraag nog verder toegenomen. Hoewel we daarmee blij zijn als bevestiging van onze visie en werkwijze, zorgt dit tegelijkertijd voor een uitdaging i.v.m. het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel en voldoende, goede huisvesting. De gemeentes zijn, wat dit laatste punt betreft, voor ons als samenwerkingspartners van groot belang. Kijkend naar de afgelopen periode en de fase waarin de organisatie zich nu bevindt, is ‘groeien’ met recht ons thema. Steeds meer kinderen en ouders zijn van onze diensten gebruik gaan maken en de behoefte van ouders aan verschillende diensten groeit eveneens. Dit betekent dat we moeten blijven onderzoeken hoe we, vanuit onze kwaliteitsnormen, onze dienstverlening kunnen aanpassen bij de wensen van ouders. De toegenomen grootte van de organisatie heeft daarnaast invloed op onze interne organisatie. Dit roept vragen op als: welke stijl van leidinggeven streven we na? Welke functies hebben we nodig? Zijn bestaande functieomschrijvingen toereikend? Deze veranderingen willen we realiseren op een manier die de kwaliteit binnen de organisatie ten goede komt. Ons kwaliteitssysteem dient al vanaf 1999 als stevige basis voor onze werkwijze. Daarom zijn we trots dat we ook in 2007 ons certificaat, volgens de nieuwe HKZ-normen, behaald hebben. Welke veranderingen er ook op onze weg komen, de (pedagogische) kwaliteit is en blijft een van onze belangrijkste uitgangspunten. Ons vak bestaat eruit om voor kinderen in de leeftijd van 0-16 jaar een speel- en leeromgeving te creëren waarin zij zich veilig, vertrouwd en gewaardeerd voelen. Een omgeving die hen uitdaagt om door interessant spelmateriaal, leuke activiteiten, vriendschappen met leeftijdsgenootjes en waarde-vol contact met volwassenen eigen interesses en kwaliteiten te ontwikkelen. Een omgeving ook die niet alles voor kinderen oplost, maar uitnodigt om zelf na te denken, uit te proberen en keuzes te maken, zodat zij de kans krijgen zich steeds zelfstandiger en in sociaal contact met anderen te ontwikkelen. Dat is waar ‘groeien’ voor staat en waar wij als SKBNM een betekenisvolle rol in willen spelen.
Jaarverslag SKBNM2007
8
9 Hoofdstuk 1 van dit jaarverslag heeft als thema ‘opgroeien’. Hierin beschrijven we hoe we in 2007 gewerkt hebben aan onze pedagogische kwaliteit en kunt u door de ogen van onze medewerkers zien wat ‘opgroeien’ voor kinderen bij de SKBNM betekent. In hoofdstuk 2 en 3, met als thema ‘groeien’ kunt u lezen over de uitbreidingen die in 2007 hebben plaatsgevonden en verschillende ontwikkelingen die van belang zijn (geweest) voor onze organisatie. Het thema ‘meegroeien’ laat door hoofdstuk 4 en 5 zien wat 2007 op personeelsgebied en voor de medezeggenschap van ouders en personeel betekent heeft. In de laatste hoofdstukken tenslotte, met als thema ‘doorgroeien’ vind u naast een blik op de toekomst ook het afgelopen jaar in cijfers. We hopen dat dit jaarverslag u een goed beeld geeft van onze werkzaamheden in het afgelopen jaar en de ‘groei’ die daardoor voor kinderen, ouders en medewerkers in onze organisatie kan plaatsvinden. De directie
Mw. E.M. Dijckmeester Mw. Drs. R.H.R. de Waal
Raad van Toezicht Met veel genoegen hebben we kunnen vaststellen dat de Stichting de in 2007 ingezette groeispurt uitstekend heeft weten in te vullen. Het externe netwerk is vergroot, de interne organisatie is versterkt en het pegagogisch beleid is verankerd. Dit alles zonder dat in de sfeer van kwaliteit of financiën steken zijn gevallen. Een prachtige prestatie, die veel vertrouwen geeft bij het aangaan van de uitdagingen die nu voor ons liggen, in het bijzonder het daadwerkelijk realiseren van alle uitbreidingsplannen. De aanhoudende dynamiek binnen de Stichting is voor de Raad van Toezicht mede aanleiding geweest stil te staan bij haar rol en plaats. Vooralsnog heeft dit niet geleid tot een herijking en/of besluitvorming, maar de contouren van waar de Raad van Toezicht haar centrale taken ziet, zijn scherper. Deze discussie zal naar verwachting in 2008 verder uitkristalliseren. Bert Broertje, Voorzitter Raad van Toezicht SKBNM
Jaarverslag SKBNM2007
10
groeien
11
1. Opgroeien bij de SKBNM We hebben duidelijk voor ogen dat de aandacht en zorg voor de kinderen in onze voorzieningen de belangrijkste basis vormt van onze pedagogische kwaliteit en dat we voortdurend aan die kwaliteit werken. We onderscheiden drie belangrijke onderdelen daarbij: de kinderen zelf, de pedagogische aanpak van onze medewerkers en de inrichting van de groepsruimte en het spelmateriaal. Wat de kinderen zelf betreft spelen alle kinderen het liefst met andere kinderen, maar zijn zij wel heel verschillend wat betreft de snelheid waarmee ze bepaalde ontwikkelingsfasen doorlopen, hun karakter en temperament en de manier waarop ze thuis worden opgevoed. We proberen rekening te houden met de individuele behoeftes en de belevingswereld van kinderen. De diverse vormen van opvang die binnen de SKBNM geboden worden, zoals peuterspeelzalen van verschillende signatuur en gastouderopvang voor kinderen/ouders die kleinschaligheid prettiger vinden, bieden daarvoor mogelijkheden en zorgen voor een gevarieerd aanbod. In de pedagogische aanpak van de pedagogisch medewerkers hebben we in 2007 verder geïnvesteerd door een voortzetting van de training ‘Pedagogisch handelen’ van het NIZW. Leidinggevenden van de SKBNM zijn opgeleid om deze training aan collega-teams te geven. In 2007 zijn volgens planning baby- en peuterleidsters aan bod geweest. Inhoudelijke informatie uit deze training is bovendien verwerkt in de klapper ‘Leren spelen’, zodat een koppeling is gelegd tussen training en dagelijkse werkwijze. Hierdoor kunnen deze onderwerpen via groeps- en kindbesprekingen voortdurend onder de aandacht blijven. Daarnaast heeft de jaarlijkse studiedag in het teken gestaan van kinderen met opvallend gedrag en hebben we voor de functie van pedagogisch medewerker een competentiescan ontwikkeld. Voor deze functie is vastgelegd welke kennis, vaardigheden en houding hier binnen de SKBNM bij passen. In alle teams zijn avonden georganiseerd waarop een keuze is gemaakt voor de 15 competenties die volgens de teams de kern raken van onze pedagogische visie. Vervolgens zijn aan deze competenties gedragsindicatoren verbonden. In 2008 zal met de competenties gewerkt worden om uit te proberen of het goed werkt. Na de evaluatie in oktober 2008 worden deze definitief vastgesteld. De inrichting van de groepsruimte en het aanbod van spelmateriaal en activiteiten is in grote mate van invloed op de ontwikkelingskansen die kinderen krijgen. In 2007 hebben we ons spel- en speelgoedbeleid opnieuw onder de loep genomen en is een hernieuwde uitgave van de klapper ‘Leren spelen’ verschenen. Hierin staat niet alleen de visie beschreven, maar juist ook de koppeling naar de dagelijkse praktijk en werkwijze. Welke spelbehoefte hebben kinderen op welke leeftijd? Welk speelgoed en materiaal past daarbij? Hoe bied je als pedagogisch medewerker kinderen de mogelijkheid om zelfstandig te spelen, hoe bevorder je juist samen spelen? Welke voorwaarden moet je realiseren bij buiten spelen? Hoe bied je kinderen structuur, emotionele ondersteuning en hou je respect voor hun eigenheid? De klapper ‘Leren spelen’ is zeer praktijk gericht en op sommige punten zelfs een ‘doe-boek’. Pedagogisch medewerkers en leidinggevenden werken van hieruit gezamenlijk aan de verdere ontwikkeling van onze pedagogische werkwijze.
Jaarverslag SKBNM2007
12 “Beleid is hier altijd in beweging en in ontwikkeling”
groeien “De klapper ‘Leren spelen’, gebruiken wij eigenlijk voortdurend. Tijdens de werkbespreking gebruiken we het als praktische leidraad voor o.a. de inrichting van de groep. Ik vind het sowieso heel erg goed dat beleid wat bij de SKBNM ontwikkeld wordt, niet voor 10 jaar hetzelfde is en in de kast ligt, maar altijd in beweging en in ontwikkeling is. Het leeft echt en wij hebben zelf als medewerkers invloed op eventuele aanpassingen. Bij de inrichting van de groep en met het speelgoed dat we aanbieden moeten we rekening houden met kinderen van nul tot twee jaar. De behoefte van een baby van 0-6 maanden is natuurlijk heel anders dan van een peuter van bijna twee jaar. Met behulp van kasten maken we verschillende hoeken in de groepsruimte waardoor de baby’s een echt rustplekje hebben en de kinderen van twee juist even buiten ons gezichtsveld kunnen spelen. Voor hen doen we dan bijvoorbeeld de slaapkamerdeur open en maken daar met doeken een tent. Dat
Kim Hofmans werkt sinds november 2006 als pedagogisch medewerker op een babygroep van kinderdagverblijf ’t Mouwtje. Zij heeft kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar in haar groep en vertelt hoe het spel- en speelgoedbeleid van de SKBNM een praktische leidraad is bij haar werk:
vinden ze superspannend op die leeftijd. Dreumesen willen ons juist weer heel graag zien en weten dat we er altijd zijn! De samenstelling van de groep verschilt per aantal maanden en heeft invloed op de manier waarop we de groepsruimte inrichten. De groepsruimte ziet er nooit een jaar hetzelfde uit. Als kinderen net gaan staan, komen er meer tafeltjes in de groep, waar ze zich aan op kunnen trekken. Zijn er veel ‘kruipertjes’ dan moet de vloer juist leeg zijn, zodat zij lekker de ruimte hebben. Open kasten kunnen we los in de groep zetten, zodat ze zich kunnen verstoppen of er lekker omheen rennen. Hoge boxen kunnen we bij de tafel zetten, zodat de baby’s ook bij de groep betrokken zijn. We hebben dus veel mogelijkheden om aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen. Ook bij het aanschaffen van speelgoed gebruiken we de klapper. Bijvoorbeeld om te kijken wat er precies nodig is. We overleggen ook met andere groepen, om
te zorgen dat we met iets samen kunnen doen en gevarieerd spelmateriaal hebben. Ook met kosteloos materiaal kunnen kinderen uren druk zijn: met bakjes, doosjes etc. Eigenlijk ziet het er vrij minimalistisch uit, wat speelgoed betreft. Maar het is een bewuste keus om datgene er neer te zetten wat bij de leeftijd past, en om te zorgen dat we het voor de kinderen afwisselend en interessant houden. Buiten spelen vinden we ook heel erg belangrijk. Zelfs als het weer wat minder is, zijn wij veel buiten te vinden. We boffen met een buitenruimte die meteen aan de groepsruimte grenst en waar kinderen zó naar buiten stappen op het gras, de heuvel op of eten aan de picknicktafel. Baby-ouders zijn echt super betrokken en erg enthousiast. Vooral als het hun eerste kindje is. We hebben altijd koffie en thee klaar staan en er zijn veel ouders die hier gebruik van maken en echt de tijd nemen om met ons te
bespreken hoe het met hun kindje gaat. Die afstemming is belangrijk omdat het om zulke jonge kinderen gaat. Ook ouderavonden vind ik erg leuk, om even de tijd en de rust te hebben om met alle ouders te praten. Ik zit hier echt goed op mijn plek en voor dit werk geldt echt: de energie die je erin steekt, krijg je dubbel en dwars terug!”
“We hebben veel mogelijkheden om aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen”
13
14 “Een super activiteiten aanbod”
groeien “Vanaf 2004 werk ik bij ’t Mouwtje. Wat ik bij ons ontzettend leuk vind, zijn de vele ruimtes die voor de kinderen beschikbaar zijn, zoals een gymzaal en een atelier, waardoor wij als pedagogisch medewerkers onze eigen kwaliteiten zo goed kwijt kunnen. Ik heb zelf een extra opleiding gedaan voor ‘Recreatiewerk en buitensport’ en vind het dus heel leuk om samen met de kinderen met sport- en spelactiviteiten bezig te zijn. Maar ach, eigenlijk vind ik heel veel dingen leuk. Op de basisschoolleeftijd wordt de wereld van de kinderen steeds groter; ze gaan op zwemles, gaan sporten, ze krijgen steeds meer bezigheden. De visie van de SKBNM is er op gericht om ouders bij al deze bezigheden te ondersteunen, zodat ze, op de momenten dat ze vrij zijn, ook echt met de kinderen samen vrij kunnen zijn. Dit hebben we bijvoorbeeld vertaald naar een stichtingsbreed aanbod van zwemles en judo op de woensdagmiddag en ballet op de vrijdagmiddag. Wij zorgen er dan voor
Chantal Koren is pedagogisch medewerker op de buitenschoolse opvang (BSO) van ’t Mouwtje. In dit stuk vertelt ze over haar werkervaring op ’t Mouwtje en waarom ze er elke dag minimaal 1½ uur reistijd voor over heeft om juist hier te kunnen werken…:
dat kinderen daar naar toe gebracht worden, en begeleiden ze ook daarbij. De hoeveelheid kinderen die zich hier voor opgeven laat zien dat dit een idee is wat kinderen én ouders erg aanspreekt. Op de vrijdagmiddag gaan we zelfs met een vierde balletgroep starten, zo groot is de belangstelling. Daarnaast zitten veel kinderen natuurlijk zelf al op voetbal, hockey en andere sporten. Ouders kunnen een aanvraag indienen voor vervoer naar de eigen clubjes, zodat de kinderen op hun BSO-middag door ons naar hun eigen sportclub gebracht worden. Op een gemiddelde maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag hebben we alleen al boven op ’t Mouwtje 90 kinderen in huis. Dat geeft wel aan, wat een uitzoekerij het is om voor al onze BSO’s de kinderen op tijd naar hun eigen clubjes te brengen en op te halen. De coördinatie van dit vervoer is een van mijn werkzaamheden en ik vind dat juist erg leuk om te doen. Van alle aanvragen van ouders kunnen we 9 van de 10 realiseren, een ondersteunende service waar veel ouders blij mee zijn.
Net als mijn collega’s vind ik het belangrijk om voor een divers aanbod te zorgen. We geven op de voorzieningen ook zelf cursussen en workshops, zoals bijvoorbeeld sieraden maken, een skate cursus of kooklessen voor kinderen. Voor kinderen vanaf 8 jaar organiseren wij stichtingsbreed een paar keer per jaar een fietscursus. ’s Ochtends oefenen de kinderen hier op het terrein, met bochtjes, over obstakels heen fietsen etc. ’s Middags gaan ze dan Bussum in om met verschillende verkeerssituaties te oefenen. We merken dat ouders er best wel tegen op zien dat kinderen zelf onderweg zijn, maar dit blijkt een goede opstap voor kinderen om toch zelfstandig te gaan fietsen. Tijdens de vakanties hebben we hele dagen om allerlei activiteiten te doen. We gaan er dan lekker veel op uit, zoals naar de speeltuin of het bos, maar organiseren bijvoorbeeld ook een bezoek aan de brandweer of een workshop ‘marsepein maken’ door onze eigen bakker. Samen met het Tienercentrum organiseren we speciale activiteiten voor de oudste kin-
deren, zodat zij al vast kunnen wennen aan de overstap naar het Tienercentrum. De mooie ruimtes in ’t Mouwtje bieden ons veel mogelijkheden om met verschillende activiteiten bezig te zijn, en dat
“Op de vrijdagmiddag gaan we zelfs met een vierde balletgroep starten, zo groot is de belangstelling”
maakt ons werk juist leuk. Ik vind het echt een uitdaging om mee te werken aan het ontwikkelen van een stichtingsbreed super- activiteitenaanbod. Wat mij betreft wordt dat het paradepaardje van de stichting. Dit maakt voor mij het werk extra interessant, waardoor ik de reistijd op mijn werkdagen er graag voor over heb!”
15
16 “30 jaar Stappertjes!”
groeien “Onze speelzaal heeft een lange geschiedenis en zit inmiddels in de 4e locatie, nu aan de Graaf Wichmanlaan in Bussum. Door de fusie met de SKBNM is er voor ons vooral veel duidelijkheid gekomen: bijvoorbeeld op het gebied van pedagogisch beleid, aandacht voor zaken die wij zelf aangeven en budgetten. Wij vinden de kwaliteit hierdoor verbeterd en dat zie je o.a. terug in goed en leuk meubilair, spelmateriaal, speelgoed etc. Belangrijk omdat kinderen bij ons echt komen om met elkaar te spelen en te leren. In het begin waren we heel kritisch omdat we niet wisten wat we konden verwachten. Maar onze zelfstandigheid is gebleven en dat vinden we prettig omdat we een eigen manier van werken met de kinderen hebben ontwikkeld. Op buitenstaanders komt onze peuterspeelzaal waarschijnlijk rommelig en gezellig over, maar er is toch duidelijkheid. Ik denk dat we warmte uitstralen omdat we inhaken op wat de kinderen zeggen en hoe ze zich voelen. We spelen in op wat we bij de kinderen zien. Zijn ze onrustig dan zetten we muziek op zodat
Peuterspeelzaal de Stappertjes bestaat in Bussum al 30 jaar. Begonnen als particulier initiatief, daarna een eigen stichtingsvorm en sinds 6 jaar onderdeel van de SKBNM. Jacqueline Walvisch en Monique Puik, leidsters bij de Stappertjes, vertellen over hun ervaringen:
ze kunnen bewegen en dansen en gaan we zelf ook lekker gek meedoen. Even stoom afblazen. Hoewel we de kinderen heel vrij laten, hebben we duidelijk regels en een vaste structuur. We leggen veel uit aan de kinderen en overleggen en praten veel met ze. Wat dat betreft doen de ‘ouderwetse’ waarden rust, reinheid en regelmaat het nog steeds goed. We hebben goed gevulde groepen, maar zien wel een lichte terugloop doordat steeds meer ouders gaan werken en dus behoefte hebben aan langere opvang. Ik denk wel dat door de jaren heen het leven voor kinderen ook drukker, haastiger en vluchtiger is geworden. Ook dat zien we terug. Voor de toekomst hopen we dat de eigen identiteit en professionaliteit van het peuterspeelzaalwerk blijft bestaan. En wat de SKBNM betreft: wij zijn blij met de overstap. Als we een probleem neerleggen, wordt er iets mee gedaan en het loopt allemaal heel fijn. Wij zijn dik tevreden!”
“Ik denk dat we warmte uitstralen omdat we inhaken op wat de kinderen zeggen en hoe ze zich voelen”
17
18 “Klein maar fijn….”
groeien “Gastouderopvang is een heel specifieke vorm van opvang, die andere mogelijkheden biedt dan bijvoorbeeld een kinderdagverblijf. De kleinschaligheid, en mogelijkheid tot flexibele opvang betekent voor een gedeelte van de ouders een bewuste keus voor het gastouderbureau. Daarnaast is er een groep ouders die tijdelijk gebruik maakt van gastouderopvang of een combinatie heeft, bijvoorbeeld als zij voor bepaalde dagen nog op de wachtlijst staan. In de praktijk zien we dat veel vraagouders dan toch bij hun gastouder blijven. Als ouders het zelf ervaren hebben, spreekt de kleinschaligheid en het directe contact met de gastouder ze juist heel erg aan, en zetten ze dat in een aantal gevallen graag voort! Wij hebben een vaste groep van gastouders die al jaren bij onze organisatie is. Omdat het kinderopvang ‘op afstand’ is, betekent dat iets voor onze begeleiding. Naast telefonisch contact dat er geregeld is, gaan we ook 3 à 4 keer per jaar aangekondigd en onaangekondigd bij
Mieke Bijlard werkt bij het gastouderbureau van de SKBNM, een specifieke vorm van kinderopvang omdat de opvang bij gastouders thuis plaatsvindt. Dit betekent iets voor het contact met en de begeleiding van vraag- en gastouders. Mieke Bijlard vertelt over de rol van het gastouderbureau binnen de SKBNM:
gastouders langs. Daarnaast organiseren we ook EHBK-cursussen, gastoudercursussen, thema-avonden en koffieochtenden. Als we bij potentiële gastouders op intakegesprek gaan maken we altijd een risico-inventarisatie van de thuissituatie. Bovendien moeten alle gastouders bij ons een zogenaamde ‘verklaring omtrent gedrag’ kunnen overleggen, willen zij ingeschreven worden bij ons gastouderbureau. Daarmee houden we als gastouderbureau goed zicht op de kwaliteit van de opvang. Naar de toekomst toe willen we gaan kijken of er een specifiek aanbod te ontwikkelen is, in combinatie met de kinderdagverblijven en zouden we het geweldig vinden om een aantal nieuwe gastouders erbij te krijgen. We gaan ook de samenwerking met collega gastouderbureaus opzoeken om dit te kunnen realiseren. We zijn weliswaar ‘klein maar fijn...’, maar staan toch stevig genoeg in onze schoenen om deze specifieke vorm van dienstverlening voor ouders te kunnen waarborgen.”
“Ook al is het kinderopvang ‘op afstand’, we houden als gastouderbureau goed zicht op de kwaliteit van de opvang.”
19
20 “Mag ik naar de peuter-plus?”
groeien “Aan het begin van dit jaar zijn we begonnen om op drie ochtenden in de week speciale activiteiten te organiseren voor de oudere peuters. Dit doen we boven, in onze BSO-ruimte. De pedagogisch medewerker van de buitenschoolse opvang bereidt de activiteiten voor die we een maand lang rond één bepaald thema voor de kinderen organiseren. In de maand van het thema ‘bewegen’ hebben we bijvoorbeeld gedanst, yoga gedaan en verhalen verteld terwijl de kinderen meespeelden in het verhaal. Deze maand zijn we in het atelier druk bezig om op allerlei manieren en met verschillende materialen te knutselen. Uit alle drie de verticale groepen kunnen per keer een aantal kinderen mee naar boven. Het is dan heerlijk, zowel voor de kinderen als voor ons, om die tijd heel gericht en rustig met iets bezig te kunnen zijn, zonder gestoord te worden. Je kunt dan ook echt wat moeilijkere activiteiten doen, die aansluiten bij de leeftijd van de kinderen. Voor ons als pedagogisch medewerkers is het leuk dat we de kinderen van de andere
Carmen Ruiter, inmiddels acht jaar werkzaam bij de SKBNM vertelt over de ‘peuter-plus ochtenden’ op Villa Zeezicht:
groepen beter leren kennen, en voor de kinderen zijn alle ‘juffen’ op ‘n gegeven moment een bekend gezicht. Niet alle kinderen zijn hetzelfde: sommigen zijn meteen enthousiast en willen elke keer mee naar de peuter-plus, andere kinderen vinden het nog een hele stap, zo uit de vertrouwde groep mee naar boven. Als dat zo is, gaan zij mee als hun eigen juf aan de beurt is om de activiteiten te organiseren en zie je dat het op die manier toch snel vertrouwd wordt. We gaan kijken of er mogelijkheden zijn om dit in de toekomst nog verder uit te breiden en ook met het aanbod van activiteiten ervoor te zorgen dat alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Ook de ouders zijn enthousiast en sommigen vragen ‘s ochtends al: “Mag mijn kind vandaag weer naar de peuter-plus?”
“Ook de ouders zijn enthousiast en sommigen vragen ‘s ochtends al: Mag mijn kind vandaag weer naar de peuter-plus?”
21
22 “Fantastisch & ongekend!”
groeien “Tijdens mijn sportopleiding liep ik stage op het Tienercentrum en ging al tijdens mijn studie enkele middagen invallen. Na mijn opleiding werden dat vaste middagen en kwam ik in dienst bij de SKBNM. Ik vind de sfeer op het Tienercentrum uniek. Door de leeftijd van de kinderen, van 10,5 tot 16 jaar, is er altijd veel beweging, volop activiteit en veel te doen. Door de verschillende leeftijden is er niveauverschil in interesses en de belevingswereld van de kinderen, dus moet je daarbij aan kunnen sluiten. Ik vind het belangrijkste dat de kinderen zichzelf kunnen zijn en dat wij ze, in de groep en individueel, de aandacht geven die ze nodig hebben. Het is uitdagend werk want de puberteit is een leeftijd waarin ontzettend veel gebeurt. Naast steeds meer zelfstandigheid en initiatief zien we ook weerstand en kinderen die zich afzetten. Ik vat dit niet persoonlijk op omdat ik weet dat het een functie heeft en dat maakt het voor mij interessant. De interactie en wisselwerking met de kinderen is super.
Jeroen Rappange is vanaf 2003, met een korte onderbreking, werkzaam in het Tienercentrum van de SKBNM. Wat hem betreft is het Tienercentrum fantastisch en ongekend. Waarom hij dat vindt, legt hij in het volgende stuk uit:
De spiegel die zij me voorhouden, zorgt ervoor dat ik met mezelf geconfronteerd wordt. Zij hebben eigen meningen en ideeën en dat leidt vaak tot goede discussies over bijvoorbeeld grenzen die aangehouden (moeten) worden. Zo ontstond laatst een heel project, samen met de tieners, over wat voor spellen er op internet te vinden zijn en of je die wel of niet mag spelen. De aanleiding was dat wij een bepaald spel verboden hadden, en we zijn samen met de tieners in gesprek gegaan over de grenzen hierin. Uiteindelijk is daar een thema-avond met tieners én ouders uit voortgekomen. Natuurlijk nemen we de mening van de tieners serieus. Hun kijk op de wereld is vaak heel interessant. Openheid is belangrijk; de kinderen zijn vrij om te zeggen wat ze denken en voelen mits dat met respect gebeurt. Het is belangrijk dat wij ons hier allemaal prettig en veilig voelen. Afscheid nemen van tieners na zoveel jaar doet je wel wat; de band die je
met elkaar hebt opgebouwd is groot. Zo kwam ik laatst een jongen van 19 tegen die hier jaren heeft gezeten en die inmiddels naar Australië geweest is en nu een HBO opleiding doet. Tóen heb ik me wel eens zorgen gemaakt over hem en als ik hem dan nu zo zie, en hij reageert zo enthousiast, dan geeft me dat wel een goed gevoel. Het Tienercentrum is bijzonder omdat het zo’n goede sfeer heeft en zo’n actieve plek is waar samen met de kinderen activiteiten bedacht en gedaan worden. Voor basisschoolkinderen gaat de voorbereiding naar de middelbare school hier al spelenderwijs en daarnaast biedt het een sociale omgeving en structuur die veel tieners nodig hebben. Naast het groepswerk doe ik nu ook organisatiebrede activiteiten en die combinatie is super. Ik ondersteun de leidinggevende met bepaalde taken, volg een training ‘coachend leidinggeven’ en ga daarnaast werken aan het opzetten van een stichtingsbreed activiteitenaanbod. Dat maakt voor mij de
SKBNM een fijne plek om te werken. Het is altijd in ontwikkeling en de mogelijkheid om te blijven leren biedt uitdaging, want ik wíl nog een hoop leren en heb nog ‘n hoop te leren!”
“De spiegel die zij me voorhouden, zorgt ervoor dat ik met mezelf geconfronteerd wordt”
23
24
groeien
25 2. Uitbreidingen Toen duidelijk werd dat de Motie Aartsen-Bos grote gevolgen zou hebben voor de rol van de scholen bij de buitenschoolse opvang, heeft de SKBNM het initiatief genomen tot een gemeenschappelijk overleg met alle basisscholen uit de regio Bussum, Naarden en Muiden. We hebben gezamenlijk onderzoek gedaan onder de ouders van de schoolkinderen naar de behoefte aan buitenschoolse opvang. Een aantal scholen had zelf al een behoefteonderzoek uitgevoerd en de resultaten daarvan zijn in het eindrapport verwerkt. Hieruit bleek duidelijk dat een uitbreiding van de BSO-capaciteit absoluut noodzakelijk was. In 2007 hebben we dan ook ruim 100 extra kindplaatsen buitenschoolse opvang gerealiseerd. De SKBNM heeft een samenwerkingsvorm en convenant ontwikkeld dat op 23 mei 2007 in een gezamenlijke bijeenkomst met de 20 scholen ondertekend is. Uitgangspunt van de samenwerking is dat de SKBNM streeft naar BSO’s die een zodanige omvang hebben dat de kinderen voldoende keuze hebben uit leeftijdsgenootjes en leeftijdsgericht spelmateriaal. Meerdere scholen maken dan gebruik van één BSO. Door de goede samenwerking met de scholen, zijn onze informatiebrochures en aanmeldingsformulieren op alle scholen aanwezig en weten ouders ons goed te vinden. In Muiden is BSO de Spetters geopend, vlakbij de PC Hooftschool. In Naarden is BSO de Meerpaal uitgebreid met twee kinderdagverblijfgroepen en twee buitenschoolse opvanggroepen. In een aantal bestaande vestigingen hebben we extra BSO-groepen gerealiseerd. Daarnaast zijn er ook nieuwe initiatieven ontstaan, zoals bijvoorbeeld de opvang voor de jongere groep kinderen in een van onze peuterspeelzalen. De kleinschaligheid van deze opvang en het feit dat het speciaal gericht is op de kinderen uit de onderbouw, blijkt veel kinderen én hun ouders zeer aan te spreken. Een voorbeeld is BSO de Zonnebloem in Bussum. Deze BSO is gevestigd in het tijdelijke onderkomen van Peuterspeelzaal de Zonnetjes die samen met andere parijen in de zomer van 2009 onderdeel zal worden van de Brede School in Bussum-Zuid. Op zes scholen verzorgt de SKBNM de tussenschoolse opvang (TSO), waarbij in 2007 een toename te zien is geweest van het aantal kinderen dat hier gebruik van maakt. Hierdoor worden steeds meer BSO-leidsters ingezet bij de TSO. Dit heeft als positief effect dat we onze BSO-medewerkers een groter contract kunnen bieden, wat onze medewerkers bindt aan de organisatie. Het betekent echter ook dat we nog geen TSOsamenwerking met nieuwe scholen aan kunnen gaan. Het vinden van geschikte huisvesting en voldoende gekwalificeerd personeel zijn belangrijke factoren die van invloed zijn op onze uitbreidingsmogelijkheden. Maar zoals altijd, zijn we daardoor ook gericht op nieuwe kansen. Zo onderzoeken wij mogelijkheden om een aantal sport-BSO’s te realiseren waarmee we ons aanbod kunnen uitbreiden en tegemoet kunnen komen aan de vraag van ouders.
Jaarverslag SKBNM2007
26 “We willen allebei kwaliteit leveren”
groeien “Al vanaf augustus 2005 is de samenwerking met de SKBNM in gang gezet. Het overblijven liep bij ons toen niet zo goed, door te weinig en niet (pedagogisch) geschoolde ouders. Wij wilden het graag gaan professionaliseren en zijn verschillende mogelijkheden gaan onderzoeken. Door ook bij anderen te kijken, kwamen we er achter dat we met een organisatie dicht in de buurt wilden werken en dat we zelf de administratie wilden blijven doen. De gesprekken met de SKBNM vonden op het juiste moment plaats en we zijn alles samen op poten gaan zetten. De school heeft een TSO coördinator en vrijwilligers, de SKBNM heeft een TSO coördinator en de leidsters. Het idee was: als we allemaal met kinderen bezig zijn, laten we elkaar dan opzoeken en zorgen voor afstemming van regels en een doorgaande lijn. Daar wordt iedereen beter van. Dus hebben we het met elkaar gehad over kwaliteit, want we wilden het goed neerzetten. Wat betekent dit voor de ruimtes, de activiteiten en de manier waarop alles geregeld is? We hebben echt geïnves-
Joke Aukema is adjunct-directeur van basisschool De Hoeksteen en vanaf de start betrokken bij de samenwerking met de SKBNM voor de tussenschoolse opvang (TSO) in haar school.
teerd in ruimtes en daar hebben we nu met z’n allen heel veel lol van. De SKBNM wilde niet alleen het schoolplein, maar ook andere ruimtes die tijdens de tussenschoolse opvang gebruikt kunnen worden. Na het eten, wat in de lokalen gedaan wordt, gaan de kinderen naar de gemeenschappelijke ruimtes waar materiaal klaar staat en verschillende activiteiten aangeboden worden. Over en weer is er flexibiliteit nodig om met veranderende omstandigheden om te gaan, want soms is een ruimte niet beschikbaar, of moet er even iets anders in gedaan worden. Maar die flexibiliteit is er en het handelen wordt daarop aangepast. Hoe verschillend de wereld van kinderopvang en onderwijs ook is, we vinden elkaar in het feit dat we kwaliteit willen leveren en het wederzijds vertrouwen dat we inmiddels hebben opgebouwd. We zijn begonnen met 80 kinderen op de drukste dagen en inmiddels zijn dat er 200. Volgens ons heeft dit zeker ook te maken met de toegenomen kwaliteit.
Dit geldt overigens niet alleen voor de kinderen. We hadden altijd problemen om ouders te vinden, en nu merken we dat van de vaste ploeg ouders, een groot gedeelte járen blijft omdat het nu veel leuker is om te doen. De goede samenwerking tussen onze TSOcoördinator en de leidsters speelt daar een belangrijke rol bij. We zijn dus heel tevreden en blij dat het zo goed draait.”
“We hebben echt geïnvesteerd in ruimtes en daar hebben we nu met z’n allen heel veel lol van”
27
28
groeien
29 3. Invloed van ontwikkelingen We zien dat de concurrentie van collega-kinderopvang organisaties in onze regio is toegenomen. Ouders hebben de keus waar zij hun kind(eren) naar toe willen brengen. Hoewel we vanuit onze jarenlange ervaring in deze regio een groep ‘vaste’ klanten hebben, is er ook een grote groep ouders voor wie deze bekendheid en dus vanzelfsprekende gang naar de SKBNM niet geldt. Dit dwingt ons ertoe om met name naar ouders, zorgvuldige keuzes te maken in ons aanbod en nog vaker en beter te laten zien hoe wij ons als SKBNM pedagogisch onderscheiden van onze concurrentie. Vanzelfsprekend zijn de uitbreidingen en de ontstane grootte van de organisatie van invloed op de interne organisatie. In hoofdstuk 6 geven we aan hoe we deze invloed zien en wat dit in de toekomst voor de organisatie gaat betekenen. Daarnaast zijn er veranderingen op landelijk en regionaal niveau die iets gaan betekenen voor ons als SKBNM. Als gevolg van overheidsmaatregelen in 2007 is de kinderopvang veel goedkoper geworden en de vraag enorm gestegen. Een neveneffect hiervan is dat de uurprijs van de kinderopvang in verhouding tot die van het peuterspeelzaalwerk lager is geworden en er landelijk een trend is ontstaan van ouders die niet meer voor een peuterspeelzaal kiezen maar voor kinderopvang. Hierdoor loopt het aantal kinderen op peuterspeelzalen terug. De bezetting van de SKBNM-peuterspeelzalen is in 2007 juist erg goed geweest, maar ook daar zal de terugloop voelbaar worden. De positie van peuterspeelzalen verandert ook door de invoering van de zogenaamde VVE-programma’s (de Voor en Vroegschoolse Educatie) die inmiddels op 2 peuterspeelzalen van onze stichting worden toegepast en in 2008 in een derde peuterspeelzaal. De verwachting is dat deze programma’s, in het kader van de harmonisering van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang, ingezet zullen gaan worden om ook kinderdagverblijfkinderen al op jonge leeftijd in hun ontwikkeling te stimuleren. Wat gemeentelijk beleid betreft zijn er ontwikkelingen te verwachten naar een nieuwe gemeentelijke herindeling. In de toekomst zal de SKBNM dan waarschijnlijk met minder gemeentes te maken hebben, maar wellicht wel haar gebied uitbreiden.
Jaarverslag SKBNM2007
30
mee
groeien
31 4. Personeel Wij zien ons personeel als de belangrijkste bron om een goed contact met kinderen en ouders te realiseren, en daarmee gelukkige kinderen en tevreden klanten. Veel van onze medewerkers zijn al langere tijd in dienst en hoewel er altijd punten ter verbetering blijven, scoort de tevredenheid van ons personeel ruim voldoende. De betrokkenheid van onze medewerkers bij de organisatie is groot. Wij verwachten dat medewerkers bereid zijn om professioneel te groeien en bieden daarvoor scholing aan. Dit vindt bijvoorbeeld plaats op pedagogisch gebied, zoals de training pedagogisch handelen voor de pedagogisch medewerkers. Daarnaast willen we dat onze medewerkers zelf invloed hebben op hun werk en hun talenten kunnen inzetten. Een coachende stijl van leidinggeven past bij het verwezenlijken van dit doel, vandaar dat de leidinggevenden in 2007 gestart zijn met de training ‘coachend leidinggeven’. Naast scholing voor groepen medewerkers, proberen we ook altijd oog te houden voor hun individuele scholingsbehoeften. Bijvoorbeeld voor pedagogisch medewerkers die bepaalde cursussen of workshops willen volgen, gericht op activiteiten met de kinderen, of juist gericht op management niveau. We hebben inmiddels ervaren dat tevreden personeel wat voldoende mogelijkheden krijgt om eigen kennis en vaardigheden te ontwikkelen de beste garantie biedt op goede kwaliteit. Ook in 2007 is duidelijk te zien dat het moeilijker is geworden om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden. Door de vele uitbreidingen is de behoefte aan pedagogisch medewerkers groot, terwijl er tegelijkertijd een krapte op de arbeidsmarkt te zien is. De SKBNM is een erkend leerbedrijf waarin pedagogisch medewerkers in opleiding en stagiaires van verschillende opleidingen hun studie kunnen volgen en werkervaring kunnen opdoen. We hebben als doelstelling om constant minimaal tien leerlingen in opleiding te hebben binnen onze vestigingen, maar ook daarvoor geldt dat we alert en actief moeten blijven om dit aantal te kunnen waarborgen. We vinden het belangrijk dat de leerlingen in een stabiele leeromgeving zitten en goed begeleid worden. Het heeft onze voortdurende aandacht om dit binnen de organisatie en naar opleidingen toe goed met elkaar af te stemmen en daarmee een nieuwe aanwas van gemotiveerde pedagogisch medewerkers te garanderen.
Jaarverslag SKBNM2007
32 “Blij met zoveel mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen”
mee
groeien
“Ik heb altijd al met veel plezier gewerkt. We hebben een leuk team, er wordt in de organisatie open met elkaar gecommuniceerd en er is veel aandacht voor inhoud en pedagogiek. Een tijd geleden hebben wij ons in de werkgroep pedagogisch beleid bezig gehouden met de pedagogiek van Freinet, en daardoor in het team veel aandacht gegeven aan de zelfstandigheid van kinderen en hoe wij daar meer mogelijkheden toe kunnen bieden. De kinderen de kans geven om zélf limonade in te schenken bleken ze bijvoorbeeld geweldig te vinden! Beleid van de organisatie staat goed op papier en wordt door evaluaties ook aangepast. Dat ik als pedagogisch medewerker ook deel kan nemen aan werkgroepen die organisatiebrede activiteiten organiseren, vind ik hartstikke leuk. Sinds een aantal maanden volg ik de opleiding ‘Management in de kinderopvang’ en zie daardoor nog meer, in vergelijking met andere studenten, hoeveel er goed geregeld is bij de SKBNM. Dat hebben we echt wel lekker voor elkaar!
Heidi van Eck is in 2002 begonnen als invalkracht in Muiden, uiteindelijk op de buitenschoolse opvang en als TSO coördinator in Naarden terecht gekomen en daar nooit meer weggegaan. Sinds oktober 2007 volgt zij, op kosten van de SKBNM, de opleiding ‘Management in de kinderopvang’. Ze legt uit wat deze mogelijkheid voor haar betekent:
Ik zou heel graag leidinggevende worden (liefst op een kleinere locatie) en vooral de pedagogische begeleiding van medewerkers trekt me aan. Het lijkt me leuk om met anderen hierover te praten, ze inzicht te geven in hun handelen én de gevolgen voor de kinderen. Ik vind het leuk om mensen te kunnen motiveren en belangrijk dat mensen die met kinderen werken bewuste keuzes maken en de gevolgen zien van hun werkwijze. Er valt altijd iets te verbeteren en ik zie in het contact met ouders nog verschillende mogelijkheden, vooral om ouders nog meer informatie te geven over de pedagogische aspecten van ons werk. Bijvoorbeeld een beeldscherm waarop de activiteiten duidelijk te zien zijn of actuele foto’s op de website. Waar ik zelf al mee begonnen ben, is foto’s maken van de verschillende activiteiten op ’n dag, zodat ouders die aan het eind van de dag op de computer kunnen zien. Dat levert veel enthousiaste reacties op. Ik ben heel tevreden met de stichting en met mijn werkzaamheden omdat het fijn
is om je eigen ideeën kwijt te kunnen en zoveel mogelijkheden te hebben om ook zelf te ontwikkelen”.
“Het is fijn om je eigen ideeën kwijt te kunnen en zoveel mogelijkheden te hebben om ook zelf te ontwikkelen”
33
34 “Mijn toekomstdroom is een grotere pool van leerlingen”
mee
groeien
“Ik ben zelf begonnen als invalster bij de SKBNM en moest, om een vaste aanstelling te kunnen krijgen, gediplomeerd zijn. Ik heb toen de SPW-3 opleiding gedaan en werd bij de SKBNM begeleid door een praktijkopleider. Al toen ik met mijn opleiding bezig was, leek het mij heel erg leuk om in de toekomst ooit zelf praktijkopleider te worden. Maar daar was eerst nog een aantal jaren werkervaring voor nodig. Vanaf oktober 2006 combineer ik dat nu met drie dagen werken op de groep, en sinds september 2007 heb ik de overstap gemaakt naar een nieuw kinderdagverblijf: de Meerpaal. Het contact dat je hebt met mensen die in opleiding zijn, zoals uitwisseling van kennis, het motiveren en coachen van leerlingen, vind ik heel erg leuk. Om leerlingen te begeleiden bij hun schoolwerk en ze wegwijs te maken in de werkmappen van het kwaliteitssysteem, daar kan ik veel in kwijt. Ze moeten niet alleen voldoen aan de opdrachten van hun opleiding, maar ook leren werken
Betty Splint is sinds 1999 als pedagogisch medewerker werkzaam bij de SKBNM en vanaf oktober 2006 actief als praktijkopleider bij de begeleiding van leerlingen die een opleiding voor de kinderopvang volgen. Waarom Betty een goede begeleiding van aankomende collega’s belangrijk vindt, vertelt zij in het volgende stuk:
volgens de SKBNM-werkwijze. Leerlingen vinden de opdrachten en de vraagstelling tijdens hun opleiding nog wel eens ingewikkeld, bijvoorbeeld bij opdrachten over observeren, rapporteren, activiteiten ontwikkelen etc. Ik probeer ze altijd voor te houden om dicht bij huis te denken en af te gaan op je gezonde boerenverstand. Dingen die in een opdracht gevraagd worden (zoals observeren) en er dan heel ingewikkeld staan, horen eigenlijk bij je dagelijkse werk. Kijken naar kinderen, zien waar ze zich mee bezig houden en daar vervolgens zelf op in spelen, doe je de hele dag door. Er zijn grote verschillen tussen de scholen die de opleidingen voor de kinderopvang verzorgen. Dat vind ik zelf wel vreemd, omdat de ene persoon met ’n heel ander niveau de praktijk in stapt dan een ander. Het houdt je als praktijkopleider wel wakker, om hier mee om te gaan, maar het is ook wel eens lastig. Om de verschillen tussen de scholen beter af te stemmen op de behoeften vanuit de praktijk is een project gestart: Calibris. Mensen van
verschillende organisaties en verschillende scholen nemen hieraan deel. De bedoeling is om gezamenlijk een profiel te maken van de beginsituatie van een leerling en een algemene doelstelling te formuleren over welke kennis, vaardigheden en beroepshouding aan het eind van de opleiding behaald worden. Hopelijk leidt dit er toe dat leerlingen van verschillende scholen aan het eind van hun studie toch op eenzelfde niveau hun vak ‘beheersen’. Bij de SKBNM werken we eraan om voldoende leerlingen binnen te halen en een goede leer- en werkomgeving voor ze te vinden. De een is echt iemand voor kinderen van 0-4 jaar, ’n ander is van begin af aan een echte BSO’er. Het is belangrijk voor henzelf en voor de toekomst van de organisatie dat ze op de goede plek zitten en meteen ingewerkt worden in de SKBNM-werkwijze. Mijn toekomstdroom is een grotere pool van leerlingen die we zelf kunnen opleiden tot collega’s en wat meer rust en tijd om de begeleiding te kunnen doen. Het geeft voldoening als mensen na
hun studie een goede plek vinden in de organisatie, dus ik hoop dat dit ook in de toekomst voor veel leerlingen blijft lukken.”
“Ik probeer ze altijd voor te houden om dicht bij huis te denken en af te gaan op je gezonde boerenverstand”
35
36
mee
groeien
37 5. Medezeggenschap Centrale Ouder Raad PEUTERSPEELZALEN De COR-PSZ, vertegenwoordigd door afgevaardigden van alle oudercommissies (OC) van de bij de SKBNM aangesloten peuterspeelzalen, is in 2007 drie maal in vergadering bijeen gekomen. Naast de jaarlijks terugkerende vergaderpunten zoals de jaarrekening, prijsverhoging en begroting per 2007, bezettingsgraad, studiedag, kwaliteitsbeleid, overzicht van (bijna) ongelukken en klachtendossier, is aandacht besteed aan COR-informatiemappen, BSO op de PSZ, evaluatie schoonmaak, hulpouders en het Preventief Jeugdbeleid. COR-informatiemappen Ter bevordering van een goede overdracht aan COR- en OC-leden heeft de SKBNM, mede op verzoek van de COR, een informatiemap ontwikkeld en verspreid onder alle COR-leden over onder andere de adviesgevende taken, het doel en de werking van de COR en de OC. De informatiemap bevat beleidsstukken van de SKBNM die van belang zijn voor de COR en het COR-regelement. Ieder COR-lid heeft de verantwoordelijkheid voor de map en zorgt dat de notulen worden bijgevoegd en dat de ledenlijst up-to-date is. BSO op de PSZ De vraag naar BSO en het gebruik ervan neemt toe. Gevolg is dat binnen een aantal peuterspeelzalen ’s middags gebruik wordt gemaakt van de ruimte door een jonge groep kinderen van de BSO. Ouders en peuters merken hier weinig van, hooguit aanwezigheid van extra kasten, hogere tafels en een zithoekje. Evaluatie schoonmaak In 2007 is gestart met een nieuw schoonmaakbedrijf voor de SKBNM. De wisselende reacties kunnen worden toegeschreven aan de staat van het gebouw en de schoonmaker zelf. Overeengekomen is dat wanneer er klachten zijn over de schoonmaak dat de leidsters dit allereerst zelf laten weten aan de desbetreffende schoonmaker via een logboek. Als er geen verbetering optreedt kunnen de leidsters contact leggen met de regiomanager van het schoonmaakbedrijf. Wanneer ook dit geen verbetering tot gevolg heeft kan er melding gemaakt worden bij de adjunct-leidinggevende van de afdeling PSZ. Binnen de COR-PSZ is geconcludeerd dat de schoonmaak een punt van aandacht zal blijven. Hulpouders Vanuit de COR-PSZ rees de vraag of ouders mogen meehelpen bij activiteiten en of ouders een uurtje mogen inspringen wanneer dit nodig is. Hieruit voortvloeiend kwam de vraag hoe de verzekering hiermee omgaat in geval van schade en/of letsel. Naar aanleiding van deze vragen werd verwezen naar het huishoudelijk reglement. Het is geen probleem wanneer ouders meehelpen bij activiteiten. Geadviseerd wordt de betreffende ouder(s) in de agenda te noteren met een paraaf zodat zij verzekerd zijn en bij een eventuele calamiteit achteraf een formulier kan worden ingevuld. Voor wat betreft het vervoeren van peuters wordt geuit dat het streven moet zijn dat alle kinderen met zitverhogers worden vervoerd. Ouders die op een uitje niet zelf rijden worden verzocht een zitverhoger/autostoeltje mee te geven.
Jaarverslag SKBNM2007
38
mee
groeien
39 Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is door de SKBNM benaderd om, anoniem, advies te geven over kinderen die ontwikkelingsen/of gedragsproblemen vertonen. Bureau Jeugdzorg houdt sinds najaar 2006 spreekuur voor het pedagogisch personeel van de SKBNM. Omdat in het gemeentelijk preventief beleid geen signalerende en naar de hulpverlening toeleidende rol voor de kinderopvang is weggelegd (wat ons erg bevreemd met de 2000 kinderen die wekelijks gebruik maken van onze voorzieningen), betaalt de SKBNM deze spreekuren zelf. Het is de SKBNM niet gelukt om hier subsidie voor te krijgen.
Jaarverslag SKBNM2007
40
mee
groeien
41 Centrale Ouder Raad Kinderopvanglocaties In de COR zijn ouders vertegenwoordigd van alle oudercommissies van de SKBNM. Het doel van de COR is om de belangen van ouders te vertegenwoordigen en advies te geven op inhoudelijk en algemeen beleid wat de gehele stichting betreft. In het jaar 2007 bestond de COR uit: Corine Bosch, voorzitter kdv / nso Villa Zeezicht Miranda van der Veen kdv Bommelburcht Do van der Heijden nso Talamander Peggy Betlem nso ‘t Mouwtje Zsolt Horvath kdv ‘t Mouwtje Esther van der Werf nso Toverhoed/ Meerpaal Sabine Dekeer Tienercentrum Alwine van den Heuvel kdv de Woelwaters Communicatie In 2007 is 5 keer vergaderd met de directie van de SKBNM, met geregeld een verklaring c.q. toelichting van de cijfers door de leidinggevende personele en financiële administratie. De communicatie tussen directie en de oudercommissies van de voorzieningen verloopt via de COR-leden. De COR-leden geven bij de directie aan wat vragen en signalen van ouders/oudercommissies zijn, maar ook verzoekt de directie de COR-leden om bepaalde zaken met de achterban te bespreken en vervolgens de directie van advies te voorzien. De COR-leden laten hun eigen oudercommissie weten hoe de vergadering met de directie verlopen is en welke punten besproken zijn o.a. aan de hand van notulen van de COR. Onderwerpen Elk jaar zijn er vaste onderwerpen die in het overleg met de directie aan bod komen. Vanzelfsprekend financiële informatie zoals het financieel jaarverslag, de begroting van 2008 en de kostprijs. Daarnaast zijn er onderwerpen die besproken worden i.v.m. kwaliteit en de certificering zoals de registratie van bijna ongelukken en diverse protocollen. Ook onderwerpen die te maken hebben met pedagogiek en gemeente komen in de vergaderingen aan bod. Jaarlijks wordt een aantal beleidsstukken in de COR geëvalueerd en vervolgens bijgesteld. Het COR jaar 2007 stond onder andere in het teken van de problemen die zich voor doen bij de organisatie van de voorschoolse opvang waarbij met name logistieke problemen een rol spelen. Daarnaast is er gesproken over de wijze waarop de verkeersveiligheid rond de diverse locaties kan worden vergroot. In het kader van het vergroten van de veiligheid op de locaties is ook in overleg met de COR besloten om iedere locatie van een codeslot te voorzien zodat niet iedereen zomaar de gebouwen binnen kan lopen. Een ander thema waar uitvoerig over is gesproken, is het werven en behouden van goed personeel. De stichting heeft in dat kader een personeelsfunctionaris aangenomen. De vergaderingen in de COR vinden altijd in een prettige en open sfeer plaats. Voor ouders is het interessant om juist meer betrokken te zijn bij de ‘bedrijfskant’ van de gehele stichting en daarbij een goede vertegenwoordiger te zijn van de grote groep ouders van de verschillende voorzieningen van de SKBNM.
Jaarverslag SKBNM2007
42 “Uiteindelijk gaat het om vertrouwen...”
mee
groeien
“Een woord dat meteen te binnen schiet is als ik aan de stichting denk, is professionaliteit. Dat zie ik bijvoorbeeld terug in de protocollen die er zijn, en de goede informatievoorziening naar ons vanuit de directie. Ik vind het goed dat er een COR is die op beleidsmatig niveau en organisatiebreed betrokken is bij de SKBNM. Er zijn altijd wel ouders die belangstelling hebben om in de COR zitting te nemen, maar door drukte is het soms toch lastig. Van elke ouderraad zit er iemand in de COR wat betekent dat de communicatielijnen kort zijn, dit werkt prettig. Het is een goed werkend systeem dat zorgt voor transparantie. Informatie uitwisseling, verantwoording afleggen en controle zorgen ervoor dat iedereen alert blijft. Vanuit de stichting komt goede informatie, waarop wij als COR onze ideeën en suggesties kwijt kunnen. Belangrijke punten die aan bod gekomen zijn, zijn bijvoorbeeld goede locaties, personeel en veiligheid. We hebben aangegeven dat het belangrijk is dat niet iedereen zo maar binnen kan lopen op de locaties, maar daar
Corine Bosch is sinds 1½ jaar voorzitter van de COR, het overkoepelende orgaan van alle ouderraden van de SKBNM en vertelt over de ervaringen van de COR.
kwam de stichting zelf ook al mee. Inmiddels wordt dat dan ook opgelost. Goed personeel vinden en houden is ook zo’n punt waar constante aandacht voor nodig is. Daarbij bespreken we gezamenlijk de ideeën die er zijn om bijvoorbeeld Hyves of premies daarbij in te zetten. Het idee om in de toekomst een personeelsfunctionaris aan te gaan nemen lijkt ons dan ook een goed plan. Uiteindelijk gaat het om vertrouwen. Er zijn aandachtspunten die de stichting zich goed realiseert en waar zij goed bovenop zitten. Daar zijn we tevreden over en daarin zien we dat er professioneel gewerkt wordt.”
“Het is een goed werkend systeem dat zorgt voor transparantie”
43
44
mee
groeien
45 ondernemingsraad In 2007 hebben verschillende onderwerpen op het gebied van personeel, arbeidsomstandigheden, uitbreidingen etc. op de agenda gestaan van de ondernemingsraad. Een opsomming van de belangrijkste punten daarbij: • Op het gebied van arbeidsomstandigheden is binnen de organisatie een nieuwe preventiemedewerker aangesteld. We hebben gekeken hoe de werkzaamheden van de preventiewerker en de OR goed op elkaar afgestemd kunnen worden. Besloten is dat de preventiewerker één maal per kwartaal een OR vergadering bij zal wonen en onderwerpen m.b.t. arbeidsomstandigheden dan aan bod zullen komen. Bij personeel blijkt er veel belangstelling voor korting op sportscholen en gezond schoeisel. De preventiemedewerker zal de mogelijkheden hiertoe gaan onderzoeken. Gezien de personeelsopbouw, zal in de aankomende jaren de behoefte aan leeftijdsfasebewust personeelsbeleid gaan spelen, met name gericht op verlichting van fysiek belastende werkzaamheden. • De OR is akkoord gegaan met diverse uitbreidingsplannen op het gebied van BSO en de uitgewerkte samenwerkingsplannen (via het convenant) met de scholen in de gemeentes. • Door de groei van de organisatie en een lage overhead op het centraal bureau (CB), is de werkdruk voor medewerkers van het CB groter geworden. De OR heeft ingestemd met uitbreidingsplannen m.b.t. de financiële administratie en een leidinggevende voor het CB. Daarnaast, gezien de aandacht die nodig is voor het vinden van voldoende en gekwalificeerd personeel en de verdere ontwikkeling van personeelsbeleid, zijn we akkoord gegaan met de aanstelling van een personeelsfunctionaris. • Gedurende het gehele jaar volgen we de managementinformatie m.b.t. bezettingsgegevens en ziekteverzuim en koppelen deze, indien nodig, terug naar de achterban op de vestigingen. • In 2007 hebben we een nieuw reglement voor de ondernemingsraad geschreven en hebben nieuwe OR-leden zitting genomen in de ondernemingsraad. • Gedurende het gehele jaar zijn er in het kader van het kwaliteitssysteem diverse procedures vanuit het Handboek Kwaliteit geëvalueerd en bijgesteld. In 2007 is o.a. een aanpassing geweest van de Klachtenprocedure personeel, het Scholingsbeleid, Beleid leidsters in opleiding, en Hygiënebeleid. De OR heeft meegedacht en is akkoord gegaan met de voorgestelde aanpassingen. • Gedurende het gehele jaar hebben we de algemene ontwikkelingen op het gebied van de CAO Kinderopvang en de CAO Welzijn gevolgd. • Aan het eind van het jaar zijn we betrokken bij de vaststelling van de kostprijs en begroting voor het nieuwe jaar. In overleg met de directie is afgesproken om met ingang van 2008 aan het eind van het jaar een extra OR-vergadering over de begroting in te stellen, gezien de fase waarin bepaalde gegevens bekend zijn en de tijdsdruk die er is om de nieuwe begroting/kostprijs vast te stellen. • In 2007 is de doelstelling voor het variabele gedeelte van de eindejaarsuitkering, een positief financieel eindresultaat, behaald en hebben alle personeelsleden eind december de eindejaarsuitkering ontvangen.
Jaarverslag SKBNM2007
46 “Wennen en elkaar leren kennen”
mee
groeien
“2007 is voor de OR een jaar geweest van veranderingen en beweging, en daardoor ook wel eens rommelig. Zo zijn er nieuwe mensen in de OR gekomen, hebben we een nieuwe taakverdeling gemaakt en was het nodig om het reglement te herschrijven. Gelukkig was het niet moeilijk om genoeg nieuwe kandidaten te vinden. Voor de open plaatsen van afgelopen jaar waren er voldoende collega’s die wat langer bij de stichting werken en die belangstelling hebben om mee te denken en invloed uit te oefenen op zaken die de gehele organisatie aangaan. Het liefst hebben we van alle vestigingen iemand, zodat de OR uit een brede vertegenwoordiging van werknemers bestaat. Met de nieuwe OR hebben we in 2007 een training gevolgd, waardoor we twee dagen uitgebreid de tijd hebben gehad om elkaar als groep te leren kennen en goed over een aantal zaken na te denken. Mede door de training zijn we opnieuw de verschillende taken gaan verdelen en ben ik voorzitter geworden.
Nicolette Boshuyzen is in 2007 voorzitter van de OR geworden, tijdens een jaar dat zich voor de ondernemingsraad kenmerkt door verandering en beweging. Zij vertelt over haar ervaringen als nieuwe voorzitter van de OR.
Mijn belangrijkste doel als voorzitter is om van de OR een goed lopende groep te maken met duidelijkheid over ieders taken en inzet. Vandaar dat we voor elke vergadering ook met elkaar koken en eten, omdat we ook een team moeten gaan vormen en goed willen samenwerken. Daarnaast vind ik het belangrijk dat we onze verwachtingen helder krijgen, zodat de OR-werkzaamheden voor alle leden interessant en leuk kunnen zijn. Bij de verdeling van bepaalde zaken die gedaan moeten worden, laten we meewegen waar mensen goed in zijn en hoeveel tijd en interesse men voor een bepaald onderwerp heeft. Door die brede vertegenwoordiging hebben we eigenlijk gemakkelijk contact met onze achterban. De OR-leden zelf hebben de teamvergaderingen waarin ze collega’s kunnen informeren en bij anderen navragen hoe ze over bepaalde onderwerpen denken. Dat gebeurt ook op individueel niveau en daarnaast schrijven we één keer per drie maanden een nieuwsbrief met algemene informa-
tie voor alle medewerkers. Het contact met de directie is goed. Als OR proberen we constructief mee te denken, en vragen we ook veel uitleg. Als we het ergens niet mee eens zijn, of als we niet meteen antwoord kunnen/ willen geven, nemen we de tijd om de achterban te raadplegen. Ik merk wel dat je als OR echt tussen de lagen inzit. Het is een constant verplaatsen in zowel de mening en ervaring van medewerkers als die van de directie op organisatieniveau. Bij elk voorstel hebben we de afweging of we meteen een besluit nemen of eerst bij de achterban na gaan vragen. Dit heeft invloed op de tijd die besluiten kosten. We zullen een evenwicht moeten vinden in hoe we hier mee omgaan. Als we er echt niet uitkomen, gaan we stemmen met behulp van de achterban. Ook naar de toekomst toe, willen we als OR meedenken bij alle nieuwe ontwikkelingen. Juist omdat wij degenen zijn die in de praktijk weten hoe dingen werken en daardoor merken wat belangrijk is voor de organisatie.”
“Mijn belangrijkste doel als voorzitter is om van de OR een goed lopende groep te maken”
47
48
door
groeien
49 6. Een blik op de toekomst Naar de toekomst toe wijst alles er op dat de vraag naar kinderopvang verder zal toenemen. Dit betekent dat we ook de aankomende jaren te maken zullen hebben met uitbreidingen en nieuwe plannen daarvoor. Net als bij het vinden van geschikt personeel, is ook het vinden van geschikte locaties binnen de verschillende gemeenten geen eenvoudige zaak. Het is een uitdaging om hier oplossingen voor te vinden en we zullen creatief moeten zijn om op de toenemende vraag van ouders een passend aanbod te kunnen bieden. We verwachten, mede gezien de politieke ontwikkelingen rondom het onderwerp jeugd en gezin, dat de samenwerking met andere instellingen en organisaties die met kinderen werken, zal gaan toenemen. Op dit moment is er al een verbinding met het onderwijs en ook met andere organisaties die actief zijn op het gebied van vrijetijdsbesteding, jeugdzorg en gezondheid. We nemen bijvoorbeeld deel aan het preventieoverleg jeugd, Bureau Jeugdzorg heeft op de Herenstraat een spreekuur, we participeren in de Brede School en werken samen met sport-, muziek- en balletclubs, enz. We verwachten dat dit soort gezamenlijke activiteiten in de toekomst nog belangrijker gaan worden. Zoals al eerder aangegeven, heeft de groei van de organisatie ook gevolgen voor de interne organisatie. Op basis van een door adviesbureau Ayit gemaakte benchmarkvergelijking en een analyse van de werkdruk op het Centraal Bureau en directie hebben we dit jaar een aantal belangrijke aanpassingen doorgevoerd, zoals uitbreiding van administratieve uren, het aanstellen van een financiële stafmedewerker en een personeelsfunctionaris. Om al deze nieuwe medewerkers prettig te kunnen huisvesten is een belangrijk deel van het Centraal bureau in 2007 verhuisd naar een nabijgelegen kantoorpand. In 2008 zijn zowel de organisatiestructuur als -cultuur belangrijke onderwerpen voor de SKBNM. Aanpassing van de organisatiecultuur, waar door de grootte van de organisatie behoefte aan is, is al ingezet door de keuze voor de training coachend leidinggeven. Het is nodig om deze verandering in alle lagen van de organisatie verder uit te werken en te begeleiden. Het ontwikkelen van een organisatiestructuur die de mogelijkheid biedt om de groei hanteerbaar te houden en tegelijkertijd de centrale waarden van de SKBNM in de praktijk te waarborgen (pedagogische kwaliteit, (maatschappelijke) betrokkenheid, samenwerking en resultaatgerichtheid), zal in 2008 verder vorm gaan krijgen. Gezien de financiële situatie is het niet nodig om rigoureus in de structuur in te grijpen. Het is duidelijk dat we toewerken naar een geleidelijke verandering. We willen aansluiten bij de kwaliteiten van de SKBNM die haar altijd al succes hebben gebracht, zoals de gastvrijheid, korte communicatielijnen, en de investering in de begeleiding en scholing van het personeel. We hebben er vertrouwen in dat we, samen met onze medewerkers, een organisatie neer blijven zetten die ‘voor kwaliteit gaat’ en die ook in de aankomende jaren in staat is om haar pro-actieve rol in de gemeenten en bij diverse maatschappelijke ontwikkelingen te behouden.
Jaarverslag SKBNM2007
50 “Er is al zóveel gewonnen met zo’n sfeer”
door
groeien
“Waar ik natuurlijk mee begon toen ik startte met mijn werk was mijn team leren kennen. Al vrij snel was voor mij duidelijk dat er behoefte was aan meer structuur, mijn rol als een schakel tussen het CB & de directie en afstemming van de communicatie met de locaties. Wat ik zelf heel kenmerkend vind voor de groep mensen waar ik mee werk (en andere collega’s bij de SKBNM) is de enorm grote betrokkenheid en bevlogenheid. Dat daar ook grenzen aan mogen zitten, benadruk ik ook, maar er is al zoveel gewonnen met zo’n sfeer! Waar ik echt van onder de indruk ben, is het kwaliteitssysteem dat al vele jaren de basis vormt van de werkzaamheden binnen de SKBNM. Er is bij de medewerkers geen twijfel over de waarde hiervan, mensen vinden het belangrijk en zien het als basis van hun werk. Of het nu gaat om vragen over reiskosten of een jubileum: “Dat staat in het Handboek” heb ik vele malen gehoord, en die duidelijkheid in informatie en procedures is heel prettig.
Sinds september 2007 is Martine Voorn werkzaam als manager van het Centraal Bureau, de afdeling waar financiën, administratie, personeelszaken, plaatsing en planning, automatisering, e.d. geregeld wordt. Martine vertelt wat zij bij haar start tegenkwam en hoe zij de toekomst voor het CB ziet.
Toen ik net begon kwam ik een organisatie tegen die letterlijk en figuurlijk uit z’n jasje was gegroeid. Het organiseren van de verhuizing van het Centraal Bureau naar een modern kantoorpand, en het verbouwen van het kantoor aan de Herenstraat waren mijn eerste werkzaamheden. De nieuwe werkplek is goed ontvangen. Wat mensen wel eens missen is het directe contact met het primaire proces, voorheen waren het Centraal Bureau en het Tienercentrum in hetzelfde pand gevestigd. Door de bedrijvigheid van het Tienercentrum, van tafeltennissen en appelflappen bakken tot piano spelen, gebeurde er altijd wat en was er ook een directe link met de mensen voor wie we aan het werk zijn. Maar de zakelijke omgeving van het kantoor geeft ook heel veel rust en past bij de fase waar de organisatie nu in zit. Naast de nieuwe werkomgeving wordt de ontwikkeling van het CB ook gemarkeerd door het starten van werken met competenties. Dit is voor ons een middel om als afdeling nog bewuster om te gaan met onze interne en externe
klanten en afspraken te maken over hoe we hen met onze diensten goed kunnen ondersteunen. Naar de toekomst toe is duidelijk waar we aan moeten gaan werken. Door de groei van de organisatie en een achtergebleven groei van de overhead is uitbreiding van de financiële afdeling en een personeelsfunctionaris nodig. Dat gaat binnenkort gerealiseerd worden. Daarnaast gaan we de automatisering professionaliseren en willen we bepaalde programmatuur gaan benutten voor bijvoorbeeld het personeelsmanagementsysteem en digitale facturatie voor ouders. We gaan nog verder onderzoeken hoe de informatievoorziening naar ouders en personeel meer digitaal kan. Ook gaan we een aantal werkzaamheden centraliseren, waardoor kosten bespaard kunnen worden en de locaties verlichting krijgen wat hún werkzaamheden betreft. Ik denk bijvoorbeeld aan het afsluiten van grotere contracten via centrale inkoop en het meerjaren onderhoudsplan, waarin we werkzaamheden
geclusterd gaan aanbesteden. Aangezien het vinden van goed en voldoende personeel ook een aandachtspunt is, gaan we ook een originele wervingscampagne opzetten waarin we ons
“Het is een interessante fase waar de SKBNM nu in zit, die ook mij veel uitdaging biedt in mijn werk!”
onderscheiden naar andere organisaties toe en duidelijk willen maken waarom werken bij de SKBNM een goede keus is. Het is een interessante fase waar de SKBNM nu in zit, die ook mij veel uitdaging biedt in mijn werk!”
51
52
door
groeien
53 7. 2007 in cijfers Capaciteit en bezetting op 31 december KDV
2006
2007
Bussum
183
183
Naarden
36
60
Muiden/Muiderberg
44
44
subtotaal
263
287
Bezetting
97%
91%
2006
2007
BSO
Toe/afname + 24 +24 (9%)
Toe/afname
Bussum
240
292
+52
Naarden
80
120
+40
Muiden/Muiderberg
50
70
+20 +112 (30%)
subtotaal
370
482
Bezetting
90%
88%
2006
2007
Tienercentrum Basisscholieren
27
27
Middelbare scholieren
13
13
subtotaal
40
40
bezetting
77%
96%
TOTAAL *
673
809
Toe/afname
0
+ 136 (20%)
* Aantal opvangplaatsen per dag
Jaarverslag SKBNM2007
54
door
groeien
55 Vervolg capaciteit en bezetting op 31 december PSZ
2006
2007
Toe/afname
PSZ Bussum PSZ Naarden
1044
972
-72
360
360
PSZ Muiden/Muiderberg
180
164
Bezetting
91%
94%
TOTAAL**
1584
1496
-16 -88 (-6%)
** Aantal opvangplaatsen per week (om deze capaciteit met het KDV te kunnen vergelijken: delen door 5) Gastouderbureau
2006
2007
Toe/afname
40
52
+12 (30%)
Tussenschoolse opvang
2006
2007
Toe/afname
Gemiddeld aantal vaste overblijvers per week
1.198
1.510
312
2006
2007
Toe/afname
212
236
+ 24 (11%)
140,8
155,3
+14,5 (10,3 %)
Aantal koppelingen
Personeel 31 december Aantal personeelsleden* Aantal fulltime equivalenten * exclusief oproepkrachten (2007: 45) Toelichting personeelscijfers: Het gemiddelde ziekteverzuim in 2007 is 5,4 %. In 2006 was dat 5%. Door het ziekteverzuim-protocol strikt uit te voeren en waar nodig externe deskundigheid in de arm te nemen, lukt het om het ziekteverzuim rond de 5% te houden.
Jaarverslag SKBNM2007
56 Balans 31 december 2007
31-12-2007
31-12-2006
euro
euro
29.478
30.204
Verbouwingen
818.344
673.852
Inventaris
274.067
ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en - terreinen
183.764 1.121.889
887.820
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Belastingen en premies s.v. Overige vorderingen
Liquide Middelen
TOTAAL
Jaarverslag SKBNM2007
725.491
561.338
66.562
0
243.409
128.449
1.035.462
689.787
1.382.701
1.503.766 2.418.163
2.193.554
3.540.051
3.081.374
57 Balans 31 december 2007
31-12-2007
31-12-2006
euro
euro
PASSIVA Eigen vermogen Vrij besteedbaar vermogen
1.237.638
1.120.506
Voorzieningen Belastingen
155.447
Onderhoud
161.524
146.350 141.458 316.971
287.808
Langlopende schulden Kredietinstellingen
248.067
260.470 248.067
260.470
Kortlopende schulden Crediteuren
313.788
195.636
12.403
12.403
Belastingen en premies s.v.
251.050
240.640
Lonen en vakantiegeld
305.868
265.623
Overige schulden
854.265
Kredietinstellingen
TOTAAL
698.286 1.737.374
1.412.589
3.540.051
3.081.374
Jaarverslag SKBNM2007
58
Colofon
Uitgave SKBNM Tekstproductie en eindredactie Sylvia Deneer, Factor O Realisatie en drukwerkbegeleiding Renske Ouweneel, Blauwselwater Fotografie Renske Ouweneel Carmen Ruiter Marieke van der Griend Griffioen Outdoor Kim Hofmans en beeldmateriaal SKBNM Vormgeving Bart van den Bergh, Stunnenberg Grafische Professionals, Zevenaar Productie Stunnenberg Grafische Professionals, Zevenaar
Bezoekadres Olmenlaan 4 1404 DG BUSSUM Postadres SKBNM Postbus 41 1400 AA BUSSUM Telefoon, fax en e-mail Telefoon: (035) 69 700 75 Fax: (035) 69 700 63 E-mail:
[email protected]