Praktijkateliers ALGEMENE INFORMATIE 11-11-2009
1.
Inleiding
De Academie van Bouwkunst Amsterdam heeft in samenwerking met diverse werkgevers uit de regio een programma opgezet dat voorziet in beroepservaring conform het buitenschoolse curriculum. Deze ‘praktijkateliers’ zijn een aanvulling op de reguliere praktijkervaring die studenten als werknemers bij ontwerpbureaus en overheden verwerven. Primair is het programma bedoeld voor studenten die tijdelijk geen voor de studie aan de Academie van Bouwkunst relevante reguliere arbeidsbetrekking kunnen verwerven. Maar de regeling kan ook als aanvulling gebruikt worden door studenten die zich willen bekwamen in een specifiek onderdeel van het Buitenschoolse Curriculum en door buitenlandse (gast) studenten. 2.
Ateliers in de praktijk
-
De ateliers worden ondergebracht bij professionele bureaus (ontwerpbureaus, overheden) die faciliteiten en begeleiding van ervaren professionals bieden. Deze werkgevers zijn feitelijk de ‘aanbieders’ van de diverse praktijkateliers. Er worden ateliers met diverse projecten aangeboden. De projecten betreffen opgaven die aansluiten bij het curriculum van de beroepspraktijk en zijn onderverdeeld in een vijftal thema’s die een relatie hebben met het buitenschoolse curriculum. Studenten kunnen solliciteren naar één van de aangeboden ateliers. De verschillende projecten die aangeboden worden bieden de mogelijkheid om een keuze te maken voor een project dat een aanvulling vormt op de tot nu toe verworven praktijkervaring. De praktijkateliers zijn zo een unieke kans om voor een periode op een specifiek aspect van de beroepspraktijk te studeren. Net als bij een reguliere vacature de werkgever bepaalt wie hij aanneemt, bepaalt de aanbieder wie hij tot het atelier toelaat. Ateliers bestaan uit maximaal 5 studenten, de aanbieder bepaalt het aantal studenten dat aan een atelier deel kan nemen. De ateliers worden gedurende 20 uur binnen reguliere arbeidstijden op maandag tot en met donderdag gehouden. De werktijden worden in overleg met de aanbieder afgesproken. Studenten kunnen maximaal drie maanden deelnemen aan een atelier. Na deze 3 maanden kan een student naar een plaats in een ander atelier solliciteren. De aanbieder sluit een contract met de student. De Academie van bouwkunst heeft voor dit doel een standaard contract opgesteld. Dit standaardcontract moet gebruikt worden om te zorgen dat er geen arbeidsrelatie ontstaat tussen aanbieder en student. Aanbieder en student kunnen in onderling overleg bepalingen aan dit contract toevoegen (bijvoorbeeld huisregels e.d) zolang die niet strijdig zijn met de standaard bepalingen in dit contract. Voor het standaard contract zie de bijlage 1.
-
-
3.
De ateliers in combinatie met een uitkering
Het UWV verleent voor studenten van de Academie van Bouwkunst geen generieke vrijstelling voor verplichtingen die ze stelt voor het verkrijgen of behouden van een uitkering. Een student/werknemer die werkloos is krijgt in principe van het UWV werkbedrijf een werkcoach aangewezen die hem/haar begeleid naar betaald werk. Met deze coach kan de student individueel bespreken of hij/zij met behoud van uitkering, zonder sollicitatie verplichtingen, mag deelnemen aan het atelier. Los daarvan wordt in het contract dat met de aanbieder gesloten wordt vastgelegd dat studenten beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt. Zolang studenten beschikbaar blijven voor de arbeidsmark en voldoen aan de verplichtingen die het UWV stelt in het kader van een uitkering kunnen ze deelnemen aan het atelier met behoud van uitkering. Door beschikbaar te blijven voor de arbeidsmarkt behouden studenten een eventueel recht op een uitkering. Tijdens deelname aan een atelier blijven werkzoekenden actief zoeken naar een reguliere arbeidsbetrekking en verlaten ze het atelier als ze dit vinden. De studenten ontvangen voor deelname aan de ateliers geen vergoeding. 4.
Thema’s, projecten en aanbieders.
De praktijkateliers worden aangeboden en gefaciliteerd door werkgevers uit de regio. De faciliteiten bestaan uit het beschikbaar stellen van ruimte, apparatuur, programmatuur en coaching door een van de reguliere medewerkers van de aanbieder. In deze ateliers wordt gedurende 3 maanden gewerkt aan projecten die gekoppeld zijn aan het Buitenschoolse Curriculum. De werkgevers dragen voorstellen aan voor projecten, de Academie beoordeelt of de projecten passen binnen het Buitenschoolse Curriculum en deelt het in bij een van de thema’s. Er zijn een 5-tal thema’s geformuleerd die een directe relatie hebben met het Buitenschoolse Curriculum. Projecten van aanbieders worden gekoppeld aan deze vijf thema’s: In het onderstaande schema staan de diverse thema’s, de relatie met het Buitenschoolse Curriculum en de diverse projecten die aanbieders tot nu toe hebben voorgesteld. De diverse projecten worden via een advertentie op het intranet en via een e-mail aan alle studenten aangeboden. Thema
1
Onderzoek & ontwerp Programmatisch onderzoek, Typeonderzoek, schrijven / publiceren
2
Techniek & ontwerp Integratie van technieken (Bouwfysica en installaties) en architectonisch ontwerp
3
Maatschappij & ontwerp Positie, rol, houding ontwerper
4
Detail & ontwerp Bouwvoorbereiding, detailanalyse, documentatie onderzoek
5
Ateliers / projecten In voorbereiding of in onderzoek
aanbieder
Relatie met buitenschool curriculum I, IV, V
I, II, V, VI Duurzaamheid
M3H architecten
I, III, X
I, IV, IX Model-T@ woningen / BIM
Arhons & Gelauff
Regelgeving & ontwerp Integratie van wet en regelgeving en architectonisch ontwerp
I, VII
Samenvatting leerdoelen beroepspraktijk volgens buitenschools curriculum. (Zie voor een uitgebreide omschrijving van de leerdoelen en de resultaten van de leerdoelen het buitenschoolse curriculum) architectuur
stedenbouw
landschapsarchitectuur
I
Architectonisch ontwerpen
Stedenbouwkundig ontwerpen
II III IV V VI VII VIII IX X
Presentatie Beroep Onderzoek en projectvoorbereiding Constructie Bouwfysica en installaties Bouwvoorschriften Kosten Uitvoeringstechniek (Bouw)processen en procedures
Presentatie Beroep Onderzoek en projectvoorbereiding Kennis van verwante disciplines Techniek Regelgeving Kosten Uitvoering Processen en procedures
Landschapsarchitectonisch ontwerpen Presentatie Beroep Onderzoek en voorbereiding Technieken Kennis van aanverwante disciplines Regelgeving Kosten Uitvoering Processen en procedures
BIJLAGE 01: STANDAARD RAAMCONTRACT OVEREENKOMST VAN OPDRACHT Ondergetekenden: [NAAM OPDRACHTGEVER = AANBIEDER], gevestigd te [plaats/adres], ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer [nummer KvK], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [naam], [functie], hierna te noemen: “Opdrachtgever”; En [NAAM OPDRACHTNEMER = STUDENT], wonende te [plaats/adres], geboren op [datum], burgerservicenummer [nummer], hierna te noemen “opdrachtnemer”; Overwegende dat: Opdrachtnemer is ingeschreven bij de Academie van Bouwkunst, onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, te Amsterdam; Opdrachtnemer in het kader van deze studie aan de hand van de in het buitenschoolse curriculum omschreven leerdoelen diverse competenties in de praktijk dient te ontwikkelen; Deze leerdoelen onder meer in de beroepspraktijk dienen te worden gerealiseerd; Opdrachtgever werkzaam is op het gebied van architectuur / bouwkunde, landschapsarchitectuur en of Stedenbouw en uit dien hoofden bepaalde werkzaamheden kan aanbieden aan Opdrachtnemer; Deze werkzaamheden aansluiten op de leerdoelen van Opdrachtnemer uit hoofde van het buitenschoolse curriculum; Opdrachtnemer, in het kader van zijn opleiding, in staat en bereid is de hierna omschreven werkzaamheden te verrichten; Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: 1.
Deze overeenkomst is aangegaan voor de bepaalde tijd van [tijd in maanden, in principe 3 maanden] maanden dan wel voor de duur van de overeengekomen werkzaamheden. De werkzaamheden zullen uiterlijk per [datum] zijn afgerond. Partijen komen de volgende planning overeen: [planning].
2.
De opdracht omvat ten behoeve van project [naam] de volgende werkzaamheden: [omschrijving van de werkzaamheden].
3.
Opdrachtnemer voert de hiervoor genoemde werkzaamheden geheel zelfstandig en naar eigen inzicht uit. Het staat de Opdrachtnemer vrij om te bepalen op welke wijze hij binnen het kader van deze overeenkomst de opgedragen werkzaamheden zal uitvoeren.
4.
Opdrachtgever zal Opdrachtnemer begeleiden bij de uitvoering van de werkzaamheden respectievelijk het project, waarbij de leerdoelen als genoemd in het Buitenschoolse Curriculum leidend zijn. Deze begeleiding zal plaats vinden met inachtneming van de aanwijzingen van de coördinerend functionaris voor de beroepspraktijk van de Academie van Bouwkunst.
5.
Het is opdrachtnemer toegestaan de opdracht tussentijds te beëindigen dan wel tijdelijk te onderbreken (bijvoorbeeld in verband met sollicitatieplicht). In geval van beëindiging of onderbreking zal Opdrachtnemer Opdrachtgever zo spoedig mogelijk daarvan op de
hoogte stellen. 6.
Opdrachtnemer is jegens Opdrachtgever niet aansprakelijk voor de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd. Opdrachtgever vrijwaart Opdrachtnemer voor eventuele aanspraken van derden die verband houden met de uitvoering van de werkzaamheden.
7.
Opdrachtgever is aan Opdrachtnemer in het kader van de uitvoering van de opgedragen werkzaamheden geen vergoeding verschuldigd.
8.
Eventuele rechten en intellectuele eigendom uit hoofde van de door Opdrachtnemer verrichte werkzaamheden blijven rusten bij de Opdrachtgever. Opdrachtnemer is gerechtigd de werkzaamheden die hij ten behoeve van Opdrachtgever heeft verricht te gebruiken in het kader van zijn Buitenschools Curriculum.
9.
Opdrachtnemer is verplicht tot strikte geheimhouding tegenover derden ten aanzien van alles wat hem met betrekking tot de werkzaamheden en relaties van opdrachtgever ter kennis komt.
10. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud: Te [plaats] op [datum] OPDRACHTGEVER
OPDRACHTNEMER
……………………………
……………………………
[naam]
[naam]
Bijlage: Buitenschools Curriculum Academies van Bouwkunst
BIJLAGE 2: LEERDOELEN Leerdoelen beroepspraktijk architectuur I
II
Architectonisch ontwerpen • Een ontwerpopgave beeldend, op verschillende schaalniveaus en in de verschillende stadia van het ontwerpproces ruimtelijk kunnen vormgeven. Deze ruimtelijke vormgeving voldoet aan esthetische, technische, maatschappelijke, financiële en functionele eisen. Presentatie • •
Een ontwerp effectief en adequaat aan anderen kunnen presenteren. De stadia van het ontwerp effectief en adequaat kunnen noteren.
III Beroep •
Een juiste afweging kunnen maken tussen de eigen belangen van de ontwerper en de - impliciete of expliciete - belangen en eisen van de zijde van de vakdiscipline, de opdrachtgever, de gebruiker, de maatschappij en het bureau waar de ontwerper werkzaam is.
IV
Onderzoek en projectvoorbereiding • Een project kunnen voorbereiden, of actief kunnen reageren op de voorbereiding van een project door anderen. • Onderzoek kunnen uitvoeren om een project voor te bereiden, of actief kunnen reageren op onderzoek door derden.
V
Constructie • Effectief kunnen communiceren met de constructeur. Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken discipline. • Ideeën - en zonodig alternatieven - kunnen ontwikkelen voor de principes van de constructie.
VI
Bouwfysica en installaties • Effectief kunnen communiceren met specialisten op het gebied van bouwfysica en installaties. Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken disciplines. • Voorstellen kunnen doen om een gewenst binnenmilieu (in relatie tot de bouwfysica en de installaties) tot stand te brengen en te beheren, als integraal onderdeel van het ontwerp.
VII Bouwvoorschriften • Effectief kunnen communiceren met specialisten op het gebied van bouwvoorschriften en bouwregelgeving (voornamelijk overheidsinstanties die de vergunningen verlenen en toezicht houden). Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken disciplines. • Zelfstandig initiatieven kunnen nemen voor veranderingen van - en zonodig alternatieven voor het plan. VIII Kosten • Effectief kunnen communiceren met specialisten op het gebied van bouwkosten en begrotingen. Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken disciplines. • Zelfstandig aanpassingen van - en alternatieven voor - de budgettaire kanten van het ontwerp kunnen aandragen. IX
Uitvoeringstechniek • Beschikken over voldoende kennis over de uitvoering van ontwerpen, zodat hiermee bij het ontwerp rekening kan worden gehouden en er kan worden gecommuniceerd met de uitvoerende partij.
X
(Bouw)processen en procedures • Voldoende kennis om een actieve rol in de verschillende fasen van het bouwproces te kunnen spelen. • Effectief en adequaat kunnen communiceren met alle betrokken partijen in het bouwproces (inclusief specialisten als bouwmanagers). • Kunnen inspelen op processen en procedures rond de besluitvorming over een project, en de opdrachtgever hierover kunnen adviseren.
Leerdoelen beroepspraktijk stedenbouw I
Stedenbouwkundig ontwerpen
•
Een ontwerpopgave beeldend, op verschillende schaalniveaus en in de verschillende stadia van het ontwerpproces ruimtelijk kunnen vormgeven; deze ruimtelijke vormgeving voldoet aan esthetische, technische, maatschappelijke, financiële en functionele eisen. • Kennis en inzichten op het gebied van methodieken kunnen omzetten in een ruimtelijk plan en een stedenbouwkundig ontwerp. • Kennis en inzichten op het gebied van sociaal-maatschappelijke processen, ontwikkelingen en randvoorwaarden kunnen omzetten in ruimtelijke constructies en concepten. Dit geldt in het bijzonder voor culturele, ruimtelijke en morfologische ontwikkelingen, de leefomgeving, de natuur en het milieu.
II
Presentatie • De stadia van het ontwerp effectief en adequaat kunnen noteren. • Een ontwerp effectief en adequaat in beeld, geschrift en woord aan anderen kunnen presenteren.
III
Beroep • Een juiste afweging kunnen maken tussen de eigen belangen van de stedenbouwkundig ontwerper en de - impliciete of expliciete - belangen en eisen van de zijde van de vakdiscipline, de opdrachtgever, de gebruiker, de maatschappij en de organisatie waar de ontwerper werkzaam is.
IV
Onderzoek en projectvoorbereiding • Een stedenbouwkundig onderzoeksproject kunnen voorbereiden, of actief kunnen reageren op de voorbereiding van een project door anderen. • Onderzoek kunnen uitvoeren om een stedenbouwkundig project voor te bereiden (of actief kunnen reageren op onderzoek door anderen). • De fysieke, structurele en historische analyse van stedenbouwkundige verschijnselen en oplossingen kunnen uitvoeren, of actief kunnen reageren op de voorbereiding van zo’n analyse door anderen.
V
Kennis van verwante disciplines • Effectief kunnen communiceren en samenwerken met vertegenwoordigers van de architectuur, de volkshuisvesting en de tuin- en landschapsarchitectuur. Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken disciplines. • Effectief kunnen communiceren en samenwerken met vertegenwoordigers van de sociale en historische geografie, de landschapskunde, de ecologie, de civiele techniek en de economie. Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken disciplines.
VI
Techniek • Effectief en op basis van passende kennis en inzichten kunnen communiceren met de technici over de technische aspecten van het ontwerp.
VII Regelgeving • Effectief kunnen communiceren en samenwerken met specialisten op het gebied van de organisatie, de regelgeving, de middelen en de instrumenten van de ruimtelijke ordening en de planningsniveaus in Nederland. Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken disciplines. VIII Kosten • Effectief kunnen communiceren met specialisten op het gebied van begrotingen over de relatie tussen het budget en de globale financiële gevolgen van de ontwerpvoorstellen. Dit vereist passende kennis van en inzicht in de betrokken disciplines. IX
Uitvoering • Voldoende kennis over het uitvoerbaar maken van ontwerpen en kunnen communiceren met de uitvoerende partijen.
X
Processen en procedures • Effectief en adequaat kunnen communiceren met de partijen in de planvorming en het inrichtingsproces. • Effectief en adequaat kunnen communiceren met de partijen die betrokken zijn bij het beheer.
Leerdoelen beroepspraktijk landschapsarchitectuur I
Landschapsarchitectonisch ontwerpen • Een ontwerpopgave beeldend, op verschillende schaalniveaus en in de verschillende stadia van het ontwerpproces ruimtelijk kunnen vormgeven. Deze ruimtelijke vormgeving voldoet aan esthetische, technische, maatschappelijke, financiële en functionele eisen.
II
Presentatie • Een ontwerp effectief en adequaat aan anderen kunnen presenteren. • De stadia van het ontwerp effectief en adequaat kunnen noteren.
III
Beroep • Een juiste afweging kunnen maken tussen de eigen belangen van de landschapsontwerper en de - impliciete of expliciete - belangen en eisen van de zijde van de vakdiscipline, de opdrachtgever, de gebruiker, de maatschappij en het bureau of de dienst waar de ontwerper werkzaam is.
IV
Onderzoek en voorbereiding • Een project kunnen voorbereiden, of actief kunnen reageren op de voorbereiding van een project door anderen. • Onderzoek kunnen uitvoeren om een project voor te bereiden (of actief kunnen reageren op onderzoek door anderen).
V Technieken • Effectief en op basis van passende kennis en inzichten kunnen communiceren met de technici over de technische aspecten van het ontwerp. VI
Kennis van aanverwante disciplines • Effectief en op basis van passende kennis en inzichten kunnen communiceren met vertegenwoordigers van verwante ontwerpdisciplines. • Effectief en op basis van passende kennis als integraal onderdeel van een ontwerp het kunnen inzetten van fysisch biotische kennis.
VII Regelgeving • Effectief en op basis van passende kennis en inzichten kunnen communiceren met specialisten op het gebied van ruimtelijk instrumentarium en –regelgeving. VIII Kosten • Effectief en op basis van passende kennis en inzichten kunnen communiceren met specialisten op het gebied van begroting over de relatie tussen het budget en de globale financiële gevolgen van de ontwerpvoorstellen. IX
Uitvoering • Beschikken over voldoende kennis omtrent het omzetten van ontwerpen in uitvoerbare projecten.
X
Processen en procedures • Effectief en adequaat kunnen communiceren met alle betrokken partijen in de planvorming en het inrichtingsproces. • Effectief en adequaat kunnen communiceren met alle partijen, betrokken bij het beheer.