Reis: Vertrekdatum: Reisleidster:
Prachtig Cyprus 22 maart 2011 Claudia Philippou
Aphrodite landde op Cyprus per schelp bij de plaats Petra tou Romioū, wij landden met ‘de Aphrodite’ van Cyprus Airways op het vliegveld van Larnaca. Aphrodite verkende het eiland Cyprus alleen of hooguit in het gezelschap van een minnaar, maar zij had dan ook een eeuwigheid de tijd. Gelukkig hadden wij Claudia Philippou die ons alle mooie en historische plaatsen kon laten zien en daar ook nog honderduit over kon vertellen. Wij weten nu dat Cyprus niet alleen het eiland van de LIEFDE is, maar ook van GELOOF en HOOP. Van GELOOF getuigen eeuwenoude kerken die met veel liefde worden onderhouden, versierd met bloemen en kruiden en waarvan de betekenis enorm is verweven in het dagelijks leven van de Cyprioten. Geen kerk hebben wij gezien waar geen mensen in aanwezig waren, voor gebed of gewoon zorgden voor de iconen of de ruimte. En na alle verhalen over de scheiding in 1974 van Cyprus in twee aparte delen, trof het ons, dat 36 jaar na deze tweedeling en na de vele jaren van (tevergeefs) onderhandelen er nog altijd de HOOP leeft dat Cyprus weer als één natie zal samenwonen. Maar Cyprus heeft dan ook al heel wat verschillende volkeren die ieder hun eigen cultuur meebrachten, overleefd. Zo hebben er Grieken, Phoeniciërs, Byzantijnen, Romeinen, Egyptenaren, Perzen, Assyriërs, Venetianen, Osmanen en Engelsen gewoond en ieder in meer of mindere mate hun sporen nagelaten. In gebruiken maar ook in overblijfselen van gebouwen en voorwerpen. Op de eerste dag, op weg naar Lefkosia, nam Claudia ons in vogelvlucht mee door de geschiedenis en vertelde in rap tempo over al deze overheersers. In rap tempo want ze wilde dat we op de hoogte waren vōōr we Lefkosia/Nicosia bereikten. Eenmaal aangekomen in de hoofdstad zagen wij het prachtige aartsbisschoppelijk paleis en de sporen die de poging zijn bekendste aartsbisschop, Makarios, te verjagen, nog dragen.. Naast dit enorme paleis stond de kleinste kathedraal ter wereld, de Ayios Ioannis. Een kathedraal omdat in deze kerk de aartsbisschoppen beëdigd worden. Overigens waren de meeste orthodoxe kerken van bescheiden afmetingen. Hier kregen we de uitleg hoe een orthodoxe kerk is ingedeeld, de iconostase met in het midden de heilige deur, links de icoon van Maria met kind, rechts van de deur de icoon van Jezus en daarnaast de icoon van Johannes de Doper. Boven de deur en de grote iconen bevonden zich de iconen van alle overige belangrijke figuren, zoals de apostelen en taferelen uit de bijbel. In de kerken hangen ook altijd brandende olielampjes omdat het licht altijd moet blijven schijnen. Hierna bezochten wij het Byzantijns museum. Een enorme collectie iconen was hier te zien, oud en minder oud, in diverse kleur- en schilderstijlen. Belangrijkste kenmerken van een icoon? Het mag niet ‘lijken’ en het heeft geen lijst. Op veel van de iconen heft de afgebeelde persoon de rechterhand en heeft daarbij zijn vingers dusdanig gebogen en gekruist dat er in afkorting de naam van Jezus Christus staat. En wie denkt dat reclame en sponsoring iets uit deze tijd is; vaak stonden de opdrachtgevers die zo’n icoon lieten maken om aan de kerk te schenken, zelf afgebeeld op de icoon. Alleen bedrijfslogo’s kwamen er nog niet op voor. In dit museum waren
verder nog resten te zien van mozaïekwerken die uit hun oorspronkelijk vindplaats waren geroofd en voor veel geld verkocht, maar na allerlei acties nu terug in het museum waren gebracht. Tijd voor een kopje Griekse koffie in de ‘kantina’ aan de overkant. Daarna naar het Cyprus museum waar veel van de archeologische vondsten liggen verzameld. Claudia loodste ons met een aanstekelijk enthousiasme langs de vitrines vol verschillende culturen; vruchtbaarheidsbeeldjes, potten uit diverse perioden, graven uit vervlogen tijden, langs haar ‘vriendin’ (Aphrodite), waar nog enige discussie ontstond tussen de dames en heren uit het gezelschap over de natuurgetrouwheid van de rug en bilpartij van deze godin, mannelijk volgens de dames, maar de heren waren het daar niet mee eens en langs een vitrine ”dames, deze afdeling is voor ons het leukst!”, namelijk die van de sieraden. Vakmanschap uit vervlogen tijden die geen moment verveelde. Even genoeg indrukken opgedaan, tijd voor de lunch in de binnenstad. Daarna, na een zeer scherpe controle door de Turks-Cypriotische wachten, mochten we naar het noordelijke deel van de stad, naar de St. Sophia kathedraal, die nu in gebruik is als de Selimiye moskee. Het geeft een onwerkelijk gevoel zo’n enorme kathedraal in gotische stijl met vloerbedekking en teksten uit de koran. De grote Buyuk Han, de caravan Serail uit vervlogen tijden sprak nog wel erg tot de verbeelding. De 2e dag op Cyprus was voor een facultatieve excursie naar het Troödos gebergte. Hier zijn nog veel authentieke dorpjes, prachtige vergezichten, hier wisselen ruig en lieflijk elkaar voortdurend af en zijn we blij met de rustige stuurmanskunst van Solis. Tegen het middaguur bereiken we Asinou en verwonderen ons over het prachtige kerkje dat daar staat. De schilderingen op de muur met bijbel voorstellingen zijn nog zo kleurig dat het lijkt of ze nog maar kort geleden zijn aangebracht, maar het eerste deel is al uit de 11e eeuw! De vader van de papas is hier de beheerder die het kerkje bewaakt alsof het een fort is. Na een korte wandeling bereiken we het restaurant waar de burgemeester heer en meester is. In dit restaurant krijgen we een heerlijke lunch met typisch Cypriotische gerechten voorgeschoteld, de méze. De veelzijdigheid maakte dat iedereen wel gerechten naar zijn gading vond, zodat aan het eind van de maaltijd iedereen voldaan was. Als afsluiting werd er een glaasje Zivania geschonken. Ondanks de lage temperatuur buiten had niemand het toen meer koud, want deze variant van de ouzo kent een alcoholpercentage van 45 ā 50 %. En terwijl wij het Troödosgebergte verlaten verdwijnt de bewolking zodat we een zonnig Peristerona bereiken. Hier staat één van de twee kerkjes met een bijzondere bouwstijl. Alle 5 de daken zijn koepels die gezamenlijk een kruis vormen. De kerk is verder sober en eenvoudig, maar indrukwekkend in zijn eenvoud. De derde dag van ons bezoek breekt aan en dit was een bijzondere dag, want we zouden nogmaals de afscheiding met Turks-Cyprus oversteken, deze keer bij Famagusta. De controle is hier nog veel stringenter en bovendien krijgen we een TurksCypriotische beambte mee als begeleider. Hij moet controleren of wij, maar vooral Claudia zich wel aan de spelregels houdt. De afgesloten wijk in Famagusta maakt een beklemmende indruk op een ieder van ons, de troosteloosheid en verlatenheid neemt hier bezit van je en doet je eens te meer beseffen hoe abrupt deze wijk verlaten moest worden. Ook hier is de kathedraal in gebruik genomen als moskee, maar de vernielingen aan gebouwen dateren al van veel vroeger, namelijk uit 1571 toen hier een Osmaanse
bewind was. Een korte wandeling over de Venetiaanse muur levert een prachtig uitzicht over zee op. En dan bezoeken we de plaats waar de voor het orthodoxe geloof van Cyprus zo belangrijke Barnabas begraven heeft gelegen. Een lieflijke plek. En dan rijden we naar Salamis. Te groot om in z’n geheel te bezoeken, daarom bekijken wij alleen de Romeinse opgravingen. Het theater, het badhuis met latrines en het lyceum. Vakkundige ingenieurs zijn dat geweest. En omdat we graag nog meer willen zien, picknicken we in de bus, terwijl Solis ons over een pas door het Ktylosgebergte naar de noordkust van Cyprus rijdt. Daar rijden we naar Bellapais. In informatie over Cyprus werd het lezen van het boek ‘Bitter Lemons of Cyprus’ aangeraden. Een prachtig sfeerbeeld van het samenleven op Cyprus van voor de onafhangelijkheid. Leuk om dit plaatsje dan te bezoeken, om te zien dat het vanuit het boek gevormde beeld behoorlijk met de werkelijkheid blijkt overeen te komen. En dan zakken we het Ktylosgebergte af naar Kyrenia. Eerst bezoeken we het museum in het oude fort. Hier ligt het oudste scheepswrak dat ooit opgedoken is. Er wordt nog driftig aan gewerkt, het is net een grote legpuzzel om alle stukjes hout samen te voegen tot een deel van de romp. En als we dan een lange trap afdalen komen we bij een idyllisch gelegen venetiaans haventje aan een azuurblauwe zee. Dat nodigde uit voor een drankje op een van de terrasjes aan de haven. De terugweg en de passage van de scheiding verloopt, net als op de heenweg, zonder problemen. De 4e dag is een dag waarop we veel zien en tevens naar onze nieuwe verblijfplaats, Paphos reizen. Eerst bezoeken we Heilige Lazarus kerk in Larnaca en daarna naar de net buiten Larnaca gelegen Hala Sultan Tekke moskee. Deze moskee is prachtig gelegen aan een zoutmeer waar zelfs een flink aantal flamingo’s te zien zijn. Hier is het graf van de ‘tante’ van Mohamed te zien, een bedevaartsoord waar prachtige kleden over haar sarcofaag gedrapeerd worden. Daarna naar Kiti voor een bezoek aan de kerk die nog in het bezit is van de originele mozaïek achter de iconostase. Deze mozaïek is dus niet in het museum beland. Er is een legende dat deze kerk door engelen gebouwd zou zijn en dat wordt in de mozaïek in beeld gebracht. De vleugels van de engelen lijken verdacht veel op pauwenveren, het zijn dan ook al oude vleugels. In de tuin bij deze kerk staat een indrukwekkende 500 jaar oude gouden eik. De burcht bij Kolossis uit de 14e eeuw is niet spectaculair, maar ligt op de route, pikken we dus wel mee. Hier was vroeger een fabriekje bij de suikerriet produceerde, maar jammer genoeg was dit nog niet gerestaureerd al waren ze daar wel mee bezig. Daarna door naar Lemesos/ Limassol. Een strip van 15 kilometer vol hotels, souvenirwinkels, autoverhuurbedrijven en nachtclubs moesten we voorbij om het oude centrum met zijn overdekte markt te bereiken. We waren er bij het scheiden van de markt maar konden nog net ‘kennismaken’ met diverse soorten groenten, fruit en kruiden die bij ons niet (zo) bekend zijn. Zo zijn hier snoepjes van pinda’s in carobsirop met sesamzaadjes. Heerlijk en nog gezond ook! Na een lunch met een heerlijk kop cappuccino door naar Kourion. Ook hier bezochten we romeinse opgravingen en wel de voormalige villa van Eustolios. Deze rijke koopman wist wel waar hij zijn villa wilde hebben, hij had een prachtig uitzicht over de Middellandse Zee en het schiereiland Episkopi. Zijn rijkdom toonde hij ook graag met een enorm
badhuis en mooie mozaïekvloeren, waarvan nog grote delen te zien waren. Bovendien was hier een groot amfitheater dat als decor datzelfde uitzicht over de Middellandse Zee had. Kon iedereen zich toch een klein beetje rijk voelen. Het plaatsje Omodhos in het Troödos gebergte was onze volgende stop. Hier stond de grootste wijnpers van Cyprus. En enkele bijzonder grote potten. Deze plaats is vooral bekend om zijn dessertwijn, de Koemandaria. Deze is zoals de meeste dessertwijnen heel zoet, maar ook heel lekker. Het is een heel leuk oud bergdorpje met een gezellig pleintje met veel terrasjes. Maar de temperatuur op deze hoogte was nog niet uitnodigend genoeg om buiten te zitten, nog iets te vroeg in het jaar. Want zomers, als het langs de kust te heet wordt, zal het hier ongetwijfeld heerlijk toeven zijn. En dan zien we de plek waar Aphrodite op Cyprus landde. Wil je de eeuwige jeugd bezitten? Dan moet je driemaal in je geboortekostuum om de rots van Aphrodite zwemmen. Dat mag niet in het warme zonlicht, dat zou het te makkelijk maken. Nee, dat moet bij volle maan om twaalf uur ’s nachts. Helaas voor ons: het was nieuwe maan en het zeewater nog iets te koud. Dus wie weet gaan we daarvoor nog wel een keer terug. Moeten we uiteraard niet te lang meer wachten, want onze jeugd is sowieso al voorbij en wie wil er nu eeuwig leven met allerlei gebreken? Het hotel voor de komende nachten was niet het hotel dat in de folder stond vermeld, we mochten naar het Louis Ledra Hotel in Paphos. En dat bleek een prachtig hotel te zijn, keurig verzorgde kamers en heel smaakvol ingericht. En omdat wij beneden zaten, hadden wij direct achter ons terrasje een hele zonneweide ter beschikking. Niet voor ons alleen uiteraard, maar heel riant was het wel. Na een weldadige nachtrust gaan we naar de opgravingen van het oude Paphos. Wel weer romeinse villa’s, maar deze zijn nog groter en mooier dan die bij Kourion. De eerste villa die we bezochten werd de villa van Dionysus genoemd, uiteraard vernoemd naar de voorstelling in prachtige kleuren die hier in mozaïek in de eetkamer gelegen had. Eveneens een mooie voorstelling in het midden. Op de randen erom heen stonden de ligbedden waarop men aanlag aan het diner, daar kon de versiering dus iets simpeler. En de looppaden achter de ligbedden waren alleen in zwart en wit in een heel ‘simpel’ motief. Daar liepen de bedienden, dus dat kon best wat minder. Nu is het niet zo dat deze ‘simpele motieven’ de moeite niet waard waren, want ze waren bedrieglijk simpel en ook hier kon je het vakmanschap van de vloerenleggers nog goed zien. Want ieder steentje dat uitstak valt bij zo’n symmetrisch patroon veel meer op. Over bijna de gehele oppervlakte van deze villa waren mozaïekvloeren. Waar gasten ontvangen werden lagen de mooiste en indrukwekkendste. Nog indrukwekkender waren de vloeren in de villa van Theseus. Dit huis wordt geacht te zijn geweest van de Romeinse consul. Het huis was tenminste groter en de ronde mozaïekvloer met het verhaal over het labyrint van de Minotauriërs op Kreta en hoe Theseus met behulp van Ariadne het labyrint weer uit kon komen. Schitterend, zowel van kleur als van afbeelding. De volgende stop deed ons even denken dat we in Egypte waren aangekomen, we zagen namelijk de koningsgraven. Maar het graf van een koning is hier nooit gevonden, al zijn de graven van zo’n afmeting en ontwerp, een koning waardig. En dan op weg naar het klooster van Neofytos. Een man die als kluizenaar zijn leven in een grot wilde doorbrengen maar daar niet in slaagde. Op de een of andere wijze trok hij mensen
aan. Zo ook in zijn grot in de bergen. De grot is bescheiden, de muurschilderingen zijn daarentegen groots. Ontzettend knap hoe van beneden af gezien alles klopte en in verhouding was, terwijl de muren van de grot zijn uitgehakt en schots en scheef lopen. Aan het verzoek van Neofytos om na zijn dood in zijn grot te worden ingemetseld is in eerste instantie gehoor gegeven, maar nu liggen zijn botten als relikwieën voor in de kerk, terwijl zijn schedel apart ligt voor een ieder ter aanraking of om te kussen. En dan bezoeken wij het bad van Aphrodite, een idyllisch, goed verscholen poeltje waar een stroompje in druppelt en waar vanaf de oever een vijgenboom een tak over het water uitspreidt. Zoals gezegd, heel idyllisch, al mocht je er nu absoluut niet meer in baden. En gezien het feit dat we daar een waterslangetje zagen zwemmen, ook een stuk minder aanlokkelijk. Aan het einde van de dag nemen we ook afscheid van Solis, het vaste programma zit erop. De facultatieve extra trip zal met een andere bus en andere chauffeur, Kypros, gemaakt worden. Deze tocht is het westelijk deel van het Troödosgebergte en voert ons onder andere naar het Kykkos klooster. Maar eerst gaan we over slingerende bergweggetjes, langs de struikroversrots, langs mooie vergezichten. En het enige dat wij hoeven te doen is genieten van de verhalen van Claudia. Op een plek waar wilde kruiden groeien en wilde orchideeën bloeien stappen we even uit. En dan rijdt de bus weg…..! Geheim afspraakje tussen Claudia en Kypros, wij maken een heerlijke wandeling terwijl hij naar de volgende bijzondere plek gereden is. Wat is het mooi in het Troödosgebergte. De stopplaats waar wij weer bij de bus komen is bij de Trelefosbrug, een oude venetiaanse brug uit de kamelenroute over Cyprus. De brug is steil en hoog en bestraat met stenen. Niet echt lekker om per fiets of zo over heen te gaan. Vlak voor de brug komen twee stroompjes samen. Wat een schitterende plek. In het dorpje Kamenaria drinken we koffie bij de heer Leonidas, maar helaas geen bonbons. Wel lekkere cake. We klimmen hoger en hoger de bergen in tot even voorbij het Kykkos klooster naar Throni. Hier bezoeken wij het graf van Makarios. Hij wilde over al zijn ‘schaapjes’ kunnen blijven waken, nou, dat lukt hier vandaan prima, Voor je gevoel kun je vanaf dit punt bijna heel Cyprus aan je voeten zien liggen. Een eenvoudige zwart marmeren gedenkplaat dekt zijn tombe en niet het voor aartsbisschoppen gebruikelijke staande gedenkteken. En zijn 15 meter hoge standbeeld staat hier op een indrukwekkende plek en doet hem recht. In de bus naar het Kykkos klooster vertelt Claudia nog snel het een en ander, want zoals ze zei: “uit ervaring weet ik dat zodra jullie binnen in de kerk van dit klooster zijn, dan hebben jullie geen aandacht meer voor mij. Onthoudt één ding, alles wat je binnen ziet is echt, dus ook het goud”. En inderdaad, je mond valt open bij het zien van de overdaad in deze kerk. Alles is groot, van goud en dan is er ook nog veel van alles. We hebben ons eerst maar op een stoel laten neerzakken om alles eens goed te bekijken. Het rijkste klooster van Europa? We kunnen ons er nu iets bij voorstellen. Het belangrijkste uit dit klooster is een icoon die je niet mag zien. Hij verzorgt wonderen, brengt gelovigen in extase, maar hoe hij eruit ziet? De icoon is afgedekt met een zilveren plaat en doeken, ik kan het dus niet navertellen. Het verhaal van zijn komst is echter schitterend, dat kan Claudia je heel goed vertellen. Als onverwachte extra bezochten wij nog het pottenbakmuseum in Foini. Daar werden de
grote potten gemaakt waar de vellen van de druiven in bewaard werden om nogmaals te worden geperst. Eigenaar van dit museum is de 87-jarige heer Pilavakis, een charmante heer die uitermate boeiend kan vertellen over de geschiedenis van dit huis, zijn grote liefde en zijn leven. Na afloop van deze excursie namen we afscheid van onze fantastische gids. Een groot deel van de groep vertrok de volgende morgen, wij bleven nog een weekje genieten van de omgeving, de mensen en het heerlijke leven op Cyprus. Herman en Elly Schrijver