Vergadering:
10 november 2009
Agendanummer: Status: Portefeuillehouder: Behandelend ambtenaar E-mail:
13 Besluitvormend N.R. Werkman A. van Hoorik, 0595-447720
[email protected] (t.a.v. A. van Hoorik)
Aan de gemeenteraad, Onderwerp: Programmabegroting 2010 Voorgestelde besluit: De programmabegroting 2010 vaststellen Inleiding Op grond van artikel 191, lid 1, van de Gemeentewet dient uw raad de begroting vast te stellen. De begroting 2010 geeft inzicht in de baten en lasten van de in de begroting opgenomen programma’s. De programmabegroting kent dezelfde structuur als voorgaand jaar. Uw raad blijft budgetten autoriseren op deelprogrammaniveau. Visie Wij hebben in de achterliggende anderhalf jaar gewerkt aan de uitvoering van het programma ‘Op zoek naar partners in succes’. In het voorjaar van 2010 treedt er een nieuw college aan. Dat betekent dat wij in de begroting voor 2010 geen belangrijke koerswijzigingen inzetten, maar een vervolg geven aan de speerpunten uit ons programma, hetgeen zich eerder al vertaalde in de kadernota. Natuurlijk merkt ook Winsum de gevolgen van de kredietcrisis. Het aantal mensen dat een beroep doet op een bijstandsuitkering neemt toe en de algemene uitkering uit het gemeentefonds laat een verslechtering zien ten opzichte van eerdere prognoses. Verder vooruitkijkend moet er fors worden bezuinigd. Onze uitgangspunten daarbij zijn zwakke groepen zoveel mogelijk te ontzien en de efficiency van de gemeentelijke organisatie te verbeteren. Zoals afgesproken bereiden wij nog een pakket met bezuinigingsmaatregelen voor. Drie pijlers Ons beleid in de kadernota 2009 was gestoeld op een drietal pijlers en is nu doorvertaald naar de begroting 2010, namelijk: a. een sociale gemeente; b. behoud voorzieningenniveau en participatie; c. geen extra lastenverzwaringen voor burgers en bedrijven.
1
Ad a. Sociale gemeente Wij willen een sociale gemeente zijn, waarin iedereen mee kan doen en erbij hoort. In ons beleid wordt ingezet op meer werk en minder werkloosheid. Onze inzet is zoveel mogelijk gericht op het aan het werk helpen van mensen die een beroep op ons doen. In een baan of, waar een baan (nog) niet mogelijk is, als vrijwilliger. Wie recht heeft op een uitkering krijgt deze correct en tijdig uitbetaald. Andere voorzieningen brengen we - onder andere samen met onze partners - actief onder de aandacht. Ons uitgangspunt is erop gericht een zo groot mogelijke groep WWB-klanten weer actief te maken. Waar dat mogelijk is, helpen we mensen bij een snelle toetreding tot de arbeidsmarkt. Bij voorkeur in een betaalde baan. Als mensen daar (nog) niet aan toe zijn, stimuleren we hen om (maatschappelijk) actief te blijven of te worden. Dit vraagt om een goed arbeidsmarktbeleid enerzijds en een activerend participatie- en re-integratiebeleid anderzijds. De bijstandspopulatie groeit en daardoor ook het beroep op de bijzondere bijstand. Daarnaast verwachten we een toename van de aanvragen als gevolg van ons actieve beleid in het terugbrengen van het niet-gebruik. In de raadsvergadering van 16 juni jl. stelde uw raad de notitie ‘Bereik Armoedebeleid 2009-2010 gemeente Winsum’ vast en daarmee een breed pakket aan inkomensondersteunende maatregelen. Door de inkomensgrens van de (meeste) regelingen te verhogen van 110% naar 115% is de doelgroep vergroot. Ondanks de financiële ombuigingen die de komende jaren noodzakelijk zijn, willen wij niet tornen aan het armoedebeleid. Ad b. Behoud voorzieningenniveau en participatie Sociale samenhang heeft een nauwe relatie met leefbaarheid, wonen in een prettig dorp en een veilige omgeving met de mogelijkheid om in de buurt gebruik te kunnen blijven maken van (eenvoudige) zorg- en welzijnsdiensten en voorzieningen. We blijven investeren in het bevorderen van sociale cohesie, netwerken en bewonersparticipatie. De WMO brengt met zich mee dat we in sterkere mate dan voorheen van burgers vragen medeverantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en hun leefomgeving (horizontale participatie). Daarom streven we er naar dat bewoners beter en meer worden betrokken bij de formulering en uitvoering van beleid in hun wijk of dorp (verticale participatie). Voorbeelden hiervan zijn de inspraak bij het opstellen van de dorpsvisie Den Andel en de klankbordgroep Boogplein. Er is een toenemende vraag naar een hoge kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Dit staat op dit moment op gespannen voet met de noodzakelijke ombuigingen. Toch zijn we erin geslaagd het voorzieningenniveau zo goed mogelijk in stand te houden en ook nog enig ruimte te vinden voor ‘nieuw beleid’. Gelukkig was er dit voorjaar nog financiële ruimte om de speelvoorzieningen uit te breiden dan wel te vervangen. Wij hechten groot belang aan de activiteiten van de verschillende maatschappelijke instellingen en verenigingen. Belangrijk vinden we dan ook dat er geen bezuiniging in de welzijnssubsidies voor 2010 noodzakelijk was. Ook willen we de sportverenigingen blijven ondersteunen, maar we constateren een ontwikkeling waarbij moderne verenigingen
2
samenwerkingsverbanden aangaan met elkaar. Vooral voor sportverenigingen op Winsum-West ligt hier een flinke uitdaging. Onze toekomstige investeringen zullen we voor een deel laten afhangen van de bereidheid tot samenwerking. Op korte termijn krijgt u een voorstel ten aanzien van het tarievenstelsel. Verder zijn we gestart met het opstellen van een nieuw Integraal Huisvestingsplan voor de onderwijsgebouwen. Ook zijn, zoals in de kadernota al aangegeven, onverwachte extra investeringen in het kader van de legionellabestrijding in de gemeentelijke gebouwen noodzakelijk. De komende tijd willen we ook een kritische doorlichting van het gewenste onderhoudsniveau van onze gebouwen. Door een deel van de verkoopopbrengst van onze Essent-aandelen in te zetten voor extra afschrijvingen op activa met maatschappelijk nut hebben we kans gezien in deze fase niet op het voorzieningenniveau binnen onze gemeente te hoeven bezuinigen. Ad c. Geen extra lastenverzwaring voor burgers en bedrijven Wetende dat onze lastendruk hoog is ten opzichte van andere gemeenten in onze provincie hebben we er voor gekozen de meeste tarieven ‘slechts’ met de inflatiecorrectie aan te passen, zijnde 1%. Naar verwachting dekt deze verhoging onze eigen loon- en prijsstijging. Dit genereert ten opzichte van de opgestelde primitieve begroting een meeropbrengst van circa € 23.000. Door een onttrekking aan de egalisatiereserve vuilverwerking is het niet noodzakelijk de tarieven voor 2010 van de afvalstoffenheffing te verhogen. Dit vinden wij een verantwoorde keuze. Voor de rioolrechten gaan wij uit van een tariefstijging van 1%. Na het gereedkomen van het verbreed GRP zal blijken of op termijn een extra verhoging in 2011 noodzakelijk is. Verderop in dit voorstel gaan wij nader in op de diverse tarieven en leges. Begrotingspositie De begroting 2010 is verder gericht op de uitvoering van ons collegeprogramma 2008-2010 en het beleid zoals dat in de Kadernota 2009 is verwoord. Op 22 september 2009 heeft uw raad ingestemd met de Kadernota 2009. Door de late verschijning van de kadernota, die grotendeels parallel liep met de totstandkoming van de begroting 2010, zijn de gevolgen van de kadernota als stelposten opgenomen in de begroting op het onderdeel Onvoorziene uitgaven. Bij dit onderdeel is een specificatie opgenomen van de bedragen. De voorstellen waarover reeds eerder een besluit is genomen, maar waarvan de financiële vertaling nog moest worden meegenomen in de kadernota, zijn al wel in de begroting verwerkt in de betreffende deelprogramma’s. De begrotingssaldi zoals die zijn gepresenteerd in de Kadernota 2009 zijn opgenomen in de begroting 2010. Het meerjarenperspectief laat het volgende beeld zien:
Begrotingssaldo (-/tekort)
2010 € 19.693
3
2011 € 4.774
2012 € -188.741
2013 € -388.000
In het bedrag onder 2013 is geen rekening gehouden met de groei van het aantal woningen. Het begrotingssaldo valt hierdoor iets positiever uit. Het feitelijke begrotingssaldo sloot niet exact aan bij deze cijfers. Door allerlei invloeden als bijvoorbeeld de salarislasten, gevolgen wijziging uurlonen in doorberekening tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing en bijdragen gemeenschappelijke regelingen, is er sprake van mutaties welke niet zijn genoemd in de kadernota. De gevolgen vanuit deze mutaties zijn op het onderdeel “reservemutaties” opgenomen als resp. stortingen of onttrekkingen aan de algemene reserve. Hierdoor zijn de eindsaldi vanuit de kadernota zichtbaar als uiteindelijke begrotingsresultaat. Om een beeld te geven om welke bedragen het gaat het onderstaande overzichtje:
Autonome mutaties (-/nadeel)
2010 € 2.990
2011 € -3.154
2012 € 76.126
2013 € 56.820
Doordat vanuit de begroting 2009 voor het jaar 2010 een forse onttrekking aan de algemene reserve was opgenomen van ruim € 195.000 is de feitelijke onttrekking in 2010 aan de algemene reserve € 172.000,- (€ 195.000 minus € 3.000 autonome invloeden en minus € 20.000 begrotingsresultaat 2010). In deze begroting zijn de financiële effecten van de kadernota meegenomen. Op een aantal terreinen is dat gebeurd in de vorm van een stelpost. Zo vindt bijvoorbeeld de afwikkeling van de verkoop van de Essent-aandelen plaats in 2009. Wij zullen ons voornemen om hiermee activa versneld af te schrijven in de 2e bestuursrapportage 2009 aan u voorleggen. De hieruit voortvloeiende mutaties voor het jaar 2010 zullen via de 1e bestuursrapportage 2010 worden vastgelegd. Met de in de kadernota aangekondigde beleidsintensiveringen en bezuinigingsmaatregelen presenteren we voor 2010 een sluitende begroting. Ook de jaarschijf 2011 laat een gering overschot zien. Vanaf 2011 is het effect van de economische recessie op onze meerjarenbegroting echter zodanig dat de meerjarenbegroting niet meer sluitend is. Deze situatie doet zich niet alleen bij Winsum voor. De beheerders van het gemeentefonds hebben daarom met de provinciale toezichthouders afgesproken dat wanneer de begroting 2010 sluitend is, repressief toezicht volgt. Ook indien de meerjarenbegroting voor de jaren 2011, 2012 en 2013 niet sluit. De meerjarenbegroting kan theoretisch sluitend gemaakt worden met taakstellende/richtinggevende bezuinigingen. Deze taakstelling dient dan het volgend jaar invulling te krijgen naar de dan geldende inzichten. Dat houdt in dat de begroting 2011 wel een sluitende meerjarenbegroting moet laten zien. Daarnaast is de verwachting dat het Rijk de aangekondigde bezuinigingen voor een groot deel op de gemeenten zal afwentelen. Deze bezuinigingen zullen nog op de al opgenomen bezuinigingen komen. Inmiddels is een werkgroep ingesteld die met de inventarisatie van de bezuinigingsmogelijkheden aan de slag gaat. Meer risico’s Een ander gevolg van de recessie is de toename van de risico’s. Stagnerende bouwprojecten vergroten het risico op tegenvallende bouwlegesinkomsten. Een
4
stijging van het aantal mensen met lage inkomens leidt tot meer kwijtschelding en vergroot het risico op tegenvallende belastinginkomsten. Gevolgen septembercirculaire Op 15 september is de zogenaamde septembercirculaire van het gemeentefonds verschenen. De gevolgen hebben we niet meer in de begroting verwerkt. Deze zullen worden meegenomen in de eerste bestuursrapportage 2010. Uiteraard willen wij u wel informeren over deze septembercirculaire. De circulaire staat in het teken van de gevolgen van de economische recessie. Het financiële perspectief in deze septembercirculaire wijkt niet wezenlijk af van het perspectief dat in de meicirculaire was gegeven, waarin de gevolgen van de recessie voor de gemeentefinanciën al duidelijk doorklonken. Inmiddels is zeker geworden dat de overheidsfinanciën langdurig uit het lood zijn geslagen. Dit sombere vooruitzicht noopt het kabinet tot forse aanvullende maatregelen om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen. Deze maatregelen zullen voor de periode na 2011 gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het gemeentefonds. Voor de jaren vanaf 2012 is en blijft het advies van de fondsbeheerders uit te gaan van een behoedzaam scenario. Komend voorjaar zal er naar verwachting meer duidelijkheid komen over de ontwikkelingen van de overheidsfinanciën. Als we uitsluitend kijken naar het financiële effect, dan betekent de circulaire een verbete-ring van ruim € 112.000,-. Van belang zijn echter de taakmutaties die in de circulaire staan, en dat zijn er een aantal. Dit houdt in dat tegenover deze hogere baten uit het gemeentefonds er ook hogere lasten uit deze circulaire voortvloeien. Financiële vertaling septembercirculaire 2009 Omschrijving Diverse algemene ontwikkelingen/accressen Compensatie gevolgen AWBZ-pakketmaatregel Versterking kwaliteit peuterspeelzalen Versterking kwaliteit gastouderopvang
€ € € € €
MutatieTaakbedrag V/N mutatie 8.750 V N 44.298 V J 51.848 V J 7.490 V J 112.386 V
V/N = Voordeel/Nadeel
Het uiteindelijke netto-effect van de septembercirculaire is derhalve een verbetering van € 8.750,- voor het jaar 2010. De effecten van de taakmutaties zijn budgettair neutraal. De gemeente ontvangt hierbij geld voor de (gewijzigde) uitvoering van een bepaalde taak. Onderstaand zullen we in het kort ingaan op de genoemde taakmutaties: Compensatie gevolgen AWBZ-pakketmaatregel Er is in het kabinet afgesproken dat de compensatie voor de Awbz-pakketmaatregel ad € 127 miljoen verdeeld wordt over de algemene uitkering en de integratie-uitkering Wmo. In 2010 wordt € 102 miljoen toegevoegd aan de algemene uitkering en € 25 miljoen aan de integratie-uitkering Wmo. Wij zullen onze ramingen op het gebied van de WMO hiermee in de 1e Bestuursrapportage 2010 aanpassen.
5
Versterking kwaliteit peuterspeelzalen In het kader van de landelijke kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt vanaf 2010 structureel € 4 miljoen euro aan het gemeentefonds toegevoegd voor het toezicht op de voorschoolse educatie. Voor kwaliteitsverbetering van de peuterspeelzalen wordt structureel € 35 miljoen (structureel) aan het gemeentefonds toegevoegd. Vooralsnog zijn alle gemeenten opgenomen in de decentralisatie-uitkering. Op dit moment wordt nader uitgewerkt of het op basis van een nog te vormen landelijk registratiesysteem voor peuterspeelzalen mogelijk is om gemeenten te onderscheiden die wel of geen peuterspeelzaalwerk aanbieden. Dit onderscheid zou dan een rol kunnen spelen bij de verdeling van de decentralisatie-uitkering. Voorshands gaan wij ervan uit dat het bedrag van € 51.848,- volledig benodigd zal zijn voor deze kwaliteitsimpuls. Versterking kwaliteit gastouderopvang Per 1 januari 2010 zal het stelsel van gastouderopvang worden herzien. Vanwege deze wetswijziging wordt in 2010 € 10 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd. Over de toevoeging aan het gemeentefonds voor 2011 en verder vindt nog nadere besluitvorming plaats. U wordt hierover in een volgende circulaire nader geïnformeerd. De verdeling van de middelen vindt plaats met de maatstaven bijstandsontvangers (50%), inwoners (40%) en minderheden (10%). Voorshands gaan wij er van uit dat het bedrag van € 7.490,- volledig ingezet moet worden voor deze kwaliteitsimpuls. Investeringen In het investeringsschema op de bladzijden 181-183 van de begroting ontbreken nog de investeringen in het kader van het rioleringsplan. Op dit moment wordt gewerkt aan het opstellen van het Verbreed Gemeentelijke RioleringsPlan (VGRP). Daarnaast wordt binnenkort gestart met de actualisatie van het onderwijshuisvestingsplan. Beide plannen zullen de nodige gevolgen hebben voor ons investeringsprogramma. Voor wat betreft het VGRP is de verwachting dat de financiële gevolgen gering zijn. In elk geval kunnen deze door (toekomstige) aanpassingen van de rioolheffing worden opgevangen, waardoor de effecten voor de exploitatie budgettair neutraal zijn. Voor wat betreft de onderwijshuisvesting ligt dit iets lastiger. Weliswaar hebben we een voorziening onderwijshuisvesting, maar op dit moment is niet in te schatten of de uit het nieuwe plan voortvloeiende lasten volledig kunnen worden opgevangen binnen deze voorziening. Zonodig komen we daar op een later moment op terug. Inflatie In de gemeentebegroting is de afgelopen jaren een lijn gekozen om de door het rijk aan de gemeenten gecompenseerde loon- en prijsstijgingen door te vertalen naar de gemeentelijke budgetten. In de begroting 2010 gaan we hier iets anders mee om. Het rijk heeft op basis van de berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) een stijging van de netto materiële consumptie (goederen en diensten) berekend van 2,0% en een stijgingspercentage van de lonen en salarissen van 1,5. De gemeenten ontvangen in het gemeentefonds echter maar 0,5% compensatie voor gestegen lonen en prijzen.
6
In onze begroting 2010 hebben wij voor een middenweg gekozen. Wij hebben een stelpost voor prijsstijgingen opgenomen van 1% van de ramingen die hiervoor in aanmerking komen. Hiermee teren wij als gemeente iets in. Immers, een aantal ramingen bestaat uitsluitend uit kosten van goederen en diensten. Als deze kosten stijgen met 2%, dan zal duidelijk zijn dat we met 1% compensatie onvoldoende dekking hebben voor de geplande uitvoering. Aan de andere kant is het merkwaardig dat het rijk 0,5% compensatie biedt, terwijl de kosten tussen de 1,5 en 2% stijgen. Hiermee is sprake van een verkapte vorm van bezuinigen en is op voorhand duidelijk dat deze stelpost onvoldoende hoog is. Wij zullen uiteindelijk bij de verdeling van de stelpost rekening houden met de werkelijk gestegen kostenposten. Uitgangspunt is dat de loon- en prijscompensatie geen financieel effect mag hebben op de gemeentelijke exploitatie. Belastingen/heffingen Zoals bekend hanteren wij een 100%-kostendekkendheid bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Als de gemeentelijke lasten stijgen (door bijv. hogere lonen en prijzen) dan betekent dit ook dat deze worden gevolgd door een hogere bate vanuit de 100%-opbrengst. Dit genereert in principe extra inkomsten. Wij stellen voor het tarief voor de afvalstoffenheffing in 2010 gelijk te laten blijven aan het tarief van 2009. Voor 2010 is zeker sprake van kostenstijgingen. Aan de andere kant is er sprake van een voordelige afrekening over het jaar 2008 van het Vuilverwerkingsbedrijf. Daarnaast wordt op basis van de samenwerking tussen het Vuilverwerkingsbedrijf en Omrin een kostenbesparing verwacht voor wat betreft de verwerking van de afvalstoffen. In de begroting 2010 zijn wij dan ook niet uitgegaan van een tariefsaanpassing in 2010. Dankzij een onttrekking aan de egalisatiereserve vuilverwerking kunnen de tarieven voor zowel de eenpersoons- als meerpersoonshuishoudens gelijk blijven aan die in 2009. Tarieven afvalstoffenheffing - meerpersoonshuishouden - eenpersoonshuishouden
2009 288,15 264,78
2010 288,15 264,78
Voor de rioolheffing stellen wij voor de tariefsstijging te beperken tot de inflatiecorrectie. Wij zien op dit moment af van de verhoging van het tarief van het rioolrecht in 2010 met het eerder vastgestelde jaarlijkse bedrag van € 5,00. Deze verhoging vloeit voort uit het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2004-2008 ter dekking van de kosten. Aangezien het rioleringsplan tot eind 2008 liep en er op dit moment nog geen nieuw rioleringsplan is vastgesteld, wordt voorgesteld af te zien van de € 5,00 extra verhoging voor de rioolheffing in 2010. Zoals vermeld wordt op dit moment gewerkt aan het Verbreed Gemeentelijke RioleringsPlan (VGRP). Rioolheffing - per eigendom
2009 198,25
7
2010 200,25
Met ingang van 2009 worden de onroerende-zaakbelastingen (OZB) berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De gemeentelijke tarieven 2010 worden gebaseerd op het nieuwe tijdvak 1-1-2010/1-1-2011 met waardepeildatum 1-1-2009. Bij het opmaken van de begroting zijn de tarieven voor 2010 nog niet bekend, aangezien de benodigde gegevens van de herwaardering voor de Wet WOZ nog niet voorhanden zijn. Afzonderlijk leggen wij u nog een voorstel voor, waarbij wij de verhoging willen beperken tot 1%. In de paragraaf lokale heffingen (blz. 135 van de gemeentebegroting) is inzicht gegeven in de tariefsontwikkeling en de volume-ontwikkelingen van de diverse leges en tarieven. Het betreft hier onder andere de secretarieleges, brandweerrechten en marktgelden. Uitgangspunt daarbij is het toepassen van een inflatiecorrectie van 1%. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) In 2009 is een aanbesteding gestart voor de uitvoering van hulp in de huishouding. De gunning is op dit moment nog niet bekend maar vaststaat dat de huidig tarieven fors zullen toenemen. De huidige thuiszorginstellingen hebben destijds (2007) ver onder de kostprijs aanbesteed. Dit betekent dat we in 2010 (en volgende jaren) rekening moeten houden met toenemende lasten en een mogelijk tekort op de Wmo. Het iets hogere rijksbudget WMO (€ 28.000) zal in eerste instantie hiervoor worden ingezet. Zodra de tarieven bekend zijn kunnen de financiële gevolgen in kaart worden gebracht. Deze zullen worden meegenomen in de eerste bestuursrapportage 2010. Wet Werk Bijstand In de kadernota is ruimte gecreëerd om de toename van het aantal bijstandsklanten te kunnen opvangen. Hiervoor is € 100.000 beschikbaar in 2010 en € 125.000 in de jaren 2011 en 2012. We willen nogmaals opmerken dat deze prognose gebaseerd is op veel aannames. Aannames in macro-ontwikkelingen, aannames in micro-ontwikkelingen en aannames voor nog te maken afspraken tussen het rijk en de gemeenten. Deze ontwikkelingen zullen nauwlettend in de gaten worden gehouden en zonodig in financiële aanpassingen vertaald worden.
Burgemeester en wethouders van Winsum, M.A.P. Michels, burgemeester
drs. R.J. Bolt, secretaris
8
Agendanummer: 13 Vergadering: 10 november 2009 De raad van de gemeente Winsum; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 191 lid 1 van de gemeentewet:
besluit:
1. De programmabegroting 2010 vast te stellen 2. De volgende kredieten voor de geplande investeringen 2010 beschikbaar te stellen: E = econ.nut M = maat.nut Omschrijving E E E E M M
Investeringsbedrag
Ademluchttoestellen Personeel-/materieelwagen Baflo Waterarmaturen Winsum Vervanging speeltoestellen Vervangen bruggen in Ripperda Openbare verlichting
28.500 28.000 6.500 60.000 30.000 57.200
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum in zijn openbare vergadering van 10 november 2009
De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,
9