Porta
Mei - Juni 2016 Jaargang 4 Nummer 19
Fioretti van Sint Franciscus
Vrijwilliger in de kijker
Terugblik Radio Vaticaan
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X P 914880 2-maandelijks
Programmaoverzicht op middenpagina
fidei
Editoriaal
Beste vrienden van Radio Maria, Toen Jezus ten hemel ging spraken er twee mannen: “Wat staan jullie daar toch naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van jullie is weggenomen en in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde manier terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.” (Hand. 1, 11) Deze openbaring is vandaag nog altijd actueel. We moeten niet zomaar naar de hemel staren, wat een indirecte uitnodiging is om minder te kijken, en meer te luisteren. Is Jezus namelijk niet het Woord, en een Woord dat beluisterd moet worden? Vandaar dat Radio Maria als het ware letterlijk aan de missie voldoet die aan de Kerk is gegeven. Doorheen het luisteren naar het Woord verkondigen wij degene die ons ontnomen werd, maar wiens komst we dagelijks verwachten. De kern van ons geloof is een getuigenis
van enkelen die hebben gezien, de Verrezen Jezus, die sindsdien onzichtbaar voortleeft in de Kerk. Het zichtbare lijkt ons dus ontnomen, maar komt met de ogen van het geloof toch duidelijk naar voren. Een middel om dit geloof te bekomen en te bewaren is het gehoor gebruiken om te luisteren. Nochtans, in onze wereld zijn er veel geluiden. Ook binnen de Kerk probeert men soms verschillende geluiden te laten resoneren. Soms vormt dit een mooie symphonische klank als men zich richt op het Evangelie, maar vaak wordt het echter een kakafonie van klanken, doordat persoonlijke ideeën de evangelische overtuiging te boven gaan. Het is dus belangrijk om zich altijd gesteund te weten door Christus die voortleeft in de Kerk. Niemand heeft ooit dezelfde woorden gebruikt als Hij: “Ik ben de Weg, de Waarheid, en het Leven”. Sommigen zouden het grotesk kunnen noemen, maar voor zij die Jezus volgen en hun geloof op Hem richten, is Hij een zekerheid en een leidraad doorheen het leven. In een tijd waarin terreur soms de bovenhand lijkt te hebben, klinkt nog altijd het geluid: “Jezus is de Weg”. In dit jaar van de barmhartigheid is het goed om te blijven benadrukken dat God voor ons een weg wil van barmhartigheid en tederheid. Jezus Christus aannemen in het leven wil dus zeggen diezelfde gevoelens durven vragen die Hij had, en dit voor God, voor onze naaste, als voor onszelf.
Colofon Verantwoordelijke uitgever: Pr. Karlo Tyberghien Sint Reneldisplein 23 3001 Leuven Werkten mee aan dit nummer: Pr. Karlo Tyberghien, Kevin Colle, Marie-Christine Biesemans-Van Hoorick Foto’s: redactie Lay-out: Joris Abts Druk en verzending: Halewijn, Halewijnlaan 92 2050 Antwerpen
Wenst u onze nieuwsbrief te ontvangen? Bel ons: 016/41 47 47
2
RADIO MARIA
In een tijd waar men de waarheid vaak geweld aandoet, klinkt wederom het geluid: “Jezus is de Waarheid”. Het is goed om te blijven geloven in Christus, en ons niet te laten meeslepen met enkel en alleen maar de “trends”. Jezus is dezelfde gisteren, vandaag en morgen. Met het Evangelie in de hand heeft men dus Christus die ons begeleidt. In een tijd waar men het leven langs alle kanten, vaak onbewust, aanvalt, klinkt ook vandaag nog het geluid: “Jezus is het Leven”. We hebben het gevierd tijdens het Paasfeest. En blijven dankzij de aanwezigheid van de Geest ons gegeven op Pinksteren ons richten op het leven dat voor zij die Jezus volgen, nooit een einde kent. De dood werd overwonnen en net daarin schuilt onze hoop. Onze drijfveer is niet het leven hier, maar het eeuwige, dat we ontvangen door Christus Jezus die zichzelf heeft gegeven als losprijs voor velen.
BE49 7333 7333 7771
Bij Radio Maria vinden we een middel, dankzij het luisteren, om zo ons geloof met veel hoop en liefde te beleven. Ook doorheen de moeilijkere momenten van ons leven. Moge de Heer jullie allen zegenen, en moge Onze Lieve Vrouw, onze hemelse Moeder, ons blijven beschermen en bewaren in geloof, hoop en liefde. Zeer genegen, +
Pr. Karlo Tyberghien Programmadirecteur Radio Maria
3
Fioretti van de heilige Franciscus van Assisi Hoe Christus aan broeder Johannes van La Verna verscheen. Onder de wijze en heilige broeders en zonen van Franciscus die, zoals Salomo zegt, de vreugde van hun vader zijn, leefde in onze tijd in de provincie van de Marken de heilige en eerbiedwaardige broeder Johannes van Fermo. Deze werd vanwege de lange tijd dat hij in het heilige verblijf van La Verna woonde, waar hij ook stierf, vaak broeder Johannes van La Verna genoemd. Het was een man die een buitengewoon heilig leven leidde. Toen broeder Johannes nog als jongetje in de wereld leefde, wilde hij niets liever dan zijn dagen in boetvaardigheid te slijten, om zo het lichaam en de ziel zuiver te houden. Daarom begon hij al op jonge leeftijd een maliënkolder en ijzeren gordel op zijn huid te dragen en veelvuldig te vasten. En vooral toen hij bij de kanunniken van San Pietro in Fermo verbleef, die in grote overdaad leefden, ontvluchtte hij alle fysieke geneugten en kastijdde zijn lichaam met de strengste onthouding.
4
Zijn medebroeders moesten niets van hem hebben en namen hem dikwijls zijn maliënkolder af of hinderden hem op allerlei manieren bij het vasten. Zodoende kwam hij op Gods ingeving tot het besluit om de wereld en iedereen die haar liefhad te verlaten en zichzelf, gekleed in de pij van de gekruisigde Franciscus, geheel in de armen van de Gekruisigde over te geven. En zo deed hij. Toen hij eenmaal als jonge broeder in de orde was opgenomen en aan de zorg van de novicenmeester was toevertrouwd, ontwikkelde hij zo’n grote devotie en spiritualiteit dat als hij zijn meester over God hoorde spreken, zijn hart soms wegsmolt als was bij het vuur. Dan laaide de vlam van de goddelijke liefde met zo veel zoete genade in hem op, dat hij het haast niet uithield en onmogelijk stil kon blijven zitten. Hij sprong dan op en begon als geestdronken rond te dolen, nu eens door de tuin, dan weer door het bos of door de kerk, overal waar de vurige drang van zijn geest hem maar heen dreef. In de loop der tijd werd deze engelachtige man door Gods genade almaar RADIO MARIA
rijker aan deugd en hemelse gaven, goddelijke geestverheffing en extase. Zo steeg zijn geest de ene keer op naar de schittering van de cherubijnen, de andere keer naar de stralende gloed van de serafijnen, nu eens naar de vreugde van de zaligen en dan weer naar de liefdevolle en uitbundige omhelzingen van Christus. En dit ervoer hij niet alleen in puur geestelijk genot, maar ook in tekenen van buitenaf en in lichamelijk welbehagen. Op een keer ontvlamde zijn hart zelfs zo buitengewoon heftig in goddelijke liefde, dat die vlam drie jaar lang bleef branden en hij gedurende die tijd wonderbaarlijke vertroostingen en verschijningen uit de hemel ontving en dikwijls in extase raakte. Kortom, in die periode leek hij één gloeiend vuur van liefde voor Christus. Dat gebeurde op de heilige berg La Verna. Nu koestert God voor zijn kinderen een bijzondere zorg en verschaft hij hun van tijd tot tijd nu eens troost, dan weer beproevingen, nu voorspoed en dan tegenslag, al naar gelang hij het nodig acht om hen te sterken in hun nederigheid, of hun verlangen naar het hemelrijk aan te wakkeren. Zo bepaalde God in zijn goedheid dat dit stralende liefdesvuur na drie jaar aan broeder Johannes werd ontzegd en hem elke geestelijke voldoening werd ontnomen. Broeder Johannes raakte aldus verstoken van hemels licht en goddelijke liefde en werd daardoor geheel ontredderd en troosteloos bedroefd. In zijn paniek begon hij doelloos door het bos te dwalen en al klagend en zuchtend de beminde bruidegom van zijn ziel te roepen, die zich voor hem verborgen hield en hem verlaten had,
BE49 7333 7333 7771
en zonder wiens aanwezigheid zijn ziel geen rust en vrede vond. Maar er was geen plek en geen manier waarop hij zijn dierbare Jezus kon terugvinden, en evenmin het geestelijke genot van de liefde voor Christus dat hij vroeger had gekend. Gedurende de vele dagen dat deze beproeving duurde, deed hij niets dan wenen en klagen en smeekte hij God hem uit mededogen de geliefde bruidegom van zijn ziel terug te geven. Uiteindelijk was naar Gods oordeel zijn geduld genoeg op de proef gesteld en zijn verlangen voldoende aangewakkerd. En op een dag, toen broeder Johannes weer gekweld door verdriet in het bos liep en hij uitgeput tegen een beuk ging zitten met zijn betraande gezicht naar de hemel geheven, verscheen plotseling Jezus Christus op het pad waarover b r o e d e r Johannes net gekomen was, maar zonder iets te zeggen. Zodra broeder Johannes hem zag en besefte dat het Christus was, wierp hij zich terstond aan zijn voeten en smeekte hem deemoedig en onder hartverscheurend geween: Mijn Heer, help mij, want zonder U, mijn dierbaarste Verlosser, leef ik in duister en verdriet. Zonder U, allerliefst Lam, leef ik in zorg en angst. Zonder U, Zoon van de Allerhoogste, leef ik in verwarring en schaamte. Zonder U ben ik verstoken van al het goede en voor alles blind, want U, Jezus, bent het ware licht van de ziel. Zonder U ben ik verloren en verdoemd, want U bent het leven der zielen en het leven der levens. Zonder U ben ik onvruchtbaar en dor, want U bent de bron van elke gunst en genade. Zonder U ben ik ontdaan van elke troost, want U bent Jezus, onze
5
redding, onze liefde en ons verlangen, het brood dat versterkt en de wijn die de engelenkoren en de harten van alle heiligen verblijdt. Schenk mij uw licht, genadevolle meester en barmhartige herder, want ik ben uw schaap, zij het een onwaardig schaap. Maar omdat heilige mensen aan liefde en deugd winnen wanneer hun verlangen niet direct door God wordt ingewilligd, verhoorde de gezegende Christus hem niet en liep zonder een woord te zeggen langs hetzelfde pad weer weg. Broeder Johannes sprong op, rende achter Hem aan en wierp zich opnieuw aan zijn voeten. En met eerbiedige vrijmoedigheid hield hij Hem tegen en smeekte Hem onder devote tranen: O allerzoetste Jezus, heb medelijden met deze gekwelde ziel. Verhoor mij uit de overvloed van uw mededogen en de waarheid van uw heil, en gun mij weer de vreugde van uw aangezicht en uw genadevolle blik, daar de hele aarde van uw barmhartigheid is vervuld. En weer liep Christus weg zonder iets te zeggen of hem enige troost te bieden, zoals een moeder haar kind de borst onthoudt en het huilend achter zich aan laat komen om het daarna met meer graagte te laten drinken.
6
Met nog meer verlangen en geestdrift rende broeder Johannes daarom weer achter Christus aan. En toen hij bij Hem was, wendde Christus zich naar hem toe en keek hem aan met een blije en liefdevolle blik, spreidde zijn heilige en barmhartige armen uit en omhelsde hem innig. En op het moment dat Hij zijn armen uitspreidde, zag broeder Johannes uit de heilige borst van de Verlosser een schitterende licht stralen, dat zijn gloed uitgoot over het hele bos en over hem, over zijn lichaam en zijn ziel. Broeder Johannes knielde aan de voeten van Christus, en de gezegende Jezus reikte hem welwillend zijn voet om die te laten kussen, zoals hij gedaan had bij Maria Magdalena [Lc 7,37-38; Joh 12,38]. Broeder Johannes pakte zijn voet met de hoogste eerbied en liet er zo veel tranen over stromen dat hij werkelijk op Maria Magdalena leek. Daarbij sprak hij met overgave: Ik smeek U, Mijn Heer, geen acht te slaan op mijn zonden, maar uit kracht van uw heilig lijden en het vloeien van uw kostbare bloed, de genade van uw liefde in mijn ziel te doen herleven. Uw gebod zegt immers dat wij U moeten liefhebben met heel ons hart en heel onze ziel [Dt 6,5; Mt 22,37],
RADIO MARIA
en aan dat gebod kan niemand voldoen zonder uw hulp. Help mij daarom, zeer beminde Zoon van God, zodat ik U met heel mijn hart en al mijn kracht kan liefhebben. Terwijl broeder Johannes aan Jezus voeten deze woorden sprak, werd hij door Hem verhoord en kreeg hij de gave die hij ooit bezat, namelijk het vuur van de goddelijke liefde, weer van Hem terug. Hij voelde zich helemaal gesterkt en als herboren, en toen hij begreep dat hij de gunst van Gods genade weer terughad, begon hij Christus te danken en vol aanbidding zijn voeten te kussen. Daarna stond hij op om de Verlosser in het gezicht te zien, waarop Christus hem zijn heilige handen reikte en ze liet kussen. En nadat broeder Johannes ze aan zijn lippen had gedrukt, vlijde hij zich tegen Jezus aan en omarmde en kuste zijn heilige borst, en Christus omhelsde en kuste hem eveneens. En bij deze liefdevolle gebaren werd broeder Johannes een geur gewaar die zo hemels was, dat alle kruiden en andere welriekende dingen op de wereld bij elkaar gevoegd, in vergelijking met die geur zouden stinken. Broeder Johannes raakte volkomen verrukt en verlicht door die geur, waarvan zijn ziel daarna nog vele maanden doorwasemd bleef. Vanaf dat moment stroomden uit zijn
BE49 7333 7333 7771
mond, die aan de gezegende borst van de Verlosser uit de bron van goddelijke Wijsheid gedronken had, verbijsterende hemelse woorden, die de harten van de toehoorders tot inkeer lieten komen en een rijke oogst aan zielen opbrachten. En nog lange tijd daarna rook broeder Johannes die geur op het pad in het bos waar Christus met zijn gezegende voeten gelopen had en in de wijde omtrek daaromheen, en zag hij nog altijd die stralende gloed. Toen broeder Johannes uit die geestvervoering weer tot zichzelf gekomen was en de lichamelijke verschijning van Christus was verdwenen, bleef zijn geest verlicht door de oneindige diepte van diens goddelijkheid. Zo kwam het dat hij, hoewel hij geenszins geleerd was door wetenschap, toch op verbluffende wijze verklaringen wist te geven van uiterst moeilijke en verheven vraagstukken van de hemelse Drie-eenheid en van de diepste geheimen van de Heilige Schrift. En het gebeurde dikwijls dat hij sprak voor de paus en voor kardinalen, voor koningen, vorsten, meesters en geleerden, en dan iedereen met zijn verheven woorden en diepzinnige uitspraken in verwondering bracht. Tot lof van Christus. Amen.
7
15u Uur van de Goddelijke Barmhartigheid 16u Lezingen / Bidden onderweg 17u Vespers
6u15 Bidden onderweg 6u30 Lezingendienst 7u Angelus 7u02 Rozenkrans 7u30 Catechismus ** 8u30 Lauden op zondag om 10u30 9u H. Mis 9u50 Bijbellezing
voorafgegaan door ‘De rots in de branding’: 8u50
10u30 Maandag: Geloofsgetuigen (Hilde Somers) Dinsdag: De rots in de branding * Woensdag: Radio Maria telefoneert (Chantal Kortmann) Donderdag: De rots in de branding (Jos Decock) Vrijdag: 1e en 3e vrijdag: Geloofsgetuigen* (Hilde Somers) 2e en 4e vrijdag: Op de agenda (Marie-Christine Biesemans) Zaterdag: Herhaling van vrijdag 11u30 Het woord spreekt: lezing en bezinning van de H. Schrift 12u Angelus 12u05 Middaggebed 12u15 Rozenkrans 12u40 Het heiligenverhaal van de dag
18u Angelus 18u15 Maandag:
Klassiekuur* Dinsdag: Herhaling van woensdag 13u Woensdag: Nonkel Pater achterna (18u05) Geloofsgetuigen (18u30) Donderdag: Herhaling van maandag 13u Vrijdag: Klassiekuur* Zaterdag: Herhaling van dinsdag 13u Zondag: Herhaling van woensdag 13u
19u30
13u Maandag:
1e en 3e maandag: In gesprek met een priester (Patrick Vandenhove) 2e en 4e maandag: De nalatenschap (Henri Meulemans) Dinsdag: 1e dinsdag: Biofides (Vincent Kemme) 2e dinsdag: Op bedevaart met Maria (Jos Decock) 3e dinsdag: Kerk in nood 4e dinsdag: Als Christenen het verschil maken (Sant’Egidio) Woensdag: 1e woensdag: Kathovisie (Marianne Hubin) 2e woensdag: Curieus religieus (Kevin Colle) 3e woensdag: Kathovisie (Marianne Hubin)* 4e woensdag: Curieus religieus (Kevin Colle)* Donderdag: Klassiekuur (Marc en Marie-Christine Van Hoorick) Vrijdag: Kruisweg gevolgd door “Nonkel Pater achterna” Zaterdag: Herhaling van woensdag Zondag: Herhaling van dinsdag
14u15 Maandag:
Gezanten van Christus (Hilde Somers) Dinsdag: Radio Vaticaan* Woensdag: Verhalen over Sint Jozef Donderdag: 1e en 3e donderdag: Het Verbond (Jeanine Gilis) 2e en 4e donderdag: Op weg met Hildegard (Dr. Louis Van Hecken) Vrijdag: Radio Vaticaan* Zaterdag: Herhaling van donderdag Zondag: Herhaling van woensdag 17u15
8
Radio Vaticaan (Kevin Colle) om 17u30 Dinsdag: 1e en 3e dinsdag: Het inzicht (Marleen Caers) 2e en 4e dinsdag: De stem uit het Oosten (Pater Paulus) Woensdag: Heiligen getuigen Donderdag: Radio Vaticaan (Kevin Colle) om 17u30 Vrijdag: 1e en 3e vrijdag: Het verbond* 2e en 4e vrijdag: Op weg met Hildegard* Zaterdag: Radio Vaticaan* om 17u30 Zondag: Radio Vaticaan* om 17u30
RADIO MARIA
Rozenkrans
20u
Maandag: De rots in de branding* Dinsdag: Muziek Woensdag: Gebed met Sant’Egidio Donderdag: 1e en 3e donderdag: Religieuze Poëzie (E.H. Van der Linden) 2e en 4e donderdag: In de school van de martelaren (Zuster Diane) Vrijdag: Muziek Zaterdag: Herhaling van woensdag 17u15 Zondag: Klassiekuur*
21u 21u30 21u40 22u30 23u30
Het heiligenverhaal van de dag, gevolgd door ‘Het Woord Spreekt’ * (zaterdag gevolgd door ‘Nonkel pater achterna’) Completen Heiligen getuigen Catechismus* Rozenkrans
Tussen middernacht en 6u15 ’s morgens hebben er herhalingen van de verschillende programma’s plaats.
Programmaoverzicht
17u15 Maandag:
** programma te vinden op onze website: www.radiomaria.be * Herhaling van eerder uitgezonden programma
BE49 7333 7333 7771
9
Vrijwilliger in de kijker
1.
Kan u zich even voorstellen?
Ik ben Marie-Christine en ben de jongste van 9 kinderen, 3 broers, 5 zussen. Muziek en kunst waren niet vreemd in onze familie. Mijn ouders waren gelovig en zijn actief geweest in de Kajottersbeweging, opgericht door kardinaal Cardijn. Op een gegeven moment hebben mijn ouders een “Home voor bejaarden, in familieverband” geopend en zo leerde ik al vrij vroeg de zorg voor ouderen en zieken kennen. En misschien is daar wel uit voortgevloeid dat ik heb gestudeerd voor verpleegkunde, wat ik heel graag gedaan heb. Ik ben gehuwd met een muzikant, Marc, en hebben 4 kinderen, 2 dochters en 2 zonen en ondertussen al 4 kleinkinderen en eentje op komst, wat zeker meer kleur geeft in ons leven. Mijn echtgenoot Marc en ik vormen samen een duo in het programma Klassiekuur op Radio Maria.
2. Op welke manier bent u actief als vrijwilliger voor Radio Maria en hoe heeft u Radio Maria leren kennen? Via onze vroeg van en van in beginnen
kennissen wisten wij al vrij de oprichting van Radio Maria het prille begin zijn we actief meebidden in de studio’s.
Onze programmadirecteur priester Karlo Tyberghien heeft toen aan Marc gevraagd om samen met mij een programma te maken met klassieke muziek. Dat was wel even spannend en tevens een uitdaging wat wij met kriebels in het hart aanvaard hebben en het nu nog steeds met plezier doen.
3. Kunt u ons wat meer vertellen over de weg die Jezus met u gegaan is in uw leven? Van jongsaf is Jezus toch steeds aanwezig geweest in mijn leven. Soms een tijdje met een laagje stof erop, een beetje een leven van vallen en opstaan, want het wil niet zeggen dat, omdat je ouders gelovig zijn en je gelovig wordt opgevoed, dat het geloof al in jou geworteld is. Neen, maar vanaf een bepaald moment voelde ik dat Jezus zelf aanklopte aan de deur van men hart. Althans dat deed Hij regelmatig. Ik voelde, wat er ook gebeurde, ik steeds bij Hem terecht kon. Maar ik ontdekte dat Jezus niet klopte aan de buitenkant van het hart, maar hij er reeds binnen was, dat Hij verlangde van meer contact te hebben. En zo bloeide terug de liefde voor Hem op, bewuster. Voorwaar kan ik zeggen, dat ik echt niet zou kunnen leven zonder Hem. De schoonheid van het leven vind ik enkel met Hem en door Hem, want het komt van Hem.
MARIATHON steun Radio Maria op donderdag 12 en vrijdag 13 mei 10
4.
Wat draagt Radio Maria bij aan uw leven?
Wel, ik voel mij actief meewerken in de grootste parochie ter wereld, namelijk de “Radio Maria Wereld Familie parochie”. En ben God dankbaar dat ik dit “mag” doen. In ons gezin is Gods Woord dan ook prominenter aanwezig door de verschillende programma’s waarvan we toch proberen een graantje mee te pikken tijdens de drukke bezigheden van het leven.
5. Waarom denkt u dat Radio Maria belangrijk is voor ons land? We kunnen zeker niet ontkennen dat er een grote spirituele nood is bij de mensen, zeker in onze westerse wereld. Men leeft het leven niet maar je wordt als het ware geleefd. God is dan ook ver weg voor de mensen. Maar de geest, de ziel geraakt uitgehongerd en heeft nood aan voedsel. Naar dat voedsel gaat de mens op zoek o.a. via allerlei mediakanalen. Weet je, onbekend is onbemind, maar door allerlei getuigenissen via mails en telefoon ontdekken wij meer en meer dat God werkt door het middel van Radio Maria. En als de mens geen tijd heeft
om naar God toe te gaan, om Hem terug te leren kennen, wel dan brengen we toch gewoon Zijn Woord naar de mens toe?! Thuis, op het werk, in de auto, bij de zieken, de gevangenen. Radio Maria heeft een groot werkveld!
6. Wat is uw relatie met de Heilige Maagd? Zelf moeder zijnde kan ik stellig zeggen: een betere Moeder kan je je niet bedenken, kan je niet hebben. Als moeder kan je niet altijd bij je kinderen zijn, maar Moeder Maria kan dit wel! Dus, vraag ik haar altijd over onze kinderen en kleinkinderen te waken. Daar vertrouw ik op. En wie zou een moederhart beter kunnen begrijpen dan, Maria?!
7. Wat zou u onze luisteraars/ lezers toe willen wensen? Dat zij door Radio Maria de “ware boodschap” van Jezus beter leren kennen en begrijpen – dat zij hun hart mogen laten vullen door de Barmhartige Liefde van Jezus om zo ware leerlingen te zijn en op die manier mee te werken aan de evangelisatie.
Helpt u Rad io Maria in ha ar missie om het Evang elie van Jezus Christus te verkondige n in heel ons land? Aarzel niet on s te steunen: Rekening: BE 49 7333 73 33 7771
RADIO MARIA
BE49 7333 7333 7771
11
Terugblik Radio Vaticaan Kevin Colle In het Heilig Jaar van de Goddelijke Barmhartigheid willen we u via Porta Fidei graag enkel catecheses van onze paus Franciscus over de Goddelijke Barmhartigheid brengen. In onze terugblik op het programma Radio Vaticaan vindt u hier een weergave van enkele van de generale audiënties van de paus. In het eerste deel bekeek de paus de Goddelijke Barmhartigheid vanuit Oudtestamentisch perspectief.In zijn nieuwe reeks bekijkt hij de Goddelijke Barmhartigheid vanuit de wijze waarop Jezus Christus deze tot voltooiing heeft gebracht: Dierbare broeders en zusters, goedendag! Nadat we nagedacht hebben over de barmhartigheid van God in het Oude Testament, beginnen we vandaag onze overweging over hoe Jezus zelf haar tot gehele voltooiing heeft gebracht. Een barmhartigheid die Hij altijd heeft verwoord, verwerkelijkt en meegedeeld, op elk ogenblik van zijn aardse leven. Door de massa tegemoet te gaan, door het Evangelie te verkondigen, door zieken te genezen, door de laatsten nabij te komen, door zondaars vergiffenis te schenken maakt Jezus een liefde zichtbaar die openstaat voor allen: niemand uitgesloten! Open voor allen zonder grenzen. Een zuivere, gratuite, absolute liefde. Een liefde die haar hoogtepunt bereikt in het Offer op het kruis. Inderdaad, het Evangelie is echt het Evangelie van de Barmhartigheid, want Jezus is de Barmhartigheid!
getoond in de schittering van de tempel ook al had Hij dat kunnen doen. Hij heeft zich niet laten aankondigen door trompetgeschal: ook al had Hij dat kunnen doen. Hij is ook niet verschenen getooid met het gewaad van een rechter: ook al had Hij dat kunnen doen. Integendeel, na dertig jaren verborgen leven is Jezus naar de Jordaan gegaan, samen met veel mensen van zijn volk en is samen met de zondaars in de rij gaan staan. Hij schaamde zich niet: Hij was daar met allen, met de zondaars om zich te laten dopen. Met andere woorden, vanaf het begin van zijn dienstwerk, heeft Hij zich geopenbaard als Messias die de menselijke staat op zich neemt, bewogen door solidariteit en door medelijden. Zoals Hijzelf in de synagoge van Nazareth bevestigde door zich met de profetie van Jesaja te vereenzelvigen: “De Geest des Heren is over Mij gekomen, omdat Hij Mij
Hij is de naaste geworden van de laatsten door hen de barmhartigheid van God te schenken die vergeving is, vreugde en nieuw leven. Jezus, de Zoon gezonden door de Vader, is werkelijk het begin van de tijd van de barmhartigheid voor de gehele mensheid! Zij die op de oever van de Jordaan aanwezig waren begrepen niet meteen de draagwijdte van het gebaar van Jezus. Ook Johannes de Doper was verbaasd over zijn beslissing. Maar de hemelse Vader niet! Hij liet vanuit den hoge zijn Stem klinken: “Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen” (Mc 1, 11). Op die wijze bevestigt de Vader, terwijl de Heilige Geest in de gedaante van een duif neerdaalt, de weg die de Zoon als Messias aangevat heeft. Zo klopt, om zo te zeggen, het hart van Jezus in eenklank met het hart van de vader en van de Geest en toont Hij aan alle mensen dat de verlossing de vrucht is van de barmhartigheid van God. We kunnen het grote mysterie van deze liefde met nog groter helderheid overwegen wanneer we de blik naar de gekruisigde Jezus wenden. Terwijl Hij onschuldig voor ons zondaars sterft, smeekt Hij de Vader: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen” (Lc 23, 3).
Alle vier de Evangelies bevestigen dat Jezus, voor zijn dienstwerk aan te vatten, het doopsel van Johannes de Doper wilde ontvangen.
Het is op het Kruis dat Jezus de zonde van de wereld aan de barmhartigheid van de Vader toont: de zonde van allen, mijn zonden, jouw zonden, jullie zonden. Het is daar, op het Kruis dat Hij ze aan de Vader toont. En met de zonde van de wereld worden al onze
Deze gebeurtenis geeft een beslissende oriëntatie aan heel de zending van Christus. Feitelijk heeft Hij zich aan de wereld niet
12
gezalfd heeft. Hij heeft Mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden dat zij zullen zien: om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer” (Lc 4, 18-19) Al wat Jezus na het doopsel heeft gedaan is de verwerkelijking geweest van het programma van het begin: aan allen de liefde van God brengen die redt. Jezus heeft geen haat gebracht, geen vijandschap: Hij heeft ons de liefde gebracht! Een grote liefde, een open hart voor allen, voor ons allen! Een liefde die redt!
RADIO MARIA
BE49 7333 7333 7771
zonden uitgewist. Geen vrouw en geen man blijft van dit offergebed van Jezus uitgesloten. Dat betekent dat we niet moeten vrezen te bekennen en te belijden dat we zondaars zijn. Hoe vaak zeggen we niet: “Maar, dat is een zondaar, die dit en dat heeft gedaan...” en vellen we een oordeel over anderen. En jij? Ieder van ons zou zich de vraag moeten stellen: “Juist, dat is een zondaar. En ik?” Allen zijn we zondaars, maar allen werd ons vergiffenis geschonken: allen hebben we de mogelijkheid die vergeving, die de barmhartigheid van God is, te ontvangen. We moeten dus niet vrezen te bekennen dat we zondaars zijn, te belijden dat we zondaars zijn, want elke zonde werd door de Zoon op het Kruis gedragen. En wanneer we berouwvol biechten en ons aan Hem toevertrouwen, zijn we zeker vergiffenis ontvangen te hebben. Het sacrament van de Verzoening maakt voor elkeen de kracht van de vergeving toegankelijk die aan het Kruis ontspringt en in ons leven de genade van de barmhartigheid vernieuwt die Jezus voor ons heeft verworven! We moeten onze ellende niet vrezen: ieder van ons heeft er die hem eigen is. De kracht van de liefde van de Gekruisigde kent geen hindernissen en
13
raakt nooit uitgeput. Deze barmhartigheid wist onze ellende uit. Geliefden, laten we in dit Jubeljaar aan God de genade vragen de kracht van het Evangelie te mogen ervaren: het Evangelie van de barmhartigheid dat verandert, dat binnen voert in het hart van God, dat ons in staat stelt vergiffenis te schenken en met meer goedheid naar de wereld te kijken. Als we het Evangelie van de verrezen Gekruisigde aanvaarden, wordt heel ons leven geboetseerd door de kracht van zijn liefde die vernieuwt. Generale audiëntie – Woensdag 6 april 2016
inhoud die het heeft. Inderdaad, het woord “aalmoes” komt van het Grieks en betekent precies “barmhartigheid”. Een aalmoes moet dus heel de rijkdom van de barmhartigheid in zich dragen. En zoals de barmhartigheid duizend wegen kent, duizend vormen, zo vertaalt ook de aalmoes, om het ongemak van wie in nood is te verlichten, zich op vele wijzen. De plicht tot aalmoes is zo oud als de Bijbel. Offer en aalmoes waren twee plichten waaraan een godsdienstig mens zich moest houden. In het Oude Testament komen belangrijke bladzijden voor waar God een bijzondere aandacht eist voor de armen die afwisselend de berooiden zijn, de vreemdelingen, wezen en weduwen. In de Bijbel is dit een voortdurend refrein: de arme, de weduwe, de vreemdeling, de buitenlander, de wees… het is een refrein. God wil dat zijn volk aandacht heeft voor deze broeders; meer nog de kern van de boodschap is: God loven door het offer en God loven door de aalmoes. Tegelijk met de verplichting voor hen aandacht te hebben, wordt ook een kostbare vingerwijzing gegeven: “Geef met milde hand en met een blij gemoed” (Dt 15, 10).
De tweede bijdrage die uw graag laten lezen is de weergave van de speciale zogenaamde “Jubileumaudiënties” die de paus naar aanleiding van het Heilig Jaar van de Goddelijke Barmhartigheid heeft ingevoerd: Dierbare broeders en zusters, goedendag! Het Evangelie dat we gehoord hebben laat ons toe een wezenlijk element van de barmhartigheid te ontdekken: de aalmoes. Een aalmoes geven kan een eenvoudige zaak lijken, maar we moeten er ons voor hoeden dit gebaar te ontdoen van de diepe
14
Dit betekent dat de naastenliefde vooraf een houding van inwendige vreugde vraagt. Barmhartigheid betonen mag geen last zijn of een vervelende karwei waarvan men zich zo vlug mogelijk moet ontdoen. En hoeveel mensen rechtvaardigen zichzelf niet met de uitspraak: “Hoe moet dat dan? Misschien gaat diegene aan wie ik geef wel wijn kopen om zich te bedrinken”. Wie zich bedrinkt, doet dat omdat hij geen andere uitweg ziet! En jij wat doe jij in het verborgen, wat niemand ziet? En jij zou rechter zijn over de arme man die je een muntje vraagt om een glas wijn te kunnen drinken? Ik houd eraan de episode van de oude Tobit in herinnering te brengen, die, na een grote som geld gekregen te hebben, zijn zoon riep en hem volgende onderrichting gaf: “zoals voor iedereen die de gerechtigheid beoefent. Geef aalmoezen van wat je bezit en als je aalmoezen geeft, doe het dan zonder jaloezie. Keer geen enkele
RADIO MARIA
arme de rug toe, dan zal God zijn aangezicht nooit van jou afkeren. Wanneer je overvloed hebt, geef dan overvloedig aalmoezen; heb je weinig, wees dan niet bang om aalmoezen te geven” (Tob 4, 7-8). Wijze woorden die die waarde van de aalmoes helpen verstaan. Op dit vlak heeft Jezus ons, zoals we gehoord hebben, een onvervangbare lering nagelaten. Op de eerste plaats vraagt Hij dat we geen aalmoes zouden geven om door de mensen geprezen en bewonderd te worden omwille van onze vrijgevigheid: doe het zo dat je rechterhand niet weet wat je linker doet. Niet de schijn telt, maar de bekwaamheid om de mens die hulp vraagt aan te kijken. Ieder van ons moet zich de vraag stellen: “Slaag ik er in om stil te staan en de persoon die mij om hulp vraagt aan te zien en in de ogen te kijken? Ben ik daartoe in staat? We mogen dus de aalmoes niet verwarren met het vluchtig gegeven muntstuk, zonder de arme aan te kijken en zonder stil te staan en te praten over wat hij echt nodig heeft. Tegelijkertijd moeten we onderscheid maken tussen de armen en de verschillende vormen van bedelarij die geen dienst bewijzen aan de echte armen. Een aalmoes is een gebaar van liefde voor hen die we ontmoeten; het is een gebaar van waarachtige aandacht voor wie zich tot ons richt en onze hulp vraagt, gedaan in het verborgene waar
BE49 7333 7333 7771
alleen God ziet en de waarde van het gebaar inschat. Maar een aalmoes geven moet voor ons ook een offer zijn. Ik herinner mij een moeder: ze had drie kinderen van ongeveer zes, vijf en drie jaar. Voortdurende leerde ze de kinderen dat men een aalmoes moest geven aan de mensen die er om vroegen. Ze waren aan tafel en aten een wienerschnitzel. Er wordt op de deur geklopt. De oudste gaat opendoen en komt terug: “Moeder, er is een arme die te eten vraagt”. “Wat doen we?” vraagt de moeder. “Geven - zeggen ze allemaal – geven!” – “Goed: dat ieder de helft van zijn kotelet neemt en laten we er twee broodjes van maken” – “Maar neen, moeder, neen” –“Neen? Je moet geven van wat van jou is, van wat je kost”. Dat is begaan zijn met de arme. Ik ontzeg me iets en geef het aan jou. Aan de ouders zeg ik: voed de kinderen op om op deze wijze aalmoezen te geven, om gul te zijn met wat ze hebben. Laten we de woorden van de apostel Paulus tot de onze maken: “In alles heb ik u laten zien dat men zo, door hard te werken, de zwakken moet helpen, gedachtig de woorden van de Heer Jezus, die zelf heeft gezegd: “Het is zaliger te geven dan te ontvangen” (Hand. 20, 35). Ik dank u!
15
Wij bidden met u Het Angelus: 7u 12u 18u 24u De Rozenkrans: 7u 12u15 19u30 23u30 Het kerkelijk getijdengebed: 6u30 Lezingendienst 8u30 Lauden 12u05 Middaggebed 17u Vespers 21u30 Dagsluiting
kanaal 912 Ook via Telenet en aria.be via www.radiom
Dagelijkse Eucharistieviering om 9u (zondag om 10u30) Dagelijks ‘Uur van de Goddelijke Barmhartigheid’ om 15 u