Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 1
De Legpluimveesector Veerkrachtig en innovatief Nederland als kampioen scharrelproductie Nog meer aandacht voor de markt
De Slachtkuikensector Concurreren op ’vers’ Focus op kostprijs Noodzaak van vraaggestuurde ketenregie
Meer mogelijk maken
2 0 0 5
Pluimveehouderij gezonde groei
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 2
De ontwikkelingen in de pluimveesector, zowel in de leg- als vleeskuikensector, staan niet stil. Ondernemers reageren hierop door aanpassingen op hun bedrijf. Dit gaat vaak gepaard met groei in aantal dieren en/of opstarten van andere activiteiten. Waar het om draait is: ondernemerschap. Voor ABN AMRO staat dat centraal. Behalve van de sectoranalyse van ABN AMRO, kunt u in deze brochure ook kennis nemen van de visie van enkele ondernemers en vertegenwoordigers van andere schakels in de pluimveesector. We hopen dat deze brochure u ondersteunt bij het bepalen van de stategie van uw bedrijf.
De Legpluimveesector Een veerkrachtige, innovatieve sector ”An egg every day is okay.” Met deze slogan wordt in de Verenigde Staten benadrukt dat een ei een onmisbaar bestanddeel is van het dagelijkse voedsel. Met een totale consumptie van 181 eieren per persoon per jaar zitten we in Nederland echter nog lang niet aan het niveau dat er dagelijks een eitje genuttigd wordt. Aantal bedrijven en leghennen (x1 miljoen) 1990-2004 2000
-
35
-
1500
-
25
-
1000
-
15
-
vooruitzichten in de pluimveevleessector zijn toen ook houders
500
-
van vleeskuikens en in het bijzonder van vleeskuikenouderdie-
5
-
0
-
Dat de consumptie in Nederland nog een stuk opgevoerd kan worden, blijkt wel als we in andere delen van de wereld rondkijken. Zo ligt de consumptie in bijvoorbeeld de Verenigde Staten op 256 stuks. Onder andere China (319), Japan (330) en Mexico (341) overtreffen dit aantal zelfs nog. Volop uitdaging dus. Na de terugslag van de vogelpest in 2003 is hard gewerkt om de stallen weer gevuld te krijgen. Door de verminderde markt-
ren overgeschakeld op leghennen. Volgens schattingen van de PVE kwam de productie in 2004 uit op 9,2 miljard eieren, slechts een klein stuk verwijderd van die in 2002 (9,5 miljard
1990
stuks).
2000
2001
2002
Aantal bedrijven Aantal leghennen x 1 miljoen Bron: PVE
2
1995
2003
2004
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 3
Uit nevenstaande grafiek blijkt dat in de loop der jaren de
vraag in met name Nederland en Duitsland naar scharrelei-
gemiddelde bedrijfsgrootte een forse stijging heeft meege-
eren. Flexibiliteit, een cruciaal bestanddeel van het zo veel
maakt, waarbij de laatste jaren meer dan de helft van de
geroemde Nederlandse ondernemerschap, is één van de suc-
bedrijven een bedrijfsgrootte had van minstens 50.000 leghen-
cesfactoren van de Nederlandse pluimveehouderij. Voeg daar-
nen. Deze groei is vanaf 2004 afgezwakt door de massale over-
bij de kennis en het vakmanschap, alsmede de inzet en
schakeling van kooihuisvesting naar de veel arbeidsintensie-
motivatie, en het is duidelijk waarom de Nederlandse pluim-
vere scharrelproductie.
veehouder internationaal hoog staat aangeschreven. De aanwezigheid
Nederland als kampioen scharrelproductie
van
een
hechte
en
goed
georganiseerde
agrocluster in Nederland, waarvan de efficiëntie, de kennis en de marketingpotentie alom als hoogstaand staan aangeschreven, maakt dit plaatje compleet.
Na de vogelpest hebben zich cruciale ontwikkelingen voorgedaan op het gebied van de scharrelproductie. De Nederlandse
Marktgerichtheid
legpluimveehouderij is, gestimuleerd door goede afzetvooruit-
Omdat de internationale concurrentie toeneemt, is het zaak
zichten, in de omschakeling van kooihuisvesting naar alterna-
een goede afstemming met de markt te houden. ‘Samen wer-
tieve huisvesting zeer voortvarend te werk gegaan.
ken, samen sterk’ is het devies. Moderne vormen van ketendenken bieden daarbij kansen. De samenwerking moet erop
Eierproductie 1990-2005 (x miljard stuks) 10,0
-
9,0
-
8,0
-
7,0
-
6,0
-
5,0
-
4,0
-
3,0
-
2,0
-
1,0
-
0,0
-
gericht zijn niet alleen op productniveau iets nieuws te creëren, maar vooral in de afzetkanalen nieuwe markten aan te boren. Diverse marktpartijen hameren erop meer op conceptniveau te presteren. Behalve tot de hierboven genoemde stimulansen voor de omschakeling naar scharrelhuisvesting, heeft de vogelpest er ook toe geleid dat de pluimveesector zich nadrukkelijker bewust geworden is van de maatschappelijke positie, en vooral van de rol van de media daarin. Sinds medio 2003 zijn diverse initiatieven genomen om méér en beter contact met de consumentenorganisaties te hebben. Dit heeft geresulteerd in meer begrip voor elkaars positie. Het maatschappelijk draagvlak voor de pluimveesector is erdoor verstevigd. Een punt van aandacht is het relatief beperkte assortiment eieren dat op de markt is. Het is niet alleen beperkt in soorten, maar ook in het aantal variëteiten per soort. Volgens het rap-
1990 1995 2000 2001 2002 2003 2004 2005
kooi-eieren eieren alternatieve huisvesting
port van Lohmann is het wat dit betreft in landen als Frankrijk en Italië heel wat beter gesteld. De verschillende variëteiten worden er volgens Lohmann beter gepresenteerd: de eieren in het schap van de retailer bieden een attractieve aanblik.
Bron: PVE
Een breed assortiment biedt de retail mogelijkheden om slag-
In Nederland is anno 2005 al 55% van de totale eierproductie
vaardig in te spelen op trends en prikkelt de consument om
afkomstig van scharrelbedrijven. Uit een recent onderzoek, uit-
nieuwe, exclusieve producten te kopen. In marketingtechnisch
gevoerd door de Duitse fokkerij-groepering Lohmann, blijkt dat
opzicht zijn er dus nog volop mogelijkheden.
het Nederlandse percentage scharrelproductie flink uitsteekt boven die in de overige EU-lidstaten. In Frankrijk bijvoorbeeld
Het vakmanschap en ondernemerschap van de Nederlandse
is slechts 20% van de productie scharrel, in Italië 10% en in
legpluimveehouder staan op een hoog niveau. Ook de agri-
Spanje zelfs maar 1-2%. In Duitsland, het land dat goed is voor
business heeft als zodanig een goede naam. Dit maakt de
ca. 92% van onze export van tafeleieren, is het aandeel schar-
Nederlandse legsector voldoende sterk om de concurrentie
rel anno 2005 volgens de PVE ca. 20%.
aan te gaan, zeker waar het de afzet betreft van (tafel)eieren.
Met recht kan gesteld worden dat de Nederlandse legpluim-
In de driehoek London-Parijs-Berlijn heeft Nederland de
veehouder zeer flexibel gereageerd heeft op de groeiende
beschikking over een aantrekkelijk afzetgebied met een grote
Pluimveehouderij: Gezonde groei
3
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 4
bevolkingsconcentratie. In korte tijd kunnen tafeleieren in
De ontwikkelingen gaan snel. En het speelveld is breed. Vraag
grote hoeveelheden naar deze bevolkingscentra worden ver-
en aanbod van eieren zijn immers niet alleen afhankelijk van
handeld. Met een groeiende groep consumenten die in toene-
de situatie in de legsector zélf. Ook de vooruitzichten in de
mende mate vraagt naar scharreleieren, heeft Nederland een
slachtkuikensector spelen mee, zo hebben de afgelopen jaren
prima positie in die markt. Deze positie zal bestendigd en zelfs
duidelijk gemaakt.
verder verbeterd worden, als de samenwerking tussen de ketenpartners verder zijn vruchten gaat afwerpen.
Een ei hoort erbij
De uitdaging is duidelijk: de productie moet afgestemd worden
Lang is verondersteld dat het eten van veel cholesterolhou-
op de marktvraag, in volume én kwaliteit. Maar óók moeten
dende producten ongezond is en dat je daarom beter niet te
ondernemers tijdig inspelen op nieuw beleid.
veel eieren kunt eten. Deze veronderstelling blijkt door wetenschappelijk onderzoek inmiddels achterhaald. Bij de meeste
Voor de eieren voor de droge eiproductenindustrie zijn de
Nederlanders begint langzaamaan het besef te groeien dat
vooruitzichten minder gunstig. Gelet op de veel lagere arbeids-
cholesterol in ei van een goede kwaliteit is. Een extra reden
en huisvestingskosten in landen als India en de Verenigde
ook de andere positieve aspecten van het ei nadrukkelijk voor
Staten, kan Nederland de concurrentie op prijs nauwelijks
het voetlicht te brengen. De initiatieven die hierin worden
winnen. Op dit moment heeft de sector nog een behoorlijk con-
ondernomen door de eiersector hebben niet alleen een gunstig
currentievoordeel op het punt van de (hygiënische) kwaliteit
effect voor het algemene imago van het ei, maar leiden ook tot
van de eiproducten. Door hier nog meer dan voorheen de
feedback vanuit de consumentenorganisaties en de retail. Er
nadruk op te leggen, eventueel door mobilisering van consu-
wordt gecommuniceerd en dat is een stap in de goede rich-
mentenorganisaties, kan de concurrentiepositie worden ver-
ting.
stevigd.
Ondernemers met veerkracht ABN AMRO heeft gesprekken gevoerd met legpluimveehouders en hun partners in de agribusiness. Alleen door te luisteren, kom je er achter wat hun visie is op hun bedrijf en op de sector. De moeilijke situatie na de vogelpest heeft een band geschapen. Een band die de sector als geheel gezonder maakt en beter weerbaar tegen bedreigingen. Een band ook die de sector stimuleert om te zoeken naar gezamenlijke belangen en kansen. Zo is - kijkend naar de marktvraag en de kwalificaties van de Nederlandse pluimveehouder - heel terecht gekozen voor scharrelhouderij. De eiersector heeft aangetoond zich slagvaardig te kunnen aanpassen aan de (uiteenlopende) vragen van de markt. Nederland kan met recht trots zijn op zijn agrarische sector. De meningen en visies van de mensen waarmee is gesproken, roepen het beeld op van een actieve sector. Een sector met ondernemers die uitstralen dat de Nederlandse eierproductie toekomst heeft. Ondernemers ook met veerkracht en zelfvertrouwen, die graag verantwoord verder willen groeien. Dat is precies waar ook ABN AMRO voor staat: hulp bieden bij gezonde groei.
4
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 5
Maatschap Lambregtse
Groeien voor de toekomst Het is nog maar een jaar geleden dat men de
Ondernemer: Marinus Lambregtse (tezamen met vrouw Boukje
slachtkuikens inruilde voor leghennen, maar
en schoonzoon Mark)
hier zitten ondernemers die er blijk van geven
Bedrijf: scharrelleghennen; tevens windmolen
dat ze ook dít vak beheersen. Er is lang nage-
Grootte: 80.000 leghennen
dacht over de overgang van slachtkuikens naar leghennen. Matige verwachtingen over de moeizame vleesmarkt op de middellange
Locatie: Zeewolde (Flevopolder)
Historie: van oorsprong een akkerbouwbedrijf. Vanaf 1992 begonnen met slachtkuikens. In 1999 gestopt met akkerbouw en volledig overgeschakeld op slachtkuikens. In 2004 besloten over te schakelen op scharrelhennen, mede om schoonzoon Mark een bedrijf met toekomstperspectief te bieden.
termijn én stringente eisen die gesteld worden aan huisvesting in de nieuwe EU-voorstellen, hebben uiteindelijk de doorslag gegeven bij hun keuze.
liteit is en daarmee het ei extra gezond maakt”, stelt Boukje. Bedreigingen zijn er natuurlijk ook. De grootste vijand van de Nederlandse pluimveesector is de vogelpest. Marinus vindt dat er alles aan gedaan moet worden om te voorkomen dat de vogelpest weer opduikt in Nederland. “Het dierenleed dat we
Als legsector moet je tijdig anticiperen
dan krijgen, is immers vele malen groter dan het verlies aan
Marinus Lambregtse verwacht vooral vanuit Duitsland een
aan het milieu, en dan met name de mest. Prima initiatieven om
continue, grote vraag naar scharreleieren. Duitse supermark-
mest via verbranding milieuverantwoord een goede bestem-
ten zullen steeds meer overgaan op de verkoop van uitsluitend
ming te geven moeten niet worden tegengewerkt via allerlei
scharreleieren, ongeacht of de Duitse legpluimveehouders nu
ruimtelijke ordeningprocedures. De autoriteiten zouden hierin
al of uiterlijk pas in 2012 overschakelen op een alternatieve
beslist beter moeten optreden”, aldus Boukje.
dierenwelzijn dat we hebben met een (tijdelijke) ophokregeling”, zegt hij. “Verder moet er nog het nodige gedaan worden
huisvesting. Hij denkt dat er voorlopig echter nog wel wat druk op de scharrelmarkt blijft (de vraag is nog niet zo groot als een jaar geleden gedacht), maar verwacht dat het uiteindelijk wel goed komt. De Nederlandse legsector kwalificeert hij als ondernemend en innovatief. Bovendien gaat de Nederlandse boer met zijn tijd mee en anticipeert hij tijdig op veranderende omstandigheden. Dit in tegenstelling tot collega’s in bijvoorbeeld Spanje en OostEuropa, waar het merendeel van de pluimveehouders nog steeds kooihuisvesting heeft. Er zijn nog andere pluspunten van de Nederlandse ondernemer: vooruitlopend op het gebied van dierenwelzijn, een goede kwaliteit en een uiterst zorgvuldige en veilige productiewijze. Allemaal punten die een pré vormen ten opzichte van concurrenten in andere landen. “De eiersector brengt via de Stichting ‘Blij met een ei’ onder de aandacht dat het helemaal goed zit met het Nederlandse ei. In dit kader is het van belang om nóg meer onder de aandacht te brengen dat het cholesterol in eieren van een goede kwa-
Boukje en Marinus Lambregtse: Scherp kijken naar de bedrijfsresultaten
Pluimveehouderij: Gezonde groei
5
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 6
De ‘drive’ van een kippenhouder
indertijd een goede keuze gemaakt hebben. “Het is een gevoel
De vraag naar wat in hun ogen de ‘drive’ is van een kippen-
dat je niet altijd rationeel of economisch kunt verklaren: noem
houder om -alle bedreigingen ten spijt- tóch te kiezen voor
het een ‘way of life’, iets waarvoor je kiest met je hart”, aldus
een niet geheel risicoloos bestaan in de eiersector, maakt veel
Boukje. Natuurlijk houdt de maatschap Lambregtse steeds
los. Boukje en Marinus vertellen dat ze ellenlange gesprekken
scherp in de gaten of de inspanningen ook voldoende rende-
hebben gevoerd met hun kinderen toen hun dochter en haar
ment opleveren. Die combinatie van passie, vakmanschap en
man aangaven het bedrijf te willen voortzetten. Er is gepraat
ondernemerschap heeft hen in de loop der jaren geen windei-
als Brugman om ze op andere gedachten te brengen, maar het
eren gelegd, met als resultaat dat ze nu een prachtbedrijf kun-
eind van het liedje was dat ze tóch kozen voor het vrije onder-
nen doorgeven aan de volgende generatie.
nemerschap, bóven de relatieve zekerheid van een baan in loondienst. Hierbij herkenden Boukje en Marinus overigens ook hun eigen situatie: destijds waren het hún ouders die hen probeerden te ontmoedigen om boer te worden. En natuurlijk deden ze het tóch. En ze zijn nog steeds overtuigd dat ze
Blijven groeien Marinus benadrukt dat het belangrijk is steeds te blijven groeien. “Om in de toekomst pluimveehouder te blíjven, moet je blijven groeien”, is zijn overtuiging. Daarom heeft hij ook een aanvraag lopen voor de bouw van nog eens twee stallen. Oftewel, in zijn woorden: “Zorg dat je voor in de trein zit, vlak achter de locomotief. Je moet niet te benauwd zijn om je eigen bedrijfsontwikkeling aan te pakken. En last but not least: hou de ontwikkelingen in de sector goed in de gaten en verzet op tijd de bakens als dat nodig blijkt.” Boukje vult aan dat het ook heel belangrijk is de technische resultaten van het bedrijf zo goed mogelijk te spiegelen aan die van collega’s. Een actief lidmaatschap van de studieclub van legpluimveehouders hoort daarbij. De maatschap controleert bovendien wekelijks de technische resultaten, zodat ze scherp op de bedrijfsvoering zit. In de woorden van Marinus: “Het wordt je niet zomaar in de schoot geworpen. Je moet er
Mark en Marinus Lambregtse: Scharrel heeft de toekomst
bovenop zitten.”
Legpluimveehouder Douwe de Jong
Groene eieren, groene energie Douwe de Jong is positief in zijn kwalificatie
Ondernemer: Douwe de Jong
van de Nederlandse legpluimveehouderij: hoge
Locatie: Parrega (Fr)
productie per persoon, goede technische
Grootte: Totaal 52.000 leghennen, in 2 stallen: 29.000 volière,
resultaten, groot vakmanschap. Hij voegt er
23.000 traditioneel scharrel
echter direct aan toe dat alles nóg beter kan. Zélf houdt Douwe de vinger aan de pols door een regelmatige vergelijking met collega’s door gegevensuitwisseling met anderen via de computer. Op die manier hou je jezelf scherp, is zijn ervaring. 6
Bedrijf: scharrelleghennen; tevens windmolen
Het bedrijf biedt werk aan 1,5 VAK (behalve Douwe, in deeltijd ook zijn vader en vrouw) Doel is om te zijner tijd 100.000 slachtkuikens te houden, allemaal op volière.
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 7
Het kan nóg beter In één adem gaat hij vervolgens door met waar Nederland nog wel een extra slag kan maken: promotie en marktbewerking. “Agrarisch Nederland is goed in produceren, maar heeft moeite dit op een juiste manier aan de man te brengen. Daar bovenop is de agrarische sector te weinig creatief”, stelt hij. Douwe geeft aan dat je bij de huidige (lage) eierprijzen als ondernemer bijna gedwongen wordt initiatieven te ontwikkelen die de promotie van je product ondersteunen. Klagen (dat het aan de consument of aan de overheid ligt) doet hij echter niet. “Dat heeft geen zin.” Hij geeft aan dat hij met het plan rondloopt om met een ei op de markt te komen dat zich onderscheidt van de overige scharreleieren. De pluimveehouder uit Parrega vindt dat je niet bang moet zijn de concurrentie met het buitenland aan te gaan. De Nederlandse eiersector heeft immers een aantal pluspunten: “We zijn heel goed in het produceren van
Douwe de Jong: Nieuwe dingen oppakken
een veilig product. We kunnen snel schakelen, sneller dan menig ander land en er is flexibiliteit en drive. Niet voor niets
ten zich voldoende realiseren dat ‘het doorschuiven van dozen’
zijn we in de loop der jaren uitgegroeid tot de grootste eierex-
niet meer van deze tijd is. “In het stelselmatig benadrukken
porteur ter wereld.“ Voor de eiproducten is er evenzeer een
van ‘vers’ en een zekere mate van specialisatie, zoals dat bij
toekomst, maar dan met de kanttekening dat we in de grote
slachtkuikens gebeurt, liggen nog kansen”, zegt hij.
bulkproducten weinig te zoeken hebben. “Creatief en innova-
Douwe heeft als rechtgeaarde Fries een natuurlijke drive om
tief zijn. Richt je daarbij op nicheproducten”, is zijn strategie.
dingen op te pakken waar andere boeren niet of nauwelijks aan toe komen. Hij heeft plannen om energie uit mest te halen via een biogasinstallatie en het daarna zodanig te bewerken
Toegevoegde waarde benadrukken
dat het een prima afzetbaar product wordt. Groene energie,
Douwe vindt dat een aantal eierpakstations nog te weinig initi-
groene eieren: dit is waar duurzaamheid voor staat in de ogen
atieven neemt om van het ei een aantrekkelijk product te
van Douwe. Als hij dit kan realiseren, dan is zijn bedrijf volledig
maken (met daarbij een hogere marge). “Eierpakstations moe-
toegerust voor de toekomst.
,,
Meningen vanuit de Legpluimveesector
■ Marketing
,,
Piet Kwetters (Kwetters eieren)
Hendrik Jan Kieft (Agrarisch specialist ABN AMRO)
”Vermarkting? De bloemensector kent het kunstje beter: de
”Ik heb een positief gevoel bij de ontwikkelingen in de eiersec-
kwekers spelen goed in op de marktvraag. Ze leveren dat wat
tor. Veel pluimveehouders zijn omgeschakeld op scharreleie-
er gevraagd wordt én wanneer het gevraagd wordt. De leg-
ren. Nu moet nog eens doorgepakt worden en meer worden
sector zou dat ook kunnen.”
ingezet op merkeieren. In samenwerking met pakstations en
de retail moeten eieren op de markt gebracht worden die zich
”De laatste 35 jaar zijn er veel producten bijgekomen op de
onderscheiden van de overige eieren. Echte A-merken dus.
ontbijttafel; schrikbarend veel zelfs. Het ei komt daarmee in de
De retail heeft hier wel oren naar, want dan heeft men iets bij-
verdrukking. Hoeveel kaassoorten zijn er tegenwoordig wel
zonders, waar een navenant behoorlijke marge op gemaakt
niet? De eiersector moet initiatieven nemen om óók meer
kan worden.”
soorten eieren te krijgen.”
Pluimveehouderij: Gezonde groei
7
,,
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 8
Henk van Faassen (Lohmann fokkerijgroepering)
Hendrik Jan Kieft (Agrarisch specialist ABN AMRO)
”De belangrijkste taak voor een fokkerijgroepering is vooruit-
”Als ’bankman’ prefereer ik een ondernemer die een duidelijke
kijken naar wat er op consumentenniveau gebeurt. Er moeten
strategie heeft. Iemand die anticipeert op kansen en bedrei-
hoe dan ook eieren geproduceerd worden die de consument
gingen. Die een breed blikveld heeft, om zich heen kijkt en
aanstaan. Qua kleur, grootte en kwaliteit, maar ook qua huis-
weet wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Iemand
vestingssysteem.”
die weet waar hij heen wil, niet met de massa meeloopt, maar zijn eigen koers uitzet.”
■ Ondernemerschap ■
Keten
Symen van der Velde (Broederij en opfokorganisatie Broederij ter Heerdt b.v.)
Ton Zents (Zents Pluimveebedrijven BV)
”De Nederlandse pluimveehouder is een ‘winner’. Het zijn
”Ketenproductie? Prima, maar dan niet in de zin van ‘geke-
innovatieve ondernemers in een snel veranderende markt.
tend’, maar in de vorm van échte samenwerking binnen de
Zelfstandig. Ze gaan voor eigen boterham en een eigen plek in
kolom. Op dit moment steekt het dat de prijsvorming zo
de markt.”
ondoorzichtig is. Transparant werken, waarbij de opbrengst eerlijk verdeeld wordt over de partijen: dát zou de basis moe-
”De Nederlandse legpluimveehouder heeft op het gebied van
ten zijn voor samenwerking in de keten.”
alternatief gehuisveste hennen een voorsprong op zijn buitenlandse collega's als het gaat om huisvesting, productie en
”Wie de regie moet voeren over de keten? Logisch zou zijn om
knowhow. Nederland heeft daarbij nog een gunstige ligging
hiervoor naar de pakstations te kijken, maar ik constateer dat
ten opzichte van Duitsland; een 17e Bundesland als het ware.”
ze daar nog niet allemaal voldoende op ingericht zijn. Het ontbreekt aan leiderschap. Wellicht dat een aantal partijen
Henk van Faassen (Lohmann fokkerijgroepering)
binnen de kolom, onder andere ook legpluimveehouders, hierin
”De Nederlandse pluimveehouder steekt tegenover de buiten-
de leiding zou moeten nemen. En dan het initiatief nemen tot
landse collega’s gunstig af. Hij is gewend om snel beslissingen
een betere vermarkting en verwaarding van het ei. Er moet
te nemen. Hij is ondernemend. Hij is verantwoord bezig. De
sowieso meer energie gestoken worden in productvernieu-
Nederlandse boer is één van de weinigen in de EU die zelf zijn
wing en marktbewerking. Er moet dus meer aandacht aan
bedrijfsstrategie bepaalt.”
‘verkopen’ worden besteed! De pakstations die hier werk van maken, zijn goed bezig.”
Leon Pijls (Albatross internetbedrijf) maken? Of gaat het meer om: ben je een ‘blijver’? Goed vak-
Noud Janssen (Voorzitter LLTB; tevens legpluimveehouder)
manschap resulteert in een lage kostprijs. Bedrijven met bete-
”De samenwerking in de keten kan een stuk beter. Bij een klei-
re resultaten dan collega-bedrijven hebben een betere
ne sector zou je verwachten dat men elkaar beter weet te vin-
continuïteit en zijn daarmee betere partners. Oók voor een
den; helaas komt daar nog te weinig van terecht. Blijkbaar zijn
eierhandelaar. Goed vakmanschap dwingt doorgaans dan ook
er nog te veel pluimveehouders én pakstations die ieder voor
een scherper eierafzetcontract af.”
zich te veel met een prijsverhaal bezig zijn en te weinig oog
”Lage eierprijzen. Moet een bank zich daar zorgen over
,,
hebben voor een betere communicatie met de retail.”
Noud Janssen (Voorzitter LLTB; tevens legpluimveehouder) ”Voor Nederland zijn er veel kansen op het gebied van goed
■
Wetgeving
productie. Bij kooi-eieren hebben we al aangetoond dat de
Noud Janssen (Voorzitter LLTB; tevens legpluimveehouder)
Nederlandse boer daar goed in is; bij scharrel zal blijken dat
”De EU heeft gesteld dat er per 2012 alleen nog maar scharrel-
we hierin relatief nóg beter scoren dan de collega’s in de rest
houderij mag zijn. Het is de vraag of de eiproductenindustrie
van Europa.”
óók die vertaalslag wil maken. Ik sluit niet uit dat er op termijn
vakmanschap en management in combinatie met de scharrel-
sprake is van twee gescheiden markten: die voor tafeleieren,
en die voor eiproducten. Wellicht dat de EU-wetgeving dan ook een onderscheid maakt voor de welzijnseisen in de houderij.”
8
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 9
Rentemanagement in de agrarische sector, jazeker! Beperk uw renterisico
Werking Rente Cap
Een groot deel van de agrarische ondernemers in Nederland heeft een lening met variabele rente. Al deze ondernemers profiteren van de huidige lage rente, maar lopen ook een risico op het moment dat de rente stijgt. Elke procent rentestijging geeft bij een modern bedrijf al gauw een kostprijsstijging van 1 cent per kg scharreleieren en 0,5 cent per kg kuikenvlees. Voor ondernemers die wat dat betreft geen risico’s willen nemen, zijn er vele mogelijkheden om beide zaken te combine-
4,50
zijn tegen een mogelijke rentestijging. Dit kan bijvoorbeeld met de Rente Cap.
Werking Rente Cap Met een Rente Cap verzekert u zich tegen rentestijgingen en
rente
ren; profiteren van de huidige lage rente en toch beschermd
looptijd
profiteert u van rentedalingen. De Rente Cap is als het ware een afgesproken renteplafond, een verzekering tegen een ongewenste rentestijging waarvoor u ook een premie betaalt.
Euribor (= te betalen marktrente zonder Rente Cap
Indien de geldmarktrente aan het begin van de afgesproken
Afgesproken renteplafond (4,50% = maximale rente oftewel de caprente)
renteperiode onder het plafond ligt, dan betaalt u de actuele geldmarktrente (veelal Euribor). Maar ligt deze erboven, dan zijn uw rentelasten gemaximeerd.
Effectieve rente op basis van de Rente Cap
Profiteren van de rentemarkt Afgedekt risico
U weet dus precies waar u aan toe bent en met welke rente u kunt calculeren. Bovendien weet u zeker dat u voor uw lening nooit meer rente zult betalen dan het met u afgesproken renteplafond (exclusief kredietopslag). De grafiek geeft een mogelijke renteontwikkeling en de werking van de Rente Cap weer. De éénmalig te betalen premie bedraagt in dit voorbeeld indicatief 2% over de hoofdsom en kan eventueel gespreid worden betaald. De effectieve rente op basis van de Rente Cap ligt dan iets hoger in verband met deze te betalen premie. I. Op de 1e fixatiedag* wordt Euribor vastgesteld op 3,50%. Dit is lager dan het renteplafond van 4,50%. U betaalt de lage marktrente en er vindt geen verrekening plaats uit hoofde
I .Op de 2e fixatiedag wordt Euribor vastgesteld op 5,30%. Dit is hoger dan het afgesproken renteplafond van 4,50%. U maakt gebruik van uw verzekering in de vorm van de Rente Cap en de bank keert u 5,30% - 4,50% = 0,80% rente uit. Met de Rente Cap blijft uw krediet op basis van variabele rente gefinancierd, maar bij een rentestijging hoeft u nooit meer te betalen dan het met u afgesproken renteplafond (exclusief kredietopslag). Laat u informeren over de vele mogelijkheden die de bank u biedt om uw renterisico te beperken. * fixatiedag: dag waarop de rente wordt vastgesteld
van de Rente Cap.
Pluimveehouderij: Gezonde groei
9
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 10
De Vleeskuikensector Concurreren op ’vers’ Een blik in een maaltijdenrubriek leert, dat daarin behoorlijk veel kipgerechten staan. Kip heeft in de afgelopen jaren een snelle opmars gemaakt als vlees dat snel en makkelijk te bereiden is, een prima prijs-kwaliteitverhouding heeft en bovendien smakelijk en gezond is. De slogan ‘Kip, het meest veelzijdige stukje vlees’ slaat ook in dat kader de spijker op zijn kop.
De opmars van pluimveevlees en het neerzetten van een sterk werk en energie gestoken in promotie van kookgerechten met
Aanspreken op vakmanschap en ondernemerschap
kip als (hoofd-)ingrediënt. Bovendien is de prijs laag gehouden.
De komende jaren zal de vleeskuikenhouder moeten aantonen
Dat alles heeft tot een fors hoger verbruik geleid. Binnen de
dat hij, náást goed vakmanschap, ook het ondernemerschap
totale vleesconsumptie heeft kip (‘vleeskuikenvlees’) zich een
goed in de vingers heeft. ‘Vakmanschap’ in de vorm van het op
prominente positie verworven. Hoewel varkensvlees nog
orde hebben van je technische resultaten, zoals een scherpe
steeds de onbetwiste nummer één is, is kip flink opgerukt.
voederconversie, geringe uitval en goede karkaseigenschap-
imago is een prestatie die een dikke pluim verdient. Er is veel
pen. Dit alles met als hoofddoel om voldoende marge te behaDoor matige toekomstverwachtingen zijn na de vogelpest
len tussen opbrengstprijs en kostprijs.
vanaf medio 2003 minder vleeskuikens opgezet. Bovendien zijn
En ‘ondernemerschap’ door het op een correcte manier invul-
een aantal bedrijven met vleeskuikens en vleeskuikenouder-
ling geven aan de samenwerking met medewerkers en keten-
dieren overgeschakeld naar de leghennenhouderij. Dit heeft in
partners en het succesvol financieel managen van het bedrijf.
2004, en volgens de PVE ook in 2005, geleid tot een lagere pro-
Hij zal knopen moeten doorhakken ten aanzien van investerin-
ductie dan voorgaande jaren. Bij een eveneens constante dan
gen, gericht op een lagere kostprijs en/of hogere opbrengst-
wel licht dalende productie van slachtkuikens in de buurlan-
prijs. De juiste combinatie van investeringen op het gebied van
den, was de prijsvorming voor vleeskuikens in 2005 navenant
bedrijfsgroei en ten aanzien van ventilatie, voer en mestafzet
behoorlijk goed.
bijvoorbeeld is een voortdurende zoektocht.
Goed in ‘vers’
Een aantal ondernemers kiest ervoor de kostprijs te verlagen
De sector realiseert zich terdege dat de kostprijs voor produc-
via schaalvergroting. Op die manier proberen ze investeringen
tie van pluimveevlees een fors stuk lager is in landen als
voor hogere kwaliteitseisen op het gebied van diergezondheid,
Brazilië en Thailand. Via verhoogde importtarieven kan dit
voedselveiligheid en dierenwelzijn rendabel te maken. Op dit
gecorrigeerd worden door de EU-Commissie, maar door de
moment zijn voorstellen van de EU-Commissie in bespreking
WTO is bezwaar gemaakt tegen de heffingen op gezouten kip-
over dierenwelzijn. Afhankelijk van de invulling hiervan kan dit
filet uit Brazilië. Het is daarom verstandig andere wegen te
een kans voor Nederland betekenen, míts er ook een mogelijk-
bewandelen. Het is van belang via een goede definitie en afba-
heid komt om via etikettering te wijzen op het onderscheidend
kening van ‘vers’ het pluimveevlees in Europa onderscheidend
vermogen van vleeskuikens die voldoen aan de Europese wel-
te maken. De afzet van verse producten is immers één van de
zijnregels. Het is bovendien van belang dat in de EU-discussie
sterke punten van de Nederlandse slachtpluimveesector, die in
voldoende ruimte komt voor het vakmanschap van de
de driehoek Londen-Parijs-Berlijn (de thuismarkt) een groot
Nederlandse vleeskuikensector.
afzetgebied heeft. 10
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 11
Nederland is al behoorlijk ver gevorderd met de reductie van
ziektes als vogelpest. Maar dit geldt evenzeer voor de inciden-
Salmonella-besmetting in pluimveevlees. Dat dit bij Campy-
ten in andere schakels van de keten, zoals de verontreiniging
lobacter een stuk ingewikkelder ligt, ziet gelukkig ook de
van diervoeder, die hun weerslag kunnen hebben op het imago
Nederlandse overheid in. De toezegging van het Ministerie
van de slachtkuikensector.
VWS om hierin geen ‘Alleingang’ te voeren, maar zo veel
Daarom is het zaak als ondernemer over de grenzen van het
mogelijk in de pas te lopen met de resultaten van onderzoek én
eigen bedrijf heen te kijken en de uitdaging aan te gaan om in
de voortgang in andere EU-landen, mag als bewijs worden
ketenverband deze risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten en te
opgevat dat de overheid zich meer en meer rekenschap geeft
voorkomen.
van de beginselen van ‘level playing field’. Er moet ingezet worden op een realistisch tijdpad, waarbij ver-
Een punt van aandacht tenslotte is de ketenregie in de vlees-
der geprobeerd moet worden de Nederlandse voorloperpositie
kuikensector. De mengvoerbranche heeft tot nog toe die rol
op dit gebied te behouden.
met succes vervuld, daarbij vooral een productiegestuurde aanpak kiezend. De laatste jaren is echter duidelijk geworden
Over de grenzen van je eigen bedrijf kijken
dat de regie vooral vraaggestuurd zal moeten zijn. De vraag is
De kwetsbaarheid van de sector blijft een groot zorgpunt. Dat
dat initiatieven hiertoe meer en meer door de slachterijen wor-
geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de uitbraak van dier-
den genomen.
Vleesconsumptie 1990-2004 (kg per hoofd bevolking)
Aantal bedrijven en slachtkuikens (x1 miljoen) 1990-2004
aan de orde of de mengvoerindustrie in staat is te switchen van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd. Het ligt in de rede
50
-
60
45
-
50
40
-
35
-
1500 40
1000 30
20
25
-
20
-
500 10
16 1990
1995
2000
2001
2002
2003
2004
0 1990
pluimveevlees varkensvlees rund- en kalfsvlees Bron: PVE
1995
2000
2001
2002
2003
2004
Aantal bedrijven Aantal slachtkuikens x 1 miljoen
Bron: PVE
Pluimveehouderij: Gezonde groei
11
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 12
Vleeskuikenhouder Kees Koolen
Vertrouwen op eigen intuïtie Kees en Annelies Koolen willen op korte termijn uitbreiden van 120.000 naar 170.000 vleeskuikens. Op hun gezinsbedrijf kiezen ze voor een efficiënte bedrijfsvoering waarbij de beoogde
Ondernemer: Kees Koolen (tezamen met vrouw Annelies) Locatie: Bergeijk (N-Br) Bedrijf: Vleeskuikens Grootte: 120.000 vleeskuikens Historie: oorspronkelijk gestart als combinatie vleeskuikens en vleesstieren. Verder waren er toen nog diverse handels-
schaalvergroting een kostprijsverlaging zal
activiteiten. Gaandeweg zijn de vleesstieren afgestoten, omdat
opleveren.
die te weinig renderend waren. Na afstoting van handelsactiviteiten in 1997, nu volledig gericht op vleeskuikens.
Mondiale concurrentie
moet zijn. Alsof er geen verschillen zijn in temperatuur, lucht-
Kees en Annelies hebben volop oog voor de ontwikkelingen in
vochtigheid én management/vakmanschap tussen Helsinki en
de sector. Door liberalisering van de wereldmarkt verhevigt de
Napels of tussen Dublin en Warschau. “Dat vergt nog veel uitleg
marktdynamiek: hogere pieken, maar ook diepere dalen. “Als
en lobbywerk. Waarbij het ook aan te raden is eerst de resulta-
ondernemer doet dat een beroep op je uithoudingsvermogen,
ten van onderzoek af te wachten alvorens besluiten te nemen
zéker als de dalen ook nog eens behoorlijk lang aanhouden”,
die leiden tot drastische, nodeloos kostprijsverhogende maatre-
zegt Kees. “Voeg daarbij dat de spelregels soms onbegrijpelijk
gelen”, aldus Kees.
zijn en dat sommige landen wel érg makkelijk toegang krijgen tot
Kees en Annelies blijven echter optimistisch gestemd. Ze zijn
de lucratieve Europese markt.” Hij vindt het sowieso niet ver-
van mening dat de Nederlandse vleeskuikensector een aantal
standig om als welvarend land je al te afhankelijk op te stellen
pluspunten heeft waar andere landen nog lang niet aan toe zijn.
van landen die zich nog moeten bewijzen als het gaat om conti-
“Goede logistiek. Alles zit dicht bij elkaar: voer, broederij, slach-
nue en duurzame levering van eerste levensbehoeften.
terij, kennis. En een grote groep koopkrachtige consumenten die graag een mooi stukje vlees willen hebben, voor niet al te veel
….en wat doet Europa?
geld.”
Europa moet in dat kader beter op zijn zaak letten. Niet alleen
Kees vertrouwt bovendien op zijn intuïtie: hij wil zélf een koers
extern alert zijn, maar zeker ook op haar eigen grondgebied de
uitzetten en niet altijd doen wat diverse ‘sectordeskundigen’
zaken goed regelen, vindt hij. Als voorbeeld haalt hij aan dat de
adviseren. “Want dan loop je achter de markt aan”, zo stelt hij.
plannen voor de nieuwe welzijnsregels wel erg gemakkelijk stellen dat de dichtheid per vierkante meter overal in de EU gelijk
Vrouw zoekt Boer Opmerkelijk (én verheugend) vindt Kees het, dat onder de Nederlandse bevolking het draagvlak voor de landbouw is gegroeid. “Op de een of andere manier begrijpt de hedendaagse consument steeds beter dat het stukje vlees op zijn bord daar alleen kan komen als er ook ergens een pluimveehouder is die zijn best doet dit zo efficiënt mogelijk te produceren. Kinderen van boeren kunnen nu, net als veertig jaar geleden, weer vol trots vertellen dat hun ouders een boerenbedrijf hebben.” Kees vindt dat de sector ook de hand in eigen boezem mag steken. “Doordat men gaandeweg opener is geworden, en - dus - meer deel uitmaakt van de maatschappij, is het wederzijds begrip gegroeid. Wellicht dat dit ook het succes van een TV-programma als ‘Boer zoekt Vrouw’ ten dele verklaart.”
Kees Koolen: Een open opstelling verbetert de communicatie 12
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 13
Innovatie en groei gaan hand in hand Gevraagd naar het begrip ‘innovatie’ is Kees volmondig in zijn mening: dat moet op alle terreinen plaatshebben. “Nergens in de keten mag er stil gestaan worden.” Kees geeft aan dat hij als vleeskuikenhouder zo efficiënt mogelijk het bedrijf probeert te leiden. “Dat verwacht ik ook van de agribusiness. Er zal steeds verder doorgegroeid worden en - net als in andere sectoren zal iedereen in de keten efficiënter moeten werken. Ook de landbouwsector zal zich moeten aanpassen aan de mores van de economie”, vertelt hij. “Niet als boer, maar des te meer als manager, zal ingezet moeten worden op een beheersbare groeistrategie.” Inzetten op beheersbare groeistrategie
Tsjep en Akkie Jorritsma
Eigen mengvoerproductie Tsjep en Akkie Jorritsma leiden een bedrijf dat in de loop der jaren flink gegroeid is. Een groei
Ondernemer: Tsjep en Akkie Jorritsma, tezamen met drie medewerkers Locatie: Tzummarum (FR)
in aantal dieren, maar vooral ook in de breedte.
Bedrijf: Vleeskuikens
Enthousiast steekt Tsjep van wal als hij begint
Omvang: 300.000 stuks Historie: In 1993 het bedrijf van Tsjep’s ouders overgenomen,
over zijn laatste ‘speeltje’: een eigen meng-
met indertijd 200.000 vleeskuikens. Na een brand in 1996 is het
voerfabriek. Hij betrekt het concentraat van de
bedrijf volledig gerenoveerd en doorgegroeid naar 300.000
voerfabrikant en laat zich door hen ook uitgebreid adviseren over de meest optimale voersamenstelling. De grondstoffen tarwe, maïs,
dieren. De bedrijfsgebouwen bevinden zich op twee verschillende locaties, slechts 100 meter van elkaar vandaan. Reeds in 1996 begonnen met het bijmengen van tarwe; onlangs resulterend in een heuse mengvoerproductie-unit. Op de planning staat een uitbreiding naar 340.000 vleeskuikens.
sojaschroot en vet haalt hij zelf op in de Rotterdamse haven of laat hij afleveren. De conclusie na drie mestronden: het is een stuk voordeliger dan voorheen.
meteen beter is. Er zijn genoeg kleinere bedrijven die het prima voor elkaar hebben.” Iets dergelijks geldt ook voor de bedrijvigheid om de pluimveehouderij heen. “De slachterijen zijn prima weggekomen uit de situatie van overcapaciteit van enkele jaren geleden. Er wordt nu duidelijk efficiënter gewerkt,
Kostprijs is leidend
waardoor ook een betere uitbetalingprijs gerealiseerd wordt.”
De opschaling heeft een positieve invloed gehad op de kost-
Kijkend naar de productieresultaten, is Jorritsma zeer tevreden.
prijs van het bedrijf van de familie Jorritsma. “Maar”, zo bena-
Met zijn negen stallen draait hij constant scherpe resultaten.
drukt Tsjep, “Het geldt niet voor alle situaties dat groter ook
Doordat hij zijn eigen voer produceert, zit hij misschien nog
Pluimveehouderij: Gezonde groei
13
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 14
niet bij de absolute top waar het de voederconversie betreft, maar is hij wél in staat om een zéér scherpe kostprijs neer te zetten. De combinatie van een tamelijk grote bedrijfsomvang, houtverwarming, eigen voerproductie, betrokken medewerkers én een onlangs aangeschafte vangmachine maakt dat hij bij de winnaars hoort qua kostprijs. In tijden van goede opbrengstprijzen haalt hij de maximale winst, terwijl hij ook in tijden van extreem lage prijzen in staat is een redelijke boterham te verdienen. Als zodanig heeft de op zijn bedrijf toegepaste innovatie hem géén windeieren gelegd.
Innovatief aan de slag Het bedrijf van de familie Jorritsma is zeker geen standaardbedrijf. Allereerst natuurlijk de houtgestookte verwarming, een kunstje dat Tsjep heeft afgekeken tijdens een excursie naar Denemarken, ruim vijfentwintig jaar geleden. Vervolgens de hypermoderne apparatuur om zelf mengvoer te maken. Door zijn brede interesse is Tsjep vaak verbeteringen al op het
Tsjep en Akkie Jorritsma: Zelf innovatief bezig zijn
spoor voordat bijvoorbeeld het Spelderholt hiermee kwam. Zo heeft hij veel energie en creativiteit gestopt in de toepassing
“Natuurlijk kan dat leiden tot afspraken om te leveren op een
van een efficiënte klimaatbeheersing op zijn bedrijf. Nu wil hij
tijdstip dat je niet uitkomt, maar als partner in de keten heb je
iets gaan doen met biogasinstallaties; een vergunningsaan-
nu eenmaal niet alleen rechten, maar ook plichten. Als je flexi-
vraag loopt inmiddels.
biliteit van anderen verlangt, dan moet je die ook zelf tonen. Dat geldt voor het contact met een voerfabriek, een slachterij,
Aan een relatie moet gewerkt worden, liefst van twee kanten.
maar óók met een bank. Het belang van een goede bank die
Akkie en Tsjep hechten aan een open en eerlijk overleg met
je niet steeds weer het hele verhaal moet gaan uitleggen”,
kolompartners. Alles in redelijkheid bespreken, is hun motto.
aldus Akkie.
Met eigen voer een zeer scherpe kostprijs neerzetten
14
met je meedenkt, je vertrouwt en mee discussieert over je (groei-)plannen. En die genoeg heeft aan een half woord, zodat
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 15
,,
Meningen vanuit de Vleeskuikensector
■ Marketing
driehoek Parijs-Londen-Berlijn. Er zal echter scherp gelet moeten worden op de kostprijs. Dat betekent dat de schaal-
Ad Kemps (Coppens diervoeding)
vergroting blijft doorgaan en dat het totaal aantal bedrijven
”Brazilië en Thailand een bedreiging voor Nederlands pluim-
afneemt.”
veevlees? Wij willen ons juist met onze Europese producten onderscheiden. Herkenbaar maken. Het is een gegeven dat áls
”Een goede ondernemer is iemand die zich weet te onder-
consumenten iets kunnen herkenen, ze dan voor het
scheiden. Op diverse fronten: op zijn technische resultaten,
Nederlandse kwaliteitsproduct zullen kiezen.”
maar ook op het vlak van onderhandelen met zijn leveranciers en afnemers. Hij moet dus niet alleen in de stal goed bezig zijn,
Alfred van Lenthe (PVE)
maar óók daarbuiten. Dit om de kleine verschillen die er zijn,
”Alle kansen moeten worden aangegrepen. We zouden pro-
volledig te benutten.”
actiever moeten aansluiten bij de obesitas-discussie: Pluimveevlees is een heel gezond product. Het imago van
■
Keten
mager vlees zou extra uitgebuit mogen worden.”
Bas Koot (Broederij Lagerwey) “Niet alleen een product afzetten, maar een concept, dus
”De vleeskuikenketen in Nederland kan nog wel wat verster-
inclusief de distributie. Zorg dat je je onderscheidt. Een pro-
king gebruiken. Er is behoefte aan een duidelijke ketenregis-
duct is inwisselbaar. Bij een concept is dat een stuk moeilijker.”
seur om aanbod en vraag beter op elkaar af te stemmen. Dat zou een slachterij moeten doen (vraaggestuurd). De voersec-
Cees Vergouwen (Agrarisch specialist ABN AMRO)
tor was voorheen ook sturend, maar dat was vooral productie-
”De sector heeft de marketing rondom de afzet van kip goed
gestuurd.”
voor elkaar. De andere vleesproducten kunnen hier een voorbeeld aan nemen. De delen-vermarkting is goed in de markt
■
Wetgeving
gezet en dat moeten we zeker zo houden. Dus niet achteroverleunen.”
,,
Ad Kemps (Coppens diervoeding)
”We zien dat onder druk van McDonald’s ook in de VS de dis-
■ Ondernemerschap
cussie over welzijn oplaait. Op die manier wordt dierenwelzijn een mondiaal item en zal blijken dat Nederland een voor-
Herman van Welie (ABAB)
sprong heeft in de toepassing ervan.”
”Na de vogelpest is er in de vleeskuikenhouderij in Nederland fors gesaneerd. Vraag en aanbod zijn gewijzigd. Bovendien
Jan Odink (NEPLUVI)
wordt er nu nóg strakker naar de financiële resultaten geke-
”De nieuwe welzijnsregels voor vleeskuikens, zoals ze nu
ken. Ik ben gematigd optimistisch over de toekomst. Zéker niet
staan in de conceptverordening van de EU, zijn voor niemand
pessimistisch. Op dit moment is de sector een heel stuk gezon-
een pré. Er wordt te weinig rekening gehouden met de ver-
der dan twee jaar geleden. Vooral de grotere bedrijven zijn op
schillende omstandigheden binnen de EU. Hanteer geen
dit moment, met het oog op de toekomst, bezig met bedrijfsver-
middelvoorschriften, maar hanteer doelvoorschriften.”
groting. Die bedrijven groeien sneller dan de kleinere.”
Cees Vergouwen (Agrarisch specialist ABN AMRO) “Er is veel onzekerheid over de import vanuit Brazilië en Thailand, maar ik denk dat we een goede markt kunnen behouden door onze afzet van ‘vers’ in de directe regio, de
Pluimveehouderij: Gezonde groei
15
Agraries Nieuws
01-11-2005
13:39
Pagina 16
Onze agrarisch specialisten Groningen
Gelderland
Zuid-Holland
Noord-Holland
Groningen Ing. J. Westers 06.51301480
Doetinchem Ing. F.A.M. Dorresteijn 06.51300831
Alphen a/d Rijn Ing. J.J.A. van Leeuwen 06.51300708
Den Helder Dhr. A.J. Verbruggen 06.51301295
Groningen Dhr. H. Kasemier 06.22924637
Apeldoorn Ing. E. Pierik 06.51301789
Capelle a/d IJssel Dhr. C. Kroon 06.51300700
Hoorn Dhr. J.N.M. Velzeboer 06.53876425
Winschoten Ing. H.J. Kieft 06.51301268
Utrecht Ing. J. Sinke 06.20248168
Gorinchem Ing. J.J. Daalhuizen 06.51300683
Friesland
Gorinchem Ing. J.J. Daalhuizen 06.51300683
Leeuwarden Dhr. J.H. Dijkstra 06.53986383
Informatie en advies
Brabant
De agrarisch adviseur van ABN AMRO is vertrouwd met de
Leeuwarden Dhr. T. Okkema 06.51301838
Breda Ing. M.R. Wortelboer 06.51478385
sector en met de ontwikkelingen en uitdagingen waarmee de
Drachten Dhr. J. Dam 06.23362394
Eindhoven Dhr. C.J. Vergouwen 06.51458301
ABN AMRO-organisatie.
Drenthe
Tilburg Ing. J.A.M. de Craen 06.51478384
Assen Ing. T. Tempelmann 06.51474434 Groningen Dhr. H. Kasemier 06.22924637
Overijssel Hardenberg Dhr. G.H. Olthof 06.51478817
agrarisch ondernemer wordt geconfronteerd. Hij is financieringsspecialist en weet de weg binnen de
Vast aanspreekpunt Bij de agrarisch adviseur kunt u in principe terecht met al uw vragen op financieel gebied. Of het nu gaat om bedrijfsfinanciering, verzekeren, pensioenvoorziening, privévermogen, fiscaliteit of beleggen.
Doetinchem Ing. F.A.M. Dorresteijn 06.51300831
Kantoor in uw regio
Limburg
rechtstreeks met een van de agrarisch adviseurs bij u in de
Roermond Dhr. A.H.M. Kessels 06.51458407
buurt.
Zeeland
U kunt een afspraak maken via uw ABN AMRO-kantoor of
ABN AMRO is op verschillende manieren bereikbaar, 24 uur per dag, 7 dagen per week.
Enschede Ing. J.H.M. Wilmink 06.51478816
Goes Dhr. A.B. Koole 06.51478386
Flevoland
Breda Ing. M.R. Wortelboer 06.51478385
week). Via dit telefoonnummer kunt u tijdens kantooruren ook
Utrecht
Internet
Utrecht Ing. J. Sinke 06.20248168
Op www.abnamro.nl/agrarisch vindt u informatie over produc-
Emmeloord Ing. A.H. Broeze 06.51301789 Drachten Dhr. J. Dam 06.23362394
Voor vragen over de producten en diensten van ABN AMRO belt u met 0900-0024 (lokaal tarief, 24 uur per dag, 7 dagen in de
Alphen a/d Rijn Ing. J.J.A. van Leeuwen 06.51300708
16
Advies
een afspraak maken voor een persoonlijk adviesgesprek.
ten en bankzaken, een overzicht van de agrarisch adviseurs, specifieke informatie over verschillende sectoren en nog veel meer. Kijk voor uitgebreide informatie over onze producten en dienstverlening op: www.abnamro.nl
Meer mogelijk maken