Plenaire sessies: 1) The new stroke era? Prof. dr. Y.B.W.E.M. Roos Mw. Dr. M.E.S. Sprengers
Een 'new Era' in stroke startte in het voorjaar van 2015. Na de positieve resultaten van de Nederlandse MR Clean trial -waarbij patiënten die een intra-arteriële trombectomie/behandeling ondergingen minder morbiditeit hadden bij 90 dagen analyse- werden meerdere andere lopende studies tijdelijk 'on hold' gezet totdat de resultaten van de interim analyses bekend werden. De Swiftprime, escape en extend-ia publiceerden in het voorjaar van 2015 alle drie hun eveneens positieve resultaten. De resultaten van deze en andere reeds positieve trials zullen grote invloed hebben op de work-up en behandeling van stroke patiënten nu en in de toekomst. Een plenaire sessie door een neuroloog met een interventieradiooog. De resultaten van de verschillende grote trials, lopende trials en de implicaties hiervan in de praktijk zullen worden besproken. Hierbij wordt ook ingegaan op de logistieke uitdagingen. ¾ uur? Leerdoelen:
Aan het eind van de sessie heeft de deelnemer: Inzicht in huidige evidence en stand van zaken betreffende therapie van ischemische beroerte Inzicht in de logistieke uitdagingen rondom ischemische beroerte
Level 1-3 2) Beeldvorming in stroke. Dhr. Dr. B.J. Emmer Twee SWC’s geleden lag de nadruk op hemorrhagische stroke, nu zal de nadruk komen te liggen op de ischemische stroke. De work-up van het acute CVA en de ‘ia kandidaat’. Voor de selectie van patiënten is er een uitgebreid arsenaal aan imaging technieken beschikbaar, met elk hun eigen voor- en nadelen. Er zal gesproken worden over de vereisten en mogelijkheden van beeldvorming voor deze patiëntengroep (CT, ASPECTS?), met speciale aandacht voor advanced technieken en mogelijkheden (CTA, multiphase CTA en CT perfusie, MRI? )Tips en tricks voor het maken en beoordelen van de scans krijgt u aangereikt.
Leerdoelen: Aan het eind van de sessie kan de deelnemer: De vereisten benoemen voor beeldvorming binnen het kader van de ischemische stroke Aangeven wat de de zin en onzin is van aanvullende (advanced) technieken bij ischemische stroke Pitfalls bij de beoordeling van CTA/MRA binnen het kader van de ischemische stroke benoemen
Level 1-3
1
3) Highlighted from the case-based masterclass conference course neuroradiologie. Niet aankleurende myelumlesies. Mw. Dr. M.M.L. de Win Deze afwijkingen zijn een regelmatig terugkerend diagnostisch dilemma aan de ‘lichtkast’. Aan de hand van casuïstiek zal de differentiële diagnose van niet aankleurende myelumlesies worden besproken. Het betreft hier een interactieve sessie, waarbij u gestimuleerd wordt mee te denken, en wordt meegenomen met de diagnostische overwegingen die u tot de diagnose kunnen leiden. Leerdoelen: Aan het eind van de sessie kan de deelnemer: Een differentiaal diagnose opstellen van niet aankleurende myelumlesies Overwegingen kunnen aanvoeren ten aanzien van de differentiaal diagnose Level 2-3
Workshops. Ook dit keer zullen er weer verschillende workshops worden aangeboden. Enkele nieuwe workshops en enkele reprises, waarbij de reprises in een nieuw jasje zijn gestoken met nieuwe casuïstiek.
Workshops: 1 DWI beyond ischemie - reprise Mw. dr. B.K. Velthuis, UMCU, Utrecht Prof. dr. J. Hendrikse, UMCU, Utrecht Diffusie is niet meer weg te denken in de dagelijkse praktijk. Toch blijft dit soms best lastig. En is er meer met DWI te doen dan alleen ischemie detectie? Hoe zit het daarmee? Hoe beoordeelt u deze scans? Deze workshop is een reprise van een van de hoogste gewaardeerde workshops uit de vorige SWC, er zal nieuwe casuïstiek worden besproken in een interactieve en stimulerende omgeving. Leerdoelen: Na het volgen van deze sessie kan de deelnemer: De indicaties en mogelijkheden benoemen voor het maken van een diffusiescan. Aangeven welke verschillende sequenties er mogelijk zijn voor het maken van diffusiescans. Een diffusiescans interpreteren en beoordelen en heeft inzicht in de mogelijke pitfalls. Level: 1-2
2
2 Trauma CWK: fracturen van de cervicale wervelkolom Dhr. dr. W.M. Palm, MUMC, Maastricht Dhr. drs. M. van der Vlies, Maxima Medisch Centrum, Locatie Veldhoven Een CT van de cervicale wervelkolom is een veelgevraagd onderzoek binnen de traumasetting; CWKfracturen komen regelmatig voor. Er zijn CWK-fracturen die makkelijk over het hoofd gezien kunnen worden of minder vaak voorkomen, maar klinisch wel relevant zijn. In deze workshop worden naast de meer bekende fracturen van de laag cervicale CWK ook de fracturen van de craniocervicale overgang behandeld. Waarom is bijvoorbeeld het onderscheid in classificaties relevant bij occipitale condyl fracturen? (En waar vind ik deze classificatie?) Deze workshop is een uitbouw op de workshop uit 2014, uitgebreid ten aanzien van de pathologie met natuurlijk nieuwe casuïstiek. Leerdoelen: Na het volgen van deze sessie kan de deelnemer: Opsommen welke fracturen er zijn ter hoogte van de CWK en craniocervicale overgang Aangeven welke classificaties er bestaan bij deze fracturen en heeft inzicht in de achtergrond en betekenis van deze classificaties voor de kliniek. Inzicht in de richtlijnen welke beeldvorming wanneer moet worden verricht. Level: 1-2 3 Sinustrombose, van toeval tot klacht Dhr. Drs. J.J. Hof Dhr. Dr. M.M.S. Jasperse Een van de lastigere diagnosen binnen de neuroradiologie is de sinustrombose. Een diagnose die zich kan manifesteren als een toevalsbevinding, maar ook met epilepsie (toeval) of met klachten als hoofdpijn en uitval. Conventionele natieve opnamen kunnen normaal zijn, maar ook subtiele aanwijzingen tonen. Altijd uitdagend daarbij is de variant anatomie. Om te voorkomen dat u zelf hoofdpijn van deze diagnose krijgt kunt u in de workshop kennismaken met de anatomie en de verschillende varianten, alsmede de verschillende verschijningsvormen van een sinustrombose. U bediscussieerd de verschillende pitfalls Leerdoel: Na het volgen van deze sessie kan de deelnemer: • Aangeven welke diagnostische mogelijkheden beschikbaar zijn voor de detectie van sinustrombose, en de pitfalls van elk van deze onderzoeken benoemen. • Aangeven welke normaal varianten van anatomie een rol spelen bij de beoordeling van sinustrombose • De verschillende verschijningsvormen van een sinustrombose herkennen op de verschillende modaliteiten en sequenties. Level: 1-2
3
4 Neonatale en pediatrische neurobeeldvorming voor iedereen. Echo, snelle T2, low-dose CT etc. How to do what and when, with practical tips and trics. -reprise Mw. dr. L.C. Meiners, UMCG, Groningen Mw. drs. K. Kamphuis-van Ulzen, UMCN, Nijmegen Er bestaan tegenwoordig legio mogelijkheden om het kinderhoofd af te beelden, elk met hun eigen kracht en beperkingen. Hoe kies ik in dit uitgebreide woud van mogelijkheden de juiste? Wanneer kies je voor een CT en scan je dan met een normale dosis, een kinddosis of een extra lage dosis? Wanneer een gewone MRI, wanneer een snelle T2 (en in hoeveel richtingen). Wanneer kan ik met schedelechografie volstaan (en met welke transducer?) Ook wordt er ingegaan op handige tips zoals bv vacuümzak, snel scannen, grote sector transducer etc.. anesthesie/sedatie of melatonine? Als u dan de meest optimale scan hebt, is de beoordeling bij kinderen anders dan bij volwassenen. U wordt tijdens deze workshop meegenomen in de diagnostische gedachtengang van de experts op een interactieve manier. Leerdoel: Na het volgen van deze sessie kan de deelnemer: • Aangeven welke diagnostische modaliteit bij welke vraagstelling de voorkeur geniet • De minimale eisen benoemen voor CT- en MRI-protocollen om deze patiëntgroep te onderzoeken, en de mogelijke variaties hierbij. • Verschillende tips toepassen om de beeldvorming bij deze patiënten te verbeteren Inzicht in een aantal bruikbare handvaten voor de beoordeling van scans van het hoofd bij kinderen Level: 1-3
5 CTA, MRA en advanced technieken – protocol ontwikkeling, tips, tricks voor beoordeling. 25 laptops inhuren, software Alphatron (3D Dicom viewer) – sessie op max 50 pax Dhr. dr. F.J.A. Meijer Mw. Drs. H.Z. Flach Deze workshop richt zich op de praktische kant van de work-up van de patiënt met een ischemische stroke. In de pleniare sessies wordt de achtergrond en de huidige stand van zaken besproken ten aanzien van therapie en beeldvorming. In deze workshop krijgt u praktische handvaten aangereikt. Hierna gaat u onder begeleiding van de workshopleiders oefenen met casuïstiek. De workshop moet worden gezien als een aanvulling op de plenaire sessies. Onderwerpen die aan de orde komen: natieve CT, CTA, CT-perfusie, MRI. Leerdoel: Na het volgen van deze sessie kan de deelnemer: • Aangeven welke diagnostische modaliteiten mogelijk zijn in de work-up van stroke en kan de keuze voor toepassing in zijn/haar centrum onderbouwen • De minimale eisen benoemen waar een protocol aan moet voldoen om antwoord te kunnen geven op de vraag of een patiënt in aanmerking komt voor ia trombectomie. • Verschillende tips toepassen om de beeldvorming en beoordeling bij deze patiënten te verbeteren Level 1-3
4
6 Aunt Minnies in de neuroradiologie – toets je kennis van de pathognomonische neuropathologie. Dhr. Drs. R. E Hagenbeek Dhr. Dr. G. J. Lycklama à Nijeholt Iedereen van ons kent de Aunt Minnies van de gelijknamige website AuntMinnie.com. De term Aunt Minnie wordt gebruikt voor een casus met een radiologische bevinding die klassiek is voor een bepaald ziektebeeld, eigenlijk pathognomonisch. Bij een echte Aunt Minnie is er eigenlijk geen differentiaal diagnose, maar in de praktijk is het klinisch kunnen beredeneren van een Aunt Minnie handig om ook de andere familieleden te kunnen herkennen. De workshopleiders nemen u mee op familiebezoek en zullen met u hoofdpersoon en de familieleden bespreken.
Leerdoel: Na het volgen van deze sessie kan de deelnemer: • Een aantal Aunt Minnies van de neuroradiologie herkennen en benoemen • Een differentiaal diagnose kunnen opstellen en kunnen beredeneren Level 1-2
7 Sella en parasellair: hypofyse anatomie, normaal varianten en pathologie, Dr. D.R. Rutgers Dhr. Drs. U. Kizilates De sella en de parasellaire regio zitten op het scheidingsgebied tussen hoofd en hals. Dit is ook zichtbaar in de klinische verschijnselen die pathologie in deze regio kunnen veroorzaken. Dit kan zijn lokaal door directe compressie op de omliggende structuren, zoals hersenzenuwuitval, maar kan ook klinische verschijnselen geven op afstand door bijvoorbeeld stoornissen van de hormonale assen. Na een introductie van de anatomie van de sella, hypofyse en sinus cavernosus, wordt u middels casuïstiek meegenomen met de pathologie van de sella en parasellaire regio. Leerdoel: Na het volgen van deze sessie kan de deelnemer: • Aangeven waaraan een protocol moet voldoen voor optimale beoordeling van de sella en parasellaire regio De anatomie van deze regio benoemen Een differentiaal diagnose opstellen voor pathologie in en rond de sella opstellen Level 2
5