Prof. dr. A.A. Kaptein Prof. dr. J. Dekker Mw. dr. E.M.A. Smets Prof. dr. A.J.J.M. Vingerhoets Psychologie en geneeskunde
Onder redactie van: Prof. dr. A.A. Kaptein Prof. dr. J. Dekker Mw. dr. E.M.A. Smets Prof. dr. A.J.J.M. Vingerhoets
Psychologie en geneeskunde Behavioural medicine Vierde, geheel herziene druk
Houten 2012
ISBN 978-90-313-9889-8 © Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. NUR 876 Ontwerp omslag: Studio Bassa, Culemborg Automatische opmaak: Crest Premedia Solutions (P) Ltd, Pune, India Eerste druk 1986 (onder de titel Behavioural medicine – Psychologische behandeling van lichamelijke aandoeningen) Tweede druk 2000 Derde druk 2006 Vierde druk 2012 Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl
V
Over de auteurs Dr. K.M.P. van Bastelaar, psycholoog, was ten tijde van schrijven als postdoconderzoeker verbonden aan de afdeling Medische Psychologie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam en is momenteel werkzaam bij MentaalBeter. Drs. L.W.A.R. Berger, gynaecoloog, was voorheen verbonden aan de afdeling Gynaecologie van het Amphia Ziekenhuis te Breda. Prof. dr. G. Bleijenberg, klinisch psycholoog, is als hoogleraar medische psychologie verbonden aan het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid van het UMC St Radboud te Nijmegen. Dr. J.D. Bosch is als universitair docent verbonden aan de afdeling Ontwikkelingspsychologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam en was voorheen werkzaam als GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut bij de Nederlandse Obesitas Kliniek te Hilversum, thans lid van de Medisch Psychologische Raad van de NOK. Drs. S. Brants, filosoof en seksuoloog, is verbonden aan Context (centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie) van het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven. J.P. van Campen, klinisch geriater, is hoofd van de afdeling Klinische Geriatrie van het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam. Prof. dr. G. Crombez, klinisch psycholoog, is als hoogleraar gezondheidspsychologie verbonden aan het departement Experimenteel-klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Gent. Drs. P.J. Daansen, MBA, klinisch psycholoog is specialismeleider eetstoornissen en obesitas bij PsyQ, Parnassia Bavo Groep te Den Haag en voorzitter van de programmaraad Eetstoornisen en Obesitas PsyQ Nederland. Prof. dr. D.J.H. Deeg is als hoogleraar epidemiologie van de veroudering verbonden aan de afdelingen Epidemiologie en Biostatistiek en Psychiatrie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Prof. dr. J. Dekker, psycholoog, is als hoogleraar paramedische zorg verbonden aan de afdelingen Psychiatrie en Revalidatiegeneeskunde van het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Prof. dr. J. Denollet is hoogleraar medische psychologie aan en voorzitter van het departement Medische Psychologie en directeur van het Center of Research on Psychology in Somatic diseases van Tilburg University. Prof. dr. R.-M. Dröes is als hoogleraar psychosociale hulpverlening bij dementie verbonden aan de afdelingen Verpleeghuisgeneeskunde, Psychiatrie en EMGO+ van het VU Medisch Centrum te Amsterdam.
VI
Over de auteurs
Prof. dr. P. Enzlin, orthopedagoog, seksuoloog en relatie- en gezinstherapeut, is universitair hoofddocent en coördinator van de opleiding master in de seksuologie van het Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen van de Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven en tevens werkzaam bij Context (centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie) van het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven. Prof. dr. A.W.M. Evers, klinisch psycholoog, is als hoogleraar verbonden aan de afdeling Medische Psychologie van het UMC St Radboud te Nijmegen en is coördinator van het Radboud Expert Centre for Psychology and Medicine te Nijmegen. Dr. M.J. Fischer, psycholoog, is postdoconderzoeker bij de afdeling Klinische Oncologie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Prof. dr. R. Geenen, psycholoog, is hoofd van de onderzoeksgroep psychoreumatologie bij de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht en is als docent en onderzoeker verbonden aan de afdeling Klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Utrecht. Dr. M.F.M. Gielissen is senior onderzoeker bij de afdeling Medische Psychologie van het UMC St Radboud te Nijmegen. Dr. M.M. Goedendorp, psycholoog, is postdoconderzoeker bij het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid van het UMC St Radboud te Nijmegen. Drs. M.H.E. Hogenelst, GZ-psycholoog, is werkzaam bij de polikliniek Diabetes Mentaal van de afdeling Medische Psychologie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam. M.T. Hoogwegt, MSc, psycholoog, is promovenda bij het departement Medische Psychologie en het Center of Research on Psychology in Somatic diseases van Tilburg University. Prof. dr. H.E. van der Horst is huisarts en hoofd van de afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde van het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Prof. dr. C. Jonker is als emeritus-hoogleraar diagnostiek en behandelbeleid bij dementie verbonden aan het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Prof. dr. A.A. Kaptein, psycholoog, is als bijzonder hoogleraar psychosociale aspecten van chronische aandoeningen van de luchtwegen verbonden aan de afdeling Medische Psychologie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Dr. J.A. Knoop, klinisch psycholoog, is universitair hoofddocent bij en hoofd van het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid van het UMC St Radboud te Nijmegen. Prof. dr. F.W. Kraaimaat, klinisch psycholoog, is als emeritus hoogleraar medische psychologie verbonden aan het UMC St Radboud Universiteit te Nijmegen. Drs. M. van Kuyk, klinisch psycholoog, is werkzaam bij de afdeling Medische Psychologie en Maatschappelijk Werk van het Wilhelmina Kinderziekenhuis van het UMC Utrecht.
Over de auteurs
VII
Prof. dr. M. Peters is als hoogleraar experimentele gezondheidspsychologie verbonden aan het departement Clinical Psychological Science van de Maastricht University. Prof. dr. J.B. Prins, klinisch psycholoog, is hoofd van de afdeling Medische Psychologie van het UMC St Radboud te Nijmegen. Dr. M. Scharloo, psycholoog, is universitair docent bij de afdeling Medische Psychologie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Dr. A.A.J.J. Schiffer, gezondheidszorgpsycholoog in opleiding tot specialist, is werkzaam bij de polikliniek Medische Psychologie van het TweeStedenziekenhuis. Prof. dr. G. Sinnema, klinisch psycholoog, is werkzaam bij het Wilhelmina Kinderziekenhuis van het UMC Utrecht en is als emeritus hoogleraar pedagogiek verbonden aan de Universiteit Utrecht. Dr. E.M.A. Smets, psycholoog, is universitair hoofddocent bij de afdelingen Medische Psychologie en Klinische Genetica van het AMC te Amsterdam. Dr. K.G. Smolderen, psycholoog, is universitair docent bij het departement Medische Psychologie en het Center of Research on Psychology in Somatic diseases van Tilburg University en is research scientist bij het Saint Luke’s Mid America Heart Institute te Kansas City (VS). Prof. dr. F.J. Snoek, GZ-psycholoog, is als hoogleraar medische psychologie verbonden aan de afdeling Medische Psychologie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Prof. dr. M.J. Sorbi, klinisch psycholoog, is als bijzonder hoogleraar eHealth verbonden aan de afdeling Klinische en Gezondheidspsychologie en het Ambulatorium van de Universiteit Utrecht. Dr. P.H.G.M. Soons, klinisch psycholoog/psychotherapeut, is werkzaam bij de afdeling Medische Psychologie van het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop en is als universitair hoofddocent verbonden aan het departement Medische Psychologie en Neuropsychologie van de Tilburg University. Drs. S. Spillekom van Koulil, gezondheidszorgpsycholoog, afdeling Medische Psychologie van het UMC St Radboud te Nijmegen. Prof. dr. F. Verhey is als hoogleraar ouderenpsychiatrie verbonden aan de Afdeling Psychiatrie en Neuropsychologie van het Alzheimer Centrum Limburg van de Maastricht University. Dr. J.H.M.M. Vercoulen, klinisch psycholoog, is werkzaam bij de afdeling Medische Psychologie van het UMC St Radboud te Nijmegen. Prof. dr. A.J.J.M. Vingerhoets, psycholoog, is als hoogleraar emoties en welbevinden verbonden aan het departement Medische en Klinische Psychologie van de Tilburg University.
VIII
Over de auteurs
Prof. dr. S. Visser, klinisch psycholoog/psychotherapeut, is als hoogleraar gezondheidszorgpsychologie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en is hoofdopleider bij de opleiding tot GZ-psycholoog te Amsterdam en hoofd zorgprogramma somatoforme stoornissen bij Pro Persona. Prof. dr. J.W.S. Vlaeyen, klinisch psycholoog, is als hoogleraar behavioural medicine verbonden aan de research group Health Psychology van de KU Leuven en aan het departement Clinical Psychological Science van de Maastricht University.
IX
Woord vooraf Er zijn romans waarvan de publicatiegeschiedenis bewondering oproept: eerste tot en met twaalfde druk 2010, dertiende tot en met negentiende druk 2011, enzovoort. Het boek dat voor u ligt heeft ook een mooie publicatiegeschiedenis, zij het dat het nu pas toe is aan zijn vierde editie. Niettemin, met een eerste druk in 1986, een Engelse editie in 1990, een tweede druk in 2000, een derde druk in 2006 en dan nu de vierde editie in 2012, mogen auteurs, redactie en uitgever tevreden zijn met dit werk, dat blijkbaar al geruime tijd een markante plaats inneemt in het veld van psychologie en geneeskunde. Verschillende oorzaken liggen ten grondslag aan dat succes. Onderzoekers - met biomedische, gedragswetenschappelijke en beleidsmatige achtergronden - laten zien hoe gedrag en maatschappelijke omstandigheden zich vertalen in ziekte en behoud van gezondheid. Een belangrijke stap is die van beschrijving van verbanden tussen gedrag, maatschappelijke omstandigheden en gezondheid en ziekte, naar interventie. Juist daar doet het belang van behavioural medicine zich gelden. Dat manifesteert zich niet alleen in termen van verbetering van de kwaliteit van leven, maar ook in gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen, werkverzuim en sterfte. De hoofdstukken in dit boek leveren een schat aan empirisch materiaal dat deze uitspraak onderbouwt. Nieuw in deze vierde editie is een hoofdstuk over eHealth. In de speciële hoofdstukken beogen compacte behandelprotocollen de lezer snel te informeren over de klinische toepassing van de behavioural medicine-benadering. De vorige editie van het boek was kloek, reden om deze nieuwe editie enigszins compacter te maken. Onveranderd is de grote nadruk op evidence-based denken en werken. Nieuwe ontwikkelingen in de organisatie en financiering van de gezondheidszorg in Nederland lijken de positie van de behavioural medicine te kunnen versterken. De toenemende tendens om ziektelast te gebruiken als criterium om kwaliteit van medische zorg aan af te meten en te vergoeden, lijkt de positie van de patiënt te versterken: de patiënt is immers degene die oordeelt over die ziektelast. Patiënten betrekken bejegening en kwaliteit van leven bij hun oordeel over kwaliteit van zorg. De koppeling tussen het gebruik van die criteria met de ambities van behavioural medicine lijkt gemakkelijk te leggen. ‘Patient reported outcomes’, ‘shared decision making’ en het ‘chronic care model’ zijn begrippen die hierbij passen. Het is echter wellicht veelzeggend dat deze begrippen nog geen algemeen aanvaarde Nederlandse omschrijving kennen. Inpassing van effectief gebleken behavioural medicine-interventies in medische zorg wordt een belangrijke opdracht voor beoefenaars van de behavioural medicine. Het materiaal is voorhanden; zie de hoofdstukken in dit boek. Implementatie is daarom het kernwoord. Het boek is gemaakt voor studenten in studierichtingen als (medische en gezondheids)psychologie, geneeskunde, fysiotherapie, maatschappelijk werk en verpleegkunde. Ook beoefenaren van de beroepen waarvoor deze studenten worden opgeleid, hebben in hun werk baat bij integratie van behavioural medicine in de klinische praktijk. De redactie is dank verschuldigd aan de auteurs van de hoofdstukken van het boek. De eerste redacteur neemt met deze editie afscheid als ‘trekker’ van de vier Nederlandstalige edi-
X
Woord vooraf
ties en de Engelstalige editie van het boek. Mede daarom is in redactie en auteurs naar verjonging gestreefd. De behavioural medicine kan nog een tijd vooruit. Ad Kaptein, Joost Dekker, Ellen Smets en Ad Vingerhoets
Leiden/Amsterdam/Tilburg, voorjaar 2012
XI
Inhoud 1
Behavioural medicine - geneeskunde en psychologie: een introductie . . . . . . . . . 1 A.A. Kaptein, J. Dekker, E.M.A. Smets en A.J.J.M. Vingerhoets
2
Psychologen in de somatische gezondheidszorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 P.H.G.M. Soons
3
Somatisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 S. Visser
4
eHealth . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 M.J. Sorbi, A.W.M. Evers en K.M.P. van Bastelaar
5
Ischemische hart- en vaatziekten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 M.T. Hoogwegt, A.A.J.J. Schiffer, K.G.E. Smolderen en J. Denollet
6
Kanker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 J.B. Prins en M.F.M. Gielissen
7
Respiratoire aandoeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 M. Scharloo, M.J. Fischer en A.A. Kaptein
8
Diabetes mellitus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 F.J. Snoek en M.H.E. Hogenelst
9
Reumatische aandoeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 J. Dekker, F.W. Kraaimaat en R. Geenen
10
Dermatologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 A.W.M. Evers en S. Spillekom-van Koulil
11
Pijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157 J.W.S. Vlaeyen, M.L. Peters en G. Crombez
12
Chronische vermoeidheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175 G. Bleijenberg, M.F.M. Gielissen, M.M. Goedendorp en H. Knoop
13
Obesitas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191 P.J. Daansen en J.D. Bosch
14
Gynaecologie en obstetrie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207 A.J.J.M. Vingerhoets en L.W.A.R. Berger
15
Erfelijkheidsadvisering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221 E.M.A Smets
XII
Inhoud
16
Seksualiteit��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 239 P. Enzlin en S. Brants
17
Lichamelijke klachten en aandoeningen bij kinderen en adolescenten������������� 253 M. van Kuyk en G. Sinnema
18
Ouderen ��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 269 D.J.H. Deeg, H.E. van der Horst en J. van Campen
19
Dementie������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 287 R.-M. Dröes, F. Verhey en C. Jonker
Register����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 305